T Tweede Blad •jarige Renommée «IB VNT ZATERDAG 2 APRIL 1932 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT O ra Scheuring in de S.D.A.P. feuilleton Steeds hooger. KERKELIJK LEVEN ONTSPANNINGSLECTUUR f IN HET KRAAIENNEST 312, 1 [I (Slot) i I I Het Plartijlbaatiuur der S.D.A1P. leeft zidh tegm tot zluiver anarchistische stre ven diar links-sorialisten verzet. Doch dit gebeurde niet .omdat de socialistische lei ders het wazen dar revolutie veroordleiefl(eln, doch omdat rij' er Imbmientael geen Iheii vian verwachten. .1 i1 1 Zoo zei de renegaat Vliegen: jNiemand aal dian ook ontkennen, dia,t de" soicdaal-deimocitatie staaft; vóór nieuwe ontgavenmalar daarbij' dieint voorop te staan dia;t haftr beginsel en haar strijd wijze die haar gemlaakt Webben tot wp,t izlij is onverbiddalijhe voorwaarden zijn, pim te'komen tot datgene wla,t ze worden im|opt. En daarbij' staat ook vast, dat welke nieu we taak Waar pok ten dael mag vallen, machtsvorming yan den aard als zijl ben hoeft..,alleen mogejijjk is ofi d<tm|o|ctra,tisohén grondslag. i 1 Wie pa dit gebied uitgaat «p lavontwte stelt alles in gevjülar wat door da arbei- dersklasse in de jaren, die achter ions lig-' «en door harden strijd is verovierd, en brengt ons achterop, inpla'&ts van vooruit. Do ltaliafcnsche geschiedenis en het tont- ntaan vlan het hationaal-soiciiallisrma in Duitechland bewijzen, welkte krachten eventueel tegenpvior de pnzfei kunnen staan." i j i Vrees voor het opjwékken van tegenge- stelde krachten weerhoudt dus dhr. Vlie gen alleen van Wet prediken der revolutie. Dhr. Albaxda gaf nog meer vat op zich. Hlyl verklaarde: i JNiet met wilde opstanden kan het so- liahsme gebracht worden'Wet móet do vrucht izijn van prgpnislatie en scholing- Bijna 10 jaar deed de partij dat wlark; da 'partij! is geboeid, dank zij da leiding die de S.D.APt aan de larbeidejrSklalsse gaf. Wij' mogen niet alios op 't spél zetten voor tydelijk bevredigende avonturen, wanneer vaststaat, dat zij niet tot het socialistisch doel zuilen leiden. De stalaifcs- maaht is vpor ons niet pp de sljratat to Vvoroveren. Die illusie moge bij; een aantal leden bestaan. Wijl mpeten den iméod heb ben pm de onjuistheid ervan pp® te too- nen. (applaus)- -li Itoecls in 1&95 stelde Eingejs vast, da|t do ,tajd van mjaphtsverpvering op stfa,at vopir-. biji was. v i i - Sindsdien zijn de madhtsjmiddelen van de overheid nog veel sterker geworden, waartegenover da miassa sleclhts slachtvee ZjOiU rijn- Het arbeidersbloed is te goed .om het aldus te vergisten 1 De vporstanders der rev. actie meenen, dat riji hierdoor de beweging kunnen die nen. Zij willen de partij aantrekkelijk maken voor degenen die na naar het tlomtajunisme neigen. Eén van twtee; of' gij keurt de domlmtunistische imlatlhode goed, en dan moet gjij', u afscheiden, of gij iWpndt de ttamimlunistische meijhode vpor Verderfe lijk, en dan moet gij die imleithode afwijzen. IN a de nederlagen zp|U de ontnuchtering jkpj- men, zpu de haat tegen ons out;staan. Het zfiu de werfkracht van onzte pjartijl aan de eente zijide versterken, maar laan de an dere rij'de schaden. Het is meer dan eens gezegd en geschreven, maar impet jhier herjhaald worden: de groei Van de sociaal" demftdratie jmloet nieft; geschieden dopr ajaa- winsten van links, malar Van rechts,. De gpqopte massa vlan de NederlprdSche arbeiders stalat niet links van pns, ma,ar iechtsl 1 i i j Daarom (mfoet de pjartijf zich er vopr hoeden (haar beginsel en Waar tactiek fe Warvprmen naar den smlaak der linker zijde, want dan verliest zij de rechts vlan haar staande arbeiders yoorgped, en da kans ben eens te leiden pp do hanen Vaal het socialisme." 1 Ir. Albania heeft langst vpor de afweer middelen der overheid, maar anders Hoven dien beseft hij dat hot prediken v.an den opstand, d-e katholieke en -christelijke arbeiders Val lafsehrikken. Hlett onvermeng de egoïsme len de sluwste tactiek weerhield dus het Partijbestuur van h'et betreden van het royolutionnaire pjad. De neiging tot rebellie alleen zou da ■uitdrijving dar links-spclaliston dan ook niot tot gevolg hebben gehad; het was hoogstens de manier wlaianopl rij. die rebel lie tegen da oMcieele leiding in, wilden doordrijven. [1 lil Hj; het beoordeelen van de scheuring in de S.D.AP. mag (mjen dat niet m4 Wet pog verliezen. I lil!' Over de gevplgen van dez'e splitsing zal men niet te optimistisch (mogen rijp, Wjaut al is de P,D.A.p. thlans h(a)ar (gjevaag- 22 IJ p-ur. Het is stü in het hotel'. Alle gasten zajn ter ruste gegaan. Alleen de kellners runnen nog het een en ander in de eetzaal op. Clara, zit boven op Maam- letlha's Jcamer. „Weet je pajpa, dat je bij mij bent.?," „Natuurlijk ^serieus kindje. Hij is naar bed gegaan en heeft mij verzocht j,e nog eens extra voor hem te groeten. En ja modhl er morgen niet Zoo bleek uit zien als vandaag." „Ik vind het zoo Verdrietig, dat je heengaat, Clara!" -Margaretha, za,t met' saarngevpuwen han den op den rand van haar bed. Clara ha|d plaatsgenomen in den hoek van de kleine sofa en schoof de lamp, die tussohen haar en haar vriendin stond, op zijde. „Wij hebben elkander in deze dagen goed leeren kennen, Margaretha, en ge sprekken gevoerd, die alleen door mien- schen die elkander goed begrijpen, wondien gewisseld. Je bent goedhartig en fijnge voelig genoeg geweest, om nooit te epre- over den laat, dien og je l'evjen dxtukfc. lijjkïste ïeden kwijtdie samenleving is zö nog „lijlk" en onwilllekeuirig zal die Si.D.A. P. ,om de wierfk^raiclht der nieiuwe pjai'fajf te liarer koste te verzwiakken ook meer lajan agitatie glaan dciem dan voorlieen. (Het ipiolitieke leven zial er wel niet rus tiger oig worden in iNedexland. 1 Het wonder van den H. Doarn. Over de herhaling npl Goeden Vrijdag 1:1. van het wonder van den H. Doorn to Andria in Zuid-Italië, dlat, zooals men weet, zich sinds eeuwen pleegt voor to doen, wanneer Goede Vrijdag op 25 Mhprt -0,lt (dus saimenvlalt tobt Maria Bpod- sdhap) geeft Wet pauseiijkbillad, de „Os- servatore Bonw»" een nitvioerig, rela,as, waarvlan wïjl het volgende ontlaenen: Van het eerste pogenblik alf, diait het volle begon te bidden, otn 1]3130 uur, was reeds merkbaar, dlat de bloedvlekken van den H. Dporn een lichte verandering on dergingen. Van dpf en droog als z'ijl whren, werden ze helder en week. Om 15 uur was het verschijnsel ünog beter ziehtbaur en om 16; uur whs Weit evident voor allen, die het m'ocjhjten Gon- tr,oleie|ren. 1 - 1 De bisschojpj hield degenen, die bet on geduldigst waren, terug1, dalar hij meit allo behoodzlalamheid wilde te werk guan. Ook dr. Bou beteugelde het enthousiasme!, dat aldoor vurig oplaaide iu de harten van hen. die Wet wonder hadden aan schouwd.' Onorevole Ceci, de burgemeesl- ter geneesheeren, clinici en «enige prela ten bezagen den H. Doorn een lalatste maal Imlet lenz'en ien een specila-le eiectrischo lamp: en het wias voldoende, d'at pjmj 16.10 uur oen geneesheer instinctief zlj'n thojed OimhO|igstak, olm den gelovigen mlede te doelen datthaps geenerlei twijïjel meer bestond, om een niet «nieer t,e beteugelen enthousiasme in aller horten te doen los breken. .Tpen nam de bissdhopj de relikwie van het altalar -en hief Waor .omhoog boven de hoefden van hét volk, om het to zegenen. Daarnla liet hij ihlaor vereeren door de twee aartsbisschoppen. Plalica, en Bprtoilioimasi, die zidh niet van hun bidstoel haddjen verwïj'd-erd. De bisschop hief' daarnla het „Te D-aum" aan, dat im^t |Onbeschrijffelij'- ken jubel werd gedongen onder uitroe pen ais „Deve die H. Doorn! 'Leve Chïis|- tus Koning!" j De naaste omgeving vlan de. kathedraal Bag zlwiart vlan de menschen. Olm' pan de godsvrucht der geloovigen te kunnen voldoen, moest imfen da roonigto samen brengen ,opj het uitgestrekte Vicltor Ema- nuelplein, opdat zijl den zlegen zb;u kun nen iontv.ang.6n. J Kuim vijftig, duizend pjersonen verl- drongen ziich dp het plein, toien de bis schop-, omgeven door de aartsbisscjhlojppien en autoriteiten, waarbij, zidh nog de pre fect van Bari, Co-voliari, en de federale secretaris van Blari gevpegd hadden, op het baleion v,an het bisschopjpielijlk pialeis verscheen, waar een troonhemel wias opge richt. i I Het v-ersBhijinen van den H. Dioorn bracht een .onbeschrijfelijk enthousiasme teweeg. Hlat vplk kon niet knielen, daar het te diielhifc opeengedrongen stond, maajr met .ontbloot hoofd, en zwaaiend m|et hóe den ien zakdoeken, riepjen allen miet luidete stem en telkens «p-nieuw brak het enthou siasme los. i I i j- Mgr. BaTtolomasi vertolklte de gevoe lens van het geheele biddende yolk, to,en hij' 'zijn preek besloot met een h-y|m|n|8 opi God-s goedheid en hlat buitengewone geloof van het yojlk van Andria,, da,t "wlaaT- dig is, om den kostbaren Dporn van do Kroon van den gjrooton Koning te be waren. I zaam uiteen en toen de relikwie eemige Om 16.50 >uur ging de Imfenigte ',lang- Baaim. uiteen en toen de relikwie epuige minuten later door den bisschopl weder om in de kaplel w|as teruggehlrla.cht, w)as de kathieidrialal gppieuw tot in dei uiterste hoeken met geloovigen gevuld, ffiot laait in den avond kwiam da jmlenigtei den H,. Dqorn vereoren. I ijl Op verztók van den bisschop miaiaktle notaris Kicteardo De Coinato de nofarieele acte ,op. walardoor het wonder wiettelïjk wordt gedochmemteard. I De natarieel-e aete werd onder,tjeejk'end dpor de^ drie aanwezige bisschoppen, talie autoriteiten, de gteneeshe|srien, onder wie. ook dr. Bon, scheikundigen en aanwezige journalisten. j Maar ik héb wel kunnen begrijpen, dat je je niet op je plaats voelt aan de zijd-a van tante H-anna en dat z'oo'n leven op den tour niet uit te houden zal rijn. Dat begrijp ik, Margaretha, en misschien is hle een troost voor je, dat ik dit z'eg, Het is niet -alleen het verlies -v'an je pleeg vader, dat je zoo zwaarmoedig maakt." „Dat is het ook niet," zeide Margaretha met vaste stem. „Pap-a heeft mij opgedragen je te vér- zoeken, ons huis voortaan als je eigen huis te willen beschouwen; wij hebben allebei veel vhn je leeren houden, hij' en ik." Margaretha sprong op en stak Clara 'haar beide handen toe. ®preken kon zij niet. Clara sloot 'haar m haar armen. ■Hind, kind! De wou, dat ik je wat van nn n overvloed -aan levensvreugd kon overdoen. ae mij'zelf te vér- schaffen fluisterde Margaretha, zidh met geveld beheerschende. „Wiat m-eu wil', dat k-an men. Clara, wil' je me helpen.?," De kleine dame sloeg beide urmen tege- lijik omhoog. „Spreek op, spreek opl Ik brand van river I „In den laats ten voóx mijn pleeg- Millioenen menschen danken hunne gezondheid aan het dagelijksch gebruik van Quaker. Doctoren en opvoeders der jeugd hebben het reeds gedurende De geschiedenis van een Fabrieksmeisje Grietje was veertien geword-en «n nou moet ze maar van school, had moeder beslist. Ze was er nou lang genogt ge wist, waarachtig 't langst vian allemaal! Sien en Bet, de oudsten, waren miet hun twaalf jaar al' thiuis gekomen. Iprietje, klein, teer meisje vo,or d'r veertien jaar, met glad, zlwiart jongeins- kopje en bleek snuitje, w'aarin twee kool zwarte, bewegelijke oogjes stondem, had geduldig toegeluisterd. Ze was de jongste van 't hpi-sgezin en altijd zWakjes geiweest. Op school was ze teruggetrokken en stil, 'n beetje schuw, in 't leeren Wat achterlijk. Thuis, 't mikpunt van de pla gerijen der opderen. ,,'t W-as niks dan flauiwe kul. Die ban gigheid ging cr op- 't fabriek wel meende Bet. W;ant naar de fabriek'moest ze, ondanks moeders protest, dat z'e toch zoo zwakskes w'as en zoo' dikwijls ziek. Er Werd toch, genogt ingebracht! Ze kon best thjiisblijive -as de andere naar 't fa briek ware! „Ik ben ook zoo jong nie meer!" besloot moeder. Maar Sien en Bet en de overigen waren uitgevallen, hadden groote monden» opge zet. 't Was 'n holsch gescAweeuiw door elkaar. Stil' op- d'r stoel, m'et iets bange lijks in d'r groote oogen, luisterde Griet je toe. „Waarom mot zij' nie naar 't febriek Wijl he-bbe van ons twaalf jaor af mlotto werbe! Zij; zou- zbker de fij'ne daomla uithange", en plotseling gifflg Bet, die alleen nog 't woord voerde op 'n véél hoogere toon door: „C ja, Grietje was niet sterk hadden ze op school gezégdalle maal flaulwe luil hor!" De anderen knik ten instemmend, wierpen schuine j-aloer- sehe blikken in Grietje's richting, die angstig van moeder naar de anderen kéak. Maar moeder zei niets en het slot lyas, dat ze 's Maandags met de ouidsten naar 't fabriek ging. Met 'n bruin alpinomntsje op- 't zWarto haar en het te korte, groene manteltje aan,w as ze nog 'a echt kind, had nog in niets de allures-van oen „fabriekkmieid"'. Kleintjes liep ze naast de andenein, die haar links lieten liggen en gearmd voolrt- liepen in drfuk .gespiek, -af en toe hardop gierend van 't lachen. Toen ze merkten wat 'n moeite Grietje moest doen oim hén bij te ho,u-den, liep-en zo nog harder. Sien kreeg 'n idee. Ze wendde zSchl tot Grietje en zei snauwend: „Toe, draog m'-n kiuiik- ské en m'n p-akske brood is!" 't Kind duirfde niet weigeren. Ze sliep naast Sien en die kom 's avonds z'ooi ge meen knijlpen en, schoppen in bed, als zo overdag haar zin niet had gedaan. Toen ze Sien's kruikje eenmaal vast had, moest ze dat van Bet en Mjairie ook dragen. Eindelijk waren zé o/aim de fa briek. Grietje bleef stil' aohteraf staan tot do poort openging. Zoo gingen de eerste dagen voorbij. Siti-1 liep ze met de grooten naar 't fabriek en deed daar bedaard -haar werk. 's Avonjdls krooip ze meestal 't eerst de steile Zolder trap op naar boven en sliep dan al's de oudsten p-as kwamen. 't Was winter geworden en nog steeds ging Griet met de -anderen op' de „Zij" (de KurislzijdefabrickZe was in niets meer 't bangelijke kindje, dat gewillig deed wiat de ouderen zeiden. Ze was Veel groober geworden, maar d'r geziohtje leek nog bleeker en magerder dan een half jaar terug. Donkere kringen had ze onder haar oqgen. Ze liet ri-ohi niet meer ooinma.n- deere-n door Sien of Bet, maar gaf hun al-s ze r.uzie hadden, de voll'e laag terug. Marie zou, over 'n maand trouwen met een sjoulwer. Hij' was bij' de kolenhandel! Marie zou, 'n winkeltje op-zetten, dan had den ze nog Wat bijlverdiensten. vader stierf, 'heb ik veel Voor mijzelf gewerkt. Bet w'as mijn hoogste wenscb om, w-anneer ik eenmaal genoodzaakt zbiu zyn, op eigen beenen te staan, ook mijn eigen brood te kunnen verdienen. Gauwer d-an ik dacht is die tijid gekomen. Arme c-om Frits! Maar toen was mijn fa milie het, die mij, tegenwerkte." „Tante Hanna., niet wiaar.S"' „Zij niet alleen, alle anderen ook," zeide Margaretha op gedpukten toon. „Ik weet ook niet; hoe het mij, o.oit gelukken zal, vrij te worden. Mooht ik echter een middel daartoe ontdekken, dlan zou ik v'ooibereid willen .zijn. Het eeniige wat ik voorshands als mogelijk besehoriw is exa men te doen als onderwijzeres. Wiaint bij tante Hanna kan ik .alleen zulk werk doen, dat ik onopgemerkt kan waarne men op tijden, die ik vrij' heb vbor mij- zelve." „Ja 's avonds laat ik begrijp je. Tante Hanna zal je overdag wel bezig houden, met duizend kleinigheden." „Maar mét een doel voor oogen, zal ik sterk z-iju. En Clara., Zou je mij' daarom willen helpen en mij het prospectus van de Hannoversohe opleidingsschool toezen den l Ik kan mij- dan daarnaar richten en zoover mogelijk trachten te komen. Mis- sqhien gelukt het mij wel', gauw genoog De laatste maand voor haar tirouiwen bleef Marie th|uis en Griet, die voortaan „Greet" wilde genoemd worden, ging miet Sien en Bot alléén, 'naar 't fabriek. 't Wa,s óp- 'n gure najaarsavond, dat z-e samen 't pleintje opstapten. De regen striemde th|un i-n het gez'idht. De wind huilde om de hooge hui-zen. Griet had zic'hl de heele dag niet lékker gevoeld. Zo was de laatste tijd toohi dik'wEj'ljs akelig. Dan werd ze zoo duizelig en alles draaide voor d'r oogen. Ze zag wel 'ns hoe bezorgd moeder kieek'. Soms vtrioieg moeder of d'r w-at sohoelde, maar dan zag; ze weer die nijdige blikken v'an d'r zusters en opgewekt -antwoordde z'e „Welnee!" Maai- deze keer was 't toch erger dan anders. „Kek daorwees Sien. „Dieën vent ligt er nou! alle daoge. Als vaoder ok mar weer nie gezopen h'ee.t. Aanders is 't weer kermis v;anao>vénd." Grietje keek naar de overkant. Daar lag die jongen van Hendriks weer op de stoep Voor hét «Klosje. - „Zijn v-ao-dar trapt 'm iederen aoivoad de deux uit", zei Sien, m-a-ar Grietje hoorde nie-te meer. Ze zakte naast Sien in elkaar Toen ze bijkwam lag Ze in de bedstee in de huiskamer. Moeder stond over haar geDogen. li!. „Boe gao-g-et meid?" vroeg zie be zorgd. Grietje -zei Zachtjes, dat ze niets meer vloeide, ze was alleen erg moe. „Welneeë, ben tochl ni-e-t zoo benaauwd! Ze zag dieën vent fan Hendriks op de grond logge!" kLénk Sien's stem U(it do kamer. „Daor was 't nie van", protesteerde Grietje, „ik was heel den dag al' aokéligl" Den volgenden dag ging ze weer naar het werk. l Twee weken later lag Grietje wcier in de 'huiskamer. Ze moest van moeder in bed blijven. Eerst 'h-ad ze bovén gelagen, „maar 't was er zoo tochtig en kil onder de dakpannen en 't sohaop hoestte Zoo liltijk", dat vader haar in een wollen de ken naarb eneden droeg. Diezelfde dag moest de dokter nog komen. De laatste week had 't kind niejts gegeten. V-ader en de anderen waren- naar 't fabriek, toen de dokter kwam. Moeder was alleen thuis. Ze had de huiskamer extra netje-s opgeruimd en Grietje hiaele- m-aal verschoond. Het meisje was te ziek dat ze zélf wat aantrok. Stil iag ze maar naar de muur te staren, tot er 'n hoest bui kwam, dan hield ze haar "rug met bei- d r handen vast en als moeder vlroeg, waan ze pijin h'ad, kreunde z'e: „Hier.1... Hier...!" 't Smalle gezichtje wérd paars rood van be-na|utwdheid. Om tien -uur kwam de dokter. Hij on derzocht Grietje heelem-aal. Ze moest diep -ademhalen en rechtop in bed gaan, zitten. Moeder stond er met een angstig gezicht bij. „Had ze 't kind maar nooit naor t febriek laote (gaon! Mar da most en da soü. Nou zag-de de gevolge!" De dok ter vroeg, w-anneeir v'ader thuiskwam. „Den baois kómt om twaolf uur thuis ete, mar vanaoiv'ond is-ie om hia-lf zes van zij,n werk tenug." „Dan kom ik vanavond wel aan,. Leg 't kind in 'n frissohera kaïmer, Waar niet gekookt -Wordt en die goed geluoht kan worden. Nou, vanavond kom ik terug." Moeder ging dokter door't nauwe -gangetje voor, verzette nog evein 'n teil tje en 'n emmer 'n 't voorbijigaan. Toen ging ze naar de huiskamer ter.ug. „Bli,l mar stiliekes legge kind", zei ze, „ik kom bedeen terug." Nadenkend, met 'n ernstig geziekt ging ze naar het kleine voorkamertje. „God-lieve, wamoich't 't kind wel mankeere?, Goed Was 't zeker nie, aanders deed den dbkter nie zoo ge wichtig." Eventjes snikte de moeder, toen veegde ze met haar schort de tranen vlan d'rg ezicht. Ze dekte 't bed in het v,oor- - 1 bij te kómen, want ik heb in de laatste jaren ijverig gestudeerd." „Alles wat je maar wilt, Margaretha. M-aar waarom blijif je hier, bij iemand, die jo in een hoekje dringt en die elke uiting van individualiteit onherroepelijk den kop indrukt Kan je je werkelijk niet vrijl- maiken Margaretha stond op. Een hooge blo-s steeg haar tot aan het voorhoofd. „Dat is het juist, wat mij zoo afmait. Kr zi0n levensomstandigheden, die alle vrijheid vian beweging onmogelijk maken, neen onmogelijk maken niet, maarzie je, Clara, ib ben aan mijn aangenomen familie veel1 v'ersohluldi-gd. Ik z'o,u ex nooit toe kunnen komen,, geloof ik', hen tot mijn Vijanden te maken, want ik, wiant ik boiid heel veel v'an hen." Tante Hanna's gestalte dook voor Cla ra's geest op. Zdji hield van hen'?, Op tante Hanna kon dit geen betrekking hebben. Dolf en Francisca?. Margaretha, bad maar zelden over hen gesproken. Wat ze echter v'an ih'en gezegd had droeg er niet toe bij-, om h-aar te doen geloovfen, dat Margaretha om hunnentwille zou aarZelen, zich vrijl te maken. Wie bleef er dan over.?, Dr. Hans Sclinehen. Zijn naam was nu en dan als terloops genoemd, over zij* persppn waa P'arde walarheden. Pater dr. Vrijknoed de bekende Del'fitsdbo socioloog heeft de Eindhoven een opmer kelijke rede gehouden voor do kath'. kie-s- veraeniging pver de ware eenheid van onizé Staatsjpanttji, w|aprteg]em in de Eerste Ka mer onlangs zoo gezondigd werd, evenals trouwens tegen hiet eigen pjolitiek ppoigïam'. t,Als binnen de eenheid onzer Staats- pjarfjj", zei de geleegde (priejatfer, „vijlfl menschen ongestraft eien paclhtwet kun nen af'stamlmlen. dan hebben we nog mlaar een siMjn-eenlheid en niot de inin|erlijfce, noodzakelijke eenheid, die alléén tot groote daden en ingrijjg|endet hervormingen in staat stelt. Ik kan er niet ftver zwijigjen, geaehta vergadering, nu het zoo pjap gebeurd is. Het is -een ergernis voor ieder, die het wèl meetnt mét onzie katholieke pjolitidk, dat een kleine oonserv(utieV6 gjroep zich de vrijheid veroorloo®, om zélfs dez'e be scheiden hervorming in de oigendojmisver- houdingen af te wij'zen en Jibt is een nog grooterë ergernis, dat een zeker giedeelta onzer katholieke pjars deze doorbrajak on zer innerlijke -eenheid rimder noemlemswaar- dig protest laat voorbijgaan, ofl da,t er anderen z'ijn, die aichterall zelfs nog goed praten. Ge herinnert n wellicht nog 'f geweldig kabalal, dat in diezelfde katholieke pjers dagen ja. weken lang aanhield, toen eeu tiental jaren geleden een vlootwet wiefd afgestemd. Die vlootwet werd opgeborgen en bet vaderland bestaat nog. Maar dat er nu, nu er uit readtionnaire overwegingen door een nog kleinere grpepj een pachtwet wiordt afgestemd, een bijna eerbiedig stil zwijgen wordt bewaard, jé, dat men gre tig en gulzig het doorzichtige initiatief voorstel der S'.D'.A.P. aangrijpt als gen middel, oimi de aandlacht van eigjên sdhéndo af te leiden, dat bewijistj dlat er helhas nog al te veel menschen onder ons rijn, die niet bevroeden, dat men in de huidigp omstandigheden z^jn vaderland eerder iméfc een pachtwet dan met een vlootwet klaa beschermen. i i I Zoolang zulke dingjan nog mogelijk zijn, hebben we da ware, innerlijke aeinhfeid nog niet bereikt, zond-er welke ouzo hoog geroemde uiterlijke e«nheid kracht- leu 'futloos is." I i 1 - Het zijn harde wapu'heden, die pater Yrijinoed uitsprak dioch in-elk gevaiwlaar- heden. Velen met h'öml hebben zich onder ons niet alleen geistooten alan het optreden der bedoelde vij® senatoren (feitelijk zijp het er zes geweest, want; een blééf' zónder noodzaak weg) doch opk lajan de wijtzé waarop; somjmige katholieke bladen zich1 beijverden pm dit optreden te vergoelijkten óf te doen vergeten. Zeker wij weten wat een rodfljdtie soms te vei'duren heóft, wanneer tzlijf béginstelyast voor recht en rede o(pkpint, |mha.r dit mag geen mótief vjozón pm' z'iju plicht te verzaken. i I - t UITKIJ K. kamertje óp-. „Hier had d'r moeder ook nog gelege. Hier was opie gestorven. Nou werd 't bed voor Grietje opgemaakt."- Moeder sohiudde nog 'ns extra de kuasens op, legde de sprei mooi reoblt. Tóen ging ze naar de huiskamer terug. „Kun m'n wijfke", zei ze zachtjes. „Pak moeders maar om d'r héls. Ik zal je naor de voorkaomer draotge. -JDaor ligde lekkerder." Gewillig de-ad 't kiudi wat moeder vroeg. Moeder schrok eatv'an, zoo licht als Grietje woog. Voorzichtig liep ze 'i gangetje door 't voorkamertje in. Ze stopte 't kind onder. Eventjes voelde ze aan de Voeten van 't meisje. „W-at zi-n je voeten koud. Ik haol even 'n wanne kruik", riep ze uit. Toen Grietje warmpjes ondergestopt lag, ging Moeder de kamer uit. ,,'k Mot voor v-aoder's eten gaon aor- ge", zei j.'e. Nui lag Grietje alleen. Ze keek 't kamertje r-ond. Daarna 't pleintje op. Ze voelde dat ze weer moest hoesten. Pijnlijk kuchte ze. W'at deed d'r rug daar zeer van! Ze kon haast geen adem meer halen.Terwijl zé hoestte zag ae plotseling bloed op haar aakdoek. Ze schrok erv-an, stopte 'm gauw onder het kussen. Toen begon ze zachtjes t© huilern. „O, as m toch nog mar nie dood mostl" Zie hoorde buurvrouw de gang inslof- fen. In de huiskamer ontstond 'n druk' gesprek. Eerst buurvrouw: „Wiat hoor ik. is Grietje riek Ooh! jap, 't eöhaop z'ag ex den Motsten tijd aoo slecht uit. Kek is, dit motte koke, gewoon in wiaóter mee suikerdat i-s heel verfnisschend Voor 'n zieke mlensch." Toen begon moeder nooit gesproken. Clara vermoedde iets; zij was er bijna zeker van dat haar vermoeden waarheid bev-atte. - Margaretha leunde zrilaar op de leu ning Van een stoel. Zij stond daar, bleek en bevend. Alleen haar oogen straalden van wilskracht. „Ik heb zoo lang gestreden, Cl'ara. Ik kan niet doen, als zoovele andere meisjes, die met de oogen dicht door het leven gaan. Als ik soms in de balzaal, die wd-1- looze schepseltjes z-ag ronddansen, kwam altijd de gedachte bij mijop, dat Zijl onvrij waren, bestemd cun slavinnen t© wórden. En. toch liefkozen rij; hun keten-en. Wiat Inij betreft, ik gruw van zoo'n gevamge- nisleven, dat alle levens-yireuigde e® stre ven naar hooger en meer sterstikt. Ik wil mij! geen richting en- geen gedaohtanlijstj-e laten opdringen. Ik wil Zelve zien, riften en kiezien. Ik moet in mijn streven naar waarheid, door het land der dlwlajingen heen. Alle pijn ,-alle last van die reis wil ib lijden. Maar vrij' moet ik denken, vrij moe! ik handelen mogen. Alleen dan is hoogere ontwikkeling denkbaar." Clara von Göben liep in v'erv-oering d© kluner op en neder. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1932 | | pagina 5