R.O.-FILM ATRONAAT feningen N HAM" en herder's brood Gekleurde Kaarsen geen kiespijn - koortspoeoers; f in het kraaiennest ISEN R REST Tweede Blad i ontspanningslectuur langer, LINTVELT ARS". I). M. BROEKSTRA ÏCHÊ COURANT DAGES NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT ING KUNSTVRIENDEN" voering van en fijn Vleeschbroodje voor slechts 6 cent. Öpruiming ja 5 cent per stuk. feuilleton Steeds hooger. f JL i at ïe het huis van je Vaderen 1 TELEF. 168 LAGE PRIJZEN „TPPflAS 16 APRIL 1932 n» leer en de practljk der solidariteit. g""en op de „so- "ffk bi>a ëT stuk' lezoa' «n Opvoering aanhooren vOn sociale o®"1?.- of het woord „solidariteit" bij herhaling. naar voren. Til zoo teuJr 611 adge™®611 13 heti S10' JL het woord geworden, dat heit ,i niet zonder Zekere spotternij hn betreffende begrip hééft vterptersoon- Kikt in de uitdrukking „Toontje Solidair Of echter aan dit begrip ook praotisdhe inhoud is gegeven'?, Of de solidariteit oof wjordt beoeiend ca beleefd met de daad? De solidariteit bestaat m de plicht der onderscheidene deden en groepten van da maatschap» om bij de yerziorging der eigen belangen ook rekening te houden met de eblangen van andere groep» yn van het geheel der sociale samenleving. ;Weteu aan de beoefening dezer pl'tóhShft matige solidariteit ontbreekt nog ontzag lijk veel. Ondanks 'het schermen, altoos weer, met de lenze der noodzakelijkheid van solidair handelen in het maatschappelijk verkeer. Dit kan ieder ruit eigen ervaring consta- toeren. Want voortdurend zien we diverse maatschappelijke groepen, op eigen voor deel bedacht, den economisch» strijd aan binden tegen andere groépeln' der samen leving, of althans dezer belangen eöbadeü zonder genoegzaam gewichtige redenen. Terwijl ook door leden eener zelfde sociale groep telkens Weer praktijken wor den toegepast, die vloeken tteglen dien. geest en de plicht der solidariteit. Van een en ander is niet het minst de middenstand de jammerlijke dlupe. Het kan niet worden betwist, dat in breede kringen der samenleving een on verholen sympathie leeft Voor den midden- En dat herhaaldelijk tot uitdrukking wordt gebracht een geVoel Van spijt, dat het bestaan van den middenstiainid' dhor het kapitalistisch grootbedrijf zoozeer wordt bemoeilijkt. Alleen maar... l:aat denvergrootemeer derheid 't hij deze mondelinge! Platonische liefdesverklaring enhandelt in fla- gramten strijd 'daarmee. Ook geestelijken en religieuze® biet zij hier in vrijmoedigheid gezegd gedra gen zich voor een beduidend deel op Idlit punt niet, zooals we redelijk enwijZe van hen zouden mogen verwachten. Ook daar wordt vaak geklaagd oVer de dreigende vernietiging Van den midden stand. 'En toch wordt ook luit dia k'rimge® braaf meegewerkt aan de tohpediee/ring van van den middenstand. Oceddeels onbewust, het mogezoio zi„n. Maar daarom niet minder reëel' en wer kelijk. En dat geschiedt nog wel. niettegen staande diezelfde miididlenstaiJdl, tdjoor die kerkelijke overheid bij herhaling en in 't openbaar is gekwalificeerd als de social) groep, die het rijkst id aan! priesterroepin gen en die het diepst en het trouwst tast in do beurs, Zoo dikkvïjis op hem! een be roep wordt gedaan om gul te geven vbor aiierhhaade godsdienstige en liefdadige doeleinden. De betrokkenen mogen dan ook w'el bedenken, dat hoe meer mede door bun toedoen de middenstand! vterzwhkt en afbrokkelt, daardoor tevens uitdroogt de bron, waapudfc tot dusverre in zoo ruime mate voer de bovengeschetste doel einden Werd geput. En dat op die wijzle het gemis aan soli dariteit zich wreken zul aam hen, die ver zuimd hebben deze solidariteit tegenover bun trou|wlste en kraahit-jgiste helpers te be oefenen. JWaar in onzen kring nog het best de beteekenis van het behoud Van den zelf standigen middenstand Wordt begrepen, ligt op dan Weg van onze Room'sChe mid denstanders om zich! steeds breeder en hhetfhter te opgamisearem in hun. katho lieke stand- en vakorganisaties om zóó daadwerkelijk' de vruchten te plukken Van deze sympathie en diit begrip. 0. den loop! der jaren heel' wat lagdalenastr., Goes April a.s., in „SCHUT- ukelmarkt. Kindervoor- itrèe f0,10. Avondvoor- itréele rang f 0,60,. 3e rang f 0,35 |asting niet inbegrepen) April a.s., in de zaal DEN BOER. kg 3.30 uur, entrée f 0,10 Ig 8 uur, entrée 10,50 pasting niet inbegrepen) 18 April a.s., in de |;AAL. Kindervoorstelling 0,10. Avondvoorstelling 0,20 (pl. bel. niet inbegr.) pril 1932, avonds 8 uur. 'hiel, leer. H.B.S. HET BLIJSPEL IJVEN 0,50 (pl. belast, inbegrepen)» uitvoering nA de Hoogmis. aanstaande om 8 uur. belasting) Plaatselijk Crisis-Comité. BAL. (30) koopt voor 12 ct. per ons ergens fijner ALLERHANDE lOEKJE, „bereid met room- oter", dan bij ons. Een heerlijk Rozijnen- rood voor 34 ct. p. kilo, Lekker Krentenbrood oor 34 ot. per kilo, of 1ste las Melkbrood 20ct.p.8ons. laakt uw kinderen sterk en groot, van een partijtje Koningstraat - Goes. Zenuwkoorts, Spierpijn en Fleuriclin in het hoofd, Influ- enzapUnen kunnen blijven bestaan na het gebrnik van enkele van H VAN AKEN, Apotheker- Specialist te Selzaete. Prijs per doos f 0,60 Eischt rond het doosje de hand- teekening ,11- van Aken Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten. Importeur SCHULTE THIEME Postbox 55, Middelburg. DE BRIEF Moeder Dingemans, de pachteres op de Sparhc-eve. had het, dien avond, voor de 'zeoveelste maal aan den stok met! paoliter Dingemans ,-haar man. Hiet ging natuur lijk weder over hun zoon, hun éénig kind, dat ze beiden beminden als het lioht h,unne roogen. Ze waren getrouwd toen ze beiden reeds in de veea-tig Waren en die zoon, die in hun gevorderden Ouderdom kWam aankloppen, werd met gr.oote vreuigde ontvlangen op de oenz'ame hoeve. Jegens zijn Zoontje Weird de te- riggetrokken stugge boer spraakzaam en zacht, en de boerin verwaarloosde heur werk in de hoeve, omdat Ze gestadig met kiemen Nardus op den arm stond. De beer, die anders zeer, gesteld was op orde en regelmatigheid,, had haair, echter nooit een bitter woord toegestuurd, omdat het do schuld was van Naardje. Wanneer de v'roulw er ovér klaagde, dat. ze maar niets kon. afwerken! meii dien kleinen „bleiter", antwoordde de boer, dat ze vooral moest zorgen dat da k-leine jongen niet huilde. 's Zou niet gaarne hebben dat hij een „bl-eitgezieht" gaat trekken. Naairdje groeide op en bezorgde vader en moeder heel Wat slapelooae nachten. Allo kinderziekten maakte hij- mee. Van roode koorts was hij' Zoo ziek, dat de ge neesheer voor bet leVen Van het "jongs- ken niet kon instaan. Toen liep de boer huilend Zijn hof in, en kreet' het luide uit tegen zijne twee oujde knechten, dat hij het niet zoui overleVen, indien zijn zoontje moest sterven. Het Ventje genas en werd een flinke, mooie jongen1, krach tig van ohulw en helder; van! verstand. De pastoer van het dorp drong er bij! den boer op aan, dat de primus der school, Naardje Van de Sp-arhtoVe, Voort stu- deeren zou. Hij ma,g genoeg!, antwoordde d'e vader. Voor 't geld moet bijl 't niet laten en als het voor zijn gelukt is, dan zullen zijne moeder en i'k ons verdriet wel te boven komen. Het zal Voor ons erg Z(in, Wem jaren te moeten missen. Barnardus deed zelf rijm keuze en zei vlakWeg, dat 'hij! boer zou worden lijk zij® vader. Dat was gesproken naar va ders wenseh', en pachter Dingemans was den koning te rijk, wanneer hij Zijn blo zenden kloeken Zoom bekeek, die hiet 'hoofd niet hooger wi'lde steken dan z'ijin vader. t Nardus hielp boeren en in heel Vlaan deren Waren er wel geen, gelukkiger, mien- schen dan het Klaverblaadje vlan drie der Sparhoev-e. -Maar dien avond dan 'Kadiden Ide pachter en z'ij® vro,u!w ruzie om' den jongen'. Hoe kwam het toch, dat den laatsten tijd de vrede uit d-e SparfejeVa geWekten was? De jongen liep met Wet hoofd naai den grond en sprak 'haast geen gebein'edijld woord. Wanneer hij, er was, dan, spraken zijne ouders ook niet ,maar Wanneer hij den rug gedraaid 'had, dan krakeelden ze dat de woerden1 tot opi de messing te hoe ren waren. De twee oude knechten schud den 'het hoofd en zuchtten. De twistappel was echter niet te vin den op de -hoeve 'Zelf, maar-Bernardius had kennis met een meisje dat 'ham niet paste. Sedert een paar jaren Wlas in 'hiet dorp een 'hotel gebouwd, een modern hlotej! met badkamers, pusttuin, wandelgangen buiten op de eerste, tweede en diepdei yen- dieping. Van die 'hoogten ovemsehouWde men Wel 't mooiste landschap der Kempen. Vreemdelingen verbliezen er in den zomer en onder de vacantie 'Waren allle. Jsamleris e|n 'kamertjes bezet. In dit vreemd'elingenlhpds diende een zeer mooi meisje. Zie was van verre gekomen, pit het Walenland, v'an over de Somber. Ze verdiende hoog loon. omdat ze Werk'z'aam wlas en- er den slag van had de vill'egiatuurgasten in 't Framsch aan te spreken. Tegen, die bewo ners van 't dorp swatelde z'e wat- gerad braakt Vlaamiscb, dat, met de noodige glimliadhij.es onderlijnd, zijn bekoorlijkheid niet miste. Wanneer Riosette een paar maanden in 't dorp Woonde, had ze lie verds bij de vleet, aan eiken vinger één. en op de kermis stonden, de boerenjongens vechtend tegenover elkaar bePwilfe van mooie Rosette, die 's anderdaags, licht zinnig en Wi-spelturig, met kermisgasten van naburige dorpen flirtte. Ten laatste was het echter algemeen bekend, dat de groote Voorkeur Van hét meisje ging naar den jongen pachter der Sparhoeve. Daar de jongen tot oVer de ooren op het mooie Walinnetjé Verliefd R - 28. Mass had de tanden op de onderlip ge- .ea sl°nd daar schijnbaar rustig maarlu 'werkelijkheid alle moeite doende 001 web bedaard te houden. la je verzoeken mag, Dolf, wik J Woorden. Van malle praatjes is bij Eurri.fi) fPra^e geweest. Hét heeft mij Potuil- ."erkaopen en dat je besluiten lirrn-pn i°D'ge brachten braak te laten 1S6Öou* kl<idikkerablauwhetX br°6?er t"e' CM zichtbaar; ^^IXenZ jjbent een lompe, groffe tUü™' R „Pas op, Dolf! Je bent u., j en dat pleit verzachtend, maa/nndeJ11 I „Anders?" hoonde Dolf. «uaers.. n'rancisca. Tas ap haar mai1 toegesneld inOch, manlief wmd je nu niet meer on ^ans heeft het immers zoo kwaad niet bedoeld; dat zegt hij 'toch zelf!" ,1 «tiet haar onzaelit Weg en Shkten11^ d® Ufel> dat'de glaz'ea ■nniinkten. De jonge vrou(w) schudde nu Hans bij beide schouders: „Mijn Hémel geef hem toch een vriendelijk Woord Wees dan toch de minste, stijfkop! Moet je dan alles in de War brengen? Je han delt slecht, heel sledht, dat Zeg ik je!" „Ik ga heen," zeide Hans. „Het is mij niet mogelijk' mij' met jelui te Verstaan, Misschien, dat je later je fout inziet, maar op 'het oogenblik ben je niet in staat om reden te verstaan." Het electrische licht van de booglamp, achter het geel zijden scherm wierp een vaal schijnsel ovler Dolfs zenuwtrekkend gezicht. „Denk dat niet! Ik weet heel goed, wat ik! zeg. Ik ken mijn Waarden broeder opperbest. Wie geen zin htepft. naar rijn pijpen te dajjsen, die „Halt!'" Wie 'had dit gezegd? Het had door de kamer geklonken als een vraeselijké be dreiging. Was het de stem v'an Hanis geweest? De uitwerking was al-s die van een rotsblok, onverwachts neergeslingerd tussc'hen een troep, twistende menschCn, die daardoor van schrik en ontzetting verstommen. Hét werd stil in de kamer. Hans toefde nog een oogenblik met de handen vast ineen gestrengeld in de post van de vleugeldeur. Kraneisoa schrikte van rijn blik en zijn bleekheid, toen verdween hij, met oen harden slag viel de buitendeur achter hem in het slot. was, werd het' tusschen lien eene eoht gemeende vrij'age. De jongen sprak! er met zijne ouders over. Deze stonden echter Zeer wantpouiwig tegenover 't meisje ,en er was rieden toie. Had de oude pachter niet gezien, met eigen oogen, boe onwaardig ze zich ge droeg met jonge vacantieheKrijes. De baas van het 'hotel, een man, die zelf nooit naar de kerk ging en door de dorpelingen voor een „geuis" werd uitgemaakt, had aan paohter Dingemans niet veel goeds ovér het meisje gezegd. 'Ernl'in, 't is een jonkheid en van do modernste. Ze is voor geen klein gerucht bang. Maar voor beur dienst is ze „par fait" en de rest gaat me minder aan! Al dus oordeelde de hotelier. De pastoor liet den p'adhter roepen en zei hem zooveel, dat de ongelukkige Va der er puur van Verbleekte. 1 Mijnheer pastoor, i'k' wieet het zoo goed, maar er is niks aa.n te doen! W;e hebben het hem gezegd met goedheid en coleire. Dat meisje heeft hem in harte kl-a-uWen en ze zullen trouiweu- En dan'.?, Eln dan, dam hebben ze mijin1 graf ge dolven! W-anneer het te laat zal wezten, zal 'hij- wel' weten wat hij misdaan beeft.. Ze z'uiien weggaan, want ze .zegt tegen iedereenmet ons wil ze niets uiilti te staan hebben; ze zal Nardus meênerum naar heure p-ays om da,ar een plaats te zoeken. Mijne vrouw en ik, we hebben haast alle dagen woorden, en soms echte ruzie. I'k mag geen verkeerd woord oVer den jongen zeggen ,of Ze noemt bet' voor 'hem op. Mijnheer pastoor-, hiet is hard om te zeggen, meur binnen oen paar wte ken wordt hij meerderjarig en dan, dan ziyn we hem kiwtijt En het gebeurde lijk de oude Dinge mans voorspelde. Vier wteken nadien Ver trok Bermardus naar de Walen, na eerst eene geweldige scène te hebben gehad met zijn vader. Deze vlarhotod hem het huis voor eeuwig en altijd! Moeder was daarop snikkende naar de sChiuiuri geloopen en Nardus deed geen de minste moeite om heur te zoeken voor aleer véor altijd weg te gaan. Da dagen ,die daarop volgden, waren droeviger dan de troostelooize dagen, waal neer er gewaakt moet wprden biji een dierabar Ijk. Vier jaren waren voorbijgeklropen Moeder en vader Dingemans warept de ze ventig nabij. Ze Werkten, en wlroerttein: echter lijk ze nooit hadden gewrooh(t. Pei- zig en taai deden zs nog huji werk op bet veld. Ze slamaurden tot Z'er bij neervie len-, want de arebid alleen veromodhf hét groote leed te lenigen, hiet groote leed dat hiu,n hart gebroken had. Nooit Werd de naam van hun jongen uitgesproken in de hoeve ,em toch. wist de eene van. den andere, dat bun zoon. geen oogenblik uit hunne gedachten gimlgr En kele maanden na zijn ihiulwielijk had hij een- brief geschreven. Eilaas de 'brief kw:am vrouw. De boer had dit sohirijv-en, ver scheurd. Hater, toen het winter werd, bad hij- aan den aandrang Zijner, VnouW en van zin eigen hart niet kunnen weea-- staan, en had hij aan Nardus een langen brief lgeschreven. Eilaas, de brief kwam tenu'g met de vermelding dat 'Barnardus Dingemans naar den vreemde Was Vertrok ken, zonder gekend adres. Dien nacht gingen de oudjes niet te bed. Ze bleven kemp schillen tof belt tijd werd in den stal te beginnen. Ze beefden bij de warme stoof, alsof er iets in hun hart bevrezen Wlas. Op een schoenen lentemorgen zaten de boer en. de boerin samen in da groote woonkamer. Ze zeiden geen woord en ke ken met afwezigen blik. De briefdrager trad binnen en keek benjeulw-d de kamer rond, alsof 't de eerste maal was| dat bij die zag. 't Isèhier groot! riep hij uiit. Er kwam geen antwoord. Gelijk 'n grijpgier wierp Dingemans zich op den brief. Van hem zeiden ze samen. Met sidderh-anden zetten Ze hun bril op; en beiden 'bogen ze zich over den brief, welke open op de tafel lag. Van Namen, zei ze. Waan ligti dat Top in "Walen! Do brief behelsde maar enkele lijnen en w'as niet door „hem" geschreven. De zuister-bestuursiter van een gesticht vroeg of de grootoudere van. Krans Louis Dingemans er in toestemden ,he(t' kostgeld te betalen van den kleinen jongen. De vader, Bernardus Dingemans wa®, twee jaar geleden, in Amerika overleden en de moeder van het kind, Riosette I)uipurt, zag naa-r den jongen niet meer om. De dokter knoopte zijn overjas tot bo ven toe vast, toen hij' op straat! !w!as. De Oostenwind drong ijzig op hem aan. De sterren fonkelden koud en helder aan den avondhemel. Hiji snelde voort alsof' hem een ondier op de hielen zat. Zijn slapen hamerden en in zijn ooren bruischte het. BhJ voelde zijn hart krachtig en luid slaan, Werktuigelijk verv'olgde hij Zijh weg, onverschillig waarheen zijn schreden hem zouden heenleiden. Het deed hem goed zoo' voort te jagen ia dett kouden nacht, want daardoor werd zijn koorts achtig bloed allengs kalmer. O, Goddank, dat zijn vader dit niet meer beleefd! haid'. A.1 lang, heel lang geleden, had zich in zijn hart een wrok- genesteld tegen Dolf, al was het ook nooit tot Woorden gekomen tusschen hen. Zijl begrepen elkand-er al sedert jaren hoe langer hoe minder. Hans bromde iets onverstaanbaars tusschen de tanden. „Goed zooDat moest er nu nog maar bij komen. Met Margareth!® aan het haspelen. En nu een openlijke breuk mtet Francisca en Dolf er neg bij." Hij keek op zijn horloge ,bij het licht van een straatlantaarn. Tien uur, zou bijl naar huis gaan Alleen blijven Neen, dat hield hij niet uit. Of Remmiu thuis z'ou rijn? Jpist, vandaag wias liïj thuis. Dan ma,ar naar hem toe. Hlans keerde zich om en liep. zoo snel' vbiort, dat hiij na en kele minuten reeds het huis van z'ijn Moeder sloeg de banden voor het gelaat en snikte luide. De oude man 'keek door het venster, zijne mondhoeken trilden au hiji zag zeer bleek. Ach arme! klaagde moeder, 'God alleen weet, wat Nardje heeft afgezien. Aohi -arme toch! Hoe heeft hij! misschien om ons geroepen op 't laatste. Wlat moeten we nu doen? Frans, wat moeten we nu toehh' doen? Het kind moet naar bier komenZij mag er echter niet omtrent Weten. Zij heeft mijn jongen in 't ongeluk1 gebol'pten, ma-ar bet kind is toch ook het kind van Nardus. Wij zullen bet grootbrengen- en denken dat ons eigen Naardje is terug gekomen. Ik ga morgen z'elf naar Namen en we Zullen nu maar meenen, dat we opnieuw vijftig zijn, want we moeten er zeker nog zoo'n vijftien jaarkens bifklop- pen au, ter wille van dien zoon van Nar dus. (Averb. Weekblad). Een avontuur op den spoorweg in Mandschoerije door G. H'. (Cot slot vau (m|ij!n reisyeirjjelling nog het volgende en grafit pi|a don asjeihiieii over ieis anders, ik wil dan niets |m(e|er van dez'en Aziatischep heksenketel hoeren. Richard leunde ,aclh.terp|V|er in zijh schp|m|m;elstoe! en begpn i „lk zei reeds, dat ik etpj /mjijh reis vtepl meer geld had opgemaakt dan ik gedacht had. Tenslotte ziag ik jmjijl gedwonigem mét een bonte z'wtenm] Ghinieesanie, Japja-n- sche, K|Oireaanschs^ Russische en Indische passagiers sla|m|en derde klas tie reizen. D|a.t Had ook zljin goede zijde; ik kraag ier een onpssa interessante dingien te hooren eu te zien. Gelukkig had ik' imiijin veldbed bij; mé, ik behpi&f'da imjijj niet in mijn nau,w hoekje tusschen dit gewc|m|el van iicjhlaimten. tp jpersem, flml te slapen. ITleigen den ayond verliet ik o'pj een oil ander klein station (mijn O0[U|gé en sloeg in een haftïleiejgle bagagejw'agen mjjn bed opj. Door een flm- ken, goedgevuld» handdruk Ihjad ik dit van den Kussischen conducteur weten tp verkrijlgen. Hetverblijf in den gooderenwagen w|as ook wel niet zloo 'heel .aang|emiaia|ml. He wag gon had een gewelfd zinken dak, waarin het gestamlpj yan den trein g'erweldig weer kaatste: hef schudde en beefde hoven jhjij, en ik had, eer ik insliep en tellkeins in dnoam! nog, het gievoel, alsof ik door een breischendcn <en huilenden waterval ge trokken werd. Maar ik hlad lucht en ruimlte -en aan het lawaai van den wag gon wende ik (tnlij!. Wij hadden Ohjarbin achter p®s ion naderden Tsitsikar. Rond ons, zoo ver het oog reikte, draaide zich het gjefe, roeat- roode, okerbruine, olijlfkeurige; stelgip|en- land, in eeuwigp cirkels. Og vete piajatsefl hadden vonkenregens 'en zonnebrand z'wlar- tcs traegen 'en banden in den gr.ojnd ge vreten. Hier en daar z'agen we door het raa|mi groote wouden unlet duizendstjammen; takken en luchtwortels in eangestren- geld, vergïioieidj ais de kor.aolstannlmten van een atol (koralafteRand)als bteekgroene slangeniichiajmjen hingen dlaar de slingcr- glanten; als barstende blazen pp w;at|e|r- glassen dreven opengesprongen vreemde vruchten ojg de bladerenz'ep vochtig warml als uit de rapten vla® broieikassen kw;a|m 'de lucht tot ons, dan weer steppep steppe, imtet dor verbrand gnag. Ojmldat er voor den a,vond geen station tajeer te verwachten w;as, jhlad ik nepds zieer Vroeg mlijh kwartier betrokken. Ik had het veldbed omgeslagen en z|at nu- jnjei mfjn beenen buiten den wagen ia 'da 'schuifdeur, starend in den avond. De zon trilde boven het zand; hét schitterde alsof er ededsteeme® in gestrooid wonen. Dunner en dunner, hier «n daar nog in eilandjes, groeide hier Weit stegtpengija^. Toen de zonnaschïj'f! verzlonken was, wierd het landschap, oneindig, treurig.endoodsoh. 'Diep' violette en blauw, (als |m!e|t inkt over goten lag' daar de vlakte, of' bergen of wolkenbanken haar aan den hérizon bo- grensden, wie kon het Zeggen? Een buitengewone, troostelooz© af|m|at- ting bekroop, imjij!, stil ging ik naar tnfja bed, nadat ik de deur dichtgeschoven hlad en legde imlij' naar. Reeds stortte als een bruischende waterval (htet gehuil vOn dien gesloten waggon over |mSj! heen. In gelijk imiatige, stcotende golven ojabruldei het mij |m|ij|n hersenen werden gespannen. Da(n nami het lawaai in hevigheid alf, de gol ven ebden weg, het Was nog^slechts' een 'zingen, het h'eeHïjkta, eeuwig! gel/ijkjmhtig'e 'Anders en beters. We laz'en .onlangs in een of Ondier vrij zinnig propagandablad een lofprijzing eau het adres der Franscihé katholieken, otml- dat die niet aan katholieke politilelk deden en daardoor een stichtend voorbeeld .gaven aan die leeffijke gedoofegenooten vla® hun ih Heiland. We hebben'toen tranen «niet tuiten gelachen om! 'dergelijke naïeviteit. Ja, wanneer de katholieken in ons land even zorgeloos en kortzichtig, -waren ge weest als in .Frankrijk, (Spanje Italië en (méér van dergelijke landen, dïan had urnen mlet ons hier geen rekening te jhouden. Dan ivaren w'ij,, net als dlaar, vierkant onder den Voet geloopen. Hjoe gehéél anders is dit nu dank zij pnzie kl'aclitigo- organisatie. Nog deze weeiü wees ieen scm'ijlver in |het Heintru|ml. op, het me;l'kwaardige feit dlait zoowlel socia- listen als liberalen thans sa|menwterking miet ons verlangen en zich beroepen op de sociale encycliek vjaa 'Plate Pius XI. Merkwaardig, vporlal hieroml, wijl hjet pg zeer overtuigend» Wijjze doiet uitko men, welk een mgrijpeinde verandering zich Iheéft vojtrokkea in de houding van liberalen en soicjalisten te® hanrien dei- katholieken, (hun Keirk en hun teer. Er is een tijd geweest en hij ligt niet eens ver achter pus wiafa-rin so- ciaal-deimioöi'late-n en liberalen weinig of geen aandacht sclhopken aan hetgeen iu encyielieken werd geschreven. "Vó.or zoover imlen .z'e de lezing, waard achtte, gesdliiedde dit olm1, pver den in houd den stof te breken. -En zeker dacht -gjepn vrijjzinnigja pff! eacialist eraan in de ondiernemjingjan,wellk'« van den Hj .Stoel pitgingfni gunten va® cveraenkojmjst te ztoleiken, aanlrnoapangs- pjunten mlet de actie 'dier eigen partij. Z-oo iets was geheel uitgesleten, j Het liberalislmla beschoiuwd» in zijn overmloed da katholieke Kerk pis een in stelling van 'het Verleden, 'Waarmee do toloderne tijd had pjfgarekend. En hét •pocialislmte stond bijl zij|n op)i»|m!st in de vorige eeuw zóó vijpndig tegenover Romp en tevens (mét Zulk pen zefflverheeriijking en zelfoverschatting, dat het |m|epndo door ziijh eigen teer 'd|a neligie te kunnen ver vangen. Opk voor het socialisimie wae er in do huidige pteriiodé .van het pfenschelijk ge slacht geen tgjllafe-ts m|eer voor èien Kerk, en zeker niet voor do katholieke Kerk. Dat (mén -aldus oordeelde p® veroor deelde, is mqg|, slechts pibt,eiltij!ke tientallen yan jaren geleden. En ongetwijïleld -zóu m[en pgj die af zijdigheid -en dat ongunstige oordeel' nie|t zijin 'teruggek|0|m|en, wanneer da katholieke niet hadden getoond wat rijf.wlaord wonen. Wij! 'Imégen ons gelukkig grijzen 'anders gehandeld te hebben dan da -IJrlansche katholieken-. I I JJITKJJK. vriend, in de Heinrickstrasze bereikt' had. Er brandde licht in zij® kamer. -Bij tweeën tegeli0jk stormde Hans den trap op. Hij klopte krachtig aan. „Binnen!"! I Remmin lag op z'ijn chaise-longiue, met een sigaar in den mond én' een boek in de hand. „Wel sapperloot! Be® jij het? Dat is een goed idee!" De officier was opgesprongen en sehlud- de Hans met kracht de hand. „M-aak het je gemakkelijk. Kom je uit do -kroeg?" „Neen!" „Neen?" dacht Remmin. „Hm! Kort •aangebonden. Daar is Wat gebeurd. Ik ken mijn Pappenheimers „Ja juist, S'chneheuDaar doe je goed aan. Neem die oude leuningstoel: Dat ding zit zoo gemakkelijk1, dat je er haast niet meer uitkomt, als je er eenmaal' in zit. Ili zal mijin oppasser bier laten halen. Hier staan sigaren." Hans knikte en stak een sigaar aan. Toen staarde hij in de leege ruimte voor zich en sprak geen woord. R-emmi® 'haalde een aanzettafeltje voor de® dag, dat jhiyi bij den stoel van den dokter schoof, riep Zijn oppasser en ging naaat zij® vriend zitten. Bij had met Schnelhon te doen! Zijn hypo chondrie k'w'am hoe langer lioo meen te voorschijn. Maar hij- was jong e® kyadhitig. gouden deinen va® koren bloielinien bioci den op, ik sliep. In mj'n droom begf>n weer het brullfein het was Im'iji Édspfl sneeuwwitte rundlere® im'et lange horens door de zlandigje st^ppjen trokken. De ruwe voorzichtig-voetendei tc-ngen sloegen zij opil de sjp|a,arzOmle! grais- bussels, die uit het zoutachtig zand opj- schioten. Tpt pver de hbevle® tot ovfer de knie Zakten rijj ter in weg. Reeds viel het zand 0J> 'hun blanke, zflvetlacihtige rug gen, i|m|mier Zeldzamer wierd het gnas. Zij hieven de koppen qmlhoog, halZe® en neus gaten zwollen op. E® Pils hoiornbaZuinJglq- schal dreunde het angstyojle gelbrul1 vOn de in eigen land ter dood vterpOirdie(e|l!d'en over de steptpe. Plotseling was het t}e® einde. Ik voelde koele nachtiudht over (mfijsi fedielrnjztod strij ken en hoerdei het @ehuü va® de® wlajgon ®iet (miser. Nog half' beya®gje® door mij® dTooim1 draaide ik het gezic|ht om1 e® kteiejk; joml mie heen. Ik Zag de scjh)elmie)ri®^| Va® den nachtelijkien hiem!el> wiojlkjos Liet zilve ren randen. De deur was oipje®! f Mlijn gedachten wapen nog verwlard, ik had een g|etvoeI afsdf ik iiiiet 'aR-eeiU Was^ ik voelde de aanwezighledd vlan een vjreemi- de'Dat (mlalakte in|ij| op[eens klaiar wiakkler. Ik luisterde gespannen. Dpor biet sfooten en sto|m|mielen van den wagen hoorde is een kruipend, schuivend geluid. Ik druk te het hóófd vlak tegen den rand Van het bed e® k-eek scherp i® den wagom rond. Ik zag, dat er een goed gevulde zlak alls een bal op 'de® grond lag. iHjetl kom eefei stuk bagage Zijn, tmlaiap er had daar te- Er moest dus iets gedaan worden om zijn zwiaartillendheid den kop in te drukken. De oppasser bracht hier en Remmin schonk in. „Prosit, dokter!"' Hans hief rijn glas op- en dronk' het in een teug leeg. De kapiteamlachte e® schonk nog eens in. Bij! kende Sehnöhen; die had er mui zelf mee te stellen, dat hij zoo weinig spraakzaam w'as en het geduld van rijn vriend op de proef stelde. Hij dronk zich mui moed i®, om wpo-rde® te kunnen vinden'. „Weet je al, Schnehen, dat Dernburg zich verloofd heeft Je mag, geloof ik, den flinken vent wiel lijlden. Zijn meisje moet een mooi, Verstandig kindje zijh." „"Verstandig? Dan loopt de kerel' in Zijn ongeluk." „HoeZoó?" laehtte de kapitein. „J'a, die zoogenaamd verstandige vrou wen, die Maar waarom daarover 'te praten?." Remmin w'as eensklaps zeer ernstig gewerden. Als bij toov-ersl'ag stond daar eensklaps vo,or zijn geest een bleek! ge zichtje ,met bruine, verstandige oogen, en een móndje, Waarvan de lippe® zich vast op elkander plachten te drukken (Wordt Vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1932 | | pagina 5