ZATERDAG 4 JUNI-1932 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT f IN HET KRAAIENNEST UIT DE PERS HISTORISCHE KRONIEK I GEKKE GESPREKKEN j 1 Sltafistiekj. Op de laaitelte vergadering van heit ge west Ziedand dar Ned. IVis ten, hleeffc een bi geklaagd ovter de onmogelijke viragte® waar mee het bureaiu. der statistiek dia secretarie placht te .overstelpen. Ja wanneer- men daar staaltjes van hoort, dan mloetfc men onwillekeurig aan het spreekwoord denken ein geioovén dat één gek meer vragen kan dan ztovlen wij zen k unnem beantwoorden. Statistiek is eenmaal eetn noodzakelijk kwaad en de noodlottige statisticus heeft met alle boosdoeners gemeen, dat hij van kwaad tot enger Valt. Trof hij nu maar op zijn levenspad figuren als do oiude bur gervader. die knanig de ïormulieiren re- tom-neerde met hot opschrift „Daar heb ja niets mee noodig", dan ztoiu, rijn nieuws gierigheid tenminste af en toie geremd worden; helaas hebbten de mfleista ambte naren zoo'n vrees vloor St. Buretaiuicaiatius dat zij zijn elaafsohe dienaren wlorden. Do Nederlandschia staatsdienaars kunnen zich! intussche® troosten met 'de wwteji- schap dat bet in Indië nog een Hikje erger toegaat). De gemeente Soenabaja gwft behalve oen statistisch ovieirzftoht, een aparte verkeens,ongevallenstatistiek uit, schitterend van volledigheid, zpoals het „Socr. Hbl." verklapt. Eerst wlorden de ongevallen naar da •kwartalen berekend; dan naar de oorza ken, leeftijd en geslacht der sladhtoffflers. Zoo lezen wij dat 3 „mannen, van. 0 tot 6 jaar" een ongeluk! kregen, o. w'. 1 door „onvoorzichtig spelen op straat". En 1 vrouwtje van 70 jaar of ouder" kreeg een ongeluk door- verkeersfouten van bestuurders van voertuigen". Men mag hopen dat do goede ziel er geen blijvend nadeel van heeft gehad. Daarna worden dei ongevallen !weer anders belldok'ein; naar do meer of mindere drukte deir vteirkéeirs- wegen, naar de gedeelten v'an den dog, en de dagen der week. Zij, die dit nog niet wisten, kunnen au toeren, dat de minste ongevallen plaats grijpen tussohen midder nacht en 6 uur 's morgens. Vervolgens worden dioz'elfdc ongevallen wieeir eens in andere staten gegroepeerd en beschouwd naar de voornaamste verkeerswegen, daar na in een staatje naar do v'eirlceerSacleirs, ten sloLte naar de uren van den dag. En als men denkt, da.t het nu toch' meer dan genoeg is, volgen er nog ttwea lange staten van dezelfde aantallen vleirkieiers- ongevallen: naar nationaliteit, geslacht en burgerlijken staat; maar do verschillende poiitie-sectics, waarin zij voorvielen. Het blijkt dat dei Weduwnaars, weduwen en „alleen loopende" hoeren en damns bijzon der weinig onder auto's of „vaste ivoor wer pen raken. De stille hoop v|a,n idem pluizen- den referendaris-statisticus, dat groote aantallen der vrijgezellen en dor vrijge zellinnen zich onder trams om vrachtauto's Zouden werpen, om hen daardoor te helpen aan een nieuwe en interessante ontdek king, welke zijn naam als statisticus voor goud zbu' vestigen werd de bodem inge slagen. „VrijjgezielMigheid" schijnt op hlet straatverkeer verhiel der end te wxxkcn, geen enkele eenzaam door hol, loven Wan delende kreeg 'n ongeluk. Dit koloniale voorbeeld kan léeren tot welke enormiteiten menschen kunnen ko men, wie niemand een gebiedend h!a,lt durft toe te roepen. JUIKKIJK. geluk gehad iri 't erven. Kwlee broers v!an hare overleden Imbeder Wadden alles aan haar veijmbgikt ®n 't Was geen "beetjet •Nooit Wad de fa|m|iliiia ietjs van do pude, rijke tante kiunnen loshn(akcln|. Wie imSjf eert 'in imiijn leven, zal goed varen na mliju dood! zei Ze samis, wanneer ze in een gloede lui|mi véi"Heprd]e'. Eert zei !m|aar goed, Sabieutje! raadde moeder aan. .Wie weet is er dan voor- u geen brokje mleer dan voor de anderen. Sabientje Maakte echter geen bereke-, ringen, daarvoor Was ze Veel te jong en te ontbaatzuchtig. Moeder Was er in 't geheel niet (méa opgezet, toen ze haar dochlerken hoorde vertieileai dat ze Met een kwaden kop! bij tante Laüé was weggegaan. Qe gaat! nu om| die onnoozele fraf- «ca tante Lalie niet dn 't harnas jagen, niet wlaar f vroeg de beko|m|Merde vltouw. Ze geieft lalijijfd opj mie af. Ik krijg affronten Voor co|mlplimlenten. Denk. iïnjaar dm( harei sdh|opne oenten. Daar reken ik niet opi. Hot is nog miaar best terug te gaan, Sabientj'e, zei de- moeder opi overredeudPi) toorn i [Wc zullen zien! antwoordde het meisje wrevelig, en ze wierp bet mbotio hoofdje nukkig in den baks. Ga Zondag terug, raadde imbeder nu nog aan, Ge kunt dat weer goedmlaken als ge wilt. Ge crocheteert een f rakje voor Ml- nette, pon sjaaltje voor Bello, Het meisje lachte luide. Neen, |m!oedertje, da,t doe ik niet Me|ar Ik heb er genoeg Van Ihloor! Ik heb haast nog' niets anders gedaan daln kattcnkleeren ggmbakt. Moeder doelde najmlelijk op de twee liiet- Velingskati.cn v.an hare zuster. Elulalie Verzorgde hare ppeZeimjinnen ge lijk ecus Mloeder hare kinderen. Z|q hladdlen elk pen fra|kje voor den winter, 'n sjaal en 'n eigen bedje. Sabientjc zag alles gaarne wat; Omz'o Lievb Heer had gé-schapen, Maar' vloor poe- zeklans h,ul z'e nooit eene voorliefde gefhlad. Ze kon nog geen vlieg kwaad doen, fn'aar 't Spapdf haar tocllil tegen dat tante Lalie die beesten streelde en kuste. Zie mbpst, bij: elklen Jm|a,altüjj<Ll een zekeren tegenzin overwinnen wanneer de lievelingen van hare. tan Ie vrijf en ongegeneerd hun1 poeze- snuitje in hare teiloor Staken. Den Zondag daaropi bleef Sabientje thuis. H|aar vader v'ond ook dat. ze tante niet m'oelst naloopien. Een Ijjaar Wieken daarna KwaM het bericht dat tante Lalie ernstig! ziek/ Was. Moeder- en Sabientj'e begaven zich aan- aanstonds op Weg. Kante Wlas zoo zieik dat' Ze hare falmïlfc niet Jnfaex- harkende. 1 Hoe Zal' het nu afloopen, klaagde mloeder teglen haar1 dodht,arken. Ge zi'et nu Wlat er van komlt. vlan dat koppen! 'Etai ge wist hoa rap| ze gestoord is. 's Anderdaags stierf tante Lalie. Sabientje was echt bedroefd. Ze bleef de doode langen tijd aanstaren en! heur hart bad om! vergiffenis. Moeder, ik hadde zoo veel Wartel5jik!eï kunnen zijn da|U ik geiweest ben, weende ze. En dan die droevige historie v'an dat vertrekken. Dia.t heb ik u al dikwijls genoeg ge zegd, Werd er teruggesna.uwd. En wie weet welke gevolgen het nog hleieft. En Wet Wlad gevolgen! Ze had heur tostajm'ent voorzeker gewijzigd ten na- deele van het koppige nichtje. Kante vanmlaakte een groot deel aan goede Werken en liefdadige instellingielnt Het ovierigp zou) onder do zeer vielei fami lieleden verdeeld worden:, ieder zïjn pa,rt. Ook de imleid, die in een klooster hare dagen ging slijten, kroeg een flinke som. Somlmigen hadden er onderduims wel zin in. Ze hadden altijd gevreesd dat Sa bientje jmlet het grootste gedeelte zou weggegaan zij'n. Iets had ze toelif 'vooruitde zbrg "vloor de katten en twintig duizend frank om' zo goed op te passen. Ook een boek kreeg ze, groot oud boek im'et koppren sloten en lederen omtslag, waarin ze zoo dikwijls had gebladerd. Het was een zeer oud handschrift niet mooie) teekeningen. Het waren vooral dia platen, welke dc aan dacht van Wet imteisje hadden getrokken. Sabientje werd spottend bekeken en zij en hare mloeder reden terug! naaf hluis zonder nog do laatste mtaa.1 een vbet te zotten in de woning vami tante Lalie; 's Anderdaags liet Sabientje de katten weghalen door een imbn uit de buurt. Dezo stopte Ze in! 'n groote kist en z'ette die in zijn auto. Hjijl laadde ziel af in het refugte- huis der Booim|g|aa,rdstraat, te Antwerpen. Daarvoor nebben we u zoo dikwijls .afgestaan wekenlang aan eeml stuk zuchtte Moedor. DienZelfdcn avond liwa.'rn! een vrioinld van vader kaarten. Het wlas een oud-airchii Varis. Hïjr kende dus iets van hoeken. Hij uitte dien oenen verbaasden uitroep na den anderen. De |mhn las naimWu, jaartallen, enz. .en ook uittreksels in de Latifnsche taal. Niemkud Verstond or het eerste woord vhn. 1 I Dit bock hieeft; Wiaarde, veel waarde! Ik ken er een liefhebber voor, een rijlk'o verzajmlelaar van kostbare, handschriften. Mag ik het eens toonen? Nie|m|and had lar iets op| tegen en Wij napii bïjl zij'n Vertrek, het, boek thee. 's Anderdaags k'waml do boekenm'an terug en vn-oeg: - Zij't gei tevreden mfet honderd Vijftig duizend frank Ze vielen uit de lucht,. De gewezen archivaris sah'een het niat te mlofken. 't Is oon zeer kostbaar 'boek, eenig in rijn soort. Honderd vijlftig duizlcnd frank wil Imijlnhoor Prins er voo(r geven. Sabientje, zei mloeder, dat. is nu nog een buitenkansje, niet waar? Tamite Lalie. liaeft, zonder dat zb Wet zelf wist, voor uw bruidschat gezorgd. ELZA WOfiE. Over feestvieren. „Ifaestvieren 'is een Koomlscho deugd" werd Khij|m/~Slpl dei lippen gelegd. Onzbi ken"- k'elijkle jaarkring Went Zijln dagen van treuimis en inkeer, (miaar ook' zijln tij|de|n| Van jubilatie en VerblïjHing zoowel in tie kerk nis in dien huiselijken kring en. ini den broeden band dei- katholieke gemeen schap. De Veatheven lijn der kerkelijke feestviering, trékken W'e gaarne door, ook in onze woreldl'ijke verblijding, en op| ver schillend teaTein dait van de |m|uZielk, ih'et toonael, enz. zijn krachten werkzaam!, ami ook in ons „verm'aak': de katholieke cultuur te doen Werken. Iu dit verband trok onze aandacht hét- geen ook in den kring va(n protestamltem .over christelijk feestvieren werd nepjrge- schreven. "Onlangs verscheen vam de hand van ds. G. van Veldhuizen Az'n. ee|n| boekje „Onze Beesten', naar aanleiding waarvan 'de „Nieuwe Rottend. Ot.'> alreeds schreef: „Ach, ds. van Veldhuizen zal Wel van allerlei kant van ketterij! en lichtzinnigheid worden beticht f Ma,ar' hierne vens zal heurf ook de oplrechte erkenielïj'kWéid ten deiej vallen v;an steeds groofer wbrdende groe pen onder de Protesüantsehe orthodoxie, welke zich allengs aan hét ziekelijke puri- tanisfnle (en de antj-Roomscke reactie van de Dordtschie periode begint te ontWorster feu.'. i s I i „Viert vaak fejest't roept ds. v'an Veld huizen den jongeren toe. Maar o(n)middelKjk •tmiaakt hij! Wét voorbehoud, 'dat rnfen als christelijke ge|mfeenschiapl stijl' in zijn fees ten m!oet leggen. Ds. van Veldhuizen komt daarbïjT op vvor dc cultureele w"e(rking gan het tooneel dat alleen het neo-calvinism e veroordee- len kan, want Calvijn zelf was niet zonder rneei- een tegenstander daarvan. Goed too neel is beter dan samlenspraken, die vaak „zoo geweldig onbeduidend en flauw zij'n,, zoo ordinair en iimlmlarieel, dat ze toch eigenlijk een schandvlek op ons progralml- lm!a vonm.cn.'. Over bqt tooneel in plnotestantscjhén kring, vooa- zoovler dit bestaat, erkent ds, vian VeldliuiZee „dat' Wét toch eigenlijk .m'aai' weinig tlo beteekenen herft en dat op enkele goede numtmiers na de heéLe markt een droevig aanzicht Ven-toont.'. „In do Imbeste stukken ligt het christelijke niet in lm,aar op Wet v'eriiaal. Men heeft niet verstaan, dat ie.en stichtelijk lied of wooi-d, ,ol' zelfs een stichtelijk onderwerp) alléén niet in sit^at ds leeen stuk tot een w'aarl5j!Ë christélijlk! !|a Imlaken. Dat anloet' in do k'a.J rakfan-s van dlel plersonen liggen, daib mbet do geest vpm heb stuk adamlen. Eu anders lilelpt. nilets, o(m( Wét in orde te 'krijgen, ook al zal de goegojmieente door de noodige Vroé Imle uitroepen en door daoddpenea-s be koord, spreken v|an een „echt mboi stjuk". De ischrij|Vle|r Verwijjst naar hétgeen dopr Roolmlsch-KaitWioliékten Op 't|Obneelgebied ge daan is en' herinnert aalnf sljukklen, Waaa-in 'de Imïasie öp wlaarlijfc lichtende en bezie lende Wijke wordt venpersopnlijjlBt. Voor cha-istelijlk fleestvierou h|oudt do .auteur Ken |m|erkw'aardig pleidooi en ver bindt daaraan de behartigé^wowMlige Waarschuwing„in al te veel streken plceigt de pret) nog steeds te begiimem lals, liet feest afgeloopeu is. En dan Wordt er geimfeenlijlk Weinig imleer gevonden vjalnl do ehrisfclïjlkiet vlreugde.'t ,J. R, TI10R11EGKE. 1872 4 J;uni 1932 Heden (Zaterdag) is hat GO 'jaar gele den, dat Dr. .1. R'. Khorbecfcé, die in Wet politiële e lev'en van Nederland omstreeks hat midden der vorige aeiulW ztao'n be langrijke rol hoéft gespeeld, overleed. Jlan Rudolf KWoa'heéltte werd geboren to Zlwbllo in 1798. Na in zijn geboorteplaats de voorbereidende opleiding te hébben geno ten, studeerde hij te Amsterdam aan heit toenmalige Athenaeum Illuptre, wiaar hij Werd bekroond vloor het beantwoorden Van een prijsvraag. Na het Atlhënaeum stu deerde hij nog eenige jaren a.a,n dc| Rijks universiteit te Leiden in de lottere®. Na zijn promotie ondernam Thodbecikte een reis door Duilsohland, teneinde een gron dig onderzoek' in te stellen naa,r verschil lende codices. In Duitschland Wferd hij benoemd tot privaat-docent in de geschie denis aan do universiteiten te Gieesen en Güttingen. Na eenige jaren aldaar te Beib- bon gedoceerd, ward hij1 ge.roepen naair de Universiteit te Gent, om; aldaar da .Sitaatswctenschiappen te dooeeuen. Bij' Welt uitbreken vau den Belgischen opstand in 1830 was Tliorhecké gediwongen Gent to verlaten. Hij vosLigde zich toen in Leiden, waar hij op 19 Maart 1831 tat buitenge woon lioogleeraar werd benoemd en twKo jaar later tot gewoon hopgleeraar. Ten behoeve van zijn Leidsdhe studenten schreef Khorbeéke „Over de. vbrandeiring van het Alg. Sita,ten-stelsel v'an Europa", hetwelk evenals zijn voorga.a.nd gesohrifl „Over het bestuna- vian het ónderwijs in verhand met een aanstaande iwieitgeving" zeer de aandacht trok'. Khbrbeoké zag zeer goed de gebreken van onzen staall in en evenals Potgieter trachtte hij1 de Ne derlanders tot oen nieuw leven l>a bren gen door hen te wijzien op dq toestanden dor 17e oeilw'. Hiertoe diende ook' zijn brochure „Onze betrekking tot DuitseW- land", hetwelk' hij' schreef, nadat# Wijl Gent had moeten verlaten. In deze jaren Wijddo Thorbeoke ziclh - meer en mieier aan dé. bee studeerinig van onze staatsregeling en këerde hij zicWI, hoewel hij' Vóór 1830 do reigeeringspolitiek' steunde en van liberale opvattingen weinig had willen weten, vla® de regcering af. Toe.n de negoeiring zijn denkbeelden, neergelegd in „Aanteeike- ning op de Grondwet" en „Ovter 't Heden- da, agseho staatsburgeredhiap", w'aarin Thor beoke de stellinigeu ontwikkelde, dat de revolutie een lang aangevangen taak had Volbracht en de ontwikkeling vlan Weit oppergezag het hédendaagscfoe staatsbur gerschap tengevolge hlad, niet wilde, aan vaarden, kwam hij in oppositie. In 1840 werd Tliorhecké lid van de 2e Kannen en met nog eenige anderen diende hij1 vier jaar later een voorstel in tot Weirz'ieninig van de grondwet, welk! vlonrsitel "door de Kamer even'wel niet wierd aanvlaard. Elersili toen de Eebruari-revoluitie in Eramkrijk uitbrak en ook' de regeerinig in ons! land zich beducht giin|g voelen, k'reieg Thorb'e- ck'e, tezamen met Donkéx Cui-tius, Storm, Luzae en de Kempenaar, opdraöht, een ontwerp te maikén voor «en nieaiwé grondwet. In 1849 werd aan Thorbeoke de opdracht gegeven, een nieuw kabinet samen te stellen (eierslie ministea-ie-Thon- beckc 18491853) eti trad hij als hbo-g- leeraa.r af. Het eigenaardige Mierbij was, dat toen Thbrbecke toiga en 'bariet! hlad afgelegd, zelf als minister Zijn opvolger ter benoeming aan den kéning moetst voor dragen. Het w'efcte nogal eenigie beroerling, dat hij toen niet den candidaat vooaxllroeg, die de curatoren in de eieflslte plaats hadden opgegeven, doéh den candidaat Vissering, die a I's tweede op de lijst stond. Zeer veel veranderingen kwanten tijdens hflt eerste ministerie-Tlh.orbeck'0 tot stand'. O. a.. wier- den ingevoerd de, kieswet, die provinciale wet, de postwet, de wet regelende de uitoefening van het recht v'an enquête:,, die wét tot. opheffing der scheepvaartrechten, de gem'eentelwieit en dé onteigeningswet'. Met de redhtzinniige. protestanten geraakte Thorheck'e in heftig oonffliidt door zijn concordaat met den Paus, waarbij hij) deze de vrije hand had gelaten in he:t reigelem van het kerkbestuur in Nederland. Do Protestanten richtten hierop een pielltition- nement tot Koning Willem III. Toen de koning hierop evenwel niet naar den zlin van hét ministerie antwoordde, trad Tihou-- becke af en nam hij in de Tweede Kamer, waarin hij door de Katholieken ujt dank baarheid was gekozen, de leiding der op positie op zich, totdat hij in '1862 Wederom met de kabinetsformatie wwd belast. On der het tweede Ministeriie-Thérbieickfe' wér den do twee departementen van eeredienst opgeheven en als afzéndarlijkte afdeieliin- gon bij Justitie en Binnenlandscbei Ziakén ondergebracht,. Ook het Kweie.de Minisfe- rie-Thorbeoké Was vooir de Wetgeving! bij zonder vruchtbaar. Van de 'belangrijklste Wetten, welke in dit tijdvak' tol; stand kwamen, moeten vooral W'prden ganoetmd dé wet op het Middelbaar Onderwijs en de wetten tot hét graven v|an hét Noord- z'eekana.al en den Nieulwen Wiate.fwlag. Ten.gev'olge v'an een splitsing in de libe rale partij naar aanleiding v'an een kolo niale k'w'estie, wlerd Th'orbeck'e ten v'al gebracht, wlaiarna hij' wéderomi do 'oppo sitie in dc Kamfer leidde. Tan dieir|d|a' male trad Thorbecké als miniSlier-presid.enit pp in 1872 om de defensie em bet fiimanoiie- wtez'en te regelen. DqZa klwlesltie v'ermodhlt liij' evenwél niet tot een oplossing to brengen, daar hij den 4en Jiuni oveiieied. „Moeder" in den volksmand. Het moederschap heeft bij alle volkeren, en in allo tijden, volk en dichter steeds het diepst geroerd. Is Wat niet ecni won derlijk teéken dat in bijna alle tafflen ,der Wereld, het woord „mloedex" van deiuzelf- den stam is afgeleid en bijna alia oen gelijk-klinkëndo uitdiiuikking daarvoor be zitten!?, In het Griekisch1, Latijn, Enamsdh, Engelseh, Duitsdh', Italiaansch, Bpaansoh en de Scandinavische talen vindt men stamverwantschap met ons wtoord „moe der". Het is tegelijk een symbool, dat [wij' allen één stammoeder zijn ontsplroiten. Dichter cn. volik'en hebben imieit elkaar gewedijverd aan de groote beteeklenis vlan tiet moederschap didhtea-lijké ultdriukkïng te geven. Heb woord „moeder" uit de dichtkunst en uit den woordenschat vian een volk te schrappen, zbu heteieikfencmj dat men een volk vlan zijn kostbaarste bezitting zou 'berooiven. In do talrijke samenstellingen als moederiiefde, moeder trouw, .spoederhart, moederzorg, moeder schoot, moedergeluk', moedertaal, enz., loont men aan, welke buitengewtoné Wetoe- kenis het begrip „moeder" in Wet leven en net denken van dc volken Weeft. De, Volks mond heeft, zooalé in vele dingen, ook over het moederschap de meest diepzinnige gedachten geuit. Zoo héort mem: „Bij de zon is het warm, hij de moeder is heit den zoon W el." Een Perzisch "spreekwoord zegt wijsgeerig: „De hemel is tot aan, dei voe ten van de moedei'." Men wilde: daaxmeldle zéggen, dat ook het Wopgsfce, eigenlijk do geheele wereld, aan dte voeten vian d'a moeder, dat is tolt den oorspTomg van allo dingen ligigen moet. Eien Duilfaohi spreekwoord zegt„Wat de moeder aan ■het harte gaat, gaat deni vlader sleehits tot aan, de knie", en een ander „Geien hoo.ru des Qvervloeds is rijker dan de mocd'eii- hand 'die zegent." .Over de moeideaiiefidé klinkt het: „Boven moederliefde is geen liefde" en „Moederliefde de beste liefdle. Gods liefde de hoogste liefde." Het moederoog, dat steeds het essenti- oele ziet en dat door nniete klan wlord'an vertroebeld, wordt in een Duiibsoh ge dicht bezongen: „Hoezeer ook' de zon uw' gelaat hoeft verbrand, helt oog v'an de moeder beeft u dadelijk' Werkend." De trouw van de moeder is vlaak beZomgeu geworden. Het mooist w'e,l in de oudie spreuk „MoedertriquW is onpeilbaarwiie con. trouwe moedler hééft, hjaeft 'n schat op aarde." W elk een w on dierlijke aandoening «na bezield als w'ijl onze moedertaal, plotse ling, in den vreemde hoore®, weet Kaast iedereen. Allo groote dichters en schrijvers Web ben de moeder 'bezongen, .als hét liéfsfc', wat wij in hetl leven Kobben. „Een moe der", zoo schreef een EinigalschT - dichter, „doet ons maar 'ééns verdrietals zp' ons verlaatVoor Flamariou en de Krankzinnige- Ciaimöle Elalmhrion, da gliwte Fransche .stcmelkundigle, kreeg <Vp| zekéren dag hei- zoek Van «en jnian, die helmi urenlap)gi in "beslag! naiml tmieifc zijln denkbeeldemi over ruimte. t|ij!di leven en dood. "KenslbMé verraste hij, deu geleerde Mat dc m|ad]a- daeling, dat hij! het) gehei|m[ van het levbn had doorg'xiond. I Hc wou u glraag, zoo. zleidia de on bekende, de juistheid van Imüjfu bewëriiugleln aantooncn. Ik zou u kuninln dooden, m behoeft niet te soh'rikk'en, wiant ik' 'k!an u unlet onfeilbare zekerheid tot hét liev'en doen terugkeeren. U, zult aan de weten schap een onschatbaren dienst bewïj^en, zoo beweerde de vTeelmldeling, wiannéer u opi irnijfu welgamieend voorstel zoudt wil len ingaan. De beroémlde astroloog wlas over dit voorstel niet zoo erg geestdriftig en vbjolral niet toen de zonderling jêeffll revolvfer voor den dag haalde! en mét dit Wapen allerlei Manoeuvres nalaakte. Flamarion beigreelp natuurlijk, dat hij mét een krankzinln|igp te doen 'had. Ik ben overtuigd, verklaarde hij hoffelijk, dat uwia imletjhbde absoluut juist is. Ik heb dan ook' niet hét jmlinsta be- Zwlaar, mlijT dooa- u te laten, doodschieten en wber levend' m(aken, doch daar ik vhn- avond een gewichtige wetenschlappelijjlBe eonfeientie heb die ik 'mbeti pli'esddeieren en die ik onim|ogelij|k klan .uitstellen, zo.udt u oaïj! cm génoegen doen, wlalnmeer 'n Morgen wilde teirugkoimien. Dian sitel ik mij1 glaarne tea" uwer beschikking. De onbekende ging opj dit voorstel in en verzekerde Ela|miarion, dat hij! op tijd zou verschijhen. 1 En hij kW^mrook' den vblgfendem snorgen), Maar toen waven er ook een paar gespier de krankzinnigenverplegers en' twee poli tieagenten, die opj lieiml wachtten. Een raad van Carnegie. Carnegie, de Ameriiklaanschie spoorweg en petroleum-lkbning, dia van ee.nvb.udig beambte een rijk! man wlerd, hleielft in zdjh autobiografie een raad gqgevlen aan hem, die rijk .willen worden. Deze raad is: speculeert n'iat. Hij schrijft in zijn boek: Ik heb mijn gansdbe levien nooit met speculatie-doeleinden een aandeel gc- koohi: of verkocht, bebalvé een kleine partij Pennsylvania Railxoad-aandeelein, welke ik vroeg in mijn leivlen alö beleg ging had gekodht en die ik' te dien tijde niet betaalde, omdat de banklierö aanboden ze tegen eea lage rente op prolongatie te nemen. Ik heb vastgehouden aan den regel, nooit te kbopem Wat ik niet betaalde en nooit te verldoopen Wat i.k' niet bad. In die aa.nvangsdagen echter h'ad ik! vlersohcir dene belangen, die in den loop. der zlafkbn werden weggenomen. Daaronder waren GEEN CADEAUX ETC, 100 WAARDE VOORUWGELD 20 ZAMBOS SIGAREnEN 25 CENT sommige aandeelen en waarden, die aan die New-Yorkische beurs genoteerd stonden, en ik bevond, dat, wlanneer ik 's ochtends mijn dagblad openvouwde ,de vferleiding mij bekroop, hét allereerst te Mjkien naar de beursaioteeringen. Daar ik besloten had, al mijn. brtangen in andere zaken dan die van mijzelf te vérkoopen «n al mijn aandacht te wijden aan onze if'abrieksr ondernemingen to Pittsburgh, nam ik bo- vtendien nog het besluit, zélfs geen aan deelen in het bezit te hébben, die aan de beurs verhandeld werden. M-et uitzon dering van kleine bedragen, die opi vér- sehillende w'ijz'en in imijin bezit kWamen, heb i'k stipit vlasltlgéhouden aan dien regel. Zoo'n gedragslijn verdient aanbeveling voor iederen man in da nijverheid en vOor allo zlakeailui. Vooa-a.1 vloor den fabrikant Bobijnt deze regel! van allcs-belhéewsdhénd' belang. Zij'n hoofd mloet kalm en vrij1 blijiv'en, wil hij vanstandigo besliissingen nem'ein ovér do vraagstukken, dró zich véontdurend! aan beul opdringen. Niets is op den duiwr van zooveel' nut als een juist inzicht; cn geen juist iuzlicht blijft op den duuir te v'inden bij den man, Iwlens gemoed Ver stoord wlordlt door k[wik!zliTycir.achltige wij zigingen Op de beurs. Hij khmt or door in eeu toestand, die verwant is aan dron kenschap.. Speculétie is een plarasieit, die zidlil vetmest aan waarden, zOnder zelf er Voor te arbeiden. Gold dit isl geen. mlooi bedrijf. j 1 Het ochtendlied. Als de eerste v!r«e|g|tijdiiige iZangeris onder do vogels wordem, naar da vleirsohniRienda waairnemingen, loeu|wiarikkén en kwartela besohouwd, die al» bowloncrs vian Keit 'virija veld, waar de zonisojiiganlg h'et eiexnt vlalt waar te nemen, raedis oni 3 uur, in jletn morgen beginnen ta zilnglem. 'E|n Iwled da leeuwteiilk geimiiiddeld om 2.30 en die kiwar- lel om 2.45. Tolt "de viraeigiolpislhan'eiris be- 'hooreu nog de lijisteir, da ikoefltoelk1, ivlerschled:- dene grastaiussehen, vea'dar. de klraiadien «n de geeligoe». Dat aUéén hot. zOnldidhlt .v'an invloed is oji' hét bögim vlan dein odhltend- zang, kian blijken uit hét feit, dat op donkere dagen hét lied eerst laihe|r WOrdt a.amgéhevlen, als hét tenminstei niat hleiele- maal uitblijft. Oollf yOediselmoeiiliijkbiedein beïnvloeden menigmaal hét bégin vlan dien vroegen zang. Als ik' groot ben, 'zégt fle kleine Wil lem, dan Iwlordt ik miaitrooe. Ik 'Zbu e'oo graag veel willam reizen en da '|wteneld zien." i l Als ja rei'zéni Wilt, maeudiei del vlader, dan, is het tegen,woordi'g beter minister te worden, m'ijn jongen. Jé reistf'dan voor ni'kls." j 'li.1.' Maar bon' je wel carlijik?. De betrekkïngzbelklendeOp mij kunt u zich vterlaten, meneer. Ik ben tien jaar in een badinrichting werkzaiaim geWaesij en héb nooit een bad' genomen."} i Wat houdt u te,ge.n|woordig voor, hlet beste middel tot bevbrdaring',?, Nog altijd een Uruiwiagen. l Wanneer ikr het buraa|uj binnautreed, dan wensch ik iedereen mét ijvtar aan Kat ,werk te Zien. Hielt zou mij' genoegen doen uit u'w midden voorstellen te ontvlangem, hoe dat vleiklregeuj zou kiunnen worden. {Aldus sprak de nieiu|wte cbeif). Den volgenden miaiigen v|ond hij" hét ge schreven Voorstel op zijn schrijftafel lig gen. Het luidde„Schaft u|w rmbberzo- le® af!" I I I I I I I Een raam van een tramlwageu in een middelgroote stad wprdt ingenomen door een groot plaklaait, -wiaajioip de met vtotte letters gedrulklbe (uitnoodiging te lezen is: „Koopt Nederlandlsok EabriklaatU" Önder dezo w,oorden stond eenige dagen gieteden dit eene, met potlood gesdhirevlem wbord te lezen: „iwiaiairtmadé.?/* i Tante Mina, kloopit oen gans. 0»p de kippienimark't. 1 Betast ex een stuik' "of Zes. Bij da éene ds de hals te dun, bij' de landere dte borst ta mager; hier heaft de stuit de gawlemsdhfa ronding niet en daar jis de borst te been- derig. I Ze zucht en Zucht'. i I. Dan bromt de mankitv'rouw„Maar m'n lieve mensch, besluit dan ,todh! J,e Zcmdt ook geen Man gekregen hiebbletn, als je destijds zoo sikkeneurig geweest was!'' De jongste bediende Hoont haastig op den boekhouder toeloopen en Zegt: Smit, u moet terstond bij' den direc teur komen! Hoe vaak1 heb ik je nu al gezegd, dat je „mijnheer" moot zeggen! Ja, ik heb er niet aan gedaahlt. |U! moet direct bij mijnheer den directeur komen, Smit! i i i []'[■- i i In de stallen v'an het circus Gleiclh!., De dierenarts: „Heeft de olifant Sultan tegen het hoesten de drie ftesschlen rum in zijn drinlklwater gekregen, zooals ik bevolen hiebl?,'' J 1 Oppasser: „J|a zéker, m'enéer, en rijn hoesten is nu veel minder, maar da andere olifanten hebben zéker die ludhiti vian de snaps in hun snuit gekregen, wiant' E'e hoesten nu ook, en hoe!" .8 i M Het avondbezoek heeflt afsdhjeid geno men en is reeds op den trap, als plotseling het lidhft uitgaat. Zal ik! u bijlichten, roept dc gast heer naar beneden. Dank u, klinkt hét' onder héfbig la,w;aai van daar terug, ik/ ligj all"

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1932 | | pagina 6