Tweede Blad
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Wat Napoleon nog meer deed
FEUILLETON
Het verborgen rijk.
ONTSPANNINGSLECTUUR
'dop-r KJ. P. f
Maar al tei grppb is het getal dengenen,
die, wanneer men van. Niap-olepn spreekt,
slechts denken aan een veldheer, die mil-
lio-enen manschappen den ct-o-cxl indreef.
Het is opmerkelijk; dat men in dezie
tijden van vredelievende str-oamingen zoo
weinig belangstelling ,aan den dag legt
voor deze groote figuur, 'wellicht dé groot
ste, die onze cultuur heelt voortgebracht-
De taUoo-z© schrifturen izioow'e.1 van voor-
als tegenstanders, van 'de kleinste schot
schriftjes tot de zfw'aarste -w-arken v;an
■vele deelen, doe,n iechter zien, dat hij in
de honderd jaren na zfijn dood een be
langrijk 'pun tvan onderzoek' en bespre
king Was. i
In Amsterdam. <wexd in hot begin v.an
de vorige eeu|wi pen pamflet verspreid,
hetwelk den naam' droeg: Ziw'art regis
ter der gruweldaden van den ge-Hro-ondie®
moordenaar Napoleon Bonaparte-,. weleer
keizer van de Frnnschen, thans verrader,
rebel en vogelvrij' verklaarde, bie-nevtens
-e-e-nigo .aranteetkonmgetn omtrent zijn af
komst en schandelijke bloedverwanten, ook'
wegens de hem- aangehuwde en schande
lijk® voorwerpen en beknopte kaKakiejr,-
»ch,etsen z'ijner medobopswichton, of die
op de gruwelijkste -wajjz'e hebben uitge
munt. Maar ooik' verscheen te Leiden on
geveer terzelfder tijd een Latijnscb Lof
dicht: Aan Napoleon Blona-piart©, den her
steller des vrede®.'
iZiethier slechts eenige uitersten van
het ontzaglijk' vele, hetwelk' over Na
poleon is gepubliceerd. Er -zij'n nog steeds
groote bewonderaars en ook vijanden van
hent, maar 'het publiek' stunt onverschil
lig tegenover dez'e merkwaardiga histpïi-
scha gestalte. Het is wellicht niet t© ver
wonderen, dat velen niet beter wieten dan
wij boven aangaven: de geschi-enis wiordt
nog te veel londerWe-zen in den vorm' van'
jaartallen, dan dat Wij' gemakkelijk' een
begrip van de- .andere -zlijd-ein van histori
sche! figuren en toestanden 'Zouden kun
nen verkrijgen!.;
Wanneer wij' een ©ncyclopaediei op onz'o
onderwerpen opslaan, vinden wij' bijha
steeds alleen de krijgsdaden Vormidd. Hét
overgroot gedeelte van de boeken over
Napoleon gapt ook over niets anders dan
over z'ijn veldheerschap'. lede® herinnert
zich de geschiedenislessen pog, wiel: de
Slagen biji Austerlit-z, Wagram1, aan de
Berezina, maar wie Weet Napoleon te
noemen als wetgevend gemi®, als voor
stander van zpovele allerbelangrijksic- so
ciale verbeteringen?. Dje-z© man is de voort
zetter geweest van een d®r gjrpptst-c. re
voluties, welke de wereld heeft gekend;
zijn leven "was een keerpunt in die wle-
riddhistorie. I'
Achter hem ligt het oude, dééls, ver
molmde vóór hejn' zooveel nieulws en
de kiemi van vele moderne "toestanden en
begrippen. Met hem begint de Nteulwé"
Geschiedenis. "Niet voor niets Zagen de
Vorsten van Europa, gezeten op hun al-
Otude tronen, met onrust en angst deize
niqulwO sopverein opkpmen. Z|ij! gevoel
den pnb©w;ust wel, dat dit geen vorst van
hun slag Wlas en dat hij kiwami «mi hen,
«ude monarchen, ,af te schaffen. Na'po-
lepn zlelf heeft gaz-qgd, dat hij slechts
„un soldat parvenu" W'as, al heeft hij
zelf niet begrepen, wat izlijln taak' op dit
.onderlnaanschc wias: do democratie' aan
de wereld brengen» Is het t'é gewaagd
ta veronderstellen, dat het de, tagenstt'el-
ling is tusschen de' idee, dat hij „maar
een generaal'1' 'wias en de tegenwoordige
pamfltischo stroomingen, wteik'e maakt, dat
men zich minder Imtet deiz'ci fïgunr be,zig
kan houden? [Zeker is, dat een 'der be
kendste. boekhandelaren Van ons land wist
ta vertellen, dat het pu-bliekl oen afkfe"r
van hem had omdat het niet kon Zetten,
dat hij ZoOi'n „vechtjas" Was geweest. Wie
neemt de ,,'CorreSpondance da Napoleon
I" nog Wel eens ter hand in een; 'bd'blia-
theek om' te trachten een indruk te krijgen
van de veelzijdigheid Van dit genie? Het
in de 32 deelen tellend©, zorgvuldig uit
gezochte; verz'aimeling brieven, dgcireten en
opstellen van Bonaparte, uitgegeven door
tjisschenklolm'st van Napeleon Hlöen dorn-
missie heeft van 1835 tot 1870 gearbeid
om dit gnoptscha 'wérk' te volbirengen en
het is een monument gew|orden, dat .ons
versteld doet staan, Wat' dez'e enkfe(Le'
mensoh in een kioi't lev'ein als 'het zijha
heeft w-eten té 'prestoeren, cen welk', dat
grootero aandacht veoidient dan het w'el
'geniet. LWic 'de „Gorres'pondance" <joor
15
Stoma's weg.
Buiten 'het hol bleven wijl staan, we- Wa
ren zonderling te moede. „Ik1 ga terug"
zei sir Henry. „Waarom?" vroeg Gflod
„Omdat wij ge'zien hebben, mijl zoo
heeft getroffen het 'zoiu mijn heotex
kunnen szijb."
Dat was ©en niaujw; idee en Wijl gingen
naar de .plaats terug om te onderz!oiefkie|n.
Toen we ui't het) verblindend -.speetuiwdiehf
weer binnenkwamen, koude® Wijl aawva®-
kelijk weinig of niets onderscheidien, maar
onze ooge® geraakle® weer spoedig ge
woon aan dei halve duisternis emi iwlj! na
derden den dooiden man. Sir Henry ha-
keek hem en zei: ,,'t Is Goddank mijn,
broer niet." Ik' bekeek! bet- lijk -ook eens
nader. Het was van eern rijizig mam Vjan
middelbaren leéftljld, mei sChierpi geiteia-
kende trekken, grijsachtig haar en e'en
langen, zwarten snor. Zij® gelaatskteur
was beislist geel en strak' gespannen. Om
den nek van. het liohaam, dat geheel stijf
bevroren was, hing een geel' ivjoran Cru
cifix. „Wiei ter wereld' kan ditl zijn?"
vroeg ik'. „Kunt ga dat niet gissen
zei Good. Ik' schudde het hoiofd. „W;el
kijkt, al wia,s het alleen mlaar den inhoiud
aan het einde vian elk deel, miqet w'elj Iwpr-
den .getroffen voor de veelheid van gje-
bieden, Waarop deze geest Werkzaam' wasi
Brieven Wierden dagelijks bijl tientallen
geschreven ioi! meerdere tegelijkertijd ge
dicteerd aan zijn sc.cretairisse'n, in ra,zcnd
tempo, o-vcr de uiteenloopendste ond-cr-
werpen, aan koningen, ministers, gene
raals en familieleden. Van elk legiercojrps
kende hij de samenstelling, Wistt hijl waai
het zich bevond en ho-e Ihiet aiclhi bevond
en hoe het zich gedragen had; mlaar in
zijn brieven komt o,ok de vraag v-oor.
Meld mijl waarom, bet 'zbut. in 'Straatsburg
2' cent duurder is -gew-a-rden. Napoleon be.
zat een energie', 'welke dreef tot dagen
en nachtenlang arbeiden; een diepgaande
interesse vo,or alles, zich uitstir«kkend|e
tot het schijnbaar -onbelangrijkste; een
ijzeren .geheugen, hetwielk in sta,at wan
geringe, bijkomstigheden na jaren te pa-
pnoduceereneen snelheid van wérken,
wélke 'Z'ijn .omgeving tot wanhoop dreef^
een doorzicht en bevattingsvermogen, het
wielk maatóe, dat men hem op gebieden,
waarop hijl weinig of niet thuis was, niets
wijs 'kon maken, daar door snel' dooirden-
den direct de fouten van het bewteefdo
Werdén gevonden. Wiei spreekt overi de
groote daden van Napoleon moet in de
eerste plaats zijn vel© belangrijke vredes
werken noemen, want waarlijk", deze
mensch heelt nog w'el „iets" meer ge-
daan dan een gewéldig veldheer z'ijn en
oo.rlogvoierem!
Het is echter niet doenlijk! in alle bïj|
Zjonderheden en biji name op te sommen
wat hiji_ heeft gedaan ten goede van zijn
tijd en van vele geslachten na hem'. Al
lereerst moet hij worden als wetgevend
genie. Van da Mifaruntendei Wetboeken,
welke .onder zijk bewind tof stand kwa
men, is het vooral de Céda Civiel, wel'fea
na moer dan een eeuw' nog tien voorbeeld
mag strekken voor het burgerlijk recht
in andere landen. Napoleon, z'elf aan de
beraadslagingen der commissies deelne
mend, nam lm|enige scherpzinnige, beslis
sing op dit vow hem' vreemde gebied'.
Aan vele heerendienstien 'en oud© vo'ornech-
ten maakte hij een einde; feodale toestan
den schatte hijl af. Een groote geloofs
vrijheid is in deze tijden ontstaan'. Dé
burgerlijke stand en het kadaster stelde
hij! in'het metrieke stelsel wferd inge
voerd. Wel begrijpend hoe belangrijk' -een
goed onderwijs is, verbeterde hij' dit- door
een reeks Wetten, wiaardoor vooral am
bachtsscholen in het leven werden geroe
pen'. Napoleon bezat een hoogen dunk
van de wetenschap en bevorderde deze
waar hij ©enigszins kon; .op dijk tocht
Maar Egypt® nam' hij ©en staf' geleerden
m'ede, wla.a.r,onder Champolion, die door
dezen tocht er in slaagde het hiaroigj'y-
phenschrift te ontraadselen, wfrt een ge
weldige vooruitgang beteekende voor de
kennis v,an de Oude Egyptische cultuur.
Die tijdens de revolutie en. opk riaeds daar
voor geheel in verval geraakte wégen
wierden hersteld, gaqootei straatwegen aan
gelegd, |0.a. AmsterdamParijs, wégen
ov-er da Simplon en de Mout Cennis, de
route langs dé Riviera- Belangrijke ka
nalen liet hijl graven, vooral 'in Lomhar-
dije het Canal du, Midi verbeterde m'en
voortdurend. Een gewéldige arbeid was
het overbruggen van de Gapo-nnei bijl Bor
deaux. Heele landstreken maakte hij! be-
wöonhaar door het dmooglégigen van moe
rassen; aan dé roékeloioz'a ontwlouding
kivlam een einde. Uitgebreide aanplantin
gen werden gedaan, in het bijzonder van
katoen in Italië. Groiote havens wérden
aangelegd te Antwerpen, Lei Havre, Ve
netië en velei andere kuststgdejlde be
staande .ondergingen verbetering-én en uit
breidingen!.'
Zijn vooruitstrevende blik'deed hem
opdracht geven tot het bauwen van abat
toirs, markthallen, scheepswerven, entre
pots, mül-ens-, vooral in Europa; gevan
genissen werden verbeterd, tal van ge
bouw-en werden gerestaureerd, pom!, do
kathedraal te Reims. In een niets ontziend
tempo z'ijn al deizte gro-otsche wérken uit
gevoerd, voornamelijk in wteirkVeirschaf-
iïng. Verkeer, handel en nijiverh'eid, se
dert. jaren verlamd door de slechtei vér-
bindingen, biociden -oip en -die loonen st'cge-n..
GroOt® tentoonstellingen w'erdein gehou
den en bevorderden medé d-e industriet
Om de aloude Zijdefabriekem te Lyo-n
we-er aan het werk te krijgen, bepaalde
hij1, dat, wie aan het hof! kwam', in zijlde
gekleed Ino-est -gaan. Hij! beschermde in
het bijz-onder de meubel- en .beetwortel-
industri®. Parijs w-eird op ongekende wij
ze verfraaid met prachtige houwiweirkent
Die Are de Triomphe, de Maideleinek'ieirk,
da oiide Don Jo-sé da Silv-eistra natuurlijk
wie- -anders?" „Onmogelijk", .riep; ik,
„•hij stierf driehonderd' jaar geleidton." „Id
dezen atmosplh-eer had hij! wiel drieduizend
jaar goe-d kunnen blij'v-en. Het is -er kouid
genoeg voo-r," merkte Good op. „De zon
dringt noo-it tot hier door en dieren Koi-
men -hier n-i-et. Oingetiwijfleld hoeft die
slaaf! van wien hij' in z'ijn sohrijyten mel
ding maakt, be|m zijn kle-eren uitjge,trok
ken en h-e-in hier achtergelaten. Hij' kon
-hem allc-en niet dragtan. En kïjfe eens
hier," gin-g hij' voort em w-ees one op eea
wondje in zijn arm, „hier heeft hij' zieh
geprikt oin inkt te krijgen."
Met de grootste belangsteillihg kekern
wij hiernaar eni 'Wie vergaten daardoor-on'Z'e
eigen -eMendiei want dit! -wias zoo ietjs
buitengewoons. Er wais njui géén twijfel
meier omtrent de zaak'; da,ar zat nu de
doods man, wiens inlichtingen oms had'-
-den geleid tot opl deiziei plaats. Hiier in
mijn eigen h-an-d' hield ik (1© ruiwa p»n,
waarmeide hij' zond-er twijfel h-a-d gesohne-
ven en bier had ik het kruis dat Mj! voor
zijn dood had. gekust. Z.oio- naar 'hem kiji-
sende, kon ik miji het laatlste taoniaal vap
oit drama voorstellen: dén reiziger, sttor'-
vemdo door ko-udie en .ontberinigiein mui a-an
dfl wereld het groot® geheim bekjend' ma
kende, dat hij! had ontdekt. Hoe -eienaaam
was zïjh dood geweest! ïloien ik h'eta
aandachtiger bekeek, wilde hlet mijl voor
de Beurs, de Austerlitz- en Jane-baiug'gfen,
het zijn alle, schitterende en wlelspr-ekénda
getuigenissen van hetgeen to-en titanenar
beid in luttele jaren tot stand héfof't)
-w-eten te brengen'.
Eindelo-os schijnt d-a lijlst der Traveaux
Publics ond-er zijn -b-aw'ind to,t stand ge
komen of aangevangen. Een nieuwe stijl
vond ingang in de kunstde beroemde
„Sityl® Eimpirei." Beeldhiouwers en schil
ders kregen ©pdiraiC'hten in gro-ote' ge--
tal-e, an hadden het drukker dan ooit.
iToonaelspelers liet hiji .uit ander® landen
lOlverk-omem. Napoleon toonde als schrij'-
v-er -en tegelijk®rtlij'd als uitne-mto-nd staats
man zijn capaciteiten -do-or zlijn stukken
in d-e „Monit-eiur-,als hij' zich verw'eeirdo
teg-en aanvallen ,op zïjn bewind. Dia snellie
polsslag, wielk-e; hijl zïj'n Üijld gaf, bracht
voorspoed en vooruitgang,
Met zijn vèr vooruitziend oog' was hij
ni-e-t slechts .een m-enséh van zij-n tïjÜ;
een erfenis van -onschatbare: waa-rde, 'waar
van nog" v-eléi geslachten zullen prolfitae-
r-en, heeft hiji -a,an de werel'd nagielatein'.
Waarlijk', Napoleon Bonaparte heeft nog
wiel „iets" meer voor dei menschheid ge
daan dan oorlog v-oeren en veldheer' z'ijn!
De Priester-moeder.
De zon w-erp-t flauwitjes haar laatste
stralen door de ruiten van het (a-rmtOieidig
kamertje. In dat vertrek ligt leien ziekte
vronw ta bed. Ze lij'dti reads tien janen
aan een ongen-eeislijke kwaaldodh nu
schijnt ha,ar la,at-sto uur ta zijn gekomen.
Opi een tafeltje bij bat bed st|a,a|t een kruis
beeld op een voetstuk', .daarnaast twae
brandende kaarsen. In hét midden v-ain de
kamer hangt -een -eenvoudige laimip1.
Langs da wand' st-a-an -een paar stoelen,
enkele schilderij-en zijn aan da witte muur
bevestigd, dat is zoo- .ongav-aer het he-el«
huisraad van hett arme moedar-tj®:.
Doch aandit aflas isl zijl niet gejhecht
hiervan kan z® gemakkelijk, zonder spijt
of' z'org scheiden; neeu, ,er i-s| ma-ar1 één
aan wie-n zij geh-eeh't is, één, diet haar
trekt, die niet uit haar ged-a-dhitien te ver
wijderen is; hét is haar jongen; ha,aa'
zoon haar Prieisteirtoion.
Hiji zit vlak' bij !h'a,ai' 'beid. Zoo juist
heeft hij zijn afgeleefd moadiertij® gesterkt
meit het Hem-elsch Brood' ton hare doioff
ouderdom verzwakte la-tomaten gezalfd.
Nu is zij' klaar voor den hemel en wacht
geduldig; af.
Nooit 'had zij1 tegen het sterven opge
zien. „Zorgen" had zij' 'immers niet meier.
Haar m,an was re-eds lang gestorven. H|a|ar
zoon was Priester; die had dins; „het-
beste deel" verkoren; hij' zou v|ooir haar
bidden ua ha-ar dood.
,„Wat m-aohtiger vo.orspf.aak' kou zij
he-b'b'cn, .dan het gebeid van eiejn zoon, die
Priester is! zoo sprak' zij! zoio- dikwijls in
haar geizonde dagen-
Doch nn, niu het o-pi scheiden aank'cHmt,
nu voelt zij1 al de .z'waiarte v|au den na
derenden do,o.d; nu: begint zijl t-ei bégrij-
p-en, w.at scheiden uit dit lev-em beteek-eiat,
wat het zeggen w'il, „haar zoon-" alleen
te anoetien .achterlaten.
H'ij zit n;u -miissahden voor het laatst bij
haar. H'ij tracht zijn moeideirtjie nog wat
woorden van troost en opbleuiring, v'an
geruststelling len bemoediging! toe te
spa-eken.
Doch z'ij luistert- maar halfzij; heeft
li-aar starende blikken gettüöht naar één
punt, naar een schil-dierij, wiaaro-p het
flikkerende kaarslicht emkielei f'iauwé
lichtbundels wertpi; hiet is het portoet
van haiar mam zaliger.
En dan vallen t-ellmns haar oog;ein dicht
en gaan waer op'en bijl ie,der 'wteoird,-waar
op bij wat meer nadruk' legt, totdat -ein
delijk die oogen zich sluiten langen, tijd.
Hij' gaat nog voort, maar meirkt plot
seling, d-at zij' niet meer naiar heimi luistea-t.
Voorzichtig staat hij-' op-. Hij luistert.
Neen! Gélukkig, z'ij slaapt; -hij boort haar
lichte- ademhaling en het kloppie-n van
haar hart. Hijl knielt neer en bidt.
Och, zo.u zijn moedertje he-m mui voor
goed veriatien!
Haar bleekte, fla.u-we gelaatsuitdrukking
haar koud-zijn, hia-ar gehijg, 't zijn -alle
te-ekenen van een spoedig -einde. Zou: zé
nui nog van diei stekéuda plijbein- hebb-en'?
Och. kon hij! wat voor haar lijden, hjij' is
jong e-n sterk.
Maar niet lang- zal het mieer niet haar
duren, hij' voelt het aankamén, dat
oogenblik, wat niemand zicHt kan vaor-
st-ellen, dat oogenblik van .pflots-allaein-
z'ijn, zonder moeder, dat «ogenblik' van
bre-kén miet alle banden en betrekkïingejn
komen, dat ik eeauige gelijkenis ontdekte
tusscihen 'hem en mijin armen vriieind Sil-
ve'stra, ;,5jn nakomeling, die twintig jia-ar
geleden in mijn armen wias gestorviein. Het
kon e-clhter ook wel z'ij'n, dat, dit niets :anl-
ders was dan verbeelding. Zoo'al® hij! daar
zat was hij' een Waarsdhu|wingt voor het
lot, dat zoo dikwijls -hem treft, die in 'het
onbekende willen doordringen. En. zloio
zou hij, gekroond dqor de maj-esteit van
den dood, da,ar nog wel eeulwbn blijven
zittc-n tot waarsdhuiwing'; Van onderzoekers,
zooals zij; ware-n, indien -althans xnofgl
deren n-a ons zij.U 'eenzaia-
komen verstoren. „Lat,e;
we; gaan, -hem een metgieztei
sir He-nry en hij plaatste het lichaam
van den dooden Hott-entot Venit-vjogel naa,st
den Portugees.. Daarna nam hij' het kruis,
dat deze droeg. Ik nam dén pénneho-uider
met welken -hiji schreef'; -soms- gebruik ik
dien nog wel eens om niijin naa-m tel teei-
ken-en. j 1
Wij verlieten daarop dezl® tlwiee, dén
trotsdhen blanken man nit een v'ervlo-gtoti
eieuw -en den armén Hottentot, dia nh
beiden hun eeuiwigen sla-api sliepen temid
den van de onmetelijk-ei sncauwvleldieii'. We
vroegen, toén wijl nit- het hol -en wider in
den zonneschijn waren, on-s ,zelf' af, hioe
lang het nog duren -zö,uj vpor wij ge
storven Zonden zijln afe zij.
Toen wijl ongeveer «n halv|ea mijl Kad-
van liefde tussélben hem -en zijln moeder.
Maar hij ve-rtiro.nwt op Goto genadie ien
kraeh-t, om dit offer Hein blïjtaoiedig te
kunnen brengen.
En dan opeens, terwijl hij! z'o-o- m-ijm-e-
rend bidt, begint zij' zaOhtj:es te spreken,
ta stamelen, 't Isi .een droo-m, 'n ijlen. In
ha.ar verbeelding- komen al d-e he-rirme-rin-
g-ein aan vervlogen da,gen w-eer op. Nauw
verstaanbaar fluistert z'ij': „Och, dat Va-
der toen nog; eens g-elasfd had, t-oiem hij
thuis kwam, en in de kerk, 't is toch!
zoo'n goieie jiongen."
Ze ziet in haar verbeelding haar, zoon
voor de -eerstel maal thuis kleunen -vian het
seminarie met vel-a prijken-ze ziet hetm
afscheid nemen, en dan paar h-et kloos
ter; o, w-at ware-n zij toen bedipefd ge
weest, doch haar man troostte haar toen
met de gedachte aan d-e- toekomst, .Waar
priesterjongen.
Een tijdje is -het weer stil.
'n Diepi gezucht, 'n gehijg, zij' is -uiterst
moe. Het ademhalen wordt ste-eds dieper
en moeilijker.
Fn altijd langzamer brengt zij weer -een
mengeling van vage gedachten zacht fluis
terend uit. 1
Jiwfdfujti, léietfufn
bedaart spoedig met
Tl/Ujtthacdt' Hocdws
Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist
Zij' hoort het- klokkengelui en dei orgel-
klanken. Zij' ziet -haar zoon de trappen
van het altaar opgaan, om daar z'ij'n. eerste
offer op te dragen. Zijn eerste Misl
voor z'ijn Vader.
Och, kon hij- w-at voio-r haar lijden; Wij
naar den hemel worden geroepen.
Ja, altijd was hij haar tot vreugde ge
weest. -altijd goed voor haar gezorgd,
't Was goed geweest.
En steeds meer verw-ard, .nauwelijks
meer verstaanbaar wordt haa-r ijlen en
eindelijk bewegen haar lippen nog w-el,
doch -woiordein h-oiort hij- niet meer.
Hij merkt dat zijn moedertje uitgefluit is
van inspanning..
Dan op! e-ens richt zijl zich' op -en kijkt
he-m met verbaasde- oogen aan. Herken
nen doet ze hem niet me-er.
Nu va.lt haar hoofd we-er terug in de
kussens -en nooit, nooit meer zouden h-aar
liefdevolle blikken h'e'm -aanzien.
Zacht slaapt zei in. Vlugger wordt ha-ar
ademhaling! en- sohnijb-aar zeer -pijnlijk'.
Hij blijft voortdurend naar ha-ap kijken,
aan opeens een lang©, diepe zuoh-t.
Hij luistert, neen', hij hoort niets mieer;
niet d-e minste bewieg|LLgi is merkbaar.
Zij is gestorven. Moeder «m zoon zijn
gescheiden.
Hiji voelt zich ineens alleen. Nog ziet
hij' zijn moe-der aan, maar neen, gie-en t-ee-
ke-n va,n leven is meier te bespeuren. Da®
valt hij' ,op| zijn knieiën vioo-r 'h-et sterfbed
van zijn moeder, hij' weent, hiji snikt,
a-eh lieive moeder.
Slechts -een oogenblik echijnien -de zienu-
we-n -sterker te zijn dan hij, -daarna bidt
■hij! d-e gebeden voor de -afge'stiorvéne en
brengt het offer, dat God van hem
vraagt, in geheele onderwerping aan Zijn
H. Wil. B.
't Verloren Schoentje.
Nelly. Ravers liep 's middags na de
schooltijd, 'n zware tasich -onder de.n arm,
na,ar huis-.
„Even door de H;oo-ftstra.at loopen"*
dacht z®, „kijken -of die leulke schoentjes
-er n-og staan biji SiCmera'V Ze had zé
gisteren ontdekt, «enig 'Waren zlec
Schattig zouden izé staian hiji haar 2wlart
crêpe ge-orgetjej.
Ja hoor, ze stonden er nog. f'7,90. Nog
niet eens z'óó goedkoop', to prijlzén wééën
ztao- ge-zab't. Maar ja, 'je izkg direct t' wias
iéts fijns)- Zpo-'n pamt-model yns het
mooist® ,ontegenz'egge^iJik,. 't Etond zloo
chic, zop'n ho-o-g hakj-ei. Lang nie-t ieder
een kon er op loopen, 't was niet je ge
makkelijkste model, mpar zijl lc,on z® best
hebben-, f 7,90, 't schoentje Was '4 waiard,
maar t Wqs 'n he-ele uitgaaf'.
Nelly Ravers Wias -andeïwijzepeis, had
■nog ma,ar pias 'n vaste -afiaistelling, wioon-
d® qp kamers. N-u .ja, zie kon er wel ko
men, ma-ar uitkijken moest je.
En toch ze zou zé ziqó 'graag hebben.
Eerstdaags -wa-s -er 'n fuifje, een van de
collega,'s ging zich verloven. D|an zou- ze
-er Boo 'graag-leuk uitzien. Z|w|airite schoen
tjes stond natuurlijkvéél leuker bij1 haajr
'Zjw'art jlurkjei.
den geloopien kwamen (wij- aan den rand
vanh et plateau. W,at b'ene-den ons lag
konden wij' nog niet zien, want het land-
.scih-a-pi was door mist -oimlhuld. Toen 'die
mist optrok, zagen wij ,aan het 'eind' van
een strook -sneeuw éien grasveld ongeivicex
vijfhonderd el beneden ons en daar liqp
een stroom door. Maar dit wa-s niet alles,
bijl het water in do glanzend© stralen van
dé zon stond en lag -een troep antüoplen
van ongeveer 15 stuks. Dat gezicht gajf
on-s een ongewone vreugde; als wij maar
zoover konden komen, dan was er v|oed-
sel genoeg. Maar de .vraag was hoe het
zou kunnen geschieden. De. dieren waren
nu nog min-steips zeshonderd el van ion®
verwijderd en dat w,as een .te vier schot
voor -ons. Ons leven hing misschien van
zulk een schot- af en du;s wiasi het. een zper
■ernstige zaak. We beraadslaagde®, in de
haast over de mogelijkheid ,om na-deirbiij te
sluipen -en dan de kudde t-a verrasfele'n,
maar dat scheen ons' een tamelijk; wiel on
uitvoerbare poging. Om te beginnen was
de wind ons niet gunstig en 'dan zouden-
wij zeker worden opgemerkt tegen den
verblindend witten achtergrond vlan- die
sne-euw, -w-elkén wijl verp'lich-t waren te
doorkruisen, Sir Henry stelde voor. dat
wij' maar zouden vuren v|a® d-e plaats
waar wij! stonden; nu rees echter dé Vraag
welke geweer w;e zouden nletmen. Onze
xepeteer-géweren,, -waarvan wijl er twee
Neerla-nd-s isiohahde.
Bij iedere behandeling van 'de Indische
Begrootin® in de T;weed© Kamer, dus iied-ar
jaar, blijkt weer hoe 'n slapl ohkisltelijk
vernisje -er nog maar op onzen staat zit.
Jarenlang hebben wiji reeds r-e-oht-s gie-
richte regeeringen, doch -ge-e® van alle
is sterk genoeg geweest om .het heidleniaclh
monopolie van Loge ©n mio-dern! longélopf
in onze o-verzeeséhéi gewesten afdotendn© t-8
breken. Zelfs de christelijke gouverneurs-
generaal -séhijmen machteloos- te® -daz® of
ouver-schillig.
Is 'het nu niet het topp-unt bijv. dat in
het eiland Bali het 'Christendom ®p|g6|beed3
niet verkondigd mag worden, qmidait da
gouverneur-generaal gebruik maakt vte®
dei macht hem in art. 177 gegevém-I
De Mohammedanen hebben gelegenheid
gekregen Bali binnen te trekkie® om ©r
Boed'h-a concurrentie aa® te doen; -de Ja-
panschei aigodendien-st v,a® S-hinto iS er
geoorloofd; missie en zending heeten ech»
ter gevaarlijk voor de rust.
Doorziet nu niemanud de verschrikken
iijke- onoprechtheid van die oprust,-vree-,
Ii !li:
Was het bijv. niet belachelijk da-t de
soc. ir. Cra-mer, die de muiterij o-pi de
„Zeven Provinciën" zoo „verduiy-eld ple
zierig" vond, zich thans ook bijl de ca-.
tegorie van opiperLedaöhtziapieni yloagd®.?
We hadden dit jaar, nn een ma® als
minister Colijn Koloniën beheert, dekfaoto
tige -hoop gehad dat er nu met één r.ulr ,n
eind werd gemaakt aan het onsti'ohjtel'ijk
ge-doe. 1
Helaas! -hoe sympathiek de premier ook
stond tegenóver de klachten van zijn par
tijgenoot Rp-tgers en van dhr. Edber:
'n toezegging waar men iets aan' he-eft,
gaf ook hij nie-t, het z'al wel weer bij 't
oudei blijV-en.
Het is in-treurig: eni onbegrij-Wijk.
Gelooft men dan werkelijk dat d® Ba,-
liërs opstandig zouden wo-rden, indien het
Christendom gepredikt werd.
Het wil er bijl ons niet' in, omdat het
toch bekend is, dat het de ambtenaren opi
Bali zijn die- de brutaliteit zoover drijlv-en,
dat zij aan Javiyinsdhéi christenen Verbie
den met Balinéesche- geloo-i'sgc-nojoit'én te
spreken; zij zijn- het; die de® inlandlschep
■hoofden eveneens het- recht omtzéjggle-n om
-christen te worden.
Dei bron van onrust en verzet tegen
de-n waren godsdienst zit niet in -da
zachtmoedige bevolking, maar in de ver-,
be-idenschte regeieringisambiteparen.
Den armzalig bewapende® Baiine-ezie®
vreest, de regeering he.usöhi niet; ziji deinst
terug voor hen die wijl aanwon-
I oor n handj-eiwoT bureautoPa-ten wordt
-het Goddelijk gebod: „Gaat en onderwijst
alle; volken" verzaakt- em yerjoo-chend.
Dit is de' schande voor ons 'dhriisit-elijk
bewind; een schande opzi-chtig als 'n in-
geschroeid brandmerk op 'n voorhoofd.
.UITKIJK.
Toch moest ze er nog, ec®s over d-en-
litop. Bijna -acht gulden e® dat dq twin
tigste van de maand'. Ze njo©st nog -een
koer naar huis vóóip den sialarisdag, da,t
Was drie gulden reisgeld, dan natuurlijk
bloemen v-oor 't verloofde paam, toch óók
gaiuW 'n daalden,
s Avonds rekende Nclly lang en pre
cies, 'wat zé beslist nog uit moest ge-ven
dez® maand en toen hield 'ze; juist acht) /en
'n halve gulden -overr
Dlus 't konj.
Maar dan moest er niets extga'sl ko
men, hoe va-ak kwam. er niet iets, -waai ja
totaal ni«t -Op gerekend had
Maar toen zei den volgenden dag weler
langs den -wink-el liep en d© „siuuitige'
schoentjes er nog stonden, toen bedwle-ek
-z-ej. Z© pasten, betaald© cn mje.t n
z'ware tascb en 'n lidhte portemonnaie
'ging ze naar huisj,
Twoe dagen latei' S^ug z'a naar huis,
met dé nieuWe schoentjes aan |en ,al Vond
ze t zelf wat kinderachtig, toch' moest
aei telkens 'weer naar haap keurige voet
jes kijken en dan genoot zé weer.
Dien volgenden dag ;30;u 't fuifje pl»ats
hqb'beni, i f
Om acht- uur -zop 'n kennisjte| NeRy
komén halen, zé 'Zou dus /zorgen klaa r
te zij®. Iv'w'art v-oor ,acht |w;as zie kant en
klaar, -alleen nog even haar pantoftfeiRjcs
verwisselen met d® niqujwie schoentjes. Zo
stonden nog onder de w'aschtaf'el, v-an
den vorigen a-v-ond. 'Er was gelukkig niets
aangekomen gistere%
Hèèèèè.?.? Hoe k-o® dat nu?. Er stond
hadden, droegen ver genoeg, maar v[aar to
andere bleef' het schi-aben op ©en -atfstamd
van meer dan driehonderdlvijiftig ei' altijd'
©enigszins werlc' op den gis „La,at
ieder van ons drieën -schieten an Um'bopa
het commando geven" stelde ik v|oior.
Er volgde .een pauze en we legdien- aa®
met zocveel zorgl als iemand maar doen
kan, die weet dat zijn leven 'vian ©en schot
afhangt. „Vuur!" zei Um'boplai in zijn
Zoeloetaal en op hetzelfde jcno-gleniblikl klon-.
ken luid drie schoten, wolken rook! hin
gen een oog-enblik' voor pns -e® de edho
-herhaalde de knallen. Da rook tropc' op en
o groot® vrengide! e-en grqote bo-k
lag op zijn rug e-n spartelde in; dooldis-
angst. Wa gaveni door een luide®! -uitrpepi
lucht aan hét gevoel van triumf, want
wa waren gered, w-a zouden niet van
honger omkomen'. Hoe zWak wijl oOkr wa
ren, we liep'en sn-el n^ac benadlejn |e® 'Heux
minnte-n nadat wijl geschoten hadden lagen
het hart en de lev-er van bét doode dier
reeds voor one. Maar nu reed ©en moei
lijkheid; we ha-dden geen brandstof -en
konden dus geen vuur aanmaken om -het
vléasoh' te bereiden-. We keklén elkaar
wanhopig aan.
CW-ord't vervolgd.).