HU DE JONGE
;gberts
ak
HOORSTEENKLOKKEN
Tweede Blad
{Sokken - Klokken
t.Adriaanstr. 11 - Goes
VERFKWAST
EE, Schilder, GOES
-ARTIKELEN
IRA, Koningstraat te Goes
fE ZEEUWSCHE COURANT
ihp
JU-IMPORTEUR GOES (ZEELAND)
- TELEFOON 335 - KREUKELMARKT 7-9
CATER O AG 21 APRHJJ1934
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
PUBLIEK.
feuilleton
Het verborgen rijk.
KERKELIJK LEVEN
ONTSPANNINGSLECTUUR
Apologetische Vragenbus
\T 26 1GOES
'Ik,
Sfe
IP' 1
V i
\e. tq&üits Rat d&ga-
I's QeioiLQite. pijp-
scRa \ooke\
auds is Rat
fj&ft
l pijp \aoka\ taekcant
i een prachtsorteering
.45 met bimbamslag.
iet vijf jaar garantie,
lordeel. Koopt bij ons.
91
sn van uw huis en meubels:
iitnemendheid „RIPOLIN"
alle kleuren 60 ct. de kilo
li 99 40 ct. de kilo
IN voor elk doel, SPONSEN, ZEEMEN,
1RSTELWERK, alles eerste kwaliteit.
derenstraat 45 Telefoon 296
sachte publiek mede, dat ik mijn Agent- J
laan aan de bekende firma
WECK-ARTIKELEN, zooals Ketels, Fles-
•r alle Onderdeelen bij genoemde Firma
iwen, jarenlang van U genoten, beveel ik
Hoogachtend,
L. M. BUITENDIJK.
■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■«■a
en Bols Oude Jenever.
per liter
per 3/4 liter
per '/a liter
per '/i liter
per '/a üter
per Vt üter
per liter
per vierk. literpot
per liter
per Vt üter
per Vt üter
per liter
per Vt liter
f3,90
f3,—
f2,05
f4,10
f2,15
f3,70
f4,10
f3 25
f4-
f3,80
f3,75
f4-
f3,75
en 10
en 10
en 10
en 10
en 10
en 10
en 10
en 15
en 15
en 15
en 10
en 10
en 10
(Pleriseittiopje).
Ik Iwieet niet waarom. dit onderfwierp, me
ineens aantrekt mm! er over te sehrijjven.
In 't medelijden met de betrokken per
sonen.?. is het de herinnering ftan geno
ten schoone n,ren in verleden jaren et is
't een meditatie over de vergankelijkheid
van. aardsche Innoveren of is t om liet
publiek aan te sporen minder hard en
meer lijingevoelig te zij®
Ik weet 't niet motor het feit,, dat
deze pen in beweging Zette is dit, dat ik
Iaat ik geen ;wpre namen noemen
verleden weekl langs een derde rangs café
gaande, Zag aangeplakt op. een reclame-
biljet, d;at in genoemd café, als solist-
violist op. tr.ad Ni- N. .(laat ik' hom| noe
men Closta),
t Een «ogenblik stond ik verbijsterd.'
Costa in. een derde-raaigs cni'é tussohe®
kloffie-drinkende pratende mtenschen, in
sigarenwalm en eigarettensfank, tusschen
bier- en 'jeneverlucht, flauwtjes toegejuicht
en beklapt door een paar etende m'eu-
schen, die uit hun aardappelen en groen
ten even opkijken; die zich de luxe per-
mitteeren o wreed publiek hun vul
gair bordje .soep op te laten luisteren door
de eerste r.angs muziek v.an een groot ar
tist, die door het egpisme v.a,n het publiek
dat hüj| eertïjjds betojovei'de, vijlt! trappen
tegeljijlk ptmia,ag gesmeten werd;.
De kleine 'Uiost.a. Gehoord hebben ;w!ij
hem' in onze kinderjaren in het clomoert-
gebioiu;w;. Een solo, v.au hem! was voldoende
«n! ons voor een heelen .avpnd gok te ran
ken en da,hkha,ar, Mijt en ontroerd. Wc
Zullen z'ijln vioolstreken niet beschrijjven,
en zelfs niet probeeren te Zeggen hoe dat
sierlijke ding in zijn hapden zong, Zong,
dat we dachten dat de snaren ,er va®
zouden springen,. Die kleine reus maakte
met 'u paar vioolstreken alles W]at good on
mooi was, iu ons wakker. .Wc gingen na
afloop er blijf staan en |w;e lieten hem| terug
komen 5, 6 en 10 keer. Die kleine Cost,a
iwe spraken over homi metOnjzen
kleinen Cpsta heeft ons onvergetefijk'e
uren bezorgd en den hemel alleen nvtM,
w|at hij] u't zlijin viool wist te 'halen'.
Die kjwauii alleen in aanmerking vppr het
Cpncertgehouwprkest, vopr dirigenten als
Tpscauini,
De m|oioiste z.aal en het veri'ijjulste pu
bliek' |was alleen na,ar de snit van otnz'en
ltleinen Clost.a,. iWie Zou hem) kunnen ver
geten L
Maar ja |wel, hoor. Oin te huilen! De
jaren en de ondervinding moeten hem
geiijlpt hebben; Zijin streek mloet nog veel
dieper de snaar (weten te gfij'pen; maar
hïjl speelt uu in een derde-raugs-gelegpn-
heid, voor den broiode.
Ik gluurde even door een ruit om' z'ijln
kleine gest.alte terug te vinden, maar ik
Zag hem niet,
jZjou, zijn streek tzaoyeel minder 'zlijfn dan
die van Jehudi?. H.et publiek! wil wat an
ders, w'at nieuw,9> en G(qsta verdlween,
.Curieus djat ik in diezelfde week', dooi'
Amsterdam loopende, de naam! Zag, op
een aanplakzuil, va® een zangeres. Allen
van rnijln leefiijjdt kennen haar. Daten wc
Uit kieschheid (Weer geen namen noemen-
Np,«® ba,ar.: Irene Goossens. Haan naam
stond vermeld bïj! een klein, orto,agelïj|k
■bitosooupjél. i
Pjussohen het journaal on de haofdfim',
Zingt ze liedjes!, I
Zingt Ze liedjes! .Wat een {ellende. Ironie
G'possens heeft opk' het podium gekend
v,au het Öbncertgeboujwi. Er was geen
■groote (uitvoering, ofl je las haar ntaaml bij'
de uitvoerenden zloppls je nu altijd ziet
st.aan Ilpua, D®rigjo of Min Pcltenburg.|
Hoe kiwamteu wij| ihuis, Zop, recht van
onder haar gehoor, en haar stille, bc-
heersclite oneindig; indrukwekkende voor
dracht, van onder haar stem, die elk'e
klinker maakte tot een klank' en elk'e
klank tot een kunststuk. Schubert, Schu
mann al de heerlijkheden van de Wintor-
reise, Dichterleben im Diehterliehe, aria's
van MoZart heeft 'züj| ons een voor een
te geuieten gegeven, Zoodat je nu nog na
jaren haar gouden stent hoprt naZingenl
■Ek nu.2 i 1 l
Nu 'zin,gt ize tussohen jburnaal eu film
'n paar liedjes. H|o,e oud Zou ze nu zijfn 2
Moet zle da.arlnlee hapr bnqod verdienen in
eeu bioscoop, iwé,ar het publiek nog te
Weinig iatsolen heeft om vpor een zingen
de artiste het r,oioken van Zijtn, w'ahnende
eigaxetten te staken?,
Hoe vereenzaamd is het leven van dazp
menschen, de groptsten onder de grpio,-
36
Juist voor zonsondergang, toen wij!
achter onze verschansing bleven, bemerk
ten wij een kleine compagnie maminen,
welke ons naderde uit de richting van
Loo>. Een hunner droeg eeu palmtak iu de
-hond, als een teeken ,dat hij! klwlam ■als
heraut. Toen hij! dichtbij! was, gingen
Ignosi, Inflndoois, een paar hoofden, en
wij naar beneden na,ar den voet va® den
berg, om hem te ontmoeten. Hij! was op
het oog een flinke man, die het luipaar-
denvel droeg,.
„Gegroet", riep hij!, toen hiij kwam, „de
groeten van den k'oinimgl Voot hen, die oon
ouheiligen uorlog tegen hem maken; cle
groeten van den leeuw aam de jakhalzen
d'ie rond zij'n hielen blaffen." „Spreek"
zei ik:. „Dit zijn des ktaning woorden:.
Geelt ,u over a.an de genade yau dem koi-
liiii.a, eer u erger dingea overkomen."
„Wat zijn de voorwaarden van: T(wialal?,"
vroeg ik nieuwsgierig. -„Zijn voiorwiaar-
den zij® genadig, een grooltem koining
waardig. Dit zijn de woorden van ffiWala,
Ik wil genadig zijn en volstaan met wei
nig bloed. Een .uit iedere tien manman' zal
ten; de eenigeu eigenlijk die bij' machte
zijn om tegenover de doe ml w aar d i g 11 eden
v,an de Zakelijkheid, de schoonheid van
'het leven te betpinem; Eiijfj de groote kin
deren v,an de m'enschheid'. 1
.Waarom schrlijf' ik' dit.?. Oml het publiek!
te bestraffen het publiek, dat afgere
kend heeft en quitte is met het betalnn
v,au een entree-geld dat zlijln artisten
veilig kan vergeten dm' te happen naiar
sensatie, die groote en volmaakte kunst
miskent, het publiek! dat bitter-verzot is
op prikkeling en anders nietsniet in
staat om! het fijne, sublieme te verwer-
kleul
Om het publiek te bestraffen? Neen,
eigenlijk niet. Publiek' is hard en hlïjjft hot
Het meerendeol heef't ge|e.n smaak' en
zal het nooit fcirSjjgen ook'.
Neen, daarolm' niet' mlaiar meer olmt
in een stille hulde te gedenken en t|e
'bedanken hem, en haar, die eigenlijk' alleen
het 'wondere hadden oml een monsch do
zoj-g en de druk van het. leven tö doen
vergeten voor de .ongerepte schoonheid,
waava;an zij! hun leven voipiajul hadden.
Misschien d,a,t een olf lamder 'n kleine
jCloista of wiel Irene Goossens dit wel
onder de oogen kfüjigl, Moge het hem' (ol'
haar één oogenblik' va,n troost Zij'n, te
genover de vele uren van geluk die Zij;
anderen geschonken hebben.
H. DE GKEEiVE, S.J.
Ciatechisiiunslcs in de missie.
't iWjBp erg ijumioerigde jongens sta
ken den gek met de meisjes eu ddZe
werden kw,nad eu'Mieniien met steontjieisi.
,jKinderen, nu voor 't lap-tst, stil Zitten
eu Opletten. Kppr, eerst 'u beetje zingcji:
Mupe geeft den toon ,aan van D'r wn-
ren eens twee bokjes". Als zij' hun bok-
kieóê flink (uitgeschreeuwd hebben, is do
rn-st volkplmen hersteld,.
„Angela, ;wiaar is God?."
„God, is, is in de Berk', Mupe."
„En hoeveel goden Zijn. cr.?." 'n Fluis-
terstemlmietje .achter Angela: „Vier." De
jongens lachen |weer eu er vliegen steen
tjes door 't lokaal.,
„Joanui, is God lOOjkl in do hel
„Ja, Mupe, pin 't vuur ,aa,u te houden!"
„Mupie, Petri is aan 't zandvlooien
v,angen,"
„Mupe, kijk Vns. Zond hooft plieren
meegebracht ojn visch te vangen. Z,c krui
pen allemmil over den grond."
„Mupe, oei, 'x kruijpit 'n puor over m'n
rug,"
Eoxsi zit m!et 'u benau'wd gezicht do
vluchtelingen in z'n. doosje tea-ug te wer
pen, maar Za.ki en Josef'i gooien er alles
weer uit. Zorsi go,oit Eaki het dloosjq
maar Z'n hoplfld'. llpel de boel staot op
stelten, 't Wordt 'n kloiïpai'tiij. Nu wordt
't tij!d voor Mupe.,
„Jongens, ppgopopti. G,aU|Wi da.t doiosje
met de pieren naar buiten, iZiorsii. En nu,
ollemiaal gelHjjk!kunnen Iwlijl God .ook zien
„Neen, wlij; kjuonen God niet z'ieu, wamt
Hij! heeft geen lichaam'."
iZ,eoi gaatt id|u 'n uur lang. Iedere vr.aag
van den Catechismus van buiten loeren,
■dat gaat jwlel: mjajar begrajipen wat 't 'be-
teekent, oei oei, nrmc Mupe. Alleen als
ge bij! 't uitleggen 'n vertelselk'e geeft,
dan blijft het er nog lang inzitten. Mj\,ar
anders dmsmen on dvotOmon, dat is
hun lust en hun leven.
Trouwen in Gangu
'u Missionaris in den Congo, vertelt:
Op een mijner missiereizen kwam ilf in
Opienge, 'n bijistatie van Avalfubi. ,s An
derendaags Zon ik het huwelijk in moeten
zegenen van J.ohaninj ftni Angela, tw'ee
brave ohristenen van Opienge. 'a Avloinds
van te voren kwamen1 zo bij Mupe oip
particuliere instructie. Op ,m'n vraag of
ze nu tooh vast beslaten waren, hlun ge-
hcele leven trouw bij' elkaar te 'blijvien,
hoorde ik 'n hartgrondig: „Ja, .Mupe"
van beiden.
Daarna moest ik' ze 'u klein examen
afnemen, waar ze erg bang voor waren,
omdat ze wisten ,dat Mupe streng yas.
Angela kw'a.m er schitterend dooi'. En
Johanni k'wam stralend van vreugde, qm
het succes vaa z'n bruid, op Z'n hiui'klken
voor me zitten, met 'n gezicht alsof hij
zeggen wou: „Nou, Mupe, vraag ma,ar, ik!
weet het toch!"
„En Johanni ,'hoioveel goden z'ijln er.?."
Over z'oo'n domme vraag stond ie paf.
En schalks k'wam hot er dan oak uit: „Ja
maar als Mupe nu met strikvragen kdmt,
k'an ik nooit trouwen." T.ocri was ook
Johanni geslaagd.
sterven, de rest zal vrij zijln; maar de
witte man ,die Soraggh, mij'n zoon, diaolddo
en de aw!arte man, .zij'a knecht, die be
weert redliit te heblbon op mijn traou en
Infadoois mijn broeder, jlic Opstand .tegen
miji stooikt, deze ziullen sterven door folte
ringen lals een offer aan de graote stillm,
die ondier de bergen zitten. Dit zij'n da
genudigilijke woorden van Twiala."
Na met de anderen eeu oogenblik g'e-
raad]ileagid te hebben, antwoordde ik 'hem
met luide stem, zoodat de soldiateu het
konden boeren„Ga terug, .gijl hond, naar
Twala, die u zendt en zeg da.t wij', Ignosi
rechtmatig koning van de Kuk|u|aina's,
wij', de drie wijize mannen van de sterren,
die de maan verduisteren, In!f|aidoaa van
'het koninklijk bluiis en de hoéfden, kapi
teins en het volk 'hier vergaderd Jiom
antwoordendat Wij: ons niet willen pver-
gevenda.t voor de zon tweemaal Zal zij'n
ondergegaan, Tiwlala's lichaam verstijfd
zal liggen aan Ttwiala's poort en dlait
Ignosi, wiens ^vadier Üotor Twala werd
vermoord, in Zij'n plaats aal regeeren. Ga
nu, eer wijl ra mot stokslagen wegjagen en
pas er voor de hand op te heften tegen
mensehen als wij! Zijn."
De heraut lachte luid. „Ge inzakt
mannen niet 'bang-met zulke groote \®or-
den", riep 'hij! uit. „Toon. ui morgeu zoo
stoutmoedig, gijl 'die de maan verduis-
Den volgenden worgen waren ze al
vroeg aanwezig, ieder met 'n ringetje van
IJzerdraad om jen üuiim. Johanni in eau
vo.or die gelegenheid van Mupe geleerden
pikubroek! en dito jasje, on Angela in
lang wit kleod. Na de H. Mis begon do
plechtigheid: „Johanni, wilt ge volgens de
leer onzer Moeder do H. Kerk Angela
tot vrouw, en 'belooft go haar trouw te
bliven tot den .dood?."
En half verontwaardigd, dat Mupe nu,
nog twtïelde, was het antwoord„Ma,ar
Mupe, da.t heb ik' ui toch gisteren al
tweemaal gezogd!"
LIEFDEWRAAK.
„Thea, ik ga bier weg, definitief, ver
staan?" Lies d'r kleine voet 'ldwajm
eenigszuis 'hard in aanraldug! met der» be
tegelden gangvloer, |die 'n lang doel uit
maakte van het pensionaat, iwlaiax de beide
zestien-jarige vriendinnen, haar volgens
Lias „ontzettend" en a la Thea, ,,'t lcau
er mee door" leven leidden.
„Hé, wat gebeurt er nu, Wat 'n uitbar
sting'.", deed Thea, verw'onderd.
„Verbeeld je dan toch eens!" jammerde
de driftige vriendin terwijl de tranen ver
dacht in haar oogen glinsterden, .„Sr.
Constante ie ,de akeligheid! in persicon.
Misselijk spook'! Niet ,opi uit te ataan.
Zou, jv d,at dan kunnen velen, dajt ze maar
zeggen dat je niet studeert, terwijl je je
hall' dioioid blokt on ineer.?,"
„Is uat onder het Duitadho mui' ge
weest. toen ik' niet in de Maïs was.?," in
formeerde The,a nuchter.
„Ja, zeur, je bent Ibiuiitengewoiotti leuk!"
Lies scheen weer haar ctomplimentjies-bui
tebebben.
„Ze is 'n mispunt, zoo,als alle nonnen
trouwens, basta!" Lies' trapte met de
punt van haar sdhoen ,oip de gekleurdb
tegeltjes in ongeduldige ailwachtiDig jpp
Tkea's antwoiord.
..Hm! hm!" deed Thea; ze amuseerdo
zich lalt'üd kostelijk als Lies buien 'had.
„Weet je nog meer leuks Liesuwlasl nu
bijna buiten zich zelf' eu taönde dat tfoor
allerlei -sarcastische opmerkingen te lan-
eceren ,a.a,n 't adres v.am ha,a,r vrieradiin,
w,aarbif ze volgens gowiopute maar steeds
met haar schoenpunt op de tegels klopte.
„Lias mag ik je nou eons wlat zoggen,
kort en goed?,"
„Ja, kom maar pp!" Strijdvaardig k'eek
ze Thea aan.
„Ik vind je oen verschrikkelijke drift
kop!" Op „verschrikkelijk" viel nog 'n
extra Idem, zoadat, als Thea meenide wlat
ze zei, en daar kon niet apin getwijfeld
Worden, ze haar vriendin wel buitenge
woon driftig mast vinden.
„Kan me niks schelen. Ze zijln, allemaal
't zelfde. Nonnen! Spoken! Mispunten
euenfin ik ,gia iwog ma de vacapatie, dat
hun je wel begrijpen,, hè?,"
„Hoor eens Lies" kwlam Tihea nu, „ik
vind dat je weer onzin aa|n 't vertellen
bent. ia.au 't doordrijven' etc. Is dat nu
zóó erg dat Sr. Constance .meende dat
je niet studeerde?"
„Ja zeker da,t is zóó erg!" Ze legde
expres om hatelijk' 'te z'ijh, evenals „Tihea
de klem op zóó. „Enfin, doet er ook1 uiet
toe. ik ga weg en ik' hoiop dat ik nooit
weer 'n nou ontmoet in m'ira verder leven.
Bah i" Ze rilde goed-geïmitoerdl r
„Zpo, z|0|0,!" zei Thea, alleen.
„Maar als je maar weet dat we samen
afgedaan Uitebben. Ik wil jouiw vriendin
niet meer zijin!"
„Goed! Dat is 'dus iu orde!" Tihea
maakte aanstalten om weg to ga,au.
„Blijf hier!" driftigde Lies iweer „of-
of jij hebt 't nioig pp je .geweten dat ik
vannacht iweg loiojp."
Do andere keerde zich 'lfalfl om, trok! dp
wenkbrauwen langzaam omhoiog. „Héé,
wij hebben immers met elkaar niets nit te
staan" begon ze toen lalt|oimck! ,©n op 't
zelfde aagcrablik zag) zc dat Lies d'r
woede 't 'hoogtepunt begon te bereiken,
't Kookpunt dup en ze had meteen uok
'n sterk vermoeden, dat al 't gloeiende
overkoioksel, indien 't zoover klwam, otver
haar arm hiaotfd Zou warden, uitgestort,
als ze niet gauiw maakte dat ze uit de
buurt kwam.
Dus trippelde Thea, zou snel haar bak-
visehvoetjes 't toelieten ,de gang dioior
naar do studiezaal.
Na do vaoantio bleef Lies weg on 't
leek Thea, alsof! .ze door de a,arde ver
zwolgen wtas, want ze hoorde noch zag
in de paar volgende jaren iets vau haiar
kostsiclhoiolvriendi®
Zoo ging de tijd Vioprbijl, toon ze op
zekeren dag 'u sdlietsje in cc® of ander
tert. Wees 'f'ier en we® vroolijk, voor dè
kraaien in 'uiwbeeudereu zullen pikke®, die
witter zullen bijta nog dan uiw gezi,e!ht.
Vaarwel misschien Ontmoeten wij! elkaar
in het 'gevecht; vlucht uiet naar do
sterren, maar "wacht op mij!, verzoek ik
u. blanke 'man." Met deze sarcastische
uitdrukking verliet 'hij! ons eu bijna on
middellijk daiarniai 'ging de zon onder.
Do avond 'was dru,k, want vermoeid als
wij waren, 'werden zoover als het bij
maanlicht mogelijk 'was, de verdere toe
bereidselen voor het gevecht gemaakt en
van cle 'plaats waar wij in ra,ad zaten,
kwamen en 'gingen oiniophoiudelijk1 bood
schappen. Eindelijk bmistreekls één uur
na middernacht 'vvias alles gedaan wat
gedaan kon 'worden en het Icamp, dqor
schildwachten beveiligd, verzonk in diepe
stilte. Sir Henry en ik, vergezeld daar
Ignosi en oen van de hoofden stege® den
heuvel af 'en maakten een ronde. Toton
wij gingen, 'glinsterde telkens hier e® daar
van onvenwiadhte 'plaatsen een speer in
hel: maanlicht, am. 'weer te verdwijnen
als wij hot wfachtwlaord hadden uitgespror
kon. Het bleek' dat niemand sliep op
zijn post. Toen wij! teruggingen, nauw®
wij: onzen 'weg dwars door duizenden sla
pende krijgers, van wie velen hun laatste
aardsc-he rust 'genoten. Het maanlicht
deed 'hun Wapens flikkeren, speelde op
tijdschrift iu 'handen kreeg, geschreven
dooa' zekere Lies Verhegge.
Thea informeerde qf 't haai' viioegero
vriendin misschien k'o® zijjn e® k'wam tot
do ontdekking, dat Lies geregeld! v,oioi'
dat tijidschri'ft isplhreef.
Thea vond 't in geen enkel opzicht ver
wonderlijk, omdat ze''ipiok). op kio,stslohioiol .al,
steeds de hoste wasi in opstellen maken.
Zon nu en dan kreeg Ze lOok' al eens
bock van Lies Verhegge in handen «m
toen ze na 'n jaar olf wiat goed pp weg
was om naam te maken, verscheen er 'n
boek van haar hand, iwlaarin ze, 't moet
gezegd, worden, met veel talent haar
„ontzettend" kostschoolleven besahreóf.
„Werkelijk met veel talent geschreven'
dacht Tihea, „ze schrijft in alle ernst 'bui
tengewoon goed", pams'de ze verder na 't
gelezen te hebiben, „maar 't is doodgewoon
verschrikkelijk zonals ze 't gezagl af
breekt en haar nonnetjes becritiisieert.
Nou ja, ze had op kostschool .altijd 'n
hekel gehad aan de Zusters, maar Zóó—
on om op dio manier de toewijdende. Zor
gen die ze daar- ontvaugem had te ver-
geiden. 't Was Thea gowftom 0nlbegrqipe-
lijk. Had Lies dan geen verstjaudi meer of
zou ze haar verstand door gevoelens van
'n smolt wraak laten overhoersohen? Eln
wat vo,or roden had ze cjau toch om
wraak te koesteren."
Er verschenen in den loop va® de vol
gende jaren nog meer boekon. waarin .dio
jonge sóhrij&ter steeds onomwiondeu haar
antipathie, om 't zacht uit te druMc'cn
voor don kloosterlijken eta,at neerlegde.
't "Werd Ijhea voortdurend onbegrijipe-
li,icer, Zoiodat ze eindelijk na lang aarze
len besloot Lies o,p te zoeken.
„Sr. Athansia, d'r is bezoek vqo.r ial"
„Hé! Wie wat, wat zegt u Soer.?" D'O
jonge zuster die langzaam de gang op
en neer liep met 'n studieboek,klapte
het voorwerp waarvan de inhoud haai
geest bezig) hield dicht, inet den wijsvinger
tussdhon de bladzijden, w;a,ar ze aan "'t
studoeren w:as, de duiim op do kaft, bioveh
en de drie overige vingers tegen d!em an
deren kant.
„Dat mócht ik) niet zeggen!" ant
woordde dë landero zuster kort, maa-r
uiet onvriendelijk on glimlachte topn ze
nieuwsgierige sterren zag .schitteren in
cle blauwe oogen vopr haar.
„Vader, moeder, broer, zuster, opim,
(ante, neef of nicht.?,"
Ze zuchtte van verlichting to,ein zo 't
heele rijtje in een adem genoemd had.
„Ik zeg 't toch niet!" lachte do an
dere.
„Op welke spreekkamer dan?" vroeg
ze weer, ongeduldig.
„St. Joseph en voel plezier!" Be an
dere zuster la,cli,te nog eens en verdwiepn.
„Maar, wat is het nu? W,at zal er nou
gebeuren?" viel Sr. Athansia ,uit, toe®
ze do deur van de spreekkamer St. Joseph
geopend had en 'haar qoge® direct p,p
een slank meisje vielen, dat met de hajnd
op de taffcL steunend, haar nieuiwlsgferig
aankeek'.
„Thea hemeltje lief, hoe lcam jij
hier?" en tegelijk iwns ze bly! de kjost-
scJhool-vriendin.
„Dat zou ik jon bijlvoiorheeld oob! kun
nen vragen, Lias erf', ,qf hoe heet je nu,
eigenlijk'?"
„Sr. Athansia! Ja, je zon hot jnlijl
ook kunnen vragen, maax ik heb het jio®
het eerst gevraagd, "dus jdjl moet ihet
eerst antwoorden. Maar ga zitten zeg!"
Zc was een en al opgewondenheid.
„Je ziet er nu éóuig uit, Soeur Athan
sia" jilaagdo Thea.
„Zeg alsjeblieftLies. Hot klinkt heele-
rnaal niet in jouw' arnond: Sr. Athansia!
Ja. vind je dat ik er leuk uit zie zóó?"
Ze trok ,a,au beide 'k|kznte® de zwarte
sluier 'n beetje omlaag in do verbeelding
dat ze scheef zat.
„Lollig jia.Elciht koddig!" vond Thea.
„Miaar zeg me nu toch eens eerst..."
begon Lies weer ongeduldig.
„O ja. Nou, je moet dan weten, dat dio
laatste serie boeken van jou me ontzet
tend verbaasd hebben en dat ik...."
„Had jij die dan gelezen?" onderbrak
de ander, kleurend.
„Ja, ik heb1 ze allema,al waarschijnlijk
gelezen en zbaals ik al zei er ma bw
zeerste over verbaasd, enfin ik besloot
je eens op te zoeken en ik werd bierhieiem
verwezen. Om kort 'te gaan, je kunt je
begrijpen dat ik mo nog nqoit zoo ver
baasd heb." 1
„Ik kan 't me begrijpen, ja en ik' weet
eigenlijk niet wat te antwoorden." Lies
kleurde steeds erger.
„Kun je me dan niet vertellen, waarom
je zoo opeens van zienswijze veranderde?"
„Ik zal 't je dan maar vertellen" be-
hunne gezichten 'en gaf daaraan .iets
spookachtigs; de 'kjoelo nachtwind bewoog
bun groote pluimen. Daar lagen zij! in
wanorde 'dooreen, met uitgestrekte armpu
en opgetrokken beenen; hun kloeke ste
vige vormen 'toekenden ziChi grillig af
togen het 'maanlicht.
„Hoeveel van 'dezen onderstelt ge dat
morgen ,qm 'dezen tijd' nog in loven zul
len .zijn?" vroeg „sir Henry. Ik schudde
mijn hoofd en keek! weer maar de slapendie
mannen en voor mijn vermoeide e® .over
spannen verbeelding, scheen het, alsof do
do cd hen reeds ha,cl' aangeraakt. Dezen
nacht sliepen deze duizenden hu® •ge
zonden slaap, morgen zouden zijl en vele®
met hen, waaronder misschien, wijzelf,
verstijfd Zij® door 'de koude des dojoids;
'hu® vrouwen zouden wedulw,en zijln, h,u®
kinderen vaderloos. Al dat soort ge-.
dachten gingen mijl dooi* 'het' hoofd.
„Curtis", zei ik, ik! verkeer in een daer-
niswekkkendon toestand va® batugheid."
Sir Henry streek langs zij'n baard en
lachte toen bij antwoordde: „ik heb je oen
dergelijk soort opmerking yr,o,eger opk al
een,s hoeren maken, Quatermain." „Ja,
'maar Ik meen het nu ernstig. Weet j,o
wel, dat ik .er zeer aa® twijfel, pf een
van ons morgennacht nog ini leven zal
zijn. We zullen worden aangevallen door
een overweldigende maehiot en h'et is da
sloot ze opeens. „Ik wias nog geen maand
van de kostschool, toen ik zooi opeens
gelooi' ik 'n 'gevoel kreeg dat ik naar 't
klooster moest." t I
„Wiat? Jijl'?."
„Ja, ik had zoo'n gewoel, ma,ar ik' wjou
niet en ik h®b or tegen gevochten, ver-
schrikk'eliilli. MJaar 't hielp niet pn toen
probeerde ik me te verzetten d°i0i' d®1
boeken te schrijven."
„Groote goedheid" kon Thea niet weer
staan uit te roepen.
,,'t Werd, moet je weten, hoe langer
hoe erger en, zqo, ,als je ziet
„Ja ik zie 't, genadige hem,el!
Zo z'atcn 'n oogenblik stil te deuken,
toen Lies opeens haar ,arm om Thea leg
de en zacht haar hoofd 'Oprichette, 'Zoadat
zo beiden naar 'n groot kruisbeeld 'keken.
„Thea, dat was Zijn Liefdewraak !'i'
klonk het toen stil.
GEMMA.
Vragen worde® ingewacht ba) do redactie.
Vragen: 1. Is het waai' diat volgens
bot Concilie van Keims- in 991 Paus
Ronii'acius VII „alle schepselen in niets-
waardSgbeid overtrof'j?
2. Wie was1 Johannes T,aulerus.?j
3. Wie was Bossuet en wat verstaat
men onder Gallicaausche vrijhedeu.2
4. Hoe de houding v.an E'iehelieu te
beocrdeelen, toen hiji Ziwoden .ien da op
roerige protcstantsche vorsten steunde to
gen hun wettigen keizer.?,
5. Wie was Madame do Kriidener en
vv,at te denken van haar godsdienstige bij
eenkomsten.?
6. Wat is IJ'W meening over kardinaal
Feseh die het huwelijk van Napoleon en
Josephine inzegende, en later overnems dat
van Napoleon met Maria Louise.?
A n t w o or d,We hebben wel even
gezucht toen wij deze eerbiedwaardige
serie in handen kregen en de stille liooi])
gokoiesterd dat degene d'iq van zoioiveel
uiteenloo,pende personen eu zake® hoorde,
per keerende post een goiede „Kerklge-
sekodieuis" zal bestellen.
Ondertussdhen zulle® we ®ui onsi best
doen even te antwoorden.
1. Van 'j^ couoiEe te Keims i® 991 heb
ben we nooit gehoord en evenmin va®, dio
weinig vleiende uitspraak. Wel weten 'wij
dat Bbnifaeius VII in 974 door Crescen-
ti'us. die destijds het gezag te K,ome ver-
mcosterd (had, als tegenpa.us 'werd aan
gesteld. Hetzelfde jaar moest de tegen
paus echter roedsi vluchten. In 984 te
Komc teruggekeerd, viel 'hijl na 'n ernstige
misdaad der vol'kfejwnede ten pifflèï,
2. Johannes T.aulerus (1361 f) wais
oen Diuitsdhe Dominicaan, beroemd mysti
cus en prediker. Door vervalsdhing van
zijn geschriften liobbeu zij® vijaude® hem
destijds als kotter uitgekreten ,do«b later
'hebben de historici zijin naam' van dio
blaam gezuiverd.
3. Bossuet was de groote Eransöho
kanselredenaar (16271704). Bij ver-
koerde veel a,an het hof e® heeft te® pros
fijte van Lodewijk XIV de veroprdeeleus-
waardige Gallioaansdhe vrijheden bepleit,
die voornamelijk bestonden uit de dwaling
dat 'het Pauselijk gezag voor.wiat Frank
rijk betrof afhankelijk w,as va® de oude
Fransoho .synoden e® dat de EransChe
koning, .qoik' in kerkelijke zaken, 'Onafhan
kelijk was va® don Palus.
4. De hondiu gva® Richelieu, eveneens
'n aanhanger van het GaKieonismo .eu
daardoor ook' behept met de neiging het
belang van Eranlktijik1boven dat va® de
Kerk te stellen, is in deze sterk! fa laken.
5. Van madame de Krüdener weten wij
niet meer, da® dat het een Hulitsdluo
dame was, die voor oenige eauwie® terug
'n nieuw soort godsdienst wilde stichten
en daarmee aan het RlussisClie hof 'n wei
nig succes had; we voelen die gebrekkige
kennis niet aan als 'u gemisl
6. Het tweede huwelijk van Napoleon ia
'n geheele geschiedenis appart. Kardinaal
Fesdi is misleid geworden door de uit
spraak van de "kerkelijke rechtbank to
Parijs die in deze zaak echter niet to
beslissen had en door de bezwering' van
Napoleon dat bij de kerkfelïjk'e inzegenin
van zijn eerste huwelïjlk de wilsoveracn-
stem.ming- ontbroken had. Met dit al wtiis
■het tweede kefk'elijlk huiwelijik: natuurlijk
uiet geldig in 'ïbro exteruo. Dertien kar
dinalen weigerden dan ook de pledhtiglhleid
bijl te wonen en werden dqor Napolep® gje-
stra'ft. Zij mochten zich' alleen in 't
zwart vertoonen en moesten zich terug
trekken in kleine Fr.ansdhe stede®.
groote vraag, bfl wijl deze plaats zullen
kunnen behouden.' „Ja, we zitten er
nra eenmaal in en 'we moeten oma er zoo
goed mogelijk doorheen slaan. Wiat mij
persoonlijk betreft, wil ik1 liever in een
gevecht worden gedood dan op aerugo
andere wijize en nu wij maar Weinig kams
hebben om mij'n armen broer te vinden,
wordt de 'gedachte 'daaraan voor mij ge
makkelijker gemaakt. Maar de fortuin be
gunstigt den dappere eu misschien slagen
wij. In ieder geval zal de slag verschrik
kelijk ztj'n en daar 'wij! een reputatie heb
ben op te houden is het voor ons nood
zakelijk,, dat wij! in het heetst van liet ge
vecht zijn." i i I j
Hij maakte de la,atste opmerking pp
treurigen toon. maar er Wa|s een glans in
zijn oogen, Welke in tegenspraalld wlaiS met
die droef|geastig|heid en ik ha,d een idee,
dat sir Henry op dat aogcnhlik hield
van gevechten. Wijl gingen 'hierna celn
paar uren sla.pen. i
Toen do dag heglo® te schemeren wer
den wij gewekt door Iuf!a,dqois, die kwam
zoggen, dat er eeu groote werkzaamhiekl
viel iwlaar te nemen in Looi ent diat ecu
troep 'scherm®tselaar.s van den koning oji
onze voorposten uankwam13®-
(Wordt vervolgd.).