R.O.-FILM
ATRONAAT
feningen
N HAM"
en herder's brood
Gekleurde
Kaarsen
geen kiespijn -
koortspoeoers;
f in het kraaiennest
ISEN
R REST
Tweede Blad i ontspanningslectuur
langer,
LINTVELT
ARS".
I). M. BROEKSTRA
ÏCHÊ COURANT
DAGES
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
ING
KUNSTVRIENDEN"
voering van
en fijn Vleeschbroodje voor slechts 6 cent.
Öpruiming
ja 5 cent per stuk.
feuilleton
Steeds hooger.
f JL i at ïe het huis van je Vaderen
1
TELEF. 168
LAGE PRIJZEN
„TPPflAS 16 APRIL 1932
n» leer en de practljk der
solidariteit.
g""en op de „so-
"ffk bi>a ëT stuk' lezoa' «n
Opvoering aanhooren vOn sociale
o®"1?.- of het woord „solidariteit"
bij herhaling. naar voren.
Til zoo teuJr 611 adge™®611 13 heti S10'
JL het woord geworden, dat heit
,i niet zonder Zekere spotternij
hn betreffende begrip hééft vterptersoon-
Kikt in de uitdrukking „Toontje Solidair
Of echter aan dit begrip ook praotisdhe
inhoud is gegeven'?,
Of de solidariteit oof wjordt beoeiend ca
beleefd met de daad?
De solidariteit bestaat m de plicht der
onderscheidene deden en groepten van da
maatschap» om bij de yerziorging der
eigen belangen ook rekening te houden
met de eblangen van andere groep» yn
van het geheel der sociale samenleving.
;Weteu aan de beoefening dezer pl'tóhShft
matige solidariteit ontbreekt nog ontzag
lijk veel.
Ondanks 'het schermen, altoos weer,
met de lenze der noodzakelijkheid van
solidair handelen in het maatschappelijk
verkeer.
Dit kan ieder ruit eigen ervaring consta-
toeren.
Want voortdurend zien we diverse
maatschappelijke groepen, op eigen voor
deel bedacht, den economisch» strijd aan
binden tegen andere groépeln' der samen
leving, of althans dezer belangen eöbadeü
zonder genoegzaam gewichtige redenen.
Terwijl ook door leden eener zelfde
sociale groep telkens Weer praktijken wor
den toegepast, die vloeken tteglen dien. geest
en de plicht der solidariteit.
Van een en ander is niet het minst de
middenstand de jammerlijke dlupe.
Het kan niet worden betwist, dat in
breede kringen der samenleving een on
verholen sympathie leeft Voor den midden-
En dat herhaaldelijk tot uitdrukking
wordt gebracht een geVoel Van spijt, dat
het bestaan van den middenstiainid' dhor
het kapitalistisch grootbedrijf zoozeer
wordt bemoeilijkt.
Alleen maar... l:aat denvergrootemeer
derheid 't hij deze mondelinge! Platonische
liefdesverklaring enhandelt in fla-
gramten strijd 'daarmee.
Ook geestelijken en religieuze® biet
zij hier in vrijmoedigheid gezegd gedra
gen zich voor een beduidend deel op Idlit
punt niet, zooals we redelijk enwijZe van
hen zouden mogen verwachten.
Ook daar wordt vaak geklaagd oVer de
dreigende vernietiging Van den midden
stand.
'En toch wordt ook luit dia k'rimge®
braaf meegewerkt aan de tohpediee/ring van
van den middenstand.
Oceddeels onbewust, het mogezoio zi„n.
Maar daarom niet minder reëel' en wer
kelijk.
En dat geschiedt nog wel. niettegen
staande diezelfde miididlenstaiJdl, tdjoor die
kerkelijke overheid bij herhaling en in 't
openbaar is gekwalificeerd als de social)
groep, die het rijkst id aan! priesterroepin
gen en die het diepst en het trouwst tast
in do beurs, Zoo dikkvïjis op hem! een be
roep wordt gedaan om gul te geven vbor
aiierhhaade godsdienstige en liefdadige
doeleinden.
De betrokkenen mogen dan ook w'el
bedenken, dat hoe meer mede door
bun toedoen de middenstand! vterzwhkt
en afbrokkelt, daardoor tevens uitdroogt
de bron, waapudfc tot dusverre in zoo
ruime mate voer de bovengeschetste doel
einden Werd geput.
En dat op die wijzle het gemis aan soli
dariteit zich wreken zul aam hen, die ver
zuimd hebben deze solidariteit tegenover
bun trou|wlste en kraahit-jgiste helpers te be
oefenen.
JWaar in onzen kring nog het best de
beteekenis van het behoud Van den zelf
standigen middenstand Wordt begrepen,
ligt op dan Weg van onze Room'sChe mid
denstanders om zich! steeds breeder en
hhetfhter te opgamisearem in hun. katho
lieke stand- en vakorganisaties om zóó
daadwerkelijk' de vruchten te plukken Van
deze sympathie en diit begrip.
0.
den loop! der jaren heel' wat
lagdalenastr., Goes
April a.s., in „SCHUT-
ukelmarkt. Kindervoor-
itrèe f0,10. Avondvoor-
itréele rang f 0,60,.
3e rang f 0,35
|asting niet inbegrepen)
April a.s., in de zaal
DEN BOER.
kg 3.30 uur, entrée f 0,10
Ig 8 uur, entrée 10,50
pasting niet inbegrepen)
18 April a.s., in de
|;AAL. Kindervoorstelling
0,10. Avondvoorstelling
0,20 (pl. bel. niet inbegr.)
pril 1932,
avonds 8 uur.
'hiel, leer. H.B.S.
HET BLIJSPEL
IJVEN
0,50 (pl. belast, inbegrepen)»
uitvoering nA de Hoogmis.
aanstaande
om 8 uur.
belasting)
Plaatselijk Crisis-Comité.
BAL. (30)
koopt voor 12 ct. per ons
ergens fijner ALLERHANDE
lOEKJE, „bereid met room-
oter", dan bij ons.
Een heerlijk Rozijnen-
rood voor 34 ct. p. kilo,
Lekker Krentenbrood
oor 34 ot. per kilo, of 1ste
las Melkbrood 20ct.p.8ons.
laakt uw kinderen sterk en groot,
van een partijtje
Koningstraat - Goes.
Zenuwkoorts, Spierpijn en
Fleuriclin in het hoofd, Influ-
enzapUnen kunnen blijven
bestaan na het gebrnik van
enkele
van H VAN AKEN,
Apotheker- Specialist
te Selzaete.
Prijs per doos f 0,60
Eischt rond het doosje de hand-
teekening ,11- van Aken
Verkrijgbaar bij
Apothekers en Drogisten.
Importeur
SCHULTE THIEME
Postbox 55, Middelburg.
DE BRIEF
Moeder Dingemans, de pachteres op de
Sparhc-eve. had het, dien avond, voor de
'zeoveelste maal aan den stok met! paoliter
Dingemans ,-haar man. Hiet ging natuur
lijk weder over hun zoon, hun éénig
kind, dat ze beiden beminden als het
lioht h,unne roogen. Ze waren getrouwd
toen ze beiden reeds in de veea-tig Waren
en die zoon, die in hun gevorderden
Ouderdom kWam aankloppen, werd met
gr.oote vreuigde ontvlangen op de oenz'ame
hoeve. Jegens zijn Zoontje Weird de te-
riggetrokken stugge boer spraakzaam en
zacht, en de boerin verwaarloosde heur
werk in de hoeve, omdat Ze gestadig met
kiemen Nardus op den arm stond.
De beer, die anders zeer, gesteld was op
orde en regelmatigheid,, had haair, echter
nooit een bitter woord toegestuurd, omdat
het do schuld was van Naardje.
Wanneer de v'roulw er ovér klaagde,
dat. ze maar niets kon. afwerken! meii dien
kleinen „bleiter", antwoordde de boer,
dat ze vooral moest zorgen dat da k-leine
jongen niet huilde.
's Zou niet gaarne hebben dat hij
een „bl-eitgezieht" gaat trekken.
Naairdje groeide op en bezorgde vader
en moeder heel Wat slapelooae nachten.
Allo kinderziekten maakte hij- mee. Van
roode koorts was hij' Zoo ziek, dat de ge
neesheer voor bet leVen Van het "jongs-
ken niet kon instaan. Toen liep de boer
huilend Zijn hof in, en kreet' het luide
uit tegen zijne twee oujde knechten, dat
hij het niet zoui overleVen, indien zijn
zoontje moest sterven. Het Ventje genas
en werd een flinke, mooie jongen1, krach
tig van ohulw en helder; van! verstand. De
pastoer van het dorp drong er bij! den
boer op aan, dat de primus der school,
Naardje Van de Sp-arhtoVe, Voort stu-
deeren zou.
Hij ma,g genoeg!, antwoordde d'e
vader. Voor 't geld moet bijl 't niet
laten en als het voor zijn gelukt is, dan
zullen zijne moeder en i'k ons verdriet
wel te boven komen. Het zal Voor ons
erg Z(in, Wem jaren te moeten missen.
Barnardus deed zelf rijm keuze en zei
vlakWeg, dat 'hij! boer zou worden lijk
zij® vader. Dat was gesproken naar va
ders wenseh', en pachter Dingemans was
den koning te rijk, wanneer hij Zijn blo
zenden kloeken Zoom bekeek, die hiet
'hoofd niet hooger wi'lde steken dan z'ijin
vader. t
Nardus hielp boeren en in heel Vlaan
deren Waren er wel geen, gelukkiger, mien-
schen dan het Klaverblaadje vlan drie
der Sparhoev-e.
-Maar dien avond dan 'Kadiden Ide pachter
en z'ij® vro,u!w ruzie om' den jongen'.
Hoe kwam het toch, dat den laatsten
tijd de vrede uit d-e SparfejeVa geWekten
was? De jongen liep met Wet hoofd naai
den grond en sprak 'haast geen gebein'edijld
woord. Wanneer hij, er was, dan, spraken
zijne ouders ook niet ,maar Wanneer hij
den rug gedraaid 'had, dan krakeelden ze
dat de woerden1 tot opi de messing te hoe
ren waren. De twee oude knechten schud
den 'het hoofd en zuchtten.
De twistappel was echter niet te vin
den op de -hoeve 'Zelf, maar-Bernardius
had kennis met een meisje dat 'ham niet
paste. Sedert een paar jaren Wlas in 'hiet
dorp een 'hotel gebouwd, een modern hlotej!
met badkamers, pusttuin, wandelgangen
buiten op de eerste, tweede en diepdei yen-
dieping. Van die 'hoogten ovemsehouWde
men Wel 't mooiste landschap der Kempen.
Vreemdelingen verbliezen er in den zomer
en onder de vacantie 'Waren allle. Jsamleris e|n
'kamertjes bezet. In dit vreemd'elingenlhpds
diende een zeer mooi meisje. Zie was van
verre gekomen, pit het Walenland, v'an
over de Somber. Ze verdiende hoog loon.
omdat ze Werk'z'aam wlas en- er den slag
van had de vill'egiatuurgasten in 't
Framsch aan te spreken. Tegen, die bewo
ners van 't dorp swatelde z'e wat- gerad
braakt Vlaamiscb, dat, met de noodige
glimliadhij.es onderlijnd, zijn bekoorlijkheid
niet miste. Wanneer Riosette een paar
maanden in 't dorp Woonde, had ze lie
verds bij de vleet, aan eiken vinger één.
en op de kermis stonden, de boerenjongens
vechtend tegenover elkaar bePwilfe van
mooie Rosette, die 's anderdaags, licht
zinnig en Wi-spelturig, met kermisgasten
van naburige dorpen flirtte.
Ten laatste was het echter algemeen
bekend, dat de groote Voorkeur Van hét
meisje ging naar den jongen pachter
der Sparhoeve. Daar de jongen tot oVer
de ooren op het mooie Walinnetjé Verliefd
R - 28.
Mass had de tanden op de onderlip ge-
.ea sl°nd daar schijnbaar rustig
maarlu 'werkelijkheid alle moeite doende
001 web bedaard te houden.
la je verzoeken mag, Dolf, wik
J Woorden. Van malle praatjes is bij
Eurri.fi) fPra^e geweest. Hét heeft mij
Potuil- ."erkaopen en dat je besluiten
lirrn-pn i°D'ge brachten braak te laten
1S6Öou*
kl<idikkerablauwhetX br°6?er t"e'
CM zichtbaar; ^^IXenZ
jjbent een lompe, groffe tUü™'
R „Pas op, Dolf! Je bent u., j
en dat pleit verzachtend, maa/nndeJ11
I „Anders?" hoonde Dolf. «uaers..
n'rancisca. Tas ap haar mai1 toegesneld
inOch, manlief wmd je nu niet meer on
^ans heeft het immers zoo kwaad niet
bedoeld; dat zegt hij 'toch zelf!"
,1 «tiet haar onzaelit Weg en
Shkten11^ d® Ufel> dat'de glaz'ea
■nniinkten. De jonge vrou(w) schudde nu
Hans bij beide schouders: „Mijn Hémel
geef hem toch een vriendelijk Woord
Wees dan toch de minste, stijfkop! Moet
je dan alles in de War brengen? Je han
delt slecht, heel sledht, dat Zeg ik je!"
„Ik ga heen," zeide Hans. „Het is mij
niet mogelijk' mij' met jelui te Verstaan,
Misschien, dat je later je fout inziet, maar
op 'het oogenblik ben je niet in staat
om reden te verstaan."
Het electrische licht van de booglamp,
achter het geel zijden scherm wierp een
vaal schijnsel ovler Dolfs zenuwtrekkend
gezicht. „Denk dat niet! Ik weet heel
goed, wat ik! zeg. Ik ken mijn Waarden
broeder opperbest. Wie geen zin htepft.
naar rijn pijpen te dajjsen, die
„Halt!'"
Wie 'had dit gezegd? Het had door de
kamer geklonken als een vraeselijké be
dreiging. Was het de stem v'an Hanis
geweest? De uitwerking was al-s die van
een rotsblok, onverwachts neergeslingerd
tussc'hen een troep, twistende menschCn,
die daardoor van schrik en ontzetting
verstommen. Hét werd stil in de kamer.
Hans toefde nog een oogenblik met
de handen vast ineen gestrengeld in de
post van de vleugeldeur. Kraneisoa
schrikte van rijn blik en zijn bleekheid,
toen verdween hij, met oen harden slag
viel de buitendeur achter hem in het
slot.
was, werd het' tusschen lien eene eoht
gemeende vrij'age. De jongen sprak! er
met zijne ouders over.
Deze stonden echter Zeer wantpouiwig
tegenover 't meisje ,en er was rieden toie.
Had de oude pachter niet gezien, met
eigen oogen, boe onwaardig ze zich ge
droeg met jonge vacantieheKrijes. De baas
van het 'hotel, een man, die zelf nooit naar
de kerk ging en door de dorpelingen voor
een „geuis" werd uitgemaakt, had aan
paohter Dingemans niet veel goeds ovér
het meisje gezegd.
'Ernl'in, 't is een jonkheid en van do
modernste. Ze is voor geen klein gerucht
bang. Maar voor beur dienst is ze „par
fait" en de rest gaat me minder aan! Al
dus oordeelde de hotelier.
De pastoor liet den p'adhter roepen en
zei hem zooveel, dat de ongelukkige Va
der er puur van Verbleekte. 1
Mijnheer pastoor, i'k' wieet het zoo
goed, maar er is niks aa.n te doen! W;e
hebben het hem gezegd met goedheid en
coleire. Dat meisje heeft hem in harte
kl-a-uWen en ze zullen trouiweu-
En dan'.?,
Eln dan, dam hebben ze mijin1 graf ge
dolven! W-anneer het te laat zal wezten,
zal 'hij- wel' weten wat hij misdaan beeft..
Ze z'uiien weggaan, want ze .zegt tegen
iedereenmet ons wil ze niets uiilti te
staan hebben; ze zal Nardus meênerum
naar heure p-ays om da,ar een plaats te
zoeken. Mijne vrouw en ik, we hebben
haast alle dagen woorden, en soms echte
ruzie. I'k mag geen verkeerd woord oVer
den jongen zeggen ,of Ze noemt bet' voor
'hem op. Mijnheer pastoor-, hiet is hard
om te zeggen, meur binnen oen paar wte
ken wordt hij meerderjarig en dan, dan
ziyn we hem kiwtijt
En het gebeurde lijk de oude Dinge
mans voorspelde. Vier wteken nadien Ver
trok Bermardus naar de Walen, na eerst
eene geweldige scène te hebben gehad
met zijn vader. Deze vlarhotod hem het
huis voor eeuwig en altijd! Moeder was
daarop snikkende naar de sChiuiuri geloopen
en Nardus deed geen de minste moeite
om heur te zoeken voor aleer véor altijd
weg te gaan.
Da dagen ,die daarop volgden, waren
droeviger dan de troostelooize dagen, waal
neer er gewaakt moet wprden biji een
dierabar Ijk.
Vier jaren waren voorbijgeklropen
Moeder en vader Dingemans warept de ze
ventig nabij. Ze Werkten, en wlroerttein:
echter lijk ze nooit hadden gewrooh(t. Pei-
zig en taai deden zs nog huji werk op bet
veld. Ze slamaurden tot Z'er bij neervie
len-, want de arebid alleen veromodhf hét
groote leed te lenigen, hiet groote leed dat
hiu,n hart gebroken had.
Nooit Werd de naam van hun jongen
uitgesproken in de hoeve ,em toch. wist
de eene van. den andere, dat bun zoon. geen
oogenblik uit hunne gedachten gimlgr En
kele maanden na zijn ihiulwielijk had hij een-
brief geschreven. Eilaas de 'brief kw:am
vrouw. De boer had dit sohirijv-en, ver
scheurd. Hater, toen het winter werd,
bad hij- aan den aandrang Zijner, VnouW en
van zin eigen hart niet kunnen weea--
staan, en had hij aan Nardus een langen
brief lgeschreven. Eilaas, de brief kwam
tenu'g met de vermelding dat 'Barnardus
Dingemans naar den vreemde Was Vertrok
ken, zonder gekend adres.
Dien nacht gingen de oudjes niet te
bed. Ze bleven kemp schillen tof belt
tijd werd in den stal te beginnen. Ze
beefden bij de warme stoof, alsof er iets
in hun hart bevrezen Wlas.
Op een schoenen lentemorgen zaten de
boer en. de boerin samen in da groote
woonkamer. Ze zeiden geen woord en ke
ken met afwezigen blik. De briefdrager
trad binnen en keek benjeulw-d de kamer
rond, alsof 't de eerste maal was| dat bij
die zag.
't Isèhier groot! riep hij uiit.
Er kwam geen antwoord. Gelijk 'n
grijpgier wierp Dingemans zich op den
brief.
Van hem zeiden ze samen.
Met sidderh-anden zetten Ze hun bril op;
en beiden 'bogen ze zich over den brief,
welke open op de tafel lag.
Van Namen, zei ze. Waan ligti dat
Top in "Walen!
Do brief behelsde maar enkele lijnen
en w'as niet door „hem" geschreven.
De zuister-bestuursiter van een gesticht
vroeg of de grootoudere van. Krans Louis
Dingemans er in toestemden ,he(t' kostgeld
te betalen van den kleinen jongen. De
vader, Bernardus Dingemans wa®, twee
jaar geleden, in Amerika overleden en de
moeder van het kind, Riosette I)uipurt, zag
naa-r den jongen niet meer om.
De dokter knoopte zijn overjas tot bo
ven toe vast, toen hij' op straat! !w!as. De
Oostenwind drong ijzig op hem aan. De
sterren fonkelden koud en helder aan den
avondhemel. Hiji snelde voort alsof' hem
een ondier op de hielen zat. Zijn slapen
hamerden en in zijn ooren bruischte het.
BhJ voelde zijn hart krachtig en luid
slaan, Werktuigelijk verv'olgde hij Zijh
weg, onverschillig waarheen zijn schreden
hem zouden heenleiden. Het deed hem
goed zoo' voort te jagen ia dett kouden
nacht, want daardoor werd zijn koorts
achtig bloed allengs kalmer. O, Goddank,
dat zijn vader dit niet meer beleefd! haid'.
A.1 lang, heel lang geleden, had zich in
zijn hart een wrok- genesteld tegen Dolf,
al was het ook nooit tot Woorden gekomen
tusschen hen. Zijl begrepen elkand-er al
sedert jaren hoe langer hoe minder. Hans
bromde iets onverstaanbaars tusschen de
tanden. „Goed zooDat moest er nu nog
maar bij komen. Met Margareth!® aan het
haspelen. En nu een openlijke breuk mtet
Francisca en Dolf er neg bij." Hij keek
op zijn horloge ,bij het licht van een
straatlantaarn. Tien uur, zou bijl naar
huis gaan Alleen blijven Neen, dat
hield hij niet uit. Of Remmiu thuis z'ou
rijn? Jpist, vandaag wias liïj thuis. Dan
ma,ar naar hem toe. Hlans keerde zich
om en liep. zoo snel' vbiort, dat hiij na en
kele minuten reeds het huis van z'ijn
Moeder sloeg de banden voor het gelaat
en snikte luide. De oude man 'keek door
het venster, zijne mondhoeken trilden au
hiji zag zeer bleek.
Ach arme! klaagde moeder, 'God
alleen weet, wat Nardje heeft afgezien.
Aohi -arme toch! Hoe heeft hij! misschien
om ons geroepen op 't laatste. Wlat
moeten we nu doen? Frans, wat moeten
we nu toehh' doen?
Het kind moet naar bier komenZij
mag er echter niet omtrent Weten. Zij
heeft mijn jongen in 't ongeluk1 gebol'pten,
ma-ar bet kind is toch ook het kind van
Nardus. Wij zullen bet grootbrengen- en
denken dat ons eigen Naardje is terug
gekomen. Ik ga morgen z'elf naar Namen
en we Zullen nu maar meenen, dat we
opnieuw vijftig zijn, want we moeten er
zeker nog zoo'n vijftien jaarkens bifklop-
pen au, ter wille van dien zoon van Nar
dus.
(Averb. Weekblad).
Een avontuur op den spoorweg
in Mandschoerije
door G. H'.
(Cot slot vau (m|ij!n reisyeirjjelling nog
het volgende en grafit pi|a don asjeihiieii
over ieis anders, ik wil dan niets |m(e|er
van dez'en Aziatischep heksenketel hoeren.
Richard leunde ,aclh.terp|V|er in zijh
schp|m|m;elstoe! en begpn i
„lk zei reeds, dat ik etpj /mjijh reis vtepl
meer geld had opgemaakt dan ik gedacht
had. Tenslotte ziag ik jmjijl gedwonigem
mét een bonte z'wtenm] Ghinieesanie, Japja-n-
sche, K|Oireaanschs^ Russische en Indische
passagiers sla|m|en derde klas tie reizen. D|a.t
Had ook zljin goede zijde; ik kraag ier
een onpssa interessante dingien te hooren
eu te zien.
Gelukkig had ik' imiijin veldbed bij; mé,
ik behpi&f'da imjijj niet in mijn nau,w hoekje
tusschen dit gewc|m|el van iicjhlaimten. tp
jpersem, flml te slapen. ITleigen den ayond
verliet ik o'pj een oil ander klein station
(mijn O0[U|gé en sloeg in een haftïleiejgle
bagagejw'agen mjjn bed opj. Door een flm-
ken, goedgevuld» handdruk Ihjad ik dit
van den Kussischen conducteur weten tp
verkrijlgen.
Hetverblijf in den gooderenwagen w|as
ook wel niet zloo 'heel .aang|emiaia|ml. He wag
gon had een gewelfd zinken dak, waarin
het gestamlpj yan den trein g'erweldig weer
kaatste: hef schudde en beefde hoven jhjij,
en ik had, eer ik insliep en tellkeins in
dnoam! nog, het gievoel, alsof ik door een
breischendcn <en huilenden waterval ge
trokken werd. Maar ik hlad lucht en
ruimlte -en aan het lawaai van den wag
gon wende ik (tnlij!.
Wij hadden Ohjarbin achter p®s ion
naderden Tsitsikar. Rond ons, zoo ver het
oog reikte, draaide zich het gjefe, roeat-
roode, okerbruine, olijlfkeurige; stelgip|en-
land, in eeuwigp cirkels. Og vete piajatsefl
hadden vonkenregens 'en zonnebrand z'wlar-
tcs traegen 'en banden in den gr.ojnd ge
vreten. Hier en daar z'agen we door het
raa|mi groote wouden unlet duizendstjammen;
takken en luchtwortels in eangestren-
geld, vergïioieidj ais de kor.aolstannlmten van
een atol (koralafteRand)als bteekgroene
slangeniichiajmjen hingen dlaar de slingcr-
glanten; als barstende blazen pp w;at|e|r-
glassen dreven opengesprongen vreemde
vruchten ojg de bladerenz'ep vochtig warml
als uit de rapten vla® broieikassen kw;a|m
'de lucht tot ons, dan weer steppep steppe,
imtet dor verbrand gnag.
Ojmldat er voor den a,vond geen station
tajeer te verwachten w;as, jhlad ik nepds zieer
Vroeg mlijh kwartier betrokken. Ik had
het veldbed omgeslagen en z|at nu- jnjei
mfjn beenen buiten den wagen ia 'da
'schuifdeur, starend in den avond. De
zon trilde boven het zand; hét schitterde
alsof er ededsteeme® in gestrooid wonen.
Dunner en dunner, hier «n daar nog in
eilandjes, groeide hier Weit stegtpengija^.
Toen de zonnaschïj'f! verzlonken was, wierd
het landschap, oneindig, treurig.endoodsoh.
'Diep' violette en blauw, (als |m!e|t inkt over
goten lag' daar de vlakte, of' bergen of
wolkenbanken haar aan den hérizon bo-
grensden, wie kon het Zeggen?
Een buitengewone, troostelooz© af|m|at-
ting bekroop, imjij!, stil ging ik naar tnfja
bed, nadat ik de deur dichtgeschoven hlad
en legde imlij' naar. Reeds stortte als een
bruischende waterval (htet gehuil vOn dien
gesloten waggon over |mSj! heen. In gelijk
imiatige, stcotende golven ojabruldei het mij
|m|ij|n hersenen werden gespannen. Da(n
nami het lawaai in hevigheid alf, de gol
ven ebden weg, het Was nog^slechts' een
'zingen, het h'eeHïjkta, eeuwig! gel/ijkjmhtig'e
'Anders en beters.
We laz'en .onlangs in een of Ondier vrij
zinnig propagandablad een lofprijzing eau
het adres der Franscihé katholieken, otml-
dat die niet aan katholieke politilelk deden
en daardoor een stichtend voorbeeld .gaven
aan die leeffijke gedoofegenooten vla® hun
ih Heiland. We hebben'toen tranen «niet
tuiten gelachen om! 'dergelijke naïeviteit.
Ja, wanneer de katholieken in ons land
even zorgeloos en kortzichtig, -waren ge
weest als in .Frankrijk, (Spanje Italië en
(méér van dergelijke landen, dïan had urnen
mlet ons hier geen rekening te jhouden. Dan
ivaren w'ij,, net als dlaar, vierkant onder
den Voet geloopen.
Hjoe gehéél anders is dit nu dank zij
pnzie kl'aclitigo- organisatie. Nog deze weeiü
wees ieen scm'ijlver in |het Heintru|ml. op,
het me;l'kwaardige feit dlait zoowlel socia-
listen als liberalen thans sa|menwterking
miet ons verlangen en zich beroepen op de
sociale encycliek vjaa 'Plate Pius XI.
Merkwaardig, vporlal hieroml, wijl hjet
pg zeer overtuigend» Wijjze doiet uitko
men, welk een mgrijpeinde verandering
zich Iheéft vojtrokkea in de houding van
liberalen en soicjalisten te® hanrien dei-
katholieken, (hun Keirk en hun teer.
Er is een tijd geweest en hij ligt
niet eens ver achter pus wiafa-rin so-
ciaal-deimioöi'late-n en liberalen weinig of
geen aandacht sclhopken aan hetgeen iu
encyielieken werd geschreven.
"Vó.or zoover imlen .z'e de lezing, waard
achtte, gesdliiedde dit olm1, pver den in
houd den stof te breken.
-En zeker dacht -gjepn vrijjzinnigja pff!
eacialist eraan in de ondiernemjingjan,wellk'«
van den Hj .Stoel pitgingfni gunten va®
cveraenkojmjst te ztoleiken, aanlrnoapangs-
pjunten mlet de actie 'dier eigen partij.
Z-oo iets was geheel uitgesleten, j
Het liberalislmla beschoiuwd» in zijn
overmloed da katholieke Kerk pis een in
stelling van 'het Verleden, 'Waarmee do
toloderne tijd had pjfgarekend. En hét
•pocialislmte stond bijl zij|n op)i»|m!st in de
vorige eeuw zóó vijpndig tegenover Romp
en tevens (mét Zulk pen zefflverheeriijking
en zelfoverschatting, dat het |m|epndo door
ziijh eigen teer 'd|a neligie te kunnen ver
vangen.
Opk voor het socialisimie wae er in do
huidige pteriiodé .van het pfenschelijk ge
slacht geen tgjllafe-ts m|eer voor èien Kerk,
en zeker niet voor do katholieke Kerk.
Dat (mén -aldus oordeelde p® veroor
deelde, is mqg|, slechts pibt,eiltij!ke tientallen
yan jaren geleden.
En ongetwijïleld -zóu m[en pgj die af
zijdigheid -en dat ongunstige oordeel' nie|t
zijin 'teruggek|0|m|en, wanneer da katholieke
niet hadden getoond wat rijf.wlaord wonen.
Wij! 'Imégen ons gelukkig grijzen 'anders
gehandeld te hebben dan da -IJrlansche
katholieken-. I I
JJITKJJK.
vriend, in de Heinrickstrasze bereikt' had.
Er brandde licht in zij® kamer. -Bij tweeën
tegeli0jk stormde Hans den trap op. Hij
klopte krachtig aan.
„Binnen!"! I
Remmin lag op z'ijn chaise-longiue, met
een sigaar in den mond én' een boek in de
hand.
„Wel sapperloot! Be® jij het? Dat is
een goed idee!"
De officier was opgesprongen en sehlud-
de Hans met kracht de hand.
„M-aak het je gemakkelijk. Kom je uit
do -kroeg?"
„Neen!"
„Neen?" dacht Remmin. „Hm! Kort
•aangebonden. Daar is Wat gebeurd. Ik
ken mijn Pappenheimers
„Ja juist, S'chneheuDaar doe je goed
aan. Neem die oude leuningstoel: Dat
ding zit zoo gemakkelijk1, dat je er haast
niet meer uitkomt, als je er eenmaal' in
zit. Ili zal mijin oppasser bier laten halen.
Hier staan sigaren."
Hans knikte en stak een sigaar aan.
Toen staarde hij in de leege ruimte voor
zich en sprak geen woord. R-emmi® 'haalde
een aanzettafeltje voor de® dag, dat jhiyi bij
den stoel van den dokter schoof, riep Zijn
oppasser en ging naaat zij® vriend zitten.
Bij had met Schnelhon te doen! Zijn hypo
chondrie k'w'am hoe langer lioo meen te
voorschijn. Maar hij- was jong e® kyadhitig.
gouden deinen va® koren bloielinien bioci
den op, ik sliep.
In mj'n droom begf>n weer het brullfein
het was Im'iji Édspfl sneeuwwitte rundlere®
im'et lange horens door de zlandigje st^ppjen
trokken. De ruwe voorzichtig-voetendei
tc-ngen sloegen zij opil de sjp|a,arzOmle! grais-
bussels, die uit het zoutachtig zand opj-
schioten. Tpt pver de hbevle® tot ovfer de
knie Zakten rijj ter in weg. Reeds viel het
zand 0J> 'hun blanke, zflvetlacihtige rug
gen, i|m|mier Zeldzamer wierd het gnas. Zij
hieven de koppen qmlhoog, halZe® en neus
gaten zwollen op. E® Pils hoiornbaZuinJglq-
schal dreunde het angstyojle gelbrul1 vOn
de in eigen land ter dood vterpOirdie(e|l!d'en
over de steptpe.
Plotseling was het t}e® einde. Ik voelde
koele nachtiudht over (mfijsi fedielrnjztod strij
ken en hoerdei het @ehuü va® de® wlajgon
®iet (miser. Nog half' beya®gje® door mij®
dTooim1 draaide ik het gezic|ht om1 e® kteiejk;
joml mie heen. Ik Zag de scjh)elmie)ri®^| Va®
den nachtelijkien hiem!el> wiojlkjos Liet zilve
ren randen. De deur was oipje®! f
Mlijn gedachten wapen nog verwlard, ik
had een g|etvoeI afsdf ik iiiiet 'aR-eeiU Was^
ik voelde de aanwezighledd vlan een vjreemi-
de'Dat (mlalakte in|ij| op[eens klaiar wiakkler.
Ik luisterde gespannen. Dpor biet sfooten
en sto|m|mielen van den wagen hoorde is
een kruipend, schuivend geluid. Ik druk
te het hóófd vlak tegen den rand Van het
bed e® k-eek scherp i® den wagom rond.
Ik zag, dat er een goed gevulde zlak alls
een bal op 'de® grond lag. iHjetl kom eefei
stuk bagage Zijn, tmlaiap er had daar te-
Er moest dus iets gedaan worden om zijn
zwiaartillendheid den kop in te drukken.
De oppasser bracht hier en Remmin
schonk in.
„Prosit, dokter!"'
Hans hief rijn glas op- en dronk' het
in een teug leeg. De kapiteamlachte e®
schonk nog eens in. Bij! kende Sehnöhen;
die had er mui zelf mee te stellen, dat hij
zoo weinig spraakzaam w'as en het geduld
van rijn vriend op de proef stelde. Hij
dronk zich mui moed i®, om wpo-rde® te
kunnen vinden'.
„Weet je al, Schnehen, dat Dernburg
zich verloofd heeft Je mag, geloof ik,
den flinken vent wiel lijlden. Zijn meisje
moet een mooi, Verstandig kindje zijh."
„"Verstandig? Dan loopt de kerel' in Zijn
ongeluk."
„HoeZoó?" laehtte de kapitein.
„J'a, die zoogenaamd verstandige vrou
wen, die Maar waarom daarover 'te
praten?."
Remmin w'as eensklaps zeer ernstig
gewerden. Als bij toov-ersl'ag stond daar
eensklaps vo,or zijn geest een bleek! ge
zichtje ,met bruine, verstandige oogen,
en een móndje, Waarvan de lippe® zich
vast op elkander plachten te drukken
(Wordt Vervolgd.)