'ERKEN
'RANDEWIJN
Roosendaal
UITGEVOERD
Tweede Blad
keien kan ik koopen bi)
Ass.-Apotheker, Goes?"
ypotheekbank
feuilleton
fSCHE COURANT
TELEFOON
178
SR" (Nieuw Haamstede)
•Schouwen.
HGH. WEDSTRIJDEN
Juli 1932,
RANDEWIJN
Kerkstraat, GOES
9 te Goes,
ANTONIUS.
AN DEN BERG,
Liter
l, TEL.445, GOES
21.500.000,-
21.250.000,-
521.704,39
IEVEN
ZATERDAG 16 JULI 1932
NIEUWE ZEeUWSCHE COURANT
De profetieën over de
naaste toekomst
Twee Zusters.
ONTSPANNINGSLECTUUR
SI
1-
4_
eblad", of vraag inlich-
Kaat 42!
•s, georganiseerd
iwen-Ouiveland",
„Witte van Haamstede",
ïotel-paviliioen.
yerse soort planken
beFlesschenrijden
lit over heuvelterrein.
nen of stuifzand,
ing op het pavillioen.
;orclub „Sch.-D." f 0,50.
Jtilï bij den heer M. C.
Entree terrein 25 et.
hinderen 10 cent.
M., vertrek van Vlissingen
laar 17,35, verbinding met.
let sportfeest,
lamstede, Eere-Voorzitter.
|gh Bestuursleden V.V.V..
Haamstede-Burgh*
I N.V. „Nieuw Haamstede".
|:eteur „Schouwsche Boer",
er Motorclub „Schouwen-
lid Duiveland".
FLESCH f 1,90.
nair in Effecten.
RICHTING.
ide de markturen zitting la het
jmende Bank- an Eff ectnnzakns
BILLIJK. 16174-30
ter eere van „ST.
^ragen uit dankbaarheid
hoop van zegen eene
hog op te richten „ST.
grootste volkswijken van
jk, wordtin dank aanvaardt
~)STER"
Noord), Postgiro 142469
U RG.
(oers
f500,— en f 100
'IE:
iH;
25191-48
M. C. VAN DER MINNE.
door pastoor Th'. Kwakhnian.
li.: I. 1 i
Eir moet iets gebeurenZoo kan. Meit
niet blijven gaan. Men. Man biati zich! ge
makkelijk maken en deugelijike vragien niet
stellen. Wie echter ov.eir de toestanden
ernstig nadenkt, zal tot de conclusie,
moeten komen: er moet iets gebeuren,
waardoor er een oplossing komt. En
gauw! Hoelang aou de wier-eld zoo, als
nu nog kunnen doarloopen'? Nog een jaar.?,
Nog een h alf jaar Kunnen wij zóó nog
een winter doormaken? Het geld is cpge-
deeld! Elkeen voelt heit, dat wij, „Iets"
tegemoet gaan. De wereld is economised
vastgeloopen. Tengevolge via® eien oVetr-
vlaed vanproduoten is er geen wleirik miecr
en daarmede gebrek aan alles. E,n niets
wordt gedaan, om' bet te yerheLpen, door
dat men eenvoudig niett weet, wia.t' «r ge
daan zou moeten warden. Ook geen .uit
zicht heeft men nog, in w;afc richting
een oplossing Zou kunnen te. vinden zijn.
En als men een oplossing vond, dan is
het ieven nu zoo geoamipliceeird' gemaakt,
dat er met onderhandelen, vormen van
oommissies en sub-,commissies en daarna
weer onderhandelen, .jaren gemoeid Zouden
zijn. Hierop, kan die wereld niet wach
ten! Er moet wat gebeuren. Br is haast
bijWare de eoonomisóhe crisis een los
staand! verschijnsel, dan zou er misschien
nog wel iets op te vindien zijn. Maar in
ket leven at aait .geen «nkleL verschijnsel
los. Alles hangt samen. De wanorde in
le financiën en de productie komt uit
de moreele, oorzaken, voolnt, uit verkeer
da a'andelslwijlze vsa® manslPhen, en niet
van enkelen, maar van de massa. De
moreele crisis iis opi alle gebied' noig veel
grooter en veel droeviger dan dij eoonor
misohe. En wlie begint daar iets aan
Hiertegen zijn geen volkenbonden op te
richten. De wereld' beschikt wel over
een heel leger leieraans, maar db mciasten
maken de verwarring in de geesten nog
grooter, en aan Wen, die het bij' het rechte
eiinde hebben, stoort! men zich niet of zoo
goed als niet. Verbetering is niet moge
lijk, zoolang d'e a^gemeane mentaliteit on
dier heel hiet menschdioml niet veranderd
is. Naar zulk een algemcene wea-anderfhg
echter zijn wij nog niet op wag. Geen
stapWanneer zal dit kómen De moreele
crisis is in dien grond Wteer een gods
dienstige. De moraliteit komit uit- de her
ginselen, Welke men volgt. E® me.t le
vensbeginselen is altijd de godsdienst ger
moeid; men erkent God' o,fl erkent Bern
nietmen richt zijn leven in volgens
Zijn wil of niet volgens Z'ijm wil. Syste
matisch nu wordt heb volk' a.l eeuwenlang
van den godsdienst vervlreemd', wOndlen
zijn begrippien omtrent God' en wa.ar|hteid
vertroebeld en verValsoht. W|a,t bie,toekent
Godl nog in hat waarachtige, dagelijklscho
leven, Zelfs van da Christenen; hoe on-
telbaren laten zich totaal niet meer met
Hem in; de moderne mentaliteit brangit
zelfe mede, dat man rich tot zij'® vijtand
verklaart en H;em! bestrijdt! Zonder goede
orde in het godsdienstig leven geen mo
reele orde, gaen economische orde! Oplos
sing van de Wereldcrisis is dus niet mo
gelijk, zoolang hiet volk niet leert, zich
aan God te onderwierpen en naar Zijn Wet
te. leven. Wieiik'e mensóbeilijike macht zou
hiertoe in staat zijp, terwijl da wereld
overstroomd is en noj dagelijks over
stroomd wfardt mat verderÜ-txnangendie boe
ken en bladen en terwijl alles modelwerkt,
om het volk' tot een zinnelijk leven to Ver
leiden en h|et voor ernstige khvtegtóes on
toegankelijk te makten. Lapmiddelen hel
pen niet meer. Een grondige herziening
en vernieuwing v an tot lev|en is noodi'g.
En dit over hleel da wereld tegelijk. Man
mensehen is het niet ta varwiacblfen. Br
ls tn ook slechts Eén van Wien
uitkomst is ta verwachten. Van God! Er
moet iets gebeuren, iets van onbereken
bare® omgang. E,n de Almachtige alleen
is er toe in staat. Zal het gebeuren Zal
t>od ingrijpen J'al Xs dit louter vexmoier
den, vertrouwen van eenvóudige, gcloor
vige mensohen, die zich niet kunnen in
denken, dat God de wereld aan haar lot
Zou overlaten? Neen, God heeft liet ge
zegd Wij zouden ons hiervoor kunnen
beroepen op de oude profeten, op voor
spellingen van Ghlristus en van de Apos
telen; maar dit zullen wij' niet doen. Hpt
is moeilijk na te wijzen ,da>t die ptrofetiëne
doelen op de tijden, welke wij! thans bele
ven. Er zijn echter ook ontelbaar ,velo
voorspcellingen in den loop der eeuwen
gedaan, die wèl onze dagen gelden, wier
7
»Om nog eens terug te komen op w;at
Je zoo, pas va® Lennox zei, Celia," be
gon zq, terwijl hare yingens in gedachten
inut u l611 die zijl reeds in dein
in a»,d ®ef00,Pt- „Weet je wel, da,t ik
Hit bi' ,Yatt tojm ihaxt niet geloof,
dat Juj werkelijk van mij houdt?"
stond haar een «ogenblik? met
open mond aan te staren
„Neen, .Winifred," nep wi „i(
ga je te ver! Wat bij, is „Jf1 j
i,J i t ls< Beker melt een
lage huichelaar. Je kunt tooh niet den
ken, dat hij, uit eigen belang 0f om de
een of andere zelfzuchtige drijfveer maar
hiLï°?i r UDne? Je
uieia.'. Uat zou hem onmogelijk zijn
„Neen, neen, ik beschouw; hem heele-
niaal nie.t als een huichelaar," zei Wini-
red snel. „Je begrijipt me niet goed,
V verbeeldt zich, da,t hij! van mij
loudt, in alle oprechtheid. Dat ie altijd
teo voor hem klaar gemaakt. Niet, dat
hoi i)*1 zs» H vajQ P44 moest
aea, gant na,bu,uflijk zpo ieta zou
veu-vulling nu loopende is óf, spoedig zal
geschieden. Het zal dienstig zijn, dait ik
alvorens in bij,zöndeïhedeaa be tneden, er
eendge algemie,ene beschouwingen in hett
kort aan laat voorafgaan.
Vooreerst het volgendeP,art.iculiera
openbaringen hooren niet tot den. geloofs
inhoud. Wie die niet aanneemt, houdt
daarmede niet op Christen, Katholiek) t,a
zijn. Wèl zal een Christen, wil hij! zijn
geloof ongedeerd handhaven, moeten er
kennen, dat God wond er m kan dneai en
verborgen dingen kan openbare®even
eens dat er in het Oude en in bet Niieuwie
"Vierbond door God vele proïtetiën zijn ge
geven; ook dat, volgens de uitspraken van
de profeten en van Christus, wonderen en
profetieën in de Kerk zouden voofkomien-
Op de tweede plaatsIn het leven der
Kerk nemen wonderen en profetiën een
zeer aanzienlijke .plaats in'; zijl zijn er zóó
danig mede siajmengelweven, dat wie die
wonderbare feiten loochent, al het verband
en alle realiteit uit de geschiedenis der
Kefk weghaalt. ,Geem land is zonder won
deren bekeerdgeen Heiligte is oir in
de Kerkgeschiedenis zonder Wonderen, al
ia het dan na, ,zijn dood. Op' de dter|d!e
plaats: Gelijk landcra voorvallen dieniep
wij profetieën aan te nemen, als w'ijl pr
voldoende verstandelijke gronden voor
h'eib'ben. Gevoel of eentimentaliteiit heb
ben hierbij geen woord .mede. te spreken.
Er moeten böwijiz'en zijn. Maar als men
ook btewij'zen heeft, dat eien of andere
profetie niets anders dan eien Ware voor
spelling kan zijn, dan wordt |htet natuur
lijk een onredelijke dwaasheid, het toch
niiet te 'willen njépba Opl welke manier
k'an men nu daaromtrent Zekerheid krij
gen,? In sommige gevallen gepit |heit 'Ka
rakter van den persoon, die het aagt, ons
«enige moreele zekerheid. Als Wiji n.l. van
zorf iemand 'w'eten, dat ihiji dteoir G,od ver
licht, is in vele andiaro (Zakten tein als wij
hem niet in staat mogen achten, oin da
wereld met dwlaze verzinselen te mis
leiden. Het jgjmolte beiw'ijjs leohiteir voor de
echtheid van vooT«qWilliug!en bestaat hier
in, dat ziji uitkomen. Gewtaonlijk zal het
dus pas ®ai datum z'ij|u |us|t' tie makten.
Mem zal dan ook begrijpenmijn badoer
li'ng 'kan Ihlet niet zijjn, 'dja|t de lezers alle
aangehaalde profeliieëëin meit, huid eu ha,ar
zullen slakken. Vraagt men aaiji: staat ge
er voor in, dat het lallemaal inlichtingen
van God zijp, dlan iz mijln antiWoiord: voor
niets ander® sta, ik dm, dan voor hetgeen
de onfeilbare Kerk mij, lelert! Ik Iheb1 mijl
Zelf bij het lezen van Üfe 'ziaklen een
meenipg gevonmid; U kunt hiet ook doen.
In een geval nis dïit lijjklfc (hiet mij veiiKgleir,
naar het bosch, dan naar de hoornen te
tijken. Hot aantal iimipKineert. &tuk voor
stukl kunnen zij moeifijkihteden inhebhten.
Best mogielijk, dat man later, als de tïjld
van vervulling voorbij is of Voorbij moet
zijn, teel wat ar uit zal kunnen schrappen.
Dergelijik'e profetieën vormien een eige^iaair-
d'ig scort lititeratuur, met eigen karakter
en dikwijls eigen Btijll, en eigen gevaren
en bezwaren! Sommige uitspraken kunnen
geheel of ten diöele niet van goddelijk^n,
maar puur Tmeias^Jhelijlkieaj. oorspicong zijn;,
a'angaande alle onderdiedjein en bijzondea--
hieden krijgt men dus nooiit volkomie®
z-ekeriheiiid. Vervolg,eins schijnen do pro-
i'eten het ge,en hun wbirdt miedegedeielLd
meestal voor zich te zien gebeuren als
op een soort film. Daarbij kunnen z'ij,1 zelf
zioni vergissen in den zin, in de combi
natie, in die volgorde d«r letten, in den
tij|d, waarop zlj| zulle® geschiede® der
gelijke vergissingen zijn meermalen voor
gekomen; men ontmoet ze herhaaldelijk1.
Een verkeerde opvatting v'an Ihteit iwnan
genomene kan dan tot uiting, komen in de
'formuleerinig er van 'zelve of W|ei dn
lateire veikla.rinigten en duidingen. E® vale
door God verkiyhten hebben zelf hun
openbaringen niet OipgeSplhreven. Miaiie des
Terreaux kon niet lezen of e^Jirijvenda
H. Eastoor van Ars had er geen tijd voor 1
Dan wordt het gevaarlijkerVooral oude
Fïof'eten, b.v. die van de H.H. Meèhlo-
cliug en Caesarius, kknnen biji hiet over-
sChrijyen gedurende al die oauWfen geen
nauwkeuuigheid geleden hebben. Dan zijn
d'e pi-ofetiën over h!ct' algemeen niet Lang
van stof; mat enkele woorden staat «en
heel tijd'perk aangeduid. Korte opeenvol
gende zinnetjes geven ge'wteldigte gejbeui'"
teriissen aan, die eeuwen uit elkaar lig-
geu. En wat iu beeldten ie gezien, wordt
ook in dezelfde beeldspraak uitgedrukt-,
hietgeen voor een buitenstaander soms
moeilijk wordt. Uit den samenhang of uit
andere profetiëen is dan soms de bedoe
ling op te makten, maar niet altijd. Een
prachtig, maar moeilijk voorbeeld hiervan
is de profetie, afkomstig uit het kloos
ter van Prémol h'ij Grenoble. JSion is
blijkbaar de Kerk; de zonen van Siion de
geloovige®dte Koning van Sioa de Paus;
juist maken, dat ieder man met «enige
zelfstandigheid en vaste beginselen pre
cies den anderen kant uit ging. En Len
nox heeft zeer goed zijne beginselen en
hij) is ook ztelffcsandig! in zeker opzicht.
Maar 't ia hem stilzwijgend, beduid, dat
hij, van mij' hield, en op die manier is hij
het zelf gaan gelooven."
Celia keek geheel varslagen.
Hiermede viel een nieuwi licht op de
Zaak, maar een licht, dat in het eerst
ten minste de needs bestaande duisterheid
nog scheen t e vermeerderen.
„Als.... als je dat denkit," zei ze ein-
dd'jk, „verwondert 't mijl niet, dat je
altijd zoo. over hem qpreiek't, ik bedoel
over de gehpele zaak. Want niet, dat 't
mij onbegrijpelijk' is, dat je o,v,er hem
denkt, zooals je doet, da.t weet je. Ik zou
mij' niet kunnen voorstellen, dat ik zelf
op Lennox verliefd zou kunnen zijn,"
en zij, glimlachte even als 't ware om het
denkDeeld alleen. „Maar ik heb altijd
gedacht, dat het een' groot verschil moest
maken, als een meisje wist, dat een man
heel veel van haar hield."
_„0," zei Winifred, op haar besliste ma-
nier, „wat dat aangaat, geloof' ik juist
dat ik Lennox veel beter .zlou kunnen
uitstaan, als ik1 wist, dat hij! niets om mij
maar Wlat bad'uidt nu „de bei® Sjon,
Welke met geraas iuacnstorfi? Is dat hieit
Vatiloaan'.? Is hiet „Tnotsohe Tyrus",dat
op een vulcaa'n staat en iin dien afgrond
verdwijnt, Londen? Mten vermoedt tot.
,Van groot belang is ook, dat voorspellin
gten, welkte bedreigingen bevatten, altijd
voorwaardelijk' z'ijlii gegeven, ziji fhtebbieai
hleit Karakter van waarschuwingenluis
tert men er na.a,r, dan gebeurt, waar
mede gedreigd praa, niet Niniv'e of
in mindere 'mate, of later en korter. Zoo
Ihjeeft eeu vrome vrouw 'in tErankjCijik
van God de i verzekering gekregen, da,t
de groote rampen, waanoiver wij, Mg zul
len spreken, reeds in .1928 hadden moeten
beginnen, maar omwille van htet gebeid
en de deugd van sommigen |w!aren uitge
steld. Met vele mogelijkheden dienen Iwij
dus rekening te houden, en niet verwach
ten, dat alles tot in de uiterste puntjes
zal uitkomen,. Een opvallend voorbeeld
hiervan is wel de profetie van den mon
nik van Padua (die van vóór 1740 dag-
teekent). Hierin worden alle Pausen van
Biened'ijctus XIV (174017,58) _a'f met
name genoemd. Tot 'en meitj Pius XI
(V.oiioi la foi intrépidfi, et i'iimmic(Iia,tiion
horrible. Viotoire sainte ®t ta-ès certaine.
Notra trés saimt P,èrte Pie XI, Hoi en
Italië. Que la. OLté sainte uit foi en sas
mérites), (Zie het oavexs^hroUcan Geloof
na de gruwelijke slaohtóng, Heilige en
hteel zekere oveirwftn,uilig. Onze zeer, Hei
lig,e Vader Pius XI, Koning in Italië. Dat
da heilige Stad o.p zijn verdiensten ver-
trouw'ete alles goed', o,p één einkfejla
uitzondering na: Bened'iotius XV. dia als
Paulus VI wttrdt aangeduid. Hiermede
«lehter verliest zulk' aan opgaaf nielfc zijn
karakter van profetie. In d!ezte e:f,hrikba-
rend moeilijke en dreigende tijden zal een
en ander misschien meer 0,a.nnetemba,a,r liji-
ken dan in 'rustiger diagen.
(Wordt vervolgd.
De Heilige en de zondares
door B, M.
Die pastoor rian het' dorrp was van Jnfeer
ning (en er Waren gegroeide redenen-
vooi-) da,t de riloiulw van bpjutlhlakld^- Biecht
in een V'laag Van wflanziln' gtetondeld had,
toen haar lïjk (nadat mfen twee da.gjen
tevergeefs naar haar gezocht had) uit,
h-et wiater werd opigeih'aald. B]aiv(endi!en
kon het piok niet afdoende bew'ezen woi--
den, dat Zij1 Werkelijk ztaLffmbond gepleegd
had. Het kon iim|m'ers best zijin, dat zij
b.v. bïj het bessenplukken, aan den steilem
Kant naar beneden gegleden' en in het
watert ercoht gekamten was. D|iit WUswel
zeer onWaarsehHj'nKjk, imlaar tadlil in ieder
gievlal Imlogelijk'. Hoe het ppfc Zij( de pas
toor van het do,rp wefugerde haar lie
kerkelijke begrafenis niet, ja, hij las zelfs
nog een 'H. Mjils vjopr hare zielerust of
schoon poch haar Jnhn, nioch "-éé'u van
haar andere f'a|mtiliiefeden er een btestel'd
hadden.
De v'rouW' Van den houthakker was een
■fvkeejmide. Zij;W!as als dienfitbode Iin-Ji«t'
dorp geko|mten. Bij' den boei-, waar zij
in .dienst was deed' Zij 'haar plicht inlet
nauwgezetheid, offetejhopn (mfeu al hpt
Zwlaarste werk vteor "haar liet staan en
haar het slechtst behandelde en hot, Im^nst
betaalde.
Lies zoo heette, zij' was een knap
pe Versdhajping en vele jongens van het
dorp en ,uat de oimlgpvteg m|a,akten haar
het hof. ZSjf Wist_ dat zij] het niet ernstig
jmteenden en daaroani Ket zijj zjfeh met hie-
taland vhn hen in. Toch! vertelden de
jongens (opik al hadden rijl een oorvijg
in plaats v!an een kus gekregen!) (mfelnt'g
avbntuurtje dat zij! beweerden met haa(r
gehad te hebben. Zlij; konden dat opk on
gestraft doen, Want! eu* Was njeimland dpte
het Voor haar, de Vreemde en Weerloiozpj
opnalmf. Zou k-waml het, dat zSj( gpen bijf
zonder goeden na,a|m/ had, al kón pok
micmland haar een of ander mïsd!rïj[f Pit
sleclithteid bewijzen.
Terwijl do jongens haar vfack'tdu^nd
lastig vijelen, gedroegen d« to/eisjes van
't dorp zoiowiel die uit de vbiimbgmde
oudste i'amlilites, als die uit denzejliflden
stand, zich uiterst gereserveerd' tegenover
haar. 'Li;es Was i|m[mlei-s' als een Weem'd'o
in het doip gekojmfen imiet niett meer dan
de kleeren die rij! a,an het l'iidbaa|ml flroeg.
Als mten ovter ha,ar sprak, wias ft wpiovd
,.,slet" altijd nog het besfe.
De houthakker Bi-cdht, een jongp, kkacli-
tige kerel, wist tenslotte haar liofde te
winnen en Mj bewoog ha,ar hem! naar
het altaar te volgen. Z'ijh bruiloft, wa®
wel de (mjunste, die het dorp; ooit gezien
had. w'ant de mleeste gaste®, die genoo-
digd 'waren, blevten weg.
Djat was de eerste groote; telenpsteH-
gaf," welke schijnbaar tegenstrijdige. ve;r-
klaring haar jongere zuster ruimschoots
voedsel tot overdenkingen gaf. En, voor
dat Celia wieer iats had gezegd, maakte
Winifred op haar gebiedenden toon een
einde aan het gesprek, geheel voorbij
ziende, dat zij, zelf 't was geweest en nie
mand anders, die ft aan den gang haid
gebracht, door te zeggen:
„Te moet nu werkelijk niet meer pra
ten of mij langer laten praten, Celia. Ik
moet zien, dat ik' mijn brief klaar krijg."
Eu gedurende bijna een uur werd ex
geen ander gefuid vernomen dan het
krassen van hare pennen en na, 'n poos
van Winifked's pen alléén, want Oelia's
taak bepaalde zich alleen maar tot een
brief aan 'haar zuster Louise, terwajfl
miss Maryon, 'toon ziji er zich oim zoo
te zteggen eenmaal toe had gezet, nog
lang me,t schrijven voortging, nadat Zij
den vrij korten en weinig bevat'tendem
brief aan hare moeder gereed had.
Want zij' Wias een jong meisje met
een groote Inate van energie en eeln
sterk- men 'zou haast zeggen volmaakt
gestel. Het 'was volkbmen waar geweest
toen zij Tegen mrs. Baldersop verklaard
had, dat zij, zelfs ook maar geen ziertje
vermoeid wias.
ling die de jonge, edhtgenoiot ondier vónd
en het igreop heM zoel aan, dat hij( zidhl
op zij® huwelijksdag, aan, den drank' to
buiten ïgjmg, ^opdat Imfen hejml ptpx een
kar naar hjrós Moest rijden.
Diat -wlas het begin der ellende, imfen
kan gerust zeggen, dat de houthakker en
z'ijio. vrouw' geen uuir geiuk geleend 'heb
ben in hun huw'elSjk. Op het werk en
in de herberg veptelde tmfen den nilan
de schandelijkste dïngpn vfan rijlo! vrouw.
H'ij' was dwaas en dotal genoeg olmf geloof
te Schenken aan deza 'lasterpraatjes en
het 'gebeurde Imjeerrmjalen, dat Kijf $smq^r-
dronken en woedend als een dolle stier
de. hut aan den zoolml Van het woukl bin-
nenstoilmjde en ziijin anmle vï]pu,w1 half be-
Wiustelqos sloeg. Diat gaf" heel wat op
schudding, Vele dorpbl'iingen (im|issohien' zijl
(Ke helml 'zoo juist belogen hadden Wel
het eerste) trokken onverschillig eu Ver
achtelijk de schouders op eu zeilden: Zóó
'slaan ze elkander eu zóó is 't weer Wit
Met dat Volk'!" i i
Geen Wïmder, da,t bet m'et deu dag.
)erge.r wterd ia het jonge gezin. Die Imlan
bracht het jmfeoste geld naap de herberg,
de honger deed zij'n intocht in de hut,
bittere aalmloede drukte op de gelmpecfe-
ren en sbpacht «en Verbitterde stemhi'in'g:
De kinderen, die in de 'Volgende jarqu
k'wla|m|eii, waren niet in staat de® huise-
lijken vrede te herstellen. Als de jongs
Vrouw niet een 'paar eenten bïjVerdiie|Did
had Imlet bessenplukken en allerlei ander
werk, dan waren de kinderen wel van
honger .oimgekójnijen.
En nu Wtas zlij! in het water gespron
gen het jgoddeloiog en liederlijk wij!!'"
Jia, ja, da,ar (mjoest het tcnslofte W(el
'ojj uitloiopen. Diat wlas 't einde Van een
slecht leVen. Zoo praatten de dor,palingen
en Zij bleven haast allen Weg 'Va,n de
begrafenis, want zao'n deerne e|u Z'elf-
jnioordenares wilde Men niet naar het
graf Vergezellen. Natuurlijk had daze
vree|inHeling« v,an haar «n|an een dronk
aard gemlaakt. Ziji Was de schuld v|a,n (aH°
ellende. Zoo,'n verloopcn wïjJE
Er Volgden slechts enkele personen aehj-
ter de baar: dej pastoor, do lfestor^ de
.misdienaars, enkele kinderen, oude Vrou
wen en Imannq® en nog iqmand, die
'mien in het dorp de Heilige npe|m|tle. Het
was een tn'an Van in de zestig mett lan(-
gen, sneeuwwitten baard. H'iji was groot
cn imlager. liep Wat Voouwver en keek
onder het gpon rechts noch links. !De
„jheiliige" bekernjmerde zich om geen
mensch, sprak zelden imiet iemand en leef-
'do teruggetrokken, cn eenzaam! als een
kluizenaar aan den rand vïuni het dorp.
De dorpelingen lachten o|ml 'de geweldige
dikke zolen van zijn schoene® en be
weerden, dat die aan het einde van zij|n
leven nog niet dooigeloopen kpuden zij'n.
Hij' leefde van een kleine rente, doch
had zóó Weinig noodig, dat hij er altijd
nog wlat Van aan de arimten en behojefïi(-
gen kon geven. lederen mórgen, gitnig' hij
te eomjmlunie en ook overdag bracht hij
vele uren dn de kei-k door. H'ij! Tftokte
Jiiet en dronk niet en nooit zag, men helm
bjj 'eenige feestelijkheid of' vërima,ak. Ging
hij' door het dorp, dan hield hdj altijd
het midden v!an de straatomldab hïji bang
.wlas zoo beweerde uren tenminste
dat Mij, anders iamiands eigendom, m'et
zin -voeten zou kunnen beschadigen. On
getwijfeld was hij do braafste cn hei
ligste 'm|an Van het dorp - en daarojmi
stonden de dorpelingen danl ook hoogst
Verwonderd, toen ziji hem! achter het lijk
Van de zelffmioordenares Zagien gaan.
Na de begrafenis -wilde het toeval, dat
de pastoor den „heilige" ontimjoette. Hjj
hield hem,, aan en zei' imtet droefheid in tde
ste|ml: ,»Zoio.'n treurige begrafenis heb ik
nog nooit gehad. Ik had nooit gedacht,
dat mten haar ook' na haap dopd nog zpu
genachten." i
Die „heilige" keek peinzend Voor zich
uit. „Men Wilde haar niet in gCwijjdjé
narde hebben."
Do pastoor zuchtte. 1 i
„Zoo blindelings als bij' deze vrouw
hjeeit nfen nog nooit rniet stjeeneó ga-
Worpen", zei Mj!. „Ja zelfs nu Ziji dood
is, kan jm'en het nog niet late)®."
„Zfij' beweren, dat zfijj een goddfelooza
-Vrouw was een zel^mlooaidenabes".
,j!Mia,ar u gelooft ^et niet?" j
„Ik laat het over aan het alwlijze o«t-
deel Van God olmj te vonnissen en te
'straffen, want Hij alleen kent de go-
lieimlste schuilhoeken der ziel, de oon'zia-
ken, die zooVele* levensbooten in den
stoianl brengen en laten stranden. Ik' ben
wél het bll«rl.mpnst' geiwettfgd een ooirdeel
ov'er haar te vellen. U wefficht' (tnteefr
eerwaarde, want Zij' was uw bieehfeilingq,
u kende de toestanden vlan haar Ziel."
„Dat ife Wlaar. Ik! heb haar dus ook de
begrafenis niet gewegerd, want ik ben
Zij, hief opeens haar hoofd op, to,an
zij haar Vierde enveloppe gealo.tea en
van adres 'had voopzien.
„H'et moet al vriji Laat zijjn," zei ze.
„Wat dunklt je, Celia, zal ik bellen
0,11 onze brieven te laten wegbrengen?
Zij zij'n te laat voor de post van dezen
avond, maar als zij nu op. de, bus gaan
komen ze morgen tijdig genoeg te Bar-
leyfield voor de bezorging van 4 uur."
Doch er kwam geen antwoord op hare
vraag en opkijkend werd haar dadelijk
deze stilte Verklaard. Celia lag in die
pen slaapt; haar mooi hoofdje met den
arm ondersteunend, 'die een rustpunt had
gevonden o,p 'de leuning, van een dicht
bij1 staande canapé, verwijlde zij! blijk-
oaar ver 'weg ini het heerlijke land der
droomen, te oordeelen naari den kalme®
glimlach op haar gezicht en de zachte
kinderlijke ademhaling.
„Arme kleine Celia!" zei Winifred tot
zichzelf. „Wat ziet ze er lief git
Eu met 'zachte hand sdhöof' zij behendig
de sofa 'naderbij, zoodat helt blonde Kopje
zelf op 'de kussehs ko® rusten. „Laat
eens kijken," gimg zij' voort met een
blik op 'de pendule op den marmeren
schoorsteenmantel. „Kwartier, neen, vijf
minuten voor zevenen. Ijk) zal de brieve®
er vhn overtuigd! dat ongeluk' en ellende
Ma,ar g|eest benèMelden, 'dat zijj ïln een
vlaag van waanzin handelde, toe® stijl de
IvlreesclSjkte daad stelde. Wat imPJ echter
wel beVr©e|m|dt, dat is de houding der
Imtaisohen."
„De heilige" lachte s,m|arteiijjk! en ant
woordde f
tfZïj tajöesten opi hun eigen borst, klap-
pen! Wie Weet wat de overledene in
den do.od dreef'? Misschien hebben velen
al sinds jaren den giftdrank toegediefüid,
die Maar tenslotte fet Vertwijfeling! en
waanzin dreef. iWidlicht lieten opk zij
dan allen beschaamd do steenen v'alfent,
die Af. thans nog. naar de airfmje VrouW' iWflp-
pen, wanneer Christus vtar hen trad en
zei; „Wjie van u zonder zonden is, wei-pe
den eersten steen!" i i
De pmstoor knikte en vlonW'de de handen
de andere Vervolgd®.
„De (meeste (menschen zijjn liohtzininig
en onrechtvaardig in hun p|0(rdeel. Z'ijjn
er niet Velen, die in hun haaft de ar-
mloede reeds als een misdaad beschou
wen Men straft de moordenaars, dlfe
vjan vergif en wapens gebrntk' m|akjeii
zoo streng lm(ogelijk, im'aar de möordenaaf-s,
die m'et woorden en daden dpp4slag ber
drijven wwden niet gestraft en hlijiveln
geacht. Doch alleen v'oor het woreldllijk
gerecht, cn zeker niet Voor dat van
God !Is liet niet Verwonderlijk, dat palen
mij den heftige noqmt en de vi-otuwf (va®
den houthakker een afschuwfelijlke zondaf
res? En toch "ben ik er Van overtuigd,
dat ik v'eel jm'eer miisdaan heb dan z'ij'.
Haar weg was steil en nilet doo(rn[en
bezaaid. Hoev-ele pilalen niioet zij. onder
het kruis, dat zij? te toersen kreeg» bezwij
ken zijn: Ik zelf kende de zorgen en
het leed des levens haast niet, mij» weg
was glad en effen. Mij! beschermden
liefdevolle ouders, tot ik volwassen was
zij! m'oet reeds als kind een verlaten
wees geweest zïjn. De beste vrouw! schonk
irnly hare liefde. Mijln gieluk Was groot,
pilaar imlijln hoogmoed noig grooter. Ik Vleir-
verdiende veel' geld, begon te drinke®,
gat' (m-e ov'er aan de inleest dwaze genoe
gens en bqmlerkèe niet eens hoe 'mlijfcu vlroiuw
daaronder lood. D'e drank had' inlijl in zijn
imhclit en liet 'mlij' niet meer los. Rjuw,
vaak onimënsohellijk, behandelde ik in mijn
dronkemlanscoes imlijln arme vrouw,. 2i|ij
w'crd bleek er ziekelijk, kwijnde weg, ais
een bloem' voor de ruwe, koude herfst
winden. Ik ging mlijfn gang. Zij| nuaakta
me nooit de imiinste verwijten, zei geen
w'oord wanneer ik 's nachts-dronken' naar
Ruis kwBml Koud en bevend wachtte
zij eiken nacht tot ik thuis kWaml en (Zwij
gend inhakte zij! nog w-at eten gereed.
Toen, eens, toen ik tegten 3 uur 's nachts
thuis kWiaiml, lag zij' dood iin een fauteuil.
De dokter Constateerde harbVeirlamlmlng,
imlaar ik wist, dat ik haar gedood had."
De „heilige"' zweeg en streekt miet da
hand oVer het ta'agere geriimpelde geziileht,
Toen Vervolgde Mj':
„Geen gerecht klaagde mij aan, geen
im'cnsch Verweet p£f' iets, niemand be
schouwde mlij! als een mloiordenaar. Dloch
ik 'wiist zeil', dat ik 'de, gömleenste tmoord-ej-
naar ter w-epeld was. Ik klaagde üajezelf
aan, ik had hevig berouw en beslopt te
boeten v|oior wat ik niliisdeed. En toch
bleef' tmljta leVen zonder doarneh, en mijn
krudis bestond alleen in het beiwustzïjin,
dat er een zware schuld opi toljin echioiiii-
d'ers drukte. De tafenscihe® noednüe mij
den heilige, tafijj, die slechts boete doet
Voor eeu talisdaad, die niet beter is,, dan
rij, di,e achter de tralies vlan de gevan
genis amfadhten. Eir is miaar ,één ondeir-
scheid. Ik boet vkijfwillig en die woirdeli
door de Wet gestraft. De pfenschen npie-
imlen de vrouw' vian den ho;uthaI*ei- een
zondares. Ik Vraag ln|e echter af": (Wiq
is de schuld vjan haar dood iWlie Üreef
haaa- tot wanho|0: pen waanzin? 1
Deze Vragen beantwooii-dt GjodJ Hf weet
alleen dat er móp|rdenaa,rsj zijjn die hei-
Wereldlijk gerecht nipt dn zijjn ha,nK 'dqr
beklaagden roept!"
De goede Vorst.
(Een oud-CKineesoh' verfiaalj
Heel veel eeuwen gelede®, Leefde ééns
in he-t onmetelijke Ohineeseh© Bijls een
vorst, die door zijn soherp, vensitand en
groote reohtvaanügheid bij al zdj|n pn-
d'ea-danent en zeerste bemind W|a,s.
Toen ih; ij alia 'Mei® kind in den Wiond'ar-
sohoonen tuin van het' KeoiZarlïjjkl paleis
speelde, gebeurde tot opi ee® dag, dat se®
oude bedelaar zich vergiste- Cn bij, toeval
daar binnen ging. Iaplaats eohiter van
den armen man ta verjagen, sprak tot
prinsje hem vriendelijk, aan en toen Mijl
ven-nam, dat de onder hlongea- had, liet hiji
hem voedsel geven. Tebwijf Mijl at, nam
de man h et kleine kereltje sotorp op nn
zelf maar gauw' even naar benedien bren
gen om 'haar niet do,oir mijn bellen ta
storen en dan zal ik haar tot kwant-na.-
zevenen laten slapen. Dan ziet zijl ca
va mi vond des te opgewekt e® uit."
Em opgewekt en meer dan dat, iiedcr
In nare soort allerliefst, zagen de twiee
meisjes eir 'n uurtje later uit, toen zij
het salon weer binnenkwamen, waar hare
gastvrouw, meit haar echtgenoot, een vrij
schraal, oudachtig heer met vriendelijke,
helderblauwe oognn en grijizland haiar, dat
al een 'heel eindl op wieg, wlas om wit te
worden, getrouw aan hun plicht al|a
gastheer en gastvrouw, een oudierw-eibscha
samiensprekSig hiel dien over Mat gewich
tige punt, door welke Moeren de damea
aan tafel zouden worden geleid.
„uinks van mij z'eig je, levcj? De jonge
Mis. Faueourt links van mri? O ja, Len
nox Maryon zal 'haar aan tafel brengen.
H'é, ik dacht" Zei Mr. Bialderson, toen hat
op'angaan van de deur Mem plotseling deed
afbreken en op dia gewone, manier v,aa
mannen heel schuldig dfeed kijken, da,ar
een Waarschuwend „Sit!" van zijne vrouw
er Mem indachtig aan had gemaakt, dat ft
zijne logeetjes waren, die binnenkwamen.
OBordt vegvolgd).