ril allerlei in ZATERDAG 29 APRIL 1933 NIEUWE ZEEUW8C.<E COURANT Apologetische Vragenbus GEKKE GESPREKKEN te sturen waarop liijl scErffli Doe m» een genoegen en qchrijf me nïet met ni'ij'n jaardag; liet zou me niet aangenaam' zlijn, dit jaar een brief van u te ont vangen." i Die vrienden dachten, dat liet leizén liem z'w'aar ging vallen en sphreven niet. iZeer gelukkig bekeek de 'pastoor eiken dag do gestippelde eitjes; en toen liïjl na drie wteken lawaai in do b'usj hoorde, riep li'ij1 'de huishoudster. „Ik hbor wat daar 'zijfn ze, die aan mij hun loven te danken hebben. Ze zullen geen spijt hebben van dat wat ik1 gedaan heb, en ik evenmin," In den zelfden tijd beraadslaagde do biqschop met zliju secretaris over de be noeming van (een pastoor in 'n mojoie parochie. „Ik' lieb oen oandidaat, die in alle oprichten voor do vacante plaats in aanmerking komt; mlaar, we zijn aan onze eer1 verplicht, do open plaatst te doen innemen door don pudston pastoor van het dioceeq. HSJ Sal de benoeming wel niet aannemen, zijln bescheidenheid en den leeftijd Zullen het liem beletten, doch wijl 'Jhebbten onzen plicht gedaan en hem de gelegenheid tot promotie gegeven." Dlaarom ging er een brief weg, waarin stond „Wil terstond antwoorden, of lie ver, kom me terqtond opzioieken, Want. ik ben verplicht vlug iemand te be noemen." D|e brief Iklwam aan op den dag, waarop de paqtoor den sleutel bijl zich had ge stoken. Behoedzaam duwde de bode! hein in de bits, waar hüjl op "den bodem onder het nestje liggen bleef.. E,n de t'ijd brak aan, waarop de kleine meazen over deu rand buitelden, langsi de wanden drippel- den in de bus. Dan waagden rij' zich buiten. Die pastoor Zag dit alles met een blij! en opgeWetot hart aan. Als hij hen zag fladderen, terugkecren alsi bijen naar den korf, zei hij1 in zichzelf! „Kijk, de jengd is nu al voorbij', en wlat rijn ze allemaal flink," Op n Imiddag, na, het eten, ging- hlij na,ar de bus, den sleutel in de 'hand. „Sist. sst." deed Wij'. 'Er was niets te hooren. „Ik dacht het w'el," mompelde liiji. En Mjl opende de bujS| en vond, bevuild door afval uit het neqt, den briefvan den bisschop. Onder het lezen verbleekte hij, „Vlug m'ijin reisgoed klaa.r! De bis- Jsohopi wacht me al sedert weken!" „Dat is toch niet meer in te halen." Enkele dagen bleef do paqtoor weg. Toen Wij' 'terugkwam, zag hij: er kalm uit; maar toch z'ag men 'n trek 'van spanning om z'ijh gezicht. Toen Wijl zich had verkleed en 'den i uin inwandelde waren de vogels, bijeen cm hun afscheidslied apn den. dag te brengen. Ze zagen hun moester en wel doener en fladderden rondom hem, maak ten een b'uitenge'wöon lawaai en de k'ool- ineeZen, nog s/echt in do voeren, pro beerden schuchter hun steminetjes. iMet vaderlijken blik keek Wij' hen pan Iniaar met een Zw'aailmbedige teederheid Eiioalsj men hen aankijkt die ons veel heb- bon geklost, „Komaan kleintjes, zonder mif Waren jullie niet hier en zonder jullie was, ik nu pastoor in een grpiile ISjl ad. Ik he!b ,er geen spijt van, maar houdt nu (wat op, je bent te 'luidruchtig." 1 Hij' 1liad hooit eerzucht gekend, ma,ar teen hv'ij den volgenden 3ag^ops,tond, na een isjnpeüiooz'e nacht zei Wij' tegen de huishoudster: „Als volgend jaar de mees Weer komt, moet je 'me waarschuwen. Het is beslist lastig." Maar de kóolm'oosj k'walm niet terug en ook kwam' er geen gelaktei brief met liet w'apen van don bisschop. Sientje is verdrietig I k heb eem baantje aan hieb ministerie van binneinlaind'scha zlak'en, m'ijin, salaris is 200 gulden in de mapnd, nog oen beetje ren'© en hela,as, een herfa partij! jrussiem, waar ik meer last, dan rente van heb!. Eu buiten dat hen il? vrijlgeizieil, ik hielb1 norit den moed gehad «n tie itiiO|U|wien f D.it eeuwige, resttawpamMievcn viafvlelelde mie. Ik zoiu ook wel eens pen huishoudster will n hebben, zioo'n soort alsi een vriend van mij' er eentje had, zoo'n zorgzame kle|uk en prinses! Ik bracht mij|n laatste vaclainitjej in H. door ein om kort te gaan ik kwam met „de" k'eiukemplriinseis tettuig. t Zo was twee en dertig jaar, had eem paar haartjes: onder den new en' kon.' ettn gewoon petje koken, dat ziopw;at het mid- dteu hield hiissóhen een Zacht gekóokt eitje1 en. een kopje geurige boillom. Ze was efeln goede behandeling gewend en zoiui zich wel thuis gevoelen in e,en omgevingl Zonder kind of kraai, waar da huishoudster zalf de iuk'ooipan mo«sit doen. I I Ik nam haar condities aan; en, omdat hielt mie vporkWam dat liet voor haar v'ier- driel ig Z0|U zljit haar vaderland te moeten vierlitein, nam ik' een pa,ar dagen'vea-lof en reisde me,t haar llstie klaisl terug. Ziezbo, nu liad .ik een huishoudster 1 II zag dei wereld Wleer vol rozengeur en mla uieisdhijtn, Ik, man van dio klok', ikl Tz'ag wevr 's morgens om 8 uur mijn koffie tafel gereed miet de werkelijk fwiaïme broodjes. Eu middags om één tuutr, als ik bin'nan kwaim, geurde mijl.de lekkere goud-gele bo|uiilk>n alt tegen. Ein 's avonds,! 's avonds.!, fijne soep; een paar zacht g©- ltio ikte eitjes, aardappels in boter gebak ken, malsch© graemiton, mijn krant, 'ïnljln pijp. Wat een wellust om te'leven! Maar ach, na acht dagen Scheen Sientjie Zoo had ik haar genoemd een beietjie ■verdrietig. Ik dacht, misschien, heimwee, afln. de zaak' was nu, mijln huishoudster nietl kwijt te raken, en Zondag .daarop,, na da Hoogmis, zfeiide ik' liegen haar met gta- voielige stem m'ijin stem kan sttrns zeer gevoielig rijn: -- Zeg, hm, Si|e|n|tjie, heb je| isiamsi Yerilrielt.?, l.l t Ja, ik vteirvieiel' m'e, ik z'ag na, heit uitgaan van da lterk, landgenootan, die dols avonds geregeld naar da biioBooop' igu,a,nEn ik, ja, ik.?.! Is heit. dat! ik zla|l .voor jioiu eiken Zoiulagavtoind da hiasloooip beitialen! Ja, noig betier, ik ken pater Hbmioriuis, de Directeur van „de goted© Dioooo.cup.'en ik z'al jienr vragen óf liiji jam elke.n Zondag ©en «mooi plaatsje wil geven. Sientj© 'lachte eventjes en ik wa,s Vleier gea-ed Maar heit duurde niet lang. "Veertien dagen later was Sientje w'eea- verdrietig. Mankeert eir wat aan, Sientj©? vroeg ik. Ja, ik heb, ik ben, ik beigin 'ine it© vervelen1 En de bk#3Ci0i0|p> dan'?, Ja, de biosieopp', maar daar doön mijln oogen zlop izieea' vlam. De hecmen, waar m'jjn vriendinnen bijclieimeai zijn veel royaler dan u mcnieer, rij bat,allen ,b. v. ctenlsehouiw- bmrg voióa' hen. Zoo, b'eitlaleiii die don schouwburg vtior hun, Siemtjei, Ui :zla l'dieu dan ook voor jou betalen! maar alleen goede stjuk- ken, hé?. Je bent een goed christeWmieisjjiq ein ik heib je ouders betaofld .gloed vlooi" je te zorgen. Afin, ik zial den schouwburg voor je betalenI Sientje seheen weer gerust.1 G;ed|U|iieinde ilweei Weiten was ze ziel'fS extrai goed, soms neuriede zie aein w'ijlsj©, tal-Wijl zie Idp ipudding aian|men:g|dei; m'ijin hort kreeg .weer hoop, mijn hujsihoiuicllsiter Zou wel blijven. .Maar o,p een Maandagmorgen stond ha a,r gc.ziflht weer heel verkeerd. Ben je soms ©en beetje ziek, Sientje, dlei griep o'f! izloioi?," 1 Keien, dat niet, maar ik' gevoel me •bWleedigd. En door wie-.?, Door u. Door mij!?, 1 1 Ja, ui laat mie naar den schouwburg gaan, ja, maar in dezie jaipion en imet deizWn mantel! Ik heb, om Zopi t» zeggen, niette om aan te Hekken. Ein ito ruik] naar do goedkoop» i»made. Ja,, dat -Zei iemand; c.n een ander z'eii, dat lijt niet tl© ointi4 kennen was. Sientje, ik' zal vo,or j.o,u, eau de oo- lolginiei en pdeiur kioopen." 1 -J,a, maar daarmee lieh ik nog' geen bontjas. Ook zlal ik een bont vaor je betalen. Ik zal er direct een v'oar je halen! Ik heb voor haar een vos geizioicht, zorgi- vutldig ingepakt in de, cbmodela. 't Wiap eon pracihit vossevel v!ain mijn grootmoe der- 't Was wel geen zilvervos;, maar 't was t|0,ch gauw een vijftigghlden Waard. Zijl bekeek hom, maar schee,n niet erg bevredigd. Vo,or den schouwburg ,zou ik' liever oen hebben, die niet zoo gewoon iisi Zeido zij. Sientje, j« maakt' er nu êen grapijo van, maar wacht' ©eins, ik', geloof, dat ik nog eien skunks oppassum van tante Amalia, heb. I 1 Ik k'w'am terug met eein lcort mianllel'tjo in eien doos. Sientje bekeek het ©enis, aaide het 'ns ca haar breed ge-zicht plopide zich tot een tevreden 1'aahja. H-iea-van zmillein z'o z-ekfeir niet kun nen. zeggen, dat. hot eon konijn is. Hiet i« ren echt vel, al mieer dan hondord jaar in onz'e fiamilio. Gelukkig, mijn huishoudster bleef woer Dei uitwerking va.n heit miaiitdltj'ei wlais groot', maar hela,ais nieit, duiur'zaam. Sientj© verviel langzamerhand weer'in haar Verdrietige stemming. D'eizein kleer had heit Verdriet, ,lraar gohoel terneier go- slagen en schoen eien caitiaisltrofla wel onaf wendbaar. l Ik zocht daariona geleigenheid om eens mot haar te, praten. Ja, ik ben Zeier tirieisti gestemd, huilde Sientje, „of zoui ,u sranis: denken, dat het eien mo,oï baantje is om huislionid- ist-er te zijn!" Hlou jei toioh stil, j© bant voel geluk kiger dan ilr Stel u ©ensi Vo,oa-, dat er ©en ongeluk gé,beurt, dan mo,eit ik direct naar heit Ziekenhuis1 -Keien, maak je daar maar „niet be zorgd voor, ito zal je hier laten v'er- ploge.n. i Dlaar heb ik geen verttauiwar in, ach had hit miaiar geld! Je zou toch in mijn dienst1 WlljVani?, Ja, meneier, ,a,lisi heit maar een aan gename ein vrijie beitrekkiiiig was. .Maar, Sientje! ik bein tpeh ,o:oto in die-nat va-n vele piertetoenik wiordt ook geicïuMirandcerd door doze en gernelplen door gene on op' voel minder aamgemamio manier dan ik gewoon bein met. je te spreken. Jij! kent de beieren v'an oihs kan toor nieltEn ho©, haoigor men geplaatst is, deis te moer moieit mieu dienen. Die, Pauls' zieilfl wordt immeiis „de, dienaar van de dienaren Gods" genoemd. Ik Zeg toch nielt ,da,t ik Paus wil worden, ik wil alleen gelid hebben. Nu! Sieinltje. Je zult, geld hebben! i Hoeveel i Vijlf honderd gulden, ikheb niet meer. 'En daarbij! nog mijln maandgeld?, Ja. Dan is heit, goed. 't Was oen warm, half .uurtje géwleosi, ik had «r hieieil wat, veeirem bij! gelaten, maar nu was mijln huishoudster toch izeike|i' ook! vastgeschroefd in mijln dienst, Wat had ik mijlverghsitAohfc .dagen later was Sientje weer eVem humeurig pis vroeger. Ze zei geen wpoird, zij.deed niiettis dan huilen, zoadat liaar tranen haast in de soepterine vielen. i Maar, Sientje', wat heb je nu weer, ik meende, dat er nu niette moer aan ont brak Niette meer aa,n ontbreken, tailles ont breekt er a,ain! Ik koek haar zeer verwonderd aan ter wijl zo met de armen in de, lucht mij toesnauwde: OA, u meent, dat ik' geen hart heb, omdat ik „maar hjiishioiuidsifer" bon!, maar ik. ik h.e,b er well een l" 1 Maar Siontjei, zieker heib ik altijd ge ineend, dat je es",n .hart hebt! Ja, ik heb een hart ,en ik' wil trou wen! Mij'n tKvlae laaidgeno oil en hebben iedler oen man geWonden ,en ze troniwen nog flazie maand. Ma,ar u, leieflt, ,a,Ls .©on vois. U hebt nooit eens vrienden te gast! Jk' kan hier mlet niemand kennis krijlgaa! Neien, n'orit Nu, dit koer, gevoelde ik mo verloaten. 'Ik -sHoioit oen loagenblikje mijn oagelnl, oveiiL moest ik nadenken, hoe boiui 'ik «mi voorgoed m'ijin huishoudster ,a,an m'ijin huis verbinden. i Sienltije, je wilt duis trortw'ori?, Ja. meneer, ik ,wil Houwtenl jWieelt je dan demrand am miet jie Ijo trouwen?. -Ach, néén, juiislfc jiieimand I Nu, ik' bob' ©an miOioi plan, ao:u! j© m'iii nis je aanstaande iiinnani aöoepbeeaien.?, Zijl b'ekbek me eena in detZein nieuwen! toestand, en ziedde toen zo-nder (Ie miinislfp cinioiliei 1 Nu ja, gp-ed dan. Ik wa,s wteer gered! Het had me, Km)t|ziet- tend Veel gelcbiSfe, ma,ar nu, wa,s dan ook voorgoed alle tegenstand v,a,n fn'ijb hnisr heiudsteï gebroken. i Och, wat eraij t©l©U|r,stelliiig Vooa- mijl, arme ziel! Acht dagen later, toen ik van heit mi nisterie van Binneinllandschc Zaken terug kwam, .vond ik Sieimtlj© alls, geiknaiklt in ©en leiunstiotel zitten, terwijl z© tranen- met tuiten huilde. I Ach, m'jjn lieve Sienekfe, alweer de oogen nat van de tfanein'. E|n ik' moenldo nog wel, dat' er nu nietls meer :a,a,n je ga- luk ontbrak. Je hebt een .b'omtjasje ,geld, eem aangename woning, een glpieie man, m'ijin hartje ,wat wil je nog meer.? Sienltije •ylTjlde zich tegen mij aan, zoende onl fluisterde: 1 Ja, i!e,tis ontbreekt cr nqg ^a,a,n! En dait ja?, 'n HuiishiOndslier I Uit „Elsptero, Kathojika,." 1 B. Het ittclitendlied. Als de eerst© vroogtijdigei (Zanger® on der de voigels worden, maar de verschil lende waarnemingen, leeuweriken ©n kwartels- beschouwd, die als bewoners van het vrije veld, waar de zonsopgang het eerst valt wa,ar te nemen, reeds om 3 mir in den ochtend beginnen te Zingen. En wel de leeuwerik gemiddeld om 2.39 en de kwartel oitn 2.4,5. Tot d© vroegopj- staners b'eliooren ook de ISjlster, de tooekoelc verscheidene grasmusschen, verder de kraaien en de geelgors.. -D|at alleen het zonlicht van invloed is( ,opi het b-egin van den ochtendz'ang, kan blijken uit liet feit dat op, donkere dagen het lied eerqt latei- Wordt aangeheven, als liet tenminste niet heelcmaal uitblijft. Ook vocdselmoeilijk|- lieden 'beinvloeden menigmaal het begin van de vroege aublade. Ndodelaas niacin. .Mevrouw' Gollinsj te 'Newi-Yiork heeft 400 dollar boiete en koisften mtoeten. betai- len, omdat rij jioliltie on brandweer noiq- delooa hoeft ppgebeld. Toch Was zlij 'feit telijlk even 0nsicliuldig als do jpoli'tie en brandweer zelf. Zïj' "had haar tweejarig aoontje in de badkuipi gezet en ging ©ven ©en boodschap doon. Toen zij' na twee miinuten terugkeerde, merkte Zij! dat zo den sleutel had vergoten. DJe vrouw imiaaikj- te zichzelf doodelijto lOngerust over haar kind, dat zijl 'in haar verbeelding al in da badkuip Zagver drinken. Zij! alarmeer de de brandweer, m|a,ar deZc begreep do saiak verkeerd en meende, dat ©r „3 en rnloord waq gepleegd, weshalve .rij: voor da 2'ekerheid ook de politie waars|ehuwde Zoo, kWamien er aldr,a drie piolitiej-a.ut)©"'Sj, Bes agenten op motorfietsen, eenige, order bewaarders, te voet, voprts een 'ziokoni- wagen, terwijl 'ten [slotte n,o:g eenige spe,ur- derq op het appel verschenen. Men vond mevr. Collinq in z'wlijin' voior- de deur. Toen m'en de wloning binnendiiong en ju do badkamler keek, Zat het kleine Co](> liusje nog springlevend in rijn bad en vermaakte zich koqtel'ijk iaet naar harte lust in 't water te plasseu. Een insecten," vergift. Anierikaansche natuurvorschei-s hebben uit do wortelen van tropische crwtenj- :s|oorten liet gift „Eptenion"' gewionneii, dait zij ids het doeltreffendste insecten vergift beschouwen, terwijl het voor menschen volmaakt onschadelijk is. Oorspronkelijk Werdon deze wortelen dopr Zuid-Ajne.- xik'aanscliei- en Oost-Indiac'he inboorlingen b'ij de vischvaugst benut men wierp daartoe de wortelen in afgedamde beken en vergiftigde, daarintee de viqschen, dia men naderhand, zonder het geringste nar doel voor do gezondheid, ©ten kon. Do© sterven de dieren? Een bbek' van den Engelscbman Long „fi-e dioden in de wildernisj", bteivat menig boeiend lioofdqtuk, dat ons de dieren in een ander licht lapt zien dan wij liet ge|- vvoon zljii. W|| zien den menseh de heer- 'Sjchappij' over alle dieren in Zijn omgeving- uitoefenen. H!ij gebruikt of .misbruikt zo om .zooveel mogelijk nut van zo te heib; ben, bekommert z'icli zoo (Weinig mogelijk om hen en doorkruis! hun levenspad wan neer liet hem goeddunkt. Long volgde: de dieren en bbSjtudeierde ,lmn levensWijke' in de vrije natuur om 'hieruit gevolgtrek kingen to kunneai m'ak'en. i „Hoe sterven cle dieren?" vroeg Hij Het is waar, opkl 'in de wildernis hebben de klieren hun vijanden; liet e:ene dient het andere tot voedsel en het zWfikke is aan het sterke als: ibiiit overgele-vetód. .Maar terwijl wij! geneigd zijn, de ha,n,de lingen van de dieren, (tegenover elkaar als iets verschrikkelijks te beschouwen, vete 'tolt onS| 'Long, dat in vele gevallen ©en weldadigj-aando-end gevoel van verdooviug intreedt, waardoor "het l'ijden van het -slachtoffer wordt verlieht,. Hij' 'baseert zïjh meening op de verklaring van den ontdekkingsreiziger, dat h'ijl .geen p'ijh ge|- voelde, 'zelfsj niet wist dat' hij, 'gewond waq, toen hij' 'met gfen zware schoudei)- wbnde ondeir de klauwen van 'n leeuw had gelegen. „Medelijden is( bij' de dieren onbekend," 'Zegt Long. „ZlijT gevoelen 'een geweldig| wantrouwen tegenover alles;, wat maar ©enigermate vreeand of ongewoon i-sl onder luin 'Sjoortgenooten. Zijl 'dulden geen ver minkten, geen misjvormfdea of z'iekci dieren in buil gemesn'siehap', eenigei gevallen uilj- genomen. Wanneer ©ein dier oud «n ,zwak' geworden is, als ©en eigenaardig gevoel van het onbekende hent b'eisluipt, dan volgt hij! ©en Zeilc'ei' instinct en veirdwijlnt." In het boek van Long vinden we een belangwekkende beis|ohrijving over een isjtervenden adelaiaa", wiens laatste, welj- lioht uit sluiven inisltinielt vaoirkbrnende, bd- iviegingen Long uit zïjln soliuilhoekl kon gadeslaan, nadat Mjl 'reeds langen tijd had gezien, hoe de adelaar met rustige blikken revue hield over dei heerlijke na|- tuur, waarvau Mjl de heefslohappiji aan anderen overliet. D|an verhiefMjl zich van het neslt, breidde z5jh vleugelen uit en teeheen in on'regelm'atiga voortdurend kleiinea-e anngen om e-dn middelpunt te vliegen, stiet een wild geschreeuw uit en hiekl zlijfn vleugels! wijd en stijff uitj- geblroid; hliji kw'aW ml lager en lager, vloog rechts1 over ©en landtong en k!wlam met lialfge-sjloten oiogen in ©en bloschje aan -die tegenovergestelde rijfde. Elenigen tijfd later vond Long. hem' dond. 1 KniLnfk'ens! vo,or verstand en hart. Eien klein versltand, een groot speikj- takiel, die bouw'on vaak één tabernakel. Wiaar de ploeg verroest, gaat het land tenonder. WAT MENIGEEN NIET WEET- Ofschoon reeds in het jaap 235 vóór Chr.Ohrisjtus muntstuklk'en van nikkel gej- maaikt voorkwamen, zooi vond dit metaal toch eerst in do tweede helft der vorige oouW Ingang in het muntweZen. Sladeirtt dien bedieneii Zich 24 staten, van zuiveïl- n'ikkel muntstukken, terwijl 70 andere nikkellégeeringen in hun muntsjbelse! ge|- bruikén. Na het toepaqsen van daden van geweld is) in ,de herderjreplubliök An dorra het algemeen istemreioht ingevoerd. Om aa,n een lang gekioesjterdeln wlenisloli te voldoen, is nueindelijk, t-o Parijls! een „PérskOningin',' in de gestalte van de 21l-jari'ge 'Margaretha .Oré ge kozen. i Die ©erslte „natte" dag in de Vereel- nigde |S,taten eindigde met een verbruik van rond anderhalf ptillioen vaten bier. Eicr.-'t. nadat Lode'w'ij'k :XV, in het, jaar 1760' tljldenlsf do ontvangst van een gezantschap, van (Mohammed VI kioffio genoten had, k'wlam deze drank in Erank1- rijk allengs in Zwtmg. Dó Berlijfeehe sehupofs krijgen thans reeds onderricht in vele vreemdo talen, om zich duaa-vau blji 'gelegenheid der &:9. Olympiade vldt te kunnen b-el- dienen. 'Gedurende 3e jaren 1931/1932 ven- lieten 102.129 lieden, die het land moede waren, de Vexeenigd» Stalen terwijl slechts 35.576 emigranten zich in do .V. Bi. vesj- tigden. ïn 'is mtensohen dikken daam' leven 120 b'illioen bacteriën, ,die niet alleen onschadelijk rijn, mlaiar die ons organismo z'elfs noo'dig heoï't. Pogingen om die b!aetc(- riën sltcriel te maken, hebben z'ware ziekj- ten bij1 den mensioh veroorzaakt. 'In Londen wterdt het beroep van „erwtemscbieter" uitgeoefend. Die erwten- 'schieters ga,a,n, met blaasroeren toegerust, 's. morgens vroegtSjdiig door de straten en schieten erwten tegen do vensterglazen van diegenen die bij' hen voor het „por ren" geabonneerd rijn. In Spanjei bestaat een fasoistisdho organisatie, die in navolging van de Huilt ische bruinliemden en Italiaansehe zlw'artl- hemden, blaulw'e hemden dragen, die voor zien z'ijh van het ordeteektem van ''den H. Santiago. D(e Coliianbliaf-Universiteit to New York heeft vastgesteld, da,t de mtensoliej- lijkle neus in staat is 6561 verschillende reuken en geuren w!ao,r te nemen. Als men zich nu m'aiar niet verteld heeft! Onlangs werd to Sjan Seblastiaan {Spanje) 60.000 po,nd sardines in zteo ge'worpen omdat da:aa-vop:r geen afnem'er te vinden Was|. Die halve "Wereldhandelsvloot leeft (hans v,an staatsgelden. D|e Vei'. Staten betaalt jaarlijks; 100 millioen dollar a,a.n haar handelsvloot en Italië besteedt aan b'ouwpiremie'si voor rijn schepen 40 millioen lire per ja,ar. r Maandelijks Worden ter herdenking 30 tot 35 onbekende dioden naar de Bcrlijnscho mbrgue gebracht. De Ei'anschen verklaarden in 1917, dat rij eeuwig Am!erika,''S| schuldenaren Zouden blijven. Het Sjchijint, dat Am'erikia 'die Woorden niet goetl begrepen heeft. 'Er zijn ter wereld 18.500 kilom'e'tor elcctris|ohe spoorwtegen. fBïj, 54 pnöent daarvan gebruikt men gelijkstroom en b'ij de rest Wisselstroom. Een goede ham' is; liet best als zij oen jaar oud ia Bjj "53 procent van alle ongelukken Worden handen en larm'on gewond. Vragen worden ingewaoht bijl de redactie. V raag: Waiq Jeizlus niet twijfelmoedig, (oen H(ij'na;n het iktui'f) uitriep: „Mijn God. mijln God, fwlaaa-okn hejb't Gij! Mijf verlaten Anttw'.P'ia kreet isj het begin van Ps|alm 21. Die psalm'ziangen waren bij: de 'Joden z'eer vertrouwd en ze gebruijkten z'o meermalen in hum gebeden: tot God. Ook Jpzlujs| wendt ze dikwijls aan. Dommi ge van de psplmen noemen wbi M'essiaan- 'qclie, omdat er z(k> duidelïjlkl het leven van den Messias: in voorspeld wordt. In dezen psjalm 21 kbmen o.;a. do b'obeude woorden voor: „Ze helbben Mljh kleodra-ein onder elkander verdeeld ten o,ver M'ijh gewaad het lot geworpen." .Vlak na, J.eZuiq'' dood geibeurde dat. D|oor m'et dat kruiswoord de, aandacht der Jpden nog even te ves;ti- gen op, den hun zoo, bekenden 21enP;s,alm, wilde Jeiz'usj nog eens duidelijk' te kennen geven, dat Hlijl w'erkelijlk! do beloofde Mes sias was. Die uitroep was dus meer een wijze les' dan een wanhoopskreet. Boven dien hebben hartsjtoohtelijke vragen.' juist door hun overdpijVing een omgekeerde beteek'enisi. Als het kind va-aagt: „Moeder, Waarom bant u kwaad op me.?", dan weet dat kind vaok goed dat moeder vol strekt niet kwnad is, maar het wil ,uit liefdedrang gna,ajg nog eens| die bekentenis van moeder hooren. In dien zin miieten we Jeiz'uq' kruiswoord verstaan. .V r a ia giS'trijldt het niet met Gods) vol maaktheid, in 't ibij[zonder met Zijn vol maakt geluk, dat Hlijl door menqcheu be- 'leedigd kan worden.?, A n t w.Houd goed voor qogen, dat we in navolging van, den Bijlbei moerj-i malen van onze betrekking tot God in m'eniq,ehel!ijk,e voorstellingen «m begrippen 'spreken. D'at doen we, opdat die bovemi- natuurl'ijke waarheden des; te me,er in druk op, ons; zouden maken en nok, omdat ze anders niet voldoende onder pus meni- schelïjk bereik zonden komen. Als do Bijbel dus Zegt: „E|n God sprak tot Adam," dan zal dat wel geen eigenlijk 'spréken geweest zïjh, want God, d© zui vere Geest, heeft geen lichaam, dus ook geen mond pf tping,. Ails de Bijbel Zetelt,:; „Het speet God, den menseh geschapen te hebben," dan iq dat slechts eem aan' ons menschelljk: begrip aangepaste spreek- w'ij'ze om ons beteir de zwaarte "der zondo te doen gevoelen. Wjamt hl Gods; werken KÏj'n volmaakt zooals; II,ijl ze wenschte, en spijt Ss dus uitgesloten. 'Als we Zeggen: „Jesus weent in Zijln Tabernakel om do z'onden der wereld." dam is; dat olwee;r een menschelïjk'e uitdrukking, want Jesus is; na 'de Verrijfzlenis altijd in eeuwige vreugde. In dit lichtb'ezlien begrijpt -u al beter het nntwiooTd op uw ,vrala,g. God -schept den menseh met vrijfen wil, dien hij ten goede of ten klvade. kan aan wenden. Het voor- of nadeel ligt alleen bij den menis'ch, nooit bijl God. God is niet méér gelukkig door de deugd van den rechtvaardige, niet minder gelukkig door d© ontiioufw' van den Zondaar, want 'Hij! is volmaakt gelukkig; daar kan niets bij; ©n nietsl 'af. D|e vlo,ek der verdoemden in d,e hel is' evenzteer een cculwigel lof- 'Zang van hulde o,p Gods; rechtvaardig heid als' 'de vreugde der heiligen 'een lofzang op Zljh barmhartige liefde is. Hoe beter ,u zich dit indenkt, hoe dui delijker het gaat worden. Een vxouW, die in een dorpsjwinkel ©en muizenval gekócht heeft, brengt dien de# zeilden avond Weer terug ©n vraagt, op- schuldig: „Zou u den val hiet voor iets armors kennen r-uilen? .Wij- heblben de muis al gevangen." „iAü.iVouw zegt do kleine Elsje, die op sonoo 1 aardrijkskunde leert, tot de onderwijzeres, „wat ben ik blij', dat wijl Inuis maar met zijln drieën kinderen zijn. „Waarom dan, kind.?" „Omdat ik hier in 't boek loesj, dat ieder vierde kind, 'dat op aarde geboren wordt, een Chinees is."- 1 i i |Men herinnert zich' w'aarsjc'hijnlijk! nog wel het groot sehanda,a/met de val'- sche Van Goghs DlestljÜs w'erd ook de meening van den inmiddels overleden gej- heimraaid Bode, als, deskundige ingenomien. Hjji meende: „Ja, van de ongeveer 150 ficmlaer'ij'en, die van Gogh gemiaakt heefl, bevinden er zich meer dan 1300 in par]- ticulier bezit."- Er werd een banket gegeven ter ge|- legenheid van het 25i-jarig, jubileum van ecu 'schouwbui-gdirecteur. iSpeeoh og speoeli werd afgestoken; eindelijk sta,at een aan het eind der feieqtdiseh zittenda tooneclk'necht op, en tikt aan z'ij'n glas. .Waarop allen in gropto verwachting Zwij gen. En de w'akkere man Zegt: „Eir rijn hier geen aardappelen genoeg!"., en ging bedaard weer Zitten. f I Nu telefoneert de chef met zijh vrouw'. Hoe 'weet je dat? Hij1 zegt toch niets! Niet? Zie je dan nietsl?, Bij! doet toeli aldoor rij'n mond o,p,en om w|at te zeggen. D|e gunsteling van den koning van Tituana heeft heel wat op z'ijh kerfstok. Zlijin ergste vijand, degene wiens- ambt h'ijl nu aan het hof inneemt, staat hem naar hot leven. Wees) maar gerust, zegt de koning, als Mjl liet mocht Wagen je om te brengen, 'dan Laat ik' hein' den volgenden dag :op|- hangeti. 1 1 I WSjise kb,uilig, zegt 'de gunsteling, ik zóu eigenlijk liever hebben, dat giji hem' den dag te voren opkhoopen liet... Ku,n je mij' ook een nuttig dier opf- noemten Het ipuard (Heel goed, waaroimi is| het Zoo, 'nuttig'? Omdat men er, fllsf m'en op het goede paard izet, veel geld meei verdienen kan. Geld hefc ik niet goede man, maax werk kan ik jei wel geven! „'Nee, dank-je, ialsl p toch geen geld hebt, om' mij voor mijn arbeid te betalen.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1933 | | pagina 6