Süef'Mik
van de dagtaak
Tweede Blad
HEERENBAAl
ZATERDAG 9 APRIL 1932
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
feuilletqn
Steeds hooger.
per 7/
Zz pond
wordt in den voormiddag verricht.
Qüaker bevat de natuurlijke voor de voeding
onontbeerlijke bestanddeelen, het geeft gezondheid
en levenskracht en is als voedsel
vrijwel onovertroffen.
V Waarom Katholieke Stands
organisatie?
Het liberate tij^jjjerk ligt nog niet zoo
ver achter ons, jhiei itSJdigjerk, waarin heb
zucht en eigenbelang (h|0(0gtfi]j vierden, Iéder
voor zich en God voor ons allen, was die
leuze, die als hopge walaihteid gold en ook
wijl, katholieken, zijn aan dit rijdpjerk en
deza leuZe niet onbesmtet v|Oorbrjgegaan....
He gevolgen bleven echter niet uit. He
■verschillende standen, die (het imfaest de
nadeelen van het stelsel1 ondervonden,
zochten ieder voor zidh) na^r kiriachtige
middelen, o|ml zioh in den strijd om' het be
staan te kunnen toandhlaven en mlein vopd
in vereenigingen dlei opjtessing- Men ver
gat echter iets cn wier 'htet voornaülmtete.
Men vergat zijln beginselen in dezle ver
eenigingen vast te leggen en tawhtte
langs oen weg der neutraliteit bevredi
ging te vinden. Iéders nnjeiening, ieders
overtuiging diende ontzien, en de wer
kingssfeer der vereeniging werd enger (en
en enger begrensd, of wat erger was, da
overtuiging der minderheid wierd gene
geerd.
Een welhaast te groofe bescheidenheid
kenlmlerkte de katholieken nif die dagen,
die gewoon aan het schoorvoetend er
kennen van hun rechten als stiaaifshur-
gers, zich organisatiebesluiten liaten iaian.
leunen en deze imteda uitvoerden, diie lijn
recht indruisohtien tegen hun katholieks
beginselen.
Tpch waren mannen als dr. Schaap
man c.s. reeds lang in actie o|m( ons katho
lieke volk te vopnetn naar hooger plan.
Paus Leo XIH's Beru|m' Noivaru|m) briacht
eindelijk uitkojmjst. Hiöt Kat hiDilicktenver-
eenigt u" weerklonk voor (te geheels
wereld, pok voor ons kleine landje. He
eigen beginselen, die imten,. gedeeltelijk ook
dopr de o)mkt.andigheden gedwongen,, slechts
in het private leven, in ihiat huisgezin be-
leefde, dienden weer gebracht in het Imialaif-
schappelijk leven.
Een stprtol van verontwlalandigingging
op. bij1 al diegenen, welkei, levend uit da
liberale beginselen, Uiteenden, dat de or
ganisatie, imiaiar dan organisatie uitslui
tend gericht op de imlaqh|t Van den
sterkste, dus antet het grootste. ledental,
de lmlaia,tschlajptpelïjke h:eiilstiaia|t zou brem-
gen. Bet persoonlijk egoïstm|a jnbest wor
den een collectief), een groietptsegoïsimb.
Gelukkig is Imten in eiken stand gaian
inzien, dat godsdienst gicen pjrivala.tz'aak
is en niet tem volle kan worden, beleefd,
indien imten on|et de beginselen mag soülen
op politiek en economisch terrein. Sltands-
organisaties ontstonden in ons katholieke
kampt weldra gevoigt door dezelfde in
stellingen in het restleeremd chfistelSjk
deel der natie. j j
Be in uitzicht gestelde verzwakking
door verbrokkeling is gablekem een her
senschim' te zijln, om'dat is laiangetpond, dat
samenwerking, daiar -waar de beginselen
niet in het gedrang, kqmfen, mogelijk en
zeer dikwijls ook gewenseht is.
J)e arbeiders en te boeren, die het
eerst gevolg gaven kan te roepstem! des
Pausen, kunnen thans hogen op) krlacb-
tige standsorganislaities.
Ho imjiddemstan dechter büetef een tien
tal jaren iachter in de organisatie- Hleit
standsbewustzijn ontwaakte er langzla|m|ér.
Door de gestadige wisseling van eielmfan-
ten arbeiders, die middenstander Wor
den, middenstanders, die grootbedrijven
gaan bezitten en .ojmlgekieerd is dia
samenstelling van den (middenstand mi«t
stabiel. Anderzijds waren de afhankelijk
heid van mfaerderei imieesters de clien
tèle èa dei helm! im|eiegie|geven liberale
ideeën oorzaak vian ajMjldigbeid en tegen
stand op! het principiaele organisiatieter-
rein. 1 1
Breeder inzicht en mleerdere verdieping
in de mtatschlappelijk'e problemen hebben
gelukkig opk hier dei oogeu g^apjend.
He eenling haelf't a%ed|a|an, daiaxoM or
ganisatie.
Beginselloosheid leidt tot (hebzucht en
egoïstale, daanojml p(rincipiieel0 organisatie.
Aan de standsorganisatie voor den mid
denstand is een breede taan toebedeeld',
die zoOiwel htet sociaal-godsdienstigtei, he.t
sooiaal-econdmlscihe lals (hiet sociaal-poli
tieke terrein bestrijkt.
Betere waardeering Voor, inniger sla-
m(enwerking imlet andere standen, hebben
het katihjoliek Sahjmlhioorighieidsgevoel ver-
sterkt tegenover allen, die Gpd en Gods-
dienst in het tm(am,tscihla)pjpiel5jlki verkeer wil-
25
Hans fantaseerde over oude volkslied
jes. Zijn aanslag was Week en zijn voor-
draehit diep gevoeld, want hiji legde zijn
ganseh'e ziel in hetgeen hij Het hooren.
Margaretb'a vouwde de handen tezamen.
M|uziek maakte haar altijd week. Zij
sloot de oogen en liet de toonenvloed ge
heel tot haar hart doordringen. Hpe stil,
hoe vredig was hot Ihier! En hoe meester
lijk verstond (hij1 de kunst om Vrede to
brengen in Wet ontroerde gemoed. Do,or
tonen, ja, niet dooï woorden. Margarettóa
voelde (hoe haar Wart Zwol. Ja, zij: Zou
■alles dragen, alles terwille van zijn Vader
en terwille van hem.
Want, niet waar, goed beschouwd was
Wij! een man, die ruim dacht en die nooit
zijn eigen belang op den voorgrond plaat
ste. Zij kende hem beter dan hij haar.
Als kind Wad Zijl reeds in zijn hart gelé
zen, onbewiust, maar met innige belang
stelling. Ja, en dat kon zijl nooit verge
ten. Terwijl hij' speelde doemden taJeree-
len uit vroeger dagen voor Waar .geest op1,
mooie, lichte, tot vergeven stemmende
beelden.
„Es ist bestimmt in Gobtes Raitfk
Dasz man vom Liebsten, was man Wat,
Musz scheiden!"
„Muïz schedden!" De laatste "toon
len uitsluiten. j
Dpior onderlinge satolenwérking is een
grootere wieerbaajrbeid verkjhegen tegen-
lover de gelvaren, wlelke 'de eouno)m|ische
zelfstandigheid van den middenstand be
lagen.
Verschillende instellingen zijn liét gtei-
vjolg van dezen arbeid, hetzij') aelstandig,
hetziij in sa'mlenWerking imiet pudere mid
denstandsorganisaties, alsEconomisch In
stituut, Middenstandszaad, de afteelinglen
kleinbedrijlf der Ka|mlers vian Ko(Opjhla,ndie(l
etc., oim' nog te zwijjgen van de mieprctere
instellingen der katholieke (middenstands
organisatie zelf.
Onbegrijpelijk is heit dan opk, da,t nog
dikwijls katholieke middenstanders, ziien,-
do en voelende, dat het uitdragen der
katholieke beginselen in Wi'andel en ojpjen-
baar leven noorizakellijfc is, eien innige
verknochtheid toornen aan de neoitiiale or
ganisatie, otmjdiat zhj( bf! dapr bestjuursj-
lUncties ver'vullen (Of enkele Imtaterieelfe
voordeelen genteten, zonder te bedenken,
dat zij' eemerZijds a|an de eigen katholieke
organisatie de zoo zeer geiwensohtei mio-
reelei, iinancteele en persoonlijke injéde-
werking onthouden, en anderzijds do.or Ihlun
slecht voorbeeld, anderen, die onder hlun
invloed staan of geheel ongeorganiseerd
zij h, weerhouten het eigen kam(pj te koltn|en
vei'storken. i
Olur' de bovenomisekreven redenen Zijp
natuurlijk ook principieels vakorganisa
ties geboden. De katholieke sfandsorgaui-
satie is logisch het .alangjaweZen lichaa|ni
om- de oprichtingdaarvlan te bevordeiren.
Geeft hlet buitenland niet het drpiei-
vigste b©eld van verwarring en verwilde
ring te zien, juist d,o,or heit ontbreken van
een, tot in alle hoeken doorgevoerde, pirm-
■cipiocle standsorganislatie Het is zionder
Imber een edsch van ZelfWelhioud, zich in
de Iplrincipiaele stands- 'en vakorganisatie
te vereenigem, afgescheiden Van den
Wensch van Piaus en Bisschoppen, die
Imten gaarne wil ppjvolgen, mlaar juist op
dit een punt vaak inleent te m|ogen ne-
geeren. I Ii
Wil de econojmlischiei en so'Cialb heteekenis
van het kleinbedi-ïjlf in alanzien winWein,
dan is er (mlalar één middel: ieen krachtige
principieels standsorganislatie.
'Hiér geldt topk zeer zéker: wie de
jeugd haetflt, (heeft de toekic|m(st, en Zal de
'oprichting van steeds tmfeier Veireenigingen
voor den Jongen Middenstand bevorder
lijk zijn aan het beppgda dool, o|m|dJa,t
hier goede leiders voor de toiaklo|xufet kun
nen wiorden gekweekt. 1
Mogen alten, die nog nagelaten hebben
'de banden welkte hen a|an de nautalalld
organisatie binden te verbreken, inzien,
dat het organislatieleven imfede verantwoor
delijk is voor de mlentaliteit van dte mlas-
sa! Alleen krachtige, princilpiteele organi
satie kan Voor den middenstand het be
houd zijlui „Kathiolieken Verbroedert ju"
zal de daim! Imoet'en vormen der gezamen
lijke standsorgani^a.ties om( Imleiti de andere
christelijke standsorganidaities den stoot tie
kunnen weerstaan der socialistische en
co(mIm|unistisclio m'aats'ohtepplj: verkrach
ting. |H'.
VAN HIER EN DAAR =j
Biiji den 250cn sterfdag van Murili».
3 Apjril was het 250 jalar gejledlein,
dat de benoiemde iSpialanscbei schilder Blar-
tholommfeo EBtéban Murillo' te Sevillla
overleed. Bartalomtafao Murillo Weird ge-
horen te Savilla den 3H'en Diec. 1617 ien
den daar opvolgenden dkg in de Ma.gdalena-
kerk gedoopt. Zijn ouders waren Gaspur
Eistéban Murillo en Marila Perez. Blijkens
de doopacte, welke nog steeds is bewaard
■gebfevtejn, trad nils pjoter een broer vian do
moeder op. Nauwielijks tien ja|ar oud was
stierf weg. MargaretWa's lippen trilden.
Ze drukte ze vast ap elkander, 'heel' v'ast.
Neen, niet schreien niet sohraiien, om
Godswil, dat niet!
liji sloeg Wet deksel met een Warden dag
toe en stond op.
„Hoe is het met je hoofdjiijln, Marga-
rethaP, Heeft mijn recept geholpen?,"
„O, ja weldebankt I"
„Je kunt het gebruiken telkens al's je
er behoefte aan gevoelt; het is nipt scha
delijk."
Ziji knikte en speelde Zenuwachtig met
de kwasten van het groene tafelkleed.
„Wil je ons wat vertellen, vian dat ern-
sfcjge geval, waarover je aooeven splrnk?"
Hij zag haar yenrast aan.
„Och, dat is gauw genoeg verteld. Het
is een zestienjarig bakvischje, die bloed
arm is en Zwak en zonder eetlust. Maar
het kind is al lang zoo, Zoodat de zaak
een gevaarlijke wending kan nemein'. Zij
vermagert zichtbaar en geen enkel middel
geeft 'haar baat."
„Misschien ligt de oorzaak dieper dan
de oppervlakte. Heeft zlii1 misschien Ver
driet
erdriet Wel neenDe m'enschlen zlijjn
rijk. Het kind heeft all'es, wat haar Wart
kan bageeren. Eien jaar of vieri geleden
is haar 'moeder gestorven, maar die is
■altijd ziekelijk geweest, zpodat Dorothea
haar wel niet erg missen zal'. Eien uit
muntende huishoudster heeft nu het be<
stier; zi; z'or.gt uitmuntend vdor alles. De
Batholomtateo reeds wees; een 'flapriilielid,
Juan Antonio Lagjares, nam den knaap| in
zijn huis olp'. BartUolommteo Murillo toonde
een groo.te liefde voor de kunst tp bezit
ten en urenlang kon lrijj ziöh vermaken
met tóekening'en te vervaardigen vian de
menschen en voorwerp;en om hernl heen.
Do paters Erancischnen v,an Sevilla, bij
wie Murillo schooi ging, waren van mea
ning, dat er een schilder in den jongen
stak en na|adte zijn vcpgd a,an hem( bijl
don bekenden schilder Juan de Castillo in
de leer te doien. Zoo deed de jonge Murillo
ppj 10-jarigen leeftijld ziijjn intrede- in het
atelier van dein gropten meester. Ellf jlaair
lang Meelfl Wijl bij) zijn mietestea- en hielp
hem Ij'Verig in ihlet beschilderen der tapjij|t-
doeken, waarvlan m'epige bestelling moest
worden afgeleverd. Dit werk beviel den
jongen Murillo cdgenlijk maar half, doch
hij; deed zlijln taan steeds met lieidei en
toewijding, daar hij) blij wlas Izijn wieiidojenex
een dienst te kunnen bewijzen. Zijln' ge
lukkigste uren waren echter die, wie|lfce 'nlj
in het atelier doorbracht, wlaair hij' onder
toezicht van den meester mlocht holpicn
aan het beschilderen dar huisaltaren, wél
ke door de voorname ingezieiteuein van Se-
villa werden besteld. Dit gabeurdei echtjer
maar zelden, wlant Murillo; gold, hoe
kunstzinnig hij) mk was-, nu juist niet tot
de besten van Jnan de ClastilLo's leerlin
gen. Dit was ook de raden wajaromi hij
mede olml zijh armoede m scliroiOinValj-
ligen aard dopr Zijn medeleerlingen dilv-
wijls werd geplaagd. Murillo bleeff hiier
echter heiel geduldig onderhij' was tevre
den met te genegenheid van zijn mleest^r,
die hem achtte uml izïjn gelijk!in|oie|dig, zacht
karakter en 'arbeidzamen aard. H,oe gering
zijn arbeid ook wlas, Murillo liet de hopp
niet varen leens tot groot/er dingen tei wor
den gerdepjen. Dleizc tijd. brak iaian in 161319.
Measter Juan de Ciastillio hie® tpien zijh
atelier te1 Sieviila opi cin vestigde z'ic'h to
Cadiz en Murillo, blééf toen geheel alleen,
zionder middelen bestaan hei Sevillla. alch-
ter. De eerstvolgende jaren wieren wel
de mo-eilljkste van zijh leviem. Hij leed
bittere armoiede en oim( in Zijh levens-
onderhond te voorzien scihllderdiei hiji kleine
heilige figuren, waarmedei de buojpjlieden,
welke Zei hem afkachtem, na|ar de mlarkt
gingen. Van beter werk was nu gieen
sprake meer, wlant lallés (mloieist in piopu-
lairen trant zijln om ge|mlaklk|alïjPi verkofht
te kunnen wiorcten. Nadat hij' eenige jlarem
Zoio- had getobd, ontmaatte (hiji eau oud-
medieleierlmg, dilei echter de kunst vaarwel
had geztegd. Dleze vriiemd, die dienst geno
men had in ;hfet leger, had in Vlialaindleren
de Werken van Van Dijlck gezien en zqoi-
zteer was hïjl er door getröflfem, d'afl jhjij
naar Londen reisde om den (mfaester p®r-
.soonlijk te ontmoeten. Bij! zijn terugkomst
in Sevilla verhaialde hij! aan Murillo van
de groiohe kunstwierken, welkte hij' tijldiens
zijh reis had gezien en wist zjijjn jonge
Vriend over te, halen om naiar Madrid tie
gaan- Voorzien vian vele aanbevelingsbrie
ven ondernam Murillo, in 16'4|3| 'de reis malar
de SpiaanSclbei hloolfdsilad, waiar hij! zich
b'iji .aankomst terstjond w'endde tot Vfei-
lasquezl, die- toentertiijld als hiolfcclhilder vian
Philipls IV o(pi het toppunt van zijh roem
stond. Velasque-Z hielp den jongen kunste
naar zbjoveel hïjl mla(ar kon. Hijf verschaïth
hem toegang tolt het eseurialal, wlanr de
groots meesters Titiaan, Rubens, vian
Dljtek, Ribera en ,ook VelasqueZ zcl'f! wla.-
ren vertegenwoordigd. Gledurende de twee
jaiar, dat Murillo te Madrid ven-tdéflde,,
kwam hij onder den invloied van VelliaisquielZ
en onderging Zijh ontwikkeling ce|ni be
langrijke vemhdering. Toen Mjj dlan ook
in 1645 naar Zijn geboorteplaats tjerug'
k'eerèft, was zijh kunst oneindig.vleiel rijjkler
geworden en bevond hij' zlclh1 aan hlet be
gin van een roemrjjke loopihalan. Blij zijn
terugkomst in Zijh geboortestad waichttJn
vader is een man van de wereld, die
veel op reis is."
„En hoe lang praktiseer je al1 bij! die
menschen
„'Sedert een maand. De o,ude huisdok
ter heeft zich tevergeefs allie mqeite ge
geven cn eindelijk heeft Dorothea's v'ader
mij' laten roepen. Maar htet merkwaardig
ste is, dat alle organen volkomen normaal
zijn en dat het meisje, niettegenstaande
de beste verpleging ,zienderoogen -achter
uit gaat."
„Wat denk jiji ervan, Bans'?"!
„Dat de jongejuffrouw niet meewerken
wil. Zij is nogal sentimenteel en nu komt
het mijl voor, dat zij het interessant vindit
om de rol van „bl'eelse roos" te spelen."
„Zonderling!" Ik wou, dat ik' haar eena
kon zien en spreken."
„Komaan! Waarschijnlijk zou je dan
dadelijk den spijker op den kop slaan,
niet waar
Margarethla werd bleek.
„Hans, ik' "geloof dat je het er op' toe
legt, om mij onaangenaam te zijn."
Blaar stem beefde.
„Alsjeblieft geen scènes!"
De dokter keek knorrig v'óór zich'. Hij
was boos op- zichzelf, want zij' had ge
lijk: hij w'as onaangenaam. Maar, vooï
den duivel, hij bon die stille, terughou
dende manier van doen, die 'Zijl zliejh.'
eigen gemaakt had, ook niet uitstaan I
Waarom deed zij niet. wat meer haar
best om tante Hanna pleizier te doen
hem een grootte vleirrassing. De Epanciscfa-
nen, met wie1 hij' steeds briefwisseling hlad
gehouden, droegen hlem opj een hunner
kloostergangen te beschilderen niet voor-
stellingpn uit hiet Eraucisoalanstelhe levert
en hoewel al de schilders der stad reeds
gedongen hadden na|ar het groote werk,
stond liet bijl de monniken vast, dut ialteem
hun jionge Vriend Murillo het werk zou
uitvoeren. Vol vreugde begafl de jonge
kunstenaar zich 'aan het werk en in twien
jaar tijds voltooide hijj de 'hem opgedragen
taak. Op shag werd hiji toen de ilpeveiing
van zijn vaderstad. Men bewonderde in
zïjn werken die natuurstudies, de kracht
van zijn coloriet en de juistheid v,an d»
jeekening. Men beijverde zich den kunste
naar opdrlac'hten te geven en ieder, die eien
Murillo, bezat, toonde het vol trots alan
Zijn bekenden. In 1655 legde Murillo de
laatste hland aan lbett schilderijl ,JVlarial
Gehoojrte", dat zich tjhfans in hlet Louvro
te Parijs bevindt, terwijl hij het volgend
jaar v,oiO|r de klathednaial van SleviliLa twöa
schilderijen vervaardigde, n.l. dei dopjpj
van Christus en htet visioen van den Hl
Anthonius van Padula-. In den loolp der
jaren vormde zich eien kring van scholie
ren om don geliefden leoiimleestier, die in
1660 de academie vian "SeviUa oprichtte.
Murillo heeft zijln gteihiaeie laven in zijp
•geboortestad Sevilla doorgebdaidhitl. Sfcidhts
tweemaal en dan nog voor korten hij'd,
heeft Ihliji haar verlaten. De eerste ma,all
was tijdens zijn reis naiar Madrid in 1643
en de tweede maal in 168.1, toen hij op
verzoek van de, Capudij'nen vian Cadiz naar
deze stad kwam, onn ler in hun kerk eien
altaarstuk te schilderen. Tijdens de werk-
kaamhed°'n dan dit schilderij' startte de
steiger,, waarop Murilloi stond, ineen.
Zwaar gewond Werd de kunstenaar opjgte1-'
nomen en naar Sevillla vervo'erd, wjaian'
lrij den ;3en Ajpjril 1682 aan dq bekomlein
verwendingen overleed. Murillo werd niet
groote pracht en pralal begraven in dia
kathedijalal Van Sevilla. Zijp vaderstad
wilde Zijp groeien burger eeiren en richtte
daartce een bronzen standbeeld voor hiem
opj, hetwelk in 1865 werd onthuld. De
Werken van Murillo bevinden zich thans
in de voornaamste Wusela. vian Eiuropfc
De Donaii in legende cn geschiedenis.
Tardieu heeft met zijln z.g. Donau-p'lan
Weer eens de bijizlondere aandacht geivtes-
tigd op de midden-Eiuropeesohte staten,
welke rondom de Dona,u zijn gelegen. Dte
grijize historie van deze rivier, welkte neieds
zoo menig m-aal in den loop der eeuwen
het toomeel bood van den meest vlex-
wio.eden strijd, is hiermede een ni'eplwte
episode ingegaan. De gesohiedeniB der
Donau, de aloude stroom, wtellke in hiet
zwarte 'wo,ud ontspringt en na een weg
van 2900 K.M. te hebben afgelegd, zich
in de Zwarte Zee start-, neemt ongeveer
een aanvang bijl het begin onzer tijdreke
ning. Toen vestigden zichl de Kelten,
die voor zoover bekend de ondste beiwo-
ners van Oostenrijk zijn, aan hlare oevers
en gaven haan 'n naain, later door de Ro
meinen als DanjU'bilüe, en door de Dvit-
sehers Donau vertaald. De benedenloop
tü'sschen de groote Bongaarsche steppen
was toen nog van geen beteektenis. Naar
mate echter de Romeinen hun macht naar
deze zijde (uitbreidden, nam ook dte Do
nau in heteekenis toe. Bier speelden zich
ook de tooneelen af, welke htet wereld-
lot Zouden beheerschen en eindigen im den
ondergang van het Romeinsche Keizerrijk.
Maar de Romeinen hebben de beteeikienis
van den Donau gevtoeld. Zij, zonden hun
beste strategen herwaarts en legden langs
de oevers der riv'ier hun groote wagen
aan, terwijl ook hun beschaving tot. diep
in het land doordrong. De door hen ge
bouwde versterkingen zijn later de oor
sprong gewlorden der hedendaagsche groote
steden, in velen waarvan men nog over
blijfselen heeft kunnen opgraven. De stem
der geschiedenis laat zich het duidelijkst
in Deuitsc'hl-Altenburig hooren, daar1, waai
het Oarnumturn-Museium staat en M-arcus
Aurelius zijn militairen roem heeft ge
zocht. Op deze plaat schreef hiji ook het
tweede deel van zijn „Beschouwingen"
en Septimus Severus zag zich hier tot
keizer uitgeroepen. In 308 treffen wij' ook
do oude keizer Diocletianus hier tot het
houden van gewichtige besprekingen. -
Maar toen de Bunnen onder Atilla .Ifcwia-
men opdringen, toen viel het Oarnumtuim,
Oiok Yindobona (Wieenen) en zelfs Rlome,
Het begon overal te gisten, doch Voor
namelijk brandde de strijd in miidldien-
Europa, water de verschillende vlolfcteren
langs de groote stroomen optrokken en
tante Hanna en.... en hem? Zij wist taoh,
dat hij dit graag zag. Zij moest hartelijk
zijn en spraakzaam.
Wilde zij hem misschien laten voelen,
dat ziji de meerdere was? Maar dan Was
ziji toch aan een verkeerd kantoor beland
„Wie is die familie.?," vroeg tante
Hanna.
„Dörheim de familie D.örhekn. De
man is vroeger fabrikant geweest en
leeft nu van zijn geld royaal en groot
scheeps."
.^Sympathiseer je met hernl?,"
Margaretha's stem klonk koud. Ziij; deed
blijkbaar moeite om h'et woord tot hem
te richten. Zijn fijn oor hoorde het da
delijk.
.„Hoe kom je op die vraag?"
„Ik dacht er over na, of het kind wel
vertrouwen in haar vader stellen k'an,
of hiji dat meisje misschien verkeerd be
handelt."
Hij: zag haar met verbazing aan.
„Ik mag hem wel lijden, ofschoon ik
geloof', dat 'hij nogal nukkig is, en egoïs
tisch' ook. Maar hij! is iemand, die- z'iclh
goed Weet te presenteer,en en lile/el joviaal'.
Dat is de algemeene opinie."
„En de huishoudster.?"
„Zteer goed en praktisch, bereid om te
doen wat in haar vermogen is."
„En ook fijngevoelig en v'erstandig'?,"
Hij lachte hardop: „Margaretha, je exa
mineert als een oude schoolopziener. Ik
'hleb omtrent het laatstgevraagde nog geen
A
ECHTE fRIESCHE
20 ch per ons -10ct.per1/2ons
ct
land en schatten opedschten. In het Noord-
Westelijk deel werd een nieuw' rijk opge
bouwd, dat van Karei den Grooten, die
naar het Oosten trok en de Avairen,
uit hun sterkten verjoeg oiu hun op
dringen naar het Westen te voorkomen.
In hun plaats vestigden zioh de meer
vredelievende Franken, maar de r,ust zou
niet lang duren, want spoedig trokken de
Magyaren tot zelfs in Zrwaben en ver
oorzaakten biji voortduring onrust, ook
nadat zij reeds langen tijd den invloed
der Westersche beschaving hadden on
dervonden. De Manken danken hun ont
staan aan het streven der Keizers, die het
Duitsche Rijk een weg over de rivier Wil
den verzekeren. Daaruit ontstond ook
langzamerhand de Bongaarsche Monarchie
aanvankelijk onder de leden vian het huis
Babcnberg, later onder de Babsbungeirs,
die er naar streefden uit de bomtie menge
ling van volkeren een grootstaaitl te ytor-
men met Einropeescbe cultuur. Omstreeks
1150 werd het o:ude Vindobona (Weenen)
hoofdstad van het nieuwe Rijk. Hertog
Hendrik II vestigde er zijn verblijfplaats
en sedert dien tijd was h«t ook het
brandpunt van de voornaamste Eiuropee-
scho verwikkelingen. Voordat wij de ge
schiedenis volgen, moeten wij eeni'ge woor
den wtjden aan de Nibelnngen (Sage, welkte
zioh in de 12e eeu,w afspeelde. De onbe
kende dichter gebruikte hier als grondslag
de oude volkssagen en de balladen uit
de Donaulanden. Hij! verhaalt van de wil
de eeuwen der volktehuisvteisting, terwijl de
'helden beurtelings door Christeïijike of
'heidensche beweaglredenjen Worden gedre
ven. Zijn krijgssteharen trekken de stroom
op- en afwaarts en laten hiun wla,penen in
'het water weerschijnen. Er wordt van
IVoenen jcospirolken en men geeft er teen,af
beelding van de 5 e eeuwsche toestanden,
welke feitelijk op de 12e eeuw' slaan. De
Hunnenkoning Attjla, weduwnaar gewor
den, dingt naar de band Van prinses
Kriem'hilde, wier gemaal Siegfried door
Niederland verraderlijk wend gedoold!- Hij
z'endt daartoe zijn ambassadeurs' naar
Warms, die haar toestemming bekomen.
Met een imposant gevolg voer ziji de Do
nau af langs Passiau:, Eiferdin'ge en Poo'li-
la.rm. Hier wacht haar de Marktgraaf
Riudiger, die haar bijzonder hartelijk ont
vangt. In Melk' wijst men de Bourgon
diërs (voortaan met den naam Nibelungen
aangeduid) den weg naar het Oosten. In
Traismaucr wacht de vorstelijke Verloof do
h'et gezelschap op. Met grooten luister
wordt zij ontvangen. H'et vbrstelijk ge
volg, bestaat uit Bunnen, Bussen, Grieken,
Polen, WalaCh'en en ridders uit de omge
ving vian Kiewzelfs Irime en H'awiart
van Denemarken, Irnfried vian Thüringen
en Dietrich von B'ern (Verona) bevind'an
zich onder het gevolg. De bruiloft wordt
te Weenen gevierd; achttien dagen lang.
Men kan er de gasten niet 'herbergen.
Men krijgt ex de kostbaarste uitstallingen
te bewonderen evenals de mooiste Wiaen-
sche vrouwen en de onvermoeide muzi
kanten, die biji deze gelegenheid gae.de
zaken maakten. Na afloop van het feest
gaat het verder het binnenland in. 'Der
tien jaren lang leeft Kriemhilde hier als
Koningin en als moeder ,doch gedurende
al dien tijd dooft 'het vuur der wrake in
haar niet. De Nibelungen worden uiige*
noodigd zich tusschen de Hunnen te ko
men vestigen. Ondanks de bedenkingen
der waternimfen komen zij,, dan treft
h;un het bloedig lot, waarmede dit hel
dendicht besluit. Maar in de 12e eeu,w
opmerkingen kunnen maken'. Maar zij
zorgt in elk geval voor Dorothee op een
manier, die niet anders dan lofwaardig
mag genoemd worden. Maar laat ons nu
over iets anders praten. Tante Hanna
zqu anders over niets anders dan v|an pa
tiënten gehoord hebben."
„Ik geloof ook, dat het voor jou geen
kwaad k'an, Hans, om eens wiat anders
te 'hooren. Wat zei de kapitein wel, toen
'hij' onze complimenten overbracht? Bij is
nu bij de manoeuvres, niet waar!?/'!
„Zij zijn vanochtend Vroeg (uitgerukt.
Remmin 'had zijn zwijgend uurtje, toen hij!
de laatste keer bij1 mij was. Bij| eéhïj'nit in
den laatsten tijd min of meer misanth'roop
te zin geworden en gaat zich aan de Sport
wijden: fietsen, jagen, rijden, ilkf weet al
niet wat."
„Ik geloof, dat hij', ondanks al' zijn
positieve begrippen tamelijk vieel' over
helt tot hypochondrie," liet Mapgareitlha
ernstig hooren.
Hans keek haar verwonderd a,an. Won
derlijk Hoe eenvoudig en kalin kon dit
meisje over all'es haar meetdag Heggea.
Helder en duidelijk. Alles wat zij zteddte
was afhad handen en voeten. Het had
hem zooeven goed gedaan zich o-vter ihtet
geval-Dorothee uit- te laten; en zijl was
liet geweest, die hem daartoe had aan
gezet.
(Wordt Vervolgd.)