Süef'Mik van de dagtaak Tweede Blad HEERENBAAl ZATERDAG 9 APRIL 1932 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT feuilletqn Steeds hooger. per 7/ Zz pond wordt in den voormiddag verricht. Qüaker bevat de natuurlijke voor de voeding onontbeerlijke bestanddeelen, het geeft gezondheid en levenskracht en is als voedsel vrijwel onovertroffen. V Waarom Katholieke Stands organisatie? Het liberate tij^jjjerk ligt nog niet zoo ver achter ons, jhiei itSJdigjerk, waarin heb zucht en eigenbelang (h|0(0gtfi]j vierden, Iéder voor zich en God voor ons allen, was die leuze, die als hopge walaihteid gold en ook wijl, katholieken, zijn aan dit rijdpjerk en deza leuZe niet onbesmtet v|Oorbrjgegaan.... He gevolgen bleven echter niet uit. He ■verschillende standen, die (het imfaest de nadeelen van het stelsel1 ondervonden, zochten ieder voor zidh) na^r kiriachtige middelen, o|ml zioh in den strijd om' het be staan te kunnen toandhlaven en mlein vopd in vereenigingen dlei opjtessing- Men ver gat echter iets cn wier 'htet voornaülmtete. Men vergat zijln beginselen in dezle ver eenigingen vast te leggen en tawhtte langs oen weg der neutraliteit bevredi ging te vinden. Iéders nnjeiening, ieders overtuiging diende ontzien, en de wer kingssfeer der vereeniging werd enger (en en enger begrensd, of wat erger was, da overtuiging der minderheid wierd gene geerd. Een welhaast te groofe bescheidenheid kenlmlerkte de katholieken nif die dagen, die gewoon aan het schoorvoetend er kennen van hun rechten als stiaaifshur- gers, zich organisatiebesluiten liaten iaian. leunen en deze imteda uitvoerden, diie lijn recht indruisohtien tegen hun katholieks beginselen. Tpch waren mannen als dr. Schaap man c.s. reeds lang in actie o|m( ons katho lieke volk te vopnetn naar hooger plan. Paus Leo XIH's Beru|m' Noivaru|m) briacht eindelijk uitkojmjst. Hiöt Kat hiDilicktenver- eenigt u" weerklonk voor (te geheels wereld, pok voor ons kleine landje. He eigen beginselen, die imten,. gedeeltelijk ook dopr de o)mkt.andigheden gedwongen,, slechts in het private leven, in ihiat huisgezin be- leefde, dienden weer gebracht in het Imialaif- schappelijk leven. Een stprtol van verontwlalandigingging op. bij1 al diegenen, welkei, levend uit da liberale beginselen, Uiteenden, dat de or ganisatie, imiaiar dan organisatie uitslui tend gericht op de imlaqh|t Van den sterkste, dus antet het grootste. ledental, de lmlaia,tschlajptpelïjke h:eiilstiaia|t zou brem- gen. Bet persoonlijk egoïstm|a jnbest wor den een collectief), een groietptsegoïsimb. Gelukkig is Imten in eiken stand gaian inzien, dat godsdienst gicen pjrivala.tz'aak is en niet tem volle kan worden, beleefd, indien imten on|et de beginselen mag soülen op politiek en economisch terrein. Sltands- organisaties ontstonden in ons katholieke kampt weldra gevoigt door dezelfde in stellingen in het restleeremd chfistelSjk deel der natie. j j Be in uitzicht gestelde verzwakking door verbrokkeling is gablekem een her senschim' te zijln, om'dat is laiangetpond, dat samenwerking, daiar -waar de beginselen niet in het gedrang, kqmfen, mogelijk en zeer dikwijls ook gewenseht is. J)e arbeiders en te boeren, die het eerst gevolg gaven kan te roepstem! des Pausen, kunnen thans hogen op) krlacb- tige standsorganislaities. Ho imjiddemstan dechter büetef een tien tal jaren iachter in de organisatie- Hleit standsbewustzijn ontwaakte er langzla|m|ér. Door de gestadige wisseling van eielmfan- ten arbeiders, die middenstander Wor den, middenstanders, die grootbedrijven gaan bezitten en .ojmlgekieerd is dia samenstelling van den (middenstand mi«t stabiel. Anderzijds waren de afhankelijk heid van mfaerderei imieesters de clien tèle èa dei helm! im|eiegie|geven liberale ideeën oorzaak vian ajMjldigbeid en tegen stand op! het principiaele organisiatieter- rein. 1 1 Breeder inzicht en mleerdere verdieping in de mtatschlappelijk'e problemen hebben gelukkig opk hier dei oogeu g^apjend. He eenling haelf't a%ed|a|an, daiaxoM or ganisatie. Beginselloosheid leidt tot (hebzucht en egoïstale, daanojml p(rincipiieel0 organisatie. Aan de standsorganisatie voor den mid denstand is een breede taan toebedeeld', die zoOiwel htet sociaal-godsdienstigtei, he.t sooiaal-econdmlscihe lals (hiet sociaal-poli tieke terrein bestrijkt. Betere waardeering Voor, inniger sla- m(enwerking imlet andere standen, hebben het katihjoliek Sahjmlhioorighieidsgevoel ver- sterkt tegenover allen, die Gpd en Gods- dienst in het tm(am,tscihla)pjpiel5jlki verkeer wil- 25 Hans fantaseerde over oude volkslied jes. Zijn aanslag was Week en zijn voor- draehit diep gevoeld, want hiji legde zijn ganseh'e ziel in hetgeen hij Het hooren. Margaretb'a vouwde de handen tezamen. M|uziek maakte haar altijd week. Zij sloot de oogen en liet de toonenvloed ge heel tot haar hart doordringen. Hpe stil, hoe vredig was hot Ihier! En hoe meester lijk verstond (hij1 de kunst om Vrede to brengen in Wet ontroerde gemoed. Do,or tonen, ja, niet dooï woorden. Margarettóa voelde (hoe haar Wart Zwol. Ja, zij: Zou ■alles dragen, alles terwille van zijn Vader en terwille van hem. Want, niet waar, goed beschouwd was Wij! een man, die ruim dacht en die nooit zijn eigen belang op den voorgrond plaat ste. Zij kende hem beter dan hij haar. Als kind Wad Zijl reeds in zijn hart gelé zen, onbewiust, maar met innige belang stelling. Ja, en dat kon zijl nooit verge ten. Terwijl hij' speelde doemden taJeree- len uit vroeger dagen voor Waar .geest op1, mooie, lichte, tot vergeven stemmende beelden. „Es ist bestimmt in Gobtes Raitfk Dasz man vom Liebsten, was man Wat, Musz scheiden!" „Muïz schedden!" De laatste "toon len uitsluiten. j Dpior onderlinge satolenwérking is een grootere wieerbaajrbeid verkjhegen tegen- lover de gelvaren, wlelke 'de eouno)m|ische zelfstandigheid van den middenstand be lagen. Verschillende instellingen zijn liét gtei- vjolg van dezen arbeid, hetzij') aelstandig, hetziij in sa'mlenWerking imiet pudere mid denstandsorganisaties, alsEconomisch In stituut, Middenstandszaad, de afteelinglen kleinbedrijlf der Ka|mlers vian Ko(Opjhla,ndie(l etc., oim' nog te zwijjgen van de mieprctere instellingen der katholieke (middenstands organisatie zelf. Onbegrijpelijk is heit dan opk, da,t nog dikwijls katholieke middenstanders, ziien,- do en voelende, dat het uitdragen der katholieke beginselen in Wi'andel en ojpjen- baar leven noorizakellijfc is, eien innige verknochtheid toornen aan de neoitiiale or ganisatie, otmjdiat zhj( bf! dapr bestjuursj- lUncties ver'vullen (Of enkele Imtaterieelfe voordeelen genteten, zonder te bedenken, dat zij' eemerZijds a|an de eigen katholieke organisatie de zoo zeer geiwensohtei mio- reelei, iinancteele en persoonlijke injéde- werking onthouden, en anderzijds do.or Ihlun slecht voorbeeld, anderen, die onder hlun invloed staan of geheel ongeorganiseerd zij h, weerhouten het eigen kam(pj te koltn|en vei'storken. i Olur' de bovenomisekreven redenen Zijp natuurlijk ook principieels vakorganisa ties geboden. De katholieke sfandsorgaui- satie is logisch het .alangjaweZen lichaa|ni om- de oprichtingdaarvlan te bevordeiren. Geeft hlet buitenland niet het drpiei- vigste b©eld van verwarring en verwilde ring te zien, juist d,o,or heit ontbreken van een, tot in alle hoeken doorgevoerde, pirm- ■cipiocle standsorganislatie Het is zionder Imber een edsch van ZelfWelhioud, zich in de Iplrincipiaele stands- 'en vakorganisatie te vereenigem, afgescheiden Van den Wensch van Piaus en Bisschoppen, die Imten gaarne wil ppjvolgen, mlaar juist op dit een punt vaak inleent te m|ogen ne- geeren. I Ii Wil de econojmlischiei en so'Cialb heteekenis van het kleinbedi-ïjlf in alanzien winWein, dan is er (mlalar één middel: ieen krachtige principieels standsorganislatie. 'Hiér geldt topk zeer zéker: wie de jeugd haetflt, (heeft de toekic|m(st, en Zal de 'oprichting van steeds tmfeier Veireenigingen voor den Jongen Middenstand bevorder lijk zijn aan het beppgda dool, o|m|dJa,t hier goede leiders voor de toiaklo|xufet kun nen wiorden gekweekt. 1 Mogen alten, die nog nagelaten hebben 'de banden welkte hen a|an de nautalalld organisatie binden te verbreken, inzien, dat het organislatieleven imfede verantwoor delijk is voor de mlentaliteit van dte mlas- sa! Alleen krachtige, princilpiteele organi satie kan Voor den middenstand het be houd zijlui „Kathiolieken Verbroedert ju" zal de daim! Imoet'en vormen der gezamen lijke standsorgani^a.ties om( Imleiti de andere christelijke standsorganidaities den stoot tie kunnen weerstaan der socialistische en co(mIm|unistisclio m'aats'ohtepplj: verkrach ting. |H'. VAN HIER EN DAAR =j Biiji den 250cn sterfdag van Murili». 3 Apjril was het 250 jalar gejledlein, dat de benoiemde iSpialanscbei schilder Blar- tholommfeo EBtéban Murillo' te Sevillla overleed. Bartalomtafao Murillo Weird ge- horen te Savilla den 3H'en Diec. 1617 ien den daar opvolgenden dkg in de Ma.gdalena- kerk gedoopt. Zijn ouders waren Gaspur Eistéban Murillo en Marila Perez. Blijkens de doopacte, welke nog steeds is bewaard ■gebfevtejn, trad nils pjoter een broer vian do moeder op. Nauwielijks tien ja|ar oud was stierf weg. MargaretWa's lippen trilden. Ze drukte ze vast ap elkander, 'heel' v'ast. Neen, niet schreien niet sohraiien, om Godswil, dat niet! liji sloeg Wet deksel met een Warden dag toe en stond op. „Hoe is het met je hoofdjiijln, Marga- rethaP, Heeft mijn recept geholpen?," „O, ja weldebankt I" „Je kunt het gebruiken telkens al's je er behoefte aan gevoelt; het is nipt scha delijk." Ziji knikte en speelde Zenuwachtig met de kwasten van het groene tafelkleed. „Wil je ons wat vertellen, vian dat ern- sfcjge geval, waarover je aooeven splrnk?" Hij zag haar yenrast aan. „Och, dat is gauw genoeg verteld. Het is een zestienjarig bakvischje, die bloed arm is en Zwak en zonder eetlust. Maar het kind is al lang zoo, Zoodat de zaak een gevaarlijke wending kan nemein'. Zij vermagert zichtbaar en geen enkel middel geeft 'haar baat." „Misschien ligt de oorzaak dieper dan de oppervlakte. Heeft zlii1 misschien Ver driet erdriet Wel neenDe m'enschlen zlijjn rijk. Het kind heeft all'es, wat haar Wart kan bageeren. Eien jaar of vieri geleden is haar 'moeder gestorven, maar die is ■altijd ziekelijk geweest, zpodat Dorothea haar wel niet erg missen zal'. Eien uit muntende huishoudster heeft nu het be< stier; zi; z'or.gt uitmuntend vdor alles. De Batholomtateo reeds wees; een 'flapriilielid, Juan Antonio Lagjares, nam den knaap| in zijn huis olp'. BartUolommteo Murillo toonde een groo.te liefde voor de kunst tp bezit ten en urenlang kon lrijj ziöh vermaken met tóekening'en te vervaardigen vian de menschen en voorwerp;en om hernl heen. Do paters Erancischnen v,an Sevilla, bij wie Murillo schooi ging, waren van mea ning, dat er een schilder in den jongen stak en na|adte zijn vcpgd a,an hem( bijl don bekenden schilder Juan de Castillo in de leer te doien. Zoo deed de jonge Murillo ppj 10-jarigen leeftijld ziijjn intrede- in het atelier van dein gropten meester. Ellf jlaair lang Meelfl Wijl bij) zijn mietestea- en hielp hem Ij'Verig in ihlet beschilderen der tapjij|t- doeken, waarvlan m'epige bestelling moest worden afgeleverd. Dit werk beviel den jongen Murillo cdgenlijk maar half, doch hij; deed zlijln taan steeds met lieidei en toewijding, daar hij) blij wlas Izijn wieiidojenex een dienst te kunnen bewijzen. Zijln' ge lukkigste uren waren echter die, wie|lfce 'nlj in het atelier doorbracht, wlaair hij' onder toezicht van den meester mlocht holpicn aan het beschilderen dar huisaltaren, wél ke door de voorname ingezieiteuein van Se- villa werden besteld. Dit gabeurdei echtjer maar zelden, wlant Murillo; gold, hoe kunstzinnig hij) mk was-, nu juist niet tot de besten van Jnan de ClastilLo's leerlin gen. Dit was ook de raden wajaromi hij mede olml zijh armoede m scliroiOinValj- ligen aard dopr Zijn medeleerlingen dilv- wijls werd geplaagd. Murillo bleeff hiier echter heiel geduldig onderhij' was tevre den met te genegenheid van zijn mleest^r, die hem achtte uml izïjn gelijk!in|oie|dig, zacht karakter en 'arbeidzamen aard. H,oe gering zijn arbeid ook wlas, Murillo liet de hopp niet varen leens tot groot/er dingen tei wor den gerdepjen. Dleizc tijd. brak iaian in 161319. Measter Juan de Ciastillio hie® tpien zijh atelier te1 Sieviila opi cin vestigde z'ic'h to Cadiz en Murillo, blééf toen geheel alleen, zionder middelen bestaan hei Sevillla. alch- ter. De eerstvolgende jaren wieren wel de mo-eilljkste van zijh leviem. Hij leed bittere armoiede en oim( in Zijh levens- onderhond te voorzien scihllderdiei hiji kleine heilige figuren, waarmedei de buojpjlieden, welke Zei hem afkachtem, na|ar de mlarkt gingen. Van beter werk was nu gieen sprake meer, wlant lallés (mloieist in piopu- lairen trant zijln om ge|mlaklk|alïjPi verkofht te kunnen wiorcten. Nadat hij' eenige jlarem Zoio- had getobd, ontmaatte (hiji eau oud- medieleierlmg, dilei echter de kunst vaarwel had geztegd. Dleze vriiemd, die dienst geno men had in ;hfet leger, had in Vlialaindleren de Werken van Van Dijlck gezien en zqoi- zteer was hïjl er door getröflfem, d'afl jhjij naar Londen reisde om den (mfaester p®r- .soonlijk te ontmoeten. Bij! zijn terugkomst in Sevilla verhaialde hij! aan Murillo van de groiohe kunstwierken, welkte hij' tijldiens zijh reis had gezien en wist zjijjn jonge Vriend over te, halen om naiar Madrid tie gaan- Voorzien vian vele aanbevelingsbrie ven ondernam Murillo, in 16'4|3| 'de reis malar de SpiaanSclbei hloolfdsilad, waiar hij! zich b'iji .aankomst terstjond w'endde tot Vfei- lasquezl, die- toentertiijld als hiolfcclhilder vian Philipls IV o(pi het toppunt van zijh roem stond. Velasque-Z hielp den jongen kunste naar zbjoveel hïjl mla(ar kon. Hijf verschaïth hem toegang tolt het eseurialal, wlanr de groots meesters Titiaan, Rubens, vian Dljtek, Ribera en ,ook VelasqueZ zcl'f! wla.- ren vertegenwoordigd. Gledurende de twee jaiar, dat Murillo te Madrid ven-tdéflde,, kwam hij onder den invloied van VelliaisquielZ en onderging Zijh ontwikkeling ce|ni be langrijke vemhdering. Toen Mjj dlan ook in 1645 naar Zijn geboorteplaats tjerug' k'eerèft, was zijh kunst oneindig.vleiel rijjkler geworden en bevond hij' zlclh1 aan hlet be gin van een roemrjjke loopihalan. Blij zijn terugkomst in Zijh geboortestad waichttJn vader is een man van de wereld, die veel op reis is." „En hoe lang praktiseer je al1 bij! die menschen „'Sedert een maand. De o,ude huisdok ter heeft zich tevergeefs allie mqeite ge geven cn eindelijk heeft Dorothea's v'ader mij' laten roepen. Maar htet merkwaardig ste is, dat alle organen volkomen normaal zijn en dat het meisje, niettegenstaande de beste verpleging ,zienderoogen -achter uit gaat." „Wat denk jiji ervan, Bans'?"! „Dat de jongejuffrouw niet meewerken wil. Zij is nogal sentimenteel en nu komt het mijl voor, dat zij het interessant vindit om de rol van „bl'eelse roos" te spelen." „Zonderling!" Ik wou, dat ik' haar eena kon zien en spreken." „Komaan! Waarschijnlijk zou je dan dadelijk den spijker op den kop slaan, niet waar Margarethla werd bleek. „Hans, ik' "geloof dat je het er op' toe legt, om mij onaangenaam te zijn." Blaar stem beefde. „Alsjeblieft geen scènes!" De dokter keek knorrig v'óór zich'. Hij was boos op- zichzelf, want zij' had ge lijk: hij w'as onaangenaam. Maar, vooï den duivel, hij bon die stille, terughou dende manier van doen, die 'Zijl zliejh.' eigen gemaakt had, ook niet uitstaan I Waarom deed zij niet. wat meer haar best om tante Hanna pleizier te doen hem een grootte vleirrassing. De Epanciscfa- nen, met wie1 hij' steeds briefwisseling hlad gehouden, droegen hlem opj een hunner kloostergangen te beschilderen niet voor- stellingpn uit hiet Eraucisoalanstelhe levert en hoewel al de schilders der stad reeds gedongen hadden na|ar het groote werk, stond liet bijl de monniken vast, dut ialteem hun jionge Vriend Murillo het werk zou uitvoeren. Vol vreugde begafl de jonge kunstenaar zich 'aan het werk en in twien jaar tijds voltooide hijj de 'hem opgedragen taak. Op shag werd hiji toen de ilpeveiing van zijn vaderstad. Men bewonderde in zïjn werken die natuurstudies, de kracht van zijn coloriet en de juistheid v,an d» jeekening. Men beijverde zich den kunste naar opdrlac'hten te geven en ieder, die eien Murillo, bezat, toonde het vol trots alan Zijn bekenden. In 1655 legde Murillo de laatste hland aan lbett schilderijl ,JVlarial Gehoojrte", dat zich tjhfans in hlet Louvro te Parijs bevindt, terwijl hij het volgend jaar v,oiO|r de klathednaial van SleviliLa twöa schilderijen vervaardigde, n.l. dei dopjpj van Christus en htet visioen van den Hl Anthonius van Padula-. In den loolp der jaren vormde zich eien kring van scholie ren om don geliefden leoiimleestier, die in 1660 de academie vian "SeviUa oprichtte. Murillo heeft zijln gteihiaeie laven in zijp •geboortestad Sevilla doorgebdaidhitl. Sfcidhts tweemaal en dan nog voor korten hij'd, heeft Ihliji haar verlaten. De eerste ma,all was tijdens zijn reis naiar Madrid in 1643 en de tweede maal in 168.1, toen hij op verzoek van de, Capudij'nen vian Cadiz naar deze stad kwam, onn ler in hun kerk eien altaarstuk te schilderen. Tijdens de werk- kaamhed°'n dan dit schilderij' startte de steiger,, waarop Murilloi stond, ineen. Zwaar gewond Werd de kunstenaar opjgte1-' nomen en naar Sevillla vervo'erd, wjaian' lrij den ;3en Ajpjril 1682 aan dq bekomlein verwendingen overleed. Murillo werd niet groote pracht en pralal begraven in dia kathedijalal Van Sevilla. Zijp vaderstad wilde Zijp groeien burger eeiren en richtte daartce een bronzen standbeeld voor hiem opj, hetwelk in 1865 werd onthuld. De Werken van Murillo bevinden zich thans in de voornaamste Wusela. vian Eiuropfc De Donaii in legende cn geschiedenis. Tardieu heeft met zijln z.g. Donau-p'lan Weer eens de bijizlondere aandacht geivtes- tigd op de midden-Eiuropeesohte staten, welke rondom de Dona,u zijn gelegen. Dte grijize historie van deze rivier, welkte neieds zoo menig m-aal in den loop der eeuwen het toomeel bood van den meest vlex- wio.eden strijd, is hiermede een ni'eplwte episode ingegaan. De gesohiedeniB der Donau, de aloude stroom, wtellke in hiet zwarte 'wo,ud ontspringt en na een weg van 2900 K.M. te hebben afgelegd, zich in de Zwarte Zee start-, neemt ongeveer een aanvang bijl het begin onzer tijdreke ning. Toen vestigden zichl de Kelten, die voor zoover bekend de ondste beiwo- ners van Oostenrijk zijn, aan hlare oevers en gaven haan 'n naain, later door de Ro meinen als DanjU'bilüe, en door de Dvit- sehers Donau vertaald. De benedenloop tü'sschen de groote Bongaarsche steppen was toen nog van geen beteektenis. Naar mate echter de Romeinen hun macht naar deze zijde (uitbreidden, nam ook dte Do nau in heteekenis toe. Bier speelden zich ook de tooneelen af, welke htet wereld- lot Zouden beheerschen en eindigen im den ondergang van het Romeinsche Keizerrijk. Maar de Romeinen hebben de beteeikienis van den Donau gevtoeld. Zij, zonden hun beste strategen herwaarts en legden langs de oevers der riv'ier hun groote wagen aan, terwijl ook hun beschaving tot. diep in het land doordrong. De door hen ge bouwde versterkingen zijn later de oor sprong gewlorden der hedendaagsche groote steden, in velen waarvan men nog over blijfselen heeft kunnen opgraven. De stem der geschiedenis laat zich het duidelijkst in Deuitsc'hl-Altenburig hooren, daar1, waai het Oarnumturn-Museium staat en M-arcus Aurelius zijn militairen roem heeft ge zocht. Op deze plaat schreef hiji ook het tweede deel van zijn „Beschouwingen" en Septimus Severus zag zich hier tot keizer uitgeroepen. In 308 treffen wij' ook do oude keizer Diocletianus hier tot het houden van gewichtige besprekingen. - Maar toen de Bunnen onder Atilla .Ifcwia- men opdringen, toen viel het Oarnumtuim, Oiok Yindobona (Wieenen) en zelfs Rlome, Het begon overal te gisten, doch Voor namelijk brandde de strijd in miidldien- Europa, water de verschillende vlolfcteren langs de groote stroomen optrokken en tante Hanna en.... en hem? Zij wist taoh, dat hij dit graag zag. Zij moest hartelijk zijn en spraakzaam. Wilde zij hem misschien laten voelen, dat ziji de meerdere was? Maar dan Was ziji toch aan een verkeerd kantoor beland „Wie is die familie.?," vroeg tante Hanna. „Dörheim de familie D.örhekn. De man is vroeger fabrikant geweest en leeft nu van zijn geld royaal en groot scheeps." .^Sympathiseer je met hernl?," Margaretha's stem klonk koud. Ziij; deed blijkbaar moeite om h'et woord tot hem te richten. Zijn fijn oor hoorde het da delijk. .„Hoe kom je op die vraag?" „Ik dacht er over na, of het kind wel vertrouwen in haar vader stellen k'an, of hiji dat meisje misschien verkeerd be handelt." Hij: zag haar met verbazing aan. „Ik mag hem wel lijden, ofschoon ik geloof', dat 'hij nogal nukkig is, en egoïs tisch' ook. Maar hij! is iemand, die- z'iclh goed Weet te presenteer,en en lile/el joviaal'. Dat is de algemeene opinie." „En de huishoudster.?" „Zteer goed en praktisch, bereid om te doen wat in haar vermogen is." „En ook fijngevoelig en v'erstandig'?," Hij lachte hardop: „Margaretha, je exa mineert als een oude schoolopziener. Ik 'hleb omtrent het laatstgevraagde nog geen A ECHTE fRIESCHE 20 ch per ons -10ct.per1/2ons ct land en schatten opedschten. In het Noord- Westelijk deel werd een nieuw' rijk opge bouwd, dat van Karei den Grooten, die naar het Oosten trok en de Avairen, uit hun sterkten verjoeg oiu hun op dringen naar het Westen te voorkomen. In hun plaats vestigden zioh de meer vredelievende Franken, maar de r,ust zou niet lang duren, want spoedig trokken de Magyaren tot zelfs in Zrwaben en ver oorzaakten biji voortduring onrust, ook nadat zij reeds langen tijd den invloed der Westersche beschaving hadden on dervonden. De Manken danken hun ont staan aan het streven der Keizers, die het Duitsche Rijk een weg over de rivier Wil den verzekeren. Daaruit ontstond ook langzamerhand de Bongaarsche Monarchie aanvankelijk onder de leden vian het huis Babcnberg, later onder de Babsbungeirs, die er naar streefden uit de bomtie menge ling van volkeren een grootstaaitl te ytor- men met Einropeescbe cultuur. Omstreeks 1150 werd het o:ude Vindobona (Weenen) hoofdstad van het nieuwe Rijk. Hertog Hendrik II vestigde er zijn verblijfplaats en sedert dien tijd was h«t ook het brandpunt van de voornaamste Eiuropee- scho verwikkelingen. Voordat wij de ge schiedenis volgen, moeten wij eeni'ge woor den wtjden aan de Nibelnngen (Sage, welkte zioh in de 12e eeu,w afspeelde. De onbe kende dichter gebruikte hier als grondslag de oude volkssagen en de balladen uit de Donaulanden. Hij! verhaalt van de wil de eeuwen der volktehuisvteisting, terwijl de 'helden beurtelings door Christeïijike of 'heidensche beweaglredenjen Worden gedre ven. Zijn krijgssteharen trekken de stroom op- en afwaarts en laten hiun wla,penen in 'het water weerschijnen. Er wordt van IVoenen jcospirolken en men geeft er teen,af beelding van de 5 e eeuwsche toestanden, welke feitelijk op de 12e eeuw' slaan. De Hunnenkoning Attjla, weduwnaar gewor den, dingt naar de band Van prinses Kriem'hilde, wier gemaal Siegfried door Niederland verraderlijk wend gedoold!- Hij z'endt daartoe zijn ambassadeurs' naar Warms, die haar toestemming bekomen. Met een imposant gevolg voer ziji de Do nau af langs Passiau:, Eiferdin'ge en Poo'li- la.rm. Hier wacht haar de Marktgraaf Riudiger, die haar bijzonder hartelijk ont vangt. In Melk' wijst men de Bourgon diërs (voortaan met den naam Nibelungen aangeduid) den weg naar het Oosten. In Traismaucr wacht de vorstelijke Verloof do h'et gezelschap op. Met grooten luister wordt zij ontvangen. H'et vbrstelijk ge volg, bestaat uit Bunnen, Bussen, Grieken, Polen, WalaCh'en en ridders uit de omge ving vian Kiewzelfs Irime en H'awiart van Denemarken, Irnfried vian Thüringen en Dietrich von B'ern (Verona) bevind'an zich onder het gevolg. De bruiloft wordt te Weenen gevierd; achttien dagen lang. Men kan er de gasten niet 'herbergen. Men krijgt ex de kostbaarste uitstallingen te bewonderen evenals de mooiste Wiaen- sche vrouwen en de onvermoeide muzi kanten, die biji deze gelegenheid gae.de zaken maakten. Na afloop van het feest gaat het verder het binnenland in. 'Der tien jaren lang leeft Kriemhilde hier als Koningin en als moeder ,doch gedurende al dien tijd dooft 'het vuur der wrake in haar niet. De Nibelungen worden uiige* noodigd zich tusschen de Hunnen te ko men vestigen. Ondanks de bedenkingen der waternimfen komen zij,, dan treft h;un het bloedig lot, waarmede dit hel dendicht besluit. Maar in de 12e eeu,w opmerkingen kunnen maken'. Maar zij zorgt in elk geval voor Dorothee op een manier, die niet anders dan lofwaardig mag genoemd worden. Maar laat ons nu over iets anders praten. Tante Hanna zqu anders over niets anders dan v|an pa tiënten gehoord hebben." „Ik geloof ook, dat het voor jou geen kwaad k'an, Hans, om eens wiat anders te 'hooren. Wat zei de kapitein wel, toen 'hij' onze complimenten overbracht? Bij is nu bij de manoeuvres, niet waar!?/'! „Zij zijn vanochtend Vroeg (uitgerukt. Remmin 'had zijn zwijgend uurtje, toen hij! de laatste keer bij1 mij was. Bij| eéhïj'nit in den laatsten tijd min of meer misanth'roop te zin geworden en gaat zich aan de Sport wijden: fietsen, jagen, rijden, ilkf weet al niet wat." „Ik geloof, dat hij', ondanks al' zijn positieve begrippen tamelijk vieel' over helt tot hypochondrie," liet Mapgareitlha ernstig hooren. Hans keek haar verwonderd a,an. Won derlijk Hoe eenvoudig en kalin kon dit meisje over all'es haar meetdag Heggea. Helder en duidelijk. Alles wat zij zteddte was afhad handen en voeten. Het had hem zooeven goed gedaan zich o-vter ihtet geval-Dorothee uit- te laten; en zijl was liet geweest, die hem daartoe had aan gezet. (Wordt Vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1932 | | pagina 5