T.
current"
LIM
■UN
oosendaal
50*
>KKE
BAZAR
Tweede Blad
HEERENBAAI
COURANT
ZATERDAG 23 APR»- 1932
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Hallo
Goes,
Jacobstraat.
lebben,
ige Vorststr. 21
in Effeeten.
Goes,
PARTIJ
:IEKANHEN,
N SCHOTELS
IRRENTIE.
Belastingkwesties.
FEUILLETON
Steeds hooger.
ONTSPANNINGSLECTUUR
per
F DAVERENDE DINGEN H
de
O
lam)
Piraat)
Istad)
delft.
353
r Behangsel-
in alle kleu-
|sn en Borstel-
appen. Ook
de bekende
jrima Glans-
•brons. Ruim
terieën tegen
/ERKOOP nog
een bezoek s.v.p.
n welke f 2,00 kosten
T!NG.
markturen zitting la bnt
i Bank- en Effac'.enzakan
ULLIJK. 18174-30
Tenten ™adgevingi®.
Een verkeerde gewoonte. Er
zh'n belastingplichtigen, £6W0|M1 fPb
belas gp g soo meenm
beannveïdieid, f20ft0 inkomen «ven.
Wto.ram? Die belasringpMtogen redemepj
ren als volgtDe Inspecteur slaat mi]
toch reeds te hpog aan. Wiannieer ak
U2.50Q aangeef, krijg ik een aansLag.van
f3000. Br wordt toch -altijd een ±500
boven'op gedaan. Wdji zullen niet ont
kennen, dat zulks niet geschiedt. Ttabbl is
is en blijft het een verkeerde) gewtoiantie.
Men kan toch immers xeclameeren wanneer
men te hoog wordt aangeslagen?, 'Als gij
4 2.500 verdient, geef dan ook' f 2.500 op.
/Wordt u aangeslagen naar f 300.0, reclar
meer dan. 'Eln nu hwren wij de opmerking
reeds maken ,dat reclameenen toch' niet
geeft. Dat is niet juist. Reclamei treft
steeds doel. Maar dan moet men ook-
zorgen, dat men kaïn bewijzen, dat de aan
slag te hoog is. Door middel van een
deugdelijke boekhouding. Wanneer oem be
lastingplichtige niet boekihoudt, is bat voor
de belasting-admipistrabte uiterst moeilijk',
de aangifte te beaordeelan. Dan kan het
gebeuren, dat men geen resultaat beneik't.
Men wijte dit dan echter niet aan de
belastingadministratie. Men heeft daar
aan dan zelf schuld.
Willens en wetens onjuiste
aangiften doen. Nog steeds zijn er
belastingplichtigen, die vermogen en in
komen uit vermogen verzwijgen. Dat is
niet in orde. Hierover, eobbar tihams niet.
■Wij spraken hierover reeds in ons vorig
.Waji spraken hierover reeds in ons.Vorig
artikel. Thans over iets anders.
Hoe moet men tot een juiste
aangifte komen? Hoe moet men,
wanneer men steeds gewoon was -©en
onjuiste aangifte te doen, hierin verande
ring brengen?, Dat is een heel eenvoudig©
zaak. De Miuister van Financiën heeft
bepaald, dat belastingplichtigen een vrij
willig verbeterde aangifte kunnen doen.
Men kan dus voor het belastingjaar
1932/1933 aanvangende 1 Mei 1932
en eindigende op; den 30stem April 1933
een juiste aangifte doen. Wanneer men
dan verder Zorgt, dat men zijn aangiften
voor de beid© vorig© belastingjaren, dat
s4i,n dus de jaren 1930/1931 en 1931/1932
vrijwillig verbetert, is de zaak in orde.
Wat er dan gebeurt, vraagt ge. Niets
anders dan dit: U krijgt navorderiugsaan-
slagen over de jaren 1930/1931 en 1931/
1932. M. a. w. men betaalt alleen na
hetgeen over de belastingjaren 1930/1931
en 1931/1932 is te weinig geheven.
Waarom een vrijwillig! Verbe
terde aangifte. Op grond van de wette
lijke bepalingen ,wordt wanneer de fiscus
vermoedt, dat 'te weinig belasting, is ge
heven, nagevorderd. In de meeste geval
len met dié vdm-vóudiige Verfioogiing, in
den volksmond boete geheet-en Wan
neer aan de fiscus blijkt, dat 'emand
een onjuiste aangifte, deed, dan haW zoo
iemand strafrechterlijk wordeu vervolgd.
Ook kan een strafvervolging worden inger
steld op grond van het feit, dat een fou
tieve boekhouding is ov'ergel-eigd, o:f on
juiste balansen zijn verstrekt. Nu hoeft
de bepaling, die de Minister maakte, tot
gevolg, dat mits ruen geheel eigener
beweging de aangiften verbetert geen
strafverv'olging wordt ingesteld, terwijl'
ook de viervoudige veihöogtLng dio an
ders zeker zou worden geheven achter
wege blilft. Wie zich don ook1 schuldig
weet aan onjuiste belastingaangiften, aar-
zele dan ook niet, maan vatte do ham toe
gestoken hand aan. Zulke belastingpl'iohr
tigeu raden wij ernstig, zeer érnstig z'elf,
aan een eigen-er beweging vmhie,tonde aan
gifte te doen.
Maar do a,a,mg.ift e m o e t vr ijl W il-
lig zij'n. Methet doen 'van i>er Ver
beterde aangifte wacht© men niet. Zjal
men- van de gunstige voorwaarden kunnen
profiteeren, dan moet de aangifte gehqel
eigener beweging geschieden. Zoodra da
fiscus uw verzwijging op het spoor is,
zelfs reeds dan, wanneer het vermoeden
post vat, dat er bijj u iets niet In orde is,
is de gelegenheid om nog vrijwillig! de
aangifte te verbeteren, Voorbij. Stal daar
om) niet uit tot morgen wait ge, heden
kunt doen.
(Wordt vervolgd.)
'31
"ïvv^n' zs® er van Gr,ete3"
w, ik ben nog een beetje in de
wp,r, zie je, het was gek', maar ik schrikte
wer -e ij' van je. lp dacht er helemaal
met aan, dat je komen zoudt., toen je
plotseling „goeden avond f' zei. Ik had
de deur niet hooren opengaan. To© Hans
maak het Je nu eens gemakkelijk Kom
Hij ging naar de tafel en keek verwij
derd naar de boeken ,die erop lagen.
„Wat is dat?,"-
Zij1 draaide de lamp wat opl min of
meer verlegen.
„Ik studeer een beetje, voor mijzelf.
Ik! was 'bezig met Eransohe vertalingen
te maken."
Hij nam de zware studieboeken op, be
keek de titels. Toen greep hij! een grijs
boekje en begon daarin te bladeren.
„Dat is de „sleutel" op de thema's. Al's
ik mijn taak af 'heb en nog eens goad;
doorgekeken, dan vergelijk ik' mijn Werk,
met den „sleutel", om te zien, welke
fouten ik gemaakt heb."
Margareüha's stem beefde een beetje;
zi; sprak haastig en onzeker. Hans had
nu de grammaire zelf ten hand genomen.
„Juist, dat baasje ken ik ook" nog. Eien
Bracht van een taaltje, dat Eransoh. Ik
CHIPPENDALE.
Een historische schets door M. iWi.
Meester Willi-am Hogarth, de beroemde
schilder en kópergraveux zocht geschikte
lijsten voor zijn nieuwlste schilderijen „Th;e
mariage a. la mode", „Eien mode-'huwei-
lijk deze Zes zoo fijna satirische schil
derijen zouden op waardige wijze wonden
ingelijst.
Al wat zijin vroegere lijstenmakers hem
aanbaden, stond hem tegen 'alle ont
wenpen en schetsen ,die zij hem boden,
wierp hij verachtelijk' in den, hoek'.
Rococo eu niets dan die verdraaide
rocooa", mompelde de schilder wloedend',
„Wat ben ik' diie piruUerige versierselen
toch moe!"
'Engeland moet een eigen k'uinst bezit
ten, „to get rid of France" „los van
Frankrijk" dat moet onze leus zijn!
„Meester, Sir Hogarth!" waagde de
kleine Gamble ziijin jongste IWIipg, ver
legen in het midden te brengen, „ikf zou
wel een schrijnwerker weten, die u do
gewenschte lijsten kan leveren!"
Meester William keerde zich verrast
naar den „kleinen David", fta®. wien hij
«tot nu toe nog geen speciale aandacht ge
schonken h;ad. Hij had den kleinen Gam
ble slechts uit plichtsgevoel 'bij' zidhf geno
men, .caudat hij) bij diens vader, den beken
den goudsmid, Elias Gamble, de ciseleier-
kunst geleerd had. Voor het talent, van
den kleinen David Gamble gaf Hogarth
niet veel, misschien, dat bijl mettertijd een
gloed kopergraveur werd, een schilder, v;an
beteekenis in ieder geval niet.
„Nu kleine man ,wat heb je me te zeg
gen?" vroeg Hogarth zoo zacht mogelijk.
Hij was anders gewoon om, als een wacht
meester met zijn leerlingen om te springen.
„Dicht bij ons", begon David Gamble
verlegen, terwijl hij van trotsoh e-eri kleur
kreeg, omdat de beroemde meester hem
gewaardigde iets te vragen, „dicht bij' ons
(wij wonen in de St. Martinus Lane), is
een sehrijinwlerker, Miater Thomas CÉipp
pendale, een arme drommel ,~die een zorg
vol bestaan leidt ,maar- die prachtige
dingen maken kan. Hij' maakt dei meubels
heel anders dan in dien pruil eri'gen Bo-
eoico-stijl. Hij vervaardigt alle meubels
■aLeen uit het Zwaarste rood-.bruim ma
honiehout en ze vertoonen praehtig-vóor-
name rechte lijnen!"
„Hallo kleine! dat is mijn man!" ju
belde Meester Hjogarth. „Je brengt me
direct naar hem- toe." De schilder deed
Vlug Zijn fluWeel'en jasje aan, trok?" da flu-
w-eelen muts met 'n ruk" over de ooren en
vtoort ging het naar de St. Martins Lane
Maar de Weg naar dö St. Martins Lane
was goed twee uur van Meester Hogarth's
atelier verwijderd en Gamble sl'oeg voor
de omnibus te nemen.
Toen de eerste da baste omnibus aan
gerateld kwam, klauterden meester *en
leerling boven op het dak en toen ziji goed
en wel boven aangeland wtaren bl'eek, dat
meester Hogarth, onnadenkend als ge
woonlijk", zijn beurs vergeten had. Gamble
had natuurlijk ook geen cent op zak. De
conducteur wilde zijn passagiers, die niet
konden betalen, Weer van de bus zettón,
toen do schilder vroolijk riep: 1
„HaLo! hallo, dames en heeren, is er
niemand onder u, die den schilder IWiilliam
Hogarth 'het geld v.oor de bus 'tot Si. Mar
tins Laaie wil leenen?"
Oogenblikkelijk gleden Zes handen in
den zak, zij kenden immers maar al' te
goed den grooten Londensohcn meester
der satire. I
Hat geld Werd betaald en Meester Ho
garth en zijin kleine leerling schommelden
met de omnibus mee.
in een buitengewoon armoedig, klqim
huisje was de werkplaats v,a,n Meelster
Th'onxas Ohjpendale William Hogarth
trok een bitter teleurgesteld gezicht, daar
Zou wol n'iets bijzonders te vinden zijn
meende hij, j i i
Hoe aangenaam verrast was Meester
Hogarth oöhiter toen hij d'e wtenkpla-ats
Van Meester Chipten dale betrad! i
De meubels, die hij te zien, kreeg, beant
woordden volkomen aan de eisdbqn Van
Meester Hlogarth, daar w!as da eenvoudige
sehoonheidslijn streng bewaard, de orna
mentiek van 'de rococo sleehits bjojogst
spaarzaam gebruikt.
De meubels- met hun Voornamen een
voud geleken precies opi die meu'belqn dip
Meester Hogarth altijd als modellen toe
kende. De beroemde schilder' was Verrukt,
kan ook zoo'n beetje mee-parleeren, Gre-
ta!"
„Dat geloof ik graag," laohte zij1, hem
gelukkig in de vroolijke oogeu kijkende.
H;et kwam haar voor -alsof alle kleine
kwaaltjes, waarmede zij; zich zoolang het
hart gebroken had, waren weggevaagd,
nui zij hem daar v'óór z'ieh- zag. staan, zoo
vroolijk, zoo ïrisch, too stralend. Zij ge
voelde zich nu weer vrij en licht, al's in
de dagen van haar Zorgeloozen meisjes
tijd. De Hans van toen was terugge
komen, de Hans, die het hart opl de tong
droeg en 'wiens oogen zoo prachtig konden
glanzen. Als 'door een tooverslag aange
raakt, deed 'zijn veranderd WeZen h'et Ver-
leden weder 'voor haar oprijzen. „Wat
mocht hem toch zoo hebben do-en wórden
Zou het zieke meisje, waarover hij! des
tijds sprak, gezond geworden Zijn?,".
Ziji waagde het ec-hter niet, ham dit te
vragen, bang, dat ziji misschien de Ver
keerde snaar zou; aanroeren.
„Waar is tante Hianna?,'"
„Naar haar naaikransje. In het begin
van den lou-wtijd ging z'ij niet, maar nu
Herstmis voor de deur staat heeft zij! toch
ee.n handje willen meehelpen."
„En jr,
„Het zijn -allemaal oude dames," ant
woordde zii vlug, met een vleugje van
haar oude ondeugende scherts. „Daar mag
ik met hu, wezen. Ik 'heb mijn eigen pro
tégéetjes!"
Zij pakte haai* boeken bij elkander en
hij prees de weiikan van Meestem Ohfp|p)eji-
dale buitengewoon ©n deed dteëot W groo-
te bestelling. 1
Terwijl beide meesters zloo opgewonden,
onderhandelden, hjeld eem elieigaute equi
page stil voor 'het huisje vlam Clhjplpendale.
Een buitengewoon sohoone dttrna sltapte juit
en trad de wenkplaaks van Meester Ckipi-
piendale binnen. 1
„Ah! de schioone Miss Siddons!" mom
pelde Meester Hbgai'tk verrast.
„Ik wilde alleen maai- vragen, wanneer
mijn slaapkamer ameublement -eindelijk
klaar zal zijinj, vroeg de kna-ppo tooneel--
speelster. i t
„Volgende Week, Miss Siddons, volgem-
do wpek zieker.!" anhwloordd-e Chippendale.
„Maar dan moet u eindelijk" eens wooi'd
houden, meester!" schertste Mis Siddons,
want iedere wieeik hebt u eem andere uit
vlucht. Nu eens is het hout' niet droog
genoeg, dan weor ontbraken u de huiitem-
land-sche houtsoorten en biet ivoor, dat
er door meesterhand iu gelegd moeistj wór
den!"
„Kijk eens hier- Mis", antwoordde Mees
ter Chippendale goedgeluimd, „voor ziop'n
parol der schepping, aooals u bent, wjl
ik- slechts een waardig ameublement ma
ken!"
„Ei! vindt men ook' vleiers onder de
eerbare meesters van jhet 'handwlenklla-dh-
te de schoone Miss, „maar u bent geen
h-aUdwerksman, u bent ©en kunstenaar, bij
de genade Cods!" i i
„Bravo! Dait is gioed gesproken!" riep
nu meester Hogarth, die zich tot nu toe
op den achtergrond gehouden had.
„Hè, wien hebben wie daar.?," vroeg
de tooneelspeelstar nieuwsgierig. „Ah!
IGoeien morgen meester Hogarth1 Wot
doet u hier,?,"
„Op dit owgenblik 'beklaag ik mezelf
en mijn penseel, dait h-at slechte satirann
maakt. Ja, nog meer, ik' benijd mijn col
lega, Meester Gainsbourrough, dat hij! een
zoo schoon model, als u, Mms piddons,
bezit."
„Nu wordt het m'e toöli, wel ol 'te erg
hier in dezie werkplaats, ik Vlucih)t naar
mijn tooneelrepetatia, maar Oovent Garden-
Vaarwel! meesters der hoiogere vlteiktunst
Meester Hbgarth Wordt, toch niet ontnoiuw
-aan uw' devies„All beauty is truth
Good by!" {„Waarheid is sch-oo(n(h!eid
Vaarwel 1")
En de sChoono tooneelspieelater glfeed
ruischend naar de waoh|teiude equipage.
Meester HJoigarth koos nu zdjiu lijstern en
de. beide meesters kwiaanetn overeiem, dat
't gladde, roodbruine mahoniehouten) moes
ten zijn mat een smal goud-en pandje als
eenigs vensilgring.
In een minimum van tijd had Moester
Hogarth Clhip'pendale beroemd gomaakf-
Ieder Vermogend ariisbocraa-t en iedere
rijjko burger van Old England Wilde voor
taan door niemand dan dén. reehtlijnig'en
Meester Cbippendal© bediend Worden.
DE INBREKER.
Zr. Iimlelda had do wacjbt ppj dei kinder
zaal vlan 't groote, ziekenhuis „Sit. Aga
tha?. Geruisc!hl)O0s heg zei heen. en weer
P(in: alles voor dep. naent gl'ereed te) mlaken.
i Bij, negtem was 't. i i
Die kleintjes jm|0|esten nu gaan. süfatgKu,
tenjmiinste '.t, ppoiheieneji. Epkole stuimj-
pierdjeis hadden te vepL p|ij|n en lagpn, miaor
te wioielen in hun !witte bc|djeis.
Zr. Imlelda liepj aafu- 't raain|, om' 't
te sluiten, 't was nqgj pl f|risck, ze kon
bet-er da gangdeur open zetten. j
1 't Haanf omiaagi schuivend keejk!. f»
naar het 1rij|be(h|Oorende ï-usthuis, „huizie
Lucia';, a)an Üeu overkant. Iu da vallende
schejm|er kon ze- de wittel tuinmeubelen
nog- evicn ondqrscheidfcin.
Ze keek' laugi de hoogq na(m|ein nhpr
't roode dak en inepns Hok' zei hahr hón
den van hqt palam', pil len bleef roprtopS
staan.
Zag ze 't gpied???, N-eo, imjalar dat kon
toch niet? En todh 't was zoo! Dplar liep
reimiand op het dak. 'n Dohklai'o glesfölte,
schui'felond, zoekend, nu voor- dan aidh-
twuit. En toen - ze bedroog) zich todh
niet, 't ward al zoo schqmjerig!, nae malar
't was zoo 1 toen zag ze de ged!a(a,nt|o
door een der ra|m|en Ve|i'dw!ij(nen.
'n Dief dus, >n inbreker.
Zr. Ijmjelda stond 'n oogienhlik, niet
wetende wat te do|en. Diou vloog! zq de
zaal ialfl, de gang door en belde „Lucia'; 053.
„D'r is >n dief bij- jullie iu huis, te
inbreker! Boven door 'n raaim geklom-
Juen.'i
,,"n Wat?;' vpoeg Zr. Anselmp,, die in
nam ze onder den arm.
„Nu mp,et je mij- een oogen-blik esou-
seeren, Hans, ik ga even naar 'de logeer
kamer kijken „dau is alles klaar als
tante komt."
H{ knikte 'haar laohend to-e en keek
haar droomerig na, toen zij mot v-luggjen
tred de kamer Verliet.
„Vroplijk'heid staat haar tooh! een b»iel
beter dan die afgemeten ©rast," mom
pelde hij, toen zij wieg was. „Maar zijl -ziet
er niet goed uit. Ik zal haar wat hie-
matogeen gevieu."
Hij) had dus inderdaad -zijn plan vol
voerd om opigewekt en vroolijk' bij tante
en Margreet pp hezoek' te gaan. Maar zóu
zijn wilskracht alleen voldoende zijn om
overal de lichtzijden op te sporen? Wie
k-c n het -zeggen Vandaag wiouj hij echter
licht en luchtig voortstappen en allen
dwingen met hem vroolik te zijn.
Hij moest en hij zoui ziohi vrijmaken
van don last, die op 'hem drukte-
Hiji liep de kamer een-s door en keek
naar een -en andor- Was er iets Veran
derd? Neen, alles was nog net als v roe-
ger. Alleen hier, dat boekje mat blad
planten, naast het r-aam; dat was nieuw.
En daarginds, die tweede plaaits aan het
venster, dat was stellig Margaqetha's
plaatsje. Een hoek lag op het naaitafel-
tje, naast een pashegonnem bneiWierkjiei
Hijl n-am het op: „Zijn ik." V-an Eimil
Roland.
„Zi,n ikii" De letters begonnen v,oor
,Lucia'i voor da telefoon zorgde on dacht
dat ze 't verkeerd yjerstiond. I
,,'n Dief! Vlug nu, zeg ;t tegen da Moo-
der. Ik heb zeil] gezien dat pr 'n im|ap
in kloar-'i 1 1
Zr. Anselma liet V(0n schrik den hoorn
vallen, keek angstig opf °f de dief so-mis
al in deze ka-jaer wlas en hpjldq toen n,a,ar
de kum|cr van do iWlaarde M|0iedqr. 1
Moeder Geraldine zat 'aan haar schflijD
tafek
„Mi'ooder'i hij|gde de verschrikte Zuster,
„er is 'n man in huis, ;n dief! Zr. bmjel-
da heeft oigg'ebeld, die beoft 't gezien. Hij
is boven.'; 1
/Heeft zo dat werkelijk goed gezien
inilormeerdei Moeder Gcra-ldme "kajlim;. Zo
liet zich niet zo,o .|gauw van ihkar stuk
brengien, ofschoon ze: dit geval nu niieit
bepaald tengjenaa|m' vond.
„Ja, heuscb Mopder, Zr. Imlelda zag
't toen ze het xaa|m sloot.;;
„Ja, Wat nu?'; vroeigl de Mocdjer zich
af'. ,„Ik |mloost de p-olitia tm|a|ar opbe-Il(en,
w,ant w|a,t beginnen w ijnu togpui zjuo'fn
imlan. En de imiaunen, die wijl hipr inl pjqu-
sion hebben ziijin ziek of oud, daar heb
ben we dus niets aap.'; j
't Politiebureau werd oplgtebejld.
'He 'Zusteps, dia zich na 't
bed, dat juist was fa!f|g|eloopjein, tor ruste
wilden begeven, durfden geen yan allan
naar bed te g|aan. E-u opi da _slaa)piza(l|e|n
waar 'altijd onder alHa öm|atandighed|e|il
het strengste stilzwijlgen hqwaard werd,
was 't nu ;n idrukte v,ap belang!.
iVjijif injnuten later hield er te miojto1
mtet Zijspan voor huizie „Lpcia'i stil en
twee politieagenten kw,aim|eiu binnqu.
Enkele otudie da|m(etj,e|S, dia p-pgstig ooi
den hoek van (h|un komlerdeur kelken, heu
ademden. Gioiddank, nu wlar-en ze veilig!
't Heele huis imjet z>_n vejl© ka|mlers, kjaeton
en keld/er werd af!g|9qqcht. (Gjaen sipopr yap
te dief te ontdekken,.
1 „Kijk aog eens, agenten'; qmfqeikte er
een, ^hiyl is cr im(mfers, andlqns' zo(ul 'do
Zuster 't niqt Zeglgen. HijI kan zich w'ei
'zóó verborgen hebben.';
„Ja (mlap?; zei een der pjolitiletajgjesnten,
„ilr zon eerst wiel pens leven die rustier wil
len -sipjrCkep, die dien tojm hipr Éeeft zilen
binnenbaan, |misschiiein klap rijt pps pii|-
kele aianwij'zingien gevlejn. W|q zUjlen er
evein hqen gaap.'; I
,/Nee imieneier, nipt allebei wégg!alan.fl"i
zei verschrikt 'n pud „vlrouwtje. Bihjtfi esn
yau tweeën hier! Als de dielft oens kwalmi
tejrwijl n weg! was!'; j j
„Nee, niet saimjen wieg'; herhiajalde de
oude huiskue-clht. „'Niet dat i& bapgl ben,
n|og voor -gepn vfij'f amlannen, m|alar fapt er
toch Imiaar liever één hier biijVen.'; 1
Zpo gjng dus één van de pjalitienaiglenteP
naar „fcjt. Ag|atha'; en daar woest Zr.
Ijmfelda hqmi door weiik pa|arn' de man was
binnengegaan iea ze beiv,e|Stigjde ho|g|m|aiaJs„
dat ze. 't werkeljlk geziiep. had.
Jpist toen hij ",uit ,„S|t. Agatihja- terug
kwa|ml iwcrd ier gebeld en 'kwaima11 er npg
twee pjojitieagehtlen binnpn.
„We hebben beriöht ontvangen'; vler-
telden ze „dat er 'n krankzinuigq uit
't gesticht ontvlucht is. Nu zou li best
kunnen -gebeuren, dat di-ei nu hier binnen
gestagen is. En oiridat zulke kjanteu nog
al pais lastig)rijn, koimien wij ook; nog
te handje (helpjen-^
Nieuwe lea n,og| grop,t,era consternatie!
te Krankzinnige ia huis! Pia'S inpg veiel,
véél -erger dan te dief. ARerled gciezeJIigo
verhaten wierden |Opjg|enakejld, wlat de ge-
m|oodierea nog angstiger im|a|hktein.
Voor -de twoade imlaal werd 't huis vfan
onder tot boven doorzocht, ftohter kisten
en dioozen werd gekeken, allo oude ro|m'
wiel op| zijl geschoven, miaar woog y|ond
Wen niets. -
,/EJr is nie|m(and in hujSi dat is labsoluut
uitgestoten'; va-klaarde da inspecteur, „üjb
denk, dat de Zuster 't verkeprd gezien
heeft, (misschien door de söhem(qrin|g mis
leid, anders kan ik) 't soja niet werHlaren.
Als er werkejlijk iqmland ingeld|0|m|m;en wlas,
hadden we 'lm! gewonden, want er uit kon
hjj! niet, daar ik 'n pjanr wachten in den
tuin gezet heb. Ik zjou nu imiaar gerust
gaan stolpen Zusters, or is heusOh|ge|en
redeu -o|ia' langer angstig te zij'n. j'
Bescliioiuw dit avontuurtje nftor als te
aardig verzetje, 't wlas weer cous iets af
wisselend iu de rustig© 'eflaex van ,u,w
ktooster.'! 1
Do plolitie-agenten vertrokkèn.
Rustig gaan slapen. Ja, dat kon de
pólitie goed zeggen! 't W-as- wiel zón, 't
huis was tweewjalal doorzodlR en er was
niepland gevpnd-eu. Malar Zr. Imclda dan?
zij'n o,ogen heen ,en wtoer te huppietan en
schepen ook grooter te wlord-eu. Vreemd!
Onwillekeurig schoten hem Eemmin's
wioorden vau onlan-gs {o binnen, topni d-e
kaqitein gpsproken had ov-er Zijn, S-ohoe-
'hen-subj,ectieve Wij'ze v-au l-ey-en. Iets als
nieuwsgierigheid gpee-p hem -aan, om te
'welen te komen ,w-at dat „Zijp ik" eigen
lijk te beduiden had.
„Bet meisje leeat te v-eel. Ik moet baar
eens de leviten lezen."
Hij stond nog met het boek in de
hand, toen' Mangaratihia we-er, binnen
kwam. 1
„Zeg eens, wat is dat hier voor ©en
vreemdso,ortigen titel.?, „Zijn ik". Wiat
beteekeni dat toch?,"
Zij keek' over zijn schouder in. Ih|eifc boet
en kon niet aanstonds de juiste Woord-en
vinden. 1 i I
„Nu?."
„Zijn ik" heeft in dit geval betrekking
op iemand een man did aelfzuohti-g
is en zich niet lo,s kan m'aken v an maat
schappelijke vooroordeel-en. Hij' vlerliest
daardoor de liefde van een meisje, dia-t hij
zielslief heieft, maar
„Maar'.?,"
„Hij zeilt zijn geiuk voorbij', zooals de
schrijfster zegt. Het meisje wij-st hem af,
omdat zij heeft laer-eu inzien, dat hjj
zich toch niet zou- kunnen vrijmaken' van
„z-ijn ik". Hij is bang voor het oordeel
der mensohen, terwijl zij moedig fr.ont
durft te maken tegjenower de wereld. Z'ij
Vi pond.
ECHTE FRIESCHE
o-|
20d.perons lOcf.per'/zons
cz
Ze had 't toch jmfet -eigen oogen gezien.
De dapperste, bewpners van huiaq „Lu-
,cia'; trolrzen zich 't qerst in ihun k|a|m|ers
terug, maar de landere .w|aeem. nog nfet
zoo geii-ust. De OiUde dajmjetjeis gingen einde
lijk aDgstig wqer najar haar vertrek, aliotmu
Z|0iig|vuldigde dqur en te paar stlajppaL^!11
de tafel -en wat ^t|0|a^qn noo-g. voon _<lq
deur pp. 1 1 i i
't iAas intusscheu tWiEtolfl iuur gjewjor-
den. Laa,t, vreeselijk laat yjqor te klooster.
JL>e zusters zpmten nu toch ook pilaar
naar bed gapp. Maar toph was de SViaprdq
Mpiëder opk nog nie|t ho«|le|mjaa(l gepustge-
steld." 1 I f .- iI -
J e kpp nooit weten, j I i -
En toen ze -e,ven later nlar bo.vten gipg
dnoiegl ze 't geldkistje,, dat nltijjd in haar
kaimler stoh-I '"a00 en sMitei 't in hahr cel.
En de rector haalde uit de klapplj de
kelk ien da monstrans en wat ©r verder
nog voor kostbaars wlas en sloot he(t zorg-
vuldig weg in z'n boekenkast.
En -de (nfaeste zuster, vppr z'a in bed
stapten, ke|k|en hei(tn|eiHjlk nogi^ven ondep
't iedikant. -1 t
Je wist 't Ma/V hi®'- te iWias z-opfiu rara
#1- i 1 I - -
D©» vojgfendcn jnóngi61! toen pew Jcr
zuster uit „Lucia'; de w&srih p(g tetet
bleekveld uitspjreiddcj, vjopd zei te rood-
gestreepite kaatsbal. j
„Zekér van djat wjeisje v|an hiernaast'^
dacht ze -en rhejgj 't dienslpleasjei Pjm) 't
haar te vxfagfen. 1 j
„O- gelukkig zuster dat de hal terecht
is.' lachte ;t wpisj'0- Onze kleine Ansje
was /ontroosthajhr over hqt vjeadies vau
haar blad. Gisterenavopd kon Ze èr niet
van slappn ©n Hag, ze te huilen in -baar
bed j-e. Tppn is de kniqcht o|mlteegen uur
nog op 't dak gejktoimjmieu p-m. to zoeken,
w|ant.';
„Op 't dak zegj je? vrpiGg dq ?-ust)er
haa-stig. I, - -,
„Ja, want We dachten, dat de bal daar
op terecht gekojmlen was.'; j - j
't Meisje wilde nog verder yertelien,
unbar de zuster Was pl wieg). Op 't hol
letje ging Ze 't huis in, naar de Wlaardo
Moeder. j
„Is er weer te dief vroleig1deze al
lachend, omdat de zuster z'oo'n ih|ap|S|t
had. i - 1
,/Nee Moeder, tmlaw 'fc hleib hieM 'ge
vonden. Bijl d-e bunen hiernaast is gistetneiu-
avond de knecht op 't dak g|etklo|m|m|en
0|m! te bal te -zoeken. Dp,t hjwfft Zr. Imie|ldla
natuurlijk gezien. Ofl ze nu te schaduw
van heimi ofp ons dak heeft gfezien, of dlat
ze zich in 't huis vergist iwefti - wat
ge|m|akk(eilijjk kan, daar 't al donkjer werd
-dat wqct ik niet, (mhai- 't raadsel is
opgelost.'; 1; I (1
"'t Nieuwtje dat d-a dief |ontd*t wös,
werd gauw vepsrpjaid en tla Im^esten wanen
bffijl, dat 't geheimI pwtlhvid wlas.
Zr. Ijmielda i
nl hióld ze ook vol „d
gfezien had';, ier w,as niamland imleieir, die 't
gielodfdci ion de rust in huizo „Lucia'; w,as
W-eer geheel hjerstald. j -
Gruienvm-r. j I
Ja, dat ik ooit nog 00ns over. groenjvóer
zou móeten schrijven! I 1
Eens in (mijh le/Vqn heb ik ©en trap) v|alu
te Koe Iglqkrogeu en ben voio-r da rest nooit
m'ecr imlet landhouw- en Voetedlltziaikjen in
denkt en iiaude-lt grooter dan hijl ©ui kan
zich niet voldaan achten met hetgeen hij
geluk noemt."
Hans sloeg het boek driftig toe.
„Liram, larupi! Bet heldinnetje houdt
dus al bedsermoenen, vóór het huwelijk.
Niet waar? Nu„ stil maar meisjelief. Ik
begrijp wel ongeveer wat ja zeggen wilt.
En als je het boek! uit hebt, wil ik' Eet
graag eens van je te leen hebben."
„Goed, Hans!"
Haar hart klopte v-au ontroering- Haar
wangen waren donkerrood.
O, lieve, Hemel, als het Vanavond zoo
eens mocht kunnen blij-ven en tante Ha-
na eens geen dissonn-anfcen mocht laten
nooren.
H-ans wierp zioh in tante's leuningstoel,
bij' de tafel en greep een krant. Marga-
retha trippelde af en aan, bazig om de
tafel te dekken; het was haar of zij:
zweefde, zoo licht was haar het hart.
Wat kon-den een hartelijk! w-oord, een
vriendelijk woord tooh niet -al doen'?,
Zij- moest z-ichz-elve gewield -aan doen,
om Hans niet te laten blijken, hoe geluk
kig zij z'ioh! gevoelde. Als hij- nu] eens
altijd zoo bleef; als de oude, heerlijke tijld
eens terugkwam? O, zij 'z'oui hem trouw
terzijde blijven; zij;n kameraad zijn, evón-
als vroeger
(Wordt vervolgd.)
geducht gepjtelagd an
„dat riej 't todhf hcusdh