Beleggingstarief!
Tweede Blad
flaters.
ZATERDAG 6 JANUARI 1934
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
FEUILLETON
Jagers en stroopers.
ONTSPANNINGSLECTUUR
De wraak.
'Egh ploitselinigl lOip'kloinnoiicl gteviOiGl "vuil
wraak maoikte zich van hem m-eastea-.
(Perisoo.oiiilie).
't Gebeurde 'plotseling
Niemand was er op 'bedacht. Niemand
had; T, ook 'otodt "van [hem! ged-alciht. Nietnianld
had 't ooit van hem- hunnen denken. Nar
tuiurlij'k iedereen begaat wel ©en© een
flater in zijln leven; ©e,n domheid. WÏ©
Weet ;waartae een menpch al .niet in staat
is, .maar 'er zijn bepaalde dingen, die je
'positief niet dóet. Df© zijlni eenvoudigweg
-onvergefelijk. K-om je er to:e in eten raanpi-
Zalig iu[ur z'o te doen, dato' ibeai je weg1,
Dtan leun je eigenlijk! wel ophoopleïen. pfe
hdbt je minstens belachelijk1 gemaakt en
tot spot van velen.
ZoPl wlas 't hier loplf. Niema.nd had 't
van. hem gedac'ht. D|a za-aK zit Zo©-:
Bij) gelegenheid van .een groot® bloieïnlen-
tentoonstelling! waren diverse, regeierings-
ambtenaren. uit Dien Kaag overgekioimem
Ei', was no>g al wlat olm! te do©®! ge-wecte
.Vee lUreteLa.me. D© bloemisten vaia heiejl
het land hadden; na,ar vermogen meegjer
werkt. Do rageering' had een wenk' ge
kregen om! iblijlkieiii van belangstellingi te
geven. Dia iegeerinjgt luisterde en zo-nd
een officieelen Vertegenwoordiger. Velen
w,a,ren meegekomenhadden hun vro|u(-
wen meegebracht. Van heinde ieai verre
kwamen belangstellenden met auto-s jan
ia,u,toib|ussen, traims on trein, per fiets' en
•mk>borr,ad.
Het groot e gebouw van de vedlimlgj
„was in een paradijs herschapenadonis
't in krantenverslagen heet. Films werden
genomen. Dia platen-pagina, v,a,n de gppite
Maden gat' foto-'s van óntzagigplijk groote
'bioemtetukkien. Er werd gespeecht eni dn
regecringst-ambtenaar sprak de bewonde
rende woorden. Na den olficieelen rond
gang iginge® de poorten open en iedereen
snoof "in de verzadigd,:1 bloememhal de -geut-
reni vlan het paradijs. Acht dagen-, veertien
dagen lang liep,t storm. D'ei -entree'® ver
goedden honderdmaal do -gemaakte klosten,
zóó druk' was 't gpWeept.
Ik! beschrijf dit alles zoo. gedetailleerd
ioni daai'in te laten zien ho-e gewichtig'
het geheel© geval was. Veronderstel dat
iemand hij zóó'n grootscho pipiZeit, blijf zoo
'n su-eees, bij! zooveel deftigheid biijj zjoö-
veel 'publiciteit, een flater zo-u begaan-,
dan is hij' Voor z'n. leven gablataaerd.
Veronderstel dat zo» iemand daarenblor
boven n,og een officieel persoon is
lieve hemel, wie zal m©ten de snelheid
waarmee hij- uit de ma-atschapplijf dient, te
verdwijnen. Helbben dan niet alle wlelopt
.gevoeden het recht hem' te ihjhloio.nien.en
na afloop, thuis onder elkla.a,r, in de oluib,
in de sociëteit, tijdens het daniesktprneljo,
'bij theevisite, pp verja,ringdpiart|ij[tje-s het
hoofd te schudden, 'er uren. over na te
'praten met de handen aan den mondj
met; „Zeg, stel je voor",, met „lievlet
hemel, wat een figuur „Stel je voor dat
je zooi iets overkomt1,,, en „Nou je Zoiu
zeggen
Om kort te ga,an. Ziehier het feit. N,a
afloop v.an de welgeslo,agde we-lfen, werd
ten stadhuize «en groot diner gegjaveln.
Do officieel© regeerings-Vfirteigenwoprdi-
g,er was aanwezig -e® een heele rna-ssa
anderen. Er w.a-s toilet gemaakt- Offici
eel -costuiuto vanzelfsprekend. Dp z-aalk
scheen uitstekend te loop-en 11 prach
tige tafel, glaswerk eCht kristal, blioe--
men, als geplukt uit dei sterren, lakeien,
■zilverwerk, lufchtetrs, kanidelaajrs etc. etc'.
:E.n, dgar gebeurd© het iedereen, schrok1.
D|e tafel was nauwelijks ibagonnen dfl
door een onvergefelijk onhandige -bewagjitog1
hoe is 't mogelijk laat He| burgje-'
meester een ltjoip1 ibouj.Ll.oji uit zijn handen
glijden ,over de roib© vam- z!ij|n tafeldame.
'Eien gil! ©eln- radejioioize burgemlaesitje-r,
verschrikte gezi-ahte®, Ibedemikplijlks ge
zichten, strakke geizi-ohte®, stroeve ge
zichten, heimelijk mauw merkbaar, glimh
lachende ge-zichten,. Toeschietend© k©LLners,
toeschietende lakeien,stoittietoeind© verlegen
-woorden van- den. (burgemeester ©en
siprakelooze tafeldame, ppigend zich 'te ber
lieerschten, do-end|a alsof'"t nieti -erg w,ais=i;
met' een ontwakend© haa.t in baar hart....l
Enfin een rad-elao-z©, re.ddelp[o|z|el si
tuatie in één woord een Wanhopig ge|-
val! Om in den grond te kruipen, om te
sterven! W-as hij toch inter ge-en hurgp-
meester geworden. Te lam-g zon- 't wiurdien
do stemming te schilderen van den burgej-
nïeester, de stemmingvan de tafeldam©
en van al de gehopidigjcten. Er was nip dat
moment geen kwalificatie Vop-r het feit;
maar later werd de juiste formuleering
-gevonden -en doorge^e-ven van mond tot
imtond en links en rechts besproken, het
15
Op den-zelfden ia-vond -dat dit gesprek
in -d-e dorpsherberg ,aan gene Zij-de van 'hleit
boscb de- knaclhit we-rd, vertelde ;a,aa die
andere z'ijlde v,an heit bo-söh! die knecht
Koen raad zijn meeislter dat. een sla.nk- groo-t
hert boven op den rug vlam h.etj gehergjtla
stond. Reeds ve,eriien diagem was hle|t daar
en driemffial reed-s had hïjl lwö 's moagens
gezien. Het wiais pen kleinighleid hem nleer
tel leggen, hij' wou zijn kop wiageni duf,
.wanneer zij' morgen vfflojeg ni-ttrokkien. het
hert h'un wa;s. Johaa willigdie: gamakkleilïjlk
in. Zelfs de tranen ©n geb-edjeln van! S.etijle
konden hem nieit va.n dit onzalig© bedrij-l
afhouden. Sinds den dag dat helt mptóje
he-m in het bosich geizien blad, wasl hij! ni-et
meier op strooparijl nit geweest, dei .ge
woonte- echter ,d,e hartstocht voioir de- j-aidhjt..
da goede geleigenhleid, b-oiven lalü-eS die sluwie
knecht waren .sterker geweiaslt dan hatoo
tranen.
Den anderen morgen trok de jonge b-oieir
met den kheichltj vroegtijdig- uit. Lan-gis
verborgen pia.den d-rongen zij steeds diep|e,i
en diep-er in het gebergte. De aohoopi:
mcr.gen die hen van alle kanten tegeln
juiste en -oanig ware wioord: „Een llater''.
D-e iburgem-eester had een „flanel"" be
gaan. Die ras-echte soeiety-lmenschen -wa
ren eigenlijk' alleen in staaf de diepte en
de breedte van dit feit te peilen,'t was
een doodzonde- tegen de ■wellevieinclheidte;-
g-cn de welo'pgev-oedheid. Zp|olang( j-0 nog
dergelijke dingen kjunt doen, heib j» wieg!
te blijven vain, dinars, moet je niet bur-
gemeeistor wiorden, mo,et j-ei iniiot cleelheimfem
aan het publieke l-even,. H|o,e is 't mloigei-
lijk, dat je da,11 dergelijk® verainjfwlooap
delijk'e posten -oipi Ja neemt, waar to|ch
allereerst het voornaamste, het ümum- na-
oessarium, het «enig inioaidzakelijlke, van
pas komt: wellevendheid, manieren en het
vastbonden van, kbpipiem ho-uillon. Zóó-ieits
ging niet aan! die k'unti in staat zijn tot
alles desnoods1, maar dergelijke Haters- zlijln
funest.
Die 'burgemeester was geblameerd vooa>
goeddie had afgedaan. Als j-e to-ch weet
van hoeveel cultureel belang de, manie
ren zijn; en dat jja Ja wereld mloat' klennepi,
waarom wordt ziop'n mam dan 'burgemaesr
terl Hij weet toch, dat hiij| aa,n dkilerp
moet aanzitten. Alleis wat zich voielde in
het stadje, haalde boo-g d-e schpipiuders op
en zeid-e ,;|,j'n- flater" en snoof.
Ja de burgemeester had 'n „flate'r'-'
begaan.
Aardig is hot om' te zien waarvan, da
goede naam afhangt van ,eien ïlatier.
Hiervanva® wiat de mensche® .onder
elkaar believen vlast te stelten, als norm
voor hun hoioggewaardeerde eim broioidnooi-
dige waardeering. Wie daar aainl te kort,
komt ,aau de salon,-,aehtige: eascWnf.
van overigeiUiS onschulcliga maar in zich
VTij-onbclangiiijke oonventies, begaat een....
llater. Maar, als de Ibutrgeta-eester, die.
een braaf mlemsCli was en zlijln klop bouil
lon had laten val'len, aen losbol was ge
weest die- zijn kop iböiuillom had vastg-erl
houden, was hij b'elungrLjjk persona,adj©
geweest. Misschien wil een geleerde wel
eens een, hoek schrijven o-ver het belang
rijke verschil tusssben flaters en zonden.
H. DE, GREEVE, S.J.
Gelukkig zij die wijzer zijn.
Ver van het dorp lag de h-o-eve verscho
len tu-ssehein he-t hooge geboomte-.
Een lommerrijke la,an, aan, weerszijden
me-t olmen e® berken beplant, vo-ert naar
„de Ferlandière". Aam het eind bijl e-ein
draai van den weg ziet men, als klaprozen
in bet rijip-e kor'e-n ,de roode daken dioorr
het dichte 'gebladerte schemeren. Rieichits
en links de Schuren en sta,Hen, i-n hef
midden de wo-ning, waarvoor zich een
ruim, goed onderhouden, erf uitstlrekt.
Het is vijf uur 'si morgens.
Ben witte, wazige nevel overdekt de
vlakte.
Hier en da,ar kan men echter, ©enige
omtrekken onderscheiden i de toren-spits
van da dorpskerk, doior de -opgaande zon
verguld, Komt het eerst te voorsiohijh.
In de. diepte vloeit tusschen de wieid'en
zacht kabbelend, een helder stroompje,
waarin dei -populieren van zijn oevers
weerkaatsen.
Het dorp, is no-g niet' ontwaakt.
Uit een paar eehoorsteenen stijgt e-en
rookpluim omhoiog.
Ba Eerlandièr© geraakt uit den sluimer.
Van alle kanten daialgt het personeel .op.
Zijj verzamelen zich in de ouderwetschie
keuken, die hun -gewone plaats van -samen
komst is.
Da keuken met de-ri antieken schoor steen,
del berookte- dwarsbalken, .de koekoeks
klok in f'ra,aiei glimmende kast en het buf
fet met gebloemde borden en bet vele
oude porselein, biedt in dit vroege mor
genuur een warmen h-uiselijken aanblik.
Aan de groote ronde tafel nemen de
knechts 'hun, plaats in, stevige knapen met
verweerde tin-t -en krachtige- spiieffen, >en
met een verbalenden set-lust.
Clara, de tweede dochter van den pach
ter weet wonderen te vertellen van den
eetlust. Zij komt aangedragen met eien
stapel rogge- en tarwebroioden.
Niemand durft beweren, dat de dagloo--
ners op de Eerlandière niet genoeg te eten
krijgen.
Dei fijne keuken kent Clara niet, maar
zij! kan een voedz-ame soep-, een smakelijken
hutspot, 'n lekkeren vleeschsc'hoitel berei
den, zijl kam de zwakke- moeder bijstaan in:
del menigvuldige1 werkzaamheden van het
boerenbedrijf' en baar oudste zusteir ver
vangen, die in Parijs wo,o-nt voor studie- en
wier toekomst.de zorgzame ouders .ten
zeerste verontrust.
Het weder beloolflt vandaag een maoien
herfstdag.
lachte kon hun weinig schellen; zij! bpdden
slechts oor en 0,0© voor' dei jag-ens wien zij
ontloop-en wilden, en voior het wild dab hiun
niet ontloop-en kón, Plloitsejlingl bemerkten
zij voetsporen in he-t graö en weken
verschrikt terug. Zij' ho©rden eplreken,
spoedig verborgen zijl zich- aióh-ter hoornen
en struiken.
„Komt ma-ar -o-p. Gij' behoeft u niet
ta verbergen wij kunnen samengaan,"
riep- de zwarte schoenm-ake-r en slpromg i;e
voorschijn. Da lange sicihaiap-herder votgde
h-ewi. Zij wilden dien reebok' schieten dien
00 waard nooidig had en zo-o, goie-d betalen
zoude.
Ook Jo-han -en de khebht kwamen nu
uit hun sohuilho-ek ta voorschijn.
„Ik da.cht dat, h-eit Buchlilplzi me-t den
jager was," zcide- de z-warte Schoenmaken-.
„Wij ook." antwoordde, joh-an, „ik ,ge
looill echter nieit dat hij' hier is."
„Niet? Hiji looipit daig en naohit hier
rond en let o-p- all-es. Hiji z-al noig eens hier
komen slp-o-ken a,lsi hiji do-od is."
..Zijt gij heit, hert nog niet opi het spoor
dat hier in den omtrek mopfc weiden?'
vroeig Joihari.
„Neen. wij- heibiben nog geen sporen gie-
zjen. Eigenlijk wilden wij' ee-n reèbok -aan
heit lij-P." j
„Dan moet gijl naar ben-ed,en gaan, d,c,ar
sta,at een groote reebok. Wanneer gij
Er is werk' in overvloed opi velden en
■akkers,
Bonnen korten, -tajid verdwijnen -allen om
hnu dagtaak te beginnen. In de keuikein
blijven alleen moeder eni do-ehfeer achter,
die-, ,als zij elkaar aankijken moeite hebben
om haar tranen te bedwingen.
Hebt ui den brie!# va,n gisteren voor
vader weggestopt-?
- Ja, hij! hedf'ü zorgen gemo-eg1 in den
ho- oitijld. Er is todhl mie-tsl a.an te verande
ren. Nu zij! haar dip-loma heeft behaiald,
k'omt zij stellig niet hier terug. Clara, ,0!
als ik' er aan denk, dat jij ons 010K zo-u
verlaten hebben. Ik verwensoh dein dag,
dat die omgelukkkige ouderwijzere» omzie
Ne-llv haar dwaze denkbeelden in het
ij'-dela hoofdje heeft geziet. Ik zie haar
nog bij- he-t eind-examen naar ,01ns to.eklo,
men met: „Moedertje Nelly uw dochter is
de eerste va,n de school; laat h-a-ar toch
geen koeien melken. U h-abt bepaald ©ein
goeden sp-aartplot. Laat haar stude-eren.
U zijt ge-en zelfeiUich-tig» moeder, la,at haar
wat worden- en u zult zien, later beleeft
ui de- vreugde er van!Nu is- het later
en daar, lees!
Terwijl de moe-der hei-melijk li-are tranen
■alfwisoht jiie-em-t; Clara de elegante-, lang
werpige, gr'ij'ze envclo-plpie met pio-ststem-piel
Parijs en op-ent de-n- brief', die luidde
„Lieve Ouders-,
Niets, nog 'altijd niets. Ik verga van
verveling en afwachting, Bij toav'al kwam
ik langs he:t paviljoen van de stad Parij-s.
Het is het tijdvak de-r examens. Honder
den jonge meisjes wachtten voor het g;e-
oouw. Ik goiv.O'Cldc lust haar toe te 110,e-
p-en: Dw-azen en ongelukkigenW-at doe
je me-t je dip-lonia,'s Wij!z'ijn me,t i°-ns
zeventienduizend je vóór en Voor meer
dan de helft is alle kans opl aanstelling
verkeken. Kunt gij. niet meer tellen!...
Assistenten nam dei universiteit zijn er te
veel, -aan da ministeries benoemen ze, bij:
voorkeur de dochters- va,n hun eigen
-ambtenaren
Terug? N-aar huis? Kon ik ma-ar op
nieuw beginnen. Ik weet z-ek-er ,da,t u; mij
met open armen ontvangt. Maar ho-ert u
a-1 dei spotternijen van de dorpelingen,
die geen mislukking, begrijpen en bet niet
vergeven kunnen, dat ik hun lev'en dan
rug toekeerde. Neen, mijh handen zijn «ok
tel toer en te wit geworden; ik beken: het
met -spiijit, tot zelfs he-t wio-rtelschraiplpfen
schrikt me- af. Ik h-e,b mijn werk tihuils
in den steek gelaten, ander kan ik niet
bemachtigen, ik moet xnij'n last dragen
to-tj het -eind.
Lieve zus, ik benijd je je sterke armen,
den -eenvoud van onze boerimnemdracht
en het leven, dat; je tevreden stelt. Ik. ik
bgra ee-n eerzuchtige -en een gecompli
ceerde, die ha,ar geluk' heeft verb-euird in
het verleden en het heden.
Teneinde ra,ad en i-m afwachting v,ain
beter, kom ik er no-g t,oe een mij,aange
boden betrekking aan te nemen als kas-
houdster (interne!) in een wais,ohiurich-
ting.
Ik scha,am mij u langer om geld te vra
gen.
Ik omhe-ls 'en groeit u allen.
Nelly,"
D-e,zen avond vieren zij feest opi F,er-
la-ndière.
D-a laatste kar met hooi i® geladen.
Voor de,n met ossen b-espian-nen wagen
loop-en zingend e,n joelend de jongen® en
meisjes van de hoeve; boven opi den wagen
zetelt Clara als eèn landelijke godin op-
haar troon.
Van de naburige velden heeft m-en den
vro,olijken -stoet in het oog gekregen, en in
het gouden licht van zionsonderganglzwaai-
en zij- met zeisen, sikkkels en snoeimessen
■als een bewijs van deelneming in d-e onge
kunstelde vreugd.
Kijk', daar is Colas!
Colas is de- postbode, die in het dorp
en z'n gehuchten sinds 20 j-aren het nieiuiws
van de buitenwereld bezorgt. Opl een
halve mijll afstands is "hij te herkennen aan
zijn bla-uwe: jas-, de koperen ip-laat opi zijn
borst en de lederen hooge slobkousen om
z'ijn dunne-, kuiten.
Ook Clara wordt hem gewaar en naar
mate hij nadert, verliest zij haar onbe
zorgdheid. Een treurig voiolrgevioel be
klemt haar het hart.
Hiji heeft .slechtje tijding, bij zidh voor de
EerlandièreZijl kan het b'ez-weren
als men elkaar liefheeft, zoo-alsl zij! en
haar zus, bedriegen onsi die gevoelens niet
denkt zij:.
Ditmaal krijgt zij helaas! gelijk.
Vade-r Colas Stapt opi.den hooiwagen tioe,
haalt een brief uit. zijn tascli tussdhen de
andere nit en overhandigt dien aan de
dochter des-huizes. Hef sohrift is hjaar
onbekend; hij', is geadresseerd aan haiar
blaat, zal hij: spoedig, naar u t-oie k'om-em.
j.k wou het hert heit levenslidhjt uitblazen."
„pk heb geen lokfluitje bij mij. 'Wan
neer wij slecht® een goed sfuk wild ©ndier
schot krijgen i© het mij' hetzelfde. Wioorst
is ook vlee-steb."
„I-en reèiluitje kan ik leeman," zei
Jolran. „Gijl .kunt echter zeker ook cp
■eon beukenblad blaten."
„Laat dat ding maar rusfen ,wijl wil
len eerst dezen slag slaan. Wij' veriie;g|em-
woo-rdigen m,et ons-' vieren vier buksen,
en het zon den duivel halen wanneer wij
niets onder schot kregen."
„Ik -gelooif dat hef befer was dat wij on-s
verdeelden. Twee man maken mind-er le
ven dan vier en kunnen gemakkelijker
ontkomen," meende Joh-an.
„Wat. verdoelen? Vier zien en schiediein
ook meer dan twee. Eerst, willen Wijl ach
ter eens drinken." En hiermee ba-alda de
zwarte schoenmaker z'ij'n gro-ote met 'her
tenhuid overtrokken veldfles-chl ta Vo-or-
s-chrn en na, een flinken slok genomen
ta hebben, reikte hij1 dezle- .den jongen b-aer
over.
„Top, broeder, le-ve de- edele jacht!"
Johan nam dei lles-ch' en dronk' er een
weinig uit. Hef stuitte hem tegen die
oorst ciat het tuig -alles zo-o, lichtvaa.riti|ï
opnam. Gaarne bad bij zich van hen -ont
daan, Maar zij lieten zich- zoo- maar nieit
Veiligst'-
belegging-
mo ed ei'
Weinig later, wanneer het lustige jonge
volkje ronddanst om tweie- groot© vaten ap
pelwijn, nemen moeder en dochter kennis
van clen inhoud yan den brie!#.
Wasscherij1 Sneeuwglans, Parij-s.
Mevro,uw.
Uwei dochter heeft ons veel moeite Ver
oorzaakt. Ach-f dagen geleden kwam zij
tot o-nsi als oassièra tegen 60 franken
per ma-and plus kost en inwoning. Bijna
dadelijk gavo-elde zij: zich zeer onwel. De
dokter conisifate-erde gisteren typhus. Wie
hebben haar naar h-efc ziekerih'jutó doen
vervoeren. Ik gelo-of, dat h-aar toestand
vrijwel ho-peloo-sl is. Wil a duis- haasten
als n haar nog eens wil zi-en, ook omdat
m ge-val van oVerlijid-en zulke ombekende
liken vo-cr de snijkamer der studenten
bestemd worden, waar u denkelijk o-pl te
gen h-ebt.
A. R.
P. S. U is mij, 12 franke-n schuldig voor
medicijnen. Zoolang beiwaar ik h-aar kof
fer."
Na. beëindiging, lectuur sfr-ekt de mo-e-der
dreigend hare hand uit in -de halfdonkere
kamer, naar iets 111 d« verte, wat Parijs
moet b-etaekenenParijs, waar wij- tobben
e'n kwijnen., b-elz-wijken en sterven van kom
mer en teleurstelling, wiji van het platte
land! I 1
Wij va,n het pulatfeland Liefkozend
streelt zij- h-aar overgebleven doichtefr oivlar
da bruine lokk-e-n: wij: aarden niet naar
Parijs.
Zij: valt ne-er o-p haar ©foei. E-en nacht
merrie z-ijn h-aar d-a luid-ruohtige liederen
die v-an het erf! weerklinken
PIEREi L'ERMITE'.
Dhr. Avon Mils, leeraar a,an de imivary
siteit te Cambridge,, wachtte in de foyer
van liet Rioxyrthgater o-p 't Piogehbüb'
dat zijn vrouw en dophter in de vestiaire
het eens waren gelwiorden over den stand
van haar hoofddeksels-.
Hij- liad den ga®g reeds ©enigle taaien
d|oiorlïe|op'en en hiji bemerkte tot zlijjn stdjj-
gende -e-rgeiinis, dat er 'bijtaa geen mens-oh
meer te bakeunen was. Hiet irriteerde hem
gpweldig, dat 11 ordeloos iwaehten. Bijl wEjJz-e
van afleiding trok' hij het garcllijjn vppir de
atap'hitheater-opleininig -e-en weinig opzij',
maar liet het terzielfdertijld wee-r dicht
vallen, daai' ia de zaal dei lichten reeds
waren uitgedaan.
Achter heta hoorde hiji d-a istelmlmien
wegsterven van de laatste beZoakers en
toen hiji -otakeefc, zag h'ij], dat hrijj all-een
w;a,s. - j 1
Geprikkeld door dit gadwlo-ngen- vee-
blijf 'in de fcale corridor, stapte li|ij[ met
beslisten -pas naar 'dei vestiaire, waarc 'hij
Zijn vrouw juist nog de la,atste hand z|a-g
leggen aan den beiigje- S-hetland-miantel van
ha,a,r dochter.
Nancy, riep hij' wrevelig, ondanks
zich z'elf," het is nu Wei go-ad, laten, w:o
ma.ar gaan.
Avon Mills' d-oöhter keek even veront
waardigd op- naar het moirsche geizicht
van haar viader.
Non, nou, vadertje, w-e kunnen niet
goochelen. U ziet toich, dat wc pns -best
gedaan heib-ben,
Nu, laten we dam gaan.
Die oude heer Avon Mills was zijn ega
en dochter al voorgegaan, ma,ar d« groote
had, waiarvau het vfoorpiortaal uitkKv-am
,op- de G eorgleistreet.
Even npig een vluchtige blik vlan Miss
Mills in de ovale wandspiegels iboiven da
lag.e zware latabrizieerring maast den uit
gang, en toen hola bet zopi toevallijgj
'k'wam, wie weet het? .als uit één monid
van moeder ie® dochter:
V-ader, je h-eibt j'e hoed vergeten!'
Avon Mills voelde do-or ©en soort vtero
scholen zintuig, dat het nutteloos, was
naar 'zijüi hoofd te tasten, da,ar dei ho|eld
wegzenden. Hij hield zich altijd voor ee-n
extra, fijnen stroop-er, ofschoion hij- in- de-n
grond deir zaak niets b-eter was dan zijl.
Wat zij- waren, lton hij warden en hdj( jwlais-
reeds tamefijik ver o,pi weg. Maiar hij duref-
dei zich niet uitlaten hoezeer hiji die -schto-
ken verachtte-. Zij waren zulke dikke
vrienden als haddeif Zijl elkander honderd
jaar gekend.
.Zoo gaat heit. Wie zich meit wolven
-afgeeft, mo-eit meehuilen. Overigens wordt
men nooit zo-o- gemakkelijk vertrou-wd -a.ls
wanneer m-en gemeensc-h-a,plp|elij|k opl ver
boden weg gaat; het 'is, waar, de vriend
schap der b-oo-zien litoiudt in mopid en gevaar
weinig stand, maar zijl .sfeun-emi elkander
tac-h in hun drijven, zoolang het ge-en
gro-otcre infers koisit, en in dit opzicht
kunnen de beteren die miee-sfe! hum eiglein
weg gaan, van hen 1-e-ere®. Ook' de stroo-
p-e-rs kenden elkander, ten minslfei bïji n-aiam
■en wanneer zij: elkaar nog -niét kenden,
dan was het eertste samenitreï-fieu iem die
geda,elite reeds genoeg!„Gijl pitrooplt -opk"
om elkander als' vrienden m broediars te
beschouwen -en elkander wedlerk-eiarig te
helpen.
Zij! gingp-n verder; niets eobfeir kgeigeiD
zijl onder scho t. Het wild scheen van weide
veranderd te zijn.
„Wij willen eerst wat eten," zei dia
zwarte ©cho-enmak'er, „en dan z-ullen wij
er toich wis en zeker niet te vinden zoan
rijn. - '1 1 1
Hdjl staarde ee-nig© oogemlblikk-em van -al
geheel© .ontreddering in het sarqasstiosih
gelaat van Ziib vro-u,w. Een 'bahnlplz|a|m©
'bedienda spromig to© -en vriopg, loifi hiji hem
van dienst ik» zijn. 'Maar Avon Mills
drong hem op-zijl en snield'e terug, naiai" do
vestiaire, waiar hij', na, tw.-e-emte-l veirkeeelrd
te zlijn geloiQpieini, ©indellij|k -zijp. hoied vond.
Maaa; juist wilde hij! weer h©emga|a;n|,
toen het tot li-em' doprdro-nig, dat ©r naast
z'ij'n hoed tw-ea parapluies hinjgen, wclko
liet met ontwijUeJIbar© zelk'erhefd harfkenlde
■als die van zijl® vrouw en zlijjn dochter.
Met een vlugg© beweging «n! -elen 'ge-viOial,
■of hij' iets kwaads deed, greep' Mr. Mills
de parapluies iem hield ze mlet Zijn linker
hand verborgen, achten- Zijn rug. Hlij
mocht deze gelegenheid ini-et laten voo-rr
bijg-aan; ze wias te sohooim. Na, deize ver
velend© se'è-nle mtet demi hoed, die natuur
lijk weer nieuw© stof' voor haar plage
rijen Zo-u, geven-, kwam! h©m daz© onver
wachte vondst luitstekienid van pas. Tiot
Zijn groote lolpl-uic'htinig waren d-a tw©e
vro-uwen reeids d© verlichte oprijlaani in
gegaan, langzaam- voortgaande in de
schemering, w-elk© ei- hinjg tussohen t-wc-e
elkander öp-violgeindle! tooglatapfen.
Hijgend va®, inspanning voagjd-ei Hijf z-icli
bij haar.
Miss Mills hegpn:
Nancy, lach je vader nu niet hit.
iJ|e weet, dat! hiji dat nitet graag hepfü!
En tot haar miam:
1 H-o,e is het tooh iniogeiliijlk, Avon! -Nu
sta je tien minuten pp -ons t© wlaoh(ten.,..v
Eien half u|ur, bedo-el j©!
- Een half uur da®, diajti m|a;ak't -de -Zaak'
nog mooier. (J© staat ©ei® h-alf uiur op ons
te wachten leinj -als wie d-an eindelijk willen
op-stappen, mlo-ete® wte nog staan w|ao'h-
ten op j'Oiu,O, o-, o.
1 .Wat tao,et je nu weer mjet je pi, pi?,
jlje zult di© v-erwtensehtle Verstrooid-
keid nu to-oh ook iniooit ©ens afloeren.
Wanneer w-ordt j-e nu tooh ,w)e-er ©ens
mlensch
Een gelaten Zu-clit van Avon Mills. D|a,®
gaat ze door:
Hoe is het tooh mogelijk, Avion,,
ho,e is het tooh miogelijkl, Avian, hide is 't
to-ch naioigelijlk'. 'fk "acht jb(u wel in staat
om- -op ©en igoieidan ke-er Zond-er haoifd
thuis te kotaen.
Ee-n y-erdoklan lachje van Nancy. E:n
Bieste Avan, waniUeier leer j-e nu-
toch eeins taee-r attent te zlijln, op da
gewone dinigeta- van h©t alLedujagfsehe
leven? J|a ziet ons tooh plok niet ZUÜkfl
malligheden uithak®, alls jij! j© -pei-mit-
teert- Wjeos tooh -e-ans- m-eier op!j© pui-
viv-e'je slaat altijd Zoo,'to gek figuur
met die noodeloioz© dommighedan-, Niet
waar, Na-nicy? Helb- je tar Rushton, odk'
zien lacham, taiein- j© vader daar ■Zander
hoed naar huis wilde gap®?,
Nancy knikt gewillig, em haar koralen,
o-oig-jes ib-nkelen ondeugend ac'hter haar
bruine violette.
O, O-, 0
Av-on Mills Voelde, dat hiji het spie!1
zou bederve®, ,als hiji Zi-bh Mnju bqois ginjg
maken. Hij was al blijf, dat de twiae) .ainldia-
ren niets beimierkt'eni van zijn -gedwongen j
houding -om-der het loop-en. D|e arm-, waar- I
mee hij! de- parapluies -achter z'lj|n xu'g J
hield, 'begon na verloop van ©enigen tijd
Zijn energiei te verlieZem. en -Zajktle dien- 1
tengevolge door die- gjew'eldigpe inspan- I
ning waarmee hiji de- t'W-ee regcnschermlan j
vo-or zijln vrouw an Nancy v-erbiorgpn
wilde ho-uden, al lager an laiger, tot hij j
arm voelde. Nooidgedwon-gan ni-oest alzop
zijM andere arm ie.r -blijf" ta pas UoUnanj.
En hij' loan de aandacht van z"n vrojulw
bij dez-e beweging gclnkkigOp tlijfd af
wenden, doioi- haar cp-mierkzaam te maken
op de geweldig© aantrekkelijkheid "w|el!ke
opi de nreeboik' losgia-an." En weder haalde
hiji zijn fleis-ck te voo-rschijn en reikite hja-ar
Johan to-e om er uit tei .drinken. Koemraad
p-ak'fcel ook uit en deelde broo-d en vlaedeh.
rond.
Zij- ze-tten zich op: e-en baoms|tam, het -ge
weer in den -arm. De 1-an-ge schaapheirdeii'
■echtier a-an nieit® doen ac'hlter zijin -sidha.p-en
gewoo-n, wi-crpl de buks- -w-eg..en lagldje- zich-
zo-e lang als; hij- .was- -o,pi het gro-enei gras
ncier. Zij staken hunne pijpen aan-.
„Wanne-er me-n zoo ronddoolt ?bn-der
iets te schieten, zou men e]ea wiaerzin
te-gen bat h-andwerk krijgen," z-eidlei de
zwiarte scho-enmak'er.
„En wann-eier me|n da zaak' in ÖZn
■grond beschouwt, iö het -o-ok, een slecht! en
verwengcht handwerk'," zei Johan. m
zuchtte- diep. Hij dabhifc oian, Set j-e. „Ik
wou dat ik nooit ©en geweer had ge-zien."
„Me-t u is hief wiaft onderis)," meende
gene. „Gij- kunt toch leven, mia-ar wij
arme duivels nie-t. .Wij .moeten -sltroioiple-n
wanneer wij nie-t wille® verlio-ngarletni."
„E,n nie-t versmachten Van dorst," zeide
de seha-apherder geeuwend. „R'jeik mijl -do
(leseh nog eens- toe!"
„Recht is Met, to-c-h niet," zeide Joihpn,
die- o-p- h-et oio-ge,nblik vroom' gestemd w-aa.
(Wordt vervolgd.)