NIEU\
Verkeerslessen van den A. N. W. B.
ZATERDAG 2 APRIL 1932
NIEUWE ZEEUtWSCHE COURANT
VOOR ONZE VROUWEN
Plaatjes met praatjes.
feuilleton
Steeds hooger.
10c les.
Verteer van rechts gaat voorJ
ANWB TOePlSTENBOND VOOR NEDERLAND
In de achtste les ihlebben wc al geroerd,
dat het verkeer van rec|hlts den yoorrlang
heeft. M I j i
Die regel is gemaakt, o|m|dlat .op een
kruispunt voertuigen off fietsen, .die van
verschillende kanteen komen, niet tegelijk
kunnen p'asseeren. 1 1 i
De wielrijder opj het linker plaatje doet
het dus goed; hij' laat de groentekjar, die
van rechts komt, plasseemen en 'hüjl is daar
voor van .zlijjn ïiets gestia|pjt. Dlat klan nie
mand anders zïjjn dlan sli|m[m|e; Jantje en
het meisje, dat ofpi (hleit1 trottoir sta'at te
wachten tót zé veilig kan oversteken, is
natuurlijk weer zijn verstandige Zusje
EulaÜia,
Op het xe,cjhter plaatje doet Piet opi rijn
fiets het verkeerd en hij komifc leelijk' in
gevaar1. Zijh. voorwiel heeft ial een trap
van het jgialard beet en jhfet is zïjh eigen
schuld als hij1 een pngeluk krijgt, w'ant hij
had den landetr moeten laten voorgaan.
Soms zïjh de straten of wegen bij een
kruispunt of hoek zooi smal, dat h'eh (m(oei-
lijjki is bijtijds te zien, .of er van den ande
ren kant ook iets alan komt. Diaak.olm) zlal
een voorzichtig,e en verstandige ï'ietsifer,
chauffeur of' voerman in zkro'n gevlal zïjh
vaart minderen en het kruislpjunf langjzlaalni
naderen, zoodat hijl dadelijk stoppen kan
als da.t noodig is.
'Siomtóige menschen laten het verke|ei'
van rechts wel voorgalan, maar blij1 ven cp
hun fiets zitten, hoewél zé bïjha stil
staan. Dlat kan gevaar opleveren, want
met het voorwiel Imtaeiten dan allerlei be
wegingen worden gemaakt oimf .het even
wicht te bewaren en dajardoor wlorden
dan weer anderen gehinderd. Acrobatiek
op de 'fiets is altijd gevaarlijk. Menschen
met lange beenen kunnen met éélnl voet
opi den grond stil staan en tpich op het
zadel blijven zitten en kunnen dan dade
lijk weer doorrijden als de verkeersagent
het teek'en geelt, maar wie niet ziulkle
lange beenen heeftx doet betier af te stlapi-
pen. Je 'zit er gauw genoeg weer opi!
zachtjes te vertellen. Grietje luisterde
gespannen toe, maar ze kon. niets ver
staan. „Moeder sprak zoo zachtjes
natuurlijk over haar." Toen dacht ze weer
aan de zakdoekze haalde 'm onder het
kussen vandaan en gooide 'm onder het
bed; daarna ging ze stil liggen.
Buurvrouw kwam met moeder de gang
door. Moeder deed idje Idfehr van 't kamer
tje open en z'ei: „Daar ligt nu onze luie
meid." Moeder probeerde het lachend tie
zeggen, maar Ze liep gau'w1 naar de huis
kamer terug.
Buurvrouw ging bij1 Grietje's bed zit
ten en vertelde opgewekt vian de ondeu
gende streken, die haaar rakkers weieir
hadden .uitgehaald. „Manr, ik sla» er mee
de mattenklopper op," besloot ze.
Daar moest Griet je tioeh wel om lachen.
Toen buurvrouw de mannen 't pleintje op
zag komen liep Ze het kamertje uit., ter
wijl ze riep: „O1, m'n erpels, m'nen bans!'!
V oordat vader en de anderen naar hiet
fabriek .gingen, kwamen ze nog eventjes
bijl Grietje kijken. „Zeg vader, deinkt-e-
vana.Vond nie. Den. dokter komt", Vroeg 't
meisje. Vader bromide wat. Sjen en Bet
kwamen met appels aandragen. „In dieën
dure winkel op de Ginnikestraot geh'aold",,
Zeiden Ze.
'Om halif tw'ee gingen ze naar 't fabriek
en 't was weeT stil in 't buisje. Alleen
buiten op 't pleintje joelden enkele kin
deren.
's Avonds kwam de dokter. H;ij bad 'n
paar instrumenten meegebracht en onder
zocht het meisje voor de tweede keer. Op
Zijn vraag, hoe of ze at, Zei moeder
wanhopig: „Zelfs deze lekkere dkige, mot-
se nie hebbe", terwijl ze op 'n schaaltje
abrikozen wees, 't geschenk van buur
vrouw. Toen lei de doktér in 't gangetje
in korte woorden uit, dat Grietje T.B.C,
h'ad. „Tering", zei hij1, to,en moeder niet-
begri/pend d'.r hoofd schudde. 't Was ai
in 'n ver stadi|um. 't Kind moest er heel
lang mee geloopen hebben.
,,'t Is np winter", zei hiji, „dus kan z'e
niet buiten, maar als 't eeniigazlita kan,
moet ze in de frissch© lucht liggen. En
dag en nacht de ramen open."
Nadat de dokter nog eenige aa.nwijzim.
gen gegeven hiad, ging hij weg. Buur
vrouw k'wam onmiddellijk aanlaopen.
„Enne.... w-at is 't?" vroeg ze.
„Tering", zeii vader met 'n Zütht en
moeder begon te snikken, met d'.r schort
voor d'r oogen, 't hloofd tegen de muur
geleund.
„Och heerelieve.... tering!" riep buur
vrouw, maar ze maakte d'r zin niet of.
Moeder was naar de huiskamer geloopen.
,,'t Is jullie schuld", riep Ze, „jullie
schuld mee oe verdommese dordrijiverij.
Da kind most en zou naor de fabriek.
Nou ligt ze d'r..."
Bet en Sien zeiden niets. Slien ging do
huiskamer uit en Bet plukte zenuwachtig
aan het tafelzeil.
Grietje is gestoxveu. Op 'n druilerige,
regenachtige morgen ie ze begraven. Toen
de kist het huisje uitgedragen w-end, be
gon moeder hardop te snikken. Met mee*
warige gezichten stonden de menschen
voor fop® huisjes.
Langzaam reed de lijkwagen naai' de
kerk. Twee kransen hingen er aan: „Vian
je ouders" en „Vian j© oudste Zusters".
Vader, moeder1, de zusters en enkele fa
milieleden volgden.
'(„(lïjd/sohr. voor R.-K. Ouders")
De Ring.
Zij stemden beiden aan het station.
Zoo dadelijk zou ;de trein binnen stoo-
men dip hem, meevoerde:, Albert, dis
voor hen beide; wat' beteekende. Natuur,
lijk beteekende hij veel voor Mies, zijn
vroolijk zusje. Zij was nog maar epn
bakvisch geweest to;en hij heenging en
de groote reis aanvaardde, ze was; nu
een jiongiediaimie'. maar even vroolijk pn
onbezorgd als toen, i
En hij beleiekende ook iets voor Nek
ly haar vriendin, die vroeger ook zijn
speelkameraadje was geweest, Maar dat
was nu al voorbij. Al had Nelly haar
beste vriendin niet kunnen, weigieren mee
t,e gaan om hem af te halen, Als ziji
het had geweigerd zoujmen er misschien
juist iets achter giezqcht hebben. En
daar stonden ze nu te wachten op het
binnenstoormen van den trein. Toen dan
eindelijk de trein binnen kwam, daar
wuifden zij beide naar, de coupé waar ze,
hem zitten zagen en hij wuifde terug
naar twee fnssche vroolijk/e jongeda
mes, die hem verwelkomden. Maar de
trein liep nog 'een heel eind door tot heel
aan het eind van het perron en toen
zij er bij gekolmuw' waren, was Albert al
uit zijn coupé gesprongen, hij stapte
resoluut op Nelly toe, en kusite haar dat
het klapte, j
0,i Mies1, zei hij, ik zon je dadelijk
uit duizenden herkend hebben, wat zie
je er voordieelig- uit.
Nelly was doodverlegen en wist de
•eerste pogemblikk.en niet wat te zeggen,
maar reeds was de werkelijke zuster
van den «teruggekeerden broer ook naaï
voren gekomien ien la,chte:
Mijnheer Albert zal toch zeker het
vriendinnetje van zijn zuster! ook nog wel
kennen.
Maar natuurlijk, riep hij, zich er toi
bepalend haar d© han'dhe drukken, maaï
natuurlijk Nelly ken ik je nog.
Ook uit zooveel duizenden, ant
woordde zij vroolijk, nu ik zal het maai
gelooven,
Tetvijl de teruggekeerde broer zijn
bagage-recu aan de witkiel gaf. richtte
de vroolijke Mies eenige woorden tot
haar vriendin. Hij, haar broer verwissel
de hun met elkaar, o, dat kon een
leuke grap .worden, die moesten zij nog
evien volhouden. En toen Nelly prates
teerde;, noemde zij haar „flauwerik",,
dreigde ze en smeekte ze, tot Nelly et
eindelijk in .berustte,
Maar over pen uur zoo bedong zij, zou
men hem de waarheid, zeggen. Een uut
dlat leek die vroolijke Mres lang genoeg
om haar broer zoo heet te nemen, dat
zij hem later met zijn grappige vergissing
minstens een, jaar kon plagen.
Ze gingen nu naar een restaurant,
want er was afgesproken dat zij eerst
in Amsterdam zouden dineer en, voor zij
den triein naar het provinciestadje na
men, waar ze -einde.ijk thuis waren..
En nu had de zuster van Albert, die
zes jaren in Indië had doorgebracht, een
soort plager,g genoiegen edn z.ch niet
van een bijzonaer aanminnige kant te
laten zien. zij was da jongeman een
beetje al te sarcastisch, al te vrijmoedig
ook. Hij bleef in haar de vriendin van
zijn zuster zien en had gpen oogenblik
het idee dat hij .voor dan mal gehouden
werd.
Er waren drip kwartier van het uur
cm. toen Mies, die tot nu toe voor
Nelly doorging, zich even verwijderde
van tafel,
Nog een kwartier, fluisterde zij te
gen haar vriendin, ik heb nog oen kwar
tier, je verraad me niet hoor.
Toen Albert met bet meisje alleen
was, wendde hij zich levendig tot haar
en ziei'die
W,ajt een desillusiewil je wel
gelooven, Mies, dat ik me je vriendin
heel anders had voorgesteld
Maar, ze is heel lief, ik verzeker
je dat,..
j— Ja, dat zal wel; maar, ze is ver
anderd. En jij bent ook veranderd.
Meen je dat
Toen ik wegging vervolgde
Albert was ik heel blij, lat jullie
zulke goede; vriendinnen waart. Uit je
brieven las ik ook steeds weer met
genoegen, dat ld® vriendschap bleef en
jullie nog jnieier onafscheidelijk waart
geworden dan vroeger. Ik wil je nu
wel zeggen, waarom. Jij was vroeger
altijd zoo'n wildebrbas; zij was zoo lief
en bescheiden, meer vrouwelijk. Ik
dacht, zij zou 'n goeden invloed op
jou uitoefenen, ten ik meende dat ook
uit je brieven te kunnen opmaken; nu
vind ik jou terug, zoo lief en zoo
aardig, als ik me haar altijd baad voor
gesteld. Maar, drommels, waarom stelt
ze zich zóo aan wat doet ze onecht
Neen, verdedig je vriendin nu nietze
is anders geworden, heel anders dan ik
me had voorgesteld.
Maar, dat is afschuwelijk, riep
Nelly wianhop.'g. Ik mo,et je zeggen
Neen. neen, zeg maar niets! Ik
zal wel onbillijk zijn, Maar weet je.
Mies, ik heb ze als ik in de binnen
landen was. pen zoete droom' gedroomd;
ik meende, ik dacht, dat .het iets zou
worden tusscben N'elljj en mij. als ik
terugkwam. En weet je. ik kocht gis
teren in Parijs een mooien ring ik
wilde haar idien aan den vinger steken,
maar dat doe ik niet; die ring moet
jij nu maar als 'n cadeautje aannemen.
Ik heb voor je^vrjendin wel een an dei-
cadeautje in mijn koffer.
En de voortvarende Albert nam >een
doosje uit zijn vestzak en z'eide
Hier, steek dien dadelijk bij ie.
2e is me al zeer tegengevallen.
Maar, Nelly pakte den ring niet aan.
-- Neen neen, zei ze zenuwachtig,
je kunt mij dien ring niet geven, je
weet niet je weet niet wat je doeft
Wat, zou jij dan willen dat ik hem
toch aan Nelly gaf en hem haar aan
den vinger stakneen. neen dat kan
ik niet doen.
Nee natuurlijk, dat zeg ik toch
niet. maar je vergist je, dat is, dat is,-
o. ik weet niet wat ik zeggen moet, mijn
heer Albert ik schaam me zoo.
Albert zag haar verbaasd aan. Hij be
greep haar heelemaal niet meer. Op dat
critieke oogenblik trad Mies eensklaps
achter hen.
.Wat, zci-de zij, hebbtn broer en zus
nu al one enigheid, nee maar dat is toch
ongeloofelijk. Ja ontken net maar niet
ik zie het aan jullie gezichten.
Och, schei toch uit, riep haar vrien
din wanhopig, hij wil mij een ring geven
als cadeau pit die kan ik toch niet aan
nemen.
Een ring, iukldc het antwoord,
brengt men bij voorkeur niet mee voor
zijn zusje. ,Was die ring werkelijk vooi
uw zusje bedoelt Albert of voor mij
Albert zag liet spottend gezicht voor
hem en eensklaps ging hem een licht op..
Eensklaps was het hem of hem de
schellen van kie oogen vielen. Hij sprong
van tafel op.
Dat is schandelijk, aride hij, dat is
schandelijk wat jullie tweeën met mij
aangedurft hebt, ik vergheef bet u nooit
Nelly, want gij waart daar toch atie
ernstig voor. Ik vergeef het je nooit als
je deze ring niet aanneemt.
Zij verborg haar gelaat in tie handen
van verlegenheid. Maar zij kreeg 'den
ring.
Iets 'i»ver de oijjV|j»ding.
Als vader zijh betrekking buiten de
deux heeft, kpmt vanzielfspirekend heit,
grootste gedeelte der opvoeding op de
moeder neer. Niet alle telaeders rijn tiegen
hun kinderen opgewassen en als z'ij| hex-
haalded'ij'k {hkar «ooms en dochters moeten
verbieden 'en zij' bij het uitdeelen van
straf' eem groote mond of een brufetal
antwoord krijgt, weet de mopder ten einde
raad wel eens niet wiat zij; moet doen o|m;
haar gezlag te handhaven en z'egt dan:
t,Wacht matar, flls je vader straks tlhiuis
komt. zal ik het heta! vertellen!" V»io(c
,een jongen houdt dit wel 'ns een bedrei
ging in. maai1 de tegenwoiojrdigtei imjeisijes
zijn meestal heelem[aial niet bang vppr
haar plapa. En als vader des avjopdis
met rijm dochter eens een .aplpeltlje wil
gaian schillen, begint izie tegen hem' ta
redeneeren en te argumentieeriein, dofdh va,*
der- kan ha|ar niet overtuigen. D© moe
der' heeft miet !h,at sip^ele feit, dat zlij
den vader als boem'an afsciliildertj reeds
haar z'wlakheid doen blijken en daardoor
verliest riji veel meer haar prestige dlan
wanneer rij aelf' ha|ar dochter iztou aan
pakken. Die tegenwoordige tijü eisch'fc trou
wens veel mie,er van den va,der en de| mloe-
der, dan dat rijl lalleen dei opvoeders van
hun kinderen izijjn, neen,, ilni de eerstje pjaats
moeten rij! kaïmleraden, de trouwe vrien
den wiazen, die hun kinderen overal niet
raad en diaiad teirz'ij'de staan. Do tegen
woordige mioieders. jn|oglen het misschien
wat moeilijker hebben, linlalar aan den an
deren kant blij|ven zij, ails zijj voldoende
niet hun kinderen anjeeleven, ook vaejl lan
ger jong. De jeugd, die technisch! "voelt,
prutst van alles ©n nog wlat: met elektrici
teit en vindt het vanz|elfl slplrekend, dat
vader en moeder hebben weten, hoe de
draden moeten bevestigd wenden en hoa
alles werkt. Het is onz©i plicht, er vop;r
te zorgen, dat do kindéren ons nieiti „ach
terlijk" vinden, iets, wat rij: ia! heel glauw
z'eggen, als wij' telkens en telkens wjeleii'
arbeiders moeten laten kojmten vloior da
kleinste karweitjes, die er in huis moei
ten worden gedaan. Ook de mlate van
vrijheid, waarin wij onze kinderen ojpjv.op-
den, moot niet wlorden overdreven. W'ij
kunnen zie toch maar nieit hun glang latefn
gaan, thuis lhten komen wanneer het! hun
schikt en daardoor den glang vian het
huishouden in de war laten sturen. Er
moet absoluut regel iu huis rijh «n van
jongsal' alan moeten wijl otniZ'e kinderen
daaraan gewennen als aan iets, waaraan
geen ontkomen is. Op, tijd thuis, behioiorlijk
schoon aan tlaffel rijn eindhien, diei met
do vrijheid niets te maken hébben, in
tegendeel, die ook de moeder nog ©enigen
vrijen tijd voor zichzélf overlaten. En
dan, als onz© kinderen vian ons veiilajngen,
dat wij hun kamerladen rijn en jhiiui overal
b:ij helpen, moeten wij' ofmlgekeerd dat
zelfde standpunt innemen en vup oUz'e
kinderen verwachten, dat ook zij' behlulpf.
z'aam zlullen 'zfij'n. Het is niet vian het
grootste belang' joïf rij! buiten de deujr
hulpvaardig z'ijin, wlant d'at kan politiek
wezen, maar juist zit do verdienste in
het hielpen binnenshuis w'aa.r niemland het
ziet en waarvoor zliji.ppik geen pluim krij
gen. Laat de moderne "imfaeder dus niet
dreigen met „Ik z'al het tegen je vader
Zéggen", maai' llaten a.lle huisgenoioten
trachten in harmonie |m|et elkaar te leven
en dat is de talak van de. moeder olml Aait
haar kinderen lal bïjT te brengen a|l® iets
vamzelfl sp|rekénds als de kinderen nog
nauwelijks loopcn en praten kunnelm.
W!AT NIET lEiDEREEN WEET-
De bekende Ba-uyère-Tabakspijipen,
die eerst sedert 1854 in den handel zijn,,
worden uit het buitengewoon harde hout
der- Heidekr.uidwortels vervaardigd1. H,eV
heidekruid maakt namelijk, onder zekere
omstandigheden wortels die tot 50 kilo
gram wegen. i
In Japan zijn dikwerf' spiegels in 't'
gebruik, op welker ruigzijde magisch© in
scripties en ornamenten gegraveerd zijn.
Valt er nu een lichtstraal zóódanig pp,
het glas van den spiegel, dat liet, licht op1
een wit vlak terug kan Kaatsen, dan
verschijnt daarop alles wiat zich aiclhjfcer
den spiegel bevindt. Hoe dit mogelijk is,
kunnen onize natuurkundigen' tot nu toe
niet verklaren.
De lro'Mieboonen werden ontdekt
door de geiten.
De kpftle is een der genotmiddelen diie
tot ons dagelijikscïi menu behooren eu wel
zóó dat we haiar niet eens meer uiti pns
leven kunnen wegdenken.
Wat wla. seen stevige, miaaltijd pis aan
het sjot de aiafmlatisch bruine drank de
levtensgeeesten niet kwam ppifrissohen!
Vele beroiemde (mlannen wisten den htaefr-
lijken smaak en opwekkende uitwerking
van de koffie nalar waarde te schatten!
H.oe de koffie als genotmiddel eigenlijk
ontdekt is zal de meeesten wél onbekend
zijn: Een Arabisch© herdier hoedde rijn
geiten. Opj zékeren keer viel hlet hem op-,
dat de dieren wlelke t ofc nu toe heel rustig
gegraasd hadden, plotseling lustig in heit
rond begonnen te dartelen. Hehzellfdie Heit
constateerde hij! meerlm|alen opi "dezelfde
weideplaats. Hijl sprlak met ©en prior van
een klooster over dit vérschijlnsel en nu
begonnen beide mannen i® de berwus;t|e
weide te zioieken naar het kruid 'dlaifc die
eigenaardige uitwerking op de dieren hlad.
Bij' dit onderzoek vonden zij onbekende
vruchten en dez'e vruchten waren koffie*
boonen. i I
De plri,or nam zie (m|ea na|ar huis en
kookte zie op|. Toen hij[ den drank! pnojefde
constateerde hij: bij zich Zelf' den opjwek-
kenden invloed. De juiste koffieber|eiding
eu behandeling der koffieboonen, woiopal
het branden (h-'eiefffc men pas veel tater uit-
In ieder geval wordt beweerd dat de
Aziatische geiten htet eerst den haerlïjjken
•smaak en d© opjwekktende uitwerking! del'
koffieboonen wisten ta waardeeiem.
E«n wandeling met den kanarievogel.
Het gebruik om in de avondkoelte Jnlet
den kanarievogel in da stad te gaan wan*
delen een gebruik dat al eeuwen en
eeuwen in Pleking bestaat is thans door
het gemeentebestuur dier stad stad ver
boden. Met den vertroetelden kanarie
vogel ©en wandeling te maken werd Van
piudsher door de mandsehlun als ©en der
meest gelielfkoosde ontspanningen be
schouwd. Maar volgens de meening Van
den burgemeester van Péking. is dit een
ontspanningdie slechts tot luijh'eid voert,
en daarom hebben de pjolitielagenten sitreng
bevel geikregen om de lediggangers die er
dergelijke genoegens op na houden, te ar-
resteerem. Bijl de talrijke vogelhandellaars
in Péking hééft de|zte verordening Veel
(kwaad bloed geiZet. Zïjf beiweren dlat geen
.gevederde zanger iets ordentelijks prcis-
teeren kan, als hij niet dagelijks in een
Trissisiche luciht gebracht w|ordk
Corruptie bijl politie en justitie.
Naar men weet is er in den staat
New-York een enquête gehouden door een
commissie onder leiding van rechter Sea-
burèy, naar beweerde misstanden bij po
litie en justitie in dien staat. Deze com
missie heeft thans haar rapport gepubli
ceerd. Daarin wordt zeer duidelijk aange
toond, dat er in New-York vooral bij de
lagere gerechtshoven schandelijke toestan
den bestaan. De benoeming Van deze la
gere rechters wordt geheel belhieeirseht door
de democratische politieke organisatie
Tammany Hall, die invloed kan oefenen
op, den burgemeester van New'-York Voor
zoover het de lagere rechtersajnbtan iu die
stad betreft. Het resultaat van dien in
vloed is bedroevend. Elen partijdige recht
spraak is er het gevolg vian, waarbij' poli
tieke vriendjes steeds worden beschermd,
en politieke tegenstanders geschaad. Do
commissie wijlst er verder op, dat er een
eind moet komen aan de ondervraging in
den derden graad. Met ondervraging in
den derden graad is bedoeld! geestelijke:
en pihysieke marteling. Het komt bij' deze
ondervraging, die in de politiebureaux
wordt toegepast, herhaaldelijk1 voor, da.t
de verdachten worden geranseld tot|d'at zij
maar bekennen om er van af' te zijn. Vol
gens bet rapport moet daar onmiddellijk
een eind aan komen en de verontwaardi
ging van de openbare meening in New-
York is van diien aard, dat nu; eindelijk
eens gebroken wordt met dit verderfelijke
systeem. Ook moet naar het rapport wil,
de aanstelling van de reohters geschieden
na een gewone verkiezing. Mochten er na
twee jaar ambtsuitoefening van zoo'n
rechter klachten over zijn optreden zijn,
dan zou hijl niet moeten worden herkozen.
De Rili'sja.
De Rikisja of Karu Majia-, zooals het
ding II n Japan wordt genoemd, is niet
•Zoo'n ou.d transportmiddel alls de measito
menschen misschien wel gelooven. De
Riksju. is geen uitvinding Van Japian, nocihi
v'an 'h'et Oioisten. Zij dankt haar bestaan
aan een Amerikaan. Weliswaar wordt in
Japan, evenals in China,, de mensch tot
Voortbewegen Van vradhiten, sinds eeuwen
oude tijden gebruikt. En wel in den vorm
van dragers van draagstoelen. Zij ver
voerden de voorname lieden, wier eociala
positie !h|un verbood te vloet te gaan, in
de nauwe en ongemakkelijke palainkijnen,
Eerst in het jaar 1870 liet een vertegen
vdoordiger van de Ameriikaansche regee-
rinig Vo.or eigen gebr;urilk een soort rolstoel
„power oar", of „jin rtóki-sja" in het
Obineesch, maken. Dit transportmiddel had
dadelijk in Japan succes en al spoedig
was de draagstoel door de rikisja, ver
drongen. Veie jaren lang bleef' de riksja
het meest gebruikte vervoermiddel in Ja
pan. Maar nu schijnt ook haar laatste
uur geslagen te rijm. Ook in Japan neemt
het aantal auto's geregeld toe en zoo
wordt de riksja al meer en meer verdron
gen. Het is een feit, dat niet te betreuren
valt, want, afgezien Van het ethische in
zicht, dat het tegen alle gevoelens van
humaniteit strijdt om de mensch als een
sooit last- en trekdier te gebruiken, is
ook de arbeid van den riksjakoelie buiten
gewoon vermoeiend en oingeziomd. Deze
mannen bereiken slechts hoogst zelden
iels meer dan den middelbaren leeftijd1;
ze sterven meestal' jong aan eern hkrt-
ziekte. De dag is gelukkig niet ver miaex,
dat ook de laatste riksja van de straalt
zal züjin verdwenen.
„Tk wil zoo'n papegaai hebben. Sp'reekt
Wij!?," i 1
Spreken! Hij' is Van Amsterdam naar
Den Haag gewandeld en hij) heeft de haeila
tijid naar de weg gevraagd."
„Ren jij aan de barometer
Marie.?," 1 1
„Ja mevrouw', 't is vlandaiag m'n vrij©
dag en ik h!eb 'm op mooi wear gezet."
„Foei, een jongen v'a,n jqujw leeftijd, die
naar tabak' nuik't!"
„Ja, mama heeft me juist een kuis ge--
geven." 1 i
„U moet toeh! ee.ns een avondje bij, on,s
komen. M'n dodhiter z'al zingen en: op de
piano spelen em om neigen lU|U,r ihlebben wla
soluper." lil
„Prachtig, dan zal ik' ztorgen dat ik er
oan negen uur ben."
Ik wil in'n sall)a,ris hebbe. Me imfoedeé
zegt dat ik zlonder m'ns allaris niet; thuis
mag kolmjinfe." I f
Baas: „Ik ben benieuwd of je moeder
jé zal herkennen met een Qlange baiaird."
Bureaux van Redactie en Administratie:
Telefoon Interlocaal No. 207, voor Red
Bijkantoor MIDDELBURG. Markt 1 en
GROOTE WAARDE
VAN PUBLICITEIT
Het verbruik van vleesc
eieren en boter in Duitschlan
Wil hebben een levendigen handel
eieren en boter naar Duifcsehiand.
vooruitzichten voor dezen uitvoer n<
dit land zijn echter niet al te schoon,
oorzaak hiervan ligt niet in de ma,iai|
alsof de Duitschers wegens gebrek
betaalmiddel zich het gebruik van d<|
voedingsartikelen moeten ontzeggen, mt
zouden wij 'haast zeggen, hoofdzakelijk
dit te wijten, aan invoervterbod of hör
invoerreöhfcen.
In Duitsehland is het gebruik van
ter, eieren ©n vleesch, na zoovéél jat
van malaise en werkloosheid, die bek
zooals wij wéten, grooter zijn dan bij
en reeds eerder begonnen, zek'ej? z'oo gn
ja in sommige gevallen zelfs grooter
voor den oorlog.
IV ij mogen daaruit echter niet, beslukl
dat de koopkracht van Duitsehland e'
groot is als voor den oorlog. Al ie
verbruik van de allervoornaamste leVe:
middelen in de laatste jaren niet vermi
derd, zoo is het gebruik van gen al: mi
delen, zooals bier tabak, fruit, sterk i
genomen. Eien sterke verminderinj
Düilsche kcopikracht als gevolg v'an dril
en werkloosheid vertoont zich sterk
deze laatste artikelen.
Misschien was het gebruik van de
lei noodzakelijkste levensmiddelen, zoo,
ooter, eieren, vleesch en aardappelen, c
sterk aehiter, uitgegaan, maar de ster
daling der prijzen dezer artikelen, is h:
een hulp geworden in den nood.
meesten der werkloozien hébben gelen g*
meer om levensmiddelen of iets andu
te koopen, tenzij zij, gesteund worden,
nu echter het gebruik van boter, vlee|
en eieren grooter is als zelfs voor
wereldoorlog, dan blijkt hieruit, dat
werkende stand zich. beter voedt en
meer geld voor besteed dan vtaorhi<
Hét boterverbruik vertoont in 1931
recordcijfer. Het volgende lijstje to
dit duidelijk aan.
Boterverbruik p. hoofd. Prijs p. 100
1913
1926
1927
1928
1929
1930
1931
6,78 Kg.
5,12 Kg.
6,18 Kg.
7,05 Kg.
7,50 Kg.
7,55 Kg.
7,60 Kg.
235,70 R.MI
340,72' RAI
346,42 R.M
359,17 R.M
343,75 RA!
279,02 RA
213,52 RA
Duitsehland dekte in 1931 ruim 80
van zij'n botergebruik door eigen r|
Auctie. Op dit gebied iis de toestand: tl
zelfs beter beter als voor den oorlog. (I
bruikte men in 1913 per hoofd 3,46
reuzel, in 1931 iis dit gedaald tot 3,28
Het gebruik van vleesch is toegenom|
en uit de cijfers blijkt ook hier weder
dit voedingsartiikel goedkooper is als vil
den oorlog.
v'leesehgebruik in kilo's per hoofd
lekend
1913
1926
1929
1930
1931
49.49
45,41
51,60
50.50
50,70
Varkensvleeseh is een der liavlelii
gerechten biji het Duatsehe volk.
vleeschschotel bestaat voor 32 o/o uit
kensvleesch. Het rundvleeisch bedral
18 o/o van hét vleeschgebruik.
De prijzen van v'arkensvleesch wal
1913 voor 50 kilo 69,59 R.M.
98,30 RAI.
^29 103,40 R.M.
ïq!? 87 ®'M'
n 65 50 R.M.
^ec' 01 56,30 R.M.
In sommige kringen hier in ons 1
hoorde men den raad „eet meer eier
Jammer genoeg is bijl ons volk bijl'd
met de overtuiging doorgedrongen
uitstekende en goedkoop© voedimo- wii
den. in het ei.
23
„En dat ik vrij ben; vrij:
&arh(
dat mi, ^is geschonken^Dat 1,,*^
die kan heenvliegén waa?heeV
ik besef nn eerst recht hef
J-J. i ueü voorre*
HA AR „MODE'L"-ECHfr,GE|NOOTJ
mijn vader, aan mijn goeden, Verst<!mJ
vader.' 11
Margaretha omhelsde 'haar vriB„l
hartstochtelijk.
,Houd hein in eere, Clara; wijd.
alles wat in je is, Want hiji verdient J
En werk met alle kracht, die je is gel
venJe bestaan is een dag van licht
zonneschijn, Clara! Elen jubelhymne 5
je leven Worden!";
die goede papa!" juichte Cl
weder, vol innige dankbaarheid. „O
alles spreken wijl tezamen. Ik zeg
elke gedachte, die bij mij opkomt,
wordt er niet boos om, Wanneer ik' -
•andere gedachten ben, dan hij' en
tegenspreek. Hij Iaat mij 'kalm redem
«n vaak genoeg kom ik ten slotte tot
meening terug. Hij staat in levcnsvérv
ring en inzicht zoo hemelhoog 'ba
"ma*. Maar hij' wil, dat ik zelf zoek