Tweede Blad NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Wat Napoleon nog meer deed FEUILLETON Het verborgen rijk. ONTSPANNINGSLECTUUR 'dop-r KJ. P. f Maar al tei grppb is het getal dengenen, die, wanneer men van. Niap-olepn spreekt, slechts denken aan een veldheer, die mil- lio-enen manschappen den ct-o-cxl indreef. Het is opmerkelijk; dat men in dezie tijden van vredelievende str-oamingen zoo weinig belangstelling ,aan den dag legt voor deze groote figuur, 'wellicht dé groot ste, die onze cultuur heelt voortgebracht- De taUoo-z© schrifturen izioow'e.1 van voor- als tegenstanders, van 'de kleinste schot schriftjes tot de zfw'aarste -w-arken v;an ■vele deelen, doe,n iechter zien, dat hij in de honderd jaren na zfijn dood een be langrijk 'pun tvan onderzoek' en bespre king Was. i In Amsterdam. <wexd in hot begin v.an de vorige eeu|wi pen pamflet verspreid, hetwelk den naam' droeg: Ziw'art regis ter der gruweldaden van den ge-Hro-ondie® moordenaar Napoleon Bonaparte-,. weleer keizer van de Frnnschen, thans verrader, rebel en vogelvrij' verklaarde, bie-nevtens -e-e-nigo .aranteetkonmgetn omtrent zijn af komst en schandelijke bloedverwanten, ook' wegens de hem- aangehuwde en schande lijk® voorwerpen en beknopte kaKakiejr,- »ch,etsen z'ijner medobopswichton, of die op de gruwelijkste -wajjz'e hebben uitge munt. Maar ooik' verscheen te Leiden on geveer terzelfder tijd een Latijnscb Lof dicht: Aan Napoleon Blona-piart©, den her steller des vrede®.' iZiethier slechts eenige uitersten van het ontzaglijk' vele, hetwelk' over Na poleon is gepubliceerd. Er -zij'n nog steeds groote bewonderaars en ook vijanden van hent, maar 'het publiek' stunt onverschil lig tegenover dez'e merkwaardiga histpïi- scha gestalte. Het is wellicht niet t© ver wonderen, dat velen niet beter wieten dan wij boven aangaven: de geschi-enis wiordt nog te veel londerWe-zen in den vorm' van' jaartallen, dan dat Wij' gemakkelijk' een begrip van de- .andere -zlijd-ein van histori sche! figuren en toestanden 'Zouden kun nen verkrijgen!.; Wanneer wij' een ©ncyclopaediei op onz'o onderwerpen opslaan, vinden wij' bijha steeds alleen de krijgsdaden Vormidd. Hét overgroot gedeelte van de boeken over Napoleon gapt ook over niets anders dan over z'ijn veldheerschap'. lede® herinnert zich de geschiedenislessen pog, wiel: de Slagen biji Austerlit-z, Wagram1, aan de Berezina, maar wie Weet Napoleon te noemen als wetgevend gemi®, als voor stander van zpovele allerbelangrijksic- so ciale verbeteringen?. Dje-z© man is de voort zetter geweest van een d®r gjrpptst-c. re voluties, welke de wereld heeft gekend; zijn leven "was een keerpunt in die wle- riddhistorie. I' Achter hem ligt het oude, dééls, ver molmde vóór hejn' zooveel nieulws en de kiemi van vele moderne "toestanden en begrippen. Met hem begint de Nteulwé" Geschiedenis. "Niet voor niets Zagen de Vorsten van Europa, gezeten op hun al- Otude tronen, met onrust en angst deize niqulwO sopverein opkpmen. Z|ij! gevoel den pnb©w;ust wel, dat dit geen vorst van hun slag Wlas en dat hij kiwami «mi hen, «ude monarchen, ,af te schaffen. Na'po- lepn zlelf heeft gaz-qgd, dat hij slechts „un soldat parvenu" W'as, al heeft hij zelf niet begrepen, wat izlijln taak' op dit .onderlnaanschc wias: do democratie' aan de wereld brengen» Is het t'é gewaagd ta veronderstellen, dat het de, tagenstt'el- ling is tusschen de' idee, dat hij „maar een generaal'1' 'wias en de tegenwoordige pamfltischo stroomingen, wteik'e maakt, dat men zich minder Imtet deiz'ci fïgunr be,zig kan houden? [Zeker is, dat een 'der be kendste. boekhandelaren Van ons land wist ta vertellen, dat het pu-bliekl oen afkfe"r van hem had omdat het niet kon Zetten, dat hij ZoOi'n „vechtjas" Was geweest. Wie neemt de ,,'CorreSpondance da Napoleon I" nog Wel eens ter hand in een; 'bd'blia- theek om' te trachten een indruk te krijgen van de veelzijdigheid Van dit genie? Het in de 32 deelen tellend©, zorgvuldig uit gezochte; verz'aimeling brieven, dgcireten en opstellen van Bonaparte, uitgegeven door tjisschenklolm'st van Napeleon Hlöen dorn- missie heeft van 1835 tot 1870 gearbeid om dit gnoptscha 'wérk' te volbirengen en het is een monument gew|orden, dat .ons versteld doet staan, Wat' dez'e enkfe(Le' mensoh in een kioi't lev'ein als 'het zijha heeft w-eten té 'prestoeren, cen welk', dat grootero aandacht veoidient dan het w'el 'geniet. LWic 'de „Gorres'pondance" <joor 15 Stoma's weg. Buiten 'het hol bleven wijl staan, we- Wa ren zonderling te moede. „Ik1 ga terug" zei sir Henry. „Waarom?" vroeg Gflod „Omdat wij ge'zien hebben, mijl zoo heeft getroffen het 'zoiu mijn heotex kunnen szijb." Dat was ©en niaujw; idee en Wijl gingen naar de .plaats terug om te onderz!oiefkie|n. Toen we ui't het) verblindend -.speetuiwdiehf weer binnenkwamen, koude® Wijl aawva®- kelijk weinig of niets onderscheidien, maar onze ooge® geraakle® weer spoedig ge woon aan dei halve duisternis emi iwlj! na derden den dooiden man. Sir Henry ha- keek hem en zei: ,,'t Is Goddank mijn, broer niet." Ik' bekeek! bet- lijk -ook eens nader. Het was van eern rijizig mam Vjan middelbaren leéftljld, mei sChierpi geiteia- kende trekken, grijsachtig haar en e'en langen, zwarten snor. Zij® gelaatskteur was beislist geel en strak' gespannen. Om den nek van. het liohaam, dat geheel stijf bevroren was, hing een geel' ivjoran Cru cifix. „Wiei ter wereld' kan ditl zijn?" vroeg ik'. „Kunt ga dat niet gissen zei Good. Ik' schudde het hoiofd. „W;el kijkt, al wia,s het alleen mlaar den inhoiud aan het einde vian elk deel, miqet w'elj Iwpr- den .getroffen voor de veelheid van gje- bieden, Waarop deze geest Werkzaam' wasi Brieven Wierden dagelijks bijl tientallen geschreven ioi! meerdere tegelijkertijd ge dicteerd aan zijn sc.cretairisse'n, in ra,zcnd tempo, o-vcr de uiteenloopendste ond-cr- werpen, aan koningen, ministers, gene raals en familieleden. Van elk legiercojrps kende hij de samenstelling, Wistt hijl waai het zich bevond en ho-e Ihiet aiclhi bevond en hoe het zich gedragen had; mlaar in zijn brieven komt o,ok de vraag v-oor. Meld mijl waarom, bet 'zbut. in 'Straatsburg 2' cent duurder is -gew-a-rden. Napoleon be. zat een energie', 'welke dreef tot dagen en nachtenlang arbeiden; een diepgaande interesse vo,or alles, zich uitstir«kkend|e tot het schijnbaar -onbelangrijkste; een ijzeren .geheugen, hetwielk in sta,at wan geringe, bijkomstigheden na jaren te pa- pnoduceereneen snelheid van wérken, wélke 'Z'ijn .omgeving tot wanhoop dreef^ een doorzicht en bevattingsvermogen, het wielk maatóe, dat men hem op gebieden, waarop hijl weinig of niet thuis was, niets wijs 'kon maken, daar door snel' dooirden- den direct de fouten van het bewteefdo Werdén gevonden. Wiei spreekt overi de groote daden van Napoleon moet in de eerste plaats zijn vel© belangrijke vredes werken noemen, want waarlijk", deze mensch heelt nog w'el „iets" meer ge- daan dan een gewéldig veldheer z'ijn en oo.rlogvoierem! Het is echter niet doenlijk! in alle bïj| Zjonderheden en biji name op te sommen wat hiji_ heeft gedaan ten goede van zijn tijd en van vele geslachten na hem'. Al lereerst moet hij worden als wetgevend genie. Van da Mifaruntendei Wetboeken, welke .onder zijk bewind tof stand kwa men, is het vooral de Céda Civiel, wel'fea na moer dan een eeuw' nog tien voorbeeld mag strekken voor het burgerlijk recht in andere landen. Napoleon, z'elf aan de beraadslagingen der commissies deelne mend, nam lm|enige scherpzinnige, beslis sing op dit vow hem' vreemde gebied'. Aan vele heerendienstien 'en oud© vo'ornech- ten maakte hij een einde; feodale toestan den schatte hijl af. Een groote geloofs vrijheid is in deze tijden ontstaan'. Dé burgerlijke stand en het kadaster stelde hij! in'het metrieke stelsel wferd inge voerd. Wel begrijpend hoe belangrijk' -een goed onderwijs is, verbeterde hij' dit- door een reeks Wetten, wiaardoor vooral am bachtsscholen in het leven werden geroe pen'. Napoleon bezat een hoogen dunk van de wetenschap en bevorderde deze waar hij ©enigszins kon; .op dijk tocht Maar Egypt® nam' hij ©en staf' geleerden m'ede, wla.a.r,onder Champolion, die door dezen tocht er in slaagde het hiaroigj'y- phenschrift te ontraadselen, wfrt een ge weldige vooruitgang beteekende voor de kennis v,an de Oude Egyptische cultuur. Die tijdens de revolutie en. opk riaeds daar voor geheel in verval geraakte wégen wierden hersteld, gaqootei straatwegen aan gelegd, |0.a. AmsterdamParijs, wégen ov-er da Simplon en de Mout Cennis, de route langs dé Riviera- Belangrijke ka nalen liet hijl graven, vooral 'in Lomhar- dije het Canal du, Midi verbeterde m'en voortdurend. Een gewéldige arbeid was het overbruggen van de Gapo-nnei bijl Bor deaux. Heele landstreken maakte hij! be- wöonhaar door het dmooglégigen van moe rassen; aan dé roékeloioz'a ontwlouding kivlam een einde. Uitgebreide aanplantin gen werden gedaan, in het bijzonder van katoen in Italië. Groiote havens wérden aangelegd te Antwerpen, Lei Havre, Ve netië en velei andere kuststgdejlde be staande .ondergingen verbetering-én en uit breidingen!.' Zijn vooruitstrevende blik'deed hem opdracht geven tot het bauwen van abat toirs, markthallen, scheepswerven, entre pots, mül-ens-, vooral in Europa; gevan genissen werden verbeterd, tal van ge bouw-en werden gerestaureerd, pom!, do kathedraal te Reims. In een niets ontziend tempo z'ijn al deizte gro-otsche wérken uit gevoerd, voornamelijk in wteirkVeirschaf- iïng. Verkeer, handel en nijiverh'eid, se dert. jaren verlamd door de slechtei vér- bindingen, biociden -oip en -die loonen st'cge-n.. GroOt® tentoonstellingen w'erdein gehou den en bevorderden medé d-e industriet Om de aloude Zijdefabriekem te Lyo-n we-er aan het werk te krijgen, bepaalde hij1, dat, wie aan het hof! kwam', in zijlde gekleed Ino-est -gaan. Hij! beschermde in het bijz-onder de meubel- en .beetwortel- industri®. Parijs w-eird op ongekende wij ze verfraaid met prachtige houwiweirkent Die Are de Triomphe, de Maideleinek'ieirk, da oiide Don Jo-sé da Silv-eistra natuurlijk wie- -anders?" „Onmogelijk", .riep; ik, „•hij stierf driehonderd' jaar geleidton." „Id dezen atmosplh-eer had hij! wiel drieduizend jaar goe-d kunnen blij'v-en. Het is -er kouid genoeg voo-r," merkte Good op. „De zon dringt noo-it tot hier door en dieren Koi- men -hier n-i-et. Oingetiwijfleld hoeft die slaaf! van wien hij' in z'ijn sohrijyten mel ding maakt, be|m zijn kle-eren uitjge,trok ken en h-e-in hier achtergelaten. Hij' kon -hem allc-en niet dragtan. En kïjfe eens hier," gin-g hij' voort em w-ees one op eea wondje in zijn arm, „hier heeft hij' zieh geprikt oin inkt te krijgen." Met de grootste belangsteillihg kekern wij hiernaar eni 'Wie vergaten daardoor-on'Z'e eigen -eMendiei want dit! -wias zoo ietjs buitengewoons. Er wais njui géén twijfel meier omtrent de zaak'; da,ar zat nu de doods man, wiens inlichtingen oms had'- -den geleid tot opl deiziei plaats. Hiier in mijn eigen h-an-d' hield ik (1© ruiwa p»n, waarmeide hij' zond-er twijfel h-a-d gesohne- ven en bier had ik het kruis dat Mj! voor zijn dood had. gekust. Z.oio- naar 'hem kiji- sende, kon ik miji het laatlste taoniaal vap oit drama voorstellen: dén reiziger, sttor'- vemdo door ko-udie en .ontberinigiein mui a-an dfl wereld het groot® geheim bekjend' ma kende, dat hij! had ontdekt. Hoe -eienaaam was zïjh dood geweest! ïloien ik h'eta aandachtiger bekeek, wilde hlet mijl voor de Beurs, de Austerlitz- en Jane-baiug'gfen, het zijn alle, schitterende en wlelspr-ekénda getuigenissen van hetgeen to-en titanenar beid in luttele jaren tot stand héfof't) -w-eten te brengen'. Eindelo-os schijnt d-a lijlst der Traveaux Publics ond-er zijn -b-aw'ind to,t stand ge komen of aangevangen. Een nieuwe stijl vond ingang in de kunstde beroemde „Sityl® Eimpirei." Beeldhiouwers en schil ders kregen ©pdiraiC'hten in gro-ote' ge-- tal-e, an hadden het drukker dan ooit. iToonaelspelers liet hiji .uit ander® landen lOlverk-omem. Napoleon toonde als schrij'- v-er -en tegelijk®rtlij'd als uitne-mto-nd staats man zijn capaciteiten -do-or zlijn stukken in d-e „Monit-eiur-,als hij' zich verw'eeirdo teg-en aanvallen ,op zïjn bewind. Dia snellie polsslag, wielk-e; hijl zïj'n Üijld gaf, bracht voorspoed en vooruitgang, Met zijn vèr vooruitziend oog' was hij ni-e-t slechts .een m-enséh van zij-n tïjÜ; een erfenis van -onschatbare: waa-rde, 'waar van nog" v-eléi geslachten zullen prolfitae- r-en, heeft hiji -a,an de werel'd nagielatein'. Waarlijk', Napoleon Bonaparte heeft nog wiel „iets" meer voor dei menschheid ge daan dan oorlog v-oeren en veldheer' z'ijn! De Priester-moeder. De zon w-erp-t flauwitjes haar laatste stralen door de ruiten van het (a-rmtOieidig kamertje. In dat vertrek ligt leien ziekte vronw ta bed. Ze lij'dti reads tien janen aan een ongen-eeislijke kwaaldodh nu schijnt ha,ar la,at-sto uur ta zijn gekomen. Opi een tafeltje bij bat bed st|a,a|t een kruis beeld op een voetstuk', .daarnaast twae brandende kaarsen. In hét midden v-ain de kamer hangt -een -eenvoudige laimip1. Langs da wand' st-a-an -een paar stoelen, enkele schilderij-en zijn aan da witte muur bevestigd, dat is zoo- .ongav-aer het he-el« huisraad van hett arme moedar-tj®:. Doch aandit aflas isl zijl niet gejhecht hiervan kan z® gemakkelijk, zonder spijt of' z'org scheiden; neeu, ,er i-s| ma-ar1 één aan wie-n zij geh-eeh't is, één, diet haar trekt, die niet uit haar ged-a-dhitien te ver wijderen is; hét is haar jongen; ha,aa' zoon haar Prieisteirtoion. Hiji zit vlak' bij !h'a,ai' 'beid. Zoo juist heeft hij zijn afgeleefd moadiertij® gesterkt meit het Hem-elsch Brood' ton hare doioff ouderdom verzwakte la-tomaten gezalfd. Nu is zij' klaar voor den hemel en wacht geduldig; af. Nooit 'had zij1 tegen het sterven opge zien. „Zorgen" had zij' 'immers niet meier. Haar m,an was re-eds lang gestorven. H|a|ar zoon was Priester; die had dins; „het- beste deel" verkoren; hij' zou v|ooir haar bidden ua ha-ar dood. ,„Wat m-aohtiger vo.orspf.aak' kou zij he-b'b'cn, .dan het gebeid van eiejn zoon, die Priester is! zoo sprak' zij! zoio- dikwijls in haar geizonde dagen- Doch nn, niu het o-pi scheiden aank'cHmt, nu voelt zij1 al de .z'waiarte v|au den na derenden do,o.d; nu: begint zijl t-ei bégrij- p-en, w.at scheiden uit dit lev-em beteek-eiat, wat het zeggen w'il, „haar zoon-" alleen te anoetien .achterlaten. H'ij zit n;u -miissahden voor het laatst bij haar. H'ij tracht zijn moeideirtjie nog wat woorden van troost en opbleuiring, v'an geruststelling len bemoediging! toe te spa-eken. Doch z'ij luistert- maar halfzij; heeft li-aar starende blikken gettüöht naar één punt, naar een schil-dierij, wiaaro-p het flikkerende kaarslicht emkielei f'iauwé lichtbundels wertpi; hiet is het portoet van haiar mam zaliger. En dan vallen t-ellmns haar oog;ein dicht en gaan waer op'en bijl ie,der 'wteoird,-waar op bij wat meer nadruk' legt, totdat -ein delijk die oogen zich sluiten langen, tijd. Hij' gaat nog voort, maar meirkt plot seling, d-at zij' niet meer naiar heimi luistea-t. Voorzichtig staat hij-' op-. Hij luistert. Neen! Gélukkig, z'ij slaapt; -hij boort haar lichte- ademhaling en het kloppie-n van haar hart. Hijl knielt neer en bidt. Och, zo.u zijn moedertje he-m mui voor goed veriatien! Haar bleekte, fla.u-we gelaatsuitdrukking haar koud-zijn, hia-ar gehijg, 't zijn -alle te-ekenen van een spoedig -einde. Zou: zé nui nog van diei stekéuda plijbein- hebb-en'? Och. kon hij! wat voor haar lijden, hjij' is jong e-n sterk. Maar niet lang- zal het mieer niet haar duren, hij' voelt het aankamén, dat oogenblik, wat niemand zicHt kan vaor- st-ellen, dat oogenblik van .pflots-allaein- z'ijn, zonder moeder, dat «ogenblik' van bre-kén miet alle banden en betrekkïingejn komen, dat ik eeauige gelijkenis ontdekte tusscihen 'hem en mijin armen vriieind Sil- ve'stra, ;,5jn nakomeling, die twintig jia-ar geleden in mijn armen wias gestorviein. Het kon e-clhter ook wel z'ij'n, dat, dit niets :anl- ders was dan verbeelding. Zoo'al® hij! daar zat was hij' een Waarsdhu|wingt voor het lot, dat zoo dikwijls -hem treft, die in 'het onbekende willen doordringen. En. zloio zou hij, gekroond dqor de maj-esteit van den dood, da,ar nog wel eeulwbn blijven zittc-n tot waarsdhuiwing'; Van onderzoekers, zooals zij; ware-n, indien -althans xnofgl deren n-a ons zij.U 'eenzaia- komen verstoren. „Lat,e; we; gaan, -hem een metgieztei sir He-nry en hij plaatste het lichaam van den dooden Hott-entot Venit-vjogel naa,st den Portugees.. Daarna nam hij' het kruis, dat deze droeg. Ik nam dén pénneho-uider met welken -hiji schreef'; -soms- gebruik ik dien nog wel eens om niijin naa-m tel teei- ken-en. j 1 Wij verlieten daarop dezl® tlwiee, dén trotsdhen blanken man nit een v'ervlo-gtoti eieuw -en den armén Hottentot, dia nh beiden hun eeuiwigen sla-api sliepen temid den van de onmetelijk-ei sncauwvleldieii'. We vroegen, toén wijl nit- het hol -en wider in den zonneschijn waren, on-s ,zelf' af, hioe lang het nog duren -zö,uj vpor wij ge storven Zonden zijln afe zij. Toen wijl ongeveer «n halv|ea mijl Kad- van liefde tussélben hem -en zijln moeder. Maar hij ve-rtiro.nwt op Goto genadie ien kraeh-t, om dit offer Hein blïjtaoiedig te kunnen brengen. En dan opeens, terwijl hij! z'o-o- m-ijm-e- rend bidt, begint zij' zaOhtj:es te spreken, ta stamelen, 't Isi .een droo-m, 'n ijlen. In ha.ar verbeelding- komen al d-e he-rirme-rin- g-ein aan vervlogen da,gen w-eer op. Nauw verstaanbaar fluistert z'ij': „Och, dat Va- der toen nog; eens g-elasfd had, t-oiem hij thuis kwam, en in de kerk, 't is toch! zoo'n goieie jiongen." Ze ziet in haar verbeelding haar, zoon voor de -eerstel maal thuis kleunen -vian het seminarie met vel-a prijken-ze ziet hetm afscheid nemen, en dan paar h-et kloos ter; o, w-at ware-n zij toen bedipefd ge weest, doch haar man troostte haar toen met de gedachte aan d-e- toekomst, .Waar priesterjongen. Een tijdje is -het weer stil. 'n Diepi gezucht, 'n gehijg, zij' is -uiterst moe. Het ademhalen wordt ste-eds dieper en moeilijker. Fn altijd langzamer brengt zij weer -een mengeling van vage gedachten zacht fluis terend uit. 1 Jiwfdfujti, léietfufn bedaart spoedig met Tl/Ujtthacdt' Hocdws Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist Zij' hoort het- klokkengelui en dei orgel- klanken. Zij' ziet -haar zoon de trappen van het altaar opgaan, om daar z'ij'n. eerste offer op te dragen. Zijn eerste Misl voor z'ijn Vader. Och, kon hij- w-at voio-r haar lijden; Wij naar den hemel worden geroepen. Ja, altijd was hij haar tot vreugde ge weest. -altijd goed voor haar gezorgd, 't Was goed geweest. En steeds meer verw-ard, .nauwelijks meer verstaanbaar wordt haa-r ijlen en eindelijk bewegen haar lippen nog w-el, doch -woiordein h-oiort hij- niet meer. Hij merkt dat zijn moedertje uitgefluit is van inspanning.. Dan op! e-ens richt zijl zich' op -en kijkt he-m met verbaasde- oogen aan. Herken nen doet ze hem niet me-er. Nu va.lt haar hoofd we-er terug in de kussens -en nooit, nooit meer zouden h-aar liefdevolle blikken h'e'm -aanzien. Zacht slaapt zei in. Vlugger wordt ha-ar ademhaling! en- sohnijb-aar zeer -pijnlijk'. Hij blijft voortdurend naar ha-ap kijken, aan opeens een lang©, diepe zuoh-t. Hij luistert, neen', hij hoort niets mieer; niet d-e minste bewieg|LLgi is merkbaar. Zij is gestorven. Moeder «m zoon zijn gescheiden. Hiji voelt zich ineens alleen. Nog ziet hij' zijn moe-der aan, maar neen, gie-en t-ee- ke-n va,n leven is meier te bespeuren. Da® valt hij' ,op| zijn knieiën vioo-r 'h-et sterfbed van zijn moeder, hij' weent, hiji snikt, a-eh lieive moeder. Slechts -een oogenblik echijnien -de zienu- we-n -sterker te zijn dan hij, -daarna bidt ■hij! d-e gebeden voor de -afge'stiorvéne en brengt het offer, dat God van hem vraagt, in geheele onderwerping aan Zijn H. Wil. B. 't Verloren Schoentje. Nelly. Ravers liep 's middags na de schooltijd, 'n zware tasich -onder de.n arm, na,ar huis-. „Even door de H;oo-ftstra.at loopen"* dacht z®, „kijken -of die leulke schoentjes -er n-og staan biji SiCmera'V Ze had zé gisteren ontdekt, «enig 'Waren zlec Schattig zouden izé staian hiji haar 2wlart crêpe ge-orgetjej. Ja hoor, ze stonden er nog. f'7,90. Nog niet eens z'óó goedkoop', to prijlzén wééën ztao- ge-zab't. Maar ja, 'je izkg direct t' wias iéts fijns)- Zpo-'n pamt-model yns het mooist® ,ontegenz'egge^iJik,. 't Etond zloo chic, zop'n ho-o-g hakj-ei. Lang nie-t ieder een kon er op loopen, 't was niet je ge makkelijkste model, mpar zijl lc,on z® best hebben-, f 7,90, 't schoentje Was '4 waiard, maar t Wqs 'n he-ele uitgaaf'. Nelly Ravers Wias -andeïwijzepeis, had ■nog ma,ar pias 'n vaste -afiaistelling, wioon- d® qp kamers. N-u .ja, zie kon er wel ko men, ma-ar uitkijken moest je. En toch ze zou zé ziqó 'graag hebben. Eerstdaags -wa-s -er 'n fuifje, een van de collega,'s ging zich verloven. D|an zou- ze -er Boo 'graag-leuk uitzien. Z|w|airite schoen tjes stond natuurlijkvéél leuker bij1 haajr 'Zjw'art jlurkjei. den geloopien kwamen (wij- aan den rand vanh et plateau. W,at b'ene-den ons lag konden wij' nog niet zien, want het land- .scih-a-pi was door mist -oimlhuld. Toen 'die mist optrok, zagen wij ,aan het 'eind' van een strook -sneeuw éien grasveld ongeivicex vijfhonderd el beneden ons en daar liqp een stroom door. Maar dit wa-s niet alles, bijl het water in do glanzend© stralen van dé zon stond en lag -een troep antüoplen van ongeveer 15 stuks. Dat gezicht gajf on-s een ongewone vreugde; als wij maar zoover konden komen, dan was er v|oed- sel genoeg. Maar de .vraag was hoe het zou kunnen geschieden. De. dieren waren nu nog min-steips zeshonderd el van ion® verwijderd en dat w,as een .te vier schot voor -ons. Ons leven hing misschien van zulk een schot- af en du;s wiasi het. een zper ■ernstige zaak. We beraadslaagde®, in de haast over de mogelijkheid ,om na-deirbiij te sluipen -en dan de kudde t-a verrasfele'n, maar dat scheen ons' een tamelijk; wiel on uitvoerbare poging. Om te beginnen was de wind ons niet gunstig en 'dan zouden- wij zeker worden opgemerkt tegen den verblindend witten achtergrond vlan- die sne-euw, -w-elkén wijl verp'lich-t waren te doorkruisen, Sir Henry stelde voor. dat wij' maar zouden vuren v|a® d-e plaats waar wij! stonden; nu rees echter dé Vraag welke geweer w;e zouden nletmen. Onze xepeteer-géweren,, -waarvan wijl er twee Neerla-nd-s isiohahde. Bij iedere behandeling van 'de Indische Begrootin® in de T;weed© Kamer, dus iied-ar jaar, blijkt weer hoe 'n slapl ohkisltelijk vernisje -er nog maar op onzen staat zit. Jarenlang hebben wiji reeds r-e-oht-s gie- richte regeeringen, doch -ge-e® van alle is sterk genoeg geweest om .het heidleniaclh monopolie van Loge ©n mio-dern! longélopf in onze o-verzeeséhéi gewesten afdotendn© t-8 breken. Zelfs de christelijke gouverneurs- generaal -séhijmen machteloos- te® -daz® of ouver-schillig. Is 'het nu niet het topp-unt bijv. dat in het eiland Bali het 'Christendom ®p|g6|beed3 niet verkondigd mag worden, qmidait da gouverneur-generaal gebruik maakt vte® dei macht hem in art. 177 gegevém-I De Mohammedanen hebben gelegenheid gekregen Bali binnen te trekkie® om ©r Boed'h-a concurrentie aa® te doen; -de Ja- panschei aigodendien-st v,a® S-hinto iS er geoorloofd; missie en zending heeten ech» ter gevaarlijk voor de rust. Doorziet nu niemanud de verschrikken iijke- onoprechtheid van die oprust,-vree-, Ii !li: Was het bijv. niet belachelijk da-t de soc. ir. Cra-mer, die de muiterij o-pi de „Zeven Provinciën" zoo „verduiy-eld ple zierig" vond, zich thans ook bijl de ca-. tegorie van opiperLedaöhtziapieni yloagd®.? We hadden dit jaar, nn een ma® als minister Colijn Koloniën beheert, dekfaoto tige -hoop gehad dat er nu met één r.ulr ,n eind werd gemaakt aan het onsti'ohjtel'ijk ge-doe. 1 Helaas! -hoe sympathiek de premier ook stond tegenóver de klachten van zijn par tijgenoot Rp-tgers en van dhr. Edber: 'n toezegging waar men iets aan' he-eft, gaf ook hij nie-t, het z'al wel weer bij 't oudei blijV-en. Het is in-treurig: eni onbegrij-Wijk. Gelooft men dan werkelijk dat d® Ba,- liërs opstandig zouden wo-rden, indien het Christendom gepredikt werd. Het wil er bijl ons niet' in, omdat het toch bekend is, dat het de ambtenaren opi Bali zijn die- de brutaliteit zoover drijlv-en, dat zij aan Javiyinsdhéi christenen Verbie den met Balinéesche- geloo-i'sgc-nojoit'én te spreken; zij zijn- het; die de® inlandlschep ■hoofden eveneens het- recht omtzéjggle-n om -christen te worden. Dei bron van onrust en verzet tegen de-n waren godsdienst zit niet in -da zachtmoedige bevolking, maar in de ver-, be-idenschte regeieringisambiteparen. Den armzalig bewapende® Baiine-ezie® vreest, de regeering he.usöhi niet; ziji deinst terug voor hen die wijl aanwon- I oor n handj-eiwoT bureautoPa-ten wordt -het Goddelijk gebod: „Gaat en onderwijst alle; volken" verzaakt- em yerjoo-chend. Dit is de' schande voor ons 'dhriisit-elijk bewind; een schande opzi-chtig als 'n in- geschroeid brandmerk op 'n voorhoofd. .UITKIJK. Toch moest ze er nog, ec®s over d-en- litop. Bijna -acht gulden e® dat dq twin tigste van de maand'. Ze njo©st nog -een koer naar huis vóóip den sialarisdag, da,t Was drie gulden reisgeld, dan natuurlijk bloemen v-oor 't verloofde paam, toch óók gaiuW 'n daalden, s Avonds rekende Nclly lang en pre cies, 'wat zé beslist nog uit moest ge-ven dez® maand en toen hield 'ze; juist acht) /en 'n halve gulden -overr Dlus 't konj. Maar dan moest er niets extga'sl ko men, hoe va-ak kwam. er niet iets, -waai ja totaal ni«t -Op gerekend had Maar toen zei den volgenden dag weler langs den -wink-el liep en d© „siuuitige' schoentjes er nog stonden, toen bedwle-ek -z-ej. Z© pasten, betaald© cn mje.t n z'ware tascb en 'n lidhte portemonnaie 'ging ze naar huisj, Twoe dagen latei' S^ug z'a naar huis, met dé nieuWe schoentjes aan |en ,al Vond ze t zelf wat kinderachtig, toch' moest aei telkens 'weer naar haap keurige voet jes kijken en dan genoot zé weer. Dien volgenden dag ;30;u 't fuifje pl»ats hqb'beni, i f Om acht- uur -zop 'n kennisjte| NeRy komén halen, zé 'Zou dus /zorgen klaa r te zij®. Iv'w'art v-oor ,acht |w;as zie kant en klaar, -alleen nog even haar pantoftfeiRjcs verwisselen met d® niqujwie schoentjes. Zo stonden nog onder de w'aschtaf'el, v-an den vorigen a-v-ond. 'Er was gelukkig niets aangekomen gistere% Hèèèèè.?.? Hoe k-o® dat nu?. Er stond hadden, droegen ver genoeg, maar v[aar to andere bleef' het schi-aben op ©en -atfstamd van meer dan driehonderdlvijiftig ei' altijd' ©enigszins werlc' op den gis „La,at ieder van ons drieën -schieten an Um'bopa het commando geven" stelde ik v|oior. Er volgde .een pauze en we legdien- aa® met zocveel zorgl als iemand maar doen kan, die weet dat zijn leven 'vian ©en schot afhangt. „Vuur!" zei Um'boplai in zijn Zoeloetaal en op hetzelfde jcno-gleniblikl klon-. ken luid drie schoten, wolken rook! hin gen een oog-enblik' voor pns -e® de edho -herhaalde de knallen. Da rook tropc' op en o groot® vrengide! e-en grqote bo-k lag op zijn rug e-n spartelde in; dooldis- angst. Wa gaveni door een luide®! -uitrpepi lucht aan hét gevoel van triumf, want wa waren gered, w-a zouden niet van honger omkomen'. Hoe zWak wijl oOkr wa ren, we liep'en sn-el n^ac benadlejn |e® 'Heux minnte-n nadat wijl geschoten hadden lagen het hart en de lev-er van bét doode dier reeds voor one. Maar nu reed ©en moei lijkheid; we ha-dden geen brandstof -en konden dus geen vuur aanmaken om -het vléasoh' te bereiden-. We keklén elkaar wanhopig aan. CW-ord't vervolgd.).

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1934 | | pagina 5