merk WEE ILTJES" alles nieuw INULTE IHIEME Tweede Blad isbeits thoudfak loudvernis line Lak ekleurde Lakverf ONTSPANNINGSLECTUUR f IN HET KRAAIENNEST |E COURANT NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Belastingkwesties. Hoe de Moeder fiods gered werd. FEUILLETON Steeds hooger. KERKELIJK LEVEN .(1 Twee Pijltjes", >r kleur en glans irde en kaal ge- kenhouten meu- is bij elke lioe- jif jes Aan 25 cent verkrijgbaar. |>nker eiken, mid- en licht eiken. Twee Pijltjes" ms op dof gewor- tfde of geverniste jdeuren, vloeren, I ontroomers, riet- Is geschikt voor buitenwerk, as van 35 cent. Strijkpolitoer) Ie Twee Pijltjes" n geeft glans aan meubelen. Wordt fwatje of eeer zacht opgebracht. Is ver- Ir :hjes van 25 cent lieuren tie, zwart, eiken, bruin en blank. |De Twee Pijltjes" impel, vloer en trap .enstoel of tafel, tien enkele uren hard. kleuren verkrijg baar: Ejuin en donkerbruin, sjes van 25 cent, cent en f 1,— „De Twee Pijltjes" [sen nieuw aanzien outen en metalen srpen. ide, groene of gele oor keukenbussen, els, emmers, aard- iakjes. te lak voor parapluie- aanddoekrekje, fon- arte lak voor kolen- kachelplaat enz. jbaar in 30 kleuren, es van 40 en 55 cent. DROGISTERIJ ET HUIS MET DE DODE PILAREN. .Wenken en raadgevingen. yi. y Eenvoudige aangiften. Bet in vullen van het aangiftebiljet zal! vtele belastingplichtigen niet moeilijk! vallen. Wie in loondienst is en een vasti salaris verdient, zal Wanneer hijf de hiieribovéin genoemde wentkiein opvolgt mat hiat in vullen van zijin aangiftehei jet niet do min ste moeite hebbten. Zoo. gtaaii! toll ooik! méit dein rentenier, wjlans tj^r-mogelnl in uitge leende gelden of in. effecten is belégd. De belartin'gplichltdlgen met een variëereind inkomen middenstanders, laJnüboulwters, veehouders enz. staan viooir de moteilijfc- Weid hun inkomen nauWfcéurig te bereke nen. Zonder boekhouding gaat het niet. N ut v an ee nvloudige boeKhou- ding. Voor de berekening van 'hiati ilhko-1 men uit het bedrijf Weeft de middenstan der, de landbouwer, de veeboujdlei! enz. een boekhouding noodig. Zonder boekhouding is het eenvoudig onmogelijk' da winst nahwkeurig te berekenen. Daarop kiomt het aan. Op het preciese inkomen. Som migen zullen .weUieht wel kunnen Zeg gen hoeveel' fee ongdvéer ylerdiemelp, maar om zonder verdere hulpmiddelen het o.p een halve cent af! tei zeggen, gaat etenvbu- dig niet. Men bedenke ook, dat men niet boekhoudende heit middel bijl uit nemendheid tegen to hooge belasfcingaam slagen mist. Zuiver inkomen. Opgegeven moet worden het zuiver inkomen. Van bat bruto-inkomen mogen de beroeps- en b!e- d'rijfsk'osten worden afgetrokken. Bet is moeilijk hier alle kosten to noemen, die in ieder bijlzonder geval mogen wórden afge trokken. Jeder kan voor zich Zelf wel uitmaken, of bepaalde onkosten al dan niet mogen worden afgetrokken. Men' om derscheide echter wiel schérp. Eiem on- derwijlzer, die op eenigen afstand van de school wóanti en geregeld gebruik1 maalrt van zijn rijwiel om Zich naar .en vlan' school te begeven, mag de kosten aam het houden van een rijwiel verbonden, noch geheel noch gedeeltelijk van Zijn salaris aftrekken. H|eti zijn geen beroepskosten. Is men echter aan twee_ scholan. verbonden.' en is de onderlinge afetand, tussehen beide scholen van dien aard, dait. v|am! eep rij'wiel moet worden gebruik gemaakt, dan 'be- hooren de kosten aan hot houden vpm bet rij'wiel verbonden, wel degelijk tot 'de beroepskosten. Eiehter slechitsgedoe'lüelijk. De kosten veroorzaakt om zich v;an de één naar de andere school te begevfen, zijin beroepskosten. Niet. dus de kosten .vian huis naar één vam de beide Bcholen eW om gekeerd. .Wijl geven dit voorbeeld teneinde den lezer eemig. idee fa geven Van w'ait, bee roeps- of bedrijfskosten zijn. i Beroeps- en bedrijfskosten. Is het loon aan een dienstbode jiitigekéierdj hieronder te rangschikken.?. Dat hangt er van af. In de meeste gevlalïetti niet. Is men evenwel bakker en is da dienst bode belast met bet regelmatig schoon houden van dem winkel,, of fungeert zij ook wel als winkeljuffrouw, dan magL o. i. een gedeelte van htet loon Jordan gierefcjeind tot de bedrijiskösteni te belmoren. Boo staat het met abonnementsgelden vlag bla den? Bet hangt er van af Welk blad men leest. Abonnementsgeld van vakbladen drie men leest om met zijn vak' op de 'hoogte te blijven en die men niét zou lezen, als men niet „in 't vakf Zat" 1 kan tot bedrijfskosten wprden gerakend. Ben handelaar, die er anders niet, aan' zou denken „een groot blad" te lezen, maar die dilt thans wel doet maf hef ooig op de beursnoteeringen, mag heit abonnements geld van zulk' „een groot blad"' onder onkosten boeken. De radio kan dienstbaar worden gemiaaklt aan heit 'bedrijf. Wie uitsluitend een radio houdt met het oog op de draadloos uitgezonden noteeringen van boter enz. enz., mag de radio-kosten als onkosten beschouwen. jWielke belastingen mogen van het bruto-inkomen in mindering Worden gebracht? Dit is een vraag, die men ons nogal eens stelt. Wijf wilten er op deze plaats een; antwoord op geven. Dat voorkomt schriftelijke vragen. Niet tot de beroeps- of bedrijfskosten mogen Worden gerekend de Inkomrtenbelasting ca de V ermogensbelasting. De Personcele Be lasting gedeeltelijk. De rijwialbalasting ook gedeeltelijk. Eet hangt af van de om standigheden. Is het een rijiwiel Voor be roep of bedrijiff? Zoo staat het ook' met de Wegenbelasting. Om het bij deze opsom ming miaar te laten. I door M. T. 1 Justine Gromme wias een v'rouW dio al aardig naar de vijftig liep; zij Was grof plomp gebouwdhet haar zat als n gedraaid rabtenistaiartje tegen het achter hoofd geplakt. Wiaren het de grdjlzel oogen met die eigenaardige scbelmsche flikke ring, die het gezicht befhieerschten of Wias hot de mond, 3e harde monldj, waar- voot iedereen de noodige eerbied hnidl? Justine Gromme verliet do Grommers- hoeve en liep langs het café, daar klonk namelijk luid gezang en gejoel uiti de wachtkamer. Eir moest dus iets bijzonders aan de hand zijn. En wianlneor er- iets te doen wias in 't café dan Was JiulStine er direct bij. Zij wist. al heel gaulw dat do laWaaimiakérs Franséhe soldaten Waren. Men schreef namelijk' 't jaar 1778 en het Wias due geen zeldzaamheid als1 er Bran- schc soldaten in 't Café te Oesling z'atien. „Goede God", dacht Justin© en Vroog zich wantrouwend af, wat die daar toch iwél te maken hadden. Zij' liep eens' rond t huis om aan de dikke meid aan hot keukenven ster te vragen, of die soms wist wat er aan de hand w|as, want zij Vertrouwde 'het zaakje niet erg en als er ergens iots ge beurd w'as, moest Justine bet weten. Dat sprak van .zélf. I Zij ging echter nog niet direct naar Ih'at keukenraam', want oplziji vian het huis onder den kastanjeboom Zat luitenau|t Aai- dré en snurkte als een os. Zijn hoofd hing op ziij'n schoutder en toen Justine daar een lange riem zag, kreeg zij plotseling een idee, haar oogen begomneh fa glin steren. Zij sloop' naar de bankheel zacht jes, pakte den riem, sloeg hem oen, tiwee, driemaal rond de leuning v'ani d© bank en legde er een pa.ar knoop en op. De officier had absoluut niets: gemarkt Bijl snorkte rustig voort en Justine liep op de teenen naar het keukenraam. Zij klopie. De herbergierster deled op|em. Toen .zijl Jlustine haar goede buurvrouw z'ag, sloeg ze de handen in de ludht. Da.t was altijid een teelden dat zij nieuws had) maar echter zóóveel en zulke gewichtige dingen, dat zij er geeW raad' mW wist. „Luister eens", fluisterde zij. „Die daar binnen hebben het lahldlkiruis omver ge worpen en drinken nu opghun' heldendaad. Elu zoover ik uit hun koeterwlaalsch wijs kan worden, heb ik' er uit begrepen, da.t zij ook hot Moeder Gads-kapelMjie, in' het' hosch willen vernielen. Justine was voor geen 'kleintje ver vaard, maar nu lfon Zij! toeh geen woord uitbrengen, het. w'as ook wél wat al' tie bar, wat Zij' daar hooide. Bet' landklruis dat steeds zegenend da armfin haidl uitge strekt over het Werk v'an baar voorvade ren Was omver getw'oipen, en dat was nog niet genoeg, nu de kapel in bpfc Woud met de Lieve Moeder Gods er i.n, aan de be.urt, neen, dat w'as verschrikkelijk. „Wat te doen?" jammerde zij". „O, .wij arme menschen v'an Oesling. Onze klerken hebben Zijl gesloten, onze priesters Ver jaagd. Geen klók' luidt er nog, Üe Kruisen worden vernield. Em nu ontnemen zij, ons nog onze Lieve Moeder Gods.'' „Neen, Ze zullen Iïei niet hebben" viel Justine plotseling uit. „Zoolang ik' nog een vinger beWelgiem Kan, rakfeni zij die Moeder Gods van het kapelletje in 't hoscli niet aan. De Vraag is maar, Jioe het aan te pakken." Maar Justine zag geen uitkómst, Want juist op dait! oogenbli.lv begon aan den zijkant van 't huis iemand óntzértend te vloeken en te tieren. B|e|b negende! wóórden v'an bliksems en donder en! satan en helleduivel's, dat de dikke waaridïn er bleek van werd. Justine begreep' hielt di rect. i „Wiat beteek'ent dat'?" Vroeg ze on schuldig verbaasd, terWij'l zij haar l'adh niet in kon houden. Eoofdsohuddend keek die waarldSn haair nia, toep zij' om den hoek verdween. I Justine zag hier wat zij verwachtte De qflicier was wakker geworden en wil de opstaan. Maar hij' kón niet, omdat hij vastgebonden was. Ein nu raasde hij' als een krankzinnige op het canaille dait hem zoo iets geleverd had en hij[ pirobecrd'ei bet- vergeefs Zijn boeien los te ntoken. „Maar wat is da,t?" riepi Justine tot den dood verschrokken officier. „Ik zou toch oiok wel eens willen wleten wie dat gedaan heeft." En zliji begon hem direct los te maken. Beit ging uilbeist langzaam. „Dat Zijn me nog eens hnoo- pen",s teunde ze. „Nog cWen geduld, een oogenhlik nog, dan heb ik u "Uevlrijd." - 34 - Margaretiha ademde op, toen zij buiten waren Bans het plaats mlaken, wtat de menschen bermdWUhg deden. Nog eenmaal keek Maigaretha op bet zooeven verlaten had; h6t Was nu e,m vlammenzee geWorden. De -brandweer deed al het mogelijke, maar de wind! iwlas te sterk. Als raztend grepen de vlammen, alles aan, Wa,t hen in den |weg kwam. „Niet spreken!" bev'al Bans. ,JStijif 'dicht de monden; jij ook, Margareth'al Bet gaat Hink zoo, nietwaar oudje !"i Zi| wiaren, waar zij zijii moesten. T;ante Houna zat hulpeloos ju de huiskamer. In omstandigheden, waarbij Vastberadenheid en praktisch handelen te pas ikwlam'etn, okt- bralk haar den moed. Zij verloor dadelijk alle tegenwoordigheid van geest en wenschte maar één ding: zoO gauwf.moge- hjk uit den onverkWilkkelijken toestand, waarin zij geraakt was, bev'rij'd ie, worden. Minna, had in Margaxetha's kamer een kermisbed voor de oude vh>ujW opgemaakt. Hans haalde cognac. Margaretha en hét besje moesten, of Zij wilden of iniilat, een - okje drinken. Do tranen biggelden het menschje over de verwelkte wangen. „Ooh, juffertjelief!, juffertjelief 1 De goede God Zal het ,u allen baloonen. B|oo kon u toch zoo gaulw' bij mij' zijn.?" „Nu, ik' ga nog eens kijken," liet H'ana hooren„voor de meubeltjes zal Sf zku|gen, hoor. En gaat nu maar allemaall nog Wat slapen; morgenochtend' vertel ik' wel, hoe alles gegaan is." 'Hij ging been, zónder op de tegenW'er- pingen van de oude Vrou)w aehlt' te geven. Mar.garetha keek' hem ztWijigemd na. Zij wist, dat hij daarginds talles Zou doen, wat iu zijn vermogen w'as, om te helpen en te redden. Em niet alléén dB toeubel tjes van de oude v'rouiwl Ja, ziji kende Hjn hart, en zijn moed kende zij ook. Margaretiha en de oude Lize waren den volgenden ochtend Vroeg op. Ziji hadden maar weinig kunnen slapen, omdat dfe onrust hen wlalkkér had gehouden. Bans am egetn vSjifi hut tliuis. Biednoedizjaain vlS 1VT om niemand te sto- [i,, V 'tar ^fgiaretlila'.s luisterend oor bad hem toch' gehoord. TWvens zij had mets anders gedaan, dan naar hem ü.g-gen luisteren. i Het was nu zeven uur. De oude vfeouiw had bi; Margaretiha m de IhiuiiaWamer koffie gedronken. E|emslklaps viel het meisje een briefje in liet oog, dat met ©en npield aan haar Haarkussen wias bevestigd. Zij öt'ond op en las vvat' er _ptjooid gesdha-e- De officier was getroffen ovér de) Ii'ulip1" Vaardigheid van de Vrouw jdie bovenldliéiD de echtgenooto van den burgcméiesbex Was. Men kon overigens werkelijk' niet Zeggen dat men hem in Oeslinig eenilge togéimoat- kominig betoonde. Hijl dankte haar- dan ook met eem vloed van woorden. Maar Justine maakte een afwonende bawlegiing mot de handen en riepj den hea"bsrgiw toe, dat hij den officier oen glas goeden wijn moest brengen, opdat hij, de domme streek zou vergeten, die men hem hier gcbakklem had. Toen ging zij heen. Maar zij was nog niet Zoo vrodijk' als man wel veuwachten zou, na Zoo-'n goede daad en zooveel dank'. Zij mloest jetis doen, j a, zij moest iets doen om'de Moeder Goda te radden. Wiant niet de kapel in hét boselii was het voornaamste, waarvloor Zij vreesde, maar het mooie, oiude Mariabeeld dat daarin bewaard wónd, aan wie, d'e vrouwen van het dorp reeds miecr dan honderd jaren al haar lief en ï'eed Verteld hadden. Ontelbare k'eexen had de groot moeder- in de Grommexshoeve v'eirteld hoe een zoon der hoeve ,die monnik! gelwordeh was, naar Italië vertrok. Daar had' hij' 't beeld gesneden. Toen het klaar w.as, stierf hi;i, maar niet, dan nadat hij' den Abt verzocht had, het beeld als zij'n| laait- sten groet aan zijn geboorteplaats tie schenken. De abt had het hem beloofd, en pnder de oogen van zijn Moeder. Gpds was de monnik de zaligheid binnen gegaan. Daarna was het beeld uit het Zuiden naar het rulwe Oesling gekomen en met liefde en pleiizier door zijn nieuiwi va derland ontvangen. En het duurde niet lang of de vrouwen, van het dorp kénden igeen liever plaatsje meer, dan da kapel m hel bosc'h, w>aar Zijl voor bun „Moeder Gods" neerknielden. De moeders leieiflien beur kinderen haar lief "ba hebban. De kinderen op hun beurt groeiden Weer op', knielden op de plaats van hun moeders, die voor eeuwig wiaren ingeslapen. Zij' wiaren nu zelf moeder geworden ein hadden haar kinderen aan de hand, alsi iZij; na,ar dc Kapel kW'amen in het hosch. Zooi was dat voortgegaan, honderden jaren achtereen. Het was dus geen wonder dat Jjrstine Gramme geen Woord meer uit Kon brengen toen zij hoorde dat men het dp hét Moeder Godsbeeld gemunt had. Op de Grommershoeve gekomen liep J'ustine naar de schuur, en nam een 'sik kel. T,oen liep Zij! wear wieg, zij1 Wist eigenlijk zelf niet, waarom zij juist, een sikkel gehaald had. In ieder geval' wjide zij iets in de hand hebben als zij' naar hét veld giug, en in ieder gevial Jwilde, ziji de Moeder Gods redden, al wist' zijl zol'fl nog niet poe. Als zijl het "beeld 'ftiaor óp kon pakken en in het bosch bre®|g«n, dan was alles iu orde. Maar als hét nu eens zoo z'waar was, dat z'ijl 'hét niet dra gen konEn van de kapel' uit moest men altijd nog een heel st.uk doo,r heit akker land gaan, eer men in bet woud wias, en daar liep juist de' w'eg, waarlangs de Eranschen moesten komen. Justine was echter geen vrouwi die zich door allerlei „olls" en „maar" liet ieirug- houden. Met haar sikkel in de hiand liep zijl reent naar de kapel. Daar bleek| wer kelijk dut het beeld te Zwiaar jwlais. Zij' pro beerde Het van zijn Voetstuk opjte heffen, maar zij kon 't niet van zijn plaats krijgen. Mijn God wat moest zé nu aan vangen.?, Iedere minuut konden de vijan den komen. Zij liep de kapel uit om rond te ziiein, of Zij geen memschi z'ag, die haar; hielpen kon. Het veld leek eOhtéir uitgestorven. Ha, daar kWam iemand uit het bosch. IWie w'as het Natialis, de beZemlbindar. Hij moest helpen. Em reeds schoot Justine o.p den reus- achitigen man af, die een bussel hout op zijin schouders droeg. Natalis was anders geen man v.oor wiein Jiustine Veel respieot had. Het was in heel den omtrekj .bekend, dat hij te veel brandewijn dronk' dat hij eem. geweldige luilak! en dagdtef Was. Maar op dit oogenblikf Verscheen hij toch Voor Justine als èen reddende engel. Zij stormde opi hem: toe en riep: „Ge moet me helppn, "Natalis. Gooi jé tak'kebos op den grond en kiom mee! De bezembinder |wias hoogst Verbaasd toen Justine ,de vrouw vian Gromaners- hoevé hem zoo toesprak1. Maar hij! had geen tijd om zich lang te Verwonderen, hij had ook geen tijd 'géhlad bni zic!h, teger het bevel te ver zétten. Bijl moest eenvou dig gehoorzamen. Hij' Wierp' dan Ook direct zijn bos neer en volgde JuStin'ei. Zij gingen naar de kapel, wla,ar de vrouw' op hét Mbedier Godsbeeld Wees. „Wijl moeten hiaar redden "Naitialis. De Pranséhen willen haar stuk" slaan- Haal het beeld er iaf, wij' varbérigpn helti 'ïd ven: „Ik denk' eens .flink uit te slapenI Zeg aan de oude vroulw, dat blaar boeltje gered is en goed geborgen. Bet huisje, is tot den grond toe afgebrand.Oojkr de s tonmlaker heeft alles kunmein reddiem. Menschenlevenis zijm niet te betreuren. Voor een woning zal ik 'Zorgen. Goeden morgen, Greta!" Morgaretha gevloeide grootem lust, om het papiier aa.ni hia.ar lippen 1e drukken, maar de tegemwbordigiheid van dei ouidle vnoulw verhinderde hiaar aan 'dilt Voor nemen uitvoering te gevlen. Zij las h'aar den inhoud Van bat briefje Voor. Hét vrouwtje schreide; ziji stamelde wóórden, die Margarathia niet verstond. „V'oorloopdig blijlf je bij omis, niet Waar!?" zeide Margaretiha, terwijl zij zich naast het bevende oudje zette enlhaar lieflkoo- Zend de geriimlpelde wangen streelde. „Eu als je nieuwe Kamertje klaar is brengen we je daarheen. Wil je mei nU eem genoe gen doen, ga dan straks een heietja hij Minna iu de keuken. Ziji heeft vandaag veel te doen em. ja zoudt haar eem handje kunnen helpen." Inmiddels deed Maigarellha haar best om in de huiskamer alles Zoo mooi en behageli k mogelijk te maken. Toen maak te zij,- de lampen schoon en begon aan een blancmangépuddinig voor Hans', eem: ^vlan zijn lievelingéklostjes. Tegen acht jiur 'het bosch. Maai' gauiw." De bezeimibindoi- sjiond .vbor de Aller heiligste moeder Gods en kaek hésluilfeloiols tot haar op. Al zijto zonden stomdén' hem plotseling voor dem geest. Hloe kon hij net nu tocli Wagen „de lifeiligei Maagd maar beneden te halém en wieg tie d-rageln. Nie(eii, daarvoor wias bij inlwéndiig noch uitwen dig rein genoeg. i Varlégen plulrie hijl aan zijin gescheurde kiel, .keek naar ,z'ijn groote smioczéligéi ih'an- den, streek' het VarWarde Jiaar v!an zijn voorhoofd wég. Ma.ar de aartsengel, die rnleti dej eikklel in d» hand naast hem' stond, gunde hém g.een tijd om na, te demkéai. „Viuig"!, dron'g ze aan, „vlug, anders komen de Pran- sohen". 1 Toen strekte Natalis zijin gewéldige handen uit, nam 'ifc beeld 'den' Moeidor Goidls op Zi„to schouders en vplgd© Jusitinö de kanel uit, door de aklkérs naar heti wóud. Zij! 'hadden nog ©en heel, stukje te gaan, eer ziji de beschuttende boomlem bewiktein, toen plotseling hoefgetrappel uit de rich ting v'an het dorp kw'am. „De Pramschen" riep Justine. „Wiat nu? We kunnen het hosch niet meer; vóór1 hiep bereiken, Want dan loopen wc hun' .rijgiel- reoht in de armJem, lag 'ti beeld! op 'dran grond, we moeten het „Verbergan."! De baztembinder gehoorzaamde. „Maar hó© kunaiem We het hiea- varbeigian?" v'roég hij wéifélcmd. „in het koren" commandeerde Justine. „Die akker ginds is van oms"„ En. fcliji was al vooruitgesneld en begon 'hlati gmoemie koren met haar eükkiel af te snijlden. Zij sikkelde, als ging het op leVon ein dood. Ein toen Natalis ei.ndelijiK. aan Kwlaim', had zij reedis een flinke hoop liggen. De bezembinder legd'e heit beeld op dlern gpond' en Jpstine Wierp, er héti afgesneden' konen overheen, zoodat het gelhéel vlardwlaen on der de groene halmen. Zijisneed nog ijverig door en Natalis raalklte het koren even ijverig op. toen da Piransdh'eiu voorbij 'kwamen. De officier herkende in Justin» de vrouw die hem zoo, bereidwillig ge holpen had. Bijl groette vriendelijk 'an reed Verder.. I „Nu, nu bid toeh voor ons, heilige Moeder Gods", bad Justine ytoen zij, zag dat de soldaten bijl de Wonrilerkapel blévlem staan. Hét Zwéet liep; over haar geizicht. Als ze nu eens jterugkivamen en .vroegen waar het beeld gebleven wias! E,n npg steedis viel het Koren onder haar sikkel. En Natalis wferp„ alles op eon hoop en weriflte, WerkteZoo hard hij nog nooit in heel zijn leven gedaan had. Kond de kapel' werd het druk', alles praatte en smaalde door elkaar. De solda ten kwamen naar buiten, keken! rechts en link en reden toen Weg- „Goddank'" jubelde Jiustine. „Goddank Een poosje wachtte zij, nog, toen wierp ziji haar sikkel' neer en bevrijdddo de Moeder Gods van haar groenen last. En nu moest Natialis het beeld wk*r op zijn schouders nemen en vooruit ging helt Weer naar het wóuid. 1 Justine kénde de schuilplaats waar do pastoor van het dorp zich verborgen (hield. Natalis wist het ook en) zo,oi liepen: beidem door de schemering van het groene Wtomd naar hun doel'. Den ."bezembinder liep het Zweet in stralen ovier zSjtn gezicht, Want het beeld was zWaar. Maar hij klaagde hieelemaal niet, vooral! toen, Justi ne hem beloofde„Daarvóór aal zïj iu zegenen Natialis ,en in uWi laiatiste pur z'al z'ij. u troosten en bijstaan.'*. Nog nooit had iemand Zulke Woorden tot den bezembinder gesprokén. En als Justine 'het gewild had ,dan hiad hijj het beeld tot het einde der- wtereld' giedlragen. De pastoor was ho,ogsti verbaasd, toen de Moeder Gods met Jjrstine van de Grom mershoeve en Natalis den bielzlemb'indier in izijn ballingsoord' tot, hem Kwamen. - O, wat een vreugde was dat Voor hem en al de mannen, die ia'hiet Iwtoud gevlucht Wiaren en niet meer naar huis durfden' gaan. 1 i i Moeder was nu in hun midden, zlijj wa ren nu niet zoo verlaten meier. Zïj) bouW- den een groen altaar voor Kaar en de groene takken en bloemten,. die Ziji haar altijd brachten uit het bosch', verwelkten niet. Niemand echlter was zoo tirotiscih op de redding der Moeder' Godls als Justine, ïife vrouw vlan de Grommens'hoeve ,en Na talis de bezembinder. Dc BE. Athanasius dc Groote. 2 Mei De H. Athanasius, wiens leven wordt gekenmerkt door een grootte werkjkraoht, ging zij evein uit, om bij een bloemist in de buurt een ruiker prachtige Maxéch,al- Ndelrozen te Koopen, die Zij in een vaas voor het kopje van Hans plaatste. Zijn lievelingsbloemen zouden hem in hun stomme spraak zéggen, wat z'ijl hem in woorden niét mocht beikiehneln'. Tot haar groote verbazing verscheen Hans tegen negen uur, tegelijk met tante H'anna aah de ontbijttafel. „Maar Hans! Ik dacht Jat je een gat in den dag wou slapen!" „Het ging niet, Greta. Maar vanmid dag haal ik mjjn schade in." Terwijl hij tante Hanna vertelde v|an den brand en de gerad[de meubelen, schout? Margaretha koffie in. Eerst nu ®ag hij de rozen, toen hij aan de tafel plaats wilde nemen. „Zi^n die voor mij v'roeg hij1, terwijl zijin verraste blik' naar Margaretiha vloog. Zij kuikte met een hoogo blos opi de [Wan gen. „Dan Zullen wij eerlijk' de,elan," liet hij hooren, met zijn p'rettigen lach! „Ieder van ons een van de bloeiende !rcd- dingsmédaille®, niet waar, mijn. dapper kleintje!?," s Hi; h'ad de rozen voorzichtig losgemaakt en twee op tante Banna's bord gelegd; een stak' hij iu Margaretiba's ceintuur en de laatste hield hij zelf. Tante Hanna (keek onvriendelijk' naar de bloemen. Mar- 'n Mal|a(ise-ViO|Ogstidl'. iWo 'zullen de pjlank niet z|oo org) ver Jmlisslaan Wanneier we galooven, dat de 'nfeasten Niedsrlanders wel V|aai jnfcaagdem- igeren Maar nog nooit vlan Maagdon)- eiianilen géh|Oiord (hebbwi en ïndiemj dit laatsfe toch 'het gcvW is, dat ziet hiet dan reeds lang, verg(atiein waren. Tpdh bestlapn ze, zijn een ondêrdeél v,an de zoog|enalalmdo Kleinte .Antillen ïen Dgigén ilui de .West, Een Idier eilandjes heet Slt. Lljhtojmta®, wat Ipialar- we vreezem de historie wel n weinig pngelooillijlk zal doen ©c'hijnien., 'pi|a!ar gé kunt ions opj ions woord gplooTOn, dat we de waarheid en -da wiaarheid alietein zullen dienen. Dat eü,and B|t Tbópi|as was vroeger Deansch; e|bt,elijke jaren geleden kwam' het in AmterikafenschJ bezif. Was dit niet gebeurd: geen mtensch zou ooit Imleer van 't eiland 3(t. Tho(m|as gélhóiord hebben. Bpviolkt door een regimtenti 1 zake lijke, reeiateb-zuchtigs iYiankee's ligti, het Vioor de hand, dat nieits zooueer vteaim|eden werd dan het gev,ajar der Veii-get.elihisid. Nu, tolt in lengte van dagen zlal dit Maagden-eilland voortaan in de hierininiei- ring der imtemschlheid vportleybn. Gelijk de vaste landen sukkelde ook' het eiland S,t. Tho|mias mat de malaise. Da Ajmerikaansche bewoner ergerden ziclh nipt alleen, neen ze zkjchten najar een Imiddei tor verbetering: ze vinden het. Hun Ka- anier van Koopihapdel wendde Zic'h1 naar Washington (met ieen dringend vprzoek phiu de Aimlerikaansohe regieering ount de Duit- sc'he lecS-keizer uit te noodigen oifj Kt- Thpim'as te wonen. Er bijlgevppgd werd dat het klimaat Van St. jThpimlas buiten,gp- wioon gunstig was voor een ez-beizer als Wilhelim, is. (Ben edhjei geneesheer had dit verklaard, dus behoefde geen tiwüjjfél aan de wloarheid dier bewei-ingi te rij'zen. Om'dat de Maagdeneilandiers intusschen wel begrepen dat iedereen begiijpen zou, dat do gezondheid van den banneling te Dr^orn de Maagden-eilanders in waarheid niet zoo nïjjp|end interesseerde, TOegdn zij! aan .het rekesifi diei tatededqelingl top,, dat aijj van het v|erblijf! des px-keizérs Zeer zeker een verhoogd Vreemdielingenvei'kéer verwachtten, wia'ardoor den algomjaenen welvaiartstioiestiand weer ,|vlerbetex|en zou. Zulke oprechtheid ontiwapieint. Ontwiapieint zoo terdege, dat ziel'fs de ex-keizier w'el lachen zal o|mi de kinderlïjkihleid wa,a.r|m|ee mén heimi toit een touristen-atjbriajcitie óf keitaisvlexim|akkélïjjkheid olpj Sit- Thom'as iwil imlaken. i Die 'Ajmferikanen tprih! Wfinnepr die de malaise niet weten te versl'aftn, zullen wij het zieker niipt klaarsplejen i UITKIJK. werd geboren omlstreeikls hlöt jaar "300. uit zeer deugdzame ouders, 'die hem rpejefe vanaf den beginne tot het goede opleidden. Toen de jongen wat ouder was géworden, ;werd zijin verdorie opv'oeding pVergiedlra.- gen op den Heiligen Alexander, l'atiar Pa triarch van Alexandrite ,die Athamasius tolt wijsheid en deugd opleidldle. Dit iWelk van deugd vórming werd daarop voortge zet in de woestijn door den vermaarden H'. nntonius, bij wdpn Athanasius de al|ger héele versterving zijner ziinneU leprdle. Tv ruggekeerd hij' Alexander ,nam dezé den gevormden geleerde en heilige 'medie^ naar 'het Concildé van Nicea, waar de hemclsché iwijisheid van Athanasius1 .uitblonk tegen de dwalingen van den k'etitar Arius. In 325 was het dus, dat Athamasiuisl voor het eerst als diaken de waarhiwl vian Christus verdedigde. Na den dóód), v'an Alexander werd Athanasius als diens op volger gekozen op den .Patriarchaten, zfetei van Alexandrië en hiermede heigon ook tevens het leven van strijd en vervolging dat Athanasius onafgebroken heeft ger leid. Telkens was hij; wleer ehkélé j aren in zijn standplaats1, werkte daar- uiti allé macht tegen het groeiende Ariamisme, om dan wederom voor langoren of kórteuen tijd naar verre oorden te WWdén vierban nen. Zoo bezocht Athanasius gedurende ballingschap Klöim-Azië, Egypte en Zelfs omstreeks het jaar 340 het toenmaals zbea- beroemde Trier in Duitischlond. Eten zeldzaam en voor zijn lëvfan Karakteristiek verhaal doet thans ovér Wem' nog de| ivm- de; het betreft een zijner biallinigsneizlen. Eens werd de Heilige achterna g|czeti door de kéizérlijke soldaten, terwijl 'hij in een groote boiot op: de Nijl' vloer. Daar de roeiers van de boot, waarppi Athana sius reisde, reeds uiterst Vermoeid .wiaren en het opL den duur zekér moesten afllegl- gen tegen die van1 de Keizlarlijkéi boot, i garetiha greep haar sleutelmandjé en Ver liet ie kamer. Zijl zóu nu, nu Zaligheid haar hart vervhilde, geen dissonniamt heb ben Kunnen verduren, i HOOFDSTUK X'. H'ans Kéék tante Hanna vragend aan, toen zijn pleegzus je de Kamer had Verla ten. Zo.u het mogelijk! zijn dat zijl nog boos was op Mar-garêt'hia, om hetgeen in den voornacht gebeurd Was. Hij' zettie zijn Kopje, dat hij aan den mand hadl wilLa» brengen, Weer neer. „Hoe goed van u, tante, om de oud» VnouWi een onderdak' te geven.'! Hij( 'fronste het hoorhjoofd Joen de oude dame geen antiwóord gaf. !Wjas er aljweer iets, dat. den vrede ging verstoren!.? „Margaretiha was allerliefst, foen zij gisteren als redstertje optrad," zeide Wij mét warmte. I Tante Hanna trok" de schouders op. „Ja, alsof dat alles alleen uit öhariteit geschiedde'? Ut' ben nooit zekér vian mijn zaak) met Margaretiha. Wie wést, of eu toch nog niet wat zelfvenheerlijlKing ach ter schuilt, en of zijl niet zelve het mieaat va.n all'en terireden is over haart IWierki?" Voor de eersite maal in zijn ilevteni Voélde Hans iets als wrok tegen! do ^uater zijins vaders olppfemén. 1 1 - t (Wordt vervolgd.))

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1932 | | pagina 5