ZATERDAG 4 FEBRUARI 1933 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT f IN HET KRAAIENNEST ALLERLEI ij BOEK EN BLAD I GEKKE GESPREKKEN 1 Om 'n advex©ntie'. In een van onze gnoptste zogenaamde neutrale bladen, stand dezer dagen de volgende luigluibere advertentie: „Ouders die gaan scheiden, willen afstand doen van een lief klein .meisje, 15 maanden, met wagen en stoel er bij". Tegen deze annonce (lie van 't bederf van 't hedenda.a.gsche leven moer openlegt dan een artikel v.ol onthullingen, is een storm van verontwaardiging opgegaan in een deel onzer pers. Met felle woorden werden de ontaarde, ja gedegenereerde ouders gebrandmerkt, die hum eigen kind als 'n hoopje vuil uit hun bestaan willen wegvegen en do onbeschoftheid hebben de aanbieding van izoo'n stakkertje lak - herder te maken, door or 'n wagen en stoel bij te geven. Zooicts van koffie en thee met ca- deaux! Ja, de journalisten, die in heiligen hoorn uitschoten telgen hot moderne [uitvaagsel, dat zijn kinderen wel op1 een slavenmarkt zou willen verkwanselen om losbandig verder te leven, hebben schoon gelijk. Hun scherpe taal kan niet vlijmend genoeg zijn tegen zulke wezens, zonder mensclie- lijk gevoel. dammer dat zj in hun haast Jiet neu trale blad Vergaten, dat die ellendige .ad vertentie .opnam. plgens de wet is de heler .even erg als de steler. Welnu, maakt een courant, dio voor zooveel .cent per regel dergelijke schandaligheid opneemt, z'ieh dan niet schuldig aan heling?. Het is werkelijk 'geen toevallig samen treffen tusschen dat „neiuitrale." blad en dat liefelijk .ouderpaar 1 Eicn katholiek of christelijk opgaan zial lui van zulk verdacht kaliber niet onder zjn lezers hebben -en mocht, men daar zoo'n advertentie ontvangen: ze, ging ge wis naar stellers terug, waarschijnlijk ver gezeld van een hartig protest- Bij! het „neutrale" blad is alles echter welkom. Het voedt Zijn abonne's trou wens in Zoo'n richting op, doior de geeste lijke leiding te veronachtzamen en al-s eienigen maatstaf te aanvaarden de vraag: word ik er beter/van?, Voortvretend moreel bederf', deert hen niet. De „gouddelverij" is nummer één. En dan zijn cr nog van zulke halzen, die hardnekkig volhouden, dat het lezen van een „neutraal" blad de onschuldigste zaak ter wereld is! UlTKIJjK. dier vele toevallen, die in de geschiedenis dar spionnage een zoo gr no to rpi spelen, waren z!iji igeheel de- Eransjche geheime organisatie op het spoor gekomen en tal rijke, in het bezette gebied werkzame agenten waren ter dood veroordeeld. D;e Eransche Generale Stal gevoelde do moeilijkheden van den toestandmen kreeg en k.on geen inlichtingen over de bewegingen van den vijand meer verwach ten; alle pogingen werden in het werk gesteld iOin den geheimien dienst opnieuw te doen l'unctionnoeren. W.a.t kon men beter verlangen dan dat een der eigen, Eransche agenten zich het vertrouwen der Duitsjchers zou verwierven. Diaartoe moest onze man den Duitschen) prins doen ontsnappen, dezen naar S,an Sebastia,an brengen,, en hopen zich zoodanig Zijln vertrouwen te verwerven, dat hij mede naar D|uits;chland zou .worden genomen. D[aar eenmaal aangekomen, zöu MjT ver der zien. Voor onzen man was; Uie ojpf- lossing een tegenvaller,, want hij! had gehoopt,, dat zijln moeilijk werk; van vein zen nu ten einde was-; Wijf wilde vrouw en kinderen te Parïjlq gaan oanhelê'en. jD|aarvan kon nu geen sprake zlijjn; meer 'dan ooit voorzichtigheid geboden. El'iji begaf zich opj weg'. Die gevangenis;, Kv'aarin de prinq was opgesloten, was hem hekend, en het viel hem dus; niet mjoeif- llijlk tot dez'en door te dringen. Met olplzejj waren alle maatregelen vermeden, teneinde hem door medewerking van Eransphe zijl- de de uitvoering van zijin taak te ver gemakkelijken; „lekken" deden zich overal voor, en als een dergelijk lek ook hier aanwezig was:, zou er van zlijlu missie niets komen. Maai' de agent was; e,ein slimlm'e vos; hlij! ontvluchtte met den Prins, en hij telegrafeerde ,aan zijfii zoogenaamde last hebbers te San Sebastiaan: „lading ver- Zonden. wacht op nieuwe levering". Met stapje voor stapje bereikten z'ijT de grens: dagen duurde 'het, voordat z'iji vejlg Spaans,ch grondgebied hadden bereikt. D.e erkentelijiklieid va,n den prins; was groot jegens de spionna,ga-centrale te S,an Se hastiaan groot ook jegens zlijfn bevrijder. Toen hïjl vernam, dal bevelen van den Keii- >ei waren ingekomen, dat hij| onmiddellijk naar Duitschland moest jterugkeeren, went «chte Wijl zijn bevrijder met zich 'te nemen. Generaal von Schuifel maakte geen tegeni- weipingen; een oogenblik iiog scheen de uitwerking van het denkbeeld onzeker, toen na enkele dagen wachtens) op het a,a af gewezen punt der kus,t de sloep verf 'scheen, die den commandant van de aaii- gowezen duikboot naar do kust bracht. Met nadruk verklaarde daz'e aan den prins) dat er slechts plaats w'as voor hem, en dat z'ij'n bevrijder niet 'kon worden mede genomen, waarop de prins,, .driftig' go- worden, gebood te doen zqoals h'ijl zeide. 1 Zelfs toen was de officier nog slechts bereid nadat men heml een geschreven be vel had overhandigd. Zoo kwam de bewuste Eransche agent .na een reis,, die van gevaren niet ontbloot was, omdat m'en meer dan eens torpedo jagers ontmoette, in Duitschland aan. Hij heeft daar zijln tijd niet in ledighenyd doorgebrachtniet slechts oogen en opren ■de koqt gegeven, maar zich Weten in te dringen daar, waar voor iederen Vreem deling de toegang onmogelijk vv'as. De dienst van de contra-spionnage bl'eef niet werkeloos'; meer dan eens spande men hem strikken; waarin hij niet viel. Meer dan eens werden hem zoo gezeg'de docu menten aangeboden, die Mj| niet groote verontwaardiging van de hand wees, om dat h'iji getrouw wilde blijven aan den prins, dien h'iji immers gered had. Het sch'ijint, dat hij in de omgeving van Rlijssel zijn doorluchtigen mees,ter heeft verla ten en naar Frankrijk is teruggekeerd, vermoedelijk miet een sphat yan gegevens grooter dan eenig ander had kunnen brengen. Wie de bewuste Duitsche pirins ge weest moet zlij'n (Robert, Boucard, die toont over inlichtingen van bijTz'onderan aard te beschikken, waagt slechts ver onderstellingen. H'ijl Wijst op den zelf moord, dien prins Joachim, de jongste zoon van den (Keizer, kort na den eorjog heeft bestaan. Hij! acht het niet on mogelijk, dat deze Dpi dei hoogte is; ga- komen van de werkelijke persoonlijkheden van zijm zoogenaamden redder en in zijn wanhoop over wat zijne onvoorzichtig heid aan het vaderland heeft gekost, zijin leven daarvoor heeft gegeven. Die veu f onderstelling schijnt wat gezocht, maar waarom behoeft men e:en zoon van den keizer te zijln, dien de Framsplie agent, inmiddels overleden, heeft doen ontvluch ten.?. D;e tal van Duitsche vorstenhuizen hadden zóóvele prinsen van vooraanstaan den rang, dat wellicht onder een hun ner de betreffende figuur schuilt. En ei' waren genoeg printen van xegeerend-e; vor stenhuizen, wier bevrijding den Keizer evenveel waard was[ 'óf 'althans moest z'ijto als van een zijner eigen zoons!/ Waaruit wiel duidelijk kan worden vast gesteld, dat, al mag m'en den mloed van een Duitschen prins om z'ioh.' in dein aetie- vcn spionnagedienst 'te wagen, bewonde ren, deze moed voor de leidende krachten van het leger groote moeilijkheden mót zich bracht. Hoe Brummel overwon. Mijfnheer Joachim Brummel iwajSj oen stakker, een stumperd, een nul. Een eigen wil bez'at bij al iang niet meier, omdat; h'iji dezen aan z'ijn vrouwi had moeten af staan. Hij was een rasseehtei pjantjoffcl-1 held, die zij/h vrijen Zaterdagmiddag vulde met boodschappen vqor zijn vrouw te doen en 's/ avonds om tienTiur' nog mót hetj troetel-hondje een „sjliraiatje om" mjoes^ maken. Ook op het kantoor van de firma Brami- spn Bpamson, waar Wijf sinds twintig jaren van 's[ morgens negein tot 's avonds tees uur geestdoodenden arbeid verrichtte, werd h'iji nauwelijks] geteld. En toch 'leefde er nog iets) in hem', dat naai' verzet tegen z'ijn gapenden taef stand Zweemde; verzet, hoofdzakelijk uit z'ij'n fantasje voortsproot. Want, fantasie bezlat, hij, al {w'a,s het dan ook niet veel. i Als hïjl zoo 's avonds naar huis Wandel de, stelde h'ijf zich voor, w'at hij wel zou doen als) hïjl rijk én onafhankelijk Was. Hoe h'iji tegen den ouden Branrspn zegj- gen zou, dat Wijl "hem een kalen opschep per vond, die „mooi weer" speelde van een ander z'n oenten. Ein hoe hiji .de fami lie van Zijn vrouw zou aanraden, vo,o(r hun eigen kioatje te Zorgen. Diaze ge achte „instelling" meende nanfeffijik, dat> de 'Brummcls geen stuk eten 's middags door hun keel konden krijgen zonder dat er een of ander hongerig lid der familie aan tafel vertegenwoordigd was. iSiomsi mkakte Joachim onder' het liuis- ivvaart's keeren het vaste voornemen, thuis gekomen eens1 den boel radicaal te ver anderen, maar had h'ijf dan de deur ge opend, dan verdreef de schelle stem van z'ij'n vrouw uit de keuken al zijn inoe.- 'dige voornemens; niet„doe de deur direct dicht, want je tocht hier het raam uit," of „ga oogenblikkel'ijk terug en veeg je voeten nog eens." Het gebeurde op een kouden winter avond. Die klok wees! tien minuten over zes en dientengevolge bevond Joachim zich op dat moment, halverwegel het kan toor en z'ijin huis', huiverend in zijn dun regenjasje -etnde handen diep in z'ijlu zakken. Een prachtige auto iqchoof hem langs den trottoirband geruischloos voorbij een paar meter voor hem', b'ij1 bet gebouw van de „Nationale Bank", stond de auto plotseling stil' en een heer in een donker blauwe winterjas stapte cr uit en wilde juist 't gebouw .binnengaan als z'ijn oog op Joachim viel, die hein' nu dicht genaderd was. Bij wijze van gros nam de heer van den auto zijn bolhoed af en verdween door de draaideur. D.e eerste «ogenblikken stond Joachim als versteend. Kon het waar Zijn? Had die deftigo mijnheer in hein] een meerdere gezien? Natuurlijk vas het een vergissing! ge weest, maar toeli Joachim lieip' verder in opgewonden stemming. Allerlei gedachten speelden door z'ijin hoofd. Hij had eenS gelezen hoe het gebruik van het groeten door het hoied afnemen ontstaan was: Die lljlfledgeneii moes/ton hun hoofddeksel oplichten om hun meerderen hun kaal geschoren sche del te toonen. Mijnbeer Brumimlel conclu deerde, dat, Zo.o de deftige mijnheer al niet zijn lijfeigene was; geweest', Wij Zich toeli de mindere van he'ml "had getoonjd door in dit koude weer Z'ijn hoofd la ,ont- ontblooten. Onwillekeurig zette Joachim z'ijin borst vooruit en daar dit. hem een machtig ge- voel gaf, liep h'iji nog een Straatje om, voor hij; naar huisj ging. En bij: iederen stap, dien Brumm'el deed, keerde Zijn eigenwaarde meer en m'eer te rug. H'ijf zou er nu eens; een eind aan' ma ken. Wat. drommel nog toe, h'ijl" Was1 toch het hoofd van het gezin, en hïjl zou voort aan z'ijn gezag laten gelden. In deze overmoedige sjtemming stapte hij een café binnen e.n besjtclde een glas bier. Met verrukking bekeek hij eenig'em tijd het bruinende vocht, dat hij al sinds jaren had moeten ontberen en. liet "het tensjlobto vol stom genot naai' binnen klókken. i Hiji was een ander mensclr geworden, li'ij! was ontwaakt uif een jarenlangen sla- penden toestand, die, daar zou h'ijT voor zorgen, nimmer rn'eeir terpg'zbu keeren. En na dit besluit genomen te hebben, stapte bij'- op, befaalde zijn vertering en spoedde, z'iehhuiswaarts. „Wa.ar kom jïji vandaan?." zbo ontving mevrouw Brumto'el hem, o:p' iedere letter greep een extra klemtoon leggend. „Ach, lieve....,'1' en b'ij'na was; Joachim weer onderdanig géworden, maai' dan plot seling' barstte bij] los: „dat. weet ik zélf het beste, beigreipien Het effect wlaisj ontz'eljtend. Zijii eclit- genoole spalkte haar «ogen Zop wij'd open, dat Joachim een oogenblik vrteiesjde, dat «e uit hun kasjsen zpudein rollennog «ven duurde het voor zïji èeu wóoird kon uitbrengen en toen wis|t Zij; nogTniets bef Iers te doen dan mei] een luiden gil flauw Lu vallen. Op dit rumoer kW am haar moeder, die juist dien dag even was komien aanloo- ]pen ,en nu een „^tukje" Zou mee eten, toegesneld en nadat zïjP'eenigen tijd 'de situatie had overzien, siste zfe tolt Joachim: „haal een glas; water, vrouwienmoordeë naar.t"' „Doe liet zelf," antwoordde hij', in 't geheel niet getroffen door den t/oostand, waarin Zijn' wederhelft verkeerde, daar h'y reeds gemerkt had, dat ze door "haar oogleden naar hem1 keek'. Met het air van een diplomaat, die juist een ieder overdonderemden volzin heeft gelanceerd, sjtaipjte bij! de kamejr 'binnen, greep; da krant en poogde de 'be richten npi hun kopi te lozen. Nadat hij! zoo een half uur gezeten had, steeds maar b'ij' zichzelf1 woorden mtample- lend, die h'ij' sjtraks ziou zeggen en er nie mand hem' ziijïi' eten kwani' brengen, wan delde h'ij] naar de keuken en riep: dooir de op een kier sjtaande deur: .„hm... ohkr'ijlg ik nog' leta te .eten.''' Het fluister-gesprek, dat binnen g'e- voerd werd, hield oogenblikkel'ijk.'op, do deur vloog open en ziedende van ingehou den toorn sjtond schoonmama vjqor hem, „J^achim, ga je ontnuchteren.'"1 Een boosaardige grijnslach op: het ge laat van Brummel wasj het eenig wa:ar- neembare r«S|ultaat van ha/air goed g'emeen- den raad. Dian trad li'ij] 'óp: haar toe, ^tak' dein wijsvinger van z'ijn rechtea-hand in de hoogte en haar diep in de «ogen kijkend fluisterde bij': „Pas op... pas' op! Met een angstigen gil schoot, m-^ma de keuken in, doch Joachim achtervolgde haar, steeds den vinger in de hoogte hou dend, totdat bij' haar weer in de gang' had en steeds maar fluisterend: „pas op, pas Op." Nu wachtte hem nog een moeiJJijlke taak. H'ij' moest zijn vrouw aan het ver stand brengen, dat h'ij] '^voortaan de baas in huis zou Zijln. Het [geheele gesprek weergeven, dat door hen gevoerd werd, is niet mogelijk', daar dit te veel plaaigrumte in beslag zou nemen. Het is, echter voldoende mede te dee- len, dat Joachim ontvangen werd met,, „dronkaard, bruut, ik ga naar m'ijn mbeder toe. 'Ofschoon Zij', ha dit gezegd te heb ben, zich in een stoel' liet vallen om zich, volgens haarzelf „dood te huil'en," scheen Zij daar toch vooralsnog geen haast mede te willen maken. Nu kwam Joachim echter aan de beurt en nadat h'ij' 'anderhalf uur la,ng onver moeid had geredeneerd, af en toe eenigs- zins heftig wordend, doch over het alge meen kalm' en rustig argumenteeïend, slo ten z'ij tezamen een vredc.SjVerbond en be sloten dezen gedenkwaardigen avond met in „8iuis.se" te gaan soupeeren, daar af do gerechten van dien middag koud of aangebrand bleken te Zijin. Brumm'el's veranderde levenstoestand werd op z'ij'n kantoor natuurlijk' ook di rect bemerkt. Zeec veel hatelijkheden kreeg h'ij' te inca^seeren. Maar nadat hij negen maal in één week1 iemand had aan geraden „op te pasjsen" en driemaal ver zocht had mee naar buiten te gaan otn liet als mannen „uit te vechten", sloe gen de meeningen in zlij'n voordeel om'. Lang'zaam, maar zeker, heeft Brum'mel ieders achting voor zich gewonnen. B'ij een twist tusschen de twee com pagnons Bramsou werd de oudste ge dwongen zich terug' te trekken. Tegen den dof-rooden gével van het. huis der firma, prijkt tegenwoordig 'een lang wit bord, waarop', met groote zWarte blok- letters het resultaat van Joachim's ont waken sjaat opgeteekend: Bramson Brummel, „N.-H. Di." Strenge winters. Nu wij net weer een paar geduchte win- tersche dagen achter ons hebben is [iet wel interessant eens na te gaan wat- de historie over koude tijdperken leert. ,Wo hebben .ons daar niet heel lang in te verdiepen om de conclusie te trekken dat het. menschdom tegenwoordig: eigenlijk niet meer weet wat strenge winters zijn. Biervan kunnen onze vooroude,rs mee praten! Zoo verhaalt de geschiedschrijver Castparus Commelin van den winter uit liet jaar 1667, welke inderdaad op het li„stje van „de strenge heerschers" e;en eereplaats verdient.. In het jaar 1667 dan, begon liet eerst op den 16en Maart te vriezen. De Vorst ging vergezeld van een Noord-Oostenwind, welke de- thermo meter dusdanig deed dalen, dat in één dag het iJ buiten Amsterdam geheel was dichtgevroren. Op den lSen Maart 1667 schri0lt Comnvelin „liep men over het ijs en quam van Nieuwen- en Durkerdam, want heel de Zuyderzee was dichtge vroren, waardoor vele zoio inkomende1 als uytgaande scheepen, op: een zioo onver wachte Vorst niet verdacht weesende, in Zee: bevroren raakte, zoodat de mensehen van 70 jaeren zeyden, zulks noyt gezien te hebben, wamt. men liep den 25en dito noch ever het Ij". Even plotseling als de vorst gekoimen was, viel ook' de dooi weer in, want gingen o-p den morgein van deu 26en Maart nog drie jonge mannen over het ijs naar Waterland, den avond van dcnzellden dag zeilden de schepen reeds voor de stad! Het' fort Pampus raakte echter eerst vele dagen later van het ijs bevrijd. Op sommige plaatsen liepen in be gin April van genoemd jaar „noch men- sehon voor Uytdaan of' Schee,pelsdoekhaven o,p de Zee, men voegde daar en bij, dat een Vrouw op het ijs zat en spon". Het jaar 1667 kon dus bogen op een winterscb voorjaar, doch het werd nog overtroffen door liet jaar 1674, waarvan de geschied schrijver ons als volgt verhaalt,: „Den len Februari begon heb .te vriezen; eerst viel er nog veel hagel en sneeuw, en daar na „vroos het. z'óó hart, dat de Zuyderzee toe geraakte eu men met Paarden, Sleeden en Wagens daarover uyt Vriesland qu|am. Den 24en Maart quam men nog met Paar den en Sleeden uyt Noordholland; ook uyt Vriesland op dienselven dag, tot- Eink- huyac-nt oe. De Noordztee was zooverre toegevroren, dat m'en van de hoogste Duynen geen water kon bekennen. Dén 24en .Maart, daags vóór Piaaschen, was daar een groot onwe'er van Donder en Bliksem, zoodat in twee dagen de Paarden van het hJs raakten. Het sneeuwde daar bij machtig". Het voorjaar van 1674 schijnt aan z'eer eigenaardige temperatuur wisseling onderhevig te zijn geweest, want reed er op 4 April nog e/en man op schaat sen op de Haarlemmermeer, op den 7en April, dus slechts1 drie dagen later, was de temperatuur dermate gestegen, dat de jongens in de Haarlemmer Trekvaart aan het zwemmen waren. Ben strenge vprst na voorafgaand z'aoht najaarsweer beleef de men bij' den aanvang van 1740. Het begon zóó hard te vriezen, dat op Zon dag 10 Januari de. kerken leeg bleven, en dat op Maandag 11 Jlanuari men te Am sterdam een botermarkt had z'ondeir boeren en een Beurs zonder1 kooplieden. Men zag bijna geen mensch op1 straat, zoo scherp sneed de wind en de ijselijk'ste dingen werden voorspeld. Nu en dan werd het wat zachter, maar dan weer nam de koude in alle felheid toe en dit duurde tot in de eerste helft van Maart. Vele menschen vroren dood. Het Gast huis te, Amsterdam „is vervult geweest vau doode lijken van dezulken, die door koude en armoede zijn vergaan." Op het Fransehpad vroren zelfq twee men schen aan hun bed dood. Ein na het mid den van Februari verhiel' de vorst zich met nieuwe woede, z'oiodat het op den 23en. 24en en 25en dier maand weer bijlna, zóó koud was als op dan 9en, lOen en lle.n Januari. Niet alleen lag de ge heele Zuiderzee dicht, zooidat zij met wagens en sleden werd bereden, doch ook alle zeegaten waren toegevroren. Een vermaarde winter is ook de winter, van 1S901891 geweest, toen het ijs reeds in November duimen dik lag. De laatste jaren zijn wij echter van het winterweer verstoken gebleven. De laatste bijzon dere strenge winters, welke Wijl ons alle maal zullen herinneren, zijn geweest in den aanvang van 1917 en 1929. Om streeks half' Januari 1917 begon de ther mometer te zakken en bleef maar dalen lot half Februari. Gedurende drie weken vrÓL r het tusschen 18 en 19 graden. Voor de soldaten werden toen schaatswedstrij den uitgeschreven en men maakte van de gelegenheid gebruik om ook' militaire oefeningen op de schaats in strategisch verband te doen. De groote rivieren vloer den zwaar dr.ij.Pijs mede, dat de scheep vaart zelfs in het Holl. Diep en op de Wesier-Sehelde aanzienlijk belemmerde. De Zuiderzee- en Waddeneilanden waren totaal geïsoleerd, en slechte met de groot- ïst-e moeite gelukte het de bewoners van levensmiddelen te voorzien. Ook de eieTste maanden van 1929 kenmerkten zieh door een hevige koude en volop' liaeft mien toen van het ijsvermaak kunnen genieten. Die bestrafte pessimist. Toen Franz Liszt gedurende zijn ver blijf te Parijs eens op een drukk'e boule vard wandelde, sprak hem een straatveger aan, die hem om een aalmoes vroeg; „Gaarne, mijn beste man", zei Liszt vriendelijk, „maar dat is nu .lastig: ik heb namelijk slechts een biljet van vijftig franc bij mij." „Nu, dat zou gauw te verhelpen z'ijn," sprak de straatveger, „ik' ga het namelijk eenvoudig in de buurt even wisselen. Wilt u, alstublieft, zoo goed zijn een «ogenblik op mijn bezem te passen.?," In galop verdween de man met het bankbiljet en Liszt bleef met den bezem in de hand rustig op den boulevard staan. Toen kwam er een bekende van hem a,an. Blijven slaan, kijken en in een Yroolijik gelach uitbarsten waren één. „Watkoekoek, meester, in welk een postuur moet ik n daar zien staan?, Eu waar hebt u dat zonderlinge instrument gevonden Liszt legde hem de zaak uit; de straat veger zou nu wel' gauw tenuigkomen. „Hoe naïef1," lachte de bekende. „Dan kunt u. wachten tot u zwart 'wordt van uw vijftig francs ziet u nooit zooveel! als een centiem terug." Maar daar kwa,m met. vlugge schreden de straatveger aangeloopen. Met een trotseh lachje telde hij het geld in 's mees ters hand. „Prachtig, vriendje!" zei 'Liszt. „Het verheugt mij, dat ik me niet in je vergist heb. Hier lieib je je bezem terug en 25 franc erbij'. Deze lieer hier, die het ge waagd heeft aan de eerlijkheid van een straatveger te twijfelen, zal je eveneens 25 franc schenken!" De bekende gehoorzaamde met den mond vol' ianden en maakte jaarna' stelletjes, dat hij wegkwam. Straatverlichting lie Parijs. In 1524 schreef' het parlement te Parijs voer, dat een ieder van negen u!ur des avonds af eeai brandende lantaarn vc»or z'ijn deur moest zetten. Pais; in 166,7 kwam een hoofdman van de politie op het 'denk beeld de stad met vaste lantaarns te ver lichten. Aanvankelijk werden z'a tuisachen de huizen gehangen. Wie zoo'n lantaarn Drak, kon tot de galeien veroordeeld wor den. Lodewijk XIV liet ter herdenking van die verlichting in 1666 e/en medaille slaan, en in 1673 schreef mevrouw de Sé- vigné daaromtrent aan ha,ar dochter„wij kwamen na middernacht heelemaal van den Faubourg St. Germain vroiolijk terug door de gun'st van de lantaarns en d® veiligheid ten aanzien v;an de roavfeps." Die verlichting had in den beginne al leen plaats v.an 1 November 'tot eind Fe bruari. Later werd die periode gestadig uitgebreid, maar het duiurde nog lang tot z'e ook de nachten van volle maan omvatte. In 1745 werden de «uderwefische lantaarns door zulke met lichtscherm {ré- verbère) vervaugen en in 1818 is de verlichting do,or gas pas aangenomen. Politieke physiognomic. In de Ulk vonden wij' de volgende aardigheid die op zich zelf te kostelijlkl is om haar niet te vermelden: Een mijnheer, die niets van de politiek weet en wil weten, leert e/en jongmiensch kennen die een pak' draagt, da.t eigenlijk meer op, een uniform lijkt: „Ik vermoed", zegt de heer, „dat u tot een bepaalde po litieke partij behoort. Bent u commu nist?," i I „Om 's hemels wil," antwoordt het jongmenscli. „Nationaal socialist, natuur lijk." „Nou ja," knikt de heer die niets van politiek afweet, „is dit dan zóó'n groot onderscheid „Maar waarde heer," zegt de jonge man ïetwas kregel, „als u geen idee van onze partij-uniform heeft, dan ha,d ,ui het on derscheid toch bijl den eersten blik op an dere wijze kunnen vaststellen. Eien na tionaal socialist heeft een intelligenten, open en karakteristieken kop. Een com munist daarentegen ziet er listig, veriao pen en gemeen .uit." „Bedankt voor de inlichting," ant woordt de heer*, „permitteert ,u nog één vraag hoe lang is het geleden sinds u de communistische partij' verlaten hebt?," De Katli. Encyclopedie. Van boekhandel De Kok' te Bergen op Zoom ontvingen wij' het tweede uitgebrei de prospectus tevens proeve van be werking der katholieke Nederlandsche encyclopedie, welke bij1 „Joost v. d. Von del' te Amsterdam zal varschiijhen in 24 deelen. I Dit prospectus blfijkt door zijne rïjlke bëwerking wel in staat een juisten indruk te geven van da moauniUentale uitgave in voorbereiding. Behalve een geheele. reek's onderteek en- da artikelen bevat dit prospectus eén keur Van illustraties in en buita ndan tekóty kaarten en portretten van de meeste mede werkers. f Die volledige naamlijst van de samen stellers der encyclopedie versterkt do in de opgenomen artikelen reeds ge/wskte verwachting dat gedegenheid de grondslag Zal zïjin van dit stuk cultjureelen arbeid bij uitstek. Laten Wij' 'hopen dat het eerste deel van de katb. encyclopedie Spoedig zal ver schijnen; er wórdt op gewacht! Een paard en een ezel twistten met elkaar wie hunner he/t oniontheerlijlkst was. Het paard wees op zij®, «del rais en gaf den ezel te yerstaan, dait de geheele wereld hem verachtte. „Dat kan wel 'zijn," antwoordde de ezel, „in een paar jaar zullen alle paar den door de auto's overbodig .geworden zij®. Maar qzels zullen cr toch nltój'd wezen!" j j Politieman, tot een besohonkene, in het liollc van den nacht: „Jlq kunt iz'eiker het sleutelgat niet vinden hé Geef! mijje ring met sleutels maar even." Beschonkene: „Graag, vriendje, hoe jij' dan het huis even vaist." „Bemiu je me werkelijk', MozJes.?." „Zeker, mij® lieve Rebecca!" „Zou je vopr me .door yuiur, e,n water gaan?," 1 i „Ben ik dan een brandweerman?;" „Zeg, ik lees tegenwoordig -zooveel over sociologie. Wat is dat eiiganlijk' „Dat is de kunst om dingen die ieder een weet en die niemand interassieieiieln, zoodanig uit te drulkk'en, dat .niemand ze uegript en iedereen -ze voor een weten schap houdt." Schmeling .gaat wandelen en komt een kennis tegen. „Nu, Max, hoe' gaat het,?." „Merci, ik sla mij er wel doorheen." „Dokter Z. heelt zich met zijn pattente, juffrouw N. N. verloofd!" „Ja,.... die heeft tenminste nog hart voor zijn natienten." „Hou jij me saros voor 'n domkop'?," „Nee, heelemaal niet; maarvergis-1 Sen is menschelijk." A.„Je houdt van de vrouwen en toch houw je niet-." B.„Moet dan iedereen die van bloemen :houdt maar direct tuinman worden?." Rechter: „Hoe kwam U er toe in den antiquiteitenwinkel juist, den bronzen luch ter te stelen?." Verdachte: „Wat zou u dan genomen heDben, edelachtbare heeii?,"

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1933 | | pagina 6