KEN it 42, Goes. I 'STRAAT17, GOES Wol eer de tijd MULDER, I'S G ZOON Tweede Blad 06 roman van Robert Haftings van de fSCHE COURANT O voor slechts verkrijgbaar in t spoedig verwacht e|rtra a n 'S RECEPT! EVEN WIJ E R. .PENKLINIEK" ïrdienste. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT TANTE KO. FEUILLETON ONTSPANNINGSLECTUUR f IN HET KRAAIENNEST AREN per half pond 15 cent per half pond 15 cent per half pond 15 cent per half pond 15 cent per ons 14 cent per ons 10—1418 cent |ort per ons 14 cent per ons 12 cent per pond 45 cent per ons 10 cent I Cl25 cent per pond 20 cent. per pond 30 cent per pond 40 cent per pond 20 cent per pond 35 cent per stuk 45 cent Is 40 plus 70 cent circa 4 pond 75 cent jf37 cent, per pond 90 cent, leerkaas 25 cent, dure boter. VSERVEN per blik 20 cent per blik vanaf 10 cent 15 cent 25 cent 25 cent N om zelf in te maken inmaakkruiden gratis. 25 CENT PER POND. >re kooper een de kinderen Om Uw kinderen tejgeven. irtraan bevat een zeer hoog: ;ehalte en is zeer laag in prijs, m Levertraan en Emulsie voorradig, in prijzen vanaf 50 cent. de Levertraan met geijkt »ehalte, kost thans 75 ct. 415 - GOES Ior de zware druk weg te nemen,, n Uw geheele gestel ondermijnt. Dr. J. B. MEENK a 5 ets. per- n Drogisten. Portret en driehoek- ktisch zakétui van 6 poeders 2ff ct IJ AANKOOP VAN EEN VERLIES EN DIEFSTAL. OES TELEFOON 422 uitbreiding harer organisatie nog i aan te stellen. ïhiktheid er goede kans is op vaste. hu van dit Blad. ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1933 inlandsche reizen. Billijke tarieven.. Lend, Rijdt rustig. TELEFOON 416 (Pc/ris«o.«piej. Ze woonde recht tegenover ons. D'r ma® lie® met negotie en zij hieldi een winkeltje van garen en band. Jö Icon misschien een Jieelc maislsaj .klem*- kwaad van d'r vertellen, maiar ten slotte triomfeerde de waarheid w'ann-ew da buuir- lui na, opsomming van haar Wr.mtMe! ant woorden en lOngenageeTcte beiginlsalverklai- ringen, zeiden'. „0e,t! ia toch een goed wijf!" I Ze was klein, gezet, rond, met «en jreietj je 'bakerachtig gezicht, geweldig rap van tong en als-dedrippebj-eisl-er-'bij! om allerleo mensehen van antwoord! te die[meSn, die, volgens haar uitdrukking „die Kerel is! vjujil in zijn mond", niet z'uiver op. da graat waren. 1 Maar het was een echt goedl „Wijf een ronde vrouw uit het volk. Als kinderen bekten we dat spelletje wtel eens af als d'r man met zijn kar ne(- gotie 'n morgens wqgtrok of! .als de kinderen na,ar school gingein. Dat was een afscheid alsof zo een reis om de wereld gingen maken. Het klapte door de; h-eiele straat. In de! open winkeldeur stond ze man en kinderen ma ba küj'ktem, wuifdel Zie na, plecf ze nawuiven, totdat: de kn.oppi (op del rug) v,a,n hun jas en hun mantel ver dwenen was uit het gezicht,, hobbelde naar binnen, scharrelde door haar huik, era .te gen 12 uur eu 's avonds tegen, half vijf, ze' weer in de open deur te ontvangen met een vertoon van blijheid en. welkom, alsof ze plas van een leivenkgerv'aarlijkem ontdek kingstocht naar dei Bant,o;u-n«geiö waren teruggekeerd. Nu is ze in de vijftig. Al dekinderen zijn groot, e,n getrouwd. Die trokken de wereld in en maakten het best. Eten 'blpef in de 'st.ad wonen. Dat Tiuishoulden' bei- waakt ze met' speurhonden-oogen. Ze denkt aan alles waaraan zij denken moetem; als zet panneko-éken bakt, Krijgen dia altijd een stapeltje! tudschen tweia borden; van da erwtensoep gaat er een pToefktommletijtt been mat een kluifje ier inen. als z£; visoh gebakken heeft, verhuist een ptortie botjed gil een stelletje schol na,ar drie straten verder. i Voor d'r huishouden heeft zei geleefd tot de kinderen groot waren; nn begint ze haar leven opnieuw voor de kleinkind-ere®. Een rustigen da,g| kent ze niet meier. Al het kleine grut. rolt bij Tantei Koi over den vloer en als er klanten zijin: in dein winkel, zit z'e pennetifck'end Kimd-ertruitjies te breien, groen met witte strepen, roiold melt zwarte strepen. Ja, 't was een goedl wijf. Jaren had ik haar niet meer gezien en waarachtig, op den vooravond der Verkie zingen, opgepropt in den boek va® eem tram, ziei ik haar met' haa,r corpulente! ge stalte -binnenduikelen- over da stoep. De tram w,as stampvol. Met haar mapit- hoedje op at ex ze wel af tegen al dia chic van moderne juffies eu heértje» Niemand lette op Tante K>. 'n Groote stoet, geformeerd' dao-rRoom- schen.,, trok voorbij. In de verte naderde een andere stoet van da „rooien". Tainte Ka monsterde de groepen, die elkaar kruisten. Een van de heeren zei: Wjat een zloodje, diei Ba msche rommel. Tauta Kb, plotse ling van onder haar kapófhoiedjei met d'r crufalen mond: „Dat ben ik heelema.al niet met, u eens. iW'lant. d'r loopem heel wat vaders en moie|» dejrs bij, die trotsl kunnen zjjin op eem huis houden. En daar als je dan tóch pira ten wil van „zoadije" laopen heel ]w!ut kinderbeperkers bij." Heel de tram keek' plotseling verbaasd en gespannen maag dat kleine radde wijfje, dla,t begon te razen alsof ze midden in een de'ba.t was. Mijnheer, woedend: „Ze z'ijii .zón .dom as 't achterend van 'n varken, want ze loope® maar mee onder den leiband van 't Kruis." Tante Koos direct er boven op: „Ja, maar in dat teieken zul je; overwinnen;. 'Ein dom. bom, mijnheer? Ja, «torn, zij'n ze, want za weten niet eens iwlait nieuw-maltthns'isi.- nisteei beteekent." Mijnheer woedend en autoritair met mint .achting voor dei vrouw uit-'t-vlolk' met d'r ne-r-orthodoxe overtuiging „En toch zullen die rooien dei heilstaat brengen." l Tante' Ko direct erboven ppi:„P.asimaar 31 Ik ga maar heen, zei de jonge Haf tings schor. Maar niet zóó, niet zóó, Hob .\Vil je me niet... een kus geven?, Ze deed een stap naar voren. Maar hij hield haar terug en weerde haa;r af. Het beste in h'emi kwaim in verzet. Neen, dank j'e, zei hij kortaf. De deur ging! plotseling open en' Lilians moeder kwam binnen. Met stomme verba zing keek zij na,ar hef; tweetal. Robert, jij hier.? t Da uitroep verried dat de gevoelens waarmee ze heni liier aanwezig .zag, noglal gemengd waren. Ze Iwieltj zelf! niet of ze blij móest zij! nmet dit bezoek of niet- on keek'^ beurtelings Lilian en den: jongen Haftings ,a.an alsof zei een explicatie ver wachtte. Robert laiohte öohampier. Ja mrs. Fane, zooals u zieit ben ik hier. Maar ik Stond juist op bet. punt ,olm:weg teglaan. Het spijt me da.t ik dit bëzóek gebracht' he:b, dab ik de dames heb gestoord, voed de hij er op ironisch-boiffteRjken ifoon a,an toe. Zonder een blik naar Lilian verliet hij da karnm. De beid'e vrouwen bleven vierbluft ia,eh- ter. Lilian was de eerste die zich bewoog' op dat ja niet uitgestorven bent v.oio-r die heilstaat er is. Mijnheer: „Je bent niet erg op de hooigl- ta anders zou je weteu Wlait! dia Rioiomscha paters eu nonnein! slikkeln uit de staats kas." I Tante Ko: „Ja, dat zou je wei willen wij belasting betalen vo,or jullie open- bare school, eu onze onderwijsnemne® ©e® zakkio dropi als' salaris." Heel de tna.m kwam in belweging. Mijn heer werd Woedend en schreeuwde (dootr bet rumoer. Iedereen s'chi'eeluwde m-eie en koos partij. Mijnheer brulde': En toch brengen ze den heilstaat. Tante Ko: „Ja, kijk' maar naar Rusland. In het huisgezin willen jullie geen! kinde ren mla,ar wel als, de Staat er voor zorgt,." „Hu, hu, liu!" riepen ze. „Jullie zijn smeerkeeZen." „Ja, roep maar hu ,hu', hu, SjmeeT- keezen zijn jullie." 1 Mijnheer, op kopkpunt, greep Tante Ko bij d'r schouder: „Hooi eens1, juf Tante Ko„Blijf van me af". Conducteur maakte een slot; door de plartij'en te scheiden. Den volgenden morgein za,g ik Tante Ko weer, trotseh staipip-end door dei straten met haar stembiljet onder den arm, haai" links en rechts naar alle kennissen er me,e Zwaaiend, gewichtig alsof van haar stem de hoele verkiezing afhing! H. D'E GRE-EVE, S, J. Kinderoffer. Ja,- zoo, z'ou-ie er wel komen. Nog es effieis -Mjka Iedere Zondag z'n Zondagscentje, zin duppie, maakt in één jaar 52 X 10 .oentan ia 5 gulden p'lus 20 spie. En dan: hij had al tweia gulden. Asjeblief, wou je nog meer. En zoo'n ding, niow ruim geschat, kostte 6 of 7 gulden. Dius hiefi volgendei jaar, dau hiad-ie ',t<. Hè, 't. was Wol moeilijk .olm zlooi telkens van je Zondagsoentja af te blijven, maar hébben moest-ie 'f. En misschien kon-die wel eis fooitjes oploiopein, met. boodschappen, of zoo,. Als-ie nou bijvoorbeeld is „Baas, effiiesl help® dauwe?" en mieteien zette-nie z'n borst tegen de wagenkruik en hielp met heel z'n tenger kinderlijfje den groentenwagien tegein de hoogle brug opiduwem. „Messie, jongen, hier hei je oen pa,ar peentjjtes!" „üiank-ie.,b aas", póffterdikkie, was dat eifïe pech. Maar allo, vandaag .niet, dan morgen. Fluitend, en zoo. nu en dain oen jtems ,mie,t z'n rammelende klompl op den grond ge vend liepl-ie dopr, ,al maar denkend aa,n z'n jongena-idaa.al'n trekpiamio,. „M'la,t hei jij 'n lol?," b'egroef-te z'n zussie hem. „Mag ik asjeblief, stuk saglgerijn", was 'f antwoord van Janus'. „Dank-ie-, engerd!" Lachend kroop Janus gauw z'n zteddertje op. Daar was „zijn atelj-ee". Eerst deed-ie ga.uw het luik dicht _,en zette er 'n kis-t mie,t boutjes,, moertjes, stlangetjes, .enfin zoo,'ni oiud-noiept-hoioipi, bo ven opi. Dan stond ei' nog 'n halve fiets, in vlie gende hollander miet, één .achterwiel, enz. Aan den anderen kant; vam die romimel stpnd een tafel van in plaar ongeschaafde planken. Dat was z'n glorie! Die kon namelijk opi en neer geslagen worden, hij was „geprakkezeerd' -en .gektes- fpueerd v,anw,e>gei den Woningnoiod!" W,a,s nu opigeislagen en er lagen 'ui pia,ar stukken mesjes, 'n hamer en 'n plank' en meer van dat splul op. Maar diat alles kon hem vo,or 't oogen- blik niks scheelen. Mieteen kroop-ie onder da ,ba,fel,w roette w:a.t, dieplte een bokstelen opi. ,noig eens: wroieiten en daar had-ia 't. 't, Wlas zoo'n doosje om zeep in tie, bewa ren. daf-ie van z'n zhs gesnaaid ha,d cin waarom ze 'n p-aar uur achter-mekaar ha,d ziifen grienen. Nog eens keek-ie na,ar 't luik1 en toen alles veilig was, deied hij het, doosje open. Daar Zaten z'n een,ten in. Hij telde alles nog eens na. Ja„ 2 gulden en 13 centen, op dan kopi ,af. i I Schreiend li'ejt zij zich in aen Stoel vallen. Hij heeft zulk'e vreeSeiijiktei dinglen tegen m'e geze)gd', moedor. Hij was zooi ruw; hij heeft mijn polsen bezeerd. Alsof hij verlangen kan dat, ik m'et een man zonder geld -trouw! Het is heel ,aardig om over liefdia te praten, maar daarmee kun nen we d'e rekening van Madame Loui-se toch nie-t betalen en dien vreiesjeüjkfcm Williamson, W.a-t een h'eï is belt leven toch! O, waarom heeft Rjolb' ttach 'het geld van Barlett nieit. Mrs. Fane keejk haar dochter onderzoe kend' aan. Heeft kij je het dan (liet verteld Lilian hief haar betraand gezicht op. Wiat verteld?, i ,W'eldlait. er een ander test.amient ge vonden is en dat hij tem sloitte .toch alles -erft. Ik heb het vanmiddag gehoord, helt is een feit Lili-an snikte, wanhopig. Goeie hemel, Lilian, je zult er mooi gaan uitzien als je zbo blijft huifen. Mrs. Fane keek peinzend naar haar doebtjer en vroeg zich af pï die do-dh tel er op stuk van zajken toch nog misschien zoo iels als een hart <jp na hield. En Ze rammelde verder domme Vrouwen ken nen nooit het juisjbet miqmenit waiarop ze hun mond m'elt, suöoes kmnn-elni diehthoinden Robert is wel niet zooi rijk aks! Q.uerne, maar hij komt toch heel aardig jn Zijn geld te zitten en de „Four Winds" is eiem laReraardigst buiten om' te wonen... de schilderijen daar Zijn aRean al een isleiia „Om-da,tr-ie zóo lekker is, ,oimda,t-iiei zfoo- lekker is" zong-ie-. „Janus-, kom jei etjen", h.o;o-r, da.t Was z n moeder, .gauw „ziju saef' opbergen. Zie-zo,o, alles iojpt z'n plaats', no,u effe met. .de ham-er timmeren, net-of-i-e i-etS aan 'itt knutselen was. Liet zich- toen naar be neden zakken ien Kwam de kamer in met; een p'einzend gezicht, „Ben je weer wiaitj-aan 't maken'?." vroeg moeder. „Nou, als ik ,wa,t me-er spulletjeis had, dan kon ik misschien wel 'm fadio, v.oior mekaar krijge!" Gichelend verslikte z'n zus zich ,in een aardappel, waarvoor hij; haar 'n poosje lafer 'n glibbberige bi'uine-böon in d'r nek schoo-t wa,t direct gevolgd- wierd door 'n -aria. uit,: „Jank maar raak". „Toe ,-tpe," suste moeder. „E-n jij Janus, ik waarschau jou, hoo,r je,." „Als je nou eefts- een plaar een-te® had do kapelaan van de katechi-simuis ge zegd, „dan moet je die e-en-s aan da missie geven. Bij Onze Li-eive Heie-r krijg je der honderd m:a,al zooveel voor terug." Dus ,als hij dia twee guld-en gaf, dan zou-ia honderd maal tw.eiei honderd oenten terugkrijgendat isnouitwee-hon derd guldentjes, pop-, zoo,als vader zei. Asjeblief, diaar ha-d je, zoo'n -fijn-a k'ak- j.-ia.no vo-o-r met 3 iOi£! 4 basrije-n en -een fiets, en. -en. affijn nog véél m-eer. Nog al naar pofferdorie, hé daar niet vloeke hè -tweehonderd gulden Zou,-ie 't doen, of ,enkel miaa.r één gul den l Nee al-s-ie- 't dee, zou-ia ':t go-ed doen?!? Tja, 't kon nog zoo langi duren v-oio.r-ie hij O.L. Heer w,a,s- en and-e-ra, had-ie zoo'n dina' 't, volgende ja.ar al; we-1 'n M-edn|tje, m.a,arI Maar allo, 't was- dan pok e-en verat-er ving Ilij ging de knoopen van z'm jassi-a na. Ja. .nee - ja. ne© Hè?. Zoo- pardoes nee! N,og .eens 'n keer: nee, ja, nee-, ja Ja?. Wiatj gek! En. d'r net, was het neewas er dan efln knoop afgevallen,, of' e-en bijgekropen ?i In z'n eigen p-rakkizteerend, liep-iie door naar huis, sloop stiekum z'n Zoldertje op, haalde z'n dierbare „se-ef" voor den dag en keek he-t nog .eens, na,. Twaehonderdi-en-dertien cientjes, eni als ie' die nu weggaf1ineens rats niks- meier. Nou, die dertien cen'ten waren na:t|üluri- lijk voor helm. Nou vooruit eeej,a, voor.uit dan maar! Mooi, moader uit voor 'n bbodj- schap en Rie ook nieit Üiuis. Ze-nuwaohi- fjg'-belvend, gejaagd, zocht-ie- ''n velletje papier, 'n enveloppe-, 'n pen e® da® nog ink-L Ja, wat zou-iei opschrijven? Na.tu|ur- lijk, voor da missie, v,an -e-eie v;an China. daar had de kapielaan van ver teld. Nou gauw dan: Waf mo-st-ie, d'r onder zetten Zijn eigen naam? Nee, weeit jia wat, dei groote menschenzetten er altijd twee N's ouder dat kon hij o-ok doen Van NN Alleis in de envelopïpe doen; zo», die dertien spie voor hem; tjoep, klaar, effe likken, dicht Alles weer opgeborgen; zo», nou weg brengen. Z'n klompen ia,an -en op ho,Ileitij-e naar de pastorie en pats1daar lag, jt, 'foetsie! O mee, niks! te doen, hij kreeg ■onwners tweerhonderd gulden, En dan kon-iei voortaan elke Zondag z'n duppie weer verpatsen voor 'n ®o|ii|- g-a.al'b-lok of n' maddereintje, dat was eigen lijk veel haaier. 1 Een weekie- later. Janus ligt, Zwaarziek op| b;ed: vliegende tering. Eergisteren nog besit,. Gisteren buikpiijn en nou, wachten, d'r up olf d'r onder. De dok,ter had nog niet alle; hop,p| opge geven. poaar vader en moeder 'begrepien genoeg. Straks zou, de, kapelaan kóimen mejt; Ons Heer. 'twee honderd gulden, '11 fijne trekpiiano met '4basr „Wat kletsbie nou," zei moeder, „o, ma.n., kijk es". Vader keek- Janus, de dekens van zich- afgeslagen, zag met glanz'endet oogen naar 't plafond. „Wia,t 'n lïjnc, en is- dia voor mijn'?" riep-ie uit0 ,,'n prachtige, met nog wel 4 basr ij en en nog e.e 'n Bons op 'i; kussen ,'n golf iblóied', 't' was gedaan. vermogen waard Hou .taiohi opi met hui len, Lilian, je ga,alt ea' nog uitzien Mia.ar Lilian bleef ontr,0|oistb'aar. Ik heb nooit, van iemand anders dam van Rob gehouden, snikt(e ze. Dpi haar manier -Sprak ze die waarhei-d, maar dat; Ze op -dit ooigen blik tolt dit beslelf kwam', was wel betel erg een gevolg va® -dje m'ededeie- lingcu v.a,n haar moedter oiver.1het tw-eiede testament. .i - HOOFD'STUK XII. Robert legd'e- den h-e-elten afstand van Isde-rsley Gard'e-ns naar zijn kamers- t,e vo-et- af. Het was een heel ,eind, maar het dpng nauwelijks tjot hem: door. Hij- had zich nooit zpo ellendig gevoeld, zoo leeg in zijn hoofd en de hteri®®eri®!g aan Lilians- zachte handen wtektei zoolw'c-1 zijn ver langen als, zijn razerudla woede. Ileit beStie wia® maar om naar heit bui tenland t-e gaan, veel te reizen e®i zo.o- vergetelheid1 te zoeken ,er w,as Zooveel diaf, hij vergeten wilde. Het Was opteens alsof de gestalte van het kleine meisje in felle duidelijkheid voor hem stond. Hij had dat zoo vaak de laatste dagen. Hoé kw.am helt toch -dait hij zoo, dikwijls aan ha.ar moest denken, aan hst Zaoht'e, zie lige kind, dat, ma-ar zoo, kort zijn naam gedragen had. „Ro-sia]ie Ha,fltjngH". Hp,e batkwamwist hij niet, maar oppens schoot deze namen- combinaitfe fel in zijn br-ei® ombo|oig. E|n even laf,er wilde de gedachte; aan de vermaning van den oude® Fergerson, om een man in de wereld ito Iwdrdec, kern En boven- speelde Janus op zij'n .War-- mónika, zijn trekpiiano, met vier basrij'em! HERMAN 'BALK. Kind zijner ouders. Bij heb sterfbed van een jeugdig kind. waar de móeder haar traneu inhoudt -eu met spanning luistert naar de ademhaling van baar lieveling, om fa weten, of- bef leWen reeds, gevloden is, ontwaart men soms een schijn, die niet is v,a® het sput terende nachtlicht, norih va® 'dageraad af dag. maar een zachte klaarheid, die als nederdaalt van de open poort van het Paradij-s en de onschuldige kinderziel om straalt. Gij- hoort, om! dat bedje den wiekslag van cngelenvleugelen, ,v!a®- de® Einged, die zij'n kleinen beschermeling te® hemel kómt voeren en da arme moeder toefluister tl: Laat hem' met mil'-g^111 Bij .wordt gelukkig, hij' 'blijft iul 'liefhebben daarbo ven, bij verbiedt uwe komst! Tien j,aar is een gelukkige leeftijd om ta st-erven. Die dood laat wel rotuW, maar ook hoop en vrede achter. Doch van hoop en van Vrede heb- ik niets meegemaakt in bet sterfgeval, waar bij1 ik onlangs te elfder ,ura geroepen ben, en dat ik u zonder -commentaar mededeel. Het is een dood, die; mijl als- lo;o,d o-pi d-a ziel drukte, -een tafereel, dat ik' afschuwe lijk durf noemen. Do kamer is- ruim, luchtig, weelderig gemeubeld. Het Smyrna-tapijt dempt het geluid der voetstappen, de half gesloten zware zijden gordijnen laten de eerste zonnestralen d'oo,r, wier licht tegen de® -achtergrond van het vertrek een smal. iijnbewcvkt koperen ledikant do-et onder scheiden, waarop, een Wasbleek knaap-je ligt uitgestrekt. Het is erg ziek' en haalt moeilijk adem. Dat kind is tien jaar. Het is opgevoed stipt volgens de voorschriften der mo derne opvoedkunde. o,p, -onze openbare, scho len, wat zooveel als z'egjgen wil: zond-et godsdienst. Zijn vader beweert aan niet'a ta geloo* ven. In den Senaat heeft deze: vurige po liticus zijn heftige rede voering uitgespro ken waarmede hij- „in alle bescheidenheid" oordeelde, aan de Kerk den genadeslag te hebben toegebracht. Moeder, of'schoio-n op-gegroeid in een vroom gezin,w erd meegesleept doior den draaikolk der wereldsche, ;.geno-eg-ens en heeft ook welhaast .alle geloof' verlóren. Hun eenig kind heeft nooit over G,od lioore-n spreken, noio.it .God hoore-n, noe men, tenzij door zijn vader, als deze e-en vloek uitstoot want tegenW-o-ordig zijn cr zoogenaamde- nette lui, die zich dat ook veroorloven. i i Met zijn vroolijke kinderstem zbng .de kleine Gasien kórt ge-leden nog, bij' ge legenheid der onthulling ya® eem vrij- mets-elaarsstandbe-eld, er lustig op los: „Ge-en dogma's meer, ge-en knellende handen" en .andere; verbevein baeldspraak van hetzelfde- allooi. De; knaap leerdei de grondbeginselen vam natuur- plant- en dierkiu-nde, e® maakte bewonderensiwaardiga vorderingen- opi 8-e g.ro.otstecdsehe neutrale school. Zijn be grippen over moraal deed hij ,olp in den schouwburg, Wanneer hij! meegenomen werd om „de Zilveren Lie-fdeibeker" en dergelijke fra,aia voorstellingen t-e® tjopmeiei- lei -t-e zie® opvoeren. l Nu is het arme kind zoo ziek', dat de dokter, eveneens een oubekr.oimpian: vrij denker, heeft gedacht da oud-ers ta moei ten waarschuwen, dat 'hun eenig zoomt.je vandaag of morgen tot het nieit zal ftve-r- gaan. i Beiden staan voor het bed, ontsteld, troosteloos. Als de vrouw do»r de hevige koorts- de wangen van den kleine hooger zie-t kleuren en de verergering va® de® toestand waarneemt, WOrd't eensklaps in haar de herinnering aan haar eigen moe der mét haar opreéhte geloo-f weer wak ker. on zij vraagt fluisterend: Man, als wij eens ,eea( p-rieistfer lie.ten roepen? - - Hij1 haalt zwijgend de schouders op. In dit smartelijk oogenblik- wendt.hij zich van haar af. Maar de moeder, onder het plotseling, besef van w,a-t zij misdeed, pakt hem bij den arm en zegt: Verdoem jezelf' als .je wilt, maar ik wil mijn kind redden. Hij sterft niet zonder priesterI De- man die in het diepst van zijn- hart gevoelt, dat zij in haar recht is, antwoordt niet met rust laten. Miaiar wat kon hij doen'? Zij'n zelfonder zoek 'had een negatief resultaat. Ala m-e,n hem zou kunnen gebruiken, wast het al- leicn om zijn gteld. Toe® hij zij' n weelderige flaiti binnenging, -leek zij® toeltomistig le ven hem dor -e® eenzaam. Een helder vuur brandde in de gezel lige, luxi-eus-e zitkamer. De gtoeid.van dat haardvuur weerkaatste opi.-e-en iporta-et va-n Lilian i® zilver-en lijst op ■Jen. ach'oarstieeln. In -e-en plotselinge® imlpullsl legde hij het portret neer met- de® voorkant .na.a-r be- ïieiaen. Wrokkend dacht, hij tój' ziohzlelf, dat hij er geen redht meer opi had';. Querne had haar gielcocht,: „met huid en ha.ar", met liahaam en ziel. Hij kon niet besluiten om ho-eid en ja® ,af te doen ier was e-en zeldz'am.e loomheid lOlver h-em g-ftkomen -en de VAO-rname luxe Va® zij'n kamer nam zijn gevoel va® verlatenheid nie-f w-eg. Da tafel ston-d keurig -gedekt voor het sioiuper en Rjob 'bêdacbt met bit terheid. Jio-e heerlijk het zo® zSjb als er nu eens -een hartelijk menSah-qmkimd was, om zijn eenzame® maaltijd met beun te de-ele®. 1 i i i II I Zou de. oude Fergerso® willen komen als hi.j hem opbelde? M-aar daiarvoioir ga- naerde. hij zich -eie® beetjle! Er zbude® ge noeg -elubfrienden zijn, dia wel teudem wille® kom-en om; zijn wijn t® drinkem e® zijn sigaren t-e ronken, maar da;ar v-ea-lang- da hij niet naar het ware® niet de vrienden die hij behoefde. Da deur ging zatchtj-es open. Rob'si ka- G enei'cihteldjk'e wa,rtai:al. Mr. d-e Hartog kla.agt in kat [Weekblad van kot neoiht, over de vóete®g'«ls e® fclem- men -welke de ivetgevea', de modterne ivooi'1- al, plaatst op den kmWbejlijlken weg van den -eenzamen rechter. i Als iemand opzettelijk en met voorbe dachten ra-de, sonrijift iilij[, oen ander yan het ley en b'erooift, maaik't hij: zich kchuli- dig aa® moord. Kprt en bondig. D|a.aii heb je houvast aan. Maar als 'n slager ongemerkte pakjes gesmolten vet in voorraad "heeft, pleegt hij d-e volgende kleinigheid „Zoo-danige spiijisve,tten, al dan niet ver werkt, als naar het oordeel van den met de zaken v,a® d-en Land'bpuw 'belast-en Minister, gebezigd -zij® pil kunnen wor den, om boter ottl margarine te rvai-v'angen (niet ,-zijtad'ei doof. dien Minister aange wezen oliën i® een hoeveelheid va® pen hoogste 1 Liter) voorhanden hebben, pn- ders dan in 'n eenheid of feenhelden door den voormelden Minister t>e:paald, welke eenheid Of eienhede® op de wijz|e laid door dien Alinister bepaiafcl, z'ijln verpakt ten op de verpakking z'ij'n voio-rzie® vlan (een merk, waarvan helt mode-1 do-o-r dien Mi nister is v.astgasteldi, terwijl niet kan wórde® aangetoond: hetzij, dat de waar vergeizteld van pen geleide-bdllet door de CentraLa af'gpgje-Ven, is vervoerd naar de plaats, waar z-i| Izic-h bevindt, hetzij, -dat dei waarde is betaald van het merk', waarvan de -w;a,ar ,zo® htecte11 3'ijn voorzien, hetzij1, dót de wa,ar in 'eenheden e® tot een hoeveelheid door waormaideii Minis ter bepaajd, «bah bevindt in «en- niat voor het pmblielk' toegankelijk gedlejeiJtie va® het perceel, w,a.arin het luit, xaiuf* dierlijk vet is gesmolten en in iwelk perceel is gevestigd een bedrijf, tot dó uitoefening waarvan het verkioópen e® afleveren van u-itgesmoiten vet behoort, hetzij, dat de w.a,ar in een hoaveellieid, -wleli'e een door voormelden Minister voor vers-shillcnde personen oil groepen va® personen afzónderlijk: bepaald gewicht, niet te boven gaa,t, .zich voor gebruik in eigen gezin bevindt iu een niet voor het publiek! toegankelijk gedeelte va® het perceel, waarin het ,uit ra®'w' dierlijk Vet is gesmolten, hetaij', -dat de wa,ar in het perc-eicl,, wnar zij zich bevindt, uit planta-ardigei oil Vlier- lijke s-tolffèn is gewonnen -door een 'to- drijJ', dat daartoe daar de Ceimti'dLe is erkend." Het kwam nair. D|ei Hartog althans na zes uren van nadenken en stude-ere® ivoor, dat liet delict zooi aangeduid móest woq, den. Oorspronkelijk heeft m-en dus nog duisterder taal gebruikt. Het ligt voor de hand, da,t de webgeiver izichzelf! en ,z(ijn stand beschermt door in abmkadabra te schrijven (deed hEj( het in normaal Nedterlands'ch, dan had men im mers geen advocaten noodig) maar hij moet -Zij® grenzen Kennen. Gaat hiij| z|oo door dan ligt binnen frórten tijd onze rechterlijke macht met verwoeste zenpw- gestellcn in diverse sanatoria, vloórzloóveii-. do di-enaren van Tliemis -althans niet pidt' hersehkloortsen a.an hun sponde «ij® ge- .kluistard of in een krankzinnigengesljiCihtj zijn opgeborgen i UITKEJ1K. louterj Maar denk toch- eens aan onzet ken nissen; ze ziillen ons uitlachen. Dia woorden geven volkomen de mader- nei geesteisigasteltienis weer. Nada-ü zij ijlings de kamer verlaten heeft, om den pastoor der parochie te telefonceren, buigt de vader, ®u| liij' all-aen is^ zich over de gestalte van zijn zoontje en zegt ,aarz!el-end: Gaston, heb je piet ©en beetje angst?, Als er toch eens ïebs bestond na dit leven Bid even tot God, mijn kleine, lieve jongen. I - Verwonderd kijkt -het Kind opi. Zijn oogen zijn star en schrikwekK'emd dof, terwijl hij zw-akjes prevelt: 'Bidden! Wat is; 'bidden? U. hebt het me nooit geleerd; u zei altijld, dat ik geen grimassen behoefde te maken. Wlaarom nu'.? En mettegenstiaand-a de uitpiuittimg,, waarin hij verkeert, poogt de knaap spottend een vrome houding na ta apien. merdienaar -stond in de ppieniing. Neemt, -u me niet kwalijk mij'nheer, maar ik had u niaf liooren tlmisikioimen. Wilt u nu direct ©ten'? Ik eiet haelemaai niet, Zei hiji geirri- ■teerd. Hij deed' hoed en jiasf af en Bm|e©t ze dwars door de kamer óp -een Solfla. De b-ediende zei nietfs- Hij Jïendte dez'e buien va.n zijn mieester- Hij! 'raapta dön hoed -en de j-as -op -e® deed al-so)f hij -eem ander oipiruilmkl© in da kamer itprt de bui- zou .overdrijven. Niemand hier geweest? Neen, mij-nh-aer. Dab is te zeggen, er is een m-a® bi-er geweest, «te® ordinaire venti met ©en astrakan kraag op zijp j-a-s. Hij wou zijn naam' niet Zegge®; hij kwam nog wel eens terug, zei hij. Een -bedelaar -denk' ik. Dat -geloof ik jii-et, mijnbeer. Hij- droeg -een gouden ring msf ©an dia-mant. Zegt ook nog niets. Nagemaakt spul. De 'bel ging. Dat zal misschien d-e mijnheer met den diamanten ring zijn-, zei Rob sarcas tisch-. - i De bediende ging de kamer uit om open te doen. Rob h-oiorda -een vr.eem-do stjeitn. E-en o-ogenblik laiter kwaim Ferne-, de bediende we-er binnen. Hij scheen- uit zijta humCnr. Hij is het, mijnheer, maar hij! wil zijn naam niet; Zegge®. Hindert niet; laat nutnr hier komen. (SKardt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1933 | | pagina 5