2 ONZ E EILANDEN van 9 MEI i 908. Per hondenkar reed het paar tot voor het raadhuis, waar de aanteekening plaats had. De laatste warme dagen hebben een groote verandering teweeggebracht in den stand der veldgewassen. Eensklaps vinden de boeren overvloedig gras in de weiden en haasten zij zich de runderen er heen te zenden. De kerseboomgaarden staan in vollen bloei, leveren een prachtig gezicht en beloven een rijken pluk. Ook de abrikozen bloeien reeds. En weinige dagen geleden was er nog geen bloesempje te vinden I De IJmuider quaestiel Het Tweede-Kamerlid Pastoors kwam Maandagavond te 7.20 in IJmuiden en ver trok met den laatsten trein. Hy had een conferentie met het bestuur van de afd. IJmuiden van de „Vereeniging tot bevor dering van 'de Ned. Visscherij" de heeren Bakker en Groen. Naar wy vernemen, zal de heer P. zich wenden tot den Minister en alles doen wat in zyn vermogen is om handel en reederij van de opgelegde lasten te bevrijden. Later had de heer P. nog een conferen tie met den heer Vermeulen, lid van het hoofdbestuur van de Vereeniging tot be vordering van de Ned. Visschery, Met don vischhandel te IJmuiden werd door den lieer P. niet geconfereerd. Ook de burgemeester, de heer J. C. Weerts, die in het andere deel der gemeente, n. 1. te Velzen woont, bezocht IJmuiden en werd aangezocht te trachten door be middeling van den Commissaris der Ko ningin stappen te doen bij de Regeering. Dinsdagmiddag kwamen, in verband met de IJmuider quaestie, te 's Gravenhage in een sectievergadering der afd. Zeevisschery byeen de afdeelingen en het hoofdbestuur der Vereeniging tot bevordering van de Ned. Zee visscherij. Ook het Tweede Kamerlid Lieftinck bracht Maandag een bezoek aan IJmuiden. H. b 1. Het bestuur der IJmuider Vischhandel- vereeniging: Overwegende, dat het voor het publiek van belang is te weten, waaraan een in het maatschappelijk leven zoo ingrijpende sta king te wijten is, als thans te IJmuiden in den vischhandel heerscht en dat het wen- schelijk schijnt, daarbij sommige misver standen op te helderen, die. uit de mede- deelingen van sommige dag- én weekbladen zijn gebleken; brengt ter kennis van het publiek: dat het Rijk eenige jaren geleden zich zelf heeft gegeven het monopolie van dan visch-afslag te IJmuiden; dat krachtens het op een algerneenen maatregel van bestuur berustend reglement op het gebruik van den Rijksvischafslag en haven, tot op 1 Mei 1908 door hetRyk van de bestede koopsommen werd ingehou den, behalve 1 pCt. voor den factoor, het geen hier niet ter zake doet, 1 pCt voor het Ryk en 3 pCt voor den vischhandel dat deze 3 pCt de zoogenaamde koop manskorting, gebruikelijk is, zoolang er vischhandel te IJmuiden is gedreven en die handel daarop vanouds geheel is ingericht en voor een groot gedeelte daarop dry ft; dat de Regeering thans, zonder grondig te onderzoeken, welke beteekenjs deze koop manskorting voor het bedrijf der vischhan- delaren te IJmuiden bezit en zonder over leg met den handel, heeft bepaald, dat deze koopmanskorting met 1 pCt wordt vermin derd, opdat het Rijk dit 1 pCt zou kunnen aanwenden voor de hoogere exploitatie kosten van den Rijksvischafslag en -haven dat de Regeering by monde van den vo- rïgen Minister van Waterstaat over deze zaak wèl vooroverleg heeft gepleegd met de reederyen te IJmuiden; dat die reederyen aanvankelijk den Mi nister hebben medegedeeld, dat noch zij noch de vischhandel dit 1 pCt voor hun rekening konden lijden, doch ten slotte aan Z. E. hebben verzocht, om, indien het Rijk de meerdere uitgaven niet voor eigen rekening wilde nemen, deze, voor zooveel mogelijk, te bestrijden uit vermin dering der koopmanskorting met 1 pCt, ze in geen geval op de reederyen te verhalen, welk laatste in het voornemen lag van den Minister; dat de Minister hieraan blijkbaar het ooi- heeft geleend dat de handelaren, hoewel te laat, immers eerst door de dagbladen drie weken voor 1 Mei 1. 1. van bet voornemen der Regeering verwittigd, alle minnelijke pogingen, die denkbaar zyn, zoo b(j de reederijen als by den Minister in het werk hebben gesteld, groote liefde voor hare kinderen. Zy was een voortreffelijke moeder, een goede huis vrouw, en een der schoonste vrouwen, die ik ooit gezien heb. De oudste dochter Ruth overtrof haar echter nog in schoonheid, doch bezat den onbegrensden hoogmoed van beide ouders. Met voor een kind waarlijk bewonderens- waardigen tact, deed ze mij altijd gevoelen, dat ik niet haars gelijken wasover 't al gemeen bezat zij geen kwaad karakter. Ze was reeds vroeg zeer koket, en vooral tegen heeren de beminnenswaardigheid zelve. Hannah, de jongste dochter, die denzelfden leeftijd had als ik, was een schuchtere, lief tallige blondine. Wy waren en bleven boezemvriendinnen, tot aan baren vroeg- tiidigen dood. Ruth stond altijd vijaDdig tegenover ons, en vernederde mij in stilte, zonder dat ik den moed had, mij deswege te beklagen. O, ik heb dat trotsch, ijdel schepsel, dat door alle menschen om strijd bewonderd en gevierd werd,— eens gloeiend gehaat; zy heeft mijn geheelelevensgeluk verwoestIndien Hannah er niet geweest ware, en ik my weèr in mijn ongezellig tehuis had kunnen schikken, dan zou ik reeds na verloop van eenige jaren naar de pastorie teruggekeerd zijn. Maar mijn vader, die den ganschen dag in zijne archeorolo- gische studiën verdiept was (hy heeft zich op dat gebied een beroemden naam ver- om den hun bedrijf ondermijnenden maat regel te voorkomen; dat die maatregel ten laste van de geza menlijke vischhandelaren te IJmuiden wil brengen een som van niet minder dan vijf tigduizend gulden 'sjaars; dat de Minister niettemin de uitvoering van dien maatregel zelfs niet heeft wilden opschorten; alle welke redenen de gezamenlijk han delaren, zeer tot hun leedwezen hebben genoopt door staking in hun bedrijf den ernst van hun protest door daden duidelijk te maken. Het pestuur der IJmuider Viscbhandelvereeniging. J. G. SLIS. G. DEKKER. G. T. VON OTERENDORP. W. VAN VOORST. J. MED1K. J. FALK. H. LUSTIG. IJmuiden, 5 Mei 1908. In een Dinsdagmiddag te 's Gravenhage gehouden vergadering van reeders van zee schepen, belanghebbenden by den toestand te IJmuiden, werd na langdurige discussie besloten het volgend telegram aan den Minis ter van Waterstaat te zenden. De Dinsdag alhier gehouden vergadering van reeders van zeeschepen uit IJmuiden, Scheveningen, Vlaardingen, Maassluiss, Kat wijk. en Middelharnis, kennis nemende van den actueelen toestand te IJmuiden, met wenschende vooruit te loopen op een eventueele definitieve beslissing Uwer Ex cellentie, en alleen het oog hebbende op de groote schade, die de bestaande toestand veroorzaakt aan reederijen en visschers, verzoekt Uwe Excellentie beleefd doch drin gend de genomen maatregelen 3 maanden op te schorten, opdat belanghebbenden in- tusscben gelegenheid hebben een mogelijke oplossing in studie te nemen. De handel in Zuiderzeeharing beleeft critieke oogenblikken. Op de Zuiderzee daalde de prijs tot 30 cents per tal. De vangst was zeer over vloedig, en de markt te Amsterdam werd Vrydag zoozeer overvoerd, dat hetmeeren- deel verkocht werd voor 13 cents per mand (ongeveer 210 stuks) dus bijna 20 stuks voor 1 cent. Een gedeelte werd door zgn. „nest- boeren" gekocht voor eendenvoeren eenige ladingen vonden haar weg als mest voor de tuinbouwstreken. De handelaars leden groote verliezen. Te IJmuiden zyn binnengekomen de Mid- delbarnissche vischsloepen „Johanna Hen- drika", schipper A. De Koning, „Vertrouwen schipper C. Van den Hoek, „Hendrika Adri- ana", schipper H. Jordaan, „Anna", C. Lang broek en „Middelbands", schipper. J. De Korte. De besommingen zyn nog onbekend daar wegens de staking der vischkoopers te IJmuiden de visch opgezonden is naar Antwerpen. Miltvuur. Door den heer A. J. v. Velzen, plaatsver vanger-districtsveearts te Schiedam, is by een geslacht rund van den veehouder P. Zeeuw te Overschie miltvuur geconstateerd. Het dier is onder politietoezicht verbrand en de stal ontsmet. Enkele slagers te Goes hebben den prijs van dik vet spek van 40 tot 35 cents per 1/2 K.G. verlaagd. In do Hoekschewaard komt onder de paarden influenza voor; veel veulens ster ven. Het ontslag van cis. Van der Valk. Door de Synode der Ned. Herv. Kerk is bevestigd bet vonnis van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-Holland, waarbij ds. M. II. A. van der Valk predikant te Oud-Beierland uit zyn ambt is ontzet. Hen menscheneler. Te Wartena kregen twee voorbijvarende schippers Vrydag een zoo hoogloopenden twist, dat de een den ander den neus afbeet. Een lijk opgeliaald. Te Bijland. gem. Her wen en Aerdt is Dinsdagmorgen uit den R(jn opgehaald het lijk van een 35 a 40 jarig man, lang 1.80 M., zwaar gebouwd, dik rond voorhoofd, neus breed en dik, mond gewoon, kin rond, tanden gaaf, kleine blonde knevel, geen baard, haar zwart en gekleed in zwart cheviot pak, hooge schoe nen met knipsluiting, grijze sokken, wit overhemd met blauwe strikdas. Geen verwondingen of teekenen yan ge weld zijn aan het lijk te bespeuren, dat hoogstens 3 dagen te water heeft gelegen. Op het lijk is gevonden een knipmes, een worven), de oude, droefgeestige Katrien, eeuwig aan 't spinnewiel in de ongezellige woonkamer, waar geen enkel spoor van netheid of sierlijkheid te vinden was, kortom alles maakte my het verblijf in vaders huis onverdraaglijkik was gehecht geraakt aan den rijkdom en de weelde, die my op het kasteel omgaven. De oude Katrien merkte wel, dat het mij tehuis niet meer beviel, en dikwijls zeide zy„Dat heb ik wel vooruit geweten Intusschen werd Ruth „aangenomen", en ging voor een jaar naar een instituut te B. Nu brak voor Hannah en mij een gelukkig „bakvisch-tijdperk" aan. Ook wy werden tezamen door mijn vader „aangenomen." Heimelijk zagen wij met angst de terug komst van Ruth tegemoet, en dacht ik reeds aan het noodlot, dat mij weder in het on draaglijk leven in de pastorie zou terug- stooten. Onze angst bleek echter te voor barig. Een te Weenen wonende zuster van vrouwe v. Bendeleben bood zich aan, om de jonge, beeldsc.hoone dochter in de „groote wereld" te brengen, welk aanbod door de ouders met vreugde werd aanvaard. Dien tengevolge kwam de baronnes met mijn vader overeen, dat ik nog langer ter gezel schap van Hannah op het kasteel zou blijven. Niemand veiheugde dit meer dan mijik gevoelde my zóó gelukkig en werd zóó liefderijk behandeld, dat men geen verschil zakkammetje, een stalen horlogekettingen 1 pfenning Duitsch geld. Jeugdige duellisten. De Makassaarsche correspondent van het „Soer. Hbld." schrijft dat dezer dagen twee jeugdige Boegineezen daar ter plaatse, die reeds lang ruzie hadden, besloten hun veete met een duel uit te vechten. Het waren een knaap van 10 en een jongeling van circa 18 jaar. Beiden namen een geweer en gingen naar het strand. Zy stelden zich 10 pas van el kaar op, met het geladen geweer bij den voet. De leider van het gevecht riep: schiet op! en daar werden de geweren vliegens vlug in den aanslag gebracht en vlogen twee kogels elkaar tegemoet. De eene trof den knaap in de borst, de andere doorboorde het onderlijf van den jongeling, De laatste was dadelijk dood; de knaap overleefde het gevecht. 't Vechten en ruziemaken schyntoverigens te Makassar in de lucht te zitten. Ieder loopt er met een mes, en als er een week lang niemand doodgestoken is, is het een wonder zegt het blad. Vee-plagen! Het vee, dat thans te Den Ham (Over- ijsel) in de weiden komt, wordt zeer geplaagd door een lastig en gevaarlijk soort insect. Verscheidene beesten krijgen builen on der den hals en worden dan ziek, terwijl reeds een dier daaraan is gestorven. Vóór vele jaren werd daar hetzelfde ver schijnsel waargenomen. In Zeeland is nog een groote voorraad aardappelen. Alleen op Noord-Beveland zyn nog eenige duizenden hectoliters te koop. In Maart van 1906 bedroeg de uitvoer van rundvee naar Belgiö 6162 stuks, in dezelfde maand van 1907 was dit cyfer 4871 en in Maart van dit jaar 2634. Men wil dezen belangrijken teruggang toeschrü ven aan de vrees voor overbrenging van mond- en klauwzeer. Te pletter gevallen. Op de staatsmijn „Wilhelmina", te Terwinselen (Limburg) is Zondagmorgen de mijnwerker Ritzen, van Caumer (gem. Heerlen), in een schacht ge stort. De ongelukkige, die nog pas 21 jaar oud was, werd dood opgenomen. Stijging der landprijzen! Te Renesse is eeu hofstede verkocht, die 19 jaar geleden ook geveild werd. Toen werd een stuk bosch en zandige wei verkocht voor f 25 h f 30 per Schouwsch Gemet, nu giDg het vooi f 160 f 360. Een paar stukken bouwland, toen gegund voor f 170 en f300, brachten nu op f600 en f 705 per Sch. Gemet (41 A. 68 c.A.). Eeu adder in 't gras! Men meldt uit Hilversum aan den Ned.: Door een van de leerlingen der Hoogere Burgerschool te Hilversum is op het goed „Groeneveld" onder Eemnes, een groote adder gevangen. De onschadelijke ringslang komt veelvuldig in het Gooi voor. maar de adder, de eenige vergiftige slang in Neder land, werd daar sinds menschenheugenis niet meer gevonden. Het dier bevindt zich thans in het Kabinet voor Natuurlijke Historie der school. Een bescheiden en een onbescheiden profes sor. De Amsterdamscbe briefschrijver van het „Utr. Dagbl." schrijft: „Prof. Van der Waals, de beroemde natuur kundige, heeft deze week wegens het berei ken van den zeventig-jaïigen leeftijd ontslag gekregen als hoogleeraar aan de Amster- damsche universiteit. Van der Waals was een geleerde van groote waardige bescheidenheid, een die zijn vak grondig kende en een uitnemend docent. De studenten verliezen in hem den laatste der toonaangevende geleerden in de facul teit van wis- en natuurkunde: Van'tHoff, Bakhuis, Roozeboom en Van der Waals. Ben bescheiden professorer valt me daar een aardigheid in van een minder bescheiden hoogleeraar. Ik zal zijn naam niet noemen, de man is dood. Deze beroemde er zich op gesproten te zijn uit eene familie van bekwame mannen. „Myn grootvader," zeide hij, was dokter. Mijn vader was een goede dokter. Ik ben professor." Dan zal uw zoon zeker een goede profes sor zyn", merkte een student opdie zeker niet bang was voor zyn examen!" Vogelmoord. Onze correspondent op Texel scbryft.' Hield men 't vorige jaar een groote op ruiming onder de sterns door duizenden exemplaren te dooden, zelfs in den broedtijd, zoodat men vele nestjes met verlaten eieren met de eigen dochter kon bemerken soms werd ik zelfs vooral door den baron verwend. Ik had een zeer goede stem, en daar de heer v. Bendeleben een groot lief hebber van zingen was, liet hy my een uitstekend muzikale opleiding geven. Ik maakte al spoedig groote vorderingen en kon hem geen grooter genoegen doen, dan wanneer ik in schemerdonker zijne gelief koosde liederen zonghij schonk mij daar voor dikwijls zaken, die misschien voor m ij n stand minder passend waren. Ik echter nam met kinderlijke vreugde de vaak kostbare gescheuken aan, en verbeelde mij, dat ik daar het volste recht op had. Daar Hannah een hartstochtelijke liefhebster van paard rijden was, schonk hij ook my een prachtig rijpaard en amazone-costuum. De baron gaf ons persoonlijk onderricht, en zoo werd het mijn grootste zaligheid, met Hannah tocht jes te paard in den omtrek te maken. O, dat waren gelukkige uren, en myne liefde en dankbaarheid voor de familie, die my zulk een leven vol vreugde verschafte, ver vulden dagelijks meer en meer myn hart. Zoo was een jaar na onze „aanneming" verloopen, en daar er geen goede tante kwam om ook Hannah de vermaken der groote stad aan te bieden, brachten hare ouders ons in kennis met den adel in den omtrek, en vormden zy het plan, om in den. aanstaanden winter de bals in de naburige1 of doode jonge vogels vond, ook nu weer zyn de jagers bezig wat het vorige jaar het doodende lood ontkwam, meedoogenloos neer te schieten. Honderden worden al weer van ons eiland naar Parys verzonden,|om aan den modegril der dames als offer te dienen. Schande, meer dan schande, dat onze dames (die nog wel zoo gaarne voor teergevoelig versleten willen worden) indirect de oorzaak zyn tot deze moordpartijen. Wie kent ze niet, deze mooie witte zeezwaluwen, die onze polders en stranden stoffeeren. Wat kunnen ze zich pijlsnel in 't water laten vallen om hun prooi te bemachtigen, hoe worden ze door zeelui als voorboden van 't naderende land begroet. Reeds 't vorige jaar vleide men ons, dat de wet op 't beschermen van vogels wel spoedig gereed zou zijn. Welnu als men niet voortmaakt zal 't voor deze soort niet meer noodig zyn. Met onze zee- en mantelmeeuwen gaat het denzelfden kant uit. Er zyn kustvisschers,die 's zomers in plaats van naar de Noordzee, naar de Wadden trekken, om weken achtereen alles neer te schieten wat onder hun bereik komt. Dat de regeering toch spoedig maatregelen neme. (L. e. V.) Een smokkel-historie. Men schrijft uit Enschede Niettegenstaande het aantal kommiezen te Glanerbrug in den laatslen tijd aanmer kelijk is vermeerderd, schijnt daar toch nog een uitgebreide smokkelhandel in suiker te worden gedreven. Vooral de winkelier W. aldaar wordt verdacht wekelijks een belangrijke hoeveelheid suiker uit Duitsch- land te ontvangen en hoe groote waak zaamheid de kommiezen ook aan den dag leggen, toch weet hij het zoo aan te leggen dat, al wordt hij ook al eens verbaliseerd, steeds vrijspraak volgt. Gisterenavond hadden zich weer twee rijksambtenaren achter zyn woonhuis, on- middelyk aan de Duitsche grens, verdekt opgesteld. Juist waren zy voornemens op te breken, toen ze een man zagen aanko men, met een zwaren zak op zijn schouders die suiker bleek te bevatten. De man, dien men wilde arresteeren, verzette zich hevig en bij de worsteling, welke ontstond, wist een vrouw, die zeker by den smokkelaar behoorde, ongemerkt den zak suiker mach tig te worden, waarmede zij naar de Duit sche grens ijlde. Een der kommiezen het bemerkende toen zy reeds een eindje weg was, rende haar na en hield haar nog staan de even vóór de grens. Ze bleek geen katje te zyn, dat men zonder handschoenen kon aanpakken. Ook van haar kant kwam hevig verzet en zy wist op Duitsch grondgebied te ontkomen, De smokkelaar, die door den anderen ambtenaar werd vastgehouden, slaagde er in zich eveneens los te rukken en over de grens te verdwijnen, zoodat de vangst dus op niets uitliep. De plaats, waar de worsteling plaats vond, was bestrooid met suiker uit den zak die was opengescheurd. Naar wij vernemen heeft de vrouw by de Duitsche politie aan gifte gedaan, dat zij nog aan gene zijde der grens door de Hollandsche ambtenaren was vervolgd en mishandeld.. (Ned.) De Grieksche Jantjes. Men meldt ons uit Amsterdam: Een aardige attentie heeft de consul-gene raal van Griekenland, de heer R. Lehmann, den Grieksen matrozen en onderofficieren, dienende aan de hier liggende torpedoboot Aaspis, aangeboden. Ter gelegenheid van den naamdag van den Koning van Grieken land brachten gisteravond een deel der be manning den avond bij Carré door. Heden avond maken de overige manschappen van de hun door den heer Lehmann geboden gelegenheid gebruik om een kijkje te nemen in een Nederlandsch specialiteitentheater. In de Birk, onder de gemeente Soest, is op eenige meters van de spoorlijn door den landbouwer J. F. aldaar het in een stuk papier gewikkeld lijkje vannen pasgeboren kind gevonden. Daar by de lijkschouwing bleek, dat er teekenen van geweld op het lykje te bespeuren waren, ishetlykje door het gerecht in beslag genomen en naar Utrecht vervoerd. Reeds een week geleden had F. op die plaats het papier bemerkt, doch er toen geen acht op geslagen. Toen hij er nu weer voorbijkwam en het papier met zijn stok wilde verwijderen, kwam het hoofd te voorschijn. Men schrijft uit Sliedrecht: Hedenavond werd in de kerk der Chris telijk Gereformeerde gemeente de orde op bedenkelijke wijze verstoord. Sedert eeni- gen tijd heerscht onder de leden dier gemeente een weinig Christelijke geest ze zyn in twee partijen verdeeld eenerzijds de predikant met zyne aanhangers en an- stad te bezoeken. Ruth werd tegen den vol genden zomer tehuis verwacht, en dan wilde men alle genoegens van het schoone jaar getijde genieten. De herfstmanoeuvres zou den in onze streek gehouden worden, men verwachtte zeer veel inkwartiering, en dit achtte men tevens een geschikte gelegenheid voor het geven van eenige feesten, waarop Hannah hare intrede in de wereld zou vieren. Niets verstoorde mijn geluk, dan de gedachte aan do terugkomst van Ruthzy was altijd myn tegenstandster geweest, en thans, nu zij volwassen was, zou zij haar afkeer van mij zeker niet meer verbergen. Het kwam echter anders. Toen wij op zekeren dag van een wan delrit terugkeerden, zagen wij een statig heer naast den baron op het bordes staan, en toen wy tuit het zadel gesprongen waren, zei de baron„Lieve Hannah, reik je zwager de handgraaf Satewski is de bruidegom van je zuster." De graaf keek nu eens mij en dan weC-r Hannah aan, tot de baron ook my voor stelde „En deze wildzang," zeide hy lachend, „is de vriendin mijner dochter, en onze lieve huisgenoote, mejuffrouw Margaretha Siegis- mund," Luid jubelend viel ik Hannah om den hals, en fluisterde„Nu is het geluk onzer vriend schap volmaakt!" en toen snelde ik, tot aller verbazing met het lange rijkleed over derzijds eenige kerkeraadsleden met het overige deel der gemeente. Nu is het de laatsten gelukt te bewerken, dat de predikant is geschorst en na de predikatie dezen avond waartoe ds. v. d. Heiden en ds. Wisse waren overgekomen, zouden de motieven, die tot de schorsing hadden geleid worden voorge lezen. De hoofdzaken waren: gemis aan ver ootmoediging en het niet willen erkennen van schuld. Maar daar kreeg men de poppen aan 't dansen. „Ge liegt", zoo riep men. Dat werd het sein voor eeu geweldig spectakel waarby vc>or en tegenstanders zich geduchtig deden gelden. Een aanwezige politieagent, lid der gemeente, moest de orde handhaven en spoedig kwam daartoe meer politie te hulp. Na afloop werd door de kerkeraads- party een vroeger ontslagen ouderling weer in eere hersteld en morgenavond wil zy een president kerkvoogd benoemen in plaats van den dominee wat nieuwe standjes doet verwachten. De nieuwe verkeersweg op Flakkee. In een uithoek van Zuid-Holland ligt ons vruchtbaar eiland, door breede stroomen geïsoleerd van de centra van handel en verkeer. Oude gewoonten en kleederdiachten hebben er, dank de afzondering jaren stand gehouden; de typische keuvel der Flak- keesche boerinnetjes getuigt er nog van. Toch ging het moderne leven ons niet gansch voorby en een boer snort bijwijlen al op een stoomfiets, waar hy vroeger den klepper aanspande. En thans is de tijd al niet verre meer, dat het stoomros rennen zal door de vruchtbare landouwen. Wie thans na de mooie bootreis van Rotterdam door het Spui (of wilt ge meer afwisseling in de vaart, maak dan de reis door het Voornsche Kanaal) de flinke bui tenhaven van Middelharnis inkomt, ziet aan den wal by de prachtige, nieuwe Tram haven, in plaats van den eentonigen Haven- dyk, groote stoomkranen, flinke aanlegstei gers en een aardig stationnetje. Daar ziet hy stapels rails, reuzenhoopen ballast en dito stapels dwarsliggers gereed liggen, om door rappe handen te worden verwerkt. Drie millioen K.G. rails, 50,000 M'. ballast zyn benoodigd voor de 50 K.M. lange tram baan. Van Middelharnis is de weg reeds in wording, langs den Oosthavendijk zich bui gend achter de kom van het dorp, waar het hoofdstation reeds kant en klaar gereed staat. Daar moet wat gebeuren in die aan eenschakeling van polders. Hier moet een dyk worden afgegraven, daar een berm worden opgehoogd. Alleen aan den Haven- dijk moet een grondverzet plaats hebben van 25,000 M3., en om bij Melissant den weg te effenen tusschen de polders Nieuw- Kraayer en Kraayenisse moet 43,000 M3. verplaatst worden. Voor het geheele traject van Ooltgensplaat tot Ouddorp moet niet minder dan 600,000 M3. grond verzet wor den. Daar zyn heel wat handen voor noodig. De Flakkeesche arbeider wry ft zich ge- noeg'lyk de banden! By den boer maakt bij in dezen tyd al niet meer dan een kleine gulden dagloon, by het tram werk kan hij Zaterdags moeder de vrouw op zijn minst met een ronde tien gulden verrassen. Heel wat schikkingen met polderbesturen, met dijkgraven en gezworenen zyn noodig geweest, eer het groote werk kon aanvan gen. Zoo'n coupure van een 70 c.M in een kostelijken dyk is voor een dijkgraaf een zaak van gewicht. Ware het niet, dat in de binnendijken voor wegen-aanlag reeds vroeger ingravingen waren gemaakt, het had zeker meer moeite gekost de toestem ming onzer dijkheeren te verkrijgen. En dan de waterloozingWat al ijzeren buizen zyn daarvoor niet aangevoerd; hoeveel zwaarwichtige discussies niet gehouden of de pijp 50, dan wel 60of 70c.M.middellijn moest hebben. Over al die vaarten en vaartjes moesten bruggen worden gebracht. Van Middelharnis tot Ouddorp zyn 17 diverse kunstwerken daarvoor noodig. Daarvan is het mooiste en merkwaardigste de rolbasculebrug over de haven van Dirksland. Ligt zoo'n ding er eenmaal, dan is het mooie er van niet meer te zien. Als de onderbouw nog zicht baar is en 66D technicus als de bereidwil lige tramingenieur, de heer Kuypers, zoo'n werk verklaart, valt het mooie ervan ook den leek in het oog. Het kenmerkende verschil tusschen de gewone basculebrug en de rolbasculebrug is, dat de by de basculebrug voorkomende tapwryving by de rolbasculebrug is omge zet in rollende wrijving. Bij de laatste valt het zwaartepunt van het totale brugsysteem samen met het aangrijpingspunt van de kracht, die benoodigd is om de brug voor schepen te openen. Hoe dat te verkrijgen? Voor Rotterdam, dat de eer had de eerste rolbasculebrug te bezitten (daarna zyn er den arm, door het park naar my'ns vaders huis. Ik sprong de uitgesleten stoep op, liep Kartrien byna onderst boven, en storm de de studeerkamer van myn vader binnen. De bekende dikke tabakswalm sloeg my tegendoch dat hinderde my nietik wierp de ryzweep op een stoel, en sloeg beide ar men om vaders hals. „Ik moet u iets vertellen, lieve papa. Denk eens wat zegt u er van Ruth Plotseling rees iemand van de sofa op,- ik keek hem vol verbazing aan, er kwam zoo zelden iemand ten onzent, dat ik een spook dacht te zien,— een slank, jong geestelijke stond voor mij. „Dit is myne dochter, heer collega," zei mijn vader. De oogen van den jongen man waren met verbazing op my gevestigd, en 't scheeD dat ik hem, in myn prachtig rijcos- tuum, als dominee's dochter wel eenigszins bespottelijk voorkwam. „Schrik niet, dame," zeide hy, „u zult mij hier vaker zien, daar ik tot dominee te Weltzendorf beroepen ben." Ik keek verschrikt naar mijn vader. „Ja, Gretha," zei deze, „ik heb mijn eme ritaat genomen, om mij geheel aan mijne studiën tewyden,en eenige daarvoor noodige reizen te doenoverigens blyft hier alles onveranderd, de eigenlijke pastorie hierover staat ledig, en daar dit huis mijn eigendom is, behoeft hier niets gewijzigd te worden. (iü.uJ

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1908 | | pagina 2