'ERKEN 'RANDEWIJN Roosendaal UITGEVOERD Tweede Blad keien kan ik koopen bi) Ass.-Apotheker, Goes?" ypotheekbank feuilleton fSCHE COURANT TELEFOON 178 SR" (Nieuw Haamstede) •Schouwen. HGH. WEDSTRIJDEN Juli 1932, RANDEWIJN Kerkstraat, GOES 9 te Goes, ANTONIUS. AN DEN BERG, Liter l, TEL.445, GOES 21.500.000,- 21.250.000,- 521.704,39 IEVEN ZATERDAG 16 JULI 1932 NIEUWE ZEeUWSCHE COURANT De profetieën over de naaste toekomst Twee Zusters. ONTSPANNINGSLECTUUR SI 1- 4_ eblad", of vraag inlich- Kaat 42! •s, georganiseerd iwen-Ouiveland", „Witte van Haamstede", ïotel-paviliioen. yerse soort planken beFlesschenrijden lit over heuvelterrein. nen of stuifzand, ing op het pavillioen. ;orclub „Sch.-D." f 0,50. Jtilï bij den heer M. C. Entree terrein 25 et. hinderen 10 cent. M., vertrek van Vlissingen laar 17,35, verbinding met. let sportfeest, lamstede, Eere-Voorzitter. |gh Bestuursleden V.V.V.. Haamstede-Burgh* I N.V. „Nieuw Haamstede". |:eteur „Schouwsche Boer", er Motorclub „Schouwen- lid Duiveland". FLESCH f 1,90. nair in Effecten. RICHTING. ide de markturen zitting la het jmende Bank- an Eff ectnnzakns BILLIJK. 16174-30 ter eere van „ST. ^ragen uit dankbaarheid hoop van zegen eene hog op te richten „ST. grootste volkswijken van jk, wordtin dank aanvaardt ~)STER" Noord), Postgiro 142469 U RG. (oers f500,— en f 100 'IE: iH; 25191-48 M. C. VAN DER MINNE. door pastoor Th'. Kwakhnian. li.: I. 1 i Eir moet iets gebeurenZoo kan. Meit niet blijven gaan. Men. Man biati zich! ge makkelijk maken en deugelijike vragien niet stellen. Wie echter ov.eir de toestanden ernstig nadenkt, zal tot de conclusie, moeten komen: er moet iets gebeuren, waardoor er een oplossing komt. En gauw! Hoelang aou de wier-eld zoo, als nu nog kunnen doarloopen'? Nog een jaar.?, Nog een h alf jaar Kunnen wij zóó nog een winter doormaken? Het geld is cpge- deeld! Elkeen voelt heit, dat wij, „Iets" tegemoet gaan. De wereld is economised vastgeloopen. Tengevolge via® eien oVetr- vlaed vanproduoten is er geen wleirik miecr en daarmede gebrek aan alles. E,n niets wordt gedaan, om' bet te yerheLpen, door dat men eenvoudig niett weet, wia.t' «r ge daan zou moeten warden. Ook geen .uit zicht heeft men nog, in w;afc richting een oplossing Zou kunnen te. vinden zijn. En als men een oplossing vond, dan is het ieven nu zoo geoamipliceeird' gemaakt, dat er met onderhandelen, vormen van oommissies en sub-,commissies en daarna weer onderhandelen, .jaren gemoeid Zouden zijn. Hierop, kan die wereld niet wach ten! Er moet wat gebeuren. Br is haast bijWare de eoonomisóhe crisis een los staand! verschijnsel, dan zou er misschien nog wel iets op te vindien zijn. Maar in ket leven at aait .geen «nkleL verschijnsel los. Alles hangt samen. De wanorde in le financiën en de productie komt uit de moreele, oorzaken, voolnt, uit verkeer da a'andelslwijlze vsa® manslPhen, en niet van enkelen, maar van de massa. De moreele crisis iis opi alle gebied' noig veel grooter en veel droeviger dan dij eoonor misohe. En wlie begint daar iets aan Hiertegen zijn geen volkenbonden op te richten. De wereld' beschikt wel over een heel leger leieraans, maar db mciasten maken de verwarring in de geesten nog grooter, en aan Wen, die het bij' het rechte eiinde hebben, stoort! men zich niet of zoo goed als niet. Verbetering is niet moge lijk, zoolang d'e a^gemeane mentaliteit on dier heel hiet menschdioml niet veranderd is. Naar zulk een algemcene wea-anderfhg echter zijn wij nog niet op wag. Geen stapWanneer zal dit kómen De moreele crisis is in dien grond Wteer een gods dienstige. De moraliteit komit uit- de her ginselen, Welke men volgt. E® me.t le vensbeginselen is altijd de godsdienst ger moeid; men erkent God' o,fl erkent Bern nietmen richt zijn leven in volgens Zijn wil of niet volgens Z'ijm wil. Syste matisch nu wordt heb volk' a.l eeuwenlang van den godsdienst vervlreemd', wOndlen zijn begrippien omtrent God' en wa.ar|hteid vertroebeld en verValsoht. W|a,t bie,toekent Godl nog in hat waarachtige, dagelijklscho leven, Zelfs van da Christenen; hoe on- telbaren laten zich totaal niet meer met Hem in; de moderne mentaliteit brangit zelfe mede, dat man rich tot zij'® vijtand verklaart en H;em! bestrijdt! Zonder goede orde in het godsdienstig leven geen mo reele orde, gaen economische orde! Oplos sing van de Wereldcrisis is dus niet mo gelijk, zoolang hiet volk niet leert, zich aan God te onderwierpen en naar Zijn Wet te. leven. Wieiik'e mensóbeilijike macht zou hiertoe in staat zijp, terwijl da wereld overstroomd is en noj dagelijks over stroomd wfardt mat verderÜ-txnangendie boe ken en bladen en terwijl alles modelwerkt, om het volk' tot een zinnelijk leven to Ver leiden en h|et voor ernstige khvtegtóes on toegankelijk te makten. Lapmiddelen hel pen niet meer. Een grondige herziening en vernieuwing v an tot lev|en is noodi'g. En dit over hleel da wereld tegelijk. Man mensehen is het niet ta varwiacblfen. Br ls tn ook slechts Eén van Wien uitkomst is ta verwachten. Van God! Er moet iets gebeuren, iets van onbereken bare® omgang. E,n de Almachtige alleen is er toe in staat. Zal het gebeuren Zal t>od ingrijpen J'al Xs dit louter vexmoier den, vertrouwen van eenvóudige, gcloor vige mensohen, die zich niet kunnen in denken, dat God de wereld aan haar lot Zou overlaten? Neen, God heeft liet ge zegd Wij zouden ons hiervoor kunnen beroepen op de oude profeten, op voor spellingen van Ghlristus en van de Apos telen; maar dit zullen wij' niet doen. Hpt is moeilijk na te wijzen ,da>t die ptrofetiëne doelen op de tijden, welke wij! thans bele ven. Er zijn echter ook ontelbaar ,velo voorspcellingen in den loop der eeuwen gedaan, die wèl onze dagen gelden, wier 7 »Om nog eens terug te komen op w;at Je zoo, pas va® Lennox zei, Celia," be gon zq, terwijl hare yingens in gedachten inut u l611 die zijl reeds in dein in a»,d ®ef00,Pt- „Weet je wel, da,t ik Hit bi' ,Yatt tojm ihaxt niet geloof, dat Juj werkelijk van mij houdt?" stond haar een «ogenblik? met open mond aan te staren „Neen, .Winifred," nep wi „i( ga je te ver! Wat bij, is „Jf1 j i,J i t ls< Beker melt een lage huichelaar. Je kunt tooh niet den ken, dat hij, uit eigen belang 0f om de een of andere zelfzuchtige drijfveer maar hiLï°?i r UDne? Je uieia.'. Uat zou hem onmogelijk zijn „Neen, neen, ik beschouw; hem heele- niaal nie.t als een huichelaar," zei Wini- red snel. „Je begrijipt me niet goed, V verbeeldt zich, da,t hij! van mij loudt, in alle oprechtheid. Dat ie altijd teo voor hem klaar gemaakt. Niet, dat hoi i)*1 zs» H vajQ P44 moest aea, gant na,bu,uflijk zpo ieta zou veu-vulling nu loopende is óf, spoedig zal geschieden. Het zal dienstig zijn, dait ik alvorens in bij,zöndeïhedeaa be tneden, er eendge algemie,ene beschouwingen in hett kort aan laat voorafgaan. Vooreerst het volgendeP,art.iculiera openbaringen hooren niet tot den. geloofs inhoud. Wie die niet aanneemt, houdt daarmede niet op Christen, Katholiek) t,a zijn. Wèl zal een Christen, wil hij! zijn geloof ongedeerd handhaven, moeten er kennen, dat God wond er m kan dneai en verborgen dingen kan openbare®even eens dat er in het Oude en in bet Niieuwie "Vierbond door God vele proïtetiën zijn ge geven; ook dat, volgens de uitspraken van de profeten en van Christus, wonderen en profetieën in de Kerk zouden voofkomien- Op de tweede plaatsIn het leven der Kerk nemen wonderen en profetiën een zeer aanzienlijke .plaats in'; zijl zijn er zóó danig mede siajmengelweven, dat wie die wonderbare feiten loochent, al het verband en alle realiteit uit de geschiedenis der Kefk weghaalt. ,Geem land is zonder won deren bekeerdgeen Heiligte is oir in de Kerkgeschiedenis zonder Wonderen, al ia het dan na, ,zijn dood. Op' de dter|d!e plaats: Gelijk landcra voorvallen dieniep wij profetieën aan te nemen, als w'ijl pr voldoende verstandelijke gronden voor h'eib'ben. Gevoel of eentimentaliteiit heb ben hierbij geen woord .mede. te spreken. Er moeten böwijiz'en zijn. Maar als men ook btewij'zen heeft, dat eien of andere profetie niets anders dan eien Ware voor spelling kan zijn, dan wordt |htet natuur lijk een onredelijke dwaasheid, het toch niiet te 'willen njépba Opl welke manier k'an men nu daaromtrent Zekerheid krij gen,? In sommige gevallen gepit |heit 'Ka rakter van den persoon, die het aagt, ons «enige moreele zekerheid. Als Wiji n.l. van zorf iemand 'w'eten, dat ihiji dteoir G,od ver licht, is in vele andiaro (Zakten tein als wij hem niet in staat mogen achten, oin da wereld met dwlaze verzinselen te mis leiden. Het jgjmolte beiw'ijjs leohiteir voor de echtheid van vooT«qWilliug!en bestaat hier in, dat ziji uitkomen. Gewtaonlijk zal het dus pas ®ai datum z'ij|u |us|t' tie makten. Mem zal dan ook begrijpenmijn badoer li'ng 'kan Ihlet niet zijjn, 'dja|t de lezers alle aangehaalde profeliieëëin meit, huid eu ha,ar zullen slakken. Vraagt men aaiji: staat ge er voor in, dat het lallemaal inlichtingen van God zijp, dlan iz mijln antiWoiord: voor niets ander® sta, ik dm, dan voor hetgeen de onfeilbare Kerk mij, lelert! Ik Iheb1 mijl Zelf bij het lezen van Üfe 'ziaklen een meenipg gevonmid; U kunt hiet ook doen. In een geval nis dïit lijjklfc (hiet mij veiiKgleir, naar het bosch, dan naar de hoornen te tijken. Hot aantal iimipKineert. &tuk voor stukl kunnen zij moeifijkihteden inhebhten. Best mogielijk, dat man later, als de tïjld van vervulling voorbij is of Voorbij moet zijn, teel wat ar uit zal kunnen schrappen. Dergelijik'e profetieën vormien een eige^iaair- d'ig scort lititeratuur, met eigen karakter en dikwijls eigen Btijll, en eigen gevaren en bezwaren! Sommige uitspraken kunnen geheel of ten diöele niet van goddelijk^n, maar puur Tmeias^Jhelijlkieaj. oorspicong zijn;, a'angaande alle onderdiedjein en bijzondea-- hieden krijgt men dus nooiit volkomie® z-ekeriheiiid. Vervolg,eins schijnen do pro- i'eten het ge,en hun wbirdt miedegedeielLd meestal voor zich te zien gebeuren als op een soort film. Daarbij kunnen z'ij,1 zelf zioni vergissen in den zin, in de combi natie, in die volgorde d«r letten, in den tij|d, waarop zlj| zulle® geschiede® der gelijke vergissingen zijn meermalen voor gekomen; men ontmoet ze herhaaldelijk1. Een verkeerde opvatting v'an Ihteit iwnan genomene kan dan tot uiting, komen in de 'formuleerinig er van 'zelve of W|ei dn lateire veikla.rinigten en duidingen. E® vale door God verkiyhten hebben zelf hun openbaringen niet OipgeSplhreven. Miaiie des Terreaux kon niet lezen of e^Jirijvenda H. Eastoor van Ars had er geen tijd voor 1 Dan wordt het gevaarlijkerVooral oude Fïof'eten, b.v. die van de H.H. Meèhlo- cliug en Caesarius, kknnen biji hiet over- sChrijyen gedurende al die oauWfen geen nauwkeuuigheid geleden hebben. Dan zijn d'e pi-ofetiën over h!ct' algemeen niet Lang van stof; mat enkele woorden staat «en heel tijd'perk aangeduid. Korte opeenvol gende zinnetjes geven ge'wteldigte gejbeui'" teriissen aan, die eeuwen uit elkaar lig- geu. En wat iu beeldten ie gezien, wordt ook in dezelfde beeldspraak uitgedrukt-, hietgeen voor een buitenstaander soms moeilijk wordt. Uit den samenhang of uit andere profetiëen is dan soms de bedoe ling op te makten, maar niet altijd. Een prachtig, maar moeilijk voorbeeld hiervan is de profetie, afkomstig uit het kloos ter van Prémol h'ij Grenoble. JSion is blijkbaar de Kerk; de zonen van Siion de geloovige®dte Koning van Sioa de Paus; juist maken, dat ieder man met «enige zelfstandigheid en vaste beginselen pre cies den anderen kant uit ging. En Len nox heeft zeer goed zijne beginselen en hij) is ook ztelffcsandig! in zeker opzicht. Maar 't ia hem stilzwijgend, beduid, dat hij, van mij' hield, en op die manier is hij het zelf gaan gelooven." Celia keek geheel varslagen. Hiermede viel een nieuwi licht op de Zaak, maar een licht, dat in het eerst ten minste de needs bestaande duisterheid nog scheen t e vermeerderen. „Als.... als je dat denkit," zei ze ein- dd'jk, „verwondert 't mijl niet, dat je altijd zoo. over hem qpreiek't, ik bedoel over de gehpele zaak. Want niet, dat 't mij onbegrijpelijk' is, dat je o,v,er hem denkt, zooals je doet, da.t weet je. Ik zou mij' niet kunnen voorstellen, dat ik zelf op Lennox verliefd zou kunnen zijn," en zij, glimlachte even als 't ware om het denkDeeld alleen. „Maar ik heb altijd gedacht, dat het een' groot verschil moest maken, als een meisje wist, dat een man heel veel van haar hield." _„0," zei Winifred, op haar besliste ma- nier, „wat dat aangaat, geloof' ik juist dat ik Lennox veel beter .zlou kunnen uitstaan, als ik1 wist, dat hij! niets om mij maar Wlat bad'uidt nu „de bei® Sjon, Welke met geraas iuacnstorfi? Is dat hieit Vatiloaan'.? Is hiet „Tnotsohe Tyrus",dat op een vulcaa'n staat en iin dien afgrond verdwijnt, Londen? Mten vermoedt tot. ,Van groot belang is ook, dat voorspellin gten, welkte bedreigingen bevatten, altijd voorwaardelijk' z'ijlii gegeven, ziji fhtebbieai hleit Karakter van waarschuwingenluis tert men er na.a,r, dan gebeurt, waar mede gedreigd praa, niet Niniv'e of in mindere 'mate, of later en korter. Zoo Ihjeeft eeu vrome vrouw 'in tErankjCijik van God de i verzekering gekregen, da,t de groote rampen, waanoiver wij, Mg zul len spreken, reeds in .1928 hadden moeten beginnen, maar omwille van htet gebeid en de deugd van sommigen |w!aren uitge steld. Met vele mogelijkheden dienen Iwij dus rekening te houden, en niet verwach ten, dat alles tot in de uiterste puntjes zal uitkomen,. Een opvallend voorbeeld hiervan is wel de profetie van den mon nik van Padua (die van vóór 1740 dag- teekent). Hierin worden alle Pausen van Biened'ijctus XIV (174017,58) _a'f met name genoemd. Tot 'en meitj Pius XI (V.oiioi la foi intrépidfi, et i'iimmic(Iia,tiion horrible. Viotoire sainte ®t ta-ès certaine. Notra trés saimt P,èrte Pie XI, Hoi en Italië. Que la. OLté sainte uit foi en sas mérites), (Zie het oavexs^hroUcan Geloof na de gruwelijke slaohtóng, Heilige en hteel zekere oveirwftn,uilig. Onze zeer, Hei lig,e Vader Pius XI, Koning in Italië. Dat da heilige Stad o.p zijn verdiensten ver- trouw'ete alles goed', o,p één einkfejla uitzondering na: Bened'iotius XV. dia als Paulus VI wttrdt aangeduid. Hiermede «lehter verliest zulk' aan opgaaf nielfc zijn karakter van profetie. In d!ezte e:f,hrikba- rend moeilijke en dreigende tijden zal een en ander misschien meer 0,a.nnetemba,a,r liji- ken dan in 'rustiger diagen. (Wordt vervolgd. De Heilige en de zondares door B, M. Die pastoor rian het' dorrp was van Jnfeer ning (en er Waren gegroeide redenen- vooi-) da,t de riloiulw van bpjutlhlakld^- Biecht in een V'laag Van wflanziln' gtetondeld had, toen haar lïjk (nadat mfen twee da.gjen tevergeefs naar haar gezocht had) uit, h-et wiater werd opigeih'aald. B]aiv(endi!en kon het piok niet afdoende bew'ezen woi-- den, dat Zij1 Werkelijk ztaLffmbond gepleegd had. Het kon iim|m'ers best zijin, dat zij b.v. bïj het bessenplukken, aan den steilem Kant naar beneden gegleden' en in het watert ercoht gekamten was. D|iit WUswel zeer onWaarsehHj'nKjk, imlaar tadlil in ieder gievlal Imlogelijk'. Hoe het ppfc Zij( de pas toor van het do,rp wefugerde haar lie kerkelijke begrafenis niet, ja, hij las zelfs nog een 'H. Mjils vjopr hare zielerust of schoon poch haar Jnhn, nioch "-éé'u van haar andere f'a|mtiliiefeden er een btestel'd hadden. De v'rouW' Van den houthakker was een ■fvkeejmide. Zij;W!as als dienfitbode Iin-Ji«t' dorp geko|mten. Bij' den boei-, waar zij in .dienst was deed' Zij 'haar plicht inlet nauwgezetheid, offetejhopn (mfeu al hpt Zwlaarste werk vteor "haar liet staan en haar het slechtst behandelde en hot, Im^nst betaalde. Lies zoo heette, zij' was een knap pe Versdhajping en vele jongens van het dorp en ,uat de oimlgpvteg m|a,akten haar het hof. ZSjf Wist_ dat zij] het niet ernstig jmteenden en daaroani Ket zijj zjfeh met hie- taland vhn hen in. Toch! vertelden de jongens (opik al hadden rijl een oorvijg in plaats v!an een kus gekregen!) (mfelnt'g avbntuurtje dat zij! beweerden met haa(r gehad te hebben. Zlij; konden dat opk on gestraft doen, Want! eu* Was njeimland dpte het Voor haar, de Vreemde en Weerloiozpj opnalmf. Zou k-waml het, dat zSj( gpen bijf zonder goeden na,a|m/ had, al kón pok micmland haar een of ander mïsd!rïj[f Pit sleclithteid bewijzen. Terwijl do jongens haar vfack'tdu^nd lastig vijelen, gedroegen d« to/eisjes van 't dorp zoiowiel die uit de vbiimbgmde oudste i'amlilites, als die uit denzejliflden stand, zich uiterst gereserveerd' tegenover haar. 'Li;es Was i|m[mlei-s' als een Weem'd'o in het doip gekojmfen imiet niett meer dan de kleeren die rij! a,an het l'iidbaa|ml flroeg. Als mten ovter ha,ar sprak, wias ft wpiovd ,.,slet" altijd nog het besfe. De houthakker Bi-cdht, een jongp, kkacli- tige kerel, wist tenslotte haar liofde te winnen en Mj bewoog ha,ar hem! naar het altaar te volgen. Z'ijh bruiloft, wa® wel de (mjunste, die het dorp; ooit gezien had. w'ant de mleeste gaste®, die genoo- digd 'waren, blevten weg. Djat was de eerste groote; telenpsteH- gaf," welke schijnbaar tegenstrijdige. ve;r- klaring haar jongere zuster ruimschoots voedsel tot overdenkingen gaf. En, voor dat Celia wieer iats had gezegd, maakte Winifred op haar gebiedenden toon een einde aan het gesprek, geheel voorbij ziende, dat zij, zelf 't was geweest en nie mand anders, die ft aan den gang haid gebracht, door te zeggen: „Te moet nu werkelijk niet meer pra ten of mij langer laten praten, Celia. Ik moet zien, dat ik' mijn brief klaar krijg." Eu gedurende bijna een uur werd ex geen ander gefuid vernomen dan het krassen van hare pennen en na, 'n poos van Winifked's pen alléén, want Oelia's taak bepaalde zich alleen maar tot een brief aan 'haar zuster Louise, terwajfl miss Maryon, 'toon ziji er zich oim zoo te zteggen eenmaal toe had gezet, nog lang me,t schrijven voortging, nadat Zij den vrij korten en weinig bevat'tendem brief aan hare moeder gereed had. Want zij' Wias een jong meisje met een groote Inate van energie en eeln sterk- men 'zou haast zeggen volmaakt gestel. Het 'was volkbmen waar geweest toen zij Tegen mrs. Baldersop verklaard had, dat zij, zelfs ook maar geen ziertje vermoeid wias. ling die de jonge, edhtgenoiot ondier vónd en het igreop heM zoel aan, dat hij( zidhl op zij® huwelijksdag, aan, den drank' to buiten ïgjmg, ^opdat Imfen hejml ptpx een kar naar hjrós Moest rijden. Diat -wlas het begin der ellende, imfen kan gerust zeggen, dat de houthakker en z'ijio. vrouw' geen uuir geiuk geleend 'heb ben in hun huw'elSjk. Op het werk en in de herberg veptelde tmfen den nilan de schandelijkste dïngpn vfan rijlo! vrouw. H'ij' was dwaas en dotal genoeg olmf geloof te Schenken aan deza 'lasterpraatjes en het 'gebeurde Imjeerrmjalen, dat Kijf $smq^r- dronken en woedend als een dolle stier de. hut aan den zoolml Van het woukl bin- nenstoilmjde en ziijin anmle vï]pu,w1 half be- Wiustelqos sloeg. Diat gaf" heel wat op schudding, Vele dorpbl'iingen (im|issohien' zijl (Ke helml 'zoo juist belogen hadden Wel het eerste) trokken onverschillig eu Ver achtelijk de schouders op eu zeilden: Zóó 'slaan ze elkander eu zóó is 't weer Wit Met dat Volk'!" i i Geen Wïmder, da,t bet m'et deu dag. )erge.r wterd ia het jonge gezin. Die Imlan bracht het jmfeoste geld naap de herberg, de honger deed zij'n intocht in de hut, bittere aalmloede drukte op de gelmpecfe- ren en sbpacht «en Verbitterde stemhi'in'g: De kinderen, die in de 'Volgende jarqu k'wla|m|eii, waren niet in staat de® huise- lijken vrede te herstellen. Als de jongs Vrouw niet een 'paar eenten bïjVerdiie|Did had Imlet bessenplukken en allerlei ander werk, dan waren de kinderen wel van honger .oimgekójnijen. En nu Wtas zlij! in het water gespron gen het jgoddeloiog en liederlijk wij!!'" Jia, ja, da,ar (mjoest het tcnslofte W(el 'ojj uitloiopen. Diat wlas 't einde Van een slecht leVen. Zoo praatten de dor,palingen en Zij bleven haast allen Weg 'Va,n de begrafenis, want zao'n deerne e|u Z'elf- jnioordenares wilde Men niet naar het graf Vergezellen. Natuurlijk had daze vree|inHeling« v,an haar «n|an een dronk aard gemlaakt. Ziji Was de schuld v|a,n (aH° ellende. Zoo,'n verloopcn wïjJE Er Volgden slechts enkele personen aehj- ter de baar: dej pastoor, do lfestor^ de .misdienaars, enkele kinderen, oude Vrou wen en Imannq® en nog iqmand, die 'mien in het dorp de Heilige npe|m|tle. Het was een tn'an Van in de zestig mett lan(- gen, sneeuwwitten baard. H'iji was groot cn imlager. liep Wat Voouwver en keek onder het gpon rechts noch links. !De „jheiliige" bekernjmerde zich om geen mensch, sprak zelden imiet iemand en leef- 'do teruggetrokken, cn eenzaam! als een kluizenaar aan den rand vïuni het dorp. De dorpelingen lachten o|ml 'de geweldige dikke zolen van zijn schoene® en be weerden, dat die aan het einde van zij|n leven nog niet dooigeloopen kpuden zij'n. Hij' leefde van een kleine rente, doch had zóó Weinig noodig, dat hij er altijd nog wlat Van aan de arimten en behojefïi(- gen kon geven. lederen mórgen, gitnig' hij te eomjmlunie en ook overdag bracht hij vele uren dn de kei-k door. H'ij! Tftokte Jiiet en dronk niet en nooit zag, men helm bjj 'eenige feestelijkheid of' vërima,ak. Ging hij' door het dorp, dan hield hdj altijd het midden v!an de straatomldab hïji bang .wlas zoo beweerde uren tenminste dat Mij, anders iamiands eigendom, m'et zin -voeten zou kunnen beschadigen. On getwijfeld was hij do braafste cn hei ligste 'm|an Van het dorp - en daarojmi stonden de dorpelingen danl ook hoogst Verwonderd, toen ziji hem! achter het lijk Van de zelffmioordenares Zagien gaan. Na de begrafenis -wilde het toeval, dat de pastoor den „heilige" ontimjoette. Hjj hield hem,, aan en zei' imtet droefheid in tde ste|ml: ,»Zoio.'n treurige begrafenis heb ik nog nooit gehad. Ik had nooit gedacht, dat mten haar ook' na haap dopd nog zpu genachten." i Die „heilige" keek peinzend Voor zich uit. „Men Wilde haar niet in gCwijjdjé narde hebben." Do pastoor zuchtte. 1 i „Zoo blindelings als bij' deze vrouw hjeeit nfen nog nooit rniet stjeeneó ga- Worpen", zei Mj!. „Ja zelfs nu Ziji dood is, kan jm'en het nog niet late)®." „Zfij' beweren, dat zfijj een goddfelooza -Vrouw was een zel^mlooaidenabes". ,j!Mia,ar u gelooft ^et niet?" j „Ik laat het over aan het alwlijze o«t- deel Van God olmj te vonnissen en te 'straffen, want Hij alleen kent de go- lieimlste schuilhoeken der ziel, de oon'zia- ken, die zooVele* levensbooten in den stoianl brengen en laten stranden. Ik' ben wél het bll«rl.mpnst' geiwettfgd een ooirdeel ov'er haar te vellen. U wefficht' (tnteefr eerwaarde, want Zij' was uw bieehfeilingq, u kende de toestanden vlan haar Ziel." „Dat ife Wlaar. Ik! heb haar dus ook de begrafenis niet gewegerd, want ik ben Zij, hief opeens haar hoofd op, to,an zij haar Vierde enveloppe gealo.tea en van adres 'had voopzien. „H'et moet al vriji Laat zijjn," zei ze. „Wat dunklt je, Celia, zal ik bellen 0,11 onze brieven te laten wegbrengen? Zij zij'n te laat voor de post van dezen avond, maar als zij nu op. de, bus gaan komen ze morgen tijdig genoeg te Bar- leyfield voor de bezorging van 4 uur." Doch er kwam geen antwoord op hare vraag en opkijkend werd haar dadelijk deze stilte Verklaard. Celia lag in die pen slaapt; haar mooi hoofdje met den arm ondersteunend, 'die een rustpunt had gevonden o,p 'de leuning, van een dicht bij1 staande canapé, verwijlde zij! blijk- oaar ver 'weg ini het heerlijke land der droomen, te oordeelen naari den kalme® glimlach op haar gezicht en de zachte kinderlijke ademhaling. „Arme kleine Celia!" zei Winifred tot zichzelf. „Wat ziet ze er lief git Eu met 'zachte hand sdhöof' zij behendig de sofa 'naderbij, zoodat helt blonde Kopje zelf op 'de kussehs ko® rusten. „Laat eens kijken," gimg zij' voort met een blik op 'de pendule op den marmeren schoorsteenmantel. „Kwartier, neen, vijf minuten voor zevenen. Ijk) zal de brieve® er vhn overtuigd! dat ongeluk' en ellende Ma,ar g|eest benèMelden, 'dat zijj ïln een vlaag van waanzin handelde, toe® stijl de IvlreesclSjkte daad stelde. Wat imPJ echter wel beVr©e|m|dt, dat is de houding der Imtaisohen." „De heilige" lachte s,m|arteiijjk! en ant woordde f tfZïj tajöesten opi hun eigen borst, klap- pen! Wie Weet wat de overledene in den do.od dreef'? Misschien hebben velen al sinds jaren den giftdrank toegediefüid, die Maar tenslotte fet Vertwijfeling! en waanzin dreef. iWidlicht lieten opk zij dan allen beschaamd do steenen v'alfent, die Af. thans nog. naar de airfmje VrouW' iWflp- pen, wanneer Christus vtar hen trad en zei; „Wjie van u zonder zonden is, wei-pe den eersten steen!" i i De pmstoor knikte en vlonW'de de handen de andere Vervolgd®. „De (meeste (menschen zijjn liohtzininig en onrechtvaardig in hun p|0(rdeel. Z'ijjn er niet Velen, die in hun haaft de ar- mloede reeds als een misdaad beschou wen Men straft de moordenaars, dlfe vjan vergif en wapens gebrntk' m|akjeii zoo streng lm(ogelijk, im'aar de möordenaaf-s, die m'et woorden en daden dpp4slag ber drijven wwden niet gestraft en hlijiveln geacht. Doch alleen v'oor het woreldllijk gerecht, cn zeker niet Voor dat van God !Is liet niet Verwonderlijk, dat palen mij den heftige noqmt en de vi-otuwf (va® den houthakker een afschuwfelijlke zondaf res? En toch "ben ik er Van overtuigd, dat ik v'eel jm'eer miisdaan heb dan z'ij'. Haar weg was steil en nilet doo(rn[en bezaaid. Hoev-ele pilalen niioet zij. onder het kruis, dat zij? te toersen kreeg» bezwij ken zijn: Ik zelf kende de zorgen en het leed des levens haast niet, mij» weg was glad en effen. Mij! beschermden liefdevolle ouders, tot ik volwassen was zij! m'oet reeds als kind een verlaten wees geweest zïjn. De beste vrouw! schonk irnly hare liefde. Mijln gieluk Was groot, pilaar imlijln hoogmoed noig grooter. Ik Vleir- verdiende veel' geld, begon te drinke®, gat' (m-e ov'er aan de inleest dwaze genoe gens en bqmlerkèe niet eens hoe 'mlijfcu vlroiuw daaronder lood. D'e drank had' inlijl in zijn imhclit en liet 'mlij' niet meer los. Rjuw, vaak onimënsohellijk, behandelde ik in mijn dronkemlanscoes imlijln arme vrouw,. 2i|ij w'crd bleek er ziekelijk, kwijnde weg, ais een bloem' voor de ruwe, koude herfst winden. Ik ging mlijfn gang. Zij| nuaakta me nooit de imiinste verwijten, zei geen w'oord wanneer ik 's nachts-dronken' naar Ruis kwBml Koud en bevend wachtte zij eiken nacht tot ik thuis kWaml en (Zwij gend inhakte zij! nog w-at eten gereed. Toen, eens, toen ik tegten 3 uur 's nachts thuis kWiaiml, lag zij' dood iin een fauteuil. De dokter Constateerde harbVeirlamlmlng, imlaar ik wist, dat ik haar gedood had." De „heilige"' zweeg en streekt miet da hand oVer het ta'agere geriimpelde geziileht, Toen Vervolgde Mj': „Geen gerecht klaagde mij aan, geen im'cnsch Verweet p£f' iets, niemand be schouwde mlij! als een mloiordenaar. Dloch ik 'wiist zeil', dat ik 'de, gömleenste tmoord-ej- naar ter w-epeld was. Ik klaagde üajezelf aan, ik had hevig berouw en beslopt te boeten v|oior wat ik niliisdeed. En toch bleef' tmljta leVen zonder doarneh, en mijn krudis bestond alleen in het beiwustzïjin, dat er een zware schuld opi toljin echioiiii- d'ers drukte. De tafenscihe® noednüe mij den heilige, tafijj, die slechts boete doet Voor eeu talisdaad, die niet beter is,, dan rij, di,e achter de tralies vlan de gevan genis amfadhten. Eir is miaar ,één ondeir- scheid. Ik boet vkijfwillig en die woirdeli door de Wet gestraft. De pfenschen npie- imlen de vrouw' vian den ho;uthaI*ei- een zondares. Ik Vraag ln|e echter af": (Wiq is de schuld vjan haar dood iWlie Üreef haaa- tot wanho|0: pen waanzin? 1 Deze Vragen beantwooii-dt GjodJ Hf weet alleen dat er móp|rdenaa,rsj zijjn die hei- Wereldlijk gerecht nipt dn zijjn ha,nK 'dqr beklaagden roept!" De goede Vorst. (Een oud-CKineesoh' verfiaalj Heel veel eeuwen gelede®, Leefde ééns in he-t onmetelijke Ohineeseh© Bijls een vorst, die door zijn soherp, vensitand en groote reohtvaanügheid bij al zdj|n pn- d'ea-danent en zeerste bemind W|a,s. Toen ih; ij alia 'Mei® kind in den Wiond'ar- sohoonen tuin van het' KeoiZarlïjjkl paleis speelde, gebeurde tot opi ee® dag, dat se® oude bedelaar zich vergiste- Cn bij, toeval daar binnen ging. Iaplaats eohiter van den armen man ta verjagen, sprak tot prinsje hem vriendelijk, aan en toen Mijl ven-nam, dat de onder hlongea- had, liet hiji hem voedsel geven. Tebwijf Mijl at, nam de man h et kleine kereltje sotorp op nn zelf maar gauw' even naar benedien bren gen om 'haar niet do,oir mijn bellen ta storen en dan zal ik haar tot kwant-na.- zevenen laten slapen. Dan ziet zijl ca va mi vond des te opgewekt e® uit." Em opgewekt en meer dan dat, iiedcr In nare soort allerliefst, zagen de twiee meisjes eir 'n uurtje later uit, toen zij het salon weer binnenkwamen, waar hare gastvrouw, meit haar echtgenoot, een vrij schraal, oudachtig heer met vriendelijke, helderblauwe oognn en grijizland haiar, dat al een 'heel eindl op wieg, wlas om wit te worden, getrouw aan hun plicht al|a gastheer en gastvrouw, een oudierw-eibscha samiensprekSig hiel dien over Mat gewich tige punt, door welke Moeren de damea aan tafel zouden worden geleid. „uinks van mij z'eig je, levcj? De jonge Mis. Faueourt links van mri? O ja, Len nox Maryon zal 'haar aan tafel brengen. H'é, ik dacht" Zei Mr. Bialderson, toen hat op'angaan van de deur Mem plotseling deed afbreken en op dia gewone, manier v,aa mannen heel schuldig dfeed kijken, da,ar een Waarschuwend „Sit!" van zijne vrouw er Mem indachtig aan had gemaakt, dat ft zijne logeetjes waren, die binnenkwamen. OBordt vegvolgd).

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1932 | | pagina 5