RTS
MATSEN
- GOES
TRAAN
SlTHIEME
N AT I O N A L E
VRDS
GOES (ZEELAND]
Tweede Blad
i van Schaatsen en
verkoopen*
HE COURANV
N-BAAI
ZATERDAG 9 DECEMBER 1933
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
- KREUKELMARKT 7-9
de Pilaren,
Tractatie uit de bonbonnière.
FEUILLETON
Jagers en stroopers.
ONTSPANNINGSLECTUUR
LEVENSVERZEKERING-BANK
f 10.000 bij overlijden-
f IN HET KRAAIENNEST
KERKSTRAAT 2
OES, TELEF. 474
3SW
tl, thuis aan
3ns gemoed
nbos rookt
D E denkt,
soven leest.
:ht in 1753.
per ,/2 pond.
O fl. wijn.
ODE WIJNEN
sup. p. 12 fl. f 12,00
p. 12 fl. f 15,00
p. 12 fl. f 16,20
svué p. 12 fl. f 16,20
tte p. 12 fl. f 16,20
gogne p. 12 fl. f 16,80
12 fl. f 18,00
12 fl. f 18.00
12 fl. f 18,00
oor geheel Nederland.
NG
ERENSTRAAT 63
soopt deze dan in de
an bevat een hoog
uiste verhouding en
eischeu.
cent.
nomen tegen 15 ets.
(Pftriscoio^ie).
Ep is weinig1 nieu'we in de wereild. iZelfls
het proces-V. d. Lubbe begint bet vervélen.
iWie| hadden gehoopt, dat hat olpitreden van
den Rijksminister Goering teen beetjel pret
tigs variatie z(o.u brengen, maar hij trao-
teerde de beschuldigden en dei hqele luis
terende Wereld op zoo n pojetie kolossale
oinBataotenlijlkhedendat de aardigheid oplk
daarvan gauw pi' wias. Daarbuiten is et*
ook fl niets bïjlZomders, ,z|o,Tidat er in 's hö-
melSs naam, niets anders op'zit dan in deize
taaie omstandigheden maar rustig doen*
te -leven, om met de gedachte aan den
hemel oi' een betere toekomst, er van fe
tmalkcn wat er van te maken is. Met dit
aoiort van galgenhumor komen we .al een
heel eind; maar toch nieit erg var.
't Kón allemaal zloia aardig rijk o,p de
wereld; zoo prettig, atop geezllig maai'
't is niet zoo aardig, zop prettig cn izoio
gezellig. Als je tenminste de drie artike
len gelezen hebt in ,,de Maasbode over
„Moderne Giftgassen" voel je koude ril
lingen over je rug loepen. Gelk is dat
toch, dat rege'eringen doodbedaard bezig
zijn om heele voorraden Van dat goedjje
op te doen en zorgvuldig te bewaren voor
den dag van de oogst, ais magere Heiiln
niet meer met een zeis1, maar met eien
gasbom over dei huizen gaat. t .Staat ©r
allemaal zoo koelbloedig neergeschreven
zoo doodgemoedereerd uitgerekendhoc
die damp- in de neusholten kómt, aflglljldt
langs je sllj'mvliez'en, binnendringt in al
lerlei organen. Ze hebben mathematiseh-
juist berekend wa'dr de gez'w'ellen in je
gezicht zullen komen, hoé de huid zal
otepngaan, hoé de brokkeii er ai' zullen
vallen, hoé benauwd ge zult zijd, hoe je
Zult hSj'gen naar adem, hoe je Zal stikken
■bijl gielbrek aan lucht en biiji gebrek' aan
een normaal .werkend .adem'haliugs-iaipipia-
raat. D|e heeren uitvinders hebben miet
d« grootste liefde je lichaam bestudeerd;
ze hebben alle zwakke plekken rustig ge
registreerd ,en met veel Zorg cn groote
liefde precies uitgerekend, hoe. Ze je op
een absoluut afdoende manier op. een ver
ren afstand, zoo ellendig mogelijk aan
je eind Zullen hulpen.
't Is verbïjlsterend te denken, dat naast
het leger doctoren en medici, die als roe
ping he.bben de lijdende mensehheid te,
genezen .en do gebroken stukken wejer
heel te maken, een ander leger van min
stens even knappe menschen met groote
insp aiming van 'krachten, zitten te stu
dieeren en blijkbaar als roeping hebben,
hoe ze de gezonden z'ick en de hééle lede'-
maten kapot Zullen maken. Die eersten
voeren stfij'd tegen de dood: de anderen
juist andersom: tegen bet leven.
'n Fijne wereld is 'tl En Ide regeeringetn
dwingen practisch elkaar om dergelijke
vernielingsmiddelen te ko.opcn, aan te
schaffen .en duur te batalen met geld,
waarmee je .eieren en melk' zou kunne®
koppen. Dc duur-betaalda da,od! Met een
soort sadistisch genot beschrijft een vak
man hoe een stad er uit ziet na zoa'n
g.as-,aanval. Jp hóórt het doodsbenauwde
stikkiende gerept© lvan onschuldige vrou
wen, kinderen .en maninen.
■Het krankzinnige van dat alles- is, dat
een heek wereldbevolking dat, onder stil-
Zwïjlgcnd -protest, ten slotte toch maar
goed vindt.
Met .angst en doodsnojod ziet m>em deze.
dudvelsche, demonishec tractatie van mos
terdgas en phosphogoen tegemoet.
iWe Zullen er niet langer over uitwei
den. 't Is een beestenboel. iA ijgVzien.
ziatfo van deze krankzinnige, verhoudingen,
is bet scho.uiWsp.el Van de m.emsc'bhhiqid
allieisbehalve verkwikkónd. W-at een ru
zie-makende bende, Wla«rib!ij| alleen del ad
vocaten en de rechtbanken gebaat rij®,
die deze ruizi-as uit fe vechten kfijlgle®.
Dja menschen homd-en er een qigleai traci-
tatia op na de dagelijksche traidtjaii-e
op hatelijkheden, scheldwoiord-en, jalp,uzie,
nijd,h ,aat, .achterdocht, wantrouwen en
laster. Ze kunnen elkaar 'gewoonweg niet
niet rust laten en als iemannd" gelukkig!
is, rijn rijm buren of! rijm familie of
rijk kennissen, of izjijjn. winkelier of Zijn
eigen vrienden, er direct bij om liet hem
of haar .afhandig ta maken.
Zia moéten praten, Za moéten sitjojketni,
ze moéten rondbazuinen, 'Za moéten las
teren. Ze moéten zich 'bemoeien met de
zlahen van anderen. Ze moéten ve-iinie1-
len en ze loopien 'f liefst overlijken.
Prettige tractatie daze knokkende
mensiehheid 1 1
En het kón zo» miopj 'rijh!
Ik iweet dat we in den wind roepen,
4
„De.zen ga,an slechte uit liefhebberij
en voor hun gemoeigem, en daarbij: riohlt
zo,o,'n zondagsjager niet ve-el schade aan."
„He© Ji.goed; in het eerst gaan zij
.allen dezen weg, ojpl. maar zij laten toch
niets liggen van w,afb zij schieten; en
heelt men eens ,'n gelukkig soboit. gedaan,
dan is men ,er zon s|pöedig nog, niet af."
„Met dezen kan men echfei* gemak
kelijker klaar -kómen. Zij. zlij'n zoo brutaal
en gewetenloos niet iafa «en stroopbr
van beroqpi."
„Het zou -wait. Wie zich. meif strooipierij
aljgeeft, moet op .allies gevat zijn. Zij
maakt iedereen tof een schurk, al ziiet
hij er ook niet na;ar uit. Ik verllroiuiw er
geen-één. zoolang hij een buk's iniranden
heeft."
,.V,an ons dorp strooipje® zij echter ook',"
zeide de jager. Een blik vol valscbbeid
en wrok vergezelde dëzle woordjen.
„Ja. dat weeit ik. Er zijn daia-r 'n paar
spitsboeven, die zich met strikken af
geven! Kon ik- ze maar eens betrap
pen. Zij vangen meer, dan mein denkt.'"
„Neen. dien ik meen. stroopt m«t kruit
maar toch, laten we 't ma,ar beproeven.
Wie weet of tenminste niet' e&n of ander
-er door getroffen wórdt.
Als we. eenns begonnen ouüe medamen-
scbeu d. i. onze huisgenoiotcn, -omzie omi-
geving, onze buren, onze, vrienden t-o
tracteeren op. ouz'e. liefde. Wat een, kolos
sale verandering 1
Als wie nu in plaats van ta la,stere|d
ials gewoonten aanleerden, iets, goeds te.
zieggen. Als we als gflwloonte. aannamen,
in plaats van af te kammen, apf te klam-',
men. Als het gemiddelde publiek' al vast
begon niet direct ie,ts kwaads, maar heel
direct iets goeds te denken wat een
verandering. Als al de gevaarlijke klap
eksters van de parochie plotseling ver
anderden van kwaadspreeksters in goed-
«p re-eksters 'hoeveel ergernis wiord ei*
voorkómen; hpeveal minder zielen gingen
dan vertonen.
Ja, laten we toch tracteeren uit de.
bonbonnière der naastenliefde. We heb
ben een klosteitjlke glimlach wlaaroljnl
zij® we er zo» z'uinig mee? iWe hebben
vriendelijke woorden Waarom potten
we die zorgvuldig op! Er z'ijh beroerde
tractatics genoeg; dei regeoring t.'raotdert
ons op belastingen, do internationale kif
tracteert op gasbommen en giftglas. La
ten w'ij tenminste tracteeren p,p liefda.
II. DE GREE.VE S.J.
KALFSLEVER OF
Een klein voorportaal verleent toegang
tot de woning van het arbeidersgezin op
dc derde verdieping. Djo 'behuizing be
staat uit de woonkamer, het ke®kentjó
en oen ruime vertrek daarnaast, dat als
slaapkamer dienst doet.
Op het -eerstei gezicht ,ziet' het e.r in
da huiskamer vrij' aardig uit, maar dra.
bespeurt men ergerlijke teelklenen van
wanorde, van vervlak De. sierlijk© meu'J
beitjes, de gravures aan den wand, de
snuisterijen op -schoorsteen en buffet, de
vele fraaie handwerkte® getuigen nolg-vha
'n vroegere® welstand en van dc® nijVerer-
zin en goeden smaak' der huisvrouw, een-
Parïj'sch mode'-werkstei'tjei, dat in de eer-,
ste jaren van haar huwelijk! niet den
braven, valfkundigen monteur, den hemel-
op aarde dacht te hebben.
Maar een kille wind is neergestreken
fiver dat zonnig plekje cn heeft de oran
jebloesems van den giedukhkrans verdord,
de herinnering aan huis-elïj'kten vrede en
vreugde weggevaagd.
In deze avondstonde loopt de vmiuiw
als doelloos heen .en we,er in het WMon-
vertrek. Onwilleikeiarig tasten haar han
den naar een stofdoek, .waarmee z'ijl ach
teloos over buffet -en vensterbanken heien-
strijkt. Die stofdoek, ontvalt haar hand,
cn ziijl hervat haar gedrentel.
Als zlij' even het keukentje 'binnengaat,-
om ©en oogje te hoiuden op eeu pan, die
wasemt boven het gastoeistel zliet z'ij' er
in het schemerlicht pit als een van de
lijdende zielsbedroefde Madonna's' zboalsi
de artisten (uit do 13e .eeuw bijl voorkeur
sóhilderden. I
Het vertroklcen en wasbleek' gelaat
hccf't de schoonheid der lijhen niet ver
loren maar de oo,gen hebben teveief gte-
w-eend, het geheele lichaam hóeft tie.v'eél
mishandelingen verduurd dan dat .en- nog
sporen van lieftalligheid konden o'ver-
bl^hen.
Zij' was een bekoorlijke verioiof'de, een
toegewijde echtgenoote, een bldj'de jónge
moeder, en i9 geworden do angstige on
verachte slavin van den ruw-en dwinge
land, sedert hïjl door valseho ma-Mfers
verleid, aan den drank is verslaafd ge
raakt. 1
ZSjl wacht zdj'n thuiskomst ai'. Aan zijn
blinde woede en Wreede slage® denkend.
Zucht z'ij': Ware deze avond maar zijn
laatste, ik Zou zeggen, Goddank,1!
Niu hoort z'ij- in het trappenhuis eein
stap, dien zijl herkent. i i
HSjl i s hetIn de gelukkige dagen
van h-un huwelijk ging zjijj hem tegemoet
tot de onderste verdieping, en -om hem te
begroeten vond iij v-ertroiuwelïjke en lief
kozende benamingen en vroo-lïjik gebabbel,
dat' hem vermaakte.
He-den gaat- ziij! niet naar beneden. Zjj
wacht
Hiet wachten duurt niet lang. Een
schielijke i*ub aan da bel. Zlij, o-pont de
deur„Ren je daar", zegt aij! om toch iets
te zeggen.
Dlat zie j!e welen zonder meer
hangt h'iji zjij-n -pet opi, trekt e'ijh fj'ar»
uit, zijn schoenen, en eet iz'ich aan tafel.
Zijh gozicht heeft een harde-, norsch'he
uitdrukking.
cn lood."
„Dat -geloof' ik niet. Wie zpu het dan
zijn.?,"
„Aan wien niemand denkt. Ga,a,n wij ca-
uit, da.n gaat hij e-r in. Hij! sohietj meer
dan men denkt."
„Zeg da.n op, wien meent gij
„Het is onze buurma®, Jcïhan, de
jonge bioieï."
„Wat.? die .eein stroiopief
En nu vertelde de jager hoie hij- in
Johdn vnoieger, toen hij- nog opi de bber-
derij w.as, dikwijls Waren- 'weiggeslppen e®
meniji: haas heimelijk het levenslicht had
den uitgeblaze®. Toen hij' groolter ge-
wórde^ was. ha.d hij het misdadig© hland-
we'rlc óijHgieg-evemde boerenzoon ha,d het
niet kunnen laten -en was daarom een- go-
s-leipien -strooiper geworden. Een alwö
kiiledht begeleidt hem staeds'.
Dia houtveslteir wilde hef in 't «erslt
niet gletoove®. De- jiager verzeikeirdei heim
■echter, hij h-a,d vo-or eenige dagen niogl
de>n jongen b.oer met een buks ge-ziien;
hij 'had o,p e,en afatanid iojp| den -uijtikïjik:'
gelsta,a® en de kne-c'ht Koehraad had hem
het wild -tocge,dreven. Hij kón heb niiet
bezworen -daar hij niet in de nabijjh-eid
was geweest, maar hij 'had zich toöh! vol-
strielkt niet vergist. De houtvester trok
hiet voorhoofd nu donkerder te Zameoi.
Da kiem van wantrouwen W|as «enimaal ip
Je soep is te warm._
H,o,or je niet
Ja.
Eien stilte ontstaat tusschen hen bei-
dén, vol v,a,n booze 'bedreigingen, de stilte
die den storm voorafgaat.
Zijl haalt cle pan van het gasfornuis ge
willig, onderwOrplê-n en o'p al-les v;0óirih«-
reid. Z'ij w.eet -eagenlïjik niet, waarom zij
gisterenavond nog probeetda aan de vuis
ten van den" dronkaard te ontsnapVe®- cn
aan rij® geweldige schopelp®, di© de deur
van het buffet hebben ingetrapt. Heden,
morgen, wanneer God wilZij! is liet
]»ven moe.
Die® dampenden schofel zot rij- voor
hom neer.
M«t beide armen leunt hij! op de tafel,
terwijl zijn vingers zenulw!achtig zich be--
iwlqgen. 1
Wie,er lever?
Je hebt er gistellen zelf om ge
vraagd. I
Ja, maar om' kalfslever
Hie.t is kalfslever.
H«t is run diever.
Bijl d-en slager heb ik kalfslever
besteld en ibétaald
Antwoord niiet! AntWojord niet'! Gee»
woord meer, zeg ik je.
Met een iórscben ruk wil h'iji fa tafel
van zich .afstooten. Het vaatwerk1 valt
op den grond. Djan gaafhij! Wg Üe slaap
kamer, waar hij! een geweldig lajwaiai
heigint, onderbroken doó'i" vlpeken en ver-
wenschingen. Zij' hoort hem al de: laden
van cl© groote kast openen.
Gelaten, wacht zij- voor de Zapvoelsto
maal op wat gebeuren gaal.
Een ©ogenblik van diepe stilte, gevolgd
door drie knallen van Zijn pistool en het
geluid van het gebroken wasclistel. Nog
een schot en cc® Zware massa, plof t-neer
op den grond.
Die dronkaard heeft Zij'u eigen vonnis
voltrokken.
Diaar straks heb ik den ellendeling ge
zien in zij® bed; hij. kromp in een va®
de pijn en wrong zich als een woajm
pfldcr het met bloed hevlekte lakem. Het
biped was. overal heengies-piat, tegen da
Zoldering, do muren, de meubels, t.ot op
de leege kinderwieg.
Is het. met hem gedaan? vroeg ik
aan den geneesheer, die helm verbondlen
had.
'Een kogel in den schedel, he.t bee.® is
Vterbrijzeld, binnen tw-eio uur is liet afge-
Iftoepn. Ik geef hem nog .een insulpitinlg
met ether om hiem hot sterven tel Vei'lichlbl-
ten. D,at is vandaag mijn derde Zelf
moordenaar. Wiaiar mioet het h-een Z-o©
heb ik het nooit beleefd. i
Ik nam d© kaars, om mij' te Vergewissen:
oil alle bewustzijn geweken was, maar da
dokter drong mijl o.pzijl: Niet .zfo|0} dicht met
de vlam bajl dien ongelukkige. Hjijl heeff
Zooveel alcohol gedijouklen dat h'iji vuur
iZoiu Vatten als een pak watten
iWat daarvan rij', ik' moest den mau aan
rijn hopeloos l;ot overlaten len begaf mijl
naar de vrouW, die ve.-bljlsterd, in elkaar1
geidoken z,at in een hoelk van de pnderc
learner.
En dat was) he.t werk' va,n dien snood-'
aard, van den drank
Arme vrouw en martelares, jairm-e;
kamde-ren van den dron'kaau'd, die in liuof
Zwialkk© lichaampjes- do schuld van dep
vader moeten booten.
Toen ik haar op den schouder tikte',
vestigde het ontdane schepsel hare doffe
ooigen op mij', en mysterie van het hart
©ener vrouwdien 'woesteling, dien dronk
aard! „Zij' beweende hem."
PIKR.E L'ERMTIE.
PECH.
Jong© -Siem was ,al net fills de ouw-e,
-even lu-stef.ioios' -en lui. Jiong was hij- eigen
lijk niet meer te. noemen, vte-eirtiig1 jiaiar
Was 'hij! Een zwerver o;pf middelbaren
leeftijd dus. Ma,ar hij werd dooi- die, öoll--
lega's Jonge Siem genoemd, omdat rijn
vader ook Siem beiette en aVepvteel zwe'r-
vcrlolenten bezat, alls zijn zJown.
'-s Zomers deed Jonge Siem .alsof! hij
schoensmeer verkocht, maar als hij. een
doos van dia rommel kwijtraakte bad' hij'
da past in .als ©en gfoaianda zondlaarsriiei
in eein uitersten hoek van de hel. W|ajnt
'hij had dat boiClit nieifc om te verlioioiple®.
Alleen om de iplolitiie geen kans tie. geven
hem in fe ipiikkem widens bedelarij..
Sie'm kreeg Imiet hedeleai zijn dag|5oioin
aardig bij lelk'aiar en aïls hij! den nacht' op
©en. inank in ©en der stadsparken, of in
,een onbewoond huis onder ,ee|n stel oiuidia
ki-ar.be® had doorgebracht, sinaaktlei dia
ochte-ndbbiïrel drommel!» ib'est.
hem gestort. Wie dan jioingen. jager poli
ter aandachtig had gadlegeislagtem, zotu, ge
zien hebben hoe een trek van boosaardige
vreugde zich- over zij® gelaiat'verstplreiddie.
Nog lang zaten zij da:ar o:pl dem uitkijk,
strooipers echter was niets .te- zien 'of
ta hoo-ren, Tw,e© dagen lang werd- het
gevonden stuk wild btewtaiaktdie Situoo-
p.ters sdhenien -achter lont gernklem te-
heblben en kwamten niet om het wild
af tel halen.
Die dacht er van den fcscliwaehter.
„Zoo, zijt gijl daar eindelijk'? Gij' hablt
lang opi u Haten wachten.," zoo s|p|rak
ee® o.j:gos<dio,ten jonlima® 'm jong zwart-
aoioig: meisje tea ©n reikte haar vroolijk!
de| hand'. Zij wa.s in gezelisldhapi va® ee®
oude. vi-ioiuiw. coigensehijnlijjk hare moeder,
■den sdhutteirsitijiin !blinnielnigeltrade.utwéie
kledno knajpem voegde® haar.
„Ik kon niet .ear," zei het meisjia «n
gaf den jonge® main zonder asia'zelein banid'
en arm.
„En waarom dan niet Waniueier het
sclliutteirsfeieisit is, moet .geen jong mieisj©
marikeoren."
„Ik had in huis nog iets te doien. En
daarbij onze jager wilde mijl hierheen
vergezelltea en dat vieadipiots ik niet; ik
hebl hem eerst laten gaan."
De muziek vie lia. Zij deed het lichte
ROTTERDAM
Voor een tijdelijke verzekering van
betaalt een 25-jarige
slechts 80.per jaar^
Dat was da zomer, dat was goiejd. En
a© helft van da heirflfst zoo.' ongeveer ook
nog wol. Maar .allls het tegenmidden
October liep. dan kwam ej'k jjaiag weer
dat heldei'zi-enidio oogiaubtik. Dan. wist hij,
dat het tijd word' om do dianiaarsi va®
Hermandad- boos ha® te. zie® e® da®
ingerekend te worden. Ep® (jpiax welke®
later ;als 'n hulpeloos sóheipsel voor de®
Politierechter en het was dik in orde.
Dan had hij weer een warmen winter in
Veenhuizen. daar was het beter dan im die
kou. E® tegen do lente. hallSf Maart onge
veer werd hij- daar ontslagen, en ging
hij dc wijlde wereld weer in.
Ik zal w-e'l ergens werk krijgen, me
keer, wias om die® tijd zijn trouw opti
mistisch geizegda tegen den dineiCtieui* va®
het huis. Maar die woorden waren ©Ven
gemeend als het „lieveling," van 'n vrouw
tegen haar aangekoppelde, als ze cie®
niauwo hoed wil heblben.
Zo© sleet hij «en leven. ©Vein primitief
©n lui Adam destijds in heit Paradijs toe»
Eva er nog niet w,as.
Nu wil ik u, atlee® vertellen, wat ee®
iptschvogcl Siem dit ja,ar is geweest.
Bot was al eind O.otobieir ,en bar kond.
Tte lantaarns gingen om vijf uur neieds
na®, ©en fel koud© reg,c® viell dikwijls
neer en er wa:s soms een strakke, venij
nige wind. die doordrong tot onder je
hemd. En nog steadisi hia,d Siem gee® kans
gezien om d-e tegen die® tijd z'oio. preibti-
gan sterken arm va® den een of anderen
pjolitieiagent ,oip z'n schouder te voe&e®.
Toen was hij op ,e,e® dag ten einde raad
en vastbesloten opgepikt te worde®.
Met verschrikkelijke plannen liep hij rond
au hot had nog geen negen uu:r geslagen
die® avond of' hij toog reed» oipl pad.
H.et eerste wat hij zag sltaia®, toen hij
uit zijn nuichitviepblijl ©em fceiege hoiuitie®
schuur niet e-e® nuttigen vloer kwam,
wa,s ©en auto. Een 'nieuw© vierplersoionS
wagen. Hij toog er op! tuf. ging -als. qan
verdacht individu er rond omheen slen
teren cn deed tensloitlte het [porfier open.
Op den hoek va® de straat stond een
agent mot loenseh© Argusoiogen naar hem
tel staren cn de. ma® kwam langzaam
naderbij gestapt. Siem wiet, dait 't den
"O-eden kant opging.
Maar 't eiersite ongeluk' kwam in den
persoon v,a® den automotilisil, -dia toen
Siem hot pjo-rtier 'had opengegooid, hepi
eien tik opi zijn schouders gajfl c® jjeii
Diank je, wel, jonge®, dat je Zoo
goed o,p mijn wiagcn hablt gepast. Hier
heb je eien stuiver. E® Hermandad'» die
naar verdw-e-en gierusitgesitieid Weien* achitpe
da coulissen. AutoibBw-akers kun je toeh'
niet inreken-e®.
Om even tien uur slenterde hij- in de
Langeistrant. Bij Tansen, dem bakker, wer
den juist de Wfligons met versch hrood
gevuld, en Siem had honger. Ondamks de
agent, die opi neg -g.ee® honderd meter
afstand het verkeer regelde, stapte hij
naar een der wagems en gapte iqen piaar
kladatjes. D,e b'akkcr zelf stond in de
deuropening cn zag het. E® in, plaats
van dat diet vent. dein agent, wiaarsidhuW-
de. ging hij na,ar Siem to© -e® vroeg hsm
Heb je honger, vrind.? Wiaidht, hier
heb je ntOiO? e«eai briOiO'dJe.
Met 'n versch bruin brood i® zij®
knuisten kon Siem verder stiefelen. Do
verkeersagent schudde wijsgejerigi z'n
agent enhoofd.
In de Hoogstraat, de druksite sjtraait
van de stad, kreeg Siem e©n vlaag vh®
woede, omdat hem niets gelukken"' wou.
Uit den goot nam hij' 'n gmoitl situk
baksteen, da,t daa,r juist, lag en, terwijl
het razend druk was in dei straalt heit
was juist twaalf' ,u®r gelwleest e» ieder
een spoedde zich naai* huisi smeet hij
door- een v,an de grootste winkelruiten djo
kei met een flink vaartje'. Rjnkeïlend v'lo-
g'em_ de scherven oVeral hólen. De wan
hopige zwerver bleef lonvÓrsldhSllig kij
ken en wachtte op! d'en p-olitiema®, dió
overkleed af ien spoiedig mengde het jwngta
pia,ar zich onder de feiestviere-ndien.
Des bbsehwaehters dodhfer was göhjt-'
tien jaar e® mocht, zich wel iaite® zien.
Een nobele glestajlte, hruine harem zoio
glanzend .ajllsi ©e® kastanjie die uit de®
b|aiS|t breekt, ocigen z-op, vol, Klop kjlaar,
rooi vriendelijk', diat me® ieder© giedach-te
ex in lezen klan ajllsi ©en kjeziel i® «en
doorschijnende beek', e©n vaardigheid va®
beweging en a.del van houding, djoor het
langei groene kleed miog verhoogd' in
heit kórt._ knaptpler meisje was er in de®
omtrek niet te vinden, ofschoon het dorp
rich op de sdhoomste van het dal .be
roemde en die naburige knapen hier menig-
uiaia leien vrouw kwamen zoeken.
G-een wonder, dat cte jongla mannie®
slechts oiogcn voor haar hadden. Setje
was zeldig en stehudhtar en zoo' blraaf «Is
zij schoon waisl. Zij; zonderde geie® ©n-kel,e
uit. was telgien allien leve® vriendelijk' z-o.o-
dat de jongelui op! hiet liaatteb mcen-dein
dat Seitje eien steen had waar ondiere men
schen 'liet hart h(e"b|be®. Slechte één wist
brier hoe he-t raej haar stond ©n dat
wis Johan. een rijke, j,ooig|e; hloerenzoon.
Joha® was groot, Ibrech gebbuwd en
toch slank. Aan hem was een schoon© hu
zaar verloren gegaan, zoo meende de ma
joor ook', als hij in liet voorjaar ,op de keu
ring wa,s ©ia ergerdie zich niet weinig toe®
hem grijpie® zou. Maar iedereen wleïd
verdacht behal-vie hij. Wjamt de schooici-,
did zooi-ets flikt on da® bCIjflti stia,an, cfc>
l'ostaat niet. E® da ijlings, ^ewaarschuw-
dei agent ging ondanks. Siem'sl zeggjep, dat
hij het goda,a® had, na, ©ep korfe® blik
v,ol ongeCioof «ea haastige®, reizigfer ach-
term. the juist die® hoek' va® een zij
straat omwiplte,.
Tenslotte wislt Siem nog ma,ar één
middel en dót moeist, hij da® maar toe
passen voordat het donker was oofe.
Want nog zoo'n koude® macht in een
schuur of zoo, stond hem tegen. E® hij
had nog we lmeer gekke dingjen mit bóó
tten h-ale® die® dag, maar daar had ja
agenten vo,or noodig en- al je die noodie
hcibt zijn ,z© er zelden. Hiet liaaitelti© middel
dus maar. een agent zo,oi zonder eehigie
reden in rijm nekvel grijpie® in die hoop,
dat de situaitie eve-n later omgiefcóWd
zou zijn. In cem megai alls verdacht aange
slagen buurt van de stad zag hij pjlotse-
lingt oen ageint. E® Siem nam zij® kan»
waar. Hij sprong! de® agent plotseling
op zijn nek e® bego® hem alil te rapsiéLó®.
Maar opi het micment, dat, dei (agent zioli
had vrijg-aworsteld em Siem i® z1'® macht
had, daagde voor deze overal „hulp"..
Uit allerlei slob'jes kwame® verdachte
kerels, die Siem melehieClpiem in zij® sltrijld
tegen dc® sterke® arm der wet. E|n- toe®
Siem -stilt© gebood ,e® zielh aanhqod1 allfl
góva-ngeme, maakte d-e aglemt, dat hij- weg
kwam. vergezeld door d!uizie®d- blauwe
plekke® en tienduizend- slchrainimeiu.
Siem heeft het toe® opjejegeive® e® is
woedend na,ar ©e® passend inaciliitverblij-f
g,aian zoeken. Het was al ti-en uur gewor
den en loom em mo© liepi hij door leen
dar villawijken om maar ee® le«g huik uit
te( zien.
AVa.t doe ja hier.? klonk pfotsa-
lirna en harsch da stem va® ee® «gent
achter hem.
Niks. 'zei Siem.
W|aar gia je naar toe'? vroeg de
sterke -arm weer.
N,erg,ems,, z-ei Siem.
Dat dacht ik' ook al, zei do «gent
en. hij gri„nsde.
Je weet zeker wel, dat iandloople®
verbóden is. .voegde hij eraan toe.
J a, zei Siem e® hij ging mleia
naar het bureau va® politie.
Zes maanden maar V-eienh'uize® zei
dei rechter.
Typlisch zooals 't HeyensiLoh lachen
ktoi.... P, d. R.
Schapiers.' memoires.
Da pms verschenen gedenseforiftie® va®
het eoc. kamerlid J. Schaper, waarin
deze zij® ervaringen als Miassestrijder.
gedurende 'm tijdperk va® vijftig jareh
verhaalt, zij® in menilg o-pziöht leierZaiam
om de openhartigheid, waarmiee' dez'e S.
D.A.P.-er v-a® zijn afkvijkemde meienin:-
ge® getuigt,
tiet doet ons zie® dat die vael gei-
bmadet „burgerlijke piers" -toch niet Zo©
sterk ongelijk heeft ia|ljsi d© roio,d;e bla-
uen dit 'believeif te verkomdiglen ein dat
do b'estem onder ide aacialiste®, 'fc mé|t
haar critd-ejk' op d© -uitwaisise® va® het Ne-
d-erlandscli Marxistisch' systeem, vrijwel
,é'e®S zijn.
Schaper keert zich o.m. -tegen het in
pompen va® d«n haat te[2je® omsl Konings
huis.
„Be sociaal-democratie" zop vervlolgt
hij o.m. „leed temslMtei onder de®
koihngi-nm-e'haat. De vercenz-elvigllngl van
socialisme, -e® kónimgisihaai deed ons i®
breede kringen kwaiad. Lang is deze blij
ven hangen. Wordt echter thans door
dei tegenriandersi Oramj-e tiage® anis uitgte-
spcield. dan is dat oneieriijk'; maar wij
zijn er zelf «ia® sahfuüdig. NatutudhijW
wil dit allies' gieem pleidooi zij® voor* de
constitutiom-eele momarcihieIk'zelïf Wb! al-
dit heierlijk' exempISaar aan zijme hand©®
ntSuapite: Hij ha,d oe® lijmreehit© houding.
Een s-cho-one. bruine rin,gbiaiaii-d basdiadUiw-
de zijn ITisdb.b loeiend gellaiat e® gaf ©e®
mannelijk voorkomen aa® z-ijnei treklkón.
Donker hiaiar viel -i® wari'derig^ fciuill©®
langs zijn ople® voorhoofd. Opgewektheid
e.n vroiol'ij'kheid straalde® uit zij® g©zi<jhih
schelmiaehtighe-id ziag hjetm -d-a oogm uit.
Hij was mca va® de rijkste hoeremzooms
van het dorpi, dat was Wekend' e® all©
meisjes wane® -eenstemmig dat hij' ook de
knapste en braafste was e® dat koa zeifis
de jager Kampler niet omtkenmeln, }i»e
gaarne hij- het ook gedaa® had, Wamt hfj
was ijverzuchtig opi Jöha®.
Die; dans ,1 iep ton rimde. Johan feidde
zijne damseries maar haar plaats terug,
Pcnige minute® brachten fa bu|urki®|djerCn
nog in vroolijk' g,es®api door, toe® echieiiid-
den. zij. Dat ziij worde® giadqgeslage®. wis
te» heiden maar al te- wdl' m daarom
zochten zij iedere giefegenlhleiid t|o Vermlijidle®,
die het igriieim hunsi harten verrade® kó®.
De, jager Kampier vervolgde het mieisje
overal en ging Joha® vloeit vloer vbet na.
Ook de meisjieisl lag, -er Veell a,a® gategqn
eindelijk hiermede in 'het rein© te kamen
of die- beiden het met elkaar eens ware®.
(Wordt vervolgd.)