ANT
is",Goes
ins
Inesius", Goes
ARTS"
eid.
dsche Poppenkast
Tweede Blad
'diger
itere Bril
Al wie ze
ir.
"EBRUARI
Bij Pijn 4-
NIEUWE ZEeUWSCHE COURANT
!OURANY
alleen
DEN.
ewone
groote
URANT".
linder Geld
ttsluitend bij
e thieme,
Goes
|rijver
„Schuttershof"
Herman Burger
iting inbegrepen,
rgens nè de Hoogmis.
ranje'
Goes.
jokte".
niks hoor.
FEUILLETON
In twee werelddeelen.
VAN HIER EN DAAR
Mijnhardt's Poeders
ONTSPANNINGSLECTUUR
oes
voor
erkstraat 9
ïeeft, kent geen
el tegen kiespijn,
s.fieurecijninhet
fluenzapijnen dan
ieders van H.van
itheker-Specialist
ft. Prijs per doos
Verkrijgbaar bij
en drogisten,
[id het doosje de
ling „H.v. Aken",
■ur:
Postbus 55
jUARI,
l'TERS-
iouden
Ikheid
dezen
naam!
SS5S5SEES
namiddags 2 uur
/oorstelling
in 5 aeten.
jen. LACHEN
uitsbespreken 10 cent.
j
PfriseMjijc.
I kan ziek soms verted afvragen
wat 'er omgaat ia het hoofd van een olf
a ad), r vooraanstaand man. Sedert vijf. jaar
vra; v ik me af! wa t er omgaat in hat
hoofd van mijnheer Domus. Iedereen
kent. .Mijsheer Dorruis. Hij, geeft raad
in ills civiele aangelegenheden en zijn
vrouw zit in de besturen van ongeveer
alle charitatieve vereenigingen. Hij! heelt
«n «root huis en beneden in de gang
sta: t een prachtige levensgroote beer niet
«en presenteerblaadje in zijn bek. Ik -wil
daa -ine-e heelemaal niet zeggen, Haiti dit
houten beest een afbeeldsel is van een
lev. nden beer die boven zit.
Minheer Dorruis geeft raad tegen beta-
lin- J "en 'geeft raad zonder betaling. Dit
laa'.ete noemt hij1 met een gebaar van
royaliteit: uit liefdadigheid. „Ik doe da.t
all maal voor je uit liefdadigheid.
Hij beheert de zaken van Mevr. de we
duwe Kranich. Dit liefdadigheid. „Ik wil
er geen cent aan verdienen. Jje helbfi 't
to<h al hard genoeg." Dait is mooi van
Mi nheer Dorruis.
Sn Mevrouw Dorruis lacht altijd héél
hé '1 vriendelijk als ze Mevrouw Kranich
tegenkomt. Dat is aardig van Mevrouw
Di'rruis. .Want Mevrouw Dorruis hoeft
dai heelemaal niet te doen. 'n Knikje zou
ook al ruim voldoende zijn.
Maar liefdadigheid 'giaftt ver, zegt P,au-
lui niet: „liefde is geduldig!'
Mevr. Kranich is van zeergegoeden
hi ize, maar door het wangedrag van haar
vcor vijf jaar ge-leden in dronkenschap
«i.igeikbmen man verarmd. Ze heeft haar
mmiste meubels verkocht; ze i-s verhuisd
naar een andera wijk en doet haiar, naam
■eer aan; ze weet zich kranig te weren
en voor haar zes kinderen een onderhoud
te vinden. Ze is terecht gekomen bij
Mynheer Dorruis, die raad geeft in allo
ziken. Ze heeft hem alles verteld .al
h it leed van haar huwelijksleven; ellenden
die eigenlijk nooit ietnand .geweten heeft.
„Ie kunt mijl alles vertellen,heeft Dor-
r us gezegd, „ik' heb de confidenties van
duizenden en 't is bij mij geborgen." Al
die teere dingen heeft ze hem verteld on
der verzoek van discretie. „Natuurlijk.
1 kf ben een Dorruis! E|en graf. Ik' zwijg."
Uit liefdadigheid. Dat geldt natuurlijk
niet voor de heenanclubvoor den vbien-
(ienkring en voor de leden- van de 'bridge
avond. „Och", hééft Dorruis gezegd t<u<:s-
sahen «choflpaniboer en klaveraas door:
„ik heb me dat geval ,a,angst-rokken uit
liefdadigheid." Toen er giawasschén moest
worden voor heb vijfde spel, was helt. ge-
val-Kranitoh troef. Maar de- club zwijgt
uit liefdadigheid. Da.t geldt natuurlijk
niet voor hun eigen kring em familie.
Enfin iedereen kient het geval-Kra-
nich.
Intusschen werkt Mevr. Kranich. Ze
naait, ze geeft pianoles a,an huis van die
leerlingen, ze geeft spreekles, zanglos, ver
huurt kamers. I i i 1
Dorruis heeft een groote zarg. Zijn
oudste zoon zlOjU hij graag aan de univer
siteit laten studeenen ,maar op 't Gym
nasium wil 't al niet vl'otten. Misschien
zou hij 't- kunnen brengen1 tot heerboer,
maar advocaat dat zal niet gaan.
Ook Mevr. Kranich heeft een groote
zorg, haar oudste zoom kan Zoo 'goed lee-
ren. Nog een jaar en hij moet kiezen? Zal
ze hem naar 't gymnasium zenden? Zie
spreekt er met Dorruis over. Ma,ar die
wordt, verontwaardigd: „Wiat! naiair 't
gymnasium? En dan naar een Universi
teit!?. En waar ha,al je het geld vandaan?.
Die dingen moet je uit je hoofd zetten.
Niks hoor!" i
Dorruis heeft hem weggewerkt naar een
landbquwaursus in Kleidorp'.
Ja, je zou zeggen: waiar haialt zoo'n
Mevrouw Kranich de pretentie vandaan:
Jeannetje, die een mooie stem heieft, wou
zo zaagles laten nemien en z'e vroeg om
een plaatsje ia,an het Conservatorium.
De Directeur was veratufeU Maiar 'n
Week later zei de Directeur met can be
denkelijk' gezicht: „Ik geloof, Mevrouw,
dat 't missidhiein beter is om meen
finde opleiding; is lang en zoo'® beurs
enfin, ziet u."
De Directeur zat in de bridgeclub bij
Dorruis.
„Niks hoor! Zoek! een betrekking voor
d'r in da Bijenkorf."
„Gek toch, hé, dat zulke memschen, die
zoo moeten werken voor hun brood, zich
de weelde kunnen veroorloven om een
bontjas.te dragen". (Zbo'n kattevelleitje!
I 74
iMe-e&ter Darieiis had veel gezien, veel
beleefd, vele ailsohu'weilljlke dingen m'eie
gemaakt, zonder ooit zidh nolg! aian gru
weldaden. nooh aan schanddaden te bezon
digen, dat mo,&b gfezctgd zijin, iz'oiu ver
was hic niet, noch ooit gekomen.
Hij! had veel van de wraakzucht der
Indianen gezien, zoo iets had hij! nog
nooit beleefd.
Ooik stond hiji huiverend opi een afstand
te zien en wist niet wait te doen'.
Het arme slachtoffer echter leefde nog.
Een onuitsprekelijk gekerm deed hij
hooien. i
'Er lag iets bavenmenschelijks, iets dui-
velsch èn in de martelingen ,èn in heit
kermen van den ongelukkige:.
Het was een blanke, daaraan, kon geen
twijfel zijn.
Dat bl-oede-nd gekorven lichaam was van
cell 'blanke.
Zi.fi klaaggeween was geen spreken,
geen roeipen, geen weenen, maar iet» van
dat alleis, en toch ook weer niets, maar
het ging u tot in de diepste diejplten dei'
n ^heurd© ,U helt hart vaneen,
deed het van wee inkrimpen en den adem,
Nog niet e,ens geplakt. Op 'n uitverkoop).
Zei Dorruis, terwijl hij don skunk-mantel
van Mevr. Dorr.uis ophield: „Nile's hoar.
Hf zal 't er mbxgen wel cons aeglgen.
Maar- 't ergste kwaon nog.
„Hè," zegt Dorruis tegen Mev.r. Kra
nich. „Ik -ben moe (van de liefdadigheid).
Ik' voel dat ikf er eens uit mloiet. En m'n
vrouw ook. Die is wat nerveus en ovfer-
spannen. We trekken er fijn een maand
op "uit. Nicei, denk ik'. Mooi strand. Zacht
klimaat." i
Dorruis is vertrokken. Het huis staat
leeg. Dorruis, Mevr.oluw Dorruis, de- kin
deren Dorruis genieten van Nice. Z,c
hoeren concerten, ze liggen in het water
20 rijden auto ze drinken champagneze
rooken dure sigaretten; ze koopen dupe
toiletten; ze zitten in de opera; ze wan
delen naar Cannes em rijden terug. Ze
dineeren; ze worden bruin en' zwellen
van gezondheid. Ze hebben e.en kapitaal
tje opgemaakt.
Dorruis is terug.
Mevrouw Kranich is otp bezoek'. Mevr.
Kranich is uitbundig; ze lacht. Ze zingt
bijna. i
„Ja, ik 'ben gisteravond met de kinderen
naar „Het Congres danst" geweeist
voor 30 centen per plaats. Jeanmetj© had
een vrijikaartje. We hebben gelachen, dat
da tranen oiver de wangen lieptoni en.
Dorruis wordt streng, stroef'.
„Wat Zeg je me daa,r! Jdji moet' maar
eens beginnen met niet meer naar die
bioscoop, te gaan. Stel je Voor! En dan
leven van d« liefdadigheid. Niks hoor!"
Ja, ja, je vraagt je soms' af wat er
omgaat in 'het hoofd v.an Dorruis.
Stel je voor dat ©en arme tolbberit
voor een avond zijn leed iZou viergotem in
een bioscoop! Nik1» hoior!
H. DE GftiEEVjE, S, J.
De Bakermat der Oranjes.
De overgebleven gebouwen van het in
den ?.evenjaxi'gten oorlog: yerwoeste slot
te Dillenburg, waar Willem va,n Oranje,
de Groote Zwijger, 24 April a.s. vierhon
derd jaar geleden het eerste levenslicht
aanschouwde, dienen thans sinds enkele
jaren als Oranje-mu'Se,uim en als jemgdl
herberg. De plaats, waar Willem van
Oranje in 1567 zijn intrek nam, en van
waar hij op de hulpbede van het Neder-
landsche Gezantschap, jarenlang zijtal broer
Jan en 't graafschap Nlassau Dillenburg
liielp, werd na kostbare verbouwingen en
vernieuwingen doior de Historische Vier-
eeniging. ingericht als ©en plaats, vain Ver
maak ein ontspanning Voor de „grapte
stads"jeugd. Twintig jaar geledèn was
Dillenburg een der eerste vijl! pii-aaitecn in
het Westeirwoud, in welkle ©en jeiuigd- cm
studen-tenherb'erg wegd opgieriaht (Elarn-
ïnersfeld, Altenkircthen, Hachengurg, Mar-
tenberg en Dillenburg). Vanaf diein tijd is
het jeugdharberg-wezten onder leiding van
Schirrmann en Miinker voor de gebelelo
Duitselie je.;ugd, ais een dicht net otVar
Duitsehland ont-wikkeid. Op deK© histo
rische plaats met .een prachtig uitzicht olp
de bergen van liet Welstlerwoud en liet
Sauerland is hier ©en .jeugdherberg geko
men, welke eien waardige plaats zal' in
nemen in de rijen yan de jeugdherbergen.
Een frissChe slaapzaal- bevat dertig bed
den, vlak nabij! ligt een .oorsiproniklelij-ke
gevangeniscel, welke is ingericht voor
slaapgelegenheid voor tweie leiders. Op
do eerste verdieping is een zelfde slaap
plaats voor meisjes. Opl den zolder is
-plaats voor tachtig noodbeddan. Een uit
kijk, welke als een zwaliutvennest aan den
«lotmuur is aangebracht., ;bie,dt doorbonte
'glasruiten een heerlijk panorama, over
stad en omgeving. Het ruime, herberghof
biedt tahijke zitjes. In helt hoolfdgelbouw
bevindt zich de keuken mettalrijke gas
haarden en eien grooite wasohruimtto. In de
recreatiezaal voof meisjes zijn d® witge
kalkte muren bedekt mtot zwart-witte ttoe-
koningen, voorstellende de verschiUande
sporten. Langs den muiur zijn kas tem-
hanke-n aangebracht, waarin de uitrusting
voor wandeltochten kan worden .opgebor
gen. In de recreatiezaal voor ,de jongens
zijn in fresco's aangebracht scènes uit de
Sieigfriedsage. Daarnaast bieden nog twee
zalen onderdak voor de;rtig jonigens. Van
uit het omliggende park met zijn ruime
grotten hedflt men ook een mooi uitzicht
op de omgeving. Dit heerlijk© oord op
deze historisch© plaats biedt aan de Duit-
sche en Hollandsche jeugd «en gastvrij on
derdak. Behalve echter als jougdhepberz
bevat Dillenburg ook toen uitstekend
ingericht Oranje-museum. Sedqrt 1875
siert een gedenksteen voor Willem van
stokken. i
i j n hulp en dadelijke huiljp, oolgen-
olikkelijk, was hoogst nioiodig.
Meester Darrens spwouig van zijn paard,
en mot een jachtmes in de hand, ging hij
voorzichtig pp helt arme slachtoffer ;a,an.
was er geen twijfel meer a,a,n.
Dat was het werk en de Wraak der
Indianen.
Een boom uit tezoeken, aan welke voet
«en van die groote mierenniesbem «ein metier
hoog opgeworpen was, met dia -grioioite,
aitehuwe ijke, haiige rooide mieren, en
afschuwelijk, daarboven in- den stam een
wespennest en den.^ rampzaligen met het
gelaiat in de opening yastgeboanden.
Wat mocht, hij wel bedreven helbben?
Wat voor een schelmstuk
Wat voor een wandaad?.
iWat voor ©en verhaal zal hij' doen,
wanneer die mond weer spreken kan'?
Het eerslt inhakte hij hathoofd vrij,
linke en rechts, maar heit bleef' kermend
tegen den stam' gekeerd, ©n jjoen «m
da 'andere zijde- Van den stam buigend,
wilde hij de handen los maken. Maar wat
een lielseh© verfijning van marteling.
Twee meslsen waren door de armen in
den boomstam gedreven met 'satanische
kunst en behendigheid, -en de handen wa
rton m'-adhteloos en de vingers ver, uilgfe-
6 ter kt van elkander als in do krampen
Oranje de 10 Meter hao'ge z,g. tWilltoms-
toren, den sloibberg. Olp 29 Jiuni 1872, dem
jaardag. v.a,n de laatste reis va-n dem
Oranjievarst n,an hetsloit van zijn vadeg,
legde een Hollan-dsah en Duitsch ctomitéi
den grondslag voor-dit gedenk-t-eeken. Drio
jaar later was helt bouWweyk ,dab 87366
Mark kostte, gereed. Oorspronkelijk ztou
de toren, welke- drieetages bevabtiei, oen
Oranje-Mnseium bevatten. In dton loop
der jaren is de bestemming van den tor-en
uitgebreid, daar hiji ooik iinimte' moest
bieden voor voorwerpen, Welle© eigenlijk
in een vaderlandsch of piaateeJïjlk museum
thuis hoorden. In het vonrwpiM'd van de
in 1912 verschenen „KataLog der histioj-i-
sdhen Sammlungen im Wilhelknstunm zu
DUlenbulrg" heeft schrijver _van dit .arti
kel gezegd: „Zooals de Prinsenhoif' te Dalft
een museum is voor den Vader des Vader
lands in Holland, Zoo,'is het gedebktetoten
o,p zijn geboorte|pilaatis, de Wilholmstioren
te Dillenburg, ©en: mluiseum voior hem, den
groot,sten zoon van ons vaderlamd. In
ruimer beteekenis vormen d'e verzamelin
gen van den Wilhelm toren 'eeni Oranje-
museum. In den loop der jaren is bet oiok
een oudheidkundig museum geworden, het
geen het toch eigenlijk niet mloiast rijm. De
ruimten van den toren zijim thans voor
beide doeleinden niet meer voldoende. Het
doel moet zijn, ruimte voor ©en plaatselijk
museum te. maken en den Wilhelmistoren
in zijn oorspronkelijke beteekenis te laten;
een museum gewijd aan de nagedachtenis
van Willem de Zwijger, e'en Oranjcmu-
seum". In de laatste jaren van den we
reldoorlog en gedurende de inflatie heeft
dr. Dönges deize gedachte verder uitge
werkt en gepoogd in Hollandsche kringen
interesse t« wekken, voor den k'oiopi van de
restanten van het oorspronkelijk slot era
van ongeveer 12.500 vierkant» Meter
grond, met het gevolg, dat 'zich ©en Hol-
landsch comité, heeft gevormd, onder lei
ding van den burgemeester van der Hoop
van Slochteren, te Slochteiren, den archi
varis Lasonder te Den Hang en den ban
kier Jean Mes te Biotbtea'd'aim. Dit comité
kocht de omvangrijke bezittingen tegen
inflatie -prijzen van den Staat en schonk
haar ,a,an de Historische Vefleeniging te
Dillenburg. De gehouwen Zijn omgebouwd
tof «en Vaderlandsch m-usje(um en een
jeugdherberg en maken een waardigen in
druk. De kasten van deze Verbouwing be
droegen 19.000 Mark'. Onigevaer.de 'helft
van dit bedrag is door heit Staats- en
Stadsbestuur 'gedekt, en men hoopt het
restant van de schuld in den loop der
jaren op gelijke wijizto ,af te doen. en mid
delen te verkrijgen om de plaatselijke
geschiedkundige voiorwerlpien uit liet
Oranje-museUm te verwijderen en eerst
genoemde in een nieuwe ruimte cinder be
brengen. Alsdan Zal de Wiltaelmstoxen
zijn wat de Prinsenhof' te Delft is: ecu
Oranje-museuiii.
In mentoriam Graaf Ap'jranvi.
Te Genève, waai' Wïjrsjinds emkele wetbn
ernstig ziek lag aan: longontsteking., is
in den .ouderdom van bfijtaa ,87 ja,ar over
leden de Kongaarsiohie graaf 'Apponyi, de
bekende V,olken)bondsfigu,ur. Albert Ges'og
Appionyi wasi de zoon van graaf Albert
A'ppionyi, die opperste Hongaarsche Hiof-
ican-selier te Weenen was, en van gravin
Clothilde. von Mendorff-Poui'lly-Dietriöh'-
stein. Hij' werd geboren te Weenen op
op 29 Mei 184C. Zlij'n gymnasiale studiën
volbracht hiiji op het Jezuïetencollege te
Kulksburg nabij1 Weenen; daarna studeer
de tój aan de universiteiten van Budapest
en Weenen en vond int[us]®chen gelegenheid
versjchillende talton grondig te leeven, zoo
dat li'ij zich even vlot inzfijn moedertaal
liet Hongaartech als in liet DiuitSch,
Eugelslch, Ërans'ch en Italiaansoh wist
uit te drukken. DieZe talenktonnis1 kWIam
hem bij'zon-der van p,as( te Genève; w.'aar
hij1 in den Volkenbond zijn land vertegen
woordigde en opi de versjchillende confe
rentie^ met Magyaarsche vurigheid en
groote openhartigheid het Woord voerde.
In 1877 werd graaf Apiponyi lid van
het Hongaarslche parlement, waar hij1 al
spoedig een dei' beste redenaars; was. Hoe
wel hij' 'aanvankelijk tot de partij van
Dea behoorde, ging! hij later oyei' tot de
uitgesproken katholieke partij'.
Na het aftreden van Tisza in 1890
naderde Appionyi wederom de Hegeeung.
In 1899 werd graaf Apiponyi tot Biegea-
i-ingspresident verkozen'en in 1901 tot
president van het Huis van Afgevaar
digden, welke functie hiij1 'in 1930 neer
legde. Het jaar daarop! formeerde hij' de
Hongaarstch Nationale Pa.rtijt wiaarvan liij
de leider werd. In 1906 werd graaf Ap
pionyi lid van het minis|terie Wekerle als
minister van opivoeding, Waarbij hïj| tevens
van den dood.
Het gelaat kon hiji niet zien.
Billingen liepen over de gekorven hnid,
rillingen schokten het geheefe lidhham.
Met alle voorzichtigheid trok hij de
messen eerst uit een arm en toen, nadat
hiji de mieren had verjaagd en de weepen
eveneens, met een weinig brandenden ta
bak, trok hiji het mioiordtuig ,uit den twee-
dien arm, dien hiji stevig vasthield. Het
lichaam gleed op. den giiond en het aan@ej
zicht werd 'zichtbaar.
Als - hadde hij: een adder- uit dem mond
zien schieten, 'zoo sprong Meester Darrens
op zij -en achteruit, en liet een doffen,
kreet hoeren: ^Schleicher".
Schleicher zijn 'eerste vriend.
Hij! was het inderdaad.
Schleicher de dief, de bedrieger, de
falsaris, de weggeloopene.
Eien GoAsgereeht?!
Vreeselijk! 1
Met de handen voor het gelaat stond
daar de 'arme Meester Dorrens. Hoe dik
wijls had hij liem wraak gezlwtaren, en
tusschen de 'tanden hem verwenlseht en
vervloekt, en nu lag hij, daar bewusteloos,
een levend lijk, levend door de ïnierton, Ver
slonden en door. de wespen geipiijpjgd.
Neen, dat was te erg! onmensch'elijk1 !J
Maar hier moeist raad geseha® weiden,
misschien is het leven nog te redden. Hij
toetrad tot de onaihaJikellijPch'ead4)te'i'töjf. Na,
het uitbreken van dem Wereldoorlog Werd
graaf Apiponyi lid van het taomité hetwelk
d,oor het Hongiaarsjeh parlement was ba
last met het toezicht op) da buitenlandscho
'politiek. Hij!' kenmerkte zich 'door zijta
vr 'ijvooruitstrevende denkbeelden; hij?Was
o.a. een voorstander voor die invoering van
het algemeen kiesrecht.
Na de revolutie van 1918 geraakte graaf
Apponyi eenigen t'ijfd op den achtergrond.
In 1919 vertoonde Mj[ zich weer ,op! het
politiek terrein door zijn lidmaatschap
van de nationale vergadering'. Hij maakte
deel uit van de grondwettelijke partij.
In 1920 stond hij aan, het hoofd der Hoin-
gaarsjche vredesiMejg'atie naar P.arijs, Waar
hij voor den Oppersten Baad ©em indruk
wekkend betoog hield over den toesjtamd
van zijn land. Bij[ die gelegenheid sprak
hij achtereenvolgensj in het Fransch, En-
gelstoh en Italiaansch. D|e vr-adesyoorwiaiar--
den verklaarde hij voor onaanvaardbaar en
derhalve trok hij zidh obk^nom.' de onder.-
teekening van het Trianon-verdrag terug.
Sinda '1924 vertegenwoordigde hij zijn
land bij den Volkenbond, waar hij zich
bij verschillende gelegenheden als een uit-
stekend redenaar deed Wennen. Als publi
cist heeft graaf Appionyi mtoerdere weri-
in hoofd en ledematen, alsook bij Kiespijn en
gevatte Koude, Bheumatische pijnen, Griep,
Influenza en vastzittende Hoest, zullen
U spoedig helpen. Prijs per poeder 8 ct.
Doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw Drogist.
ken geschreven. Ook' in Nederland Was
graaf Apponyi gteen. onbekende. In het
voorjaar van 1927 litoeft hij in verschil
lende ^teden van ons land lozingen gehour
den; o.a. hield hij toen te Leiden in het
Groot Auditorium van het Universiteits
gebouw een voordracht pwer- do spaatst-
reohterlijke .ontwikkeling van Hongarije
■welke lezing door tal van autoriteiten
wercf bijgewoond. I
Van spionnen en spionnage.
11c diefstal eenier code en hare gevolgen.
Niet altijd brengen de stoutaictodigsfe
pogingen de grootst© neisultaten. Niet .al
tijd ook blijken de resultaten direct. Dat
is bewezen doorden wel zeer - btelamigrij-
k'en dienst, die. aan da (JeMlieierdem is
btowe-ton doior een jongen In|gieni»enr te
Brussel, die, naar het bijkans eenparig
getuigenis van .alle gedocumenteerde
schrijvers over ,de spiomnage in dan gjr,o,o-
tein oorlog, erin geslaagd is de DuitBcbe
geheime diplomatieke code aan den vijand
over te brengen. Opi zichzelf was dit
resultaat reeds een belangrijk, maar mog
veel 'belajigrijWelr is heit gewordendooir
da ontdekking, 'die men daarmede heeft
kunnen doen, 'juist wijl me,n er bijkans
ten einde 'toa in geslaagd is Voior den
Duitischen dienst 'te verbergen, dat man
in het 'biazit van dit kosfcbara geheim, was.
Da Duiteehe 'diplomatieke aode vwerd
met begrijpelijke zorg bewaard. De radio'
mast, welke '.de berichten in codeschriitt
uitzond, was 'streng bewaakt; sleChits het
personeel, dal dringend noodig wae era
dat volkomen 'was te vertrouwen, werd
er toegelaten, en zelfs belangrijke amb
tenaren aan Buiteinlaimdsahe Kiakan lieten
niet na schijnbaar andeirgesohik'b werk
te verrichten, teneinde dit geheim! te hel
pen bewaren. Maar het gebeurde o|p| ,27
Noveanber 1914, dat ejr iets. aan de teeh-
nisohe toestellen te Brussel haperde, en
ee,n jong 'ingenieur, van witon een groiobo
roep uitging, 'voind 'zidh in dem latfan
avond van 'November 1914 verplicht oim
aan het heristellen 'zijn medewerking te
verleenen. De Vader van dan ingenieur
was bloedverwant, uiteraard heel ver, v|an
den Oastenrijksdhen keizer en mede. deze
cinlstandigheid leidde tor de Duitschens toe
om den ingeraitour blijvemd aan hum dienst
te verbinden toen 'zij' bij hum .nnidierzOiek
in zijn kamers, na zijn gedwomgem ver
trek, een ra^lto-telegrafisch te«fel ont
dekten, dat voor diein tijd van bijizlonder©
beteekenis was. 'Maar de inigenieux, tot
dusverre slechte in zijin werk1 vtordiepit',
verkreeg tazelfder tijd, dat hem heb ver
trouwen der Duïtechers geward, verbin
ding .met de piatrioititen van Libne Bel-
gique, die op zijn geboorte in Elngeland
een beroep deden. Zmy trad hij!, Z'onder
dat men "daaivan iets kon vewmoiadtoni, in
dienst van de Intelligence Service, era
hij deed daarin wondemen. Eien' oiogenhlik
vermande zich, ein trok dein .arme zoo
voorzichtig mogelijk, zoover het noodig
was van dera. booan.
Water was er in de nabijheid. Hij
hoorde het kletteren van een kieancm' wa
terval. In zijn hoed haalde hij' zooveel
hiji kon, bet frissche nat en wieisdh! er
aanhoudend lichaam en wondein, terwijl hij
uit zijn veldfleisch eten dronk' brandy,
in den verdroogden mond, op da harde
tong en de gespleten lippen gooit.
Hiji kwam even Hij', sloeg dte oiMg'em
op, - hiji herkende ktem sloof z'e
weder ©«gemblikklelijjk', bewoiogl zijn han
den en z'ijln liplpen, als wilde hij' ietsj
zieggen, gaf een diepen zucht, ton bleef
onbeweeglijk.
Hit was dood. I
Gerechte God! z^h dat uw straffen,
uwe wegen'?,
Hij wist niet wat hij zeide, zoo whs
hy ontsteld, geheel van zich zelVen. i
Nu knielde hijj hier bij het misvomde
lijk. l .'li
De wonden waren niet te Mlera, een
enkc-l insékt kroop, nog uit do die|p|3fe
sneden.
.Waarlijk' het wa,s afeehuweiijk', wal-
gelijik.
Wat te doen'?,
Of hij wilde of niet, steeds werden zijne
oo.gen tot het in dein dood verwrongen ge
dacht hiji er over zich van heb bo»k' ztolf',
overigens bewaard In een looden omhulsel,
meester te makten, maar 'hiji begreep! ipj
gauw, dat men .dan, melt hoeveel moeite
ork. een nieuwe, code ziou sainensttollen ton
dat hij hoogstens iu helt ontcijferen- van
enkele belegrammem ztou slagen. Hij blaeif
daarom dag in dag! .uit werkaaiamhiji no
teerde wat hiji noteiejrein kon en onthield
wat hij onthouden klon.
Heeft de inspanning beta, wellicht ma,ar
het uiterlijk verraden?. .De DiuittsCh-ers
begonnen hem te wantrouwen, maar mis
sen konden zij ham mielt. Elan k'eer werd hij
in een oafé nabij: de Beurs aangehouden;
.een anderen keer werd ham gezegd, dat
hiji op. straffe des doods zonder verlof de
provincie Brabant niet mocht verlaten:
Maar de ingeneieur bleef werkzaam 'en
toen zijn taak beneinde was gakbrnera,
slaagde hij er, dank zij valstehe papieren,
en dank zij de hulp van Belgen in, olm
over de grenzen te koinen. .Weliswaar wa
rton deze doGT den beruchten eleiebrischein
dra-ad afgesloten, maar wij zullen het
ook later zien onoverwinbaar, warton de-
bezwaren van dien aard toch niet! Zoo.
kwam de ingenieur veilig in Holland,
waar hij' miet den bekenden majoor Op-
plenheim in verbinding trad. Het staat
vast, dab d© verdiensten vjan dein Belg, die
hem hielp ontvluchten, zijn erkend; heit
staat zelfs vast ,dalt hij! het Bureaftij van
de In'telligenoe Service htodffc batkeden.
Wat er daarna van hem is geworden, nie
mand weet het. Alle nasporingen bleven
tieveiigeefe. Het is alweer Boiucard, die ons
weet te vertellen, dait de Intelligence Ser
vice dezen bekwamen medewerker wiellicht
het liefflst voor goed wilde laten verloren
gaan. Maar de .onwiaarsehijtalijkheid van
dit argument springt in hst. ooig. Veeleer
kan aangenomen, dat hij' bij1 een ongeluk'
om het leven is gekomen, of dat hij is
gevallen in een der vallen 'vlatt zijin vijan
den, die het hem niet hebben vergsveta,
dat hi.', tegen het göbod in, België had
verlaten. Wel wisten zijl niet hoeveel hij
wist, maar de wetenschap, die hij' mede-
uani, kon hen elders teveel boesöhij'nton.
En die wetenschap was meer dan vol
doende. .Men beweert, dat tengevolge van
de kennis dezer geheime teelkens, de Eln-
gelsctie admiValiteit in staat is geweest
tijdens den Jutlandslag a.an de Duitsohers
een verkeerd telegram langs den radio-
weg. te -zenden. Maar vast staiait, dat de
ontknoppingvan het Duitisch-MexicaaasoliQ
drama, die den laatsten drüp|pel van den
Ameiikaansohen emmer deed oVerloopen,
door het bezit van dto geheime code is
teweeggebracht. Toen in den laten avond
van 23 Ee.br. 1917 de AmerikajansChe ge
zant te Londen een dringende telefoon
van den Engelschen Minister van Biuiten-
landsche Zaken ontving om bij: hem te ko
men, kreeg hij; de mededeeling, dat «en
telegram onderschept was van den Duit-
sohen Staatssecretaris aan den Duiitsahen
gezant te .Washington, den nog levenden
graaf Bornstorfï, waarin jann dezen werd
opgedragen cm met Mexico in verbinding
te tleden teneinde Mexico aan, Duitseh-
land's zij.de te brengen en dit bepaalde
deelen van het Amerikaanscbe grondge
bied: Texas, Nieuw-Mexico, én Arizona
toe te ïeggen. Op Japansche hulp was
tevens gespeculeerd, maar zulks zonder
dat eenige schaduw v.a<n dit bewijs viel
waar te nemen. Eigenaardig; is het wel,
dat van Duitsebe zijde dit telegram in
verschillende exempli ar|n en langs ver
schillende wegen werd gezonden. Het ging
gelijk wij reeds gezien hebben, aan Bern-
storff' rechtstreeks, maar het ging ook
aan den gezant in Mexico «ra, helt ging
eveneens in de koffers van den Zweied-
schen diplomatieken diensit. Deze toch,
gelijk de bedoelde Amerikaanscbe ambas
sadeur de heer Page heeft toegegeven,
heeft een rol gespeeld, die niet in alle
opzichten van neutraliteit getuigde. Zelfs
heef't men zich van Amerikaiansche dien
sten nediend om. deze geheime instruc
tie te doen overkomen, misbruik ma
kende van de overigens goede trouw, door
de Amerik'aansche regeering jegens de
Duitsche zendingen getoond.
De uitwerking van hat Mexicaaniscli
oompiot, jvaarin Mexico, moest trachten
Japan aan zi,ta zijde te verkrijlgem, heeft
zich niet laten wachten. President iWilson
moeht twijfelen, toen hem de materieele
zekerheid van authenticiteit van den tekst
werd voorgeelg'd, twijfelde hij ook niet
meer. Toch is het noodig geweest, dat de
ambassadeur Page in overleg tr.a,d mat de
Intelligence Service om, door middel van
andere voorbeelden van ontcijferde tele
grammen elke gedachte aan een vergis
sing builen te sluiten. Hat haeffc uiter
aard niet ontbroken oon pogingen om de
laat van het arme slachtoffer getrokken,
en toch niet' dan met -een huivering 'bleef
hij er op staren. i i
Hij scheurde ©enige takken van den
breed gelbladcxden boom af en spreidde
weenend het groene doodsbed, en dekte
het ook met dezelfde groene sprei.
Toen ging hij' er op uit.
Er moesten toah menschten in den om
trek' zijn, daoh'fc hij'.
iWerkelijk vond hij op een niet grooifen
afstand de verscihe sporen van een Iq-
dianenlager, en van de vuren door deizien
ge'stook't. I j
Geen twijfel
Het was hun werk, hun wrnalk1.
Maar waarom'?. j
Wat had Schleicher dan wel gedaan'?
Terwijl hij daar stond in gedachten,
hoorde hij1 den schreeuw van een nadhtudl
in het woud.
Nachtuil JieStt© een opjpierhooifd der
Huronen. i
Dat wist hij; de Huronen hadden hier
uitgestrekte jaoh'tigrondan.
Te onderscheiden van den gchnseuw
van den vogel Zelvten, was de'ze niet, ©in
uil bij de Indianen waiS geen scheld
naam, geen schande zoo te heeten, de nil
was het zinnebeeld van wijisheid en,
waakzaamheid! i i
i I (Wordt vervolgd.)