HU DE JONGE ;gberts ak HOORSTEENKLOKKEN Tweede Blad {Sokken - Klokken t.Adriaanstr. 11 - Goes VERFKWAST EE, Schilder, GOES -ARTIKELEN IRA, Koningstraat te Goes fE ZEEUWSCHE COURANT ihp JU-IMPORTEUR GOES (ZEELAND) - TELEFOON 335 - KREUKELMARKT 7-9 CATER O AG 21 APRHJJ1934 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT PUBLIEK. feuilleton Het verborgen rijk. KERKELIJK LEVEN ONTSPANNINGSLECTUUR Apologetische Vragenbus \T 26 1GOES 'Ik, Sfe IP' 1 V i \e. tq&üits Rat d&ga- I's QeioiLQite. pijp- scRa \ooke\ auds is Rat fj&ft l pijp \aoka\ taekcant i een prachtsorteering .45 met bimbamslag. iet vijf jaar garantie, lordeel. Koopt bij ons. 91 sn van uw huis en meubels: iitnemendheid „RIPOLIN" alle kleuren 60 ct. de kilo li 99 40 ct. de kilo IN voor elk doel, SPONSEN, ZEEMEN, 1RSTELWERK, alles eerste kwaliteit. derenstraat 45 Telefoon 296 sachte publiek mede, dat ik mijn Agent- J laan aan de bekende firma WECK-ARTIKELEN, zooals Ketels, Fles- •r alle Onderdeelen bij genoemde Firma iwen, jarenlang van U genoten, beveel ik Hoogachtend, L. M. BUITENDIJK. ■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■«■a en Bols Oude Jenever. per liter per 3/4 liter per '/a liter per '/i liter per '/a üter per Vt üter per liter per vierk. literpot per liter per Vt üter per Vt üter per liter per Vt liter f3,90 f3,— f2,05 f4,10 f2,15 f3,70 f4,10 f3 25 f4- f3,80 f3,75 f4- f3,75 en 10 en 10 en 10 en 10 en 10 en 10 en 10 en 15 en 15 en 15 en 10 en 10 en 10 (Pleriseittiopje). Ik Iwieet niet waarom. dit onderfwierp, me ineens aantrekt mm! er over te sehrijjven. In 't medelijden met de betrokken per sonen.?. is het de herinnering ftan geno ten schoone n,ren in verleden jaren et is 't een meditatie over de vergankelijkheid van. aardsche Innoveren of is t om liet publiek aan te sporen minder hard en meer lijingevoelig te zij® Ik weet 't niet motor het feit,, dat deze pen in beweging Zette is dit, dat ik Iaat ik geen ;wpre namen noemen verleden weekl langs een derde rangs café gaande, Zag aangeplakt op. een reclame- biljet, d;at in genoemd café, als solist- violist op. tr.ad Ni- N. .(laat ik' hom| noe men Closta), t Een «ogenblik stond ik verbijsterd.' Costa in. een derde-raaigs cni'é tussohe® kloffie-drinkende pratende mtenschen, in sigarenwalm en eigarettensfank, tusschen bier- en 'jeneverlucht, flauwtjes toegejuicht en beklapt door een paar etende m'eu- schen, die uit hun aardappelen en groen ten even opkijken; die zich de luxe per- mitteeren o wreed publiek hun vul gair bordje .soep op te laten luisteren door de eerste r.angs muziek v.an een groot ar tist, die door het egpisme v.a,n het publiek dat hüj| eertïjjds betojovei'de, vijlt! trappen tegeljijlk ptmia,ag gesmeten werd;. De kleine 'Uiost.a. Gehoord hebben ;w!ij hem' in onze kinderjaren in het clomoert- gebioiu;w;. Een solo, v.au hem! was voldoende «n! ons voor een heelen .avpnd gok te ran ken en da,hkha,ar, Mijt en ontroerd. Wc Zullen z'ijln vioolstreken niet beschrijjven, en zelfs niet probeeren te Zeggen hoe dat sierlijke ding in zijn hapden zong, Zong, dat we dachten dat de snaren ,er va® zouden springen,. Die kleine reus maakte met 'u paar vioolstreken alles W]at good on mooi was, iu ons wakker. .Wc gingen na afloop er blijf staan en |w;e lieten hem| terug komen 5, 6 en 10 keer. Die kleine Cost,a iwe spraken over homi metOnjzen kleinen Cpsta heeft ons onvergetefijk'e uren bezorgd en den hemel alleen nvtM, w|at hij] u't zlijin viool wist te 'halen'. Die kjwauii alleen in aanmerking vppr het Cpncertgehouwprkest, vopr dirigenten als Tpscauini, De m|oioiste z.aal en het veri'ijjulste pu bliek' |was alleen na,ar de snit van otnz'en ltleinen Clost.a,. iWie Zou hem) kunnen ver geten L Maar ja |wel, hoor. Oin te huilen! De jaren en de ondervinding moeten hem geiijlpt hebben; Zijin streek mloet nog veel dieper de snaar (weten te gfij'pen; maar hïjl speelt uu in een derde-raugs-gelegpn- heid, voor den broiode. Ik gluurde even door een ruit om' z'ijln kleine gest.alte terug te vinden, maar ik Zag hem niet, jZjou, zijn streek tzaoyeel minder 'zlijfn dan die van Jehudi?. H.et publiek! wil wat an ders, w'at nieuw,9> en G(qsta verdlween, .Curieus djat ik in diezelfde week', dooi' Amsterdam loopende, de naam! Zag, op een aanplakzuil, va® een zangeres. Allen van rnijln leefiijjdt kennen haar. Daten wc Uit kieschheid (Weer geen namen noemen- Np,«® ba,ar.: Irene Goossens. Haan naam stond vermeld bïj! een klein, orto,agelïj|k ■bitosooupjél. i Pjussohen het journaal on de haofdfim', Zingt ze liedjes!, I Zingt Ze liedjes! .Wat een {ellende. Ironie G'possens heeft opk' het podium gekend v,au het Öbncertgeboujwi. Er was geen ■groote (uitvoering, ofl je las haar ntaaml bij' de uitvoerenden zloppls je nu altijd ziet st.aan Ilpua, D®rigjo of Min Pcltenburg.| Hoe kiwamteu wij| ihuis, Zop, recht van onder haar gehoor, en haar stille, bc- heersclite oneindig; indrukwekkende voor dracht, van onder haar stem, die elk'e klinker maakte tot een klank' en elk'e klank tot een kunststuk. Schubert, Schu mann al de heerlijkheden van de Wintor- reise, Dichterleben im Diehterliehe, aria's van MoZart heeft 'züj| ons een voor een te geuieten gegeven, Zoodat je nu nog na jaren haar gouden stent hoprt naZingenl ■Ek nu.2 i 1 l Nu 'zin,gt ize tussohen jburnaal eu film 'n paar liedjes. H|o,e oud Zou ze nu zijfn 2 Moet zle da.arlnlee hapr bnqod verdienen in eeu bioscoop, iwé,ar het publiek nog te Weinig iatsolen heeft om vpor een zingen de artiste het r,oioken van Zijtn, w'ahnende eigaxetten te staken?, Hoe vereenzaamd is het leven van dazp menschen, de groptsten onder de grpio,- 36 Juist voor zonsondergang, toen wij! achter onze verschansing bleven, bemerk ten wij een kleine compagnie maminen, welke ons naderde uit de richting van Loo>. Een hunner droeg eeu palmtak iu de -hond, als een teeken ,dat hij! klwlam ■als heraut. Toen hij! dichtbij! was, gingen Ignosi, Inflndoois, een paar hoofden, en wij naar beneden na,ar den voet va® den berg, om hem te ontmoeten. Hij! was op het oog een flinke man, die het luipaar- denvel droeg,. „Gegroet", riep hij!, toen hiij kwam, „de groeten van den k'oinimgl Voot hen, die oon ouheiligen uorlog tegen hem maken; cle groeten van den leeuw aam de jakhalzen d'ie rond zij'n hielen blaffen." „Spreek" zei ik:. „Dit zijn des ktaning woorden:. Geelt ,u over a.an de genade yau dem koi- liiii.a, eer u erger dingea overkomen." „Wat zijn de voorwaarden van: T(wialal?," vroeg ik nieuwsgierig. -„Zijn voiorwiaar- den zij® genadig, een grooltem koining waardig. Dit zijn de woorden van ffiWala, Ik wil genadig zijn en volstaan met wei nig bloed. Een .uit iedere tien manman' zal ten; de eenigeu eigenlijk die bij' machte zijn om tegenover de doe ml w aar d i g 11 eden v,an de Zakelijkheid, de schoonheid van 'het leven te betpinem; Eiijfj de groote kin deren v,an de m'enschheid'. 1 .Waarom schrlijf' ik' dit.?. Oml het publiek! te bestraffen het publiek, dat afgere kend heeft en quitte is met het betalnn v,au een entree-geld dat zlijln artisten veilig kan vergeten dm' te happen naiar sensatie, die groote en volmaakte kunst miskent, het publiek! dat bitter-verzot is op prikkeling en anders nietsniet in staat om! het fijne, sublieme te verwer- kleul Om het publiek te bestraffen? Neen, eigenlijk niet. Publiek' is hard en hlïjjft hot Het meerendeol heef't ge|e.n smaak' en zal het nooit fcirSjjgen ook'. Neen, daarolm' niet' mlaiar meer olmt in een stille hulde te gedenken en t|e 'bedanken hem, en haar, die eigenlijk' alleen het 'wondere hadden oml een monsch do zoj-g en de druk van het. leven tö doen vergeten voor de .ongerepte schoonheid, waava;an zij! hun leven voipiajul hadden. Misschien d,a,t een olf lamder 'n kleine jCloista of wiel Irene Goossens dit wel onder de oogen kfüjigl, Moge het hem' (ol' haar één oogenblik' va,n troost Zij'n, te genover de vele uren van geluk die Zij; anderen geschonken hebben. H. DE GKEEiVE, S.J. Ciatechisiiunslcs in de missie. 't iWjBp erg ijumioerigde jongens sta ken den gek met de meisjes eu ddZe werden kw,nad eu'Mieniien met steontjieisi. ,jKinderen, nu voor 't lap-tst, stil Zitten eu Opletten. Kppr, eerst 'u beetje zingcji: Mupe geeft den toon ,aan van D'r wn- ren eens twee bokjes". Als zij' hun bok- kieóê flink (uitgeschreeuwd hebben, is do rn-st volkplmen hersteld,. „Angela, ;wiaar is God?." „God, is, is in de Berk', Mupe." „En hoeveel goden Zijn. cr.?." 'n Fluis- terstemlmietje .achter Angela: „Vier." De jongens lachen |weer eu er vliegen steen tjes door 't lokaal., „Joanui, is God lOOjkl in do hel „Ja, Mupe, pin 't vuur ,aa,u te houden!" „Mupie, Petri is aan 't zandvlooien v,angen," „Mupe, kijk Vns. Zond hooft plieren meegebracht ojn visch te vangen. Z,c krui pen allemmil over den grond." „Mupe, oei, 'x kruijpit 'n puor over m'n rug," Eoxsi zit m!et 'u benau'wd gezicht do vluchtelingen in z'n. doosje tea-ug te wer pen, maar Za.ki en Josef'i gooien er alles weer uit. Zorsi go,oit Eaki het dloosjq maar Z'n hoplfld'. llpel de boel staot op stelten, 't Wordt 'n kloiïpai'tiij. Nu wordt 't tij!d voor Mupe., „Jongens, ppgopopti. G,aU|Wi da.t doiosje met de pieren naar buiten, iZiorsii. En nu, ollemiaal gelHjjk!kunnen Iwlijl God .ook zien „Neen, wlij; kjuonen God niet z'ieu, wamt Hij! heeft geen lichaam'." iZ,eoi gaatt id|u 'n uur lang. Iedere vr.aag van den Catechismus van buiten loeren, ■dat gaat jwlel: mjajar begrajipen wat 't 'be- teekent, oei oei, nrmc Mupe. Alleen als ge bij! 't uitleggen 'n vertelselk'e geeft, dan blijft het er nog lang inzitten. Mj\,ar anders dmsmen on dvotOmon, dat is hun lust en hun leven. Trouwen in Gangu 'u Missionaris in den Congo, vertelt: Op een mijner missiereizen kwam ilf in Opienge, 'n bijistatie van Avalfubi. ,s An derendaags Zon ik het huwelijk in moeten zegenen van J.ohaninj ftni Angela, tw'ee brave ohristenen van Opienge. 'a Avloinds van te voren kwamen1 zo bij Mupe oip particuliere instructie. Op ,m'n vraag of ze nu tooh vast beslaten waren, hlun ge- hcele leven trouw bij' elkaar te 'blijvien, hoorde ik 'n hartgrondig: „Ja, .Mupe" van beiden. Daarna moest ik' ze 'u klein examen afnemen, waar ze erg bang voor waren, omdat ze wisten ,dat Mupe streng yas. Angela kw'a.m er schitterend dooi'. En Johanni k'wam stralend van vreugde, qm het succes vaa z'n bruid, op Z'n hiui'klken voor me zitten, met 'n gezicht alsof hij zeggen wou: „Nou, Mupe, vraag ma,ar, ik! weet het toch!" „En Johanni ,'hoioveel goden z'ijln er.?." Over z'oo'n domme vraag stond ie paf. En schalks k'wam hot er dan oak uit: „Ja maar als Mupe nu met strikvragen kdmt, k'an ik nooit trouwen." T.ocri was ook Johanni geslaagd. sterven, de rest zal vrij zijln; maar de witte man ,die Soraggh, mij'n zoon, diaolddo en de aw!arte man, .zij'a knecht, die be weert redliit te heblbon op mijn traou en Infadoois mijn broeder, jlic Opstand .tegen miji stooikt, deze ziullen sterven door folte ringen lals een offer aan de graote stillm, die ondier de bergen zitten. Dit zij'n da genudigilijke woorden van Twiala." Na met de anderen eeu oogenblik g'e- raad]ileagid te hebben, antwoordde ik 'hem met luide stem, zoodat de soldiateu het konden boeren„Ga terug, .gijl hond, naar Twala, die u zendt en zeg da.t wij', Ignosi rechtmatig koning van de Kuk|u|aina's, wij', de drie wijize mannen van de sterren, die de maan verduisteren, In!f|aidoaa van 'het koninklijk bluiis en de hoéfden, kapi teins en het volk 'hier vergaderd Jiom antwoordendat Wij: ons niet willen pver- gevenda.t voor de zon tweemaal Zal zij'n ondergegaan, Tiwlala's lichaam verstijfd zal liggen aan Ttwiala's poort en dlait Ignosi, wiens ^vadier Üotor Twala werd vermoord, in Zij'n plaats aal regeeren. Ga nu, eer wijl ra mot stokslagen wegjagen en pas er voor de hand op te heften tegen mensehen als wij! Zijn." De heraut lachte luid. „Ge inzakt mannen niet 'bang-met zulke groote \®or- den", riep 'hij! uit. „Toon. ui morgeu zoo stoutmoedig, gijl 'die de maan verduis- Den volgenden worgen waren ze al vroeg aanwezig, ieder met 'n ringetje van IJzerdraad om jen üuiim. Johanni in eau vo.or die gelegenheid van Mupe geleerden pikubroek! en dito jasje, on Angela in lang wit kleod. Na de H. Mis begon do plechtigheid: „Johanni, wilt ge volgens de leer onzer Moeder do H. Kerk Angela tot vrouw, en 'belooft go haar trouw te bliven tot den .dood?." En half verontwaardigd, dat Mupe nu, nog twtïelde, was het antwoord„Ma,ar Mupe, da.t heb ik' ui toch gisteren al tweemaal gezogd!" LIEFDEWRAAK. „Thea, ik ga bier weg, definitief, ver staan?" Lies d'r kleine voet 'ldwajm eenigszuis 'hard in aanraldug! met der» be tegelden gangvloer, |die 'n lang doel uit maakte van het pensionaat, iwlaiax de beide zestien-jarige vriendinnen, haar volgens Lias „ontzettend" en a la Thea, ,,'t lcau er mee door" leven leidden. „Hé, wat gebeurt er nu, Wat 'n uitbar sting'.", deed Thea, verw'onderd. „Verbeeld je dan toch eens!" jammerde de driftige vriendin terwijl de tranen ver dacht in haar oogen glinsterden, .„Sr. Constante ie ,de akeligheid! in persicon. Misselijk spook'! Niet ,opi uit te ataan. Zou, jv d,at dan kunnen velen, dajt ze maar zeggen dat je niet studeert, terwijl je je hall' dioioid blokt on ineer.?," „Is uat onder het Duitadho mui' ge weest. toen ik' niet in de Maïs was.?," in formeerde The,a nuchter. „Ja, zeur, je bent Ibiuiitengewoiotti leuk!" Lies scheen weer haar ctomplimentjies-bui tebebben. „Ze is 'n mispunt, zoo,als alle nonnen trouwens, basta!" Lies' trapte met de punt van haar sdhoen ,oip de gekleurdb tegeltjes in ongeduldige ailwachtiDig jpp Tkea's antwoiord. ..Hm! hm!" deed Thea; ze amuseerdo zich lalt'üd kostelijk als Lies buien 'had. „Weet je nog meer leuks Liesuwlasl nu bijna buiten zich zelf' eu taönde dat tfoor allerlei -sarcastische opmerkingen te lan- eceren ,a.a,n 't adres v.am ha,a,r vrieradiin, w,aarbif ze volgens gowiopute maar steeds met haar schoenpunt op de tegels klopte. „Lias mag ik je nou eons wlat zoggen, kort en goed?," „Ja, kom maar pp!" Strijdvaardig k'eek ze Thea aan. „Ik vind je oen verschrikkelijke drift kop!" Op „verschrikkelijk" viel nog 'n extra Idem, zoadat, als Thea meenide wlat ze zei, en daar kon niet apin getwijfeld Worden, ze haar vriendin wel buitenge woon driftig mast vinden. „Kan me niks schelen. Ze zijln, allemaal 't zelfde. Nonnen! Spoken! Mispunten euenfin ik ,gia iwog ma de vacapatie, dat hun je wel begrijpen,, hè?," „Hoor eens Lies" kwlam Tihea nu, „ik vind dat je weer onzin aa|n 't vertellen bent. ia.au 't doordrijven' etc. Is dat nu zóó erg dat Sr. Constance .meende dat je niet studeerde?" „Ja zeker da,t is zóó erg!" Ze legde expres om hatelijk' 'te z'ijh, evenals „Tihea de klem op zóó. „Enfin, doet er ook1 uiet toe. ik ga weg en ik' hoiop dat ik nooit weer 'n nou ontmoet in m'ira verder leven. Bah i" Ze rilde goed-geïmitoerdl r „Zpo, z|0|0,!" zei Thea, alleen. „Maar als je maar weet dat we samen afgedaan Uitebben. Ik wil jouiw vriendin niet meer zijin!" „Goed! Dat is 'dus iu orde!" Tihea maakte aanstalten om weg to ga,au. „Blijf hier!" driftigde Lies iweer „of- of jij hebt 't nioig pp je .geweten dat ik vannacht iweg loiojp." Do andere keerde zich 'lfalfl om, trok! dp wenkbrauwen langzaam omhoiog. „Héé, wij hebben immers met elkaar niets nit te staan" begon ze toen lalt|oimck! ,©n op 't zelfde aagcrablik zag) zc dat Lies d'r woede 't 'hoogtepunt begon te bereiken, 't Kookpunt dup en ze had meteen uok 'n sterk vermoeden, dat al 't gloeiende overkoioksel, indien 't zoover klwam, otver haar arm hiaotfd Zou warden, uitgestort, als ze niet gauiw maakte dat ze uit de buurt kwam. Dus trippelde Thea, zou snel haar bak- visehvoetjes 't toelieten ,de gang dioior naar do studiezaal. Na do vaoantio bleef Lies weg on 't leek Thea, alsof! .ze door de a,arde ver zwolgen wtas, want ze hoorde noch zag in de paar volgende jaren iets vau haiar kostsiclhoiolvriendi® Zoo ging de tijd Vioprbijl, toon ze op zekeren dag 'u sdlietsje in cc® of ander tert. Wees 'f'ier en we® vroolijk, voor dè kraaien in 'uiwbeeudereu zullen pikke®, die witter zullen bijta nog dan uiw gezi,e!ht. Vaarwel misschien Ontmoeten wij! elkaar in het 'gevecht; vlucht uiet naar do sterren, maar "wacht op mij!, verzoek ik u. blanke 'man." Met deze sarcastische uitdrukking verliet 'hij! ons eu bijna on middellijk daiarniai 'ging de zon onder. Do avond 'was dru,k, want vermoeid als wij waren, 'werden zoover als het bij maanlicht mogelijk 'was, de verdere toe bereidselen voor het gevecht gemaakt en van cle 'plaats waar wij in ra,ad zaten, kwamen en 'gingen oiniophoiudelijk1 bood schappen. Eindelijk bmistreekls één uur na middernacht 'vvias alles gedaan wat gedaan kon 'worden en het Icamp, dqor schildwachten beveiligd, verzonk in diepe stilte. Sir Henry en ik, vergezeld daar Ignosi en oen van de hoofden stege® den heuvel af 'en maakten een ronde. Toton wij gingen, 'glinsterde telkens hier e® daar van onvenwiadhte 'plaatsen een speer in hel: maanlicht, am. 'weer te verdwijnen als wij hot wfachtwlaord hadden uitgespror kon. Het bleek' dat niemand sliep op zijn post. Toen wij! teruggingen, nauw® wij: onzen 'weg dwars door duizenden sla pende krijgers, van wie velen hun laatste aardsc-he rust 'genoten. Het maanlicht deed 'hun Wapens flikkeren, speelde op tijdschrift iu 'handen kreeg, geschreven dooa' zekere Lies Verhegge. Thea informeerde qf 't haai' viioegero vriendin misschien k'o® zijjn e® k'wam tot do ontdekking, dat Lies geregeld! v,oioi' dat tijidschri'ft isplhreef. Thea vond 't in geen enkel opzicht ver wonderlijk, omdat ze''ipiok). op kio,stslohioiol .al, steeds de hoste wasi in opstellen maken. Zon nu en dan kreeg Ze lOok' al eens bock van Lies Verhegge in handen «m toen ze na 'n jaar olf wiat goed pp weg was om naam te maken, verscheen er 'n boek van haar hand, iwlaarin ze, 't moet gezegd, worden, met veel talent haar „ontzettend" kostschoolleven besahreóf. „Werkelijk met veel talent geschreven' dacht Tihea, „ze schrijft in alle ernst 'bui tengewoon goed", pams'de ze verder na 't gelezen te hebiben, „maar 't is doodgewoon verschrikkelijk zonals ze 't gezagl af breekt en haar nonnetjes becritiisieert. Nou ja, ze had op kostschool .altijd 'n hekel gehad aan de Zusters, maar Zóó— on om op dio manier de toewijdende. Zor gen die ze daar- ontvaugem had te ver- geiden. 't Was Thea gowftom 0nlbegrqipe- lijk. Had Lies dan geen verstjaudi meer of zou ze haar verstand door gevoelens van 'n smolt wraak laten overhoersohen? Eln wat vo,or roden had ze cjau toch om wraak te koesteren." Er verschenen in den loop va® de vol gende jaren nog meer boekon. waarin .dio jonge sóhrij&ter steeds onomwiondeu haar antipathie, om 't zacht uit te druMc'cn voor don kloosterlijken eta,at neerlegde. 't "Werd Ijhea voortdurend onbegrijipe- li,icer, Zoiodat ze eindelijk na lang aarze len besloot Lies o,p te zoeken. „Sr. Athansia, d'r is bezoek vqo.r ial" „Hé! Wie wat, wat zegt u Soer.?" D'O jonge zuster die langzaam de gang op en neer liep met 'n studieboek,klapte het voorwerp waarvan de inhoud haai geest bezig) hield dicht, inet den wijsvinger tussdhon de bladzijden, w;a,ar ze aan "'t studoeren w:as, de duiim op do kaft, bioveh en de drie overige vingers tegen d!em an deren kant. „Dat mócht ik) niet zeggen!" ant woordde dë landero zuster kort, maa-r uiet onvriendelijk on glimlachte topn ze nieuwsgierige sterren zag .schitteren in cle blauwe oogen vopr haar. „Vader, moeder, broer, zuster, opim, (ante, neef of nicht.?," Ze zuchtte van verlichting to,ein zo 't heele rijtje in een adem genoemd had. „Ik zeg 't toch niet!" lachte do an dere. „Op welke spreekkamer dan?" vroeg ze weer, ongeduldig. „St. Joseph en voel plezier!" Be an dere zuster la,cli,te nog eens en verdwiepn. „Maar, wat is het nu? W,at zal er nou gebeuren?" viel Sr. Athansia ,uit, toe® ze do deur van de spreekkamer St. Joseph geopend had en 'haar qoge® direct p,p een slank meisje vielen, dat met de hajnd op de taffcL steunend, haar nieuiwlsgferig aankeek'. „Thea hemeltje lief, hoe lcam jij hier?" en tegelijk iwns ze bly! de kjost- scJhool-vriendin. „Dat zou ik jon bijlvoiorheeld oob! kun nen vragen, Lias erf', ,qf hoe heet je nu, eigenlijk'?" „Sr. Athansia! Ja, je zon hot jnlijl ook kunnen vragen, maax ik heb het jio® het eerst gevraagd, "dus jdjl moet ihet eerst antwoorden. Maar ga zitten zeg!" Zc was een en al opgewondenheid. „Je ziet er nu éóuig uit, Soeur Athan sia" jilaagdo Thea. „Zeg alsjeblieftLies. Hot klinkt heele- rnaal niet in jouw' arnond: Sr. Athansia! Ja. vind je dat ik er leuk uit zie zóó?" Ze trok ,a,au beide 'k|kznte® de zwarte sluier 'n beetje omlaag in do verbeelding dat ze scheef zat. „Lollig jia.Elciht koddig!" vond Thea. „Miaar zeg me nu toch eens eerst..." begon Lies weer ongeduldig. „O ja. Nou, je moet dan weten, dat dio laatste serie boeken van jou me ontzet tend verbaasd hebben en dat ik...." „Had jij die dan gelezen?" onderbrak de ander, kleurend. „Ja, ik heb1 ze allema,al waarschijnlijk gelezen en zbaals ik al zei er ma bw zeerste over verbaasd, enfin ik besloot je eens op te zoeken en ik werd bierhieiem verwezen. Om kort 'te gaan, je kunt je begrijpen dat ik mo nog nqoit zoo ver baasd heb." 1 „Ik kan 't me begrijpen, ja en ik' weet eigenlijk niet wat te antwoorden." Lies kleurde steeds erger. „Kun je me dan niet vertellen, waarom je zoo opeens van zienswijze veranderde?" „Ik zal 't je dan maar vertellen" be- hunne gezichten 'en gaf daaraan .iets spookachtigs; de 'kjoelo nachtwind bewoog bun groote pluimen. Daar lagen zij! in wanorde 'dooreen, met uitgestrekte armpu en opgetrokken beenen; hun kloeke ste vige vormen 'toekenden ziChi grillig af togen het 'maanlicht. „Hoeveel van 'dezen onderstelt ge dat morgen ,qm 'dezen tijd' nog in loven zul len .zijn?" vroeg „sir Henry. Ik schudde mijn hoofd en keek! weer maar de slapendie mannen en voor mijn vermoeide e® .over spannen verbeelding, scheen het, alsof do do cd hen reeds ha,cl' aangeraakt. Dezen nacht sliepen deze duizenden hu® •ge zonden slaap, morgen zouden zijl en vele® met hen, waaronder misschien, wijzelf, verstijfd Zij® door 'de koude des dojoids; 'hu® vrouwen zouden wedulw,en zijln, h,u® kinderen vaderloos. Al dat soort ge-. dachten gingen mijl dooi* 'het' hoofd. „Curtis", zei ik, ik! verkeer in een daer- niswekkkendon toestand va® batugheid." Sir Henry streek langs zij'n baard en lachte toen bij antwoordde: „ik heb je oen dergelijk soort opmerking yr,o,eger opk al een,s hoeren maken, Quatermain." „Ja, 'maar Ik meen het nu ernstig. Weet j,o wel, dat ik .er zeer aa® twijfel, pf een van ons morgennacht nog ini leven zal zijn. We zullen worden aangevallen door een overweldigende maehiot en h'et is da sloot ze opeens. „Ik wias nog geen maand van de kostschool, toen ik zooi opeens gelooi' ik 'n 'gevoel kreeg dat ik naar 't klooster moest." t I „Wiat? Jijl'?." „Ja, ik had zoo'n gewoel, ma,ar ik' wjou niet en ik h®b or tegen gevochten, ver- schrikk'eliilli. MJaar 't hielp niet pn toen probeerde ik me te verzetten d°i0i' d®1 boeken te schrijven." „Groote goedheid" kon Thea niet weer staan uit te roepen. ,,'t Werd, moet je weten, hoe langer hoe erger en, zqo, ,als je ziet „Ja ik zie 't, genadige hem,el! Zo z'atcn 'n oogenblik stil te deuken, toen Lies opeens haar ,arm om Thea leg de en zacht haar hoofd 'Oprichette, 'Zoadat zo beiden naar 'n groot kruisbeeld 'keken. „Thea, dat was Zijn Liefdewraak !'i' klonk het toen stil. GEMMA. Vragen worde® ingewacht ba) do redactie. Vragen: 1. Is het waai' diat volgens bot Concilie van Keims- in 991 Paus Ronii'acius VII „alle schepselen in niets- waardSgbeid overtrof'j? 2. Wie was1 Johannes T,aulerus.?j 3. Wie was Bossuet en wat verstaat men onder Gallicaausche vrijhedeu.2 4. Hoe de houding v.an E'iehelieu te beocrdeelen, toen hiji Ziwoden .ien da op roerige protcstantsche vorsten steunde to gen hun wettigen keizer.?, 5. Wie was Madame do Kriidener en vv,at te denken van haar godsdienstige bij eenkomsten.? 6. Wat is IJ'W meening over kardinaal Feseh die het huwelijk van Napoleon en Josephine inzegende, en later overnems dat van Napoleon met Maria Louise.? A n t w o or d,We hebben wel even gezucht toen wij deze eerbiedwaardige serie in handen kregen en de stille liooi]) gokoiesterd dat degene d'iq van zoioiveel uiteenloo,pende personen eu zake® hoorde, per keerende post een goiede „Kerklge- sekodieuis" zal bestellen. Ondertussdhen zulle® we ®ui onsi best doen even te antwoorden. 1. Van 'j^ couoiEe te Keims i® 991 heb ben we nooit gehoord en evenmin va®, dio weinig vleiende uitspraak. Wel weten 'wij dat Bbnifaeius VII in 974 door Crescen- ti'us. die destijds het gezag te K,ome ver- mcosterd (had, als tegenpa.us 'werd aan gesteld. Hetzelfde jaar moest de tegen paus echter roedsi vluchten. In 984 te Komc teruggekeerd, viel 'hijl na 'n ernstige misdaad der vol'kfejwnede ten pifflèï, 2. Johannes T.aulerus (1361 f) wais oen Diuitsdhe Dominicaan, beroemd mysti cus en prediker. Door vervalsdhing van zijn geschriften liobbeu zij® vijaude® hem destijds als kotter uitgekreten ,do«b later 'hebben de historici zijin naam' van dio blaam gezuiverd. 3. Bossuet was de groote Eransöho kanselredenaar (16271704). Bij ver- koerde veel a,an het hof e® heeft te® pros fijte van Lodewijk XIV de veroprdeeleus- waardige Gallioaansdhe vrijheden bepleit, die voornamelijk bestonden uit de dwaling dat 'het Pauselijk gezag voor.wiat Frank rijk betrof afhankelijk w,as va® de oude Fransoho .synoden e® dat de EransChe koning, .qoik' in kerkelijke zaken, 'Onafhan kelijk was va® don Palus. 4. De hondiu gva® Richelieu, eveneens 'n aanhanger van het GaKieonismo .eu daardoor ook' behept met de neiging het belang van Eranlktijik1boven dat va® de Kerk te stellen, is in deze sterk! fa laken. 5. Van madame de Krüdener weten wij niet meer, da® dat het een Hulitsdluo dame was, die voor oenige eauwie® terug 'n nieuw soort godsdienst wilde stichten en daarmee aan het RlussisClie hof 'n wei nig succes had; we voelen die gebrekkige kennis niet aan als 'u gemisl 6. Het tweede huwelijk van Napoleon ia 'n geheele geschiedenis appart. Kardinaal Fesdi is misleid geworden door de uit spraak van de "kerkelijke rechtbank to Parijs die in deze zaak echter niet to beslissen had en door de bezwering' van Napoleon dat bij de kerkfelïjk'e inzegenin van zijn eerste huwelïjlk de wilsoveracn- stem.ming- ontbroken had. Met dit al wtiis ■het tweede kefk'elijlk huiwelijik: natuurlijk uiet geldig in 'ïbro exteruo. Dertien kar dinalen weigerden dan ook de pledhtiglhleid bijl te wonen en werden dqor Napolep® gje- stra'ft. Zij mochten zich' alleen in 't zwart vertoonen en moesten zich terug trekken in kleine Fr.ansdhe stede®. groote vraag, bfl wijl deze plaats zullen kunnen behouden.' „Ja, we zitten er nra eenmaal in en 'we moeten oma er zoo goed mogelijk doorheen slaan. Wiat mij persoonlijk betreft, wil ik1 liever in een gevecht worden gedood dan op aerugo andere wijize en nu wij maar Weinig kams hebben om mij'n armen broer te vinden, wordt de 'gedachte 'daaraan voor mij ge makkelijker gemaakt. Maar de fortuin be gunstigt den dappere eu misschien slagen wij. In ieder geval zal de slag verschrik kelijk ztj'n en daar 'wij! een reputatie heb ben op te houden is het voor ons nood zakelijk,, dat wij! in het heetst van liet ge vecht zijn." i i I j Hij maakte de la,atste opmerking pp treurigen toon. maar er Wa|s een glans in zijn oogen, Welke in tegenspraalld wlaiS met die droef|geastig|heid en ik ha,d een idee, dat sir Henry op dat aogcnhlik hield van gevechten. Wijl gingen 'hierna celn paar uren sla.pen. i Toen do dag heglo® te schemeren wer den wij gewekt door Iuf!a,dqois, die kwam zoggen, dat er eeu groote werkzaamhiekl viel iwlaar te nemen in Looi ent diat ecu troep 'scherm®tselaar.s van den koning oji onze voorposten uankwam13®- (Wordt vervolgd.).

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1934 | | pagina 5