T
Tweede Blad
•jarige Renommée
«IB
VNT
ZATERDAG 2 APRIL 1932
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
O
ra
Scheuring in de S.D.A.P.
feuilleton
Steeds hooger.
KERKELIJK LEVEN
ONTSPANNINGSLECTUUR
f IN HET KRAAIENNEST
312,
1
[I (Slot) i I I
Het Plartijlbaatiuur der S.D.A1P. leeft
zidh tegm tot zluiver anarchistische stre
ven diar links-sorialisten verzet. Doch dit
gebeurde niet .omdat de socialistische lei
ders het wazen dar revolutie veroordleiefl(eln,
doch omdat rij' er Imbmientael geen Iheii vian
verwachten. .1 i1 1
Zoo zei de renegaat Vliegen:
jNiemand aal dian ook ontkennen, dia,t
de" soicdaal-deimocitatie staaft; vóór nieuwe
ontgavenmalar daarbij' dieint voorop te
staan dia;t haftr beginsel en haar strijd
wijze die haar gemlaakt Webben tot wp,t izlij
is onverbiddalijhe voorwaarden zijn, pim
te'komen tot datgene wla,t ze worden im|opt.
En daarbij' staat ook vast, dat welke nieu
we taak Waar pok ten dael mag vallen,
machtsvorming yan den aard als zijl ben
hoeft..,alleen mogejijjk is ofi d<tm|o|ctra,tisohén
grondslag. i 1
Wie pa dit gebied uitgaat «p lavontwte
stelt alles in gevjülar wat door da arbei-
dersklasse in de jaren, die achter ions lig-'
«en door harden strijd is verovierd, en
brengt ons achterop, inpla'&ts van vooruit.
Do ltaliafcnsche geschiedenis en het tont-
ntaan vlan het hationaal-soiciiallisrma in
Duitechland bewijzen, welkte krachten
eventueel tegenpvior de pnzfei kunnen
staan." i j i
Vrees voor het opjwékken van tegenge-
stelde krachten weerhoudt dus dhr. Vlie
gen alleen van Wet prediken der revolutie.
Dhr. Albaxda gaf nog meer vat op
zich. Hlyl verklaarde: i
JNiet met wilde opstanden kan het so-
liahsme gebracht worden'Wet móet do
vrucht izijn van prgpnislatie en scholing-
Bijna 10 jaar deed de partij dat wlark;
da 'partij! is geboeid, dank zij da leiding
die de S.D.APt aan de larbeidejrSklalsse
gaf. Wij' mogen niet alios op 't spél zetten
voor tydelijk bevredigende avonturen,
wanneer vaststaat, dat zij niet tot het
socialistisch doel zuilen leiden. De stalaifcs-
maaht is vpor ons niet pp de sljratat to
Vvoroveren. Die illusie moge bij; een aantal
leden bestaan. Wijl mpeten den iméod heb
ben pm de onjuistheid ervan pp® te too-
nen. (applaus)- -li
Itoecls in 1&95 stelde Eingejs vast, da|t do
,tajd van mjaphtsverpvering op stfa,at vopir-.
biji was. v i i
- Sindsdien zijn de madhtsjmiddelen van
de overheid nog veel sterker geworden,
waartegenover da miassa sleclhts slachtvee
ZjOiU rijn- Het arbeidersbloed is te goed .om
het aldus te vergisten 1
De vporstanders der rev. actie meenen,
dat riji hierdoor de beweging kunnen die
nen. Zij willen de partij aantrekkelijk
maken voor degenen die na naar het
tlomtajunisme neigen. Eén van twtee; of' gij
keurt de domlmtunistische imlatlhode goed, en
dan moet gjij', u afscheiden, of gij iWpndt de
ttamimlunistische meijhode vpor Verderfe
lijk, en dan moet gij die imleithode afwijzen.
IN a de nederlagen zp|U de ontnuchtering jkpj-
men, zpu de haat tegen ons out;staan. Het
zfiu de werfkracht van onzte pjartijl aan
de eente zijide versterken, maar laan de an
dere rij'de schaden. Het is meer dan eens
gezegd en geschreven, maar impet jhier
herjhaald worden: de groei Van de sociaal"
demftdratie jmloet nieft; geschieden dopr ajaa-
winsten van links, malar Van rechts,.
De gpqopte massa vlan de NederlprdSche
arbeiders stalat niet links van pns, ma,ar
iechtsl 1 i i j
Daarom (mfoet de pjartijf zich er vopr
hoeden (haar beginsel en Waar tactiek fe
Warvprmen naar den smlaak der linker
zijde, want dan verliest zij de rechts vlan
haar staande arbeiders yoorgped, en da
kans ben eens te leiden pp do hanen Vaal
het socialisme."
1 Ir. Albania heeft langst vpor de afweer
middelen der overheid, maar anders
Hoven dien beseft hij dat hot prediken v.an
den opstand, d-e katholieke en -christelijke
arbeiders Val lafsehrikken. Hlett onvermeng
de egoïsme len de sluwste tactiek weerhield
dus het Partijbestuur van h'et betreden
van het royolutionnaire pjad.
De neiging tot rebellie alleen zou da
■uitdrijving dar links-spclaliston dan ook
niot tot gevolg hebben gehad; het was
hoogstens de manier wlaianopl rij. die rebel
lie tegen da oMcieele leiding in, wilden
doordrijven. [1 lil
Hj; het beoordeelen van de scheuring
in de S.D.AP. mag (mjen dat niet m4 Wet
pog verliezen. I lil!'
Over de gevplgen van dez'e splitsing
zal men niet te optimistisch (mogen rijp,
Wjaut al is de P,D.A.p. thlans h(a)ar (gjevaag-
22
IJ p-ur. Het is stü in het hotel'. Alle
gasten zajn ter ruste gegaan. Alleen de
kellners runnen nog het een en ander in
de eetzaal op. Clara, zit boven op Maam-
letlha's Jcamer.
„Weet je pajpa, dat je bij mij bent.?,"
„Natuurlijk ^serieus kindje. Hij is naar
bed gegaan en heeft mij verzocht j,e
nog eens extra voor hem te groeten. En
ja modhl er morgen niet Zoo bleek uit
zien als vandaag."
„Ik vind het zoo Verdrietig, dat je
heengaat, Clara!"
-Margaretha, za,t met' saarngevpuwen han
den op den rand van haar bed. Clara ha|d
plaatsgenomen in den hoek van de kleine
sofa en schoof de lamp, die tussohen haar
en haar vriendin stond, op zijde.
„Wij hebben elkander in deze dagen
goed leeren kennen, Margaretha, en ge
sprekken gevoerd, die alleen door mien-
schen die elkander goed begrijpen, wondien
gewisseld. Je bent goedhartig en fijnge
voelig genoeg geweest, om nooit te epre-
over den laat, dien og je l'evjen dxtukfc.
lijjkïste ïeden kwijtdie samenleving is zö
nog „lijlk" en onwilllekeuirig zal die Si.D.A.
P. ,om de wierfk^raiclht der nieiuwe pjai'fajf te
liarer koste te verzwiakken ook meer lajan
agitatie glaan dciem dan voorlieen.
(Het ipiolitieke leven zial er wel niet rus
tiger oig worden in iNedexland. 1
Het wonder van den H. Doarn.
Over de herhaling npl Goeden Vrijdag
1:1. van het wonder van den H. Doorn to
Andria in Zuid-Italië, dlat, zooals men
weet, zich sinds eeuwen pleegt voor to
doen, wanneer Goede Vrijdag op 25 Mhprt
-0,lt (dus saimenvlalt tobt Maria Bpod-
sdhap) geeft Wet pauseiijkbillad, de „Os-
servatore Bonw»" een nitvioerig, rela,as,
waarvlan wïjl het volgende ontlaenen:
Van het eerste pogenblik alf, diait het
volle begon te bidden, otn 1]3130 uur, was
reeds merkbaar, dlat de bloedvlekken van
den H. Dporn een lichte verandering on
dergingen. Van dpf en droog als z'ijl whren,
werden ze helder en week.
Om 15 uur was het verschijnsel ünog
beter ziehtbaur en om 16; uur whs Weit
evident voor allen, die het m'ocjhjten Gon-
tr,oleie|ren. 1 - 1
De bisschojpj hield degenen, die bet on
geduldigst waren, terug1, dalar hij meit
allo behoodzlalamheid wilde te werk guan.
Ook dr. Bou beteugelde het enthousiasme!,
dat aldoor vurig oplaaide iu de harten
van hen. die Wet wonder hadden aan
schouwd.' Onorevole Ceci, de burgemeesl-
ter geneesheeren, clinici en «enige prela
ten bezagen den H. Doorn een lalatste
maal Imlet lenz'en ien een specila-le eiectrischo
lamp: en het wias voldoende, d'at pjmj 16.10
uur oen geneesheer instinctief zlj'n thojed
OimhO|igstak, olm den gelovigen mlede te
doelen datthaps geenerlei twijïjel meer
bestond, om een niet «nieer t,e beteugelen
enthousiasme in aller horten te doen los
breken.
.Tpen nam de bissdhopj de relikwie van
het altalar -en hief Waor .omhoog boven de
hoefden van hét volk, om het to zegenen.
Daarnla liet hij ihlaor vereeren door de twee
aartsbisschoppen. Plalica, en Bprtoilioimasi,
die zidh niet van hun bidstoel haddjen
verwïj'd-erd. De bisschop hief' daarnla het
„Te D-aum" aan, dat im^t |Onbeschrijffelij'-
ken jubel werd gedongen onder uitroe
pen ais „Deve die H. Doorn! 'Leve Chïis|-
tus Koning!" j
De naaste omgeving vlan de. kathedraal
Bag zlwiart vlan de menschen. Olm' pan
de godsvrucht der geloovigen te kunnen
voldoen, moest imfen da roonigto samen
brengen ,opj het uitgestrekte Vicltor Ema-
nuelplein, opdat zijl den zlegen zb;u kun
nen iontv.ang.6n. J
Kuim vijftig, duizend pjersonen verl-
drongen ziich dp het plein, toien de bis
schop-, omgeven door de aartsbisscjhlojppien
en autoriteiten, waarbij, zidh nog de pre
fect van Bari, Co-voliari, en de federale
secretaris van Blari gevpegd hadden, op
het baleion v,an het bisschopjpielijlk pialeis
verscheen, waar een troonhemel wias opge
richt. i I
Het v-ersBhijinen van den H. Dioorn
bracht een .onbeschrijfelijk enthousiasme
teweeg. Hlat vplk kon niet knielen, daar
het te diielhifc opeengedrongen stond, maajr
met .ontbloot hoofd, en zwaaiend m|et hóe
den ien zakdoeken, riepjen allen miet luidete
stem en telkens «p-nieuw brak het enthou
siasme los. i I i j-
Mgr. BaTtolomasi vertolklte de gevoe
lens van het geheele biddende yolk, to,en
hij' 'zijn preek besloot met een h-y|m|n|8
opi God-s goedheid en hlat buitengewone
geloof van het yojlk van Andria,, da,t "wlaaT-
dig is, om den kostbaren Dporn van do
Kroon van den gjrooton Koning te be
waren. I
zaam uiteen en toen de relikwie eemige
Om 16.50 >uur ging de Imfenigte ',lang-
Baaim. uiteen en toen de relikwie epuige
minuten later door den bisschopl weder
om in de kaplel w|as teruggehlrla.cht, w)as
de kathieidrialal gppieuw tot in dei uiterste
hoeken met geloovigen gevuld, ffiot laait
in den avond kwiam da jmlenigtei den H,.
Dqorn vereoren. I ijl
Op verztók van den bisschop miaiaktle
notaris Kicteardo De Coinato de nofarieele
acte ,op. walardoor het wonder wiettelïjk
wordt gedochmemteard. I
De natarieel-e aete werd onder,tjeejk'end
dpor de^ drie aanwezige bisschoppen, talie
autoriteiten, de gteneeshe|srien, onder wie.
ook dr. Bon, scheikundigen en aanwezige
journalisten. j
Maar ik héb wel kunnen begrijpen, dat
je je niet op je plaats voelt aan de zijd-a
van tante H-anna en dat z'oo'n leven op
den tour niet uit te houden zal rijn. Dat
begrijp ik, Margaretha, en misschien is
hle een troost voor je, dat ik dit z'eg,
Het is niet -alleen het verlies -v'an je pleeg
vader, dat je zoo zwaarmoedig maakt."
„Dat is het ook niet," zeide Margaretha
met vaste stem.
„Pap-a heeft mij opgedragen je te vér-
zoeken, ons huis voortaan als je eigen
huis te willen beschouwen; wij hebben
allebei veel vhn je leeren houden, hij' en
ik."
Margaretha sprong op en stak Clara
'haar beide handen toe.
®preken kon zij niet. Clara sloot 'haar
m haar armen.
■Hind, kind! De wou, dat ik je wat van
nn n overvloed -aan levensvreugd kon
overdoen.
ae mij'zelf te vér-
schaffen fluisterde Margaretha, zidh met
geveld beheerschende. „Wiat m-eu wil', dat
k-an men. Clara, wil' je me helpen.?,"
De kleine dame sloeg beide urmen tege-
lijik omhoog.
„Spreek op, spreek opl Ik brand van
river I
„In den laats ten voóx mijn pleeg-
Millioenen menschen danken
hunne gezondheid aan het dagelijksch gebruik
van Quaker. Doctoren en opvoeders der jeugd
hebben het reeds gedurende
De geschiedenis van een
Fabrieksmeisje
Grietje was veertien geword-en «n nou
moet ze maar van school, had moeder
beslist. Ze was er nou lang genogt ge
wist, waarachtig 't langst vian allemaal!
Sien en Bet, de oudsten, waren miet hun
twaalf jaar al' thiuis gekomen.
Iprietje, klein, teer meisje vo,or d'r
veertien jaar, met glad, zlwiart jongeins-
kopje en bleek snuitje, w'aarin twee kool
zwarte, bewegelijke oogjes stondem, had
geduldig toegeluisterd. Ze was de jongste
van 't hpi-sgezin en altijd zWakjes geiweest.
Op school was ze teruggetrokken en
stil, 'n beetje schuw, in 't leeren Wat
achterlijk. Thuis, 't mikpunt van de pla
gerijen der opderen.
,,'t W-as niks dan flauiwe kul. Die ban
gigheid ging cr op- 't fabriek wel
meende Bet. W;ant naar de fabriek'moest
ze, ondanks moeders protest, dat z'e toch
zoo zwakskes w'as en zoo' dikwijls ziek.
Er Werd toch, genogt ingebracht! Ze kon
best thjiisblijive -as de andere naar 't fa
briek ware! „Ik ben ook zoo jong nie
meer!" besloot moeder.
Maar Sien en Bet en de overigen waren
uitgevallen, hadden groote monden» opge
zet. 't Was 'n holsch gescAweeuiw door
elkaar. Stil' op- d'r stoel, m'et iets bange
lijks in d'r groote oogen, luisterde Griet
je toe.
„Waarom mot zij' nie naar 't febriek
Wijl he-bbe van ons twaalf jaor af mlotto
werbe! Zij; zou- zbker de fij'ne daomla
uithange", en plotseling gifflg Bet, die
alleen nog 't woord voerde op 'n véél
hoogere toon door: „C ja, Grietje was niet
sterk hadden ze op school gezégdalle
maal flaulwe luil hor!" De anderen knik
ten instemmend, wierpen schuine j-aloer-
sehe blikken in Grietje's richting, die
angstig van moeder naar de anderen kéak.
Maar moeder zei niets en het slot lyas,
dat ze 's Maandags met de ouidsten naar
't fabriek ging.
Met 'n bruin alpinomntsje op- 't zWarto
haar en het te korte, groene manteltje
aan,w as ze nog 'a echt kind, had nog in
niets de allures-van oen „fabriekkmieid"'.
Kleintjes liep ze naast de andenein, die
haar links lieten liggen en gearmd voolrt-
liepen in drfuk .gespiek, -af en toe hardop
gierend van 't lachen. Toen ze merkten
wat 'n moeite Grietje moest doen oim hén
bij te ho,u-den, liep-en zo nog harder. Sien
kreeg 'n idee. Ze wendde zSchl tot Grietje
en zei snauwend: „Toe, draog m'-n kiuiik-
ské en m'n p-akske brood is!"
't Kind duirfde niet weigeren. Ze sliep
naast Sien en die kom 's avonds z'ooi ge
meen knijlpen en, schoppen in bed, als zo
overdag haar zin niet had gedaan.
Toen ze Sien's kruikje eenmaal vast
had, moest ze dat van Bet en Mjairie ook
dragen. Eindelijk waren zé o/aim de fa
briek. Grietje bleef stil' aohteraf staan
tot do poort openging.
Zoo gingen de eerste dagen voorbij. Siti-1
liep ze met de grooten naar 't fabriek en
deed daar bedaard -haar werk. 's Avonjdls
krooip ze meestal 't eerst de steile Zolder
trap op naar boven en sliep dan al's de
oudsten p-as kwamen.
't Was winter geworden en nog steeds
ging Griet met de -anderen op' de „Zij" (de
KurislzijdefabrickZe was in niets meer
't bangelijke kindje, dat gewillig deed wiat
de ouderen zeiden. Ze was Veel groober
geworden, maar d'r geziohtje leek nog
bleeker en magerder dan een half jaar
terug. Donkere kringen had ze onder haar
oqgen. Ze liet ri-ohi niet meer ooinma.n-
deere-n door Sien of Bet, maar gaf hun al-s
ze r.uzie hadden, de voll'e laag terug.
Marie zou, over 'n maand trouwen met
een sjoulwer. Hij' was bij' de kolenhandel!
Marie zou, 'n winkeltje op-zetten, dan had
den ze nog Wat bijlverdiensten.
vader stierf, 'heb ik veel Voor mijzelf
gewerkt. Bet w'as mijn hoogste wenscb
om, w-anneer ik eenmaal genoodzaakt zbiu
zyn, op eigen beenen te staan, ook mijn
eigen brood te kunnen verdienen. Gauwer
d-an ik dacht is die tijid gekomen. Arme
c-om Frits! Maar toen was mijn fa
milie het, die mij, tegenwerkte."
„Tante Hanna., niet wiaar.S"'
„Zij niet alleen, alle anderen ook,"
zeide Margaretha op gedpukten toon. „Ik
weet ook niet; hoe het mij, o.oit gelukken
zal, vrij te worden. Mooht ik echter een
middel daartoe ontdekken, dlan zou ik
v'ooibereid willen .zijn. Het eeniige wat ik
voorshands als mogelijk besehoriw is exa
men te doen als onderwijzeres. Wiaint bij
tante Hanna kan ik .alleen zulk werk
doen, dat ik onopgemerkt kan waarne
men op tijden, die ik vrij' heb vbor mij-
zelve."
„Ja 's avonds laat ik begrijp je.
Tante Hanna zal je overdag wel bezig
houden, met duizend kleinigheden."
„Maar mét een doel voor oogen, zal ik
sterk z-iju. En Clara., Zou je mij' daarom
willen helpen en mij het prospectus van
de Hannoversohe opleidingsschool toezen
den l Ik kan mij- dan daarnaar richten en
zoover mogelijk trachten te komen. Mis-
sqhien gelukt het mij wel', gauw genoog
De laatste maand voor haar tirouiwen
bleef Marie th|uis en Griet, die voortaan
„Greet" wilde genoemd worden, ging miet
Sien en Bot alléén, 'naar 't fabriek.
't Wa,s óp- 'n gure najaarsavond, dat
z-e samen 't pleintje opstapten. De regen
striemde th|un i-n het gez'idht. De wind
huilde om de hooge hui-zen. Griet had
zic'hl de heele dag niet lékker gevoeld.
Zo was de laatste tijd toohi dik'wEj'ljs
akelig. Dan werd ze zoo duizelig en alles
draaide voor d'r oogen. Ze zag wel 'ns
hoe bezorgd moeder kieek'. Soms vtrioieg
moeder of d'r w-at sohoelde, maar dan
zag; ze weer die nijdige blikken v'an d'r
zusters en opgewekt -antwoordde z'e
„Welnee!" Maai- deze keer was 't toch
erger dan anders.
„Kek daorwees Sien. „Dieën vent
ligt er nou! alle daoge. Als vaoder ok
mar weer nie gezopen h'ee.t. Aanders is
't weer kermis v;anao>vénd." Grietje keek
naar de overkant. Daar lag die jongen
van Hendriks weer op de stoep Voor hét
«Klosje. -
„Zijn v-ao-dar trapt 'm iederen aoivoad
de deux uit", zei Sien, m-a-ar Grietje
hoorde nie-te meer. Ze zakte naast Sien
in elkaar
Toen ze bijkwam lag Ze in de bedstee
in de huiskamer. Moeder stond over haar
geDogen. li!.
„Boe gao-g-et meid?" vroeg zie be
zorgd.
Grietje -zei Zachtjes, dat ze niets meer
vloeide, ze was alleen erg moe.
„Welneeë, ben tochl ni-e-t zoo benaauwd!
Ze zag dieën vent fan Hendriks op de
grond logge!" kLénk Sien's stem U(it do
kamer.
„Daor was 't nie van", protesteerde
Grietje, „ik was heel den dag al' aokéligl"
Den volgenden dag ging ze weer naar
het werk. l
Twee weken later lag Grietje wcier in
de 'huiskamer. Ze moest van moeder in
bed blijven. Eerst 'h-ad ze bovén gelagen,
„maar 't was er zoo tochtig en kil onder
de dakpannen en 't sohaop hoestte Zoo
liltijk", dat vader haar in een wollen de
ken naarb eneden droeg.
Diezelfde dag moest de dokter nog
komen. De laatste week had 't kind
niejts gegeten.
V-ader en de anderen waren- naar 't
fabriek, toen de dokter kwam. Moeder
was alleen thuis. Ze had de huiskamer
extra netje-s opgeruimd en Grietje hiaele-
m-aal verschoond. Het meisje was te ziek
dat ze zélf wat aantrok. Stil iag ze maar
naar de muur te staren, tot er 'n hoest
bui kwam, dan hield ze haar "rug met bei-
d r handen vast en als moeder vlroeg, waan
ze pijin h'ad, kreunde z'e: „Hier.1...
Hier...!" 't Smalle gezichtje wérd paars
rood van be-na|utwdheid.
Om tien -uur kwam de dokter. Hij on
derzocht Grietje heelem-aal. Ze moest diep
-ademhalen en rechtop in bed gaan, zitten.
Moeder stond er met een angstig gezicht
bij. „Had ze 't kind maar nooit naor
t febriek laote (gaon! Mar da most en
da soü. Nou zag-de de gevolge!" De dok
ter vroeg, w-anneeir v'ader thuiskwam.
„Den baois kómt om twaolf uur thuis
ete, mar vanaoiv'ond is-ie om hia-lf zes van
zij,n werk tenug."
„Dan kom ik vanavond wel aan,. Leg
't kind in 'n frissohera kaïmer, Waar niet
gekookt -Wordt en die goed geluoht kan
worden. Nou, vanavond kom ik terug."
Moeder ging dokter door't nauwe
-gangetje voor, verzette nog evein 'n teil
tje en 'n emmer 'n 't voorbijigaan.
Toen ging ze naar de huiskamer ter.ug.
„Bli,l mar stiliekes legge kind", zei
ze, „ik kom bedeen terug." Nadenkend,
met 'n ernstig geziekt ging ze naar het
kleine voorkamertje. „God-lieve, wamoich't
't kind wel mankeere?, Goed Was 't zeker
nie, aanders deed den dbkter nie zoo ge
wichtig." Eventjes snikte de moeder, toen
veegde ze met haar schort de tranen vlan
d'rg ezicht. Ze dekte 't bed in het v,oor-
- 1
bij te kómen, want ik heb in de laatste
jaren ijverig gestudeerd."
„Alles wat je maar wilt, Margaretha.
M-aar waarom blijif je hier, bij iemand, die
jo in een hoekje dringt en die elke uiting
van individualiteit onherroepelijk den kop
indrukt Kan je je werkelijk niet vrijl-
maiken
Margaretha stond op. Een hooge blo-s
steeg haar tot aan het voorhoofd.
„Dat is het juist, wat mij zoo afmait.
Kr zi0n levensomstandigheden, die alle
vrijheid vian beweging onmogelijk maken,
neen onmogelijk maken niet, maarzie
je, Clara, ib ben aan mijn aangenomen
familie veel1 v'ersohluldi-gd. Ik z'o,u ex nooit
toe kunnen komen,, geloof ik', hen tot mijn
Vijanden te maken, want ik, wiant ik boiid
heel veel v'an hen."
Tante Hanna's gestalte dook voor Cla
ra's geest op.
Zdji hield van hen'?, Op tante Hanna kon
dit geen betrekking hebben. Dolf en
Francisca?. Margaretha, bad maar zelden
over hen gesproken. Wat ze echter v'an
ih'en gezegd had droeg er niet toe bij-, om
h-aar te doen geloovfen, dat Margaretha om
hunnentwille zou aarZelen, zich vrijl te
maken. Wie bleef er dan over.?, Dr. Hans
Sclinehen. Zijn naam was nu en dan als
terloops genoemd, over zij* persppn waa
P'arde walarheden.
Pater dr. Vrijknoed de bekende Del'fitsdbo
socioloog heeft de Eindhoven een opmer
kelijke rede gehouden voor do kath'. kie-s-
veraeniging pver de ware eenheid van onizé
Staatsjpanttji, w|aprteg]em in de Eerste Ka
mer onlangs zoo gezondigd werd, evenals
trouwens tegen hiet eigen pjolitiek ppoigïam'.
t,Als binnen de eenheid onzer Staats-
pjarfjj", zei de geleegde (priejatfer, „vijlfl
menschen ongestraft eien paclhtwet kun
nen af'stamlmlen. dan hebben we nog mlaar
een siMjn-eenlheid en niot de inin|erlijfce,
noodzakelijke eenheid, die alléén tot groote
daden en ingrijjg|endet hervormingen in
staat stelt.
Ik kan er niet ftver zwijigjen, geaehta
vergadering, nu het zoo pjap gebeurd is.
Het is -een ergernis voor ieder, die het
wèl meetnt mét onzie katholieke pjolitidk,
dat een kleine oonserv(utieV6 gjroep zich
de vrijheid veroorloo®, om zélfs dez'e be
scheiden hervorming in de oigendojmisver-
houdingen af te wij'zen en Jibt is een nog
grooterë ergernis, dat een zeker giedeelta
onzer katholieke pjars deze doorbrajak on
zer innerlijke -eenheid rimder noemlemswaar-
dig protest laat voorbijgaan, ofl da,t er
anderen z'ijn, die aichterall zelfs nog goed
praten.
Ge herinnert n wellicht nog 'f geweldig
kabalal, dat in diezelfde katholieke pjers
dagen ja. weken lang aanhield, toen eeu
tiental jaren geleden een vlootwet wiefd
afgestemd. Die vlootwet werd opgeborgen
en bet vaderland bestaat nog. Maar dat er
nu, nu er uit readtionnaire overwegingen
door een nog kleinere grpepj een pachtwet
wiordt afgestemd, een bijna eerbiedig stil
zwijgen wordt bewaard, jé, dat men gre
tig en gulzig het doorzichtige initiatief
voorstel der S'.D'.A.P. aangrijpt als gen
middel, oimi de aandlacht van eigjên sdhéndo
af te leiden, dat bewijistj dlat er helhas
nog al te veel menschen onder ons rijn,
die niet bevroeden, dat men in de huidigp
omstandigheden z^jn vaderland eerder iméfc
een pachtwet dan met een vlootwet klaa
beschermen. i i I
Zoolang zulke dingjan nog mogelijk zijn,
hebben we da ware, innerlijke aeinhfeid
nog niet bereikt, zond-er welke ouzo hoog
geroemde uiterlijke e«nheid kracht- leu
'futloos is." I i 1 -
Het zijn harde wapu'heden, die pater
Yrijinoed uitsprak dioch in-elk gevaiwlaar-
heden. Velen met h'öml hebben zich onder
ons niet alleen geistooten alan het optreden
der bedoelde vij® senatoren (feitelijk zijp
het er zes geweest, want; een blééf' zónder
noodzaak weg) doch opk lajan de wijtzé
waarop; somjmige katholieke bladen zich1
beijverden pm dit optreden te vergoelijkten
óf te doen vergeten.
Zeker wij weten wat een rodfljdtie soms
te vei'duren heóft, wanneer tzlijf béginstelyast
voor recht en rede o(pkpint, |mha.r dit
mag geen mótief vjozón pm' z'iju plicht
te verzaken. i I - t
UITKIJ K.
kamertje óp-. „Hier had d'r moeder ook
nog gelege. Hier was opie gestorven.
Nou werd 't bed voor Grietje opgemaakt."-
Moeder sohiudde nog 'ns extra de kuasens
op, legde de sprei mooi reoblt. Tóen ging
ze naar de huiskamer terug.
„Kun m'n wijfke", zei ze zachtjes.
„Pak moeders maar om d'r héls. Ik zal
je naor de voorkaomer draotge. -JDaor
ligde lekkerder." Gewillig de-ad 't kiudi
wat moeder vroeg. Moeder schrok eatv'an,
zoo licht als Grietje woog. Voorzichtig
liep ze 'i gangetje door 't voorkamertje
in. Ze stopte 't kind onder. Eventjes
voelde ze aan de Voeten van 't meisje.
„W-at zi-n je voeten koud. Ik haol even
'n wanne kruik", riep ze uit. Toen
Grietje warmpjes ondergestopt lag, ging
Moeder de kamer uit.
,,'k Mot voor v-aoder's eten gaon aor-
ge", zei j.'e. Nui lag Grietje alleen. Ze
keek 't kamertje r-ond. Daarna 't pleintje
op. Ze voelde dat ze weer moest hoesten.
Pijnlijk kuchte ze. W'at deed d'r rug
daar zeer van! Ze kon haast geen adem
meer halen.Terwijl zé hoestte zag ae
plotseling bloed op haar aakdoek. Ze
schrok erv-an, stopte 'm gauw onder het
kussen. Toen begon ze zachtjes t© huilern.
„O, as m toch nog mar nie dood mostl"
Zie hoorde buurvrouw de gang inslof-
fen. In de huiskamer ontstond 'n druk'
gesprek. Eerst buurvrouw: „Wiat hoor
ik. is Grietje riek Ooh! jap, 't eöhaop z'ag
ex den Motsten tijd aoo slecht uit. Kek
is, dit motte koke, gewoon in wiaóter mee
suikerdat i-s heel verfnisschend Voor
'n zieke mlensch." Toen begon moeder
nooit gesproken.
Clara vermoedde iets; zij was er bijna
zeker van dat haar vermoeden waarheid
bev-atte. -
Margaretha leunde zrilaar op de leu
ning Van een stoel. Zij stond daar, bleek
en bevend. Alleen haar oogen straalden
van wilskracht.
„Ik heb zoo lang gestreden, Cl'ara. Ik
kan niet doen, als zoovele andere meisjes,
die met de oogen dicht door het leven
gaan. Als ik soms in de balzaal, die wd-1-
looze schepseltjes z-ag ronddansen, kwam
altijd de gedachte bij mijop, dat Zijl onvrij
waren, bestemd cun slavinnen t© wórden.
En. toch liefkozen rij; hun keten-en. Wiat
Inij betreft, ik gruw van zoo'n gevamge-
nisleven, dat alle levens-yireuigde e® stre
ven naar hooger en meer sterstikt. Ik wil
mij! geen richting en- geen gedaohtanlijstj-e
laten opdringen. Ik wil Zelve zien, riften
en kiezien. Ik moet in mijn streven naar
waarheid, door het land der dlwlajingen
heen. Alle pijn ,-alle last van die reis wil
ib lijden. Maar vrij' moet ik denken, vrij
moe! ik handelen mogen. Alleen dan is
hoogere ontwikkeling denkbaar."
Clara von Göben liep in v'erv-oering d©
kluner op en neder.
(Wordt vervolgd.)