FFERS VIMER. GSRINGEN DZAAK Tweede Blad ren doet verl Verzorg 'n Beenwond NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT COURANT van on%e - GOES Z. Crt." GlffLSE'S EN PETTEN. lAGAZIJN BOUDHEID. eerenhangef* /aschknijper* VELT's BAZAÜ toi de GOUD^ leur behoud®"' Lepeltje ca De Goede Week. VOOR ONZE VROUWEN FEUILLETON Steeds hooger. akkers Kloosterbalsem zoo goed" ONTSPANNINGSLECTUUR Oud Moedertje. I V verlaagd uitnemendheid. ■STRAAT 39 eren. IARKT 20 - GOES IA QUALITEITEN IGE PRIJZEN it adres voor de EREN GARIBALDI'S EK REPARATIES. NZE ETALAGE! huiverig en loom 'jnin de ledematen, ..ar gevoel in het aterige oogen, voch- us, Aangezichtspijn. ui Kiespijn, Spier- zijn de rtspoeders van aker H. van Aken, list te Selzaete, Bel- laangéwezen middel, >ortspoeders van 3ker VAN AKEN nisbaar in een huis- igbaar in doosjes van bij Apothekers es Drogisten. 3HULTE THIEME belft A 94, Middelburg. oor 35 cents oor 10 cents 32 - GOES tis. PalmlZondag. rr„ week welke het Hoogfeest van P^hen vWgaat, is geheel gewijd aan Ws van het lijden vani den vVXpi en wordt daarom ook wel fvWweek of Verlossingsweek genoemd.. Se Christenen gewoon dto week m de diepste godsvrucht door de hrlZen; zij leefden .uitsluitend van water hirde spijzen en onthielden zich Van Se d^en. De Goede .Wietek begint moi, Palmzondag. Deze Zondag, welke de laatste der Vasten is, droeg vroeg^den naam Van Zondag der Competent®(Domi nica competentium), of ook w el Zondag der Catechumenen, omdat op dién dag, degenen, die in het H. Geloof waren on derwezen en verlangden om Christenen te worden, om het ffi Doopsel moesten ver zoeken Ook werd Palmzondag ook wei de Zendag der hoofdwassching (Dominica eapitalavii) geheeten, terwijl hij! eindelijk ook nog den naam Van Zlondag'Van Ver geving (Dominica indulgentiarum) droeg, omdat de bisschop op dezen dag zijn onderftoorigen mededeelde ,'dat $je Catech.ii- menen gedoopt en dus Vergeving Van hun ronden verkregen. Ter herinnering aan het feit, dat de Zaligmaker op dezer dag Jeruzalem binnentrok, onder het gejuich van het volk, dat met palmtakken zwaai de en zijn kleederen op: den grond uit spreidde, beval Paus Gr^gorius in het jaar 600, dat er niet alleen een palmWij' ding zou plaats hebben, maar ook', dat met deze gewijde palmtakken een plechtige processie zou worden gehouden. De palm- wi.dinjg, welke thans voor de Hoogmis op Palmzondag geschiedt, Vertoont nog duidelijk de sporen, dat men vroeger d'eiae wijding in een afzonderlijke Mis Ver richtte. Als de palmen gewijd zkjki, be gint de nitdeeling, waarna da plechtige Palm-piocessie volgt, welke op sommige plaatsen evenwel! achterwege .wordt gela ten. Bij 'het texuigkeeren Van de processie wordt de kerkdeur gesloten, om ons daar door te herinneren, dat door de zonden dier eerste menschen de hemel Voor ons geslo ten is. De priester klapt nu driemaal1 met den voet van het kruis tegen de gefloten kerkdeur, waarop deze wordt geopend en de processie kon binnentreden. Het, openen van de kerkdeur herinnert ons eraan, dat Jezus door zijin dood den hemel vopr ons opnieuw heeft geopend. De lofzang, ïfex Gloriae, wellke dikwijls bij deize plechtig heid wordt gezongen, is waarschijnlijk ge maakt door een Zekeren Theodulphus, bis schop van Orleans. Het schijint wel', dat da palmwijding op sommige plaatsen en Voor namelijk te Home, TeedB in de Vijfde eteuw gebruikelijk was; de plechtigheid Werd echter eerst in de achtste eeuw1 alglemeien ingevoerd. Witten Donderdag. Op den vijfden dag in de Goe|de Week wordt in de kerk de gedachtenis gevileijcl der instelling van het Allerheiligst Sacra ment. Men noemt dezen dag Witten Don derdag, waarschijnlijk doordat, Volgens kerkelijke verordening, de altaarsieraden, miskleederen, ja zelfs de dqet, welke het kruisbeeld bedekt, dat in de processie wordt rondgedragen ter gedachtenis aam de instelling van het H. Avondmaal, dien dag wit moet zijn. Vroeger was .Witten Donderdag, ook wel genaamd Geboortedag des kelks (natalis calicis), de dag des brood (dies panis) en in sommige streken ooki wel den dag der vergeving, daar op dien dag de boetvaardige zonidlaren, dlie op Anch-Woensdag de kerk hadden moeten Verlaten, thans het huis Gods weder moch ten betreden en in, de gemeenschap1 wier den opgenomen. Ter herinnering aan dit gebruik worden thans nog op Witten Don derdag te Rome door een priester in do kerk van het Vaticaan de zeven Boet psalmen gelezen, waarna over de aanwe zigen de bij het geven van de Absolutie gebruikelijke gebeden worden uitgespro ken. In vroeger eeuwen werden er op dezen dag door den bisschop, drie II, Missen gelezen, een voor do boetelingen, één voor de wijding van het Chrisma en' de derde op den avonld voor Hen feeêttdjag. Tijdens het bidden of zingen van het Glo ria worden de klokken geluid, die dan vanaf dit tijdstip tot BaaiscK-Z,altering Zwijgen. Zooals somtijds wel wordt ge zegd zwijgen de klokken, omdat de Apos telen zich gedurende deze dagen Verborgen hebben gehouden, terwijl de geïoovigem in de kerk do.or een houten ratel tot de godsdienstige plechtigheden worden opjge- wektmisschien opdat de Christenen zich zonden herinneren dat het Kout h'eff werk tuig hunner verlossing is geweest. Uit afschuw voor deu kus, waarmede Judas Christus heeft verraden, wordt eir na het Agnus Dei den vredeskus niét gegeven.. Volgens een besljuit van de Congregatie der Riten van den 17en. September 1608 mag, er op Wjtten Donderdag in iedere parochiekerk1 slechts één 0. Mis worden gelezen. Op Wjtten Donderdag Worden door de bisschoppen de 0. Oliën gewijd. De plechtigheden der "wijding geschieden tijdens het opdragen der 0. Mis en war den door den bisschop tezamen met zijn assistenten Verricht en wel de wijding van de olie der zieken op het einde Van den Canon, vóór den Pater Noster endie van ,het Chrisma na de Communie. Op véle plaatsen geschiedt oip1 Witten Donderdag ook nog de VoetWussehing of mandatum. Dit is een zeer o®|d gebruik in de kérk. Niet alleen de Pauisen, maar pok andere geestelijke en Wereldlijke personen zijto-in verschillende landen van, de vroegste tij den af, gewoon geweest op1 [Witten Don derdag, tot een gedachtenis, dat Christus op dezen dag de Voeten zijner Apostelen heeft geWassehen, Kun ondergasdhikten of twaalf armen de Voeten te waisischfen. de*H --.16 - l 'e Kammin Vandaag aan getroffen.? begon tante Hanna opnieuw- „Boven, op de bosshWeide. Hf had op Camts mjtgen" „Remmin is een net mensoh!. Ik mag hem graag en den president 0,ok. Maar dat mosje kan ik niet goed uitstaan. •LK vmd, dat haar vader veel te Zwiak Voor haar is. Als Hans doet, izloqals hi'l beloofd heeft, en een paar dagen hier komt logeeren, dat Vrees ik, dat bij het met mij eens aal ziijm, en gaulw een stokje zal steken voor je vriendisohaplpelijiken om gang met die jonge dame." „Dat zou Hans niet doen- en bovendien zóu ik mij dit niet van hein laten wel gevallen." Tante Hanna kneep de oogeü toe. Daar was hij alweer, die toon Van terugwijl- zsng, waarop Margarefchia altijd placht a&i sf>Te'£en vpor den dood van opm Frits. Als dat vaak moest voorkomen In plaats van zich! gekrenkt te too rn®, speelde zij de goedertieuenie, Zooals .1 in de laatste jaren steeda gedaan had. De Vazen. I Nu iwjjji 'bijna ialan de groote schoonm,aiajk beginnen en wjijf< van te voren oints huis eens haelemual doorloopen om| te zien wilt er alzoo moet gebeuren, verdient het; Wel licht aanbeveling om ook pnzte Vazen eens na te zien. .Want nu de uitvoer Van snij bloemen zooveel moeilijkheden mlet zicih brengt, hééft Keff er allen sehij'n V|an, dat de bloemen deken ztojm'er wiel hoeil goedkoop zullen worden., Trouwens op bet oogenblik kan men ook: pi voor een piaan kwfortjes zfijjn hufs vol tulpen of narcissen hebben. D® vaiz'en zlijjn tegen woordig voorwerpen van belang, wlaara,an Wiijf onzen aandacht besteden moeten. 0et gaat niet meer hap omf een bos bloelmjep, dia stlij|fi in elkaar worden gedilaafd, z|oo maar lals een bloetakbol in een vtapjS ,te iztetten, die al of| niet p[ast, Vaak veel te groot is, izqo.dat de bloemen 'tegen den rand hangen of te klein, wlaajrdoor de stelen niet voldoende water kunnen krlij|- gen. Er rijfn uit deu ouden, tijd in vela huisgezinnen nog massa's vlaz'en voorhou den. die uit piëteit worden bewaard, mlaar waapvlan wiijj o ,z|qo graag af Zouden zijp, Vooral die vazen Wlaarojpj steenen 'bloe metjes, stelen, enz', in haut-relieï zlijjn aangebracht, iz'iijjn ware stofnesten en do meeste huisvrouwen kullen zie dan ook wel veilig achter in een diegp kast [heb ben weggestopt. De moderne kunstplijfv)e)r- heid brengt trouwens vloor jhieel weinig geld mooie, sierlijke en ook zeer prac- tisehe modellen in den handel' van glas eu aardewerk. Muur wijf hebben misscjhien o[0 zolder of1 in den kelder WejlT voorwerpen staan, die zeer goed voor Vaas geschikt izijin, b.v. kleine inmaajkglotten vlan bruin aardewerk zjijK zloo lailerajardigst om er dabri's, zionnebloemen,. enz', in te zetten. Pm de iHm|a,ajkg(ot (m'eer heit idee Van pen vaas te geven kUpnen rv|ij| ha&r, als rij .terdege, is schOiangema,akt, beschilderen met een [m(odexn reliëf of "imleit een fakje bloemen, wat wiijj tolalar het miooisit vinden. Zoo bestapn er opk vian die donkergroene glavJen inmialalfjgjotten, vierkant en (mlet een betrekkcüjlk1 iwijde halsopening. Ook dit zfujn ideale vapbn voor tulpien, rozen, enz'. Dez'e flessöhen khpnen w)ijf zöo laten of wel met een off ander afctrdig; tmfotietfyp beschilderen. Zoo zlijh er nog' mandel- ïlesschen en dergelijfke, dief zéér bruik baar rij|u en het laifeijld tpdlï nog betep doen dan de mpoie .ojgjgeiwerkte Vjaizien vlan Vroegtk. 1 Het luchten van ons kuis. Hoewel tegienWoordig de mensohiein niet zbo bang meer zjijfn voop frissc'he luclbt als vroeger, hoort men toelh'i 'vtalak1: „Doe gauw de deur dicht voor de toelhjfc." D|odh iwat is èigenKjjk tocht, Tpdht ontstajat alleen aph men in het Kuis ,a(an voor- en achterkant een ifaam off deur KeeSfit opjen- 'staan, wlaiardoior de luicht door heit huis heen trekt. 0Cf todbt echter nie/t als men alleen het r,ala|m! van een ka|mler open heelt. Hierdoor komt een koude ffrisscihie luchtstroom naar binnen, dringt tot zelfs in de hoeken van de kamer en verdringt do benauwde kamerlucht. De kamferlucht heeft minstens eens per dag be(hbeffte aan een flinke reiniging, want de lucht is ai spoedig verontreinigd door allerlei om standigheden. Brandt des wintiea's de kb> j 4aa Wilig'' men lalhdbt wlaff kolen damp in de kajmier, terwjijjl door de (ade|mi- „Pas maar op', Maa-garethaMaak Hans niet nog prikkelbaarder dan hij al is. Als je eens wist, wat bij. Van je gezegd lQ.66Iui Margaietiha bleef midden op den weg staan. Zij; gevoelde hoe haar hart zich •als door een vlijmende smart gegrepen te- alzamen krimp te. ^Wat zei hiji dan?J',1 ,jl]ï geloof, dat het beter is, hieroVer te zwijgen.5 „Dan zal ih het H'ans z'elf vicagen.^ verzoek je vriendelijk ,dat niet te doen, M-argaretha. Je doet het Hietj. hoor! Het is verschrikkelijk met joui is nu nooit v'rede te houden. Altijd spreek ie tegen!'" j ,AVaarom zinspeelt u dan op zulke Mleedigende dipgeni?, Ik viraag u, tante 1-ianna: Heb ik ooit iets gedaan, wint daar- to,e 'aankndmg kan geveu.?. Heb ik mij' ooit ®en dar anderen v'erZet?, Heèft ooit de m ■iia dif d°°d Va,n 001111 Frits> luLtien ®6VeIL naaT mij' té luisteren, of te willen bemiinen wat het doel is w'aarnaar ik J •in i lK ©weer, en wiaariaan ir tra*t011 zou willen wiiden Mijn neiging tot geestesartód ^mt u emancipatie; mijn hang naar zelfstandio- beid barteloosiheid en overschatting van eigen kraebt. En oom .Frits 1 Neen hij alleen heeft mij! nooit ouhaatelijk gepoamd haling van mensdb en dier de banwdziga Zuurstof, die door de gesloten ramen niet niet kan worden alangevuld, spjoedig ge- hecsl is verbruikt. Het is ihleel giqzlond met het raam dpen te slapeu, tenminste al's de instroomeude frissche lucht ons niet dadellijjk kan bereikten, wlont als men slaapt is men veel vatbalorder voor kouvatten dop Wanneer men in beweging is. Het over- dffjjven van een boog ópgescjibven raam. 'zelfs midden in den winter kan ''dan ook nooit goed ziijfn. Met potdichte ra men en deuren slapen is evtenpilin wonsche- lijlk. Vaafk' heellt men dlan 's-mbrgens een dof en izlwaar gevbel in het K'oo'fd dlat pas Wegtrekt als men rich in de ffrisscihie lucht bevindt. Overdag verdient het ech ter Wel aanbeveling de hamen in da ka mers, waar imlen niet behoeft te kolmlen, flink open te zfebten. Tegen den avond als vooral in den winter buiten damp op- stiijlgt, doet men verstandig de raimfen te sluiten en daardoor de vochtige ludhjt bui ten het ibiiis ite houden, daar deizle nlat- tigheid niet bevorderlijk is voor on-te meubelen- i i Maai Mj:kon Zoo geweldig fier z'ijh! Hij kon zoo minachtend de lippen krullen als Wim haar weer aan 't streel'en Was. Dan wierp 'hijj gewoonlijk bet troteohe hoofd in den nek, e® als een zweepslag klonk het dani „Fleemer! Moet je soms wat hebben, weer.i! Ppuba! Hi0 kon nooit vragen. 'Eiénimaal zoiu hij iets vragen, maur méér niet. Kreeg bij het niet dan maakte bij zich.' lieVer .maar een® boos. 1 I „Als ik Wiffl was, dan streek' ilk| u wat stroop om den mond, zei 'hiji dan, maar dat kan ik niet, gielulkkilg! Alls' ik 't zoo moet krijlgen dan geeft u 't toch! tegen Uw' zin en dan mag w 't houden, Voor mijn part!" Zoo was R'aff. Anders een goed hart. Wim 'had baar wel wat teleurgesteld later. Hij Wad lang gestudeerd, omdat hij zoo veel van studie hield, was er vroeg van ouder gemuisd,, en was vroeg in Frankrijk getrouwd. Van 't werken had hij nooit gehouden. Hij' schoof1 liefst alles op Raf's hals. En toch, haar ,W"im was Van alle wonden zijn beenwonden het moeilijkst te genezen Daarom sukkelen duizenden jarenlang met „open beenen". Akkers Kloosterbalsem heeft echter al ontelbare malen nieuwe en oude beenwonden in korten tijd genezen, door zijn eigenschappen de kwade stoffen eruit te trekken, te zuiveren, verzachten en te heelen. Wacht dus niet. neem 0,ud moedertje zat v,oor bet raam, en breide een teerrose mutsje voor het nieuw aangekomen kleinzoontje. Een schilderijtje leek het 'wei, z'ooato z'e daar zat, het vriendelijke, gerimpelde ge zichtje omlijst door sneeuwwitte haren, waaruit hier en daar een jong krulletje uitsprong, en met vpor zich' een rij' bloem potjes, dis met hjun roode kleur friseh afstaken tegen de witte gordijntjes. Telken® als er een stap klonk op baar stoep; keek oud moedertje verlangend uit naar den postbode. O, ze had. het zo,o goed uitgerekend. Als bij dadelijk liad geantwoord, baar Wim, dan kon ze reeds drie dagen nieuws hebben. Maai' och, ze Vond telkens zoo veel verontschuldigingen vpor hem. Z'n importante zaak, wa,ar hij; het toëb zoo zielig druk op bad. Z'n reizen en zoo meer. Z'n vrouw die kon bet natuurlijk, niet doen. Ze was immers een Fransobe. Ëin als ze 't nog, bad gekund. Och' neen. Ze maalde imoners.niet erg veel' om dat Ottwerwetsehe viaamsche moederke, waar ze niet- eens mee praten kon. Misschien was Wim ook' wel ziek! o.d! Als een bet opde hart! Hij was altijd baar lieveling geweest, •haar mooie, knappe Wim., en had Jnumer Let leeuwenaandeel gehad in Kaar moe derlijke teederlieid en liefde. Hij kon het haar zoo goed „aandoen". Hiji kon zoo streelend iets vragen, en zoo uitbundig z'n blijdschap toonem als hij het bad, dat het 'haar telkens een wlaar plezier was. En ze had toch niemand meer om lief te hebben, dan haar kinderen, sedert Katar man dood was. Zoo héél anders was Raf. Hoekiger was z'n gezicht, hoewel lang niet leelijk, en zoo ook zijn karakter. jEen gojudep hart onder een r,u|we rotsige borst. Dat wist o,u:d moedertje wel, o ja, en z'e ■hield ook wel' Veel van hem, maar zie je, Wim was haar jongste, baar Benjamin, het kind van moeder. Kaf was zoo echt als het ijz'er da.fc hij als smid bewerken moest. Hij hield veel van haar, rnaiar zei dat nooit, of toonde dat nooit, gelijk' .Wim, tenz'iji door zi'n wer ken voor b'aar. Misschien kwam dat wel doordat het leven geen sprookje geWepst was voor heim. Toen z'n vader stierf, had die slag, van den jongen die hiji toen nog was, een volwassen man gemaakt, en de eed, dien bijl aan vader had gedaan, woog hem Zwaar door z'n kostbaarheid. O, hij' had hard gewerkt voor z'n moeder en vqor Wim! Oud moedertje had geen klagen yan hem, o n|éjé(a!.l Hij kende mij' te goed, al gelooft alle maal en duizendmaal, dat hiji het was, die ontevreden op mij1 is geweest." Margaietha's oogen schoten Vonken, haar slem beefde. Haar geheele, wiezien was in oproer. j Tante Hanna wendde zich om, om huis waarts te keeren. „Ik ga naai" het hotel terpg. Ik kan niet tegen die 'heftige Woorden. Is dat pui een manier, om miji te hielpen mdjln Zeuui- wen weer wat opi streek te brengen L?"i Zwijgend gingen rij ter,u)g, In Kaar kamertje teruggekeerd zonk Mangarethia op een stoel neer. Tante Hanina! Zijl, ja ziji Was de klip Van Kaar leven, de klip w'aarop al haar genoegen schipbreuk leed, zij was het wier egoïsme en harteloosheid Kaar riel kortwiekte en haar jonge' levens kracht ontzenuwde. O, zeker, ontzenuwde. Zij zag het aankomen, het moest gebeu ren! Eiu Hans?. Hij had iets v'an1 ha,ar gezegd.?. Zij 'h,uiverde. In bittere veilwiij'fëling sloeg zij de beide handen voor het gei- .laat en weende om een eteenicn hart te vermurwen. HOOFDSTUK VI. Den volgenden morgen dronken riji al len vroegtijdig koffie op de veranda. De president vertelde van Berghöjie. Daar Kaar lieveling gebleven. En ze had. ze'lfs wat woorden gehad met Kaf, t.oen deze 'hem uitschold voor egoist. Hij moest ziteh toch; 'n positie zien te veroveren. Al had rij er dan ook1 nik's van... Daar knarste Kaar tuinhekje, en jajwel, de postbode bracht het in spanning. Ver wachte nieuws. Gauw nu. Oud moedertjes Vingeren beefden toen ze den omslag openmaakte. Ze had hem geschreven dat haar spaar potje er aan 't krimpen raakte, en of 'hij haar niet wat zoui kunnen helpen om een gerusten ouden dag te beleven, Zonder ge martel van geldzorg. Veel hadden z'e nooit kunnenn sparen ,en toen Kaf ge trouwd was, eu de z'aak Voor eigen reke ning had voortgedaan, was rij in een net klein huisje gaan wonen. Zóó. had ze het verlangd. Kaf wilde haar wel bij zich nemen, maar ze 'hield er niet Van bij' ge trouwde kinderen in te wonen. En ze wilde toch: ook niet alles op Kaf'® hals schuiven voor wat haar onderhond betrpf. Wim moest toch ook Wat doen vpor haar. Oud moedertje las gretig wat hiaar jon gen schreef. En kijk, waarom beven n,u die oude lippen zoo ineens.?, E|n waarom kruipt er uu, o zoo triefetig eu traag, een heel diepe zucht uit haar moud.?, Net allsof er iets zeer gedaan 'heeft aan dat oude moedertje. Langzaam drupten tranen op de letters die 't hadden gedlaan. „Hier is een echte crisis, schreef .Wam, en ik moet scharrelen om mijn wissels fat soenlijk te kunnen betalen. O' moed'eriffe, ik wou u zoo graag eeu check stureu waar |U Uw' leven lang weelderig hiad mee voort gekund, maar helaas, ik kan niet. O, 't spijt me erg wiant ge weet, ik hpud zoo zielsveel van m'n pud moederk'e! „Ik hoop echter dat Raf lU niet in den steek Iaat. Ge kunt bett bij! hem gaan in'wonen, eu knap als ge rijt, zult ge 'hem gced in zijn huishouden Van pas komen. Daax kan hiji u, dan Wel den, kost Voor geven. Zelfs al kondt ge 't niet doen. Hij mag wel iets doen Voor z'n moedei". Ochl, ik wo.u dat ik 't zelf kon doen, m'n moe derke!" Dat schreef Wim, haai" lieveling. Een krisis. H|a,d 'hiji haar over een paar maanden niet geschreven dat alles nog extra-goed ging,?, En nu zoo ineens. Eh kindexen had hij niet, om vóór te zórgen, Raf wel. En die kwam. toch! niet aandra gen met Verontschuldigingen1, al' voelde men hier evengoed die kriris'. O, hij! deed haar wel zeer, .arm pud moedertje. Weer knarste het hekje. Oud moedertje droogde vlug haar tra nen, borg den brief en haw Verdriet v.oor een poosje weg en ging opendoen. Een klein, snoeperig meisje stond op den drempel, met ©en rqod kleedje aan, en een rood m|utsje op, waaronder wild© krullen uitwipten. De Vurige, grappig zwarte oogen keken lachend npar oud moedertje. woonden kennissen van Ketf, die ziji vroe ger dikwijls ontmoet hadden. De vkeemde heer, die in den bijwagen met hen (^araisd had, was gebleken een goeda bekende v'an 'hun vrienden op Benghöhe te zijn. Het w'as een assessor ,uit StettinZekere h'aex Dalberg. Hij was gisteren toeValïig ook op bezoek geweest eu had den dag mat hen doorgebracht. Marganetha keek Clara onderzoekend aan. Het klonk alles Zoio naïef, wat zfij ervan zeide. Zlij| sprak an- bev'angen over dien Dalberg, Keel gewoon. Remmin lette op Maxgaretka, die bleek zag. Hij, daoht er over na, wat toch wel het geheim verdriet mocht wezen, dat haar zoozeer temeer drukte en betrapte zichzelf op een bijzondere belangstelling," en niets meer. De Kemel beware! Daar voor w,as hiji te opid geworden en veel te veel op rijn gemak gesteld. Maar hiji had nog nooit eeu meisje ontmoet als Marg%- relha. Het nieuwe in haar boeide hem. Tot dusver had hij' een knap gezichtje en een lief figuurtje, gevoegd bij' vxoo'lïj|kheid en luchthartigheid het hoogst gesohp-t in de vrouwen. Het spreekt immers ook van zelf.' Voor de mannen Waren deze eigen schappen Van het vrouwelijk' geslacht de gemakkelijkste. Bevalligheid bekoorde het oog en vrolijkheid verfritschte. Andere gaven'?, Die kouden wel eeus lastig wor den. E® fllleis w:a,t liastóg was, haatte hij', „Dag Grootmoe!" klonk' een frischl stemmetje. „Dag m'n lief Roodkapje, kom binnen!'? lachte Grootmoe, maar haar ladh! wOs lang niet zoo zónmig al's anders. „Gelukkig dat gijl toch! geen Verkleed© wolf zij't, grootje," zei het Verstandige ding. „Zie, ik' breng m de eerste aard beien uit ons tuintje eu de beste groeten van vader en moeder." „Je bent een bovenste beste Bótsy," zei grootmoeder ontroerd, ,jkom we gaan ze gauw samen opsmullen. Ek bedoel de •aardbeien ,niet de groenten, natuurlijk. 1" „Neen grootmoeder, ik heb lieVer eian verielselike dan aardbeien." „Ik ken er geen eentje mlaer, Betsy."1 „Jawel. Ge kent er altijd. Peins maar eens eventjes. Ik z'ai binst mijim bankje halen," zei de parmantige Bets. Maar de elfjes en kaboutertjes vluchtten ,uit Grootjes hoofd, dien dag, en als Zwarte spinnen kropen er telkens de pijmigaudia woorden uit Wim's brief' doorheen. „Ik zal er je dau maar eentje vertel len," zei z'e na een poos, „maar 't is er geen plezierig, hoor Betsy!",' „Geeft niet. Boe triestiger, hoe schoo ner. Vertel ganw, toe Grootje." En grootmoeder vertelde op' haar boei ende, simpele manier haar eigen droevig verhaal. 1 Betsy luisterde, gezeten aan Grooimoe's voeten, op een laag bankje, het hoofd' in de handjes geste,und. Toen het (uit was, hadden beiden tranen in de oogen. b „Hè, grootmoeder, zoo schoon hebt ge nog nooit verteld," zei Betsy met een zucht, en peinzend comment eerde, zte: ,,'t Was niet. erg goed yan dat oude moedertje. Ze moest haar jongena allebei net evenveel toegevlen, en, evfemvclel' yan zo houden. Maar 't was ook erg Ieelïj'k van dien jongen, is 't niet?, Dat zou mijn papa nooit doen, hé .grootje!?/' „Neen, zei de grootmoeder traag, h[wl papa zou dat niet doen. Hij; is goed, Betsy." „Als ge goed allebei luistert, zal ik u eens een vertelling,sjke doen, dat ik wieiet van grootmoeder, en een schioiontj.e, hoor! Ooo! Maar ik' moet eerst Jackie eens bekijken Zoo kwam Betsy de huiskamer binnen, dien avond. Vader zat de ikrant te letfen en moeder naaide luiers. Na zielil Verge wist te hebben, dat broertje sliep, wipte Betsy op tafel ,liet de beentjes van den rand bengelen en verklaarde dat ze be gon. j i „N g beter! Bets!" zei vader lachend, „ik z iu liever op de kast gaan zitten alls ik jon was!" "t En di. or de woonkamer, waar al een beetje donkerblauwe schemering de hoek jes vulde, zong de heldere muziek; van van haar stemmetje, dat vertelde het Ver driet van het oude moedertje daarginds in het kleine huisje. Nog nooit had vader Zoia ernstig toege luisterd. en toen Betsy gedaan had, snoot ni; luidruchtig zijn neus en ketek Bteelsdh naar moeder, die vochtige oogen had. „Is dat nu niet mooi (Vroeg Bets. „Wo hebben allebei gehuild, Grootje en ik omdat 't danig schoon wap." „Je bent een flinke vertelster, m'n kleine Bets," zei vader en gaf haar oen kluis op de blozende wang. „Ga hul ja bloemetjes water gev'en, want 'ff wordt donker". i 'i Toen Betsy buiten was, ging R'af naast z'n vrouw staan. „Heb jij; 't gesnapt, ma?" Vroeg Mijl „Ja Haf" z'ei ze, „en ik denk dat' we moeder even moeten garuBtt sfelllen, dat haar nooit wat zal ontbreken, Zoolang iwij niet bedelen moeten, vindt je ook niet,.!! Zo kan best naar hier komen als 't haar ginds te eeniZaainl is. ,Ef Bal goed Voor haar zijn, want ik ben haar dankbaar dat ze jou aan mijl hteefft gegeven Raff!" „Als alle vxoiulwen moesten zijn Zooals jij', dan waren alle mannen zoo gelukkig als ik"' zei Raf en kuiste haar. „Ik! z!aJ het haar dadelijk'ga,an zeggen". 'Ein hïjl ging- 'i Toen hij bijl rijn moeder aankwam viel hij, zooals gewoonte, met de delur in huis. „Moeder ik' wil met, dat ge v|an iWïnï wat aanneemt, hoor! Br' ben het, die aan Vader beloofd heb voor |U te zongen, en bij God! ik Zal het doen ook, zóólang ik armen aan mijn lijf heb!"! Ouid moederke schrok'. „Heeft Betsy, och' R'af, daarom deed ik 't niet. Hemschfi'. stamelde ze met qen beving in ihlaar auide steml. „Neen', zei Ihijl, „dat weet ifc wel maar ik ben blij d'at ze 't Verteld heeft, N;u weet ge 't moeder, en Dina ztegt 'i ook. Als 't ,u te eenzaam womdt,, hïer, dan kómt met groote haat. 1 En, ziedaar, nu stelde hij! belang in een meisje, dat tegenspraak' aandurfde en dat er een eigen meeming op na dorst te; Kom- den. .Wonderlijk! De postbode kwam en trad op de ont bijttafel toe. Hij) reikte den president eon brief toe. I „Uit Sichtwarzfelsen.?, Voor mijl?/' [Vroeg deze Verwonderd. Clara keek nieuwsgierig oVer zlijn schou der. j I i „Het is een heerenhand, naar het Mijnheer Von Göben, sneed het couvert open en begon te lezen. Na een paar regels reeds verschoot hij van kïerur, het papier beefde in rijn hand. Margaretha en Clara zagen hetbeiden en, beproefden door druk te praten, de aandacht lier anderen van den lezer af te Wenden. Clara's hart sloeg sneller. Wat zou die brief toch' wel behelzen'!. Mijnheer von Göben had den brief nog niet ten einde gelezen, toen hij| zijin stoel' terugschoof en opstond. „U zult mijl wel een oogenbliikje iwillëu v exonffsdhuldigen. Uiterlijk kalm1 .ging Mjj naar binnen. (Wjordt vervolgd.}

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1932 | | pagina 5