Tweede Blad Hoofdpijn, liiespijn Mtijtohacdè's Voedecs NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Oude koeien. FEUILLETON Jagers en stroopers. ONTSPANNINGSLECTUUR HISTORISCHE KRONIEK (Pari&cooïie). Laten wlijj é©ni iOU:de kioö juit d© sloiot Knjlpgn i i Voor een. buitenstaander mag pns geor ganiseerd leven erg) ingewikkeld schijnen aan eigen geW%W|oten majgj 't over dreven iSjlken wis de verhoudingen riet en de gevaren kant iep vooral Wie bqgttj(pt wélke belangen ,op 't 'spel staan, moet zich met het moderne Katholiek® ver- eendgtogsleven -aoctoord verklaren. He onderen onder ons en dan bohoo- ven 'dij! werkelij[k niet eens zjoia heel oud te zijp iziullen zich nog Wed herinneren dat jaren Lang én in da kranten én in de; vea> gnderingen der Katholieken uiten-treuren getamboerd werd op het gevaar der neu traliteit. Al was 't om! Ha.uw te vallen, 't was noodig. Jaren <sa jaren lang kon het pu bliek maar .niet bqgrijlpran dat neutrali-: teit onMotgeliij|ki ep eien gjqvaar was. 't Waren aLt!ij|d weer de oude, vervelen;- de Moeiliijjkheden, die weerlegd moesten worden. „He andersdenkenden dijn toch men- schen, met .als wijf. Ze praten nooit o.ver geloofszaken."! „W;at heeft voetballen nu luit te, staan met geloofl?"- „Ik Kan toch heel gped een- pond vleesch verknopen zpudrar in eiep katholieke sla gershond te zjijjn „Ik vind het zon boleedigtqnd v«or di-o anderen- 't Is net pifl 't allemaal schurken z|ijta." 't Was er moeilijk in te krijgen, dat t daar niet over ging. Niemand! noch de Paus noch de Bisschoppen had ooit beweerd dat andersdenkenden schurken waren. Ouderen zulle® zich' herinneren den strijd die eeuwig terpgikidart om! „D(e Cop- rapt" een volkseditie van dra Telegraaf- „Waarom mogen we die np niet lezen 1 Er staan veel interessanter nieuwtjes1 in dan in Boomsche kranten." Ze vergaten to denken aan Wat er juist niiat in stond, en de pxaktijJK ,guf ze vaak' ongelijk' in wat er wel in stond. Hoeveel uren zlijjn ier niet besteed aa,n 't weerleggen*-v-an de opwerping: „Als een trant toch naar geen vpp de twee partlijje» overhelt, is hiijf imtaers neiutraal" en weer vergaten ze dat raep krant vaak moetoveij- hellen naar een van de twee partüjlen. Er werden .allerlei ingenieuze vergeffijj- kingen uitgedacht om de oumogelij(kiheid van neutraliteit ,aia® te duiden. Bodken •zijn er over vol geschreven; spreekbeurt ten zSjjn er inee gevuld. We dachten dat na 40 jaar vereenigimgslraven, na 40 japr Ka tholieke pers, na 40 jaar redevoeren, de menschen overtuigd waren, dat het stand punt van de K:erk! ziuiver was. We dacht ten ook! dat na r.uiml 40 jaar, het stand punt der nqutraliteit als „onhoudbaair!" ■zou worden versleten1 door iedereen. Het radio-vraagstuk kwpm o,ns pit den droom helpen. We hebben Katholieke luis teraars moeten smeekran: de 'K- B.. O. te steunen. Duizenden steunden de A.VB..O'. Weer krantenartikelswéér prapfavon- den; wéér redevoeringen. Nog zlij|n er duizenden lid van d£> A.V.B.O. De menschep zlijjn op dit p|unt hardleérsch. Een kapelaan vraagt me nu: Schrijf; toch in 's hemelsnaam eens 'n woordje over de Katholieke Sport-organisaties. 't Is wanhopig. ':n Massa la,at ons in den steek. Ik raak' die jongens kwlijjt!" „Ik raak die jongens kwlijjt iDat klinkt mlijl als een noodkreet Vieeij, tig jaar polemiek', 40 'jaar gedisputeerd gaan aan m'n oogen yoarblijj. Moeten wé al de oude kjoraien wqeir pit de sloot halen,? Moeten we weer gaan betoogen: in neuj- trale clubs schuilt -een groot gevaar. O, ik ken het antwoord al: „Blij niiet- Katholieke zfijjn. ziq dikwfjjls beter da» bij de Katholieke". Zeer wH mogelijk. Maar blijf niet-KatholiefeqQ zijn ze bij nief-Kutholieken. Och, neen, wie schelden heelomaal niet op anderen. We. zeggen alleen maar, dat ze anders ziijfn, ran andeps voelen, anders denken, andiers zeggien dan wlijj. Dra vol slagen afwezigheid van de eigen Katho lieke sfeer vervreemdt, verkilt en gaat als e.en nachtvorst ovrar bloesems. Die af wezigheid dira doet 't hem. 't Gaat niet over, het verschil van het 'feit dat da voet van een katholiek ptfl dra voet Van een mot-katholiek tegen een bal trapt'. 24 (Slot). Dei oorlog van 1866 was uitgebroken. ♦Vreeselijk lichtte die krijgsfakkral fusscfcèn de Bohraemsche bergen die reeds zqo dik wijl-s vijandelijke bedreu hüdden gezien. Dagelijks kwamen berichten van de ze gevierende Pruisen dia stormpas vooruit trokken. Bange verwachting toerarschte in aller harten. Daar zat eien moeder in angstige gé* dachtenharra^ lippen murmelden een1 stil gebed: zou zij ha,ar zoon wederzien, den steun van haar oudq jaren? Daar weende een bruid heet® tranen van angst; mis schien beeft reeds een vijandelijkb kogel hét jonge leven vlan haar minnaar wegge nomen. De grijlzra vader leest de nieuwste berichten; het regiment wa,ar,bij aijjn zo-on staat, is in hétl vu,ur geweest Cn hééft zwaar geleden. Alle dagen wordt die brie- veno'usteller met angst opgewacht; hij komt. miaar brengt geen tijdipg. Maar daar hebben zij een brief ontvangen: mis schien bevat hij1 een xragel, een bericht, iqen groet voor hem. Maar, neen. De brief gaat van hand tot hapd, wordt gelezen en herlezen. Alles leeft en beWqegt zich in koortsachtige spanning. 't Gaat om' de omgeving, omi het Milieu, dat inderdaad hoogst fatsoenlijk kan ziijin. Wie zal het betwisten. Jdeeën ook verkeerde, en v-opral verkeerde worden gemakkelijk overge nomen. In een neutrale, omgeving hoe goed dan overigens ook' worden «l;1 ideeën omtrent eigen levenshouding zoot jes aan veranderd, té ruim. H,et contact met eigen Katholiek levensinzicht houdt op en onze jongens verliezen het lang zamerhand uit 't oog- Er is zoo- in iets w,a,t ze ,er aan herinnert. Ik! wil nog niet) spreken over het directs go,ede voorbeeld van Katholiek levran, dat zfe missenmaar in ieder geval is daar de gewone pra,kt!ijjK van het Katholiek! miliop een vreemd, totaal vreemd ding. Ze hoppen er niets over; ze zien e'r nirats van. Hlijj g,aa,t ho,e langer hoe verder afstaan, mrat groot gra- vaar vnn .oin.verschilligheid, en met het vaak onvermlijjdelijke gevaar vain raen ge mengd huwelijk. Dam is vaak vopr japen en jaren, en soms vorargjoed, alles verloren. Neen, latran we géén oudra koeien luit de sloot halen. Oude koeien ziijin taai en vervelend. Wij! hebben toch te begrij pen, dat de K«rk en dra leiders vanuit hun ondervinding dez» gedragslijn volgen en adagurim bijina als een dogma verkon digen: Neutraliteit is «mrio@ellij|k. Als we 't wazranMj|k maar iniet kunnen inzien, laten wc dan toch mnar het verlan gen van de Moederkerk inwilligen. Ziijj is verstandig, rustig ran heeft een lange on dervinding. Laat ons miet alleen ploeteren en stuur je jongen naar dra Katholieke voetbalclub. H. DE GBEEVE S.J. Donker Parijs. De nacht daaldra over 't uitgestrekt Parijs en 'n dichte nevel hing er tassehep naken cn torenspitsen, en tloiQverde raem wazigen lichtkrans om de lantarens in do verlaten straiten en boulevards. Er liep een donkere gestalte vqoufc hviei' brat trottoir in de ridhtimg van één dep Seine-bruggen. Z'n stap klonk luid «p en echode door de stilte. Hij had zi'n pat diep over dei opren getrokken, iran miu raejis veasnelde .hij z'n pap, stond dam weer ,als besluiteloos stil. Onder 't Hetse, licht van een lantaarn gekomen, kon men zijn gezicht beter on derscheiden. 't Was eran haveloos gekiende jonge man met bleek en uitgeteerd gelaat. Dirap lagen de donkerbruine ppgem in de kas sen. «n er lag, een wfaas over dit alles .van tot wanhopp-gedreven ellende. 't Wps stellig weer ,een van dia yjelen, dia wegens diege armoede pif misdaad de enne dag nog vportstrwnpelen ppjer, do brerade1 Iboulevards v!an Parijs, en den vol genden dag de dood in de Seine glevondjein hebben. i j Braeds had da sombere gedaante dra mo numentale brug over de rivier bereikt, ran een fl(arzelins3 deed 'hlem' ravieni huivjerend! stilstaan. Hit boog' zich daarna over de breede steenen ballustrade en kerak omlaag in een donkere diept», waar hij! liet voort- vliedende water hoorde xuisiohen, en een enkel smal rimpeltje glinsterde in het lleteo maanlicht. Hij sprong op de; steenen rand en wilde zich omlaag werpen, toen plots iemand hem stevig Vastgreep en hem aohterovrar trok, weer vteilig op de brug. 't Was een 'dralftig uitziend heer, .met aristocratisdh-gebogen neus en 'donkere, Zware wenkbrauwen, die aan zijn uiterlijk iets 'ernstigs igavten. Alleran God is Heer en Mieester ovrar leven en dood', klonk 't plechtig pn zijn blik 'boorde in de verwilderde pogen Van den ongelukkige. Die woorden en die strenge blik weer hielden drazen .zijn voorneanan tem uit voer te brengen. De| heer vervolgde zijn wqg »n ver dween spoedig in den misti&an nacht, Jieiain Grandjeian achter zidh latend. H. Achter 'heit buffet tegen dien muur ge leund stond, met dra armen over da borst gekruist. Nioo, de zwaarlijvige! kroegbaas, gedachteloos vo,or zidh! uit te staren. 't Was nie|t druk' 'vandaag, slechts drie personen ongure typen van kerels zaten in een hoek! van de gelagkamer om een faléltje, ieder ntet een glas jenever vóór zich. Zij spraken zacht en kejk'en nu en dam raven om naiar den waard, .,als warein ze Dei offioieele verlieslijsten komen aan. Haastig leest men de namen; hier raen bra kende, da,ar een, uit den omtrek dopd, tJWaar géiwond, licht gewond, vermist; de zoon is 'er niet bij. Ook' in het dorp was alles in hooge Spanning. iVvias niet menige wakkere zoon, menig brave huisvader mede opgerukt naar het oloenige slaglveld I Voor het ooigenbiik was ©enter nog geen verliasi 'te betreuinen. Op eens gaat dra mare door het dorp, de jager Kamper die medei heeft moeten opmarcheeren, is Zwaar gewond. „Zwaar gewond eran granaatsplinter door het lin kerbeen een kogel in, den rechterarm", meldden d'e lijisiten met huiveringwekkend» kortheid. Iedereen erkende hierin de wre kende 'hand Gods. 1 Het was den 25 September 1867, den dag waarop voor vij'fl jaren het ongeluk'- kigel sehot gevallen was. In het zwart gekleede mannen en vrouwtem keerden uit da dorpskerk t'erjig; 'het' wiaisl 't, jaargetijde geweest voor den jongen boer. Hét laat- Stp kwam een oude vrouiwi on oen' jpng meisje langzaam apn, beiden in zwarran ro,uwtuosehien hen in ging een ,arme, ongralukkige gestalte, welker aanblik ieders meiaelijden moest opwiekken. Het was! de moeder van deu jongen boer, Setje en do jager Kamper. Een granaatsplinter had het linkerbeen verpletterd, zoodat het had moeiten worden ajfgpzet, raem geweierkbgel had d'e» rechter,agu' doorboord, ,z|oodat hij bang. dat deize hun gesprek' zou afluis teren. 1 1 Maar dei dikke Nico bleef in dezelfde houding voor zidhipit staren. Plots werd de deur opengeduwd ran een nog jonge kerel trad binnen, dia onmid- delljjk de volle aandacht van het drietal trok. Hij sloot dei deur achter zich, keek de( gelagkamer onderzoekend rond, ©n raven bleie'fl 'zijn 'blik rusten op 'het stel in den hoek, even maar, toen stapte 'hij naar «iep tafeltje aan dein anderen kant «tf ziatte zich daaraan neer. Hij 'knipte m«fc dra vingers, - de waard drentelde) na,ar hem toe en vroeg, wat die bezoeker wenpchbe. 'n Klare, was! het antwoord. Nico haastte! zichj terug oM het ver langde, te halran, en onderwijl gluurde dra jongeman vanonder zijn gerafelde prat schuin na,ar het drietal, da,t nui nog zach ter scheen te praten dan tevoren. Koud weertje, he, begon Nico. Ja,, was het bitse antwoord, toen 'u pauze. i Beroerdra tijd tadhy hè! - Nergens werk! klonk het nijdig te rug, Je kast eerlijk verdienen, kjun jra niet meer! en de pet 'werd miet oen Smak op een nabijs ktoel' gesmeten. Nico Zette raran vol gla^ vlpor den jongen kerel, dia 't in één teug „opslorpte. 'I; Wa£ weer stil' in de -gelagkamer. Dei klok tikte rogolmatigi en ,oOk' het ge- roezemo,es uit den anderen hoek 'had' op gehouden. Hé Jraan, kom bij ons zitten! klonk' -hot. i l Jean Grandjeian stond verwonderd op en schoof aan bij het drietal. Nog 'n kl-arej ,Nicoi. voor onzen Jraan! De waard schudde ©en glas vol. Ken je mei niet mraer.? zrai dra middel ste, tevens de langste van het stel. Hm... Ja, nu je het zegt, -en .toen zachter: Van die inbraak bij die juweliers zaak'... Was jij ook bijl... Ik' stond op den uitkijk. Hm, ja,, dat weet ik! nog 'wel, waarde vriend Lameau. Zeg, Jraan, wij' 'hebben je moedig. Ban overvlal op een auto, die- morgienavioind tegen 'n uur of! tien door de Ene de Mionas'bere moet komen, 'n Bijke, buit-l Dat verzeker ik jel Ieder 't -vielrde part:!; ln orde, man! Nu, morgenavond zeven uiur hier eenwezig en dan jprat zfn vieren pr op uit. Dit gesprek was bijna ïlujsterend ge voerd. en nu riep Lameau niet stem verheffing: Hé. .Nioo! Hiji betaalde v'oor allen samen en zij stonden op. Jraal» zette z'n gerafelde -piet wraer op, en met z'n vieren verlieten zie dra kroeg» Da dikke Nico keek' hen grijnslachend na» 'n Mooi stel! mompelde hij,, 'teen ira dei deur krakend dicht „duiwde. m. Den volgenden avond zag men tegen hall! elf in dei Buei de Monasters 'n af gelegen straat in een der buitenwijken van Parijs eenigra schaduwen bawegran bui ten het hereik' van hratl flaulwa licht der lantaarns. 'i Waren Lameau en zijn mannen, waar ouder ook Jraan Grandjejaa. Beeds ieien uur stonden ze tei wachten op de auto, die maar niet .komen wilde» Dra kille avond deed -hen dra handien diep in da zakken steken, ran met de pielt ov'er de ocren getrokken, wachtten z», wachtten te... In dq verte doemden tweie lichten op, die dra een feilen lieht-bundel voor zich uit wierpen. f I Opgelet, klonk het zadht. De ia,uto naderde, onbewust van het .ge vaar. dat dreigde, en wilde kalm vöorbij- rijdran maar Lameau sprong aan dra eene, ran Jean Grandjeian aan de andere zijd® op da treeplank', terwijl Pierre ran Lpnd's schuin voor dei auto sprongen. Stoppen! klonk' het dreigende bevel, en 'n revolver weerkaatste het flets® lidhit van een lantaarn veraf'. Er zat slechts één persoon in; 't was een heer die geschrokken door, diè onge wone gebeurtenis eerst naar links, daarna naar rechts keek. Van die boe ventronies was niet veel goeds te ver wachten, en hij achtte hét dan ook ge raden te stoppen. Knarsend stond de auto stil. Jeian had den inzittenden heer goed .op genomen. ,en een vreemd grav'oel overviel hem. ïn toen het bleeke gelaat met dra don kere wenkbrauw'en en den 'fijn gebogen neus zich na.ar hem toewendde, toen, toen wist ie het. In één o,ogenblik voeldei hij' zidh' weer geheel krom gegroeid was. Heit wiasl die zelfde hand die voor vijf jiaren Oen mlen- sch'enleven had geroofd. Kamper was ge heel kreupel; met moeite sleepte hij' zich op zijn kruk voort» Dei slanke gestalte w.as mager en gebogen ,de borst scheen ingevallen, da oogen lagen diep in hunne holen ran waren zoo mat en flauw, de bloeiende wang Was bleek, dra hand©» blauwachtig wit en mager en wanneer hij sprak kwam heit zooi diep uit dei borst dat heit iemand bang. om hot hart, werd. Diépe kommer en bitterra smart Sptnaken uit al zijna trekken, -alles heb bseld van den diepsten jammer. De jager had met vreugde het uit braken van -den oorlog „vemmnon. Hij hoopite, «en médelijdendlra kogel z(oiU 'een einde maken aan zijn ellendig lavtem» Hij' stortte zich met r.a,zende vertwijfeling in ■hat- dichte kampgeworal. Wel had dra slag kogels en wonden voor hem, de z'wlakk'e draad waaraan zijn leven hing, wOu ech ter nog „niet breken. De zorgvuldige ver pleging in -het lazaret gaf' hem het gehjate leven en de kwellende 'herinnering wradrar terug. Hij moest ondragelijke rinaTten lij den, langen, langen tijd; smart en leed' echter hadden hem weeik gemaakt en zijn hart tot God teruggebracht die hem alleen •helpen kon. Bouw ran boete braken de wil ds vertwijfeling. Toen de laatste gewonden uit de lazaretten kwamen, keerde hij pojk naar het dorp terug. Een krachtige band a.an de diepete wanhoop ten prooi op da Seineibr.ug staan, .omlaag kijkend in oia ïjzzge diepte met het nu ran dan] op- glinsterende water. Hij wilds weer omlaag springen, maar een krachtige ruk trok' hem achter,over, weer veilig op de brug. Hij .voelde weer dien doorborranden blik van den onbekende, hij hoorde wraer dra ernstige vermanende woorden: Alleen God is Heer en Meester over lelvten ran dood! Geen twijfel a,an. die- man zat hier voor hem aan het stuur. Eln hij' zb» z'n redder van toen, in dien akédigén macht ber.ooivlein? La,at delzen man met rust, gebood hij scher». i Hij beef't mij ©ena hét leven graredl Da oogen van J'eau fonkelden ;WaÖ?... Neen!.., 'n Schot knalde door ,de nachte lijke stilte -en Lameau stortte achterover opi dra straatkeien. Jean beval onmiddellijk door te rijden, en bleef op de treeplank staan. Maar raran tweede schot kl,onk en met oen pijnlijke kreet viel -hij opzij. Zw,a,ar smakte bet lidmani op den grond. Ja,en Gr-andjean bad het bewustzijn ver-, loren. bedaart spoedig met Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist fs er nog -hoop, dokter,? 'tl Was eien deftig uitziend heter, die deiziei vraag aan den geneesheer van Wi Plarijsoh zieken huis stelde. 1 Hm... neen mon&iejir de C.orentin. Da arme drommel zial -bet niet lang meer maken was -het zaobtei antwbord. in zal een priester laten roepen, gea1 het te laat is! Na ©enige minuten kwam deze de zie kenzaal binnen, waarini Jean Grandjeian zoo juist levensgevaarlijk gownod was1 bin nengebracht. De dokter en mijnheer da Oorentin verlieten, nu zwijgend het bed van den stervende, ra» d-eziei bleef alleiein achter met den priester Gods. Jeian Grandjean, -door racn etr-aal van Gods gieniade getroffen, sprakHauw hoor baar en met moeite zijn generale Biecht» De priester wenkte stil, ra.n beide toeteren, die op eten afstand waren blijven staan, kwamen thans naderbij. Jean sloeg zijn oogen op -en zijn, blik ontmoette weer die «rnsitigde donkere oogen. van z'n levensradder, dia hij- op zijn bejurt had willen beschermen tegen zijn kornuiten. 1 'n Traan schitterde in dia opgen, en pa relde over de bleek,e wangen. Jpan aocht de -hand van mijnheer de Oorentin ran legde ;er zacht da zijne in. Gered! klonk het fluisterend via,n de stervende lippen. God, wees mij; zondaar, genadig. j Amen! klonk het -geroerd ,ui-t den- mond va» den priester, 't Hoofd ziouk- krachteloc® weg in dia heldere kussens, 'n Glimlach p-looid© zich ,ap 't -gelaat J«an Grandjean was niet meer. Ex-keizer WSlhralm. 1859 27 Jan. 1934. Heden zal dra Buihsdhe ox-klaizrar Will helm in „Huize 'Doorn" zijn 75em ver jaardag herdenken. Da ^ootnsi v,an; den ex-keizer met 'hunne oehtgranootraP- e» klein kinderen. dra vorste» en prinseln vian Ho- henzollern, .Albrechit ran VVtüjtcmberg, de liamlgxavin v;am HeB&etn, zuster v;an dan ex-keizer -en de generaal-veldmaarschalk! xvan Mackeoise»,. ,al deiz© hoogo lieden zullen vandaag bijerankbm-en in „Huize Doc-rn" om Wilhelm hu» geltik'w'emJchen aan te biedran. Omtrent heit veelbrawlogen leivlein van de» ex-vorst Wilhelm graven wij hieronder ie|ein overzicht -van da bdangrdjste getbteurtei- nissen welkra hirarin jdaiats vonden. Wiil- hralm H, zoon van Eredcrik'„IH wprd ge boren it-e Berlijn in 1859. Hij- was dei oud ste) xmn het gezin en liet zich! rleieda op jeugdigen lraraftijd kemae» ajs ©en knaap mrat gro-ote vastbcradenhraid len sterke wilskracht. Voor zijn gerasteJijjke vorming stelde men -een vooraanstaande! lelermraestietr aan. Tezamen met dra jongere kinderen ontving- hij Framsche lets vian Mademoiselle Qareourt. Toen Wilhelm 7 jaar oud was, werd hij toraverteoiuwd a,an de zorgen vjan trok' ham daarheen waar liij; nog joey-eel (0 verzoenen had. De koninklijke mild-da- dignoid zorgde ook vopr hem; een toerei- kend invalidenpensioran waarborgde hem voor 'honger -en gobr-ek. Langzaam gingen de drie hun weg. De aanblik d-er jamïnerliika geatalt® had d'e medelijdende vrouxyenhartran Weiek ge maakt en verzoenend gestemd. De jager brakende openhartig jzij» schuld, zijn met opzet begane» moord. Met sidderende stem had hij „om ver giffenis; dan kon -hij rustiger sterven daar het toch niet lang meer duren zou. De vrouwen verga,vran hem gaarne.. Nu toen hadden zij den troost dat zij .zonder anglst -en onrust voor den gestorvene kon den bidden, daar zij wijten dat ld} „met geen wraakzucht en moorddadige gedach ten uit de wereld gescheiden wlaiS. V-a-n da ziaa-k zwegen zij en Wanneer zïji ook beken-a geworden wlare, z-oudein zij gtaen aangifte gedaan -h-elbhen. Wjaar de wre kende vinger Gods gestraft hééft, is «Ie zwakke -hand der menSoh-en onnoodigj. In -h-et dorp en op de boerderij' ging ailes rustig zijn gang. De twe-ede zoon •tou de zorg v,an de lxterderij' op zich ne men. De vrouw zorgt echter nog voor alles en -houdt een oog op wat er omgaat. En Setje? Zij lraéf't stü en rustig in de houtvesterswoning. Sedert haar moeder gestorven is, belpit zij' vader in het huis houden. Zij heejft zich zeer agn da vrouw oen gouv-ernaur, .pre^» Hipspietea', é|an strengen, ramstigein-, hujden werker, dia .Wundm's dagtaak z«m> wist in te deralen, dat er geen minuut van vértoflen gingL Op 21-ja-rigeu leéftijid hrad Wihralm in het huwelijk met Koningin Viatoiria. Heit jonge erantjaar vestigde zieh in het Stadspatois te) Potsdam; lat-er verhuisden zie naai1,het zi.g. Marmeren Paleis, alwa,ar in 1882 hun leerste kind werd geboren. Op 2;9- jarigen leeftijd volgde Wilhelm H zijn vader ials 'keizer vjan het Duitacha Kijk en als koning yam Bruisen Op. Groc,t waren de téosten welk® in 1:8.88; mrat dozo kroning jgepiaard gingen. Geheel verguld vian de- -hoogheid: v[an rij-ni xyaardigjhoid wilde d'e jonge Wilhelm ook .zieff! dlei lrai- dmgJ der regraeringj in humfeu hébibein',. het geen hem spoedig in conflict bracht mrat de» grooten staatsman Bismarok1, „dirai tpein reeds -twee jiaiar na do troonsblestijjging van iWilh-eilm genoodzaakt wag ail-lie tre den. Bismaok', die in zij-n binnran- en Wui- tranlandsoho 'pofiteeik' stpeds «en voorzidh!- tieg „koers -had geyolgd,. zag_zijn .„mratho" d.e|" door den jonge® verst gemiegeierd- Im pulsief als Wilhelm' was, volgdé hijl nim mer raran bep|a,aldo politiieka richting. Vele ouderen zuBen zich ongetwijfeld WeJ. her inneren, hoe Wilhelm! tie werk! giqg. „bij den Tr.ansvaalseh.ran Boranein-opj'tog,. toen liij ingeland te hulp kwam; nadat -hij) .rae-rst eien tralragram1 van gelukwensohie» had ge zonden na;ar den b-oeneinleidieirj PaulKrugier nai het -afweren van dé» Jameson-roptfi- toeht. Door deize ionpirinicipiraiel'0 daad haal- aq Wilhelm den haat ran achterdocht v;an vela buitenlanders ran ook Duitschers op zich. 1 j f. l I t_i „Wilhelm stond ni-eit bepaald brakend als «en goede rradjenaiax pn ovganinntor. Zijn redevoeringen waren vjaak onhandig) schiepen hierdoor een onlustige sfésn en- der het volk',, die) dra keiler niett begreap en meermalen wékte dit «en wantrouwende verhouding tussehen hem en zijn „onder danen. Dit kwam' ook scherp „tont .uiting in -het beruchte interview mrat een viering: graver v!an dei „Daily. Telegraph" in No vember 1908, waarbij', de kqiz-er'-zich uit liet over het „gele gefvaar". Dit in-terviieiw hetwelk vrijwel in all® gropta huitenland- sche) 'bladen werd overgenomen,. Wiekte sie»- sa,tiei. zoorwel in de hiooge kringen der poli tici -als onder -het volk. In de,ze dagen speelde opk de lïguur van yion Bulpw «en belangrijke rol, medq door: -zijn uitgilüte vian .een ofIfhaeral démenti, hetwralk hij ge noodzaakt was -te) publioeeren,. «laar setn- reder wel begreiep, dat dazra mnn niet on- kundigi wa® van de® w|are® inhoud Wa» he-t belangrijk gesprek tussehen de® kélzég C® den journalist Bekeinid w-as- qok de vriend- sehap; welke „Wilhelm zocht'met Nieolaas 11; den eensi zoo machtigen Bussiisichen Czaar. Wilhelm hoopte sr nok „ééns in t-q slagen heit Russische Ejjk me-t 'heit zijne inéén te doen vloeien. De. kjeizter nam die® Gziaar daarom meierroialen in vertrctuwen en vroeg zijn ra,ad. Na beëindiging Man den Russisch-Jiaponsichran oorlog, die) zoo veel duizenden mentachranleivjeina had ge kost. beiwrapg Wilhelm den Czaar teil de bijra-enroeping ya» de Diorama em in f908. sloot hij op eigen gelegenheid «en -traio- taat met Nieolaas H, n.l. heit bejkend! Ver drag van Björkjo. Na d« iviqrtoiog.en vja» von Bulow, diq in die» tijd eran gsoófte maraht op do Dui'tefihe regeraring wist uit te| oefenen, zag de keizer zich evenwel weer genoodzaakt het Verdrag ongeidatan tq maken. Een groöte rol spieieldra „Wil helm in 1911 do,or .aan de regaerjng op te dragen te onderhandelen mrat Frankrijk bh het uitbreken van do viersWheirping in dq Marokkaanscha klwestie. In de perio- dé tussehen den dood va» Frans Ê-erdi- uand e» het uitbreken van den wereldoor log h-e-eft Wilhelm zich te yoel late» leiden door siijn wtoede over «len méA.1*!1 OP den -a,artshertog, Hjejrbij ging hij „verder dan in het belang va® Duitsdhland noodig was. Hij bekomimerdei zieh w-einig om de wijze-, 'waarop. Oost-enrijlk'-IIiongaHié ziijin giang ging tegenover Servië. Voor Duitschland was -heit oaik! graen voordraelige bsmoeiïng welke de keizer a,an die® dag legd-e in den aanvang vjan don oorlog. Mie- nigraen beschuldigde hem va» eigendunke lijkheid -en hoogmoed- De legerleiding, die aanvankelijk in hoofdzaak' door hem werd geleid en die zieh ook verongelijkt zag door Wilhelm's weigering v-an vlootge- bruik keerde, de rollen niet lang jdawnha om ©n toen dq wereldoorlog goeld twieie ja,ar a,an den gang was, w|as Wilhelm's macht in Duitslchland alreeds zdo veel g-eslonken, dat -hij nog nauwelijks mqer invloed had op dra Duitsehe regeraring- Men beschuldigde hem van aanwakkering v;an dra boerderij „gehecht, .deze is) laar tweede moeder ge|w)ordie». Zij helpen ral» kaar wederkeerig -h-et leied dragen en hrab-. ö-e'n dikwijls ook een xvfoord van trioost voc-r den ongelukkige» jager. "Setje is .stil niet vroolijk all treurig kalm- en overgegeven verricht zij haren arbeid. Maar nog dikwijls kraere» -hare gedachten droomrand terug „na,ar. het verleden. Her innert -haar toch niet ieder® plaats, van al de vertrouwelijke plek in dq huotves- terswoning tot -h-et belommerd boschje tim- «chran den tui® en boerderij iaa» haar ver» loren leven-^gelnk dat victor altijd voorbij is.? Van hare beidq broeders 2!al niemand vader in zij-n sehioona maar igqvaarviolle betrekking o-p,volgen. Ginder in het bosdh' schittert nog jal-tijd het witte kruis. Menigmaial' als «da .z'on gloeiend en majostueus achter de -botomen wegzinkt -en met -haar laatste warme stra ten afscheid neemt van bosdh! en veld en ate dan da avondhemel fonkelt, de sche mering daalt en het geuriger, stille» en koeler wordt in het ihloage hosch, .dan bc-wcegt zieh da,ar de magere gqst.afte des jagers. Nu drijft -hem iets naar de plek dia hij vroqger vloiod. Hij is rustiger cn stille,rgewordenmaar vnaohjk wtordt hij nocit meer. Dq bloedschuld knaagt aan zijn leven en niet lang jneer zal -het duren dat zij hem medeslraept naar hetstiüegiiaf. EINDE,

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1934 | | pagina 3