KEN
it 42, Goes.
I
'STRAAT17, GOES
Wol
eer de tijd
MULDER,
I'S
G ZOON
Tweede Blad
06 roman van Robert Haftings
van de
fSCHE COURANT
O voor slechts
verkrijgbaar in
t spoedig verwacht
e|rtra a n
'S RECEPT!
EVEN WIJ
E R.
.PENKLINIEK"
ïrdienste.
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
TANTE KO.
FEUILLETON
ONTSPANNINGSLECTUUR
f IN HET KRAAIENNEST
AREN
per half pond 15 cent
per half pond 15 cent
per half pond 15 cent
per half pond 15 cent
per ons 14 cent
per ons 10—1418 cent
|ort per ons 14 cent
per ons 12 cent
per pond 45 cent
per ons 10 cent
I Cl25 cent
per pond 20 cent.
per pond 30 cent
per pond 40 cent
per pond 20 cent
per pond 35 cent
per stuk 45 cent
Is 40 plus 70 cent
circa 4 pond 75 cent
jf37 cent,
per pond 90 cent,
leerkaas 25 cent,
dure boter.
VSERVEN
per blik 20 cent
per blik vanaf 10 cent
15 cent
25 cent
25 cent
N om zelf in te maken
inmaakkruiden gratis.
25 CENT PER POND.
>re kooper een
de kinderen
Om Uw kinderen
tejgeven.
irtraan bevat een zeer hoog:
;ehalte en is zeer laag in prijs,
m Levertraan en Emulsie
voorradig, in prijzen vanaf
50 cent.
de Levertraan met geijkt
»ehalte, kost thans 75 ct.
415 - GOES
Ior de zware druk weg te nemen,,
n Uw geheele gestel ondermijnt.
Dr. J. B. MEENK a 5 ets. per-
n Drogisten. Portret en driehoek-
ktisch zakétui van 6 poeders 2ff ct
IJ AANKOOP VAN EEN
VERLIES EN DIEFSTAL.
OES TELEFOON 422
uitbreiding harer organisatie nog
i aan te stellen.
ïhiktheid er goede kans is op vaste.
hu van dit Blad.
ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1933
inlandsche reizen.
Billijke tarieven..
Lend, Rijdt rustig.
TELEFOON 416
(Pc/ris«o.«piej.
Ze woonde recht tegenover ons. D'r ma®
lie® met negotie en zij hieldi een winkeltje
van garen en band.
Jö Icon misschien een Jieelc maislsaj .klem*-
kwaad van d'r vertellen, maiar ten slotte
triomfeerde de waarheid w'ann-ew da buuir-
lui na, opsomming van haar Wr.mtMe! ant
woorden en lOngenageeTcte beiginlsalverklai-
ringen, zeiden'. „0e,t! ia toch een goed
wijf!" I
Ze was klein, gezet, rond, met «en jreietj
je 'bakerachtig gezicht, geweldig rap van
tong en als-dedrippebj-eisl-er-'bij! om allerleo
mensehen van antwoord! te die[meSn, die,
volgens haar uitdrukking „die Kerel is! vjujil
in zijn mond", niet z'uiver op. da graat
waren. 1
Maar het was een echt goedl „Wijf
een ronde vrouw uit het volk.
Als kinderen bekten we dat spelletje wtel
eens af als d'r man met zijn kar ne(-
gotie 'n morgens wqgtrok of! .als de
kinderen na,ar school gingein. Dat was een
afscheid alsof zo een reis om de wereld
gingen maken. Het klapte door de; h-eiele
straat. In de! open winkeldeur stond ze
man en kinderen ma ba küj'ktem, wuifdel Zie
na, plecf ze nawuiven, totdat: de kn.oppi (op
del rug) v,a,n hun jas en hun mantel ver
dwenen was uit het gezicht,, hobbelde naar
binnen, scharrelde door haar huik, era .te
gen 12 uur eu 's avonds tegen, half vijf,
ze' weer in de open deur te ontvangen met
een vertoon van blijheid en. welkom, alsof
ze plas van een leivenkgerv'aarlijkem ontdek
kingstocht naar dei Bant,o;u-n«geiö waren
teruggekeerd.
Nu is ze in de vijftig. Al dekinderen
zijn groot, e,n getrouwd. Die trokken de
wereld in en maakten het best. Eten 'blpef
in de 'st.ad wonen. Dat Tiuishoulden' bei-
waakt ze met' speurhonden-oogen. Ze denkt
aan alles waaraan zij denken moetem; als
zet panneko-éken bakt, Krijgen dia altijd
een stapeltje! tudschen tweia borden; van
da erwtensoep gaat er een pToefktommletijtt
been mat een kluifje ier inen. als z£; visoh
gebakken heeft, verhuist een ptortie botjed
gil een stelletje schol na,ar drie straten
verder. i
Voor d'r huishouden heeft zei geleefd tot
de kinderen groot waren; nn begint ze
haar leven opnieuw voor de kleinkind-ere®.
Een rustigen da,g| kent ze niet meier. Al
het kleine grut. rolt bij Tantei Koi over
den vloer en als er klanten zijin: in dein
winkel, zit z'e pennetifck'end Kimd-ertruitjies
te breien, groen met witte strepen, roiold
melt zwarte strepen.
Ja, 't was een goedl wijf.
Jaren had ik haar niet meer gezien en
waarachtig, op den vooravond der Verkie
zingen, opgepropt in den boek va® eem
tram, ziei ik haar met' haa,r corpulente! ge
stalte -binnenduikelen- over da stoep.
De tram w,as stampvol. Met haar mapit-
hoedje op at ex ze wel af tegen al dia
chic van moderne juffies eu heértje»
Niemand lette op Tante K>.
'n Groote stoet, geformeerd' dao-rRoom-
schen.,, trok voorbij. In de verte naderde
een andere stoet van da „rooien". Tainte
Ka monsterde de groepen, die elkaar
kruisten.
Een van de heeren zei: Wjat een zloodje,
diei Ba msche rommel. Tauta Kb, plotse
ling van onder haar kapófhoiedjei met d'r
crufalen mond:
„Dat ben ik heelema.al niet met, u eens.
iW'lant. d'r loopem heel wat vaders en moie|»
dejrs bij, die trotsl kunnen zjjin op eem huis
houden. En daar als je dan tóch pira
ten wil van „zoadije" laopen heel ]w!ut
kinderbeperkers bij."
Heel de tram keek' plotseling verbaasd
en gespannen maag dat kleine radde wijfje,
dla,t begon te razen alsof ze midden in een
de'ba.t was.
Mijnheer, woedend: „Ze z'ijii .zón .dom as
't achterend van 'n varken, want ze loope®
maar mee onder den leiband van 't Kruis."
Tante Koos direct er boven op: „Ja,
maar in dat teieken zul je; overwinnen;. 'Ein
dom. bom, mijnheer? Ja, «torn, zij'n ze, want
za weten niet eens iwlait nieuw-maltthns'isi.-
nisteei beteekent."
Mijnheer woedend en autoritair met mint
.achting voor dei vrouw uit-'t-vlolk' met d'r
ne-r-orthodoxe overtuiging
„En toch zullen die rooien dei heilstaat
brengen." l
Tante' Ko direct erboven ppi:„P.asimaar
31
Ik ga maar heen, zei de jonge Haf
tings schor.
Maar niet zóó, niet zóó, Hob
.\Vil je me niet... een kus geven?,
Ze deed een stap naar voren. Maar hij
hield haar terug en weerde haa;r af. Het
beste in h'emi kwaim in verzet.
Neen, dank j'e, zei hij kortaf.
De deur ging! plotseling open en' Lilians
moeder kwam binnen. Met stomme verba
zing keek zij na,ar hef; tweetal. Robert,
jij hier.? t
Da uitroep verried dat de gevoelens
waarmee ze heni liier aanwezig .zag, noglal
gemengd waren. Ze Iwieltj zelf! niet of ze
blij móest zij! nmet dit bezoek of niet- on
keek'^ beurtelings Lilian en den: jongen
Haftings ,a.an alsof zei een explicatie ver
wachtte.
Robert laiohte öohampier. Ja mrs.
Fane, zooals u zieit ben ik hier. Maar ik
Stond juist op bet. punt ,olm:weg teglaan.
Het spijt me da.t ik dit bëzóek gebracht'
he:b, dab ik de dames heb gestoord, voed
de hij er op ironisch-boiffteRjken ifoon a,an
toe.
Zonder een blik naar Lilian verliet hij
da karnm.
De beid'e vrouwen bleven vierbluft ia,eh-
ter. Lilian was de eerste die zich bewoog'
op dat ja niet uitgestorven bent v.oio-r die
heilstaat er is.
Mijnheer: „Je bent niet erg op de hooigl-
ta anders zou je weteu Wlait! dia Rioiomscha
paters eu nonnein! slikkeln uit de staats
kas." I
Tante Ko: „Ja, dat zou je wei willen
wij belasting betalen vo,or jullie open-
bare school, eu onze onderwijsnemne® ©e®
zakkio dropi als' salaris."
Heel de tna.m kwam in belweging. Mijn
heer werd Woedend en schreeuwde (dootr
bet rumoer. Iedereen s'chi'eeluwde m-eie en
koos partij.
Mijnheer brulde': En toch brengen ze
den heilstaat.
Tante Ko: „Ja, kijk' maar naar Rusland.
In het huisgezin willen jullie geen! kinde
ren mla,ar wel als, de Staat er voor zorgt,."
„Hu, hu, liu!" riepen ze.
„Jullie zijn smeerkeeZen."
„Ja, roep maar hu ,hu', hu, SjmeeT-
keezen zijn jullie." 1
Mijnheer, op kopkpunt, greep Tante Ko
bij d'r schouder:
„Hooi eens1, juf
Tante Ko„Blijf van me af".
Conducteur maakte een slot; door de
plartij'en te scheiden.
Den volgenden morgein za,g ik Tante Ko
weer, trotseh staipip-end door dei straten met
haar stembiljet onder den arm, haai" links
en rechts naar alle kennissen er me,e
Zwaaiend, gewichtig alsof van haar stem
de hoele verkiezing afhing!
H. D'E GRE-EVE, S, J.
Kinderoffer.
Ja,- zoo, z'ou-ie er wel komen.
Nog es effieis -Mjka
Iedere Zondag z'n Zondagscentje, zin
duppie, maakt in één jaar 52 X 10 .oentan
ia 5 gulden p'lus 20 spie.
En dan: hij had al tweia gulden.
Asjeblief, wou je nog meer.
En zoo'n ding, niow ruim geschat, kostte
6 of 7 gulden. Dius hiefi volgendei jaar,
dau hiad-ie ',t<.
Hè, 't. was Wol moeilijk .olm zlooi telkens
van je Zondagsoentja af te blijven, maar
hébben moest-ie 'f.
En misschien kon-die wel eis fooitjes
oploiopein, met. boodschappen, of zoo,.
Als-ie nou bijvoorbeeld is
„Baas, effiiesl help® dauwe?" en mieteien
zette-nie z'n borst tegen de wagenkruik
en hielp met heel z'n tenger kinderlijfje
den groentenwagien tegein de hoogle brug
opiduwem.
„Messie, jongen, hier hei je oen pa,ar
peentjjtes!"
„üiank-ie.,b aas", póffterdikkie, was dat
eifïe pech. Maar allo, vandaag .niet, dan
morgen.
Fluitend, en zoo. nu en dain oen jtems ,mie,t
z'n rammelende klompl op den grond ge
vend liepl-ie dopr, ,al maar denkend aa,n
z'n jongena-idaa.al'n trekpiamio,.
„M'la,t hei jij 'n lol?," b'egroef-te z'n
zussie hem.
„Mag ik asjeblief, stuk saglgerijn", was
'f antwoord van Janus'.
„Dank-ie-, engerd!"
Lachend kroop Janus gauw z'n zteddertje
op. Daar was „zijn atelj-ee".
Eerst deed-ie ga.uw het luik dicht _,en
zette er 'n kis-t mie,t boutjes,, moertjes,
stlangetjes, .enfin zoo,'ni oiud-noiept-hoioipi, bo
ven opi.
Dan stond ei' nog 'n halve fiets, in vlie
gende hollander miet, één .achterwiel, enz.
Aan den anderen kant; vam die romimel
stpnd een tafel van in plaar ongeschaafde
planken.
Dat was z'n glorie!
Die kon namelijk opi en neer geslagen
worden, hij was „geprakkezeerd' -en .gektes-
fpueerd v,anw,e>gei den Woningnoiod!"
W,a,s nu opigeislagen en er lagen 'ui
pia,ar stukken mesjes, 'n hamer en 'n plank'
en meer van dat splul op.
Maar diat alles kon hem vo,or 't oogen-
blik niks scheelen. Mieteen kroop-ie onder
da ,ba,fel,w roette w:a.t, dieplte een bokstelen
opi. ,noig eens: wroieiten en daar had-ia 't.
't, Wlas zoo'n doosje om zeep in tie, bewa
ren. daf-ie van z'n zhs gesnaaid ha,d cin
waarom ze 'n p-aar uur achter-mekaar ha,d
ziifen grienen.
Nog eens keek-ie na,ar 't luik1 en toen
alles veilig was, deied hij het, doosje open.
Daar Zaten z'n een,ten in.
Hij telde alles nog eens na.
Ja„ 2 gulden en 13 centen, op dan
kopi ,af. i I
Schreiend li'ejt zij zich in aen Stoel vallen.
Hij heeft zulk'e vreeSeiijiktei dinglen
tegen m'e geze)gd', moedor. Hij was zooi
ruw; hij heeft mijn polsen bezeerd. Alsof
hij verlangen kan dat, ik m'et een man
zonder geld -trouw! Het is heel ,aardig om
over liefdia te praten, maar daarmee kun
nen we d'e rekening van Madame Loui-se
toch nie-t betalen en dien vreiesjeüjkfcm
Williamson, W.a-t een h'eï is belt leven
toch! O, waarom heeft Rjolb' ttach 'het geld
van Barlett nieit.
Mrs. Fane keejk haar dochter onderzoe
kend' aan. Heeft kij je het dan (liet
verteld
Lilian hief haar betraand gezicht op.
Wiat verteld?, i
,W'eldlait. er een ander test.amient ge
vonden is en dat hij tem sloitte .toch
alles -erft. Ik heb het vanmiddag gehoord,
helt is een feit
Lili-an snikte, wanhopig.
Goeie hemel, Lilian, je zult er mooi
gaan uitzien als je zbo blijft huifen.
Mrs. Fane keek peinzend naar haar
doebtjer en vroeg zich af pï die do-dh tel
er op stuk van zajken toch nog misschien
zoo iels als een hart <jp na hield. En Ze
rammelde verder domme Vrouwen ken
nen nooit het juisjbet miqmenit waiarop ze
hun mond m'elt, suöoes kmnn-elni diehthoinden
Robert is wel niet zooi rijk aks! Q.uerne,
maar hij komt toch heel aardig jn Zijn
geld te zitten en de „Four Winds" is eiem
laReraardigst buiten om' te wonen... de
schilderijen daar Zijn aRean al een isleiia
„Om-da,tr-ie zóo lekker is, ,oimda,t-iiei zfoo-
lekker is" zong-ie-.
„Janus-, kom jei etjen", h.o;o-r, da.t Was z n
moeder, .gauw „ziju saef' opbergen.
Zie-zo,o, alles iojpt z'n plaats', no,u effe
met. .de ham-er timmeren, net-of-i-e i-etS aan
'itt knutselen was. Liet zich- toen naar be
neden zakken ien Kwam de kamer in met;
een p'einzend gezicht,
„Ben je weer wiaitj-aan 't maken'?." vroeg
moeder.
„Nou, als ik ,wa,t me-er spulletjeis had,
dan kon ik misschien wel 'm fadio, v.oior
mekaar krijge!"
Gichelend verslikte z'n zus zich ,in een
aardappel, waarvoor hij; haar 'n poosje
lafer 'n glibbberige bi'uine-böon in d'r
nek schoo-t wa,t direct gevolgd- wierd door
'n -aria. uit,: „Jank maar raak".
„Toe ,-tpe," suste moeder. „E-n jij Janus,
ik waarschau jou, hoo,r je,."
„Als je nou eefts- een plaar een-te®
had do kapelaan van de katechi-simuis ge
zegd, „dan moet je die e-en-s aan da missie
geven. Bij Onze Li-eive Heie-r krijg je der
honderd m:a,al zooveel voor terug."
Dus ,als hij dia twee guld-en gaf, dan
zou-ia honderd maal tw.eiei honderd oenten
terugkrijgendat isnouitwee-hon
derd guldentjes, pop-, zoo,als vader zei.
Asjeblief, diaar ha-d je, zoo'n -fijn-a k'ak-
j.-ia.no vo-o-r met 3 iOi£! 4 basrije-n en -een
fiets, en. -en. affijn nog véél m-eer.
Nog al naar pofferdorie, hé daar niet
vloeke hè -tweehonderd gulden
Zou,-ie 't doen, of ,enkel miaa.r één gul
den l
Nee al-s-ie- 't dee, zou-ia ':t go-ed doen?!?
Tja, 't kon nog zoo langi duren v-oio.r-ie hij
O.L. Heer w,a,s- en and-e-ra, had-ie zoo'n
dina' 't, volgende ja.ar al; we-1 'n M-edn|tje,
m.a,arI
Maar allo, 't was- dan pok e-en verat-er
ving
Ilij ging de knoopen van z'm jassi-a na.
Ja. .nee - ja. ne©
Hè?. Zoo- pardoes nee! N,og .eens 'n
keer: nee, ja, nee-, ja Ja?. Wiatj gek!
En. d'r net, was het neewas er dan efln
knoop afgevallen,, of' e-en bijgekropen ?i
In z'n eigen p-rakkizteerend, liep-iie door
naar huis, sloop stiekum z'n Zoldertje op,
haalde z'n dierbare „se-ef" voor den dag
en keek he-t nog .eens, na,.
Twaehonderdi-en-dertien cientjes, eni als
ie' die nu weggaf1ineens rats niks- meier.
Nou, die dertien cen'ten waren na:t|üluri-
lijk voor helm.
Nou vooruit eeej,a, voor.uit dan
maar! Mooi, moader uit voor 'n bbodj-
schap en Rie ook nieit Üiuis. Ze-nuwaohi-
fjg'-belvend, gejaagd, zocht-ie- ''n velletje
papier, 'n enveloppe-, 'n pen e® da® nog
ink-L
Ja, wat zou-iei opschrijven? Na.tu|ur-
lijk, voor da missie, v,an -e-eie v;an
China. daar had de kapielaan van ver
teld. Nou gauw dan:
Waf mo-st-ie, d'r onder zetten Zijn
eigen naam? Nee, weeit jia wat, dei groote
menschenzetten er altijd twee N's ouder
dat kon hij o-ok doen
Van NN
Alleis in de envelopïpe doen; zo», die
dertien spie voor hem; tjoep, klaar, effe
likken, dicht
Alles weer opgeborgen; zo», nou weg
brengen.
Z'n klompen ia,an -en op ho,Ileitij-e
naar de pastorie en pats1daar lag, jt,
'foetsie! O mee, niks! te doen, hij kreeg
■onwners tweerhonderd gulden,
En dan kon-iei voortaan elke Zondag
z'n duppie weer verpatsen voor 'n ®o|ii|-
g-a.al'b-lok of n' maddereintje, dat was eigen
lijk veel haaier. 1
Een weekie- later.
Janus ligt, Zwaarziek op| b;ed: vliegende
tering.
Eergisteren nog besit,. Gisteren buikpiijn
en nou, wachten, d'r up olf d'r onder.
De dok,ter had nog niet alle; hop,p| opge
geven. poaar vader en moeder 'begrepien
genoeg. Straks zou, de, kapelaan kóimen
mejt; Ons Heer.
'twee honderd gulden, '11 fijne
trekpiiano met '4basr
„Wat kletsbie nou," zei moeder, „o,
ma.n., kijk es".
Vader keek-
Janus, de dekens van zich- afgeslagen,
zag met glanz'endet oogen naar 't plafond.
„Wia,t 'n lïjnc, en is- dia voor mijn'?"
riep-ie uit0 ,,'n prachtige, met nog wel 4
basr ij en en nog e.e
'n Bons op 'i; kussen ,'n golf iblóied', 't'
was gedaan.
vermogen waard Hou .taiohi opi met hui
len, Lilian, je ga,alt ea' nog uitzien
Mia.ar Lilian bleef ontr,0|oistb'aar.
Ik heb nooit, van iemand anders dam
van Rob gehouden, snikt(e ze. Dpi haar
manier -Sprak ze die waarhei-d, maar dat; Ze
op -dit ooigen blik tolt dit beslelf kwam', was
wel betel erg een gevolg va® -dje m'ededeie-
lingcu v.a,n haar moedter oiver.1het tw-eiede
testament. .i -
HOOFD'STUK XII.
Robert legd'e- den h-e-elten afstand van
Isde-rsley Gard'e-ns naar zijn kamers- t,e
vo-et- af. Het was een heel ,eind, maar het
dpng nauwelijks tjot hem: door. Hij- had
zich nooit zpo ellendig gevoeld, zoo leeg
in zijn hoofd en de hteri®®eri®!g aan Lilians-
zachte handen wtektei zoolw'c-1 zijn ver
langen als, zijn razerudla woede.
Ileit beStie wia® maar om naar heit bui
tenland t-e gaan, veel te reizen e®i zo.o-
vergetelheid1 te zoeken ,er w,as Zooveel
diaf, hij vergeten wilde. Het Was opteens
alsof de gestalte van het kleine meisje in
felle duidelijkheid voor hem stond. Hij
had dat zoo vaak de laatste dagen. Hoé
kw.am helt toch -dait hij zoo, dikwijls aan
ha.ar moest denken, aan hst Zaoht'e, zie
lige kind, dat, ma-ar zoo, kort zijn naam
gedragen had.
„Ro-sia]ie Ha,fltjngH". Hp,e batkwamwist
hij niet, maar oppens schoot deze namen-
combinaitfe fel in zijn br-ei® ombo|oig. E|n
even laf,er wilde de gedachte; aan de
vermaning van den oude® Fergerson, om
een man in de wereld ito Iwdrdec, kern
En boven- speelde Janus op zij'n .War--
mónika, zijn trekpiiano, met vier basrij'em!
HERMAN 'BALK.
Kind zijner ouders.
Bij heb sterfbed van een jeugdig kind.
waar de móeder haar traneu inhoudt -eu
met spanning luistert naar de ademhaling
van baar lieveling, om fa weten, of- bef
leWen reeds, gevloden is, ontwaart men
soms een schijn, die niet is v,a® het sput
terende nachtlicht, norih va® 'dageraad af
dag. maar een zachte klaarheid, die als
nederdaalt van de open poort van het
Paradij-s en de onschuldige kinderziel om
straalt.
Gij- hoort, om! dat bedje den wiekslag
van cngelenvleugelen, ,v!a®- de® Einged, die
zij'n kleinen beschermeling te® hemel kómt
voeren en da arme moeder toefluister tl:
Laat hem' met mil'-g^111 Bij .wordt
gelukkig, hij' 'blijft iul 'liefhebben daarbo
ven, bij verbiedt uwe komst!
Tien j,aar is een gelukkige leeftijd om
ta st-erven.
Die dood laat wel rotuW, maar ook hoop
en vrede achter.
Doch van hoop en van Vrede heb- ik
niets meegemaakt in bet sterfgeval, waar
bij1 ik onlangs te elfder ,ura geroepen ben,
en dat ik u zonder -commentaar mededeel.
Het is een dood, die; mijl als- lo;o,d o-pi d-a
ziel drukte, -een tafereel, dat ik' afschuwe
lijk durf noemen.
Do kamer is- ruim, luchtig, weelderig
gemeubeld. Het Smyrna-tapijt dempt het
geluid der voetstappen, de half gesloten
zware zijden gordijnen laten de eerste
zonnestralen d'oo,r, wier licht tegen de®
-achtergrond van het vertrek een smal.
iijnbewcvkt koperen ledikant do-et onder
scheiden, waarop, een Wasbleek knaap-je
ligt uitgestrekt. Het is erg ziek' en haalt
moeilijk adem.
Dat kind is tien jaar. Het is opgevoed
stipt volgens de voorschriften der mo
derne opvoedkunde. o,p, -onze openbare, scho
len, wat zooveel als z'egjgen wil: zond-et
godsdienst.
Zijn vader beweert aan niet'a ta geloo*
ven. In den Senaat heeft deze: vurige po
liticus zijn heftige rede voering uitgespro
ken waarmede hij- „in alle bescheidenheid"
oordeelde, aan de Kerk den genadeslag te
hebben toegebracht.
Moeder, of'schoio-n op-gegroeid in een
vroom gezin,w erd meegesleept doior den
draaikolk der wereldsche, ;.geno-eg-ens en
heeft ook welhaast .alle geloof' verlóren.
Hun eenig kind heeft nooit over G,od
lioore-n spreken, noio.it .God hoore-n, noe
men, tenzij door zijn vader, als deze e-en
vloek uitstoot want tegenW-o-ordig zijn
cr zoogenaamde- nette lui, die zich dat ook
veroorloven. i i
Met zijn vroolijke kinderstem zbng .de
kleine Gasien kórt ge-leden nog, bij' ge
legenheid der onthulling ya® eem vrij-
mets-elaarsstandbe-eld, er lustig op los:
„Ge-en dogma's meer, ge-en knellende
handen" en .andere; verbevein baeldspraak
van hetzelfde- allooi.
De; knaap leerdei de grondbeginselen vam
natuur- plant- en dierkiu-nde, e® maakte
bewonderensiwaardiga vorderingen- opi 8-e
g.ro.otstecdsehe neutrale school. Zijn be
grippen over moraal deed hij ,olp in den
schouwburg, Wanneer hij! meegenomen
werd om „de Zilveren Lie-fdeibeker" en
dergelijke fra,aia voorstellingen t-e® tjopmeiei-
lei -t-e zie® opvoeren. l
Nu is het arme kind zoo ziek', dat de
dokter, eveneens een oubekr.oimpian: vrij
denker, heeft gedacht da oud-ers ta moei
ten waarschuwen, dat 'hun eenig zoomt.je
vandaag of morgen tot het nieit zal ftve-r-
gaan. i
Beiden staan voor het bed, ontsteld,
troosteloos. Als de vrouw do»r de hevige
koorts- de wangen van den kleine hooger
zie-t kleuren en de verergering va® de®
toestand waarneemt, WOrd't eensklaps in
haar de herinnering aan haar eigen moe
der mét haar opreéhte geloo-f weer wak
ker. on zij vraagt fluisterend:
Man, als wij eens ,eea( p-rieistfer
lie.ten roepen? - -
Hij1 haalt zwijgend de schouders op.
In dit smartelijk oogenblik- wendt.hij zich
van haar af.
Maar de moeder, onder het plotseling,
besef van w,a-t zij misdeed, pakt hem bij
den arm en zegt:
Verdoem jezelf' als .je wilt, maar ik
wil mijn kind redden. Hij sterft niet
zonder priesterI
De- man die in het diepst van zijn- hart
gevoelt, dat zij in haar recht is, antwoordt
niet met rust laten.
Miaiar wat kon hij doen'? Zij'n zelfonder
zoek 'had een negatief resultaat. Ala m-e,n
hem zou kunnen gebruiken, wast het al-
leicn om zijn gteld. Toe® hij zij' n weelderige
flaiti binnenging, -leek zij® toeltomistig le
ven hem dor -e® eenzaam.
Een helder vuur brandde in de gezel
lige, luxi-eus-e zitkamer. De gtoeid.van dat
haardvuur weerkaatste opi.-e-en iporta-et va-n
Lilian i® zilver-en lijst op ■Jen. ach'oarstieeln.
In -e-en plotselinge® imlpullsl legde hij het
portret neer met- de® voorkant .na.a-r be-
ïieiaen. Wrokkend dacht, hij tój' ziohzlelf,
dat hij er geen redht meer opi had';.
Querne had haar gielcocht,: „met huid en
ha.ar", met liahaam en ziel. Hij kon niet
besluiten om ho-eid en ja® ,af te doen ier
was e-en zeldz'am.e loomheid lOlver h-em
g-ftkomen -en de VAO-rname luxe Va® zij'n
kamer nam zijn gevoel va® verlatenheid
nie-f w-eg. Da tafel ston-d keurig -gedekt
voor het sioiuper en Rjob 'bêdacbt met bit
terheid. Jio-e heerlijk het zo® zSjb als er
nu eens -een hartelijk menSah-qmkimd was,
om zijn eenzame® maaltijd met beun te
de-ele®. 1 i i i II I
Zou de. oude Fergerso® willen komen
als hi.j hem opbelde? M-aar daiarvoioir ga-
naerde. hij zich -eie® beetjle! Er zbude® ge
noeg -elubfrienden zijn, dia wel teudem
wille® kom-en om; zijn wijn t® drinkem e®
zijn sigaren t-e ronken, maar da;ar v-ea-lang-
da hij niet naar het ware® niet de
vrienden die hij behoefde.
Da deur ging zatchtj-es open. Rob'si ka-
G enei'cihteldjk'e wa,rtai:al.
Mr. d-e Hartog kla.agt in kat [Weekblad
van kot neoiht, over de vóete®g'«ls e® fclem-
men -welke de ivetgevea', de modterne ivooi'1-
al, plaatst op den kmWbejlijlken weg van
den -eenzamen rechter. i
Als iemand opzettelijk en met voorbe
dachten ra-de, sonrijift iilij[, oen ander yan
het ley en b'erooift, maaik't hij: zich kchuli-
dig aa® moord. Kprt en bondig. D|a.aii heb
je houvast aan.
Maar als 'n slager ongemerkte pakjes
gesmolten vet in voorraad "heeft, pleegt
hij d-e volgende kleinigheid
„Zoo-danige spiijisve,tten, al dan niet ver
werkt, als naar het oordeel van den met
de zaken v,a® d-en Land'bpuw 'belast-en
Minister, gebezigd -zij® pil kunnen wor
den, om boter ottl margarine te rvai-v'angen
(niet ,-zijtad'ei doof. dien Minister aange
wezen oliën i® een hoeveelheid va® pen
hoogste 1 Liter) voorhanden hebben, pn-
ders dan in 'n eenheid of feenhelden door
den voormelden Minister t>e:paald, welke
eenheid Of eienhede® op de wijz|e laid door
dien Alinister bepaiafcl, z'ijln verpakt ten
op de verpakking z'ij'n voio-rzie® vlan (een
merk, waarvan helt mode-1 do-o-r dien Mi
nister is v.astgasteldi,
terwijl niet kan wórde® aangetoond:
hetzij, dat de waar vergeizteld van pen
geleide-bdllet door de CentraLa af'gpgje-Ven,
is vervoerd naar de plaats, waar z-i| Izic-h
bevindt,
hetzij, -dat dei waarde is betaald van
het merk', waarvan de -w;a,ar ,zo® htecte11
3'ijn voorzien,
hetzij1, dót de wa,ar in 'eenheden e® tot
een hoeveelheid door waormaideii Minis
ter bepaajd, «bah bevindt in «en- niat
voor het pmblielk' toegankelijk gedlejeiJtie
va® het perceel, w,a.arin het luit, xaiuf*
dierlijk vet is gesmolten en in iwelk
perceel is gevestigd een bedrijf, tot dó
uitoefening waarvan het verkioópen e®
afleveren van u-itgesmoiten vet behoort,
hetzij, dat de w.a,ar in een hoaveellieid,
-wleli'e een door voormelden Minister voor
vers-shillcnde personen oil groepen va®
personen afzónderlijk: bepaald gewicht,
niet te boven gaa,t, .zich voor gebruik
in eigen gezin bevindt iu een niet voor
het publiek! toegankelijk gedeelte va® het
perceel, waarin het ,uit ra®'w' dierlijk Vet
is gesmolten,
hetaij', -dat de wa,ar in het perc-eicl,, wnar
zij zich bevindt, uit planta-ardigei oil Vlier-
lijke s-tolffèn is gewonnen -door een 'to-
drijJ', dat daartoe daar de Ceimti'dLe is
erkend."
Het kwam nair. D|ei Hartog althans na
zes uren van nadenken en stude-ere® ivoor,
dat liet delict zooi aangeduid móest woq,
den. Oorspronkelijk heeft m-en dus nog
duisterder taal gebruikt.
Het ligt voor de hand, da,t de webgeiver
izichzelf! en ,z(ijn stand beschermt door in
abmkadabra te schrijven (deed hEj( het in
normaal Nedterlands'ch, dan had men im
mers geen advocaten noodig) maar hij
moet -Zij® grenzen Kennen. Gaat hiij| z|oo
door dan ligt binnen frórten tijd onze
rechterlijke macht met verwoeste zenpw-
gestellcn in diverse sanatoria, vloórzloóveii-.
do di-enaren van Tliemis -althans niet pidt'
hersehkloortsen a.an hun sponde «ij® ge-
.kluistard of in een krankzinnigengesljiCihtj
zijn opgeborgen
i UITKEJ1K.
louterj
Maar denk toch- eens aan onzet ken
nissen; ze ziillen ons uitlachen.
Dia woorden geven volkomen de mader-
nei geesteisigasteltienis weer.
Nada-ü zij ijlings de kamer verlaten
heeft, om den pastoor der parochie te
telefonceren, buigt de vader, ®u| liij' all-aen
is^ zich over de gestalte van zijn zoontje
en zegt ,aarz!el-end:
Gaston, heb je piet ©en beetje angst?,
Als er toch eens ïebs bestond na dit
leven Bid even tot God, mijn kleine, lieve
jongen. I -
Verwonderd kijkt -het Kind opi. Zijn
oogen zijn star en schrikwekK'emd dof,
terwijl hij zw-akjes prevelt:
'Bidden! Wat is; 'bidden? U. hebt het
me nooit geleerd; u zei altijld, dat ik geen
grimassen behoefde te maken. Wlaarom nu'.?
En mettegenstiaand-a de uitpiuittimg,, waarin
hij verkeert, poogt de knaap spottend
een vrome houding na ta apien.
merdienaar -stond in de ppieniing.
Neemt, -u me niet kwalijk mij'nheer,
maar ik had u niaf liooren tlmisikioimen.
Wilt u nu direct ©ten'?
Ik eiet haelemaai niet, Zei hiji geirri-
■teerd. Hij deed' hoed en jiasf af en Bm|e©t
ze dwars door de kamer óp -een Solfla.
De b-ediende zei nietfs- Hij Jïendte dez'e
buien va.n zijn mieester- Hij! 'raapta dön
hoed -en de j-as -op -e® deed al-so)f hij -eem
ander oipiruilmkl© in da kamer itprt de bui-
zou .overdrijven.
Niemand hier geweest?
Neen, mij-nh-aer. Dab is te zeggen,
er is een m-a® bi-er geweest, «te® ordinaire
venti met ©en astrakan kraag op zijp
j-a-s. Hij wou zijn naam' niet Zegge®; hij
kwam nog wel eens terug, zei hij.
Een -bedelaar -denk' ik.
Dat -geloof ik jii-et, mijnbeer. Hij-
droeg -een gouden ring msf ©an dia-mant.
Zegt ook nog niets. Nagemaakt spul.
De 'bel ging.
Dat zal misschien d-e mijnheer met
den diamanten ring zijn-, zei Rob sarcas
tisch-. - i
De bediende ging de kamer uit om open
te doen.
Rob h-oiorda -een vr.eem-do stjeitn. E-en
o-ogenblik laiter kwaim Ferne-, de bediende
we-er binnen. Hij scheen- uit zijta humCnr.
Hij is het, mijnheer, maar hij! wil
zijn naam niet; Zegge®.
Hindert niet; laat nutnr hier komen.
(SKardt vervolgd.)