ZATERDAG 4 FEBRUARI 1933
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
f IN HET KRAAIENNEST
ALLERLEI
ij
BOEK EN BLAD
I GEKKE GESPREKKEN 1
Om 'n advex©ntie'.
In een van onze gnoptste zogenaamde
neutrale bladen, stand dezer dagen de
volgende luigluibere advertentie:
„Ouders die gaan scheiden, willen
afstand doen van een lief klein .meisje,
15 maanden, met wagen en stoel er bij".
Tegen deze annonce (lie van 't bederf
van 't hedenda.a.gsche leven moer openlegt
dan een artikel v.ol onthullingen, is een
storm van verontwaardiging opgegaan in
een deel onzer pers. Met felle woorden
werden de ontaarde, ja gedegenereerde
ouders gebrandmerkt, die hum eigen kind
als 'n hoopje vuil uit hun bestaan willen
wegvegen en do onbeschoftheid hebben
de aanbieding van izoo'n stakkertje lak -
herder te maken, door or 'n wagen en
stoel bij te geven.
Zooicts van koffie en thee met ca-
deaux!
Ja, de journalisten, die in heiligen hoorn
uitschoten telgen hot moderne [uitvaagsel,
dat zijn kinderen wel op1 een slavenmarkt
zou willen verkwanselen om losbandig
verder te leven, hebben schoon gelijk.
Hun scherpe taal kan niet vlijmend genoeg
zijn tegen zulke wezens, zonder mensclie-
lijk gevoel.
dammer dat zj in hun haast Jiet neu
trale blad Vergaten, dat die ellendige .ad
vertentie .opnam.
plgens de wet is de heler .even erg als
de steler. Welnu, maakt een courant, dio
voor zooveel .cent per regel dergelijke
schandaligheid opneemt, z'ieh dan niet
schuldig aan heling?.
Het is werkelijk 'geen toevallig samen
treffen tusschen dat „neiuitrale." blad en
dat liefelijk .ouderpaar 1
Eicn katholiek of christelijk opgaan zial
lui van zulk verdacht kaliber niet onder
zjn lezers hebben -en mocht, men daar
zoo'n advertentie ontvangen: ze, ging ge
wis naar stellers terug, waarschijnlijk ver
gezeld van een hartig protest-
Bij! het „neutrale" blad is alles echter
welkom. Het voedt Zijn abonne's trou
wens in Zoo'n richting op, doior de geeste
lijke leiding te veronachtzamen en al-s
eienigen maatstaf te aanvaarden de vraag:
word ik er beter/van?,
Voortvretend moreel bederf', deert hen
niet. De „gouddelverij" is nummer één.
En dan zijn cr nog van zulke halzen,
die hardnekkig volhouden, dat het lezen
van een „neutraal" blad de onschuldigste
zaak ter wereld is!
UlTKIJjK.
dier vele toevallen, die in de geschiedenis
dar spionnage een zoo gr no to rpi spelen,
waren z!iji igeheel de- Eransjche geheime
organisatie op het spoor gekomen en tal
rijke, in het bezette gebied werkzame
agenten waren ter dood veroordeeld. D;e
Eransche Generale Stal gevoelde do
moeilijkheden van den toestandmen
kreeg en k.on geen inlichtingen over de
bewegingen van den vijand meer verwach
ten; alle pogingen werden in het werk
gesteld iOin den geheimien dienst opnieuw
te doen l'unctionnoeren. W.a.t kon men
beter verlangen dan dat een der eigen,
Eransche agenten zich het vertrouwen
der Duitsjchers zou verwierven. Diaartoe
moest onze man den Duitschen) prins doen
ontsnappen, dezen naar S,an Sebastia,an
brengen,, en hopen zich zoodanig Zijln
vertrouwen te verwerven, dat hij mede
naar D|uits;chland zou .worden genomen.
D[aar eenmaal aangekomen, zöu MjT ver
der zien. Voor onzen man was; Uie ojpf-
lossing een tegenvaller,, want hij! had
gehoopt,, dat zijln moeilijk werk; van vein
zen nu ten einde was-; Wijf wilde vrouw
en kinderen te Parïjlq gaan oanhelê'en.
jD|aarvan kon nu geen sprake zlijjn; meer
'dan ooit voorzichtigheid geboden.
El'iji begaf zich opj weg'. Die gevangenis;,
Kv'aarin de prinq was opgesloten, was hem
hekend, en het viel hem dus; niet mjoeif-
llijlk tot dez'en door te dringen. Met olplzejj
waren alle maatregelen vermeden, teneinde
hem door medewerking van Eransphe zijl-
de de uitvoering van zijin taak te ver
gemakkelijken; „lekken" deden zich overal
voor, en als een dergelijk lek ook hier
aanwezig was:, zou er van zlijlu missie niets
komen. Maai' de agent was; e,ein slimlm'e
vos; hlij! ontvluchtte met den Prins, en hij
telegrafeerde ,aan zijfii zoogenaamde last
hebbers te San Sebastiaan: „lading ver-
Zonden. wacht op nieuwe levering". Met
stapje voor stapje bereikten z'ijT de grens:
dagen duurde 'het, voordat z'iji vejlg
Spaans,ch grondgebied hadden bereikt. D.e
erkentelijiklieid va,n den prins; was groot
jegens de spionna,ga-centrale te S,an Se
hastiaan groot ook jegens zlijfn bevrijder.
Toen hïjl vernam, dal bevelen van den Keii-
>ei waren ingekomen, dat hij| onmiddellijk
naar Duitschland moest jterugkeeren, went
«chte Wijl zijn bevrijder met zich 'te nemen.
Generaal von Schuifel maakte geen tegeni-
weipingen; een oogenblik iiog scheen de
uitwerking van het denkbeeld onzeker,
toen na enkele dagen wachtens) op het a,a af
gewezen punt der kus,t de sloep verf
'scheen, die den commandant van de aaii-
gowezen duikboot naar do kust bracht.
Met nadruk verklaarde daz'e aan den prins)
dat er slechts plaats w'as voor hem, en
dat z'ij'n bevrijder niet 'kon worden mede
genomen, waarop de prins,, .driftig' go-
worden, gebood te doen zqoals h'ijl zeide.
1 Zelfs toen was de officier nog slechts
bereid nadat men heml een geschreven be
vel had overhandigd.
Zoo kwam de bewuste Eransche agent
.na een reis,, die van gevaren niet ontbloot
was, omdat m'en meer dan eens torpedo
jagers ontmoette, in Duitschland aan. Hij
heeft daar zijln tijd niet in ledighenyd
doorgebrachtniet slechts oogen en opren
■de koqt gegeven, maar zich Weten in
te dringen daar, waar voor iederen Vreem
deling de toegang onmogelijk vv'as. De
dienst van de contra-spionnage bl'eef niet
werkeloos'; meer dan eens spande men
hem strikken; waarin hij niet viel. Meer
dan eens werden hem zoo gezeg'de docu
menten aangeboden, die Mj| niet groote
verontwaardiging van de hand wees, om
dat h'iji getrouw wilde blijven aan den
prins, dien h'iji immers gered had. Het
sch'ijint, dat hij in de omgeving van Rlijssel
zijn doorluchtigen mees,ter heeft verla
ten en naar Frankrijk is teruggekeerd,
vermoedelijk miet een sphat yan gegevens
grooter dan eenig ander had kunnen
brengen.
Wie de bewuste Duitsche pirins ge
weest moet zlij'n (Robert, Boucard, die
toont over inlichtingen van bijTz'onderan
aard te beschikken, waagt slechts ver
onderstellingen. H'ijl Wijst op den zelf
moord, dien prins Joachim, de jongste
zoon van den (Keizer, kort na den eorjog
heeft bestaan. Hij! acht het niet on
mogelijk, dat deze Dpi dei hoogte is; ga-
komen van de werkelijke persoonlijkheden
van zijm zoogenaamden redder en in zijn
wanhoop over wat zijne onvoorzichtig
heid aan het vaderland heeft gekost, zijin
leven daarvoor heeft gegeven. Die veu f
onderstelling schijnt wat gezocht, maar
waarom behoeft men e:en zoon van den
keizer te zijln, dien de Framsplie agent,
inmiddels overleden, heeft doen ontvluch
ten.?. D;e tal van Duitsche vorstenhuizen
hadden zóóvele prinsen van vooraanstaan
den rang, dat wellicht onder een hun
ner de betreffende figuur schuilt. En ei'
waren genoeg printen van xegeerend-e; vor
stenhuizen, wier bevrijding den Keizer
evenveel waard was[ 'óf 'althans moest
z'ijto als van een zijner eigen zoons!/
Waaruit wiel duidelijk kan worden vast
gesteld, dat, al mag m'en den mloed van
een Duitschen prins om z'ioh.' in dein aetie-
vcn spionnagedienst 'te wagen, bewonde
ren, deze moed voor de leidende krachten
van het leger groote moeilijkheden mót
zich bracht.
Hoe Brummel overwon.
Mijfnheer Joachim Brummel iwajSj oen
stakker, een stumperd, een nul. Een eigen
wil bez'at bij al iang niet meier, omdat;
h'iji dezen aan z'ijn vrouwi had moeten af
staan. Hij was een rasseehtei pjantjoffcl-1
held, die zij/h vrijen Zaterdagmiddag vulde
met boodschappen vqor zijn vrouw te
doen en 's/ avonds om tienTiur' nog mót hetj
troetel-hondje een „sjliraiatje om" mjoes^
maken.
Ook op het kantoor van de firma Brami-
spn Bpamson, waar Wijf sinds twintig
jaren van 's[ morgens negein tot 's avonds
tees uur geestdoodenden arbeid verrichtte,
werd h'iji nauwelijks] geteld.
En toch 'leefde er nog iets) in hem',
dat naai' verzet tegen z'ijn gapenden taef
stand Zweemde; verzet, hoofdzakelijk uit
z'ij'n fantasje voortsproot.
Want, fantasie bezlat, hij, al {w'a,s het dan
ook niet veel. i
Als hïjl zoo 's avonds naar huis Wandel
de, stelde h'ijf zich voor, w'at hij wel zou
doen als) hïjl rijk én onafhankelijk Was.
Hoe h'iji tegen den ouden Branrspn zegj-
gen zou, dat Wijl "hem een kalen opschep
per vond, die „mooi weer" speelde van
een ander z'n oenten. Ein hoe hiji .de fami
lie van Zijn vrouw zou aanraden, vo,o(r
hun eigen kioatje te Zorgen. Diaze ge
achte „instelling" meende nanfeffijik, dat> de
'Brummcls geen stuk eten 's middags door
hun keel konden krijgen zonder dat er
een of ander hongerig lid der familie aan
tafel vertegenwoordigd was.
iSiomsi mkakte Joachim onder' het liuis-
ivvaart's keeren het vaste voornemen, thuis
gekomen eens1 den boel radicaal te ver
anderen, maar had h'ijf dan de deur ge
opend, dan verdreef de schelle stem van
z'ij'n vrouw uit de keuken al zijn inoe.-
'dige voornemens; niet„doe de deur direct
dicht, want je tocht hier het raam uit,"
of „ga oogenblikkel'ijk terug en veeg je
voeten nog eens."
Het gebeurde op een kouden winter
avond. Die klok wees! tien minuten over
zes en dientengevolge bevond Joachim
zich op dat moment, halverwegel het kan
toor en z'ijin huis', huiverend in zijn dun
regenjasje -etnde handen diep in z'ijlu
zakken.
Een prachtige auto iqchoof hem langs
den trottoirband geruischloos voorbij een
paar meter voor hem', b'ij1 bet gebouw
van de „Nationale Bank", stond de auto
plotseling stil' en een heer in een donker
blauwe winterjas stapte cr uit en wilde
juist 't gebouw .binnengaan als z'ijn oog op
Joachim viel, die hein' nu dicht genaderd
was.
Bij wijze van gros nam de heer van
den auto zijn bolhoed af en verdween
door de draaideur.
D.e eerste «ogenblikken stond Joachim
als versteend.
Kon het waar Zijn? Had die deftigo
mijnheer in hein] een meerdere gezien?
Natuurlijk vas het een vergissing! ge
weest, maar toeli
Joachim lieip' verder in opgewonden
stemming. Allerlei gedachten speelden door
z'ijin hoofd. Hij had eenS gelezen hoe het
gebruik van het groeten door het hoied
afnemen ontstaan was: Die lljlfledgeneii
moes/ton hun hoofddeksel oplichten om
hun meerderen hun kaal geschoren sche
del te toonen. Mijnbeer Brumimlel conclu
deerde, dat, Zo.o de deftige mijnheer al
niet zijn lijfeigene was; geweest', Wij Zich
toeli de mindere van he'ml "had getoonjd
door in dit koude weer Z'ijn hoofd la ,ont-
ontblooten.
Onwillekeurig zette Joachim z'ijin borst
vooruit en daar dit. hem een machtig ge-
voel gaf, liep h'iji nog een Straatje om,
voor hij; naar huisj ging.
En bij: iederen stap, dien Brumm'el deed,
keerde Zijn eigenwaarde meer en m'eer te
rug. H'ijf zou er nu eens; een eind aan' ma
ken. Wat. drommel nog toe, h'ijl" Was1 toch
het hoofd van het gezin, en hïjl zou voort
aan z'ijn gezag laten gelden.
In deze overmoedige sjtemming stapte
hij een café binnen e.n besjtclde een glas
bier. Met verrukking bekeek hij eenig'em
tijd het bruinende vocht, dat hij al sinds
jaren had moeten ontberen en. liet "het
tensjlobto vol stom genot naai' binnen
klókken. i
Hiji was een ander mensclr geworden,
li'ij! was ontwaakt uif een jarenlangen sla-
penden toestand, die, daar zou h'ijT voor
zorgen, nimmer rn'eeir terpg'zbu keeren.
En na dit besluit genomen te hebben,
stapte bij'- op, befaalde zijn vertering en
spoedde, z'iehhuiswaarts.
„Wa.ar kom jïji vandaan?." zbo ontving
mevrouw Brumto'el hem, o:p' iedere letter
greep een extra klemtoon leggend.
„Ach, lieve....,'1' en b'ij'na was; Joachim
weer onderdanig géworden, maai' dan plot
seling' barstte bij] los: „dat. weet ik zélf
het beste, beigreipien
Het effect wlaisj ontz'eljtend. Zijii eclit-
genoole spalkte haar «ogen Zop wij'd open,
dat Joachim een oogenblik vrteiesjde, dat
«e uit hun kasjsen zpudein rollennog
«ven duurde het voor zïji èeu wóoird kon
uitbrengen en toen wis|t Zij; nogTniets bef
Iers te doen dan mei] een luiden gil flauw
Lu vallen.
Op dit rumoer kW am haar moeder, die
juist dien dag even was komien aanloo-
]pen ,en nu een „^tukje" Zou mee eten,
toegesneld en nadat zïjP'eenigen tijd 'de
situatie had overzien, siste zfe tolt Joachim:
„haal een glas; water, vrouwienmoordeë
naar.t"'
„Doe liet zelf," antwoordde hij', in 't
geheel niet getroffen door den t/oostand,
waarin Zijn' wederhelft verkeerde, daar
h'y reeds gemerkt had, dat ze door "haar
oogleden naar hem1 keek'.
Met het air van een diplomaat, die
juist een ieder overdonderemden volzin
heeft gelanceerd, sjtaipjte bij! de kamejr
'binnen, greep; da krant en poogde de 'be
richten npi hun kopi te lozen.
Nadat hij! zoo een half uur gezeten had,
steeds maar b'ij' zichzelf1 woorden mtample-
lend, die h'ij' sjtraks ziou zeggen en er nie
mand hem' ziijïi' eten kwani' brengen, wan
delde h'ij] naar de keuken en riep: dooir
de op een kier sjtaande deur: .„hm...
ohkr'ijlg ik nog' leta te .eten.'''
Het fluister-gesprek, dat binnen g'e-
voerd werd, hield oogenblikkel'ijk.'op, do
deur vloog open en ziedende van ingehou
den toorn sjtond schoonmama vjqor hem,
„J^achim, ga je ontnuchteren.'"1
Een boosaardige grijnslach op: het ge
laat van Brummel wasj het eenig wa:ar-
neembare r«S|ultaat van ha/air goed g'emeen-
den raad.
Dian trad li'ij] 'óp: haar toe, ^tak' dein
wijsvinger van z'ijn rechtea-hand in de
hoogte en haar diep in de «ogen kijkend
fluisterde bij': „Pas op... pas' op!
Met een angstigen gil schoot, m-^ma
de keuken in, doch Joachim achtervolgde
haar, steeds den vinger in de hoogte hou
dend, totdat bij' haar weer in de gang' had
en steeds maar fluisterend: „pas op,
pas Op."
Nu wachtte hem nog een moeiJJijlke
taak. H'ij' moest zijn vrouw aan het ver
stand brengen, dat h'ij] '^voortaan de baas
in huis zou Zijln.
Het [geheele gesprek weergeven, dat
door hen gevoerd werd, is niet mogelijk',
daar dit te veel plaaigrumte in beslag
zou nemen.
Het is, echter voldoende mede te dee-
len, dat Joachim ontvangen werd met,,
„dronkaard, bruut, ik ga naar m'ijn mbeder
toe. 'Ofschoon Zij', ha dit gezegd te heb
ben, zich in een stoel' liet vallen om zich,
volgens haarzelf „dood te huil'en," scheen
Zij daar toch vooralsnog geen haast mede
te willen maken.
Nu kwam Joachim echter aan de beurt
en nadat h'ij' 'anderhalf uur la,ng onver
moeid had geredeneerd, af en toe eenigs-
zins heftig wordend, doch over het alge
meen kalm' en rustig argumenteeïend, slo
ten z'ij tezamen een vredc.SjVerbond en be
sloten dezen gedenkwaardigen avond met
in „8iuis.se" te gaan soupeeren, daar af
do gerechten van dien middag koud of
aangebrand bleken te Zijin.
Brumm'el's veranderde levenstoestand
werd op z'ij'n kantoor natuurlijk' ook di
rect bemerkt. Zeec veel hatelijkheden
kreeg h'ij' te inca^seeren. Maar nadat hij
negen maal in één week1 iemand had aan
geraden „op te pasjsen" en driemaal ver
zocht had mee naar buiten te gaan otn
liet als mannen „uit te vechten", sloe
gen de meeningen in zlij'n voordeel om'.
Lang'zaam, maar zeker, heeft Brum'mel
ieders achting voor zich gewonnen.
B'ij een twist tusschen de twee com
pagnons Bramsou werd de oudste ge
dwongen zich terug' te trekken.
Tegen den dof-rooden gével van het. huis
der firma, prijkt tegenwoordig 'een lang
wit bord, waarop', met groote zWarte blok-
letters het resultaat van Joachim's ont
waken sjaat opgeteekend: Bramson
Brummel, „N.-H. Di."
Strenge winters.
Nu wij net weer een paar geduchte win-
tersche dagen achter ons hebben is [iet
wel interessant eens na te gaan wat- de
historie over koude tijdperken leert.
,Wo hebben .ons daar niet heel lang in
te verdiepen om de conclusie te trekken
dat het. menschdom tegenwoordig: eigenlijk
niet meer weet wat strenge winters zijn.
Biervan kunnen onze vooroude,rs mee
praten! Zoo verhaalt de geschiedschrijver
Castparus Commelin van den winter uit
liet jaar 1667, welke inderdaad op het
li„stje van „de strenge heerschers" e;en
eereplaats verdient.. In het jaar 1667 dan,
begon liet eerst op den 16en Maart te
vriezen. De Vorst ging vergezeld van
een Noord-Oostenwind, welke de- thermo
meter dusdanig deed dalen, dat in één dag
het iJ buiten Amsterdam geheel was
dichtgevroren. Op den lSen Maart 1667
schri0lt Comnvelin „liep men over het ijs
en quam van Nieuwen- en Durkerdam,
want heel de Zuyderzee was dichtge
vroren, waardoor vele zoio inkomende1 als
uytgaande scheepen, op: een zioo onver
wachte Vorst niet verdacht weesende, in
Zee: bevroren raakte, zoodat de mensehen
van 70 jaeren zeyden, zulks noyt gezien
te hebben, wamt. men liep den 25en dito
noch ever het Ij". Even plotseling als de
vorst gekoimen was, viel ook' de dooi weer
in, want gingen o-p den morgein van deu
26en Maart nog drie jonge mannen over
het ijs naar Waterland, den avond van
dcnzellden dag zeilden de schepen reeds
voor de stad! Het' fort Pampus raakte
echter eerst vele dagen later van het ijs
bevrijd. Op sommige plaatsen liepen in be
gin April van genoemd jaar „noch men-
sehon voor Uytdaan of' Schee,pelsdoekhaven
o,p de Zee, men voegde daar en bij, dat
een Vrouw op het ijs zat en spon". Het
jaar 1667 kon dus bogen op een winterscb
voorjaar, doch het werd nog overtroffen
door liet jaar 1674, waarvan de geschied
schrijver ons als volgt verhaalt,: „Den
len Februari begon heb .te vriezen; eerst
viel er nog veel hagel en sneeuw, en daar
na „vroos het. z'óó hart, dat de Zuyderzee
toe geraakte eu men met Paarden, Sleeden
en Wagens daarover uyt Vriesland qu|am.
Den 24en Maart quam men nog met Paar
den en Sleeden uyt Noordholland; ook
uyt Vriesland op dienselven dag, tot- Eink-
huyac-nt oe. De Noordztee was zooverre
toegevroren, dat m'en van de hoogste
Duynen geen water kon bekennen. Dén
24en .Maart, daags vóór Piaaschen, was
daar een groot onwe'er van Donder en
Bliksem, zoodat in twee dagen de Paarden
van het hJs raakten. Het sneeuwde daar
bij machtig". Het voorjaar van 1674
schijnt aan z'eer eigenaardige temperatuur
wisseling onderhevig te zijn geweest, want
reed er op 4 April nog e/en man op schaat
sen op de Haarlemmermeer, op den 7en
April, dus slechts1 drie dagen later, was
de temperatuur dermate gestegen, dat de
jongens in de Haarlemmer Trekvaart aan
het zwemmen waren. Ben strenge vprst
na voorafgaand z'aoht najaarsweer beleef
de men bij' den aanvang van 1740. Het
begon zóó hard te vriezen, dat op Zon
dag 10 Januari de. kerken leeg bleven, en
dat op Maandag 11 Jlanuari men te Am
sterdam een botermarkt had z'ondeir boeren
en een Beurs zonder1 kooplieden. Men
zag bijna geen mensch op1 straat, zoo
scherp sneed de wind en de ijselijk'ste
dingen werden voorspeld. Nu en dan
werd het wat zachter, maar dan weer
nam de koude in alle felheid toe en dit
duurde tot in de eerste helft van Maart.
Vele menschen vroren dood. Het Gast
huis te, Amsterdam „is vervult geweest
vau doode lijken van dezulken, die door
koude en armoede zijn vergaan." Op
het Fransehpad vroren zelfq twee men
schen aan hun bed dood. Ein na het mid
den van Februari verhiel' de vorst zich
met nieuwe woede, z'oiodat het op den
23en. 24en en 25en dier maand weer bijlna,
zóó koud was als op dan 9en, lOen en
lle.n Januari. Niet alleen lag de ge
heele Zuiderzee dicht, zooidat zij met
wagens en sleden werd bereden, doch ook
alle zeegaten waren toegevroren. Een
vermaarde winter is ook de winter, van
1S901891 geweest, toen het ijs reeds
in November duimen dik lag. De laatste
jaren zijn wij echter van het winterweer
verstoken gebleven. De laatste bijzon
dere strenge winters, welke Wijl ons alle
maal zullen herinneren, zijn geweest in
den aanvang van 1917 en 1929. Om
streeks half' Januari 1917 begon de ther
mometer te zakken en bleef maar dalen
lot half Februari. Gedurende drie weken
vrÓL r het tusschen 18 en 19 graden. Voor
de soldaten werden toen schaatswedstrij
den uitgeschreven en men maakte van
de gelegenheid gebruik om ook' militaire
oefeningen op de schaats in strategisch
verband te doen. De groote rivieren vloer
den zwaar dr.ij.Pijs mede, dat de scheep
vaart zelfs in het Holl. Diep en op de
Wesier-Sehelde aanzienlijk belemmerde.
De Zuiderzee- en Waddeneilanden waren
totaal geïsoleerd, en slechte met de groot-
ïst-e moeite gelukte het de bewoners van
levensmiddelen te voorzien. Ook de eieTste
maanden van 1929 kenmerkten zieh door
een hevige koude en volop' liaeft mien toen
van het ijsvermaak kunnen genieten.
Die bestrafte pessimist.
Toen Franz Liszt gedurende zijn ver
blijf te Parijs eens op een drukk'e boule
vard wandelde, sprak hem een straatveger
aan, die hem om een aalmoes vroeg;
„Gaarne, mijn beste man", zei Liszt
vriendelijk, „maar dat is nu .lastig: ik
heb namelijk slechts een biljet van vijftig
franc bij mij."
„Nu, dat zou gauw te verhelpen z'ijn,"
sprak de straatveger, „ik' ga het namelijk
eenvoudig in de buurt even wisselen. Wilt
u, alstublieft, zoo goed zijn een «ogenblik
op mijn bezem te passen.?,"
In galop verdween de man met het
bankbiljet en Liszt bleef met den bezem
in de hand rustig op den boulevard staan.
Toen kwam er een bekende van hem a,an.
Blijven slaan, kijken en in een Yroolijik
gelach uitbarsten waren één.
„Watkoekoek, meester, in welk een
postuur moet ik n daar zien staan?, Eu
waar hebt u dat zonderlinge instrument
gevonden
Liszt legde hem de zaak uit; de straat
veger zou nu wel' gauw tenuigkomen.
„Hoe naïef1," lachte de bekende. „Dan
kunt u. wachten tot u zwart 'wordt van
uw vijftig francs ziet u nooit zooveel! als
een centiem terug."
Maar daar kwa,m met. vlugge schreden
de straatveger aangeloopen. Met een
trotseh lachje telde hij het geld in 's mees
ters hand.
„Prachtig, vriendje!" zei 'Liszt. „Het
verheugt mij, dat ik me niet in je vergist
heb. Hier lieib je je bezem terug en
25 franc erbij'. Deze lieer hier, die het ge
waagd heeft aan de eerlijkheid van een
straatveger te twijfelen, zal je eveneens
25 franc schenken!"
De bekende gehoorzaamde met den mond
vol' ianden en maakte jaarna' stelletjes,
dat hij wegkwam.
Straatverlichting lie Parijs.
In 1524 schreef' het parlement te Parijs
voer, dat een ieder van negen u!ur des
avonds af eeai brandende lantaarn vc»or
z'ijn deur moest zetten. Pais; in 166,7 kwam
een hoofdman van de politie op het 'denk
beeld de stad met vaste lantaarns te ver
lichten. Aanvankelijk werden z'a tuisachen
de huizen gehangen. Wie zoo'n lantaarn
Drak, kon tot de galeien veroordeeld wor
den. Lodewijk XIV liet ter herdenking
van die verlichting in 1666 e/en medaille
slaan, en in 1673 schreef mevrouw de Sé-
vigné daaromtrent aan ha,ar dochter„wij
kwamen na middernacht heelemaal van
den Faubourg St. Germain vroiolijk terug
door de gun'st van de lantaarns en d®
veiligheid ten aanzien v;an de roavfeps."
Die verlichting had in den beginne al
leen plaats v.an 1 November 'tot eind Fe
bruari. Later werd die periode gestadig
uitgebreid, maar het duiurde nog lang
tot z'e ook de nachten van volle maan
omvatte. In 1745 werden de «uderwefische
lantaarns door zulke met lichtscherm {ré-
verbère) vervaugen en in 1818 is de
verlichting do,or gas pas aangenomen.
Politieke physiognomic.
In de Ulk vonden wij' de volgende
aardigheid die op zich zelf te kostelijlkl is
om haar niet te vermelden:
Een mijnheer, die niets van de politiek
weet en wil weten, leert e/en jongmiensch
kennen die een pak' draagt, da.t eigenlijk
meer op, een uniform lijkt: „Ik vermoed",
zegt de heer, „dat u tot een bepaalde po
litieke partij behoort. Bent u commu
nist?," i I
„Om 's hemels wil," antwoordt het
jongmenscli. „Nationaal socialist, natuur
lijk."
„Nou ja," knikt de heer die niets van
politiek afweet, „is dit dan zóó'n groot
onderscheid
„Maar waarde heer," zegt de jonge man
ïetwas kregel, „als u geen idee van onze
partij-uniform heeft, dan ha,d ,ui het on
derscheid toch bijl den eersten blik op an
dere wijze kunnen vaststellen. Eien na
tionaal socialist heeft een intelligenten,
open en karakteristieken kop. Een com
munist daarentegen ziet er listig, veriao
pen en gemeen .uit."
„Bedankt voor de inlichting," ant
woordt de heer*, „permitteert ,u nog één
vraag hoe lang is het geleden sinds u
de communistische partij' verlaten hebt?,"
De Katli. Encyclopedie.
Van boekhandel De Kok' te Bergen op
Zoom ontvingen wij' het tweede uitgebrei
de prospectus tevens proeve van be
werking der katholieke Nederlandsche
encyclopedie, welke bij1 „Joost v. d. Von
del' te Amsterdam zal varschiijhen in 24
deelen. I
Dit prospectus blfijkt door zijne rïjlke
bëwerking wel in staat een juisten indruk
te geven van da moauniUentale uitgave in
voorbereiding.
Behalve een geheele. reek's onderteek en-
da artikelen bevat dit prospectus eén keur
Van illustraties in en buita ndan tekóty
kaarten en portretten van de meeste mede
werkers. f
Die volledige naamlijst van de samen
stellers der encyclopedie versterkt do in
de opgenomen artikelen reeds ge/wskte
verwachting dat gedegenheid de grondslag
Zal zïjin van dit stuk cultjureelen arbeid bij
uitstek.
Laten Wij' 'hopen dat het eerste deel van
de katb. encyclopedie Spoedig zal ver
schijnen; er wórdt op gewacht!
Een paard en een ezel twistten met
elkaar wie hunner he/t oniontheerlijlkst
was. Het paard wees op zij®, «del rais en
gaf den ezel te yerstaan, dait de geheele
wereld hem verachtte.
„Dat kan wel 'zijn," antwoordde de
ezel, „in een paar jaar zullen alle paar
den door de auto's overbodig .geworden
zij®. Maar qzels zullen cr toch nltój'd
wezen!" j j
Politieman, tot een besohonkene, in het
liollc van den nacht: „Jlq kunt iz'eiker het
sleutelgat niet vinden hé Geef! mijje
ring met sleutels maar even."
Beschonkene: „Graag, vriendje, hoe jij'
dan het huis even vaist."
„Bemiu je me werkelijk', MozJes.?."
„Zeker, mij® lieve Rebecca!"
„Zou je vopr me .door yuiur, e,n water
gaan?," 1 i
„Ben ik dan een brandweerman?;"
„Zeg, ik lees tegenwoordig -zooveel over
sociologie. Wat is dat eiiganlijk'
„Dat is de kunst om dingen die ieder
een weet en die niemand interassieieiieln,
zoodanig uit te drulkk'en, dat .niemand ze
uegript en iedereen -ze voor een weten
schap houdt."
Schmeling .gaat wandelen en komt een
kennis tegen.
„Nu, Max, hoe' gaat het,?."
„Merci, ik sla mij er wel doorheen."
„Dokter Z. heelt zich met zijn pattente,
juffrouw N. N. verloofd!"
„Ja,.... die heeft tenminste nog hart voor
zijn natienten."
„Hou jij me saros voor 'n domkop'?,"
„Nee, heelemaal niet; maarvergis-1
Sen is menschelijk."
A.„Je houdt van de vrouwen en toch
houw je niet-."
B.„Moet dan iedereen die van bloemen
:houdt maar direct tuinman worden?."
Rechter: „Hoe kwam U er toe in den
antiquiteitenwinkel juist, den bronzen luch
ter te stelen?."
Verdachte: „Wat zou u dan genomen
heDben, edelachtbare heeii?,"