ANT is",Goes ins Inesius", Goes ARTS" eid. dsche Poppenkast Tweede Blad 'diger itere Bril Al wie ze ir. "EBRUARI Bij Pijn 4- NIEUWE ZEeUWSCHE COURANT !OURANY alleen DEN. ewone groote URANT". linder Geld ttsluitend bij e thieme, Goes |rijver „Schuttershof" Herman Burger iting inbegrepen, rgens nè de Hoogmis. ranje' Goes. jokte". niks hoor. FEUILLETON In twee werelddeelen. VAN HIER EN DAAR Mijnhardt's Poeders ONTSPANNINGSLECTUUR oes voor erkstraat 9 ïeeft, kent geen el tegen kiespijn, s.fieurecijninhet fluenzapijnen dan ieders van H.van itheker-Specialist ft. Prijs per doos Verkrijgbaar bij en drogisten, [id het doosje de ling „H.v. Aken", ■ur: Postbus 55 jUARI, l'TERS- iouden Ikheid dezen naam! SS5S5SEES namiddags 2 uur /oorstelling in 5 aeten. jen. LACHEN uitsbespreken 10 cent. j PfriseMjijc. I kan ziek soms verted afvragen wat 'er omgaat ia het hoofd van een olf a ad), r vooraanstaand man. Sedert vijf. jaar vra; v ik me af! wa t er omgaat in hat hoofd van mijnheer Domus. Iedereen kent. .Mijsheer Dorruis. Hij, geeft raad in ills civiele aangelegenheden en zijn vrouw zit in de besturen van ongeveer alle charitatieve vereenigingen. Hij! heelt «n «root huis en beneden in de gang sta: t een prachtige levensgroote beer niet «en presenteerblaadje in zijn bek. Ik -wil daa -ine-e heelemaal niet zeggen, Haiti dit houten beest een afbeeldsel is van een lev. nden beer die boven zit. Minheer Dorruis geeft raad tegen beta- lin- J "en 'geeft raad zonder betaling. Dit laa'.ete noemt hij1 met een gebaar van royaliteit: uit liefdadigheid. „Ik doe da.t all maal voor je uit liefdadigheid. Hij beheert de zaken van Mevr. de we duwe Kranich. Dit liefdadigheid. „Ik wil er geen cent aan verdienen. Jje helbfi 't to<h al hard genoeg." Dait is mooi van Mi nheer Dorruis. Sn Mevrouw Dorruis lacht altijd héél hé '1 vriendelijk als ze Mevrouw Kranich tegenkomt. Dat is aardig van Mevrouw Di'rruis. .Want Mevrouw Dorruis hoeft dai heelemaal niet te doen. 'n Knikje zou ook al ruim voldoende zijn. Maar liefdadigheid 'giaftt ver, zegt P,au- lui niet: „liefde is geduldig!' Mevr. Kranich is van zeergegoeden hi ize, maar door het wangedrag van haar vcor vijf jaar ge-leden in dronkenschap «i.igeikbmen man verarmd. Ze heeft haar mmiste meubels verkocht; ze i-s verhuisd naar een andera wijk en doet haiar, naam ■eer aan; ze weet zich kranig te weren en voor haar zes kinderen een onderhoud te vinden. Ze is terecht gekomen bij Mynheer Dorruis, die raad geeft in allo ziken. Ze heeft hem alles verteld .al h it leed van haar huwelijksleven; ellenden die eigenlijk nooit ietnand .geweten heeft. „Ie kunt mijl alles vertellen,heeft Dor- r us gezegd, „ik' heb de confidenties van duizenden en 't is bij mij geborgen." Al die teere dingen heeft ze hem verteld on der verzoek van discretie. „Natuurlijk. 1 kf ben een Dorruis! E|en graf. Ik' zwijg." Uit liefdadigheid. Dat geldt natuurlijk niet voor de heenanclubvoor den vbien- (ienkring en voor de leden- van de 'bridge avond. „Och", hééft Dorruis gezegd t<u<:s- sahen «choflpaniboer en klaveraas door: „ik heb me dat geval ,a,angst-rokken uit liefdadigheid." Toen er giawasschén moest worden voor heb vijfde spel, was helt. ge- val-Kranitoh troef. Maar de- club zwijgt uit liefdadigheid. Da.t geldt natuurlijk niet voor hun eigen kring em familie. Enfin iedereen kient het geval-Kra- nich. Intusschen werkt Mevr. Kranich. Ze naait, ze geeft pianoles a,an huis van die leerlingen, ze geeft spreekles, zanglos, ver huurt kamers. I i i 1 Dorruis heeft een groote zarg. Zijn oudste zoon zlOjU hij graag aan de univer siteit laten studeenen ,maar op 't Gym nasium wil 't al niet vl'otten. Misschien zou hij 't- kunnen brengen1 tot heerboer, maar advocaat dat zal niet gaan. Ook Mevr. Kranich heeft een groote zorg, haar oudste zoom kan Zoo 'goed lee- ren. Nog een jaar en hij moet kiezen? Zal ze hem naar 't gymnasium zenden? Zie spreekt er met Dorruis over. Ma,ar die wordt, verontwaardigd: „Wiat! naiair 't gymnasium? En dan naar een Universi teit!?. En waar ha,al je het geld vandaan?. Die dingen moet je uit je hoofd zetten. Niks hoor!" i Dorruis heeft hem weggewerkt naar een landbquwaursus in Kleidorp'. Ja, je zou zeggen: waiar haialt zoo'n Mevrouw Kranich de pretentie vandaan: Jeannetje, die een mooie stem heieft, wou zo zaagles laten nemien en z'e vroeg om een plaatsje ia,an het Conservatorium. De Directeur was veratufeU Maiar 'n Week later zei de Directeur met can be denkelijk' gezicht: „Ik geloof, Mevrouw, dat 't missidhiein beter is om meen finde opleiding; is lang en zoo'® beurs enfin, ziet u." De Directeur zat in de bridgeclub bij Dorruis. „Niks hoor! Zoek! een betrekking voor d'r in da Bijenkorf." „Gek toch, hé, dat zulke memschen, die zoo moeten werken voor hun brood, zich de weelde kunnen veroorloven om een bontjas.te dragen". (Zbo'n kattevelleitje! I 74 iMe-e&ter Darieiis had veel gezien, veel beleefd, vele ailsohu'weilljlke dingen m'eie gemaakt, zonder ooit zidh nolg! aian gru weldaden. nooh aan schanddaden te bezon digen, dat mo,&b gfezctgd zijin, iz'oiu ver was hic niet, noch ooit gekomen. Hij! had veel van de wraakzucht der Indianen gezien, zoo iets had hij! nog nooit beleefd. Ooik stond hiji huiverend opi een afstand te zien en wist niet wait te doen'. Het arme slachtoffer echter leefde nog. Een onuitsprekelijk gekerm deed hij hooien. i 'Er lag iets bavenmenschelijks, iets dui- velsch èn in de martelingen ,èn in heit kermen van den ongelukkige:. Het was een blanke, daaraan, kon geen twijfel zijn. Dat bl-oede-nd gekorven lichaam was van cell 'blanke. Zi.fi klaaggeween was geen spreken, geen roeipen, geen weenen, maar iet» van dat alleis, en toch ook weer niets, maar het ging u tot in de diepste diejplten dei' n ^heurd© ,U helt hart vaneen, deed het van wee inkrimpen en den adem, Nog niet e,ens geplakt. Op 'n uitverkoop). Zei Dorruis, terwijl hij don skunk-mantel van Mevr. Dorr.uis ophield: „Nile's hoar. Hf zal 't er mbxgen wel cons aeglgen. Maar- 't ergste kwaon nog. „Hè," zegt Dorruis tegen Mev.r. Kra nich. „Ik -ben moe (van de liefdadigheid). Ik' voel dat ikf er eens uit mloiet. En m'n vrouw ook. Die is wat nerveus en ovfer- spannen. We trekken er fijn een maand op "uit. Nicei, denk ik'. Mooi strand. Zacht klimaat." i Dorruis is vertrokken. Het huis staat leeg. Dorruis, Mevr.oluw Dorruis, de- kin deren Dorruis genieten van Nice. Z,c hoeren concerten, ze liggen in het water 20 rijden auto ze drinken champagneze rooken dure sigaretten; ze koopen dupe toiletten; ze zitten in de opera; ze wan delen naar Cannes em rijden terug. Ze dineeren; ze worden bruin en' zwellen van gezondheid. Ze hebben e.en kapitaal tje opgemaakt. Dorruis is terug. Mevrouw Kranich is otp bezoek'. Mevr. Kranich is uitbundig; ze lacht. Ze zingt bijna. i „Ja, ik 'ben gisteravond met de kinderen naar „Het Congres danst" geweeist voor 30 centen per plaats. Jeanmetj© had een vrijikaartje. We hebben gelachen, dat da tranen oiver de wangen lieptoni en. Dorruis wordt streng, stroef'. „Wat Zeg je me daa,r! Jdji moet' maar eens beginnen met niet meer naar die bioscoop, te gaan. Stel je Voor! En dan leven van d« liefdadigheid. Niks hoor!" Ja, ja, je vraagt je soms' af wat er omgaat in 'het hoofd v.an Dorruis. Stel je voor dat ©en arme tolbberit voor een avond zijn leed iZou viergotem in een bioscoop! Nik1» hoior! H. DE GftiEEVjE, S, J. De Bakermat der Oranjes. De overgebleven gebouwen van het in den ?.evenjaxi'gten oorlog: yerwoeste slot te Dillenburg, waar Willem va,n Oranje, de Groote Zwijger, 24 April a.s. vierhon derd jaar geleden het eerste levenslicht aanschouwde, dienen thans sinds enkele jaren als Oranje-mu'Se,uim en als jemgdl herberg. De plaats, waar Willem van Oranje in 1567 zijn intrek nam, en van waar hij op de hulpbede van het Neder- landsche Gezantschap, jarenlang zijtal broer Jan en 't graafschap Nlassau Dillenburg liielp, werd na kostbare verbouwingen en vernieuwingen doior de Historische Vier- eeniging. ingericht als ©en plaats, vain Ver maak ein ontspanning Voor de „grapte stads"jeugd. Twintig jaar geledèn was Dillenburg een der eerste vijl! pii-aaitecn in het Westeirwoud, in welkle ©en jeiuigd- cm studen-tenherb'erg wegd opgieriaht (Elarn- ïnersfeld, Altenkircthen, Hachengurg, Mar- tenberg en Dillenburg). Vanaf diein tijd is het jeugdharberg-wezten onder leiding van Schirrmann en Miinker voor de gebelelo Duitselie je.;ugd, ais een dicht net otVar Duitsehland ont-wikkeid. Op deK© histo rische plaats met .een prachtig uitzicht olp de bergen van liet Welstlerwoud en liet Sauerland is hier ©en .jeugdherberg geko men, welke eien waardige plaats zal' in nemen in de rijen yan de jeugdherbergen. Een frissChe slaapzaal- bevat dertig bed den, vlak nabij! ligt een .oorsiproniklelij-ke gevangeniscel, welke is ingericht voor slaapgelegenheid voor tweie leiders. Op do eerste verdieping is een zelfde slaap plaats voor meisjes. Opl den zolder is -plaats voor tachtig noodbeddan. Een uit kijk, welke als een zwaliutvennest aan den «lotmuur is aangebracht., ;bie,dt doorbonte 'glasruiten een heerlijk panorama, over stad en omgeving. Het ruime, herberghof biedt tahijke zitjes. In helt hoolfdgelbouw bevindt zich de keuken mettalrijke gas haarden en eien grooite wasohruimtto. In de recreatiezaal voof meisjes zijn d® witge kalkte muren bedekt mtot zwart-witte ttoe- koningen, voorstellende de verschiUande sporten. Langs den muiur zijn kas tem- hanke-n aangebracht, waarin de uitrusting voor wandeltochten kan worden .opgebor gen. In de recreatiezaal voor ,de jongens zijn in fresco's aangebracht scènes uit de Sieigfriedsage. Daarnaast bieden nog twee zalen onderdak voor de;rtig jonigens. Van uit het omliggende park met zijn ruime grotten hedflt men ook een mooi uitzicht op de omgeving. Dit heerlijk© oord op deze historisch© plaats biedt aan de Duit- sche en Hollandsche jeugd «en gastvrij on derdak. Behalve echter als jougdhepberz bevat Dillenburg ook toen uitstekend ingericht Oranje-museum. Sedqrt 1875 siert een gedenksteen voor Willem van stokken. i i j n hulp en dadelijke huiljp, oolgen- olikkelijk, was hoogst nioiodig. Meester Darrens spwouig van zijn paard, en mot een jachtmes in de hand, ging hij voorzichtig pp helt arme slachtoffer ;a,an. was er geen twijfel meer a,a,n. Dat was het werk en de Wraak der Indianen. Een boom uit tezoeken, aan welke voet «en van die groote mierenniesbem «ein metier hoog opgeworpen was, met dia -grioioite, aitehuwe ijke, haiige rooide mieren, en afschuwelijk, daarboven in- den stam een wespennest en den.^ rampzaligen met het gelaiat in de opening yastgeboanden. Wat mocht, hij wel bedreven helbben? Wat voor een schelmstuk Wat voor een wandaad?. iWat voor ©en verhaal zal hij' doen, wanneer die mond weer spreken kan'? Het eerslt inhakte hij hathoofd vrij, linke en rechts, maar heit bleef' kermend tegen den stam' gekeerd, ©n jjoen «m da 'andere zijde- Van den stam buigend, wilde hij de handen los maken. Maar wat een lielseh© verfijning van marteling. Twee meslsen waren door de armen in den boomstam gedreven met 'satanische kunst en behendigheid, -en de handen wa rton m'-adhteloos en de vingers ver, uilgfe- 6 ter kt van elkander als in do krampen Oranje de 10 Meter hao'ge z,g. tWilltoms- toren, den sloibberg. Olp 29 Jiuni 1872, dem jaardag. v.a,n de laatste reis va-n dem Oranjievarst n,an hetsloit van zijn vadeg, legde een Hollan-dsah en Duitsch ctomitéi den grondslag voor-dit gedenk-t-eeken. Drio jaar later was helt bouWweyk ,dab 87366 Mark kostte, gereed. Oorspronkelijk ztou de toren, welke- drieetages bevabtiei, oen Oranje-Mnseium bevatten. In dton loop der jaren is de bestemming van den tor-en uitgebreid, daar hiji ooik iinimte' moest bieden voor voorwerpen, Welle© eigenlijk in een vaderlandsch of piaateeJïjlk museum thuis hoorden. In het vonrwpiM'd van de in 1912 verschenen „KataLog der histioj-i- sdhen Sammlungen im Wilhelknstunm zu DUlenbulrg" heeft schrijver _van dit .arti kel gezegd: „Zooals de Prinsenhoif' te Dalft een museum is voor den Vader des Vader lands in Holland, Zoo,'is het gedebktetoten o,p zijn geboorte|pilaatis, de Wilholmstioren te Dillenburg, ©en: mluiseum voior hem, den groot,sten zoon van ons vaderlamd. In ruimer beteekenis vormen d'e verzamelin gen van den Wilhelm toren 'eeni Oranje- museum. In den loop der jaren is bet oiok een oudheidkundig museum geworden, het geen het toch eigenlijk niet mloiast rijm. De ruimten van den toren zijim thans voor beide doeleinden niet meer voldoende. Het doel moet zijn, ruimte voor ©en plaatselijk museum te. maken en den Wilhelmistoren in zijn oorspronkelijke beteekenis te laten; een museum gewijd aan de nagedachtenis van Willem de Zwijger, e'en Oranjcmu- seum". In de laatste jaren van den we reldoorlog en gedurende de inflatie heeft dr. Dönges deize gedachte verder uitge werkt en gepoogd in Hollandsche kringen interesse t« wekken, voor den k'oiopi van de restanten van het oorspronkelijk slot era van ongeveer 12.500 vierkant» Meter grond, met het gevolg, dat 'zich ©en Hol- landsch comité, heeft gevormd, onder lei ding van den burgemeester van der Hoop van Slochteren, te Slochteiren, den archi varis Lasonder te Den Hang en den ban kier Jean Mes te Biotbtea'd'aim. Dit comité kocht de omvangrijke bezittingen tegen inflatie -prijzen van den Staat en schonk haar ,a,an de Historische Vefleeniging te Dillenburg. De gehouwen Zijn omgebouwd tof «en Vaderlandsch m-usje(um en een jeugdherberg en maken een waardigen in druk. De kasten van deze Verbouwing be droegen 19.000 Mark'. Onigevaer.de 'helft van dit bedrag is door heit Staats- en Stadsbestuur 'gedekt, en men hoopt het restant van de schuld in den loop der jaren op gelijke wijizto ,af te doen. en mid delen te verkrijgen om de plaatselijke geschiedkundige voiorwerlpien uit liet Oranje-museUm te verwijderen en eerst genoemde in een nieuwe ruimte cinder be brengen. Alsdan Zal de Wiltaelmstoxen zijn wat de Prinsenhof' te Delft is: ecu Oranje-museuiii. In mentoriam Graaf Ap'jranvi. Te Genève, waai' Wïjrsjinds emkele wetbn ernstig ziek lag aan: longontsteking., is in den .ouderdom van bfijtaa ,87 ja,ar over leden de Kongaarsiohie graaf 'Apponyi, de bekende V,olken)bondsfigu,ur. Albert Ges'og Appionyi wasi de zoon van graaf Albert A'ppionyi, die opperste Hongaarsche Hiof- ican-selier te Weenen was, en van gravin Clothilde. von Mendorff-Poui'lly-Dietriöh'- stein. Hij' werd geboren te Weenen op op 29 Mei 184C. Zlij'n gymnasiale studiën volbracht hiiji op het Jezuïetencollege te Kulksburg nabij1 Weenen; daarna studeer de tój aan de universiteiten van Budapest en Weenen en vond int[us]®chen gelegenheid versjchillende talton grondig te leeven, zoo dat li'ij zich even vlot inzfijn moedertaal liet Hongaartech als in liet DiuitSch, Eugelslch, Ërans'ch en Italiaansoh wist uit te drukken. DieZe talenktonnis1 kWIam hem bij'zon-der van p,as( te Genève; w.'aar hij1 in den Volkenbond zijn land vertegen woordigde en opi de versjchillende confe rentie^ met Magyaarsche vurigheid en groote openhartigheid het Woord voerde. In 1877 werd graaf Apiponyi lid van het Hongaarslche parlement, waar hij1 al spoedig een dei' beste redenaars; was. Hoe wel hij' 'aanvankelijk tot de partij van Dea behoorde, ging! hij later oyei' tot de uitgesproken katholieke partij'. Na het aftreden van Tisza in 1890 naderde Appionyi wederom de Hegeeung. In 1899 werd graaf Apiponyi tot Biegea- i-ingspresident verkozen'en in 1901 tot president van het Huis van Afgevaar digden, welke functie hiij1 'in 1930 neer legde. Het jaar daarop! formeerde hij' de Hongaarstch Nationale Pa.rtijt wiaarvan liij de leider werd. In 1906 werd graaf Ap pionyi lid van het minis|terie Wekerle als minister van opivoeding, Waarbij hïj| tevens van den dood. Het gelaat kon hiji niet zien. Billingen liepen over de gekorven hnid, rillingen schokten het geheefe lidhham. Met alle voorzichtigheid trok hij de messen eerst uit een arm en toen, nadat hiji de mieren had verjaagd en de weepen eveneens, met een weinig brandenden ta bak, trok hiji het mioiordtuig ,uit den twee- dien arm, dien hiji stevig vasthield. Het lichaam gleed op. den giiond en het aan@ej zicht werd 'zichtbaar. Als - hadde hij: een adder- uit dem mond zien schieten, 'zoo sprong Meester Darrens op zij -en achteruit, en liet een doffen, kreet hoeren: ^Schleicher". Schleicher zijn 'eerste vriend. Hij! was het inderdaad. Schleicher de dief, de bedrieger, de falsaris, de weggeloopene. Eien GoAsgereeht?! Vreeselijk! 1 Met de handen voor het gelaat stond daar de 'arme Meester Dorrens. Hoe dik wijls had hij liem wraak gezlwtaren, en tusschen de 'tanden hem verwenlseht en vervloekt, en nu lag hij, daar bewusteloos, een levend lijk, levend door de ïnierton, Ver slonden en door. de wespen geipiijpjgd. Neen, dat was te erg! onmensch'elijk1 !J Maar hier moeist raad geseha® weiden, misschien is het leven nog te redden. Hij toetrad tot de onaihaJikellijPch'ead4)te'i'töjf. Na, het uitbreken van dem Wereldoorlog Werd graaf Apiponyi lid van het taomité hetwelk d,oor het Hongiaarsjeh parlement was ba last met het toezicht op) da buitenlandscho 'politiek. Hij!' kenmerkte zich 'door zijta vr 'ijvooruitstrevende denkbeelden; hij?Was o.a. een voorstander voor die invoering van het algemeen kiesrecht. Na de revolutie van 1918 geraakte graaf Apponyi eenigen t'ijfd op den achtergrond. In 1919 vertoonde Mj[ zich weer ,op! het politiek terrein door zijn lidmaatschap van de nationale vergadering'. Hij maakte deel uit van de grondwettelijke partij. In 1920 stond hij aan, het hoofd der Hoin- gaarsjche vredesiMejg'atie naar P.arijs, Waar hij voor den Oppersten Baad ©em indruk wekkend betoog hield over den toesjtamd van zijn land. Bij[ die gelegenheid sprak hij achtereenvolgensj in het Fransch, En- gelstoh en Italiaansch. D|e vr-adesyoorwiaiar-- den verklaarde hij voor onaanvaardbaar en derhalve trok hij zidh obk^nom.' de onder.- teekening van het Trianon-verdrag terug. Sinda '1924 vertegenwoordigde hij zijn land bij den Volkenbond, waar hij zich bij verschillende gelegenheden als een uit- stekend redenaar deed Wennen. Als publi cist heeft graaf Appionyi mtoerdere weri- in hoofd en ledematen, alsook bij Kiespijn en gevatte Koude, Bheumatische pijnen, Griep, Influenza en vastzittende Hoest, zullen U spoedig helpen. Prijs per poeder 8 ct. Doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw Drogist. ken geschreven. Ook' in Nederland Was graaf Apponyi gteen. onbekende. In het voorjaar van 1927 litoeft hij in verschil lende ^teden van ons land lozingen gehour den; o.a. hield hij toen te Leiden in het Groot Auditorium van het Universiteits gebouw een voordracht pwer- do spaatst- reohterlijke .ontwikkeling van Hongarije ■welke lezing door tal van autoriteiten wercf bijgewoond. I Van spionnen en spionnage. 11c diefstal eenier code en hare gevolgen. Niet altijd brengen de stoutaictodigsfe pogingen de grootst© neisultaten. Niet .al tijd ook blijken de resultaten direct. Dat is bewezen doorden wel zeer - btelamigrij- k'en dienst, die. aan da (JeMlieierdem is btowe-ton doior een jongen In|gieni»enr te Brussel, die, naar het bijkans eenparig getuigenis van .alle gedocumenteerde schrijvers over ,de spiomnage in dan gjr,o,o- tein oorlog, erin geslaagd is de DuitBcbe geheime diplomatieke code aan den vijand over te brengen. Opi zichzelf was dit resultaat reeds een belangrijk, maar mog veel 'belajigrijWelr is heit gewordendooir da ontdekking, 'die men daarmede heeft kunnen doen, 'juist wijl me,n er bijkans ten einde 'toa in geslaagd is Voior den Duitischen dienst 'te verbergen, dat man in het 'biazit van dit kosfcbara geheim, was. Da Duiteehe 'diplomatieke aode vwerd met begrijpelijke zorg bewaard. De radio' mast, welke '.de berichten in codeschriitt uitzond, was 'streng bewaakt; sleChits het personeel, dal dringend noodig wae era dat volkomen 'was te vertrouwen, werd er toegelaten, en zelfs belangrijke amb tenaren aan Buiteinlaimdsahe Kiakan lieten niet na schijnbaar andeirgesohik'b werk te verrichten, teneinde dit geheim! te hel pen bewaren. Maar het gebeurde o|p| ,27 Noveanber 1914, dat ejr iets. aan de teeh- nisohe toestellen te Brussel haperde, en ee,n jong 'ingenieur, van witon een groiobo roep uitging, 'voind 'zidh in dem latfan avond van 'November 1914 verplicht oim aan het heristellen 'zijn medewerking te verleenen. De Vader van dan ingenieur was bloedverwant, uiteraard heel ver, v|an den Oastenrijksdhen keizer en mede. deze cinlstandigheid leidde tor de Duitschens toe om den ingeraitour blijvemd aan hum dienst te verbinden toen 'zij' bij hum .nnidierzOiek in zijn kamers, na zijn gedwomgem ver trek, een ra^lto-telegrafisch te«fel ont dekten, dat voor diein tijd van bijizlonder© beteekenis was. 'Maar de inigenieux, tot dusverre slechte in zijin werk1 vtordiepit', verkreeg tazelfder tijd, dat hem heb ver trouwen der Duïtechers geward, verbin ding .met de piatrioititen van Libne Bel- gique, die op zijn geboorte in Elngeland een beroep deden. Zmy trad hij!, Z'onder dat men "daaivan iets kon vewmoiadtoni, in dienst van de Intelligence Service, era hij deed daarin wondemen. Eien' oiogenhlik vermande zich, ein trok dein .arme zoo voorzichtig mogelijk, zoover het noodig was van dera. booan. Water was er in de nabijheid. Hij hoorde het kletteren van een kieancm' wa terval. In zijn hoed haalde hij' zooveel hiji kon, bet frissche nat en wieisdh! er aanhoudend lichaam en wondein, terwijl hij uit zijn veldfleisch eten dronk' brandy, in den verdroogden mond, op da harde tong en de gespleten lippen gooit. Hiji kwam even Hij', sloeg dte oiMg'em op, - hiji herkende ktem sloof z'e weder ©«gemblikklelijjk', bewoiogl zijn han den en z'ijln liplpen, als wilde hij' ietsj zieggen, gaf een diepen zucht, ton bleef onbeweeglijk. Hit was dood. I Gerechte God! z^h dat uw straffen, uwe wegen'?, Hij wist niet wat hij zeide, zoo whs hy ontsteld, geheel van zich zelVen. i Nu knielde hijj hier bij het misvomde lijk. l .'li De wonden waren niet te Mlera, een enkc-l insékt kroop, nog uit do die|p|3fe sneden. .Waarlijk' het wa,s afeehuweiijk', wal- gelijik. Wat te doen'?, Of hij wilde of niet, steeds werden zijne oo.gen tot het in dein dood verwrongen ge dacht hiji er over zich van heb bo»k' ztolf', overigens bewaard In een looden omhulsel, meester te makten, maar 'hiji begreep! ipj gauw, dat men .dan, melt hoeveel moeite ork. een nieuwe, code ziou sainensttollen ton dat hij hoogstens iu helt ontcijferen- van enkele belegrammem ztou slagen. Hij blaeif daarom dag in dag! .uit werkaaiamhiji no teerde wat hiji noteiejrein kon en onthield wat hij onthouden klon. Heeft de inspanning beta, wellicht ma,ar het uiterlijk verraden?. .De DiuittsCh-ers begonnen hem te wantrouwen, maar mis sen konden zij ham mielt. Elan k'eer werd hij in een oafé nabij: de Beurs aangehouden; .een anderen keer werd ham gezegd, dat hiji op. straffe des doods zonder verlof de provincie Brabant niet mocht verlaten: Maar de ingeneieur bleef werkzaam 'en toen zijn taak beneinde was gakbrnera, slaagde hij er, dank zij valstehe papieren, en dank zij de hulp van Belgen in, olm over de grenzen te koinen. .Weliswaar wa rton deze doGT den beruchten eleiebrischein dra-ad afgesloten, maar wij zullen het ook later zien onoverwinbaar, warton de- bezwaren van dien aard toch niet! Zoo. kwam de ingenieur veilig in Holland, waar hij' miet den bekenden majoor Op- plenheim in verbinding trad. Het staat vast, dab d© verdiensten vjan dein Belg, die hem hielp ontvluchten, zijn erkend; heit staat zelfs vast ,dalt hij! het Bureaftij van de In'telligenoe Service htodffc batkeden. Wat er daarna van hem is geworden, nie mand weet het. Alle nasporingen bleven tieveiigeefe. Het is alweer Boiucard, die ons weet te vertellen, dait de Intelligence Ser vice dezen bekwamen medewerker wiellicht het liefflst voor goed wilde laten verloren gaan. Maar de .onwiaarsehijtalijkheid van dit argument springt in hst. ooig. Veeleer kan aangenomen, dat hij' bij1 een ongeluk' om het leven is gekomen, of dat hij is gevallen in een der vallen 'vlatt zijin vijan den, die het hem niet hebben vergsveta, dat hi.', tegen het göbod in, België had verlaten. Wel wisten zijl niet hoeveel hij wist, maar de wetenschap, die hij' mede- uani, kon hen elders teveel boesöhij'nton. En die wetenschap was meer dan vol doende. .Men beweert, dat tengevolge van de kennis dezer geheime teelkens, de Eln- gelsctie admiValiteit in staat is geweest tijdens den Jutlandslag a.an de Duitsohers een verkeerd telegram langs den radio- weg. te -zenden. Maar vast staiait, dat de ontknoppingvan het Duitisch-MexicaaasoliQ drama, die den laatsten drüp|pel van den Ameiikaansohen emmer deed oVerloopen, door het bezit van dto geheime code is teweeggebracht. Toen in den laten avond van 23 Ee.br. 1917 de AmerikajansChe ge zant te Londen een dringende telefoon van den Engelschen Minister van Biuiten- landsche Zaken ontving om bij: hem te ko men, kreeg hij; de mededeeling, dat «en telegram onderschept was van den Duit- sohen Staatssecretaris aan den Duiitsahen gezant te .Washington, den nog levenden graaf Bornstorfï, waarin jann dezen werd opgedragen cm met Mexico in verbinding te tleden teneinde Mexico aan, Duitseh- land's zij.de te brengen en dit bepaalde deelen van het Amerikaanscbe grondge bied: Texas, Nieuw-Mexico, én Arizona toe te ïeggen. Op Japansche hulp was tevens gespeculeerd, maar zulks zonder dat eenige schaduw v.a<n dit bewijs viel waar te nemen. Eigenaardig; is het wel, dat van Duitsebe zijde dit telegram in verschillende exempli ar|n en langs ver schillende wegen werd gezonden. Het ging gelijk wij reeds gezien hebben, aan Bern- storff' rechtstreeks, maar het ging ook aan den gezant in Mexico «ra, helt ging eveneens in de koffers van den Zweied- schen diplomatieken diensit. Deze toch, gelijk de bedoelde Amerikaanscbe ambas sadeur de heer Page heeft toegegeven, heeft een rol gespeeld, die niet in alle opzichten van neutraliteit getuigde. Zelfs heef't men zich van Amerikaiansche dien sten nediend om. deze geheime instruc tie te doen overkomen, misbruik ma kende van de overigens goede trouw, door de Amerik'aansche regeering jegens de Duitsche zendingen getoond. De uitwerking van hat Mexicaaniscli oompiot, jvaarin Mexico, moest trachten Japan aan zi,ta zijde te verkrijlgem, heeft zich niet laten wachten. President iWilson moeht twijfelen, toen hem de materieele zekerheid van authenticiteit van den tekst werd voorgeelg'd, twijfelde hij ook niet meer. Toch is het noodig geweest, dat de ambassadeur Page in overleg tr.a,d mat de Intelligence Service om, door middel van andere voorbeelden van ontcijferde tele grammen elke gedachte aan een vergis sing builen te sluiten. Hat haeffc uiter aard niet ontbroken oon pogingen om de laat van het arme slachtoffer getrokken, en toch niet' dan met -een huivering 'bleef hij er op staren. i i Hij scheurde ©enige takken van den breed gelbladcxden boom af en spreidde weenend het groene doodsbed, en dekte het ook met dezelfde groene sprei. Toen ging hij' er op uit. Er moesten toah menschten in den om trek' zijn, daoh'fc hij'. iWerkelijk vond hij op een niet grooifen afstand de verscihe sporen van een Iq- dianenlager, en van de vuren door deizien ge'stook't. I j Geen twijfel Het was hun werk, hun wrnalk1. Maar waarom'?. j Wat had Schleicher dan wel gedaan'? Terwijl hij daar stond in gedachten, hoorde hij1 den schreeuw van een nadhtudl in het woud. Nachtuil JieStt© een opjpierhooifd der Huronen. i Dat wist hij; de Huronen hadden hier uitgestrekte jaoh'tigrondan. Te onderscheiden van den gchnseuw van den vogel Zelvten, was de'ze niet, ©in uil bij de Indianen waiS geen scheld naam, geen schande zoo te heeten, de nil was het zinnebeeld van wijisheid en, waakzaamheid! i i i I (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1933 | | pagina 5