Beleggingstarief! Tweede Blad flaters. ZATERDAG 6 JANUARI 1934 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT FEUILLETON Jagers en stroopers. ONTSPANNINGSLECTUUR De wraak. 'Egh ploitselinigl lOip'kloinnoiicl gteviOiGl "vuil wraak maoikte zich van hem m-eastea-. (Perisoo.oiiilie). 't Gebeurde 'plotseling Niemand was er op 'bedacht. Niemand had; T, ook 'otodt "van [hem! ged-alciht. Nietnianld had 't ooit van hem- hunnen denken. Nar tuiurlij'k iedereen begaat wel ©en© een flater in zijln leven; ©e,n domheid. WÏ© Weet ;waartae een menpch al .niet in staat is, .maar 'er zijn bepaalde dingen, die je 'positief niet dóet. Df© zijlni eenvoudigweg -onvergefelijk. K-om je er to:e in eten raanpi- Zalig iu[ur z'o te doen, dato' ibeai je weg1, Dtan leun je eigenlijk! wel ophoopleïen. pfe hdbt je minstens belachelijk1 gemaakt en tot spot van velen. ZoPl wlas 't hier loplf. Niema.nd had 't van. hem gedac'ht. D|a za-aK zit Zo©-: Bij) gelegenheid van .een groot® bloieïnlen- tentoonstelling! waren diverse, regeierings- ambtenaren. uit Dien Kaag overgekioimem Ei', was no>g al wlat olm! te do©®! ge-wecte .Vee lUreteLa.me. D© bloemisten vaia heiejl het land hadden; na,ar vermogen meegjer werkt. Do rageering' had een wenk' ge kregen om! iblijlkieiii van belangstellingi te geven. Dia iegeerinjgt luisterde en zo-nd een officieelen Vertegenwoordiger. Velen w,a,ren meegekomenhadden hun vro|u(- wen meegebracht. Van heinde ieai verre kwamen belangstellenden met auto-s jan ia,u,toib|ussen, traims on trein, per fiets' en •mk>borr,ad. Het groot e gebouw van de vedlimlgj „was in een paradijs herschapenadonis 't in krantenverslagen heet. Films werden genomen. Dia platen-pagina, v,a,n de gppite Maden gat' foto-'s van óntzagigplijk groote 'bioemtetukkien. Er werd gespeecht eni dn regecringst-ambtenaar sprak de bewonde rende woorden. Na den olficieelen rond gang iginge® de poorten open en iedereen snoof "in de verzadigd,:1 bloememhal de -geut- reni vlan het paradijs. Acht dagen-, veertien dagen lang liep,t storm. D'ei -entree'® ver goedden honderdmaal do -gemaakte klosten, zóó druk' was 't gpWeept. Ik! beschrijf dit alles zoo. gedetailleerd ioni daai'in te laten zien ho-e gewichtig' het geheel© geval was. Veronderstel dat iemand hij zóó'n grootscho pipiZeit, blijf zoo 'n su-eees, bij! zooveel deftigheid biijj zjoö- veel 'publiciteit, een flater zo-u begaan-, dan is hij' Voor z'n. leven gablataaerd. Veronderstel dat zo» iemand daarenblor boven n,og een officieel persoon is lieve hemel, wie zal m©ten de snelheid waarmee hij- uit de ma-atschapplijf dient, te verdwijnen. Helbben dan niet alle wlelopt .gevoeden het recht hem' te ihjhloio.nien.en na afloop, thuis onder elkla.a,r, in de oluib, in de sociëteit, tijdens het daniesktprneljo, 'bij theevisite, pp verja,ringdpiart|ij[tje-s het hoofd te schudden, 'er uren. over na te 'praten met de handen aan den mondj met; „Zeg, stel je voor",, met „lievlet hemel, wat een figuur „Stel je voor dat je zooi iets overkomt1,,, en „Nou je Zoiu zeggen Om kort te ga,an. Ziehier het feit. N,a afloop v.an de welgeslo,agde we-lfen, werd ten stadhuize «en groot diner gegjaveln. Do officieel© regeerings-Vfirteigenwoprdi- g,er was aanwezig -e® een heele rna-ssa anderen. Er w.a-s toilet gemaakt- Offici eel -costuiuto vanzelfsprekend. Dp z-aalk scheen uitstekend te loop-en 11 prach tige tafel, glaswerk eCht kristal, blioe-- men, als geplukt uit dei sterren, lakeien, ■zilverwerk, lufchtetrs, kanidelaajrs etc. etc'. :E.n, dgar gebeurd© het iedereen, schrok1. D|e tafel was nauwelijks ibagonnen dfl door een onvergefelijk onhandige -bewagjitog1 hoe is 't mogelijk laat He| burgje-' meester een ltjoip1 ibouj.Ll.oji uit zijn handen glijden ,over de roib© vam- z!ij|n tafeldame. 'Eien gil! ©eln- radejioioize burgemlaesitje-r, verschrikte gezi-ahte®, Ibedemikplijlks ge zichten, strakke geizi-ohte®, stroeve ge zichten, heimelijk mauw merkbaar, glimh lachende ge-zichten,. Toeschietend© k©LLners, toeschietende lakeien,stoittietoeind© verlegen -woorden van- den. (burgemeester ©en siprakelooze tafeldame, ppigend zich 'te ber lieerschten, do-end|a alsof'"t nieti -erg w,ais=i; met' een ontwakend© haa.t in baar hart....l Enfin een rad-elao-z©, re.ddelp[o|z|el si tuatie in één woord een Wanhopig ge|- val! Om in den grond te kruipen, om te sterven! W-as hij toch inter ge-en hurgp- meester geworden. Te lam-g zon- 't wiurdien do stemming te schilderen van den burgej- nïeester, de stemmingvan de tafeldam© en van al de gehopidigjcten. Er was nip dat moment geen kwalificatie Vop-r het feit; maar later werd de juiste formuleering -gevonden -en doorge^e-ven van mond tot imtond en links en rechts besproken, het 15 Op den-zelfden ia-vond -dat dit gesprek in -d-e dorpsherberg ,aan gene Zij-de van 'hleit boscb de- knaclhit we-rd, vertelde ;a,aa die andere z'ijlde v,an heit bo-söh! die knecht Koen raad zijn meeislter dat. een sla.nk- groo-t hert boven op den rug vlam h.etj gehergjtla stond. Reeds ve,eriien diagem was hle|t daar en driemffial reed-s had hïjl lwö 's moagens gezien. Het wiais pen kleinighleid hem nleer tel leggen, hij' wou zijn kop wiageni duf, .wanneer zij' morgen vfflojeg ni-ttrokkien. het hert h'un wa;s. Johaa willigdie: gamakkleilïjlk in. Zelfs de tranen ©n geb-edjeln van! S.etijle konden hem nieit va.n dit onzalig© bedrij-l afhouden. Sinds den dag dat helt mptóje he-m in het bosich geizien blad, wasl hij! ni-et meier op strooparijl nit geweest, dei .ge woonte- echter ,d,e hartstocht voioir de- j-aidhjt.. da goede geleigenhleid, b-oiven lalü-eS die sluwie knecht waren .sterker geweiaslt dan hatoo tranen. Den anderen morgen trok de jonge b-oieir met den kheichltj vroegtijdig- uit. Lan-gis verborgen pia.den d-rongen zij steeds diep|e,i en diep-er in het gebergte. De aohoopi: mcr.gen die hen van alle kanten tegeln juiste en -oanig ware wioord: „Een llater''. D-e iburgem-eester had een „flanel"" be gaan. Die ras-echte soeiety-lmenschen -wa ren eigenlijk' alleen in staaf de diepte en de breedte van dit feit te peilen,'t was een doodzonde- tegen de ■wellevieinclheidte;- g-cn de welo'pgev-oedheid. Zp|olang( j-0 nog dergelijke dingen kjunt doen, heib j» wieg! te blijven vain, dinars, moet je niet bur- gemeeistor wiorden, mo,et j-ei iniiot cleelheimfem aan het publieke l-even,. H|o,e is 't mloigei- lijk, dat je da,11 dergelijk® verainjfwlooap delijk'e posten -oipi Ja neemt, waar to|ch allereerst het voornaamste, het ümum- na- oessarium, het «enig inioaidzakelijlke, van pas komt: wellevendheid, manieren en het vastbonden van, kbpipiem ho-uillon. Zóó-ieits ging niet aan! die k'unti in staat zijn tot alles desnoods1, maar dergelijke Haters- zlijln funest. Die 'burgemeester was geblameerd vooa> goeddie had afgedaan. Als j-e to-ch weet van hoeveel cultureel belang de, manie ren zijn; en dat jja Ja wereld mloat' klennepi, waarom wordt ziop'n mam dan 'burgemaesr terl Hij weet toch, dat hiij| aa,n dkilerp moet aanzitten. Alleis wat zich voielde in het stadje, haalde boo-g d-e schpipiuders op en zeid-e ,;|,j'n- flater" en snoof. Ja de burgemeester had 'n „flate'r'-' begaan. Aardig is hot om' te zien waarvan, da goede naam afhangt van ,eien ïlatier. Hiervanva® wiat de mensche® .onder elkaar believen vlast te stelten, als norm voor hun hoioggewaardeerde eim broioidnooi- dige waardeering. Wie daar aainl te kort, komt ,aau de salon,-,aehtige: eascWnf. van overigeiUiS onschulcliga maar in zich VTij-onbclangiiijke oonventies, begaat een.... llater. Maar, als de Ibutrgeta-eester, die. een braaf mlemsCli was en zlijln klop bouil lon had laten val'len, aen losbol was ge weest die- zijn kop iböiuillom had vastg-erl houden, was hij b'elungrLjjk persona,adj© geweest. Misschien wil een geleerde wel eens een, hoek schrijven o-ver het belang rijke verschil tusssben flaters en zonden. H. DE, GREEVE, S.J. Gelukkig zij die wijzer zijn. Ver van het dorp lag de h-o-eve verscho len tu-ssehein he-t hooge geboomte-. Een lommerrijke la,an, aan, weerszijden me-t olmen e® berken beplant, vo-ert naar „de Ferlandière". Aam het eind bijl e-ein draai van den weg ziet men, als klaprozen in bet rijip-e kor'e-n ,de roode daken dioorr het dichte 'gebladerte schemeren. Rieichits en links de Schuren en sta,Hen, i-n hef midden de wo-ning, waarvoor zich een ruim, goed onderhouden, erf uitstlrekt. Het is vijf uur 'si morgens. Ben witte, wazige nevel overdekt de vlakte. Hier en da,ar kan men echter, ©enige omtrekken onderscheiden i de toren-spits van da dorpskerk, doior de -opgaande zon verguld, Komt het eerst te voorsiohijh. In de. diepte vloeit tusschen de wieid'en zacht kabbelend, een helder stroompje, waarin dei -populieren van zijn oevers weerkaatsen. Het dorp, is no-g niet' ontwaakt. Uit een paar eehoorsteenen stijgt e-en rookpluim omhoiog. Ba Eerlandièr© geraakt uit den sluimer. Van alle kanten daialgt het personeel .op. Zijj verzamelen zich in de ouderwetschie keuken, die hun -gewone plaats van -samen komst is. Da keuken met de-ri antieken schoor steen, del berookte- dwarsbalken, .de koekoeks klok in f'ra,aiei glimmende kast en het buf fet met gebloemde borden en bet vele oude porselein, biedt in dit vroege mor genuur een warmen h-uiselijken aanblik. Aan de groote ronde tafel nemen de knechts 'hun, plaats in, stevige knapen met verweerde tin-t -en krachtige- spiieffen, >en met een verbalenden set-lust. Clara, de tweede dochter van den pach ter weet wonderen te vertellen van den eetlust. Zij komt aangedragen met eien stapel rogge- en tarwebroioden. Niemand durft beweren, dat de dagloo-- ners op de Eerlandière niet genoeg te eten krijgen. Dei fijne keuken kent Clara niet, maar zij! kan een voedz-ame soep-, een smakelijken hutspot, 'n lekkeren vleeschsc'hoitel berei den, zijl kam de zwakke- moeder bijstaan in: del menigvuldige1 werkzaamheden van het boerenbedrijf' en baar oudste zusteir ver vangen, die in Parijs wo,o-nt voor studie- en wier toekomst.de zorgzame ouders .ten zeerste verontrust. Het weder beloolflt vandaag een maoien herfstdag. lachte kon hun weinig schellen; zij! bpdden slechts oor en 0,0© voor' dei jag-ens wien zij ontloop-en wilden, en voior het wild dab hiun niet ontloop-en kón, Plloitsejlingl bemerkten zij voetsporen in he-t graö en weken verschrikt terug. Zij' ho©rden eplreken, spoedig verborgen zijl zich- aióh-ter hoornen en struiken. „Komt ma-ar -o-p. Gij' behoeft u niet ta verbergen wij kunnen samengaan," riep- de zwarte schoenm-ake-r en slpromg i;e voorschijn. Da lange sicihaiap-herder votgde h-ewi. Zij wilden dien reebok' schieten dien 00 waard nooidig had en zo-o, goie-d betalen zoude. Ook Jo-han -en de khebht kwamen nu uit hun sohuilho-ek ta voorschijn. „Ik da.cht dat, h-eit Buchlilplzi me-t den jager was," zcide- de z-warte Schoenmaken-. „Wij ook." antwoordde, joh-an, „ik ,ge looill echter nieit dat hij' hier is." „Niet? Hiji looipit daig en naohit hier rond en let o-p- all-es. Hiji z-al noig eens hier komen slp-o-ken a,lsi hiji do-od is." ..Zijt gij heit, hert nog niet opi het spoor dat hier in den omtrek mopfc weiden?' vroeig Joihari. „Neen. wij- heibiben nog geen sporen gie- zjen. Eigenlijk wilden wij' ee-n reèbok -aan heit lij-P." j „Dan moet gijl naar ben-ed,en gaan, d,c,ar sta,at een groote reebok. Wanneer gij Er is werk' in overvloed opi velden en ■akkers, Bonnen korten, -tajid verdwijnen -allen om hnu dagtaak te beginnen. In de keuikein blijven alleen moeder eni do-ehfeer achter, die-, ,als zij elkaar aankijken moeite hebben om haar tranen te bedwingen. Hebt ui den brie!# va,n gisteren voor vader weggestopt-? - Ja, hij! hedf'ü zorgen gemo-eg1 in den ho- oitijld. Er is todhl mie-tsl a.an te verande ren. Nu zij! haar dip-loma heeft behaiald, k'omt zij stellig niet hier terug. Clara, ,0! als ik' er aan denk, dat jij ons 010K zo-u verlaten hebben. Ik verwensoh dein dag, dat die omgelukkkige ouderwijzere» omzie Ne-llv haar dwaze denkbeelden in het ij'-dela hoofdje heeft geziet. Ik zie haar nog bij- he-t eind-examen naar ,01ns to.eklo, men met: „Moedertje Nelly uw dochter is de eerste va,n de school; laat h-a-ar toch geen koeien melken. U h-abt bepaald ©ein goeden sp-aartplot. Laat haar stude-eren. U zijt ge-en zelfeiUich-tig» moeder, la,at haar wat worden- en u zult zien, later beleeft ui de- vreugde er van!Nu is- het later en daar, lees! Terwijl de moe-der hei-melijk li-are tranen ■alfwisoht jiie-em-t; Clara de elegante-, lang werpige, gr'ij'ze envclo-plpie met pio-ststem-piel Parijs en op-ent de-n- brief', die luidde „Lieve Ouders-, Niets, nog 'altijd niets. Ik verga van verveling en afwachting, Bij toav'al kwam ik langs he:t paviljoen van de stad Parij-s. Het is het tijdvak de-r examens. Honder den jonge meisjes wachtten voor het g;e- oouw. Ik goiv.O'Cldc lust haar toe te 110,e- p-en: Dw-azen en ongelukkigenW-at doe je me-t je dip-lonia,'s Wij!z'ijn me,t i°-ns zeventienduizend je vóór en Voor meer dan de helft is alle kans opl aanstelling verkeken. Kunt gij. niet meer tellen!... Assistenten nam dei universiteit zijn er te veel, -aan da ministeries benoemen ze, bij: voorkeur de dochters- va,n hun eigen -ambtenaren Terug? N-aar huis? Kon ik ma-ar op nieuw beginnen. Ik weet z-ek-er ,da,t u; mij met open armen ontvangt. Maar ho-ert u a-1 dei spotternijen van de dorpelingen, die geen mislukking, begrijpen en bet niet vergeven kunnen, dat ik hun lev'en dan rug toekeerde. Neen, mijh handen zijn «ok tel toer en te wit geworden; ik beken: het met -spiijit, tot zelfs he-t wio-rtelschraiplpfen schrikt me- af. Ik h-e,b mijn werk tihuils in den steek gelaten, ander kan ik niet bemachtigen, ik moet xnij'n last dragen to-tj het -eind. Lieve zus, ik benijd je je sterke armen, den -eenvoud van onze boerimnemdracht en het leven, dat; je tevreden stelt. Ik. ik bgra ee-n eerzuchtige -en een gecompli ceerde, die ha,ar geluk' heeft verb-euird in het verleden en het heden. Teneinde ra,ad en i-m afwachting v,ain beter, kom ik er no-g t,oe een mij,aange boden betrekking aan te nemen als kas- houdster (interne!) in een wais,ohiurich- ting. Ik scha,am mij u langer om geld te vra gen. Ik omhe-ls 'en groeit u allen. Nelly," D-e,zen avond vieren zij feest opi F,er- la-ndière. D-a laatste kar met hooi i® geladen. Voor de,n met ossen b-espian-nen wagen loop-en zingend e,n joelend de jongen® en meisjes van de hoeve; boven opi den wagen zetelt Clara als eèn landelijke godin op- haar troon. Van de naburige velden heeft m-en den vro,olijken -stoet in het oog gekregen, en in het gouden licht van zionsonderganglzwaai- en zij- met zeisen, sikkkels en snoeimessen ■als een bewijs van deelneming in d-e onge kunstelde vreugd. Kijk', daar is Colas! Colas is de- postbode, die in het dorp en z'n gehuchten sinds 20 j-aren het nieiuiws van de buitenwereld bezorgt. Opl een halve mijll afstands is "hij te herkennen aan zijn bla-uwe: jas-, de koperen ip-laat opi zijn borst en de lederen hooge slobkousen om z'ijn dunne-, kuiten. Ook Clara wordt hem gewaar en naar mate hij nadert, verliest zij haar onbe zorgdheid. Een treurig voiolrgevioel be klemt haar het hart. Hiji heeft .slechtje tijding, bij zidh voor de EerlandièreZijl kan het b'ez-weren als men elkaar liefheeft, zoo-alsl zij! en haar zus, bedriegen onsi die gevoelens niet denkt zij:. Ditmaal krijgt zij helaas! gelijk. Vade-r Colas Stapt opi.den hooiwagen tioe, haalt een brief uit. zijn tascli tussdhen de andere nit en overhandigt dien aan de dochter des-huizes. Hef sohrift is hjaar onbekend; hij', is geadresseerd aan haiar blaat, zal hij: spoedig, naar u t-oie k'om-em. j.k wou het hert heit levenslidhjt uitblazen." „pk heb geen lokfluitje bij mij. 'Wan neer wij slecht® een goed sfuk wild ©ndier schot krijgen i© het mij' hetzelfde. Wioorst is ook vlee-steb." „I-en reèiluitje kan ik leeman," zei Jolran. „Gijl .kunt echter zeker ook cp ■eon beukenblad blaten." „Laat dat ding maar rusfen ,wijl wil len eerst dezen slag slaan. Wij' veriie;g|em- woo-rdigen m,et ons-' vieren vier buksen, en het zon den duivel halen wanneer wij niets onder schot kregen." „Ik -gelooif dat hef befer was dat wij on-s verdeelden. Twee man maken mind-er le ven dan vier en kunnen gemakkelijker ontkomen," meende Joh-an. „Wat. verdoelen? Vier zien en schiediein ook meer dan twee. Eerst, willen Wijl ach ter eens drinken." En hiermee ba-alda de zwarte schoenmaker z'ij'n gro-ote met 'her tenhuid overtrokken veldfles-chl ta Vo-or- s-chrn en na, een flinken slok genomen ta hebben, reikte hij1 dezle- .den jongen b-aer over. „Top, broeder, le-ve de- edele jacht!" Johan nam dei lles-ch' en dronk' er een weinig uit. Hef stuitte hem tegen die oorst ciat het tuig -alles zo-o, lichtvaa.riti|ï opnam. Gaarne bad bij zich van hen -ont daan, Maar zij lieten zich- zoo- maar nieit Veiligst'- belegging- mo ed ei' Weinig later, wanneer het lustige jonge volkje ronddanst om tweie- groot© vaten ap pelwijn, nemen moeder en dochter kennis van clen inhoud yan den brie!#. Wasscherij1 Sneeuwglans, Parij-s. Mevro,uw. Uwei dochter heeft ons veel moeite Ver oorzaakt. Ach-f dagen geleden kwam zij tot o-nsi als oassièra tegen 60 franken per ma-and plus kost en inwoning. Bijna dadelijk gavo-elde zij: zich zeer onwel. De dokter conisifate-erde gisteren typhus. Wie hebben haar naar h-efc ziekerih'jutó doen vervoeren. Ik gelo-of, dat h-aar toestand vrijwel ho-peloo-sl is. Wil a duis- haasten als n haar nog eens wil zi-en, ook omdat m ge-val van oVerlijid-en zulke ombekende liken vo-cr de snijkamer der studenten bestemd worden, waar u denkelijk o-pl te gen h-ebt. A. R. P. S. U is mij, 12 franke-n schuldig voor medicijnen. Zoolang beiwaar ik h-aar kof fer." Na. beëindiging, lectuur sfr-ekt de mo-e-der dreigend hare hand uit in -de halfdonkere kamer, naar iets 111 d« verte, wat Parijs moet b-etaekenenParijs, waar wij- tobben e'n kwijnen., b-elz-wijken en sterven van kom mer en teleurstelling, wiji van het platte land! I 1 Wij va,n het pulatfeland Liefkozend streelt zij- h-aar overgebleven doichtefr oivlar da bruine lokk-e-n: wij: aarden niet naar Parijs. Zij: valt ne-er o-p haar ©foei. E-en nacht merrie z-ijn h-aar d-a luid-ruohtige liederen die v-an het erf! weerklinken PIEREi L'ERMITE'. Dhr. Avon Mils, leeraar a,an de imivary siteit te Cambridge,, wachtte in de foyer van liet Rioxyrthgater o-p 't Piogehbüb' dat zijn vrouw en dophter in de vestiaire het eens waren gelwiorden over den stand van haar hoofddeksels-. Hij- liad den ga®g reeds ©enigle taaien d|oiorlïe|op'en en hiji bemerkte tot zlijjn stdjj- gende -e-rgeiinis, dat er 'bijtaa geen mens-oh meer te bakeunen was. Hiet irriteerde hem gpweldig, dat 11 ordeloos iwaehten. Bijl wEjJz-e van afleiding trok' hij het garcllijjn vppir de atap'hitheater-opleininig -e-en weinig opzij', maar liet het terzielfdertijld wee-r dicht vallen, daai' ia de zaal dei lichten reeds waren uitgedaan. Achter heta hoorde hiji d-a istelmlmien wegsterven van de laatste beZoakers en toen hiji -otakeefc, zag h'ij], dat hrijj all-een w;a,s. - j 1 Geprikkeld door dit gadwlo-ngen- vee- blijf 'in de fcale corridor, stapte li|ij[ met beslisten -pas naar 'dei vestiaire, waarc 'hij Zijn vrouw juist nog de la,atste hand z|a-g leggen aan den beiigje- S-hetland-miantel van ha,a,r dochter. Nancy, riep hij' wrevelig, ondanks zich z'elf," het is nu Wei go-ad, laten, w:o ma.ar gaan. Avon Mills' d-oöhter keek even veront waardigd op- naar het moirsche geizicht van haar viader. Non, nou, vadertje, w-e kunnen niet goochelen. U ziet toich, dat wc pns -best gedaan heib-ben, Nu, laten we dam gaan. Die oude heer Avon Mills was zijn ega en dochter al voorgegaan, ma,ar d« groote had, waiarvau het vfoorpiortaal uitkKv-am ,op- de G eorgleistreet. Even npig een vluchtige blik vlan Miss Mills in de ovale wandspiegels iboiven da lag.e zware latabrizieerring maast den uit gang, en toen hola bet zopi toevallijgj 'k'wam, wie weet het? .als uit één monid van moeder ie® dochter: V-ader, je h-eibt j'e hoed vergeten!' Avon Mills voelde do-or ©en soort vtero scholen zintuig, dat het nutteloos, was naar 'zijüi hoofd te tasten, da,ar dei ho|eld wegzenden. Hij hield zich altijd voor ee-n extra, fijnen stroop-er, ofschoion hij- in- de-n grond deir zaak niets b-eter was dan zijl. Wat zij- waren, lton hij warden en hdj( jwlais- reeds tamefijik ver o,pi weg. Maiar hij duref- dei zich niet uitlaten hoezeer hiji die -schto- ken verachtte-. Zij waren zulke dikke vrienden als haddeif Zijl elkander honderd jaar gekend. .Zoo gaat heit. Wie zich meit wolven -afgeeft, mo-eit meehuilen. Overigens wordt men nooit zo-o- gemakkelijk vertrou-wd -a.ls wanneer m-en gemeensc-h-a,plp|elij|k opl ver boden weg gaat; het 'is, waar, de vriend schap der b-oo-zien litoiudt in mopid en gevaar weinig stand, maar zijl .sfeun-emi elkander tac-h in hun drijven, zoolang het ge-en gro-otcre infers koisit, en in dit opzicht kunnen de beteren die miee-sfe! hum eiglein weg gaan, van hen 1-e-ere®. Ook' de stroo- p-e-rs kenden elkander, ten minslfei bïji n-aiam ■en wanneer zij: elkaar nog -niét kenden, dan was het eertste samenitreï-fieu iem die geda,elite reeds genoeg!„Gijl pitrooplt -opk" om elkander als' vrienden m broediars te beschouwen -en elkander wedlerk-eiarig te helpen. Zij! gingp-n verder; niets eobfeir kgeigeiD zijl onder scho t. Het wild scheen van weide veranderd te zijn. „Wij willen eerst wat eten," zei dia zwarte ©cho-enmak'er, „en dan z-ullen wij er toich wis en zeker niet te vinden zoan rijn. - '1 1 1 Hdjl staarde ee-nig© oogemlblikk-em van -al geheel© .ontreddering in het sarqasstiosih gelaat van Ziib vro-u,w. Een 'bahnlplz|a|m© 'bedienda spromig to© -en vriopg, loifi hiji hem van dienst ik» zijn. 'Maar Avon Mills drong hem op-zijl en snield'e terug, naiai" do vestiaire, waiar hij', na, tw.-e-emte-l veirkeeelrd te zlijn geloiQpieini, ©indellij|k -zijp. hoied vond. Maaa; juist wilde hij! weer h©emga|a;n|, toen het tot li-em' doprdro-nig, dat ©r naast z'ij'n hoed tw-ea parapluies hinjgen, wclko liet met ontwijUeJIbar© zelk'erhefd harfkenlde ■als die van zijl® vrouw en zlijjn dochter. Met een vlugg© beweging «n! -elen 'ge-viOial, ■of hij' iets kwaads deed, greep' Mr. Mills de parapluies iem hield ze mlet Zijn linker hand verborgen, achten- Zijn rug. Hlij mocht deze gelegenheid ini-et laten voo-rr bijg-aan; ze wias te sohooim. Na, deize ver velend© se'è-nle mtet demi hoed, die natuur lijk weer nieuw© stof' voor haar plage rijen Zo-u, geven-, kwam! h©m daz© onver wachte vondst luitstekienid van pas. Tiot Zijn groote lolpl-uic'htinig waren d-a tw©e vro-uwen reeids d© verlichte oprijlaani in gegaan, langzaam- voortgaande in de schemering, w-elk© ei- hinjg tussohen t-wc-e elkander öp-violgeindle! tooglatapfen. Hijgend va®, inspanning voagjd-ei Hijf z-icli bij haar. Miss Mills hegpn: Nancy, lach je vader nu niet hit. iJ|e weet, dat! hiji dat nitet graag hepfü! En tot haar miam: 1 H-o,e is het tooh iniogeiliijlk, Avon! -Nu sta je tien minuten pp -ons t© wlaoh(ten.,..v Eien half u|ur, bedo-el j©! - Een half uur da®, diajti m|a;ak't -de -Zaak' nog mooier. (J© staat ©ei® h-alf uiur op ons te wachten leinj -als wie d-an eindelijk willen op-stappen, mlo-ete® wte nog staan w|ao'h- ten op j'Oiu,O, o-, o. 1 .Wat tao,et je nu weer mjet je pi, pi?, jlje zult di© v-erwtensehtle Verstrooid- keid nu to-oh ook iniooit ©ens afloeren. Wanneer w-ordt j-e nu tooh ,w)e-er ©ens mlensch Een gelaten Zu-clit van Avon Mills. D|a,® gaat ze door: Hoe is het tooh mogelijk, Avion,, ho,e is het tooh miogelijkl, Avian, hide is 't to-ch naioigelijlk'. 'fk "acht jb(u wel in staat om- -op ©en igoieidan ke-er Zond-er haoifd thuis te kotaen. Ee-n y-erdoklan lachje van Nancy. E:n Bieste Avan, waniUeier leer j-e nu- toch eeins taee-r attent te zlijln, op da gewone dinigeta- van h©t alLedujagfsehe leven? J|a ziet ons tooh plok niet ZUÜkfl malligheden uithak®, alls jij! j© -pei-mit- teert- Wjeos tooh -e-ans- m-eier op!j© pui- viv-e'je slaat altijd Zoo,'to gek figuur met die noodeloioz© dommighedan-, Niet waar, Na-nicy? Helb- je tar Rushton, odk' zien lacham, taiein- j© vader daar ■Zander hoed naar huis wilde gap®?, Nancy knikt gewillig, em haar koralen, o-oig-jes ib-nkelen ondeugend ac'hter haar bruine violette. O, O-, 0 Av-on Mills Voelde, dat hiji het spie!1 zou bederve®, ,als hiji Zi-bh Mnju bqois ginjg maken. Hij was al blijf, dat de twiae) .ainldia- ren niets beimierkt'eni van zijn -gedwongen j houding -om-der het loop-en. D|e arm-, waar- I mee hij! de- parapluies -achter z'lj|n xu'g J hield, 'begon na verloop van ©enigen tijd Zijn energiei te verlieZem. en -Zajktle dien- 1 tengevolge door die- gjew'eldigpe inspan- I ning waarmee hiji de- t'W-ee regcnschermlan j vo-or zijln vrouw an Nancy v-erbiorgpn wilde ho-uden, al lager an laiger, tot hij j arm voelde. Nooidgedwon-gan ni-oest alzop zijM andere arm ie.r -blijf" ta pas UoUnanj. En hij' loan de aandacht van z"n vrojulw bij dez-e beweging gclnkkigOp tlijfd af wenden, doioi- haar cp-mierkzaam te maken op de geweldig© aantrekkelijkheid "w|el!ke opi de nreeboik' losgia-an." En weder haalde hiji zijn fleis-ck te voo-rschijn en reikite hja-ar Johan to-e om er uit tei .drinken. Koemraad p-ak'fcel ook uit en deelde broo-d en vlaedeh. rond. Zij- ze-tten zich op: e-en baoms|tam, het -ge weer in den -arm. De 1-an-ge schaapheirdeii' ■echtier a-an nieit® doen ac'hlter zijin -sidha.p-en gewoo-n, wi-crpl de buks- -w-eg..en lagldje- zich- zo-e lang als; hij- .was- -o,pi het gro-enei gras ncier. Zij staken hunne pijpen aan-. „Wanne-er me-n zoo ronddoolt ?bn-der iets te schieten, zou men e]ea wiaerzin te-gen bat h-andwerk krijgen," z-eidlei de zwiarte scho-enmak'er. „En wann-eier me|n da zaak' in ÖZn ■grond beschouwt, iö het -o-ok, een slecht! en verwengcht handwerk'," zei Johan. m zuchtte- diep. Hij dabhifc oian, Set j-e. „Ik wou dat ik nooit ©en geweer had ge-zien." „Me-t u is hief wiaft onderis)," meende gene. „Gij- kunt toch leven, mia-ar wij arme duivels nie-t. .Wij .moeten -sltroioiple-n wanneer wij nie-t wille® verlio-ngarletni." „E,n nie-t versmachten Van dorst," zeide de seha-apherder geeuwend. „R'jeik mijl -do (leseh nog eens- toe!" „Recht is Met, to-c-h niet," zeide Joihpn, die- o-p- h-et oio-ge,nblik vroom' gestemd w-aa. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1934 | | pagina 3