ZATERDAG 4 JUNI-1932
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
f IN HET KRAAIENNEST
UIT DE PERS
HISTORISCHE KRONIEK
I GEKKE GESPREKKEN j
1 Sltafistiekj.
Op de laaitelte vergadering van heit ge
west Ziedand dar Ned. IVis
ten, hleeffc een bi
geklaagd ovter de onmogelijke viragte® waar
mee het bureaiu. der statistiek dia secretarie
placht te .overstelpen.
Ja wanneer- men daar staaltjes van
hoort, dan mloetfc men onwillekeurig aan
het spreekwoord denken ein geioovén dat
één gek meer vragen kan dan ztovlen wij
zen k unnem beantwoorden.
Statistiek is eenmaal eetn noodzakelijk
kwaad en de noodlottige statisticus heeft
met alle boosdoeners gemeen, dat hij van
kwaad tot enger Valt. Trof hij nu maar
op zijn levenspad figuren als do oiude bur
gervader. die knanig de ïormulieiren re-
tom-neerde met hot opschrift „Daar heb
ja niets mee noodig", dan ztoiu, rijn nieuws
gierigheid tenminste af en toie geremd
worden; helaas hebbten de mfleista ambte
naren zoo'n vrees vloor St. Buretaiuicaiatius
dat zij zijn elaafsohe dienaren wlorden.
Do Nederlandschia staatsdienaars kunnen
zich! intussche® troosten met 'de wwteji-
schap dat bet in Indië nog een Hikje erger
toegaat). De gemeente Soenabaja gwft
behalve oen statistisch ovieirzftoht, een
aparte verkeens,ongevallenstatistiek uit,
schitterend van volledigheid, zpoals het
„Socr. Hbl." verklapt.
Eerst wlorden de ongevallen naar da
•kwartalen berekend; dan naar de oorza
ken, leeftijd en geslacht der sladhtoffflers.
Zoo lezen wij dat 3 „mannen, van. 0 tot 6
jaar" een ongeluk! kregen, o. w'. 1 door
„onvoorzichtig spelen op straat". En 1
vrouwtje van 70 jaar of ouder" kreeg
een ongeluk door- verkeersfouten van
bestuurders van voertuigen". Men mag
hopen dat do goede ziel er geen blijvend
nadeel van heeft gehad. Daarna worden
dei ongevallen !weer anders belldok'ein; naar
do meer of mindere drukte deir vteirkéeirs-
wegen, naar de gedeelten v'an den dog, en
de dagen der week. Zij, die dit nog niet
wisten, kunnen au toeren, dat de minste
ongevallen plaats grijpen tussohen midder
nacht en 6 uur 's morgens. Vervolgens
worden dioz'elfdc ongevallen wieeir eens in
andere staten gegroepeerd en beschouwd
naar de voornaamste verkeerswegen, daar
na in een staatje naar do v'eirlceerSacleirs,
ten sloLte naar de uren van den dag.
En als men denkt, da.t het nu toch' meer
dan genoeg is, volgen er nog ttwea lange
staten van dezelfde aantallen vleirkieiers-
ongevallen: naar nationaliteit, geslacht en
burgerlijken staat; maar do verschillende
poiitie-sectics, waarin zij voorvielen. Het
blijkt dat dei Weduwnaars, weduwen en
„alleen loopende" hoeren en damns bijzon
der weinig onder auto's of „vaste ivoor wer
pen raken. De stille hoop v|a,n idem pluizen-
den referendaris-statisticus, dat groote
aantallen der vrijgezellen en dor vrijge
zellinnen zich onder trams om vrachtauto's
Zouden werpen, om hen daardoor te helpen
aan een nieuwe en interessante ontdek
king, welke zijn naam als statisticus voor
goud zbu' vestigen werd de bodem inge
slagen. „VrijjgezielMigheid" schijnt op hlet
straatverkeer verhiel der end te wxxkcn,
geen enkele eenzaam door hol, loven Wan
delende kreeg 'n ongeluk.
Dit koloniale voorbeeld kan léeren tot
welke enormiteiten menschen kunnen ko
men, wie niemand een gebiedend h!a,lt durft
toe te roepen.
JUIKKIJK.
geluk gehad iri 't erven. Kwlee broers v!an
hare overleden Imbeder Wadden alles aan
haar veijmbgikt ®n 't Was geen "beetjet
•Nooit Wad de fa|m|iliiia ietjs van do pude,
rijke tante kiunnen loshn(akcln|.
Wie imSjf eert 'in imiijn leven, zal
goed varen na mliju dood! zei Ze samis,
wanneer ze in een gloede lui|mi véi"Heprd]e'.
Eert zei !m|aar goed, Sabieutje! raadde
moeder aan. .Wie weet is er dan voor- u
geen brokje mleer dan voor de anderen.
Sabientje Maakte echter geen bereke-,
ringen, daarvoor Was ze Veel te jong
en te ontbaatzuchtig.
Moeder Was er in 't geheel niet (méa
opgezet, toen ze haar dochlerken hoorde
vertieileai dat ze Met een kwaden kop! bij
tante Laüé was weggegaan.
Qe gaat! nu om| die onnoozele fraf-
«ca tante Lalie niet dn 't harnas jagen,
niet wlaar f vroeg de beko|m|Merde vltouw.
Ze geieft lalijijfd opj mie af. Ik krijg
affronten Voor co|mlplimlenten.
Denk. iïnjaar dm( harei sdh|opne oenten.
Daar reken ik niet opi.
Hot is nog miaar best terug te gaan,
Sabientj'e, zei de- moeder opi overredeudPi)
toorn i
[Wc zullen zien! antwoordde het
meisje wrevelig, en ze wierp bet mbotio
hoofdje nukkig in den baks.
Ga Zondag terug, raadde imbeder nu
nog aan, Ge kunt dat weer goedmlaken als
ge wilt. Ge crocheteert een f rakje voor Ml-
nette, pon sjaaltje voor Bello,
Het meisje lachte luide.
Neen, |m!oedertje, da,t doe ik niet Me|ar
Ik heb er genoeg Van Ihloor! Ik heb haast
nog' niets anders gedaan daln kattcnkleeren
ggmbakt.
Moeder doelde najmlelijk op de twee liiet-
Velingskati.cn v.an hare zuster.
Elulalie Verzorgde hare ppeZeimjinnen ge
lijk ecus Mloeder hare kinderen. Z|q hladdlen
elk pen fra|kje voor den winter, 'n sjaal
en 'n eigen bedje.
Sabientjc zag alles gaarne wat; Omz'o
Lievb Heer had gé-schapen, Maar' vloor poe-
zeklans h,ul z'e nooit eene voorliefde gefhlad.
Ze kon nog geen vlieg kwaad doen, fn'aar
't Spapdf haar tocllil tegen dat tante Lalie
die beesten streelde en kuste. Zie mbpst,
bij: elklen Jm|a,altüjj<Ll een zekeren tegenzin
overwinnen wanneer de lievelingen van
hare. tan Ie vrijf en ongegeneerd hun1 poeze-
snuitje in hare teiloor Staken.
Den Zondag daaropi bleef Sabientje
thuis. H|aar vader v'ond ook dat. ze tante
niet m'oelst naloopien.
Een Ijjaar Wieken daarna KwaM het
bericht dat tante Lalie ernstig! ziek/ Was.
Moeder- en Sabientj'e begaven zich aan-
aanstonds op Weg.
Kante Wlas zoo zieik dat' Ze hare falmïlfc
niet Jnfaex- harkende. 1
Hoe Zal' het nu afloopen, klaagde
mloeder teglen haar1 dodht,arken. Ge zi'et
nu Wlat er van komlt. vlan dat koppen! 'Etai
ge wist hoa rap| ze gestoord is.
's Anderdaags stierf tante Lalie.
Sabientje was echt bedroefd. Ze bleef
de doode langen tijd aanstaren en! heur
hart bad om! vergiffenis.
Moeder, ik hadde zoo veel Wartel5jik!eï
kunnen zijn da|U ik geiweest ben, weende
ze. En dan die droevige historie v'an dat
vertrekken.
Dia.t heb ik u al dikwijls genoeg ge
zegd, Werd er teruggesna.uwd. En wie
weet welke gevolgen het nog hleieft.
En Wet Wlad gevolgen! Ze had heur
tostajm'ent voorzeker gewijzigd ten na-
deele van het koppige nichtje.
Kante vanmlaakte een groot deel aan
goede Werken en liefdadige instellingielnt
Het ovierigp zou) onder do zeer vielei fami
lieleden verdeeld worden:, ieder zïjn pa,rt.
Ook de imleid, die in een klooster hare
dagen ging slijten, kroeg een flinke som.
Somlmigen hadden er onderduims wel
zin in. Ze hadden altijd gevreesd dat Sa
bientje jmlet het grootste gedeelte zou
weggegaan zij'n.
Iets had ze toelif 'vooruitde zbrg "vloor
de katten en twintig duizend frank om' zo
goed op te passen. Ook een boek kreeg ze,
groot oud boek im'et koppren sloten en
lederen omtslag, waarin ze zoo dikwijls
had gebladerd. Het was een zeer oud
handschrift niet mooie) teekeningen. Het
waren vooral dia platen, welke dc aan
dacht van Wet imteisje hadden getrokken.
Sabientje werd spottend bekeken en zij
en hare mloeder reden terug! naaf hluis
zonder nog do laatste mtaa.1 een vbet
te zotten in de woning vami tante Lalie;
's Anderdaags liet Sabientje de katten
weghalen door een imbn uit de buurt. Dezo
stopte Ze in! 'n groote kist en z'ette die in
zijn auto. Hjijl laadde ziel af in het refugte-
huis der Booim|g|aa,rdstraat, te Antwerpen.
Daarvoor nebben we u zoo dikwijls
.afgestaan wekenlang aan eeml stuk zuchtte
Moedor.
DienZelfdcn avond liwa.'rn! een vrioinld
van vader kaarten. Het wlas een oud-airchii
Varis. Hïjr kende dus iets van hoeken. Hij
uitte dien oenen verbaasden uitroep na den
anderen. De |mhn las naimWu, jaartallen,
enz. .en ook uittreksels in de Latifnsche
taal. Niemkud Verstond or het eerste
woord vhn. 1 I
Dit bock hieeft; Wiaarde, veel waarde!
Ik ken er een liefhebber voor, een rijlk'o
verzajmlelaar van kostbare, handschriften.
Mag ik het eens toonen?
Nie|m|and had lar iets op| tegen en Wij
napii bïjl zij'n Vertrek, het, boek thee.
's Anderdaags k'waml do boekenm'an
terug en vn-oeg:
- Zij't gei tevreden mfet honderd Vijftig
duizend frank
Ze vielen uit de lucht,.
De gewezen archivaris sah'een het niat
te mlofken.
't Is oon zeer kostbaar 'boek, eenig
in rijn soort. Honderd vijlftig duizlcnd
frank wil Imijlnhoor Prins er voo(r geven.
Sabientje, zei mloeder, dat. is nu nog
een buitenkansje, niet waar? Tamite Lalie.
liaeft, zonder dat zb Wet zelf wist, voor
uw bruidschat gezorgd.
ELZA WOfiE.
Over feestvieren.
„Ifaestvieren 'is een Koomlscho deugd"
werd Khij|m/~Slpl dei lippen gelegd. Onzbi ken"-
k'elijkle jaarkring Went Zijln dagen van
treuimis en inkeer, (miaar ook' zijln tij|de|n|
Van jubilatie en VerblïjHing zoowel in tie
kerk nis in dien huiselijken kring en. ini
den broeden band dei- katholieke gemeen
schap. De Veatheven lijn der kerkelijke
feestviering, trékken W'e gaarne door, ook
in onze woreldl'ijke verblijding, en op| ver
schillend teaTein dait van de |m|uZielk, ih'et
toonael, enz. zijn krachten werkzaam!,
ami ook in ons „verm'aak': de katholieke
cultuur te doen Werken.
Iu dit verband trok onze aandacht hét-
geen ook in den kring va(n protestamltem
.over christelijk feestvieren werd nepjrge-
schreven. "Onlangs verscheen vam de hand
van ds. G. van Veldhuizen Az'n. ee|n| boekje
„Onze Beesten', naar aanleiding waarvan
'de „Nieuwe Rottend. Ot.'> alreeds schreef:
„Ach, ds. van Veldhuizen zal Wel van
allerlei kant van ketterij! en lichtzinnigheid
worden beticht f Ma,ar' hierne vens zal heurf
ook de oplrechte erkenielïj'kWéid ten deiej
vallen v;an steeds groofer wbrdende groe
pen onder de Protesüantsehe orthodoxie,
welke zich allengs aan hét ziekelijke puri-
tanisfnle (en de antj-Roomscke reactie van
de Dordtschie periode begint te ontWorster
feu.'. i s I i
„Viert vaak fejest't roept ds. v'an Veld
huizen den jongeren toe. Maar o(n)middelKjk
•tmiaakt hij! Wét voorbehoud, 'dat rnfen als
christelijke ge|mfeenschiapl stijl' in zijn fees
ten m!oet leggen.
Ds. van Veldhuizen komt daarbïjT op
vvor dc cultureele w"e(rking gan het tooneel
dat alleen het neo-calvinism e veroordee-
len kan, want Calvijn zelf was niet zonder
rneei- een tegenstander daarvan. Goed too
neel is beter dan samlenspraken, die vaak
„zoo geweldig onbeduidend en flauw zij'n,,
zoo ordinair en iimlmlarieel, dat ze toch
eigenlijk een schandvlek op ons progralml-
lm!a vonm.cn.'.
Over bqt tooneel in plnotestantscjhén
kring, vooa- zoovler dit bestaat, erkent ds,
vian VeldliuiZee „dat' Wét toch eigenlijk
.m'aai' weinig tlo beteekenen herft en dat op
enkele goede numtmiers na de heéLe markt
een droevig aanzicht Ven-toont.'. „In do
Imbeste stukken ligt het christelijke niet
in lm,aar op Wet v'eriiaal. Men heeft niet
verstaan, dat ie.en stichtelijk lied of wooi-d,
,ol' zelfs een stichtelijk onderwerp) alléén
niet in sit^at ds leeen stuk tot een w'aarl5j!Ë
christélijlk! !|a Imlaken. Dat anloet' in do k'a.J
rakfan-s van dlel plersonen liggen, daib mbet
do geest vpm heb stuk adamlen. Eu anders
lilelpt. nilets, o(m( Wét in orde te 'krijgen, ook
al zal de goegojmieente door de noodige Vroé
Imle uitroepen en door daoddpenea-s be
koord, spreken v|an een „echt mboi stjuk".
De ischrij|Vle|r Verwijjst naar hétgeen dopr
Roolmlsch-KaitWioliékten Op 't|Obneelgebied ge
daan is en' herinnert aalnf sljukklen, Waaa-in
'de Imïasie öp wlaarlijfc lichtende en bezie
lende Wijke wordt venpersopnlijjlBt.
Voor cha-istelijlk fleestvierou h|oudt do
.auteur Ken |m|erkw'aardig pleidooi en ver
bindt daaraan de behartigé^wowMlige
Waarschuwing„in al te veel streken
plceigt de pret) nog steeds te begiimem lals,
liet feest afgeloopeu is. En dan Wordt er
geimfeenlijlk Weinig imleer gevonden vjalnl do
ehrisfclïjlkiet vlreugde.'t
,J. R, TI10R11EGKE.
1872 4 J;uni 1932
Heden (Zaterdag) is hat GO 'jaar gele
den, dat Dr. .1. R'. Khorbecfcé, die in Wet
politiële e lev'en van Nederland omstreeks
hat midden der vorige aeiulW ztao'n be
langrijke rol hoéft gespeeld, overleed. Jlan
Rudolf KWoa'heéltte werd geboren to Zlwbllo
in 1798. Na in zijn geboorteplaats de
voorbereidende opleiding te hébben geno
ten, studeerde hij te Amsterdam aan heit
toenmalige Athenaeum Illuptre, wiaar hij
Werd bekroond vloor het beantwoorden Van
een prijsvraag. Na het Atlhënaeum stu
deerde hij nog eenige jaren a.a,n dc| Rijks
universiteit te Leiden in de lottere®. Na
zijn promotie ondernam Thodbecikte een
reis door Duilsohland, teneinde een gron
dig onderzoek' in te stellen naa,r verschil
lende codices. In Duitschland Wferd hij
benoemd tot privaat-docent in de geschie
denis aan do universiteiten te Gieesen en
Güttingen. Na eenige jaren aldaar te Beib-
bon gedoceerd, ward hij1 ge.roepen naair
de Universiteit te Gent, om; aldaar da
.Sitaatswctenschiappen te dooeeuen. Bij' Welt
uitbreken vau den Belgischen opstand in
1830 was Tliorhecké gediwongen Gent to
verlaten. Hij vosLigde zich toen in Leiden,
waar hij op 19 Maart 1831 tat buitenge
woon lioogleeraar werd benoemd en twKo
jaar later tot gewoon hopgleeraar. Ten
behoeve van zijn Leidsdhe studenten
schreef Khorbeéke „Over de. vbrandeiring
van het Alg. Sita,ten-stelsel v'an Europa",
hetwelk evenals zijn voorga.a.nd gesohrifl
„Over het bestuna- vian het ónderwijs in
verhand met een aanstaande iwieitgeving"
zeer de aandacht trok'. Khbrbeoké zag
zeer goed de gebreken van onzen staall in
en evenals Potgieter trachtte hij1 de Ne
derlanders tot oen nieuw leven l>a bren
gen door hen te wijzien op dq toestanden
dor 17e oeilw'. Hiertoe diende ook' zijn
brochure „Onze betrekking tot DuitseW-
land", hetwelk' hij' schreef, nadat# Wijl Gent
had moeten verlaten. In deze jaren Wijddo
Thorbeoke ziclh - meer en mieier aan dé. bee
studeerinig van onze staatsregeling en
këerde hij zicWI, hoewel hij' Vóór 1830 do
reigeeringspolitiek' steunde en van liberale
opvattingen weinig had willen weten, vla®
de regcering af. Toe.n de negoeiring zijn
denkbeelden, neergelegd in „Aanteeike-
ning op de Grondwet" en „Ovter 't Heden-
da, agseho staatsburgeredhiap", w'aarin Thor
beoke de stellinigeu ontwikkelde, dat de
revolutie een lang aangevangen taak had
Volbracht en de ontwikkeling vlan Weit
oppergezag het hédendaagscfoe staatsbur
gerschap tengevolge hlad, niet wilde, aan
vaarden, kwam hij in oppositie. In 1840
werd Tliorhecké lid van de 2e Kannen en
met nog eenige anderen diende hij1 vier
jaar later een voorstel in tot Weirz'ieninig
van de grondwet, welk! vlonrsitel "door de
Kamer even'wel niet wierd aanvlaard. Elersili
toen de Eebruari-revoluitie in Eramkrijk
uitbrak en ook' de regeerinig in ons! land
zich beducht giin|g voelen, k'reieg Thorb'e-
ck'e, tezamen met Donkéx Cui-tius, Storm,
Luzae en de Kempenaar, opdraöht, een
ontwerp te maikén voor «en nieaiwé
grondwet. In 1849 werd aan Thorbeoke
de opdracht gegeven, een nieuw kabinet
samen te stellen (eierslie ministea-ie-Thon-
beckc 18491853) eti trad hij als hbo-g-
leeraa.r af. Het eigenaardige Mierbij was,
dat toen Thbrbecke toiga en 'bariet! hlad
afgelegd, zelf als minister Zijn opvolger
ter benoeming aan den kéning moetst voor
dragen. Het w'efcte nogal eenigie beroerling,
dat hij toen niet den candidaat vooaxllroeg,
die de curatoren in de eieflslte plaats hadden
opgegeven, doéh den candidaat Vissering,
die a I's tweede op de lijst stond. Zeer veel
veranderingen kwanten tijdens hflt eerste
ministerie-Tlh.orbeck'0 tot stand'. O. a.. wier-
den ingevoerd de, kieswet, die provinciale
wet, de postwet, de wet regelende de
uitoefening van het recht v'an enquête:,, die
wét tot. opheffing der scheepvaartrechten,
de gem'eentelwieit en dé onteigeningswet'.
Met de redhtzinniige. protestanten geraakte
Thorheck'e in heftig oonffliidt door zijn
concordaat met den Paus, waarbij hij) deze
de vrije hand had gelaten in he:t reigelem
van het kerkbestuur in Nederland. Do
Protestanten richtten hierop een pielltition-
nement tot Koning Willem III. Toen de
koning hierop evenwel niet naar den zlin
van hét ministerie antwoordde, trad Tihou--
becke af en nam hij in de Tweede Kamer,
waarin hij door de Katholieken ujt dank
baarheid was gekozen, de leiding der op
positie op zich, totdat hij in '1862 Wederom
met de kabinetsformatie wwd belast. On
der het tweede Ministeriie-Thérbieickfe' wér
den do twee departementen van eeredienst
opgeheven en als afzéndarlijkte afdeieliin-
gon bij Justitie en Binnenlandscbei Ziakén
ondergebracht,. Ook het Kweie.de Minisfe-
rie-Thorbeoké Was vooir de Wetgeving! bij
zonder vruchtbaar. Van de 'belangrijklste
Wetten, welke in dit tijdvak' tol; stand
kwamen, moeten vooral W'prden ganoetmd
dé wet op het Middelbaar Onderwijs en
de wetten tot hét graven v|an hét Noord-
z'eekana.al en den Nieulwen Wiate.fwlag.
Ten.gev'olge v'an een splitsing in de libe
rale partij naar aanleiding v'an een kolo
niale k'w'estie, wlerd Th'orbeck'e ten v'al
gebracht, wlaiarna hij' wéderomi do 'oppo
sitie in dc Kamfer leidde. Tan dieir|d|a' male
trad Thorbecké als miniSlier-presid.enit pp
in 1872 om de defensie em bet fiimanoiie-
wtez'en te regelen. DqZa klwlesltie v'ermodhlt
liij' evenwél niet tot een oplossing to
brengen, daar hij den 4en Jiuni oveiieied.
„Moeder" in den volksmand.
Het moederschap heeft bij alle volkeren,
en in allo tijden, volk en dichter steeds
het diepst geroerd. Is Wat niet ecni won
derlijk teéken dat in bijna alle tafflen ,der
Wereld, het woord „mloedex" van deiuzelf-
den stam is afgeleid en bijna alia oen
gelijk-klinkëndo uitdiiuikking daarvoor be
zitten!?, In het Griekisch1, Latijn, Enamsdh,
Engelseh, Duitsdh', Italiaansch, Bpaansoh
en de Scandinavische talen vindt men
stamverwantschap met ons wtoord „moe
der". Het is tegelijk een symbool, dat [wij'
allen één stammoeder zijn ontsplroiten.
Dichter cn. volik'en hebben imieit elkaar
gewedijverd aan de groote beteeklenis vlan
tiet moederschap didhtea-lijké ultdriukkïng
te geven. Heb woord „moeder" uit de
dichtkunst en uit den woordenschat vian
een volk te schrappen, zbu heteieikfencmj
dat men een volk vlan zijn kostbaarste
bezitting zou 'berooiven. In do talrijke
samenstellingen als moederiiefde, moeder
trouw, .spoederhart, moederzorg, moeder
schoot, moedergeluk', moedertaal, enz.,
loont men aan, welke buitengewtoné Wetoe-
kenis het begrip „moeder" in Wet leven en
net denken van dc volken Weeft. De, Volks
mond heeft, zooalé in vele dingen, ook
over het moederschap de meest diepzinnige
gedachten geuit. Zoo héort mem: „Bij de
zon is het warm, hij de moeder is heit den
zoon W el." Een Perzisch "spreekwoord zegt
wijsgeerig: „De hemel is tot aan, dei voe
ten van de moedei'." Men wilde: daaxmeldle
zéggen, dat ook het Wopgsfce, eigenlijk
do geheele wereld, aan dte voeten vian d'a
moeder, dat is tolt den oorspTomg van
allo dingen ligigen moet. Eien Duilfaohi
spreekwoord zegt„Wat de moeder aan
■het harte gaat, gaat deni vlader sleehits tot
aan, de knie", en een ander „Geien hoo.ru
des Qvervloeds is rijker dan de mocd'eii-
hand 'die zegent." .Over de moeideaiiefidé
klinkt het: „Boven moederliefde is geen
liefde" en „Moederliefde de beste liefdle.
Gods liefde de hoogste liefde."
Het moederoog, dat steeds het essenti-
oele ziet en dat door nniete klan wlord'an
vertroebeld, wordt in een Duiibsoh ge
dicht bezongen: „Hoezeer ook' de zon uw'
gelaat hoeft verbrand, helt oog v'an de
moeder beeft u dadelijk' Werkend." De
trouw van de moeder is vlaak beZomgeu
geworden. Het mooist w'e,l in de oudie
spreuk „MoedertriquW is onpeilbaarwiie
con. trouwe moedler hééft, hjaeft 'n schat
op aarde."
W elk een w on dierlijke aandoening «na
bezield als w'ijl onze moedertaal, plotse
ling, in den vreemde hoore®, weet Kaast
iedereen.
Allo groote dichters en schrijvers Web
ben de moeder 'bezongen, .als hét liéfsfc',
wat wij in hetl leven Kobben. „Een moe
der", zoo schreef een EinigalschT - dichter,
„doet ons maar 'ééns verdrietals zp' ons
verlaatVoor
Flamariou en de Krankzinnige-
Ciaimöle Elalmhrion, da gliwte Fransche
.stcmelkundigle, kreeg <Vp| zekéren dag hei-
zoek Van «en jnian, die helmi urenlap)gi
in "beslag! naiml tmieifc zijln denkbeeldemi over
ruimte. t|ij!di leven en dood. "KenslbMé
verraste hij, deu geleerde Mat dc m|ad]a-
daeling, dat hij! het) gehei|m[ van het levbn
had doorg'xiond. I
Hc wou u glraag, zoo. zleidia de on
bekende, de juistheid van Imüjfu bewëriiugleln
aantooncn. Ik zou u kuninln dooden, m
behoeft niet te soh'rikk'en, wiant ik' 'k!an
u unlet onfeilbare zekerheid tot hét liev'en
doen terugkeeren. U, zult aan de weten
schap een onschatbaren dienst bewïj^en,
zoo beweerde de vTeelmldeling, wiannéer u
opi irnijfu welgamieend voorstel zoudt wil
len ingaan.
De beroémlde astroloog wlas over dit
voorstel niet zoo erg geestdriftig en vbjolral
niet toen de zonderling jêeffll revolvfer voor
den dag haalde! en mét dit Wapen allerlei
Manoeuvres nalaakte. Flamarion beigreelp
natuurlijk, dat hij mét een krankzinln|igp
te doen 'had.
Ik ben overtuigd, verklaarde hij
hoffelijk, dat uwia imletjhbde absoluut juist
is. Ik heb dan ook' niet hét jmlinsta be-
Zwlaar, mlijT dooa- u te laten, doodschieten
en wber levend' m(aken, doch daar ik vhn-
avond een gewichtige wetenschlappelijjlBe
eonfeientie heb die ik 'mbeti pli'esddeieren
en die ik onim|ogelij|k klan .uitstellen, zo.udt
u oaïj! cm génoegen doen, wlalnmeer 'n
Morgen wilde teirugkoimien. Dian sitel ik
mij1 glaarne tea" uwer beschikking.
De onbekende ging opj dit voorstel in
en verzekerde Ela|miarion, dat hij! op tijd
zou verschijhen. 1
En hij kW^mrook' den vblgfendem snorgen),
Maar toen waven er ook een paar gespier
de krankzinnigenverplegers en' twee poli
tieagenten, die opj lieiml wachtten.
Een raad van Carnegie.
Carnegie, de Ameriiklaanschie spoorweg
en petroleum-lkbning, dia van ee.nvb.udig
beambte een rijk! man wlerd, hleielft in zdjh
autobiografie een raad gqgevlen aan hem,
die rijk .willen worden.
Deze raad is: speculeert n'iat.
Hij schrijft in zijn boek:
Ik heb mijn gansdbe levien nooit
met speculatie-doeleinden een aandeel gc-
koohi: of verkocht, bebalvé een kleine
partij Pennsylvania Railxoad-aandeelein,
welke ik vroeg in mijn leivlen alö beleg
ging had gekodht en die ik' te dien tijde
niet betaalde, omdat de banklierö aanboden
ze tegen eea lage rente op prolongatie
te nemen. Ik heb vastgehouden aan den
regel, nooit te kbopem Wat ik niet betaalde
en nooit te verldoopen Wat i.k' niet bad. In
die aa.nvangsdagen echter h'ad ik! vlersohcir
dene belangen, die in den loop. der zlafkbn
werden weggenomen. Daaronder waren
GEEN CADEAUX ETC,
100 WAARDE VOORUWGELD
20 ZAMBOS SIGAREnEN 25 CENT
sommige aandeelen en waarden, die aan die
New-Yorkische beurs genoteerd stonden,
en ik bevond, dat, wlanneer ik 's ochtends
mijn dagblad openvouwde ,de vferleiding
mij bekroop, hét allereerst te Mjkien naar
de beursaioteeringen. Daar ik besloten
had, al mijn. brtangen in andere zaken
dan die van mijzelf te vérkoopen «n al
mijn aandacht te wijden aan onze if'abrieksr
ondernemingen to Pittsburgh, nam ik bo-
vtendien nog het besluit, zélfs geen aan
deelen in het bezit te hébben, die aan de
beurs verhandeld werden. M-et uitzon
dering van kleine bedragen, die opi vér-
sehillende w'ijz'en in imijin bezit kWamen,
heb i'k stipit vlasltlgéhouden aan dien regel.
Zoo'n gedragslijn verdient aanbeveling
voor iederen man in da nijverheid en vOor
allo zlakeailui. Vooa-a.1 vloor den fabrikant
Bobijnt deze regel! van allcs-belhéewsdhénd'
belang.
Zij'n hoofd mloet kalm en vrij1 blijiv'en,
wil hij vanstandigo besliissingen nem'ein ovér
do vraagstukken, dró zich véontdurend!
aan beul opdringen. Niets is op den duiwr
van zooveel' nut als een juist inzicht; cn
geen juist iuzlicht blijft op den duuir te
v'inden bij den man, Iwlens gemoed Ver
stoord wlordlt door k[wik!zliTycir.achltige wij
zigingen Op de beurs. Hij khmt or door
in eeu toestand, die verwant is aan dron
kenschap.. Speculétie is een plarasieit, die
zidlil vetmest aan waarden, zOnder zelf er
Voor te arbeiden. Gold dit isl geen. mlooi
bedrijf. j 1
Het ochtendlied.
Als de eerste v!r«e|g|tijdiiige iZangeris onder
do vogels wordem, naar da vleirsohniRienda
waairnemingen, loeu|wiarikkén en kwartela
besohouwd, die al» bowloncrs vian Keit 'virija
veld, waar de zonisojiiganlg h'et eiexnt vlalt
waar te nemen, raedis oni 3 uur, in jletn
morgen beginnen ta zilnglem. 'E|n Iwled da
leeuwteiilk geimiiiddeld om 2.30 en die kiwar-
lel om 2.45. Tolt "de viraeigiolpislhan'eiris be-
'hooreu nog de lijisteir, da ikoefltoelk1, ivlerschled:-
dene grastaiussehen, vea'dar. de klraiadien «n
de geeligoe». Dat aUéén hot. zOnldidhlt .v'an
invloed is oji' hét bögim vlan dein odhltend-
zang, kian blijken uit hét feit, dat op
donkere dagen hét lied eerst laihe|r WOrdt
a.amgéhevlen, als hét tenminstei niat hleiele-
maal uitblijft. Oollf yOediselmoeiiliijkbiedein
beïnvloeden menigmaal hét bégin vlan dien
vroegen zang.
Als ik' groot ben, 'zégt fle kleine Wil
lem, dan Iwlordt ik miaitrooe. Ik 'Zbu e'oo
graag veel willam reizen en da '|wteneld
zien." i l
Als ja rei'zéni Wilt, maeudiei del vlader,
dan, is het tegen,woordi'g beter minister
te worden, m'ijn jongen. Jé reistf'dan voor
ni'kls." j 'li.1.'
Maar bon' je wel carlijik?.
De betrekkïngzbelklendeOp mij kunt
u zich vterlaten, meneer. Ik ben tien jaar
in een badinrichting werkzaiaim geWaesij en
héb nooit een bad' genomen."} i
Wat houdt u te,ge.n|woordig voor, hlet
beste middel tot bevbrdaring',?,
Nog altijd een Uruiwiagen.
l
Wanneer ikr het buraa|uj binnautreed,
dan wensch ik iedereen mét ijvtar aan Kat
,werk te Zien. Hielt zou mij' genoegen doen
uit u'w midden voorstellen te ontvlangem,
hoe dat vleiklregeuj zou kiunnen worden.
{Aldus sprak de nieiu|wte cbeif).
Den volgenden miaiigen v|ond hij" hét ge
schreven Voorstel op zijn schrijftafel lig
gen. Het luidde„Schaft u|w rmbberzo-
le® af!" I I I I I I I
Een raam van een tramlwageu in een
middelgroote stad wprdt ingenomen door
een groot plaklaait, -wiaajioip de met vtotte
letters gedrulklbe (uitnoodiging te lezen is:
„Koopt Nederlandlsok EabriklaatU" Önder
dezo w,oorden stond eenige dagen gieteden
dit eene, met potlood gesdhirevlem wbord
te lezen: „iwiaiairtmadé.?/*
i
Tante Mina, kloopit oen gans.
0»p de kippienimark't. 1
Betast ex een stuik' "of Zes. Bij da éene
ds de hals te dun, bij' de landere dte borst ta
mager; hier heaft de stuit de gawlemsdhfa
ronding niet en daar jis de borst te been-
derig. I
Ze zucht en Zucht'. i I.
Dan bromt de mankitv'rouw„Maar m'n
lieve mensch, besluit dan ,todh! J,e Zcmdt
ook geen Man gekregen hiebbletn, als je
destijds zoo sikkeneurig geweest was!''
De jongste bediende Hoont haastig op
den boekhouder toeloopen en Zegt:
Smit, u moet terstond bij' den direc
teur komen!
Hoe vaak1 heb ik je nu al gezegd,
dat je „mijnheer" moot zeggen!
Ja, ik heb er niet aan gedaahlt. |U!
moet direct bij mijnheer den directeur
komen, Smit! i i i
[]'[■- i i
In de stallen v'an het circus Gleiclh!.,
De dierenarts: „Heeft de olifant Sultan
tegen het hoesten de drie ftesschlen rum
in zijn drinlklwater gekregen, zooals ik
bevolen hiebl?,'' J 1
Oppasser: „J|a zéker, m'enéer, en rijn
hoesten is nu veel minder, maar da andere
olifanten hebben zéker die ludhiti vian de
snaps in hun snuit gekregen, wiant' E'e
hoesten nu ook, en hoe!"
.8 i M
Het avondbezoek heeflt afsdhjeid geno
men en is reeds op den trap, als plotseling
het lidhft uitgaat.
Zal ik! u bijlichten, roept dc gast
heer naar beneden.
Dank u, klinkt hét' onder héfbig
la,w;aai van daar terug, ik/ ligj all"