FFERS
VIMER.
GSRINGEN
DZAAK
Tweede Blad
ren doet verl
Verzorg 'n Beenwond
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
COURANT
van on%e
- GOES
Z. Crt."
GlffLSE'S
EN PETTEN.
lAGAZIJN
BOUDHEID.
eerenhangef*
/aschknijper*
VELT's BAZAÜ
toi de GOUD^
leur behoud®"'
Lepeltje ca
De Goede Week.
VOOR ONZE VROUWEN
FEUILLETON
Steeds hooger.
akkers Kloosterbalsem zoo goed"
ONTSPANNINGSLECTUUR
Oud Moedertje.
I V
verlaagd
uitnemendheid.
■STRAAT 39
eren.
IARKT 20 - GOES
IA QUALITEITEN
IGE PRIJZEN
it adres voor de
EREN GARIBALDI'S EK
REPARATIES.
NZE ETALAGE!
huiverig en loom
'jnin de ledematen,
..ar gevoel in het
aterige oogen, voch-
us, Aangezichtspijn.
ui Kiespijn, Spier-
zijn de
rtspoeders van
aker H. van Aken,
list te Selzaete, Bel-
laangéwezen middel,
>ortspoeders van
3ker VAN AKEN
nisbaar in een huis-
igbaar in doosjes van
bij Apothekers es
Drogisten.
3HULTE THIEME
belft A 94, Middelburg.
oor 35 cents
oor 10 cents
32 - GOES
tis.
PalmlZondag.
rr„ week welke het Hoogfeest van
P^hen vWgaat, is geheel gewijd aan
Ws van het lijden vani den
vVXpi en wordt daarom ook wel
fvWweek of Verlossingsweek genoemd..
Se Christenen gewoon dto
week m de diepste godsvrucht door de
hrlZen; zij leefden .uitsluitend van water
hirde spijzen en onthielden zich Van
Se d^en. De Goede .Wietek begint
moi, Palmzondag. Deze Zondag, welke de
laatste der Vasten is, droeg vroeg^den
naam Van Zondag der Competent®(Domi
nica competentium), of ook w el Zondag
der Catechumenen, omdat op dién dag,
degenen, die in het H. Geloof waren on
derwezen en verlangden om Christenen te
worden, om het ffi Doopsel moesten ver
zoeken Ook werd Palmzondag ook wei
de Zendag der hoofdwassching (Dominica
eapitalavii) geheeten, terwijl hij! eindelijk
ook nog den naam Van Zlondag'Van Ver
geving (Dominica indulgentiarum) droeg,
omdat de bisschop op dezen dag zijn
onderftoorigen mededeelde ,'dat $je Catech.ii-
menen gedoopt en dus Vergeving Van hun
ronden verkregen. Ter herinnering aan
het feit, dat de Zaligmaker op dezer dag
Jeruzalem binnentrok, onder het gejuich
van het volk, dat met palmtakken zwaai
de en zijn kleederen op: den grond uit
spreidde, beval Paus Gr^gorius in het
jaar 600, dat er niet alleen een palmWij'
ding zou plaats hebben, maar ook', dat met
deze gewijde palmtakken een plechtige
processie zou worden gehouden. De palm-
wi.dinjg, welke thans voor de Hoogmis
op Palmzondag geschiedt, Vertoont nog
duidelijk de sporen, dat men vroeger d'eiae
wijding in een afzonderlijke Mis Ver
richtte. Als de palmen gewijd zkjki, be
gint de nitdeeling, waarna da plechtige
Palm-piocessie volgt, welke op sommige
plaatsen evenwel! achterwege .wordt gela
ten. Bij 'het texuigkeeren Van de processie
wordt de kerkdeur gesloten, om ons daar
door te herinneren, dat door de zonden dier
eerste menschen de hemel Voor ons geslo
ten is. De priester klapt nu driemaal1 met
den voet van het kruis tegen de gefloten
kerkdeur, waarop deze wordt geopend en
de processie kon binnentreden. Het, openen
van de kerkdeur herinnert ons eraan, dat
Jezus door zijin dood den hemel vopr ons
opnieuw heeft geopend. De lofzang, ïfex
Gloriae, wellke dikwijls bij deize plechtig
heid wordt gezongen, is waarschijnlijk ge
maakt door een Zekeren Theodulphus, bis
schop van Orleans. Het schijint wel', dat da
palmwijding op sommige plaatsen en Voor
namelijk te Home, TeedB in de Vijfde eteuw
gebruikelijk was; de plechtigheid Werd
echter eerst in de achtste eeuw1 alglemeien
ingevoerd.
Witten Donderdag.
Op den vijfden dag in de Goe|de Week
wordt in de kerk de gedachtenis gevileijcl
der instelling van het Allerheiligst Sacra
ment. Men noemt dezen dag Witten Don
derdag, waarschijnlijk doordat, Volgens
kerkelijke verordening, de altaarsieraden,
miskleederen, ja zelfs de dqet, welke het
kruisbeeld bedekt, dat in de processie
wordt rondgedragen ter gedachtenis aam
de instelling van het H. Avondmaal, dien
dag wit moet zijn. Vroeger was .Witten
Donderdag, ook wel genaamd Geboortedag
des kelks (natalis calicis), de dag des
brood (dies panis) en in sommige streken
ooki wel den dag der vergeving, daar op
dien dag de boetvaardige zonidlaren, dlie op
Anch-Woensdag de kerk hadden moeten
Verlaten, thans het huis Gods weder moch
ten betreden en in, de gemeenschap1 wier
den opgenomen. Ter herinnering aan dit
gebruik worden thans nog op Witten Don
derdag te Rome door een priester in do
kerk van het Vaticaan de zeven Boet
psalmen gelezen, waarna over de aanwe
zigen de bij het geven van de Absolutie
gebruikelijke gebeden worden uitgespro
ken. In vroeger eeuwen werden er op
dezen dag door den bisschop, drie II,
Missen gelezen, een voor do boetelingen,
één voor de wijding van het Chrisma en'
de derde op den avonld voor Hen feeêttdjag.
Tijdens het bidden of zingen van het Glo
ria worden de klokken geluid, die dan
vanaf dit tijdstip tot BaaiscK-Z,altering
Zwijgen. Zooals somtijds wel wordt ge
zegd zwijgen de klokken, omdat de Apos
telen zich gedurende deze dagen Verborgen
hebben gehouden, terwijl de geïoovigem in
de kerk do.or een houten ratel tot de
godsdienstige plechtigheden worden opjge-
wektmisschien opdat de Christenen zich
zonden herinneren dat het Kout h'eff werk
tuig hunner verlossing is geweest. Uit
afschuw voor deu kus, waarmede Judas
Christus heeft verraden, wordt eir na het
Agnus Dei den vredeskus niét gegeven..
Volgens een besljuit van de Congregatie
der Riten van den 17en. September 1608
mag, er op Wjtten Donderdag in iedere
parochiekerk1 slechts één 0. Mis worden
gelezen. Op Wjtten Donderdag Worden
door de bisschoppen de 0. Oliën gewijd.
De plechtigheden der "wijding geschieden
tijdens het opdragen der 0. Mis en war
den door den bisschop tezamen met zijn
assistenten Verricht en wel de wijding van
de olie der zieken op het einde Van den
Canon, vóór den Pater Noster endie van
,het Chrisma na de Communie. Op véle
plaatsen geschiedt oip1 Witten Donderdag
ook nog de VoetWussehing of mandatum.
Dit is een zeer o®|d gebruik in de kérk.
Niet alleen de Pauisen, maar pok andere
geestelijke en Wereldlijke personen zijto-in
verschillende landen van, de vroegste tij
den af, gewoon geweest op1 [Witten Don
derdag, tot een gedachtenis, dat Christus
op dezen dag de Voeten zijner Apostelen
heeft geWassehen, Kun ondergasdhikten of
twaalf armen de Voeten te waisischfen.
de*H
--.16 - l
'e Kammin Vandaag aan
getroffen.? begon tante Hanna opnieuw-
„Boven, op de bosshWeide. Hf had op
Camts mjtgen"
„Remmin is een net mensoh!. Ik mag
hem graag en den president 0,ok. Maar
dat mosje kan ik niet goed uitstaan.
•LK vmd, dat haar vader veel te Zwiak
Voor haar is. Als Hans doet, izloqals hi'l
beloofd heeft, en een paar dagen hier
komt logeeren, dat Vrees ik, dat bij het
met mij eens aal ziijm, en gaulw een stokje
zal steken voor je vriendisohaplpelijiken om
gang met die jonge dame."
„Dat zou Hans niet doen- en bovendien
zóu ik mij dit niet van hein laten wel
gevallen."
Tante Hanna kneep de oogeü toe. Daar
was hij alweer, die toon Van terugwijl-
zsng, waarop Margarefchia altijd placht
a&i sf>Te'£en vpor den dood van opm Frits.
Als dat vaak moest voorkomen
In plaats van zich! gekrenkt te too
rn®, speelde zij de goedertieuenie, Zooals
.1 in de laatste jaren steeda gedaan had.
De Vazen. I
Nu iwjjji 'bijna ialan de groote schoonm,aiajk
beginnen en wjijf< van te voren oints huis
eens haelemual doorloopen om| te zien wilt
er alzoo moet gebeuren, verdient het; Wel
licht aanbeveling om ook pnzte Vazen eens
na te zien. .Want nu de uitvoer Van snij
bloemen zooveel moeilijkheden mlet zicih
brengt, hééft Keff er allen sehij'n V|an,
dat de bloemen deken ztojm'er wiel hoeil
goedkoop zullen worden., Trouwens op
bet oogenblik kan men ook: pi voor een
piaan kwfortjes zfijjn hufs vol tulpen of
narcissen hebben. D® vaiz'en zlijjn tegen
woordig voorwerpen van belang, wlaara,an
Wiijf onzen aandacht besteden moeten. 0et
gaat niet meer hap omf een bos bloelmjep,
dia stlij|fi in elkaar worden gedilaafd, z|oo
maar lals een bloetakbol in een vtapjS ,te
iztetten, die al of| niet p[ast, Vaak veel te
groot is, izqo.dat de bloemen 'tegen den
rand hangen of te klein, wlaajrdoor de
stelen niet voldoende water kunnen krlij|-
gen. Er rijfn uit deu ouden, tijd in vela
huisgezinnen nog massa's vlaz'en voorhou
den. die uit piëteit worden bewaard, mlaar
waapvlan wiijj o ,z|qo graag af Zouden zijp,
Vooral die vazen Wlaarojpj steenen 'bloe
metjes, stelen, enz', in haut-relieï zlijjn
aangebracht, iz'iijjn ware stofnesten en do
meeste huisvrouwen kullen zie dan ook
wel veilig achter in een diegp kast [heb
ben weggestopt. De moderne kunstplijfv)e)r-
heid brengt trouwens vloor jhieel weinig
geld mooie, sierlijke en ook zeer prac-
tisehe modellen in den handel' van glas
eu aardewerk. Muur wijf hebben misscjhien
o[0 zolder of1 in den kelder WejlT voorwerpen
staan, die zeer goed voor Vaas geschikt
izijin, b.v. kleine inmaajkglotten vlan bruin
aardewerk zjijK zloo lailerajardigst om er
dabri's, zionnebloemen,. enz', in te zetten.
Pm de iHm|a,ajkg(ot (m'eer heit idee Van pen
vaas te geven kUpnen rv|ij| ha&r, als rij
.terdege, is schOiangema,akt, beschilderen
met een [m(odexn reliëf of "imleit een fakje
bloemen, wat wiijj tolalar het miooisit vinden.
Zoo bestapn er opk vian die donkergroene
glavJen inmialalfjgjotten, vierkant en (mlet een
betrekkcüjlk1 iwijde halsopening. Ook dit
zfujn ideale vapbn voor tulpien, rozen, enz'.
Dez'e flessöhen khpnen w)ijf zöo laten of
wel met een off ander afctrdig; tmfotietfyp
beschilderen. Zoo zlijh er nog' mandel-
ïlesschen en dergelijfke, dief zéér bruik
baar rij|u en het laifeijld tpdlï nog betep
doen dan de mpoie .ojgjgeiwerkte Vjaizien vlan
Vroegtk. 1
Het luchten van ons kuis.
Hoewel tegienWoordig de mensohiein niet
zbo bang meer zjijfn voop frissc'he luclbt
als vroeger, hoort men toelh'i 'vtalak1: „Doe
gauw de deur dicht voor de toelhjfc." D|odh
iwat is èigenKjjk tocht, Tpdht ontstajat
alleen aph men in het Kuis ,a(an voor- en
achterkant een ifaam off deur KeeSfit opjen-
'staan, wlaiardoior de luicht door heit huis
heen trekt. 0Cf todbt echter nie/t als
men alleen het r,ala|m! van een ka|mler open
heelt. Hierdoor komt een koude ffrisscihie
luchtstroom naar binnen, dringt tot zelfs
in de hoeken van de kamer en verdringt
do benauwde kamerlucht. De kamferlucht
heeft minstens eens per dag be(hbeffte aan
een flinke reiniging, want de lucht is ai
spoedig verontreinigd door allerlei om
standigheden. Brandt des wintiea's de kb>
j 4aa Wilig'' men lalhdbt wlaff kolen
damp in de kajmier, terwjijjl door de (ade|mi-
„Pas maar op', Maa-garethaMaak
Hans niet nog prikkelbaarder dan hij al
is. Als je eens wist, wat bij. Van je gezegd
lQ.66Iui
Margaietiha bleef midden op den weg
staan. Zij; gevoelde hoe haar hart zich
•als door een vlijmende smart gegrepen te-
alzamen krimp te.
^Wat zei hiji dan?J',1
,jl]ï geloof, dat het beter is, hieroVer
te zwijgen.5
„Dan zal ih het H'ans z'elf vicagen.^
verzoek je vriendelijk ,dat niet te
doen, M-argaretha. Je doet het Hietj. hoor!
Het is verschrikkelijk met joui is nu
nooit v'rede te houden. Altijd spreek ie
tegen!'" j
,AVaarom zinspeelt u dan op zulke
Mleedigende dipgeni?, Ik viraag u, tante
1-ianna: Heb ik ooit iets gedaan, wint daar-
to,e 'aankndmg kan geveu.?. Heb ik mij' ooit
®en dar anderen v'erZet?, Heèft
ooit de m ■iia dif d°°d Va,n 001111 Frits>
luLtien ®6VeIL naaT mij' té
luisteren, of te willen bemiinen wat
het doel is w'aarnaar ik J
•in i lK ©weer, en wiaariaan
ir tra*t011 zou willen wiiden
Mijn neiging tot geestesartód ^mt u
emancipatie; mijn hang naar zelfstandio-
beid barteloosiheid en overschatting van
eigen kraebt. En oom .Frits 1 Neen hij
alleen heeft mij! nooit ouhaatelijk gepoamd
haling van mensdb en dier de banwdziga
Zuurstof, die door de gesloten ramen niet
niet kan worden alangevuld, spjoedig ge-
hecsl is verbruikt. Het is ihleel giqzlond met
het raam dpen te slapeu, tenminste al's
de instroomeude frissche lucht ons niet
dadellijjk kan bereikten, wlont als men slaapt
is men veel vatbalorder voor kouvatten dop
Wanneer men in beweging is. Het over-
dffjjven van een boog ópgescjibven raam.
'zelfs midden in den winter kan ''dan
ook nooit goed ziijfn. Met potdichte ra
men en deuren slapen is evtenpilin wonsche-
lijlk. Vaafk' heellt men dlan 's-mbrgens een
dof en izlwaar gevbel in het K'oo'fd dlat pas
Wegtrekt als men rich in de ffrisscihie
lucht bevindt. Overdag verdient het ech
ter Wel aanbeveling de hamen in da ka
mers, waar imlen niet behoeft te kolmlen,
flink open te zfebten. Tegen den avond
als vooral in den winter buiten damp op-
stiijlgt, doet men verstandig de raimfen te
sluiten en daardoor de vochtige ludhjt bui
ten het ibiiis ite houden, daar deizle nlat-
tigheid niet bevorderlijk is voor on-te
meubelen- i i
Maai Mj:kon Zoo geweldig fier z'ijh! Hij
kon zoo minachtend de lippen krullen
als Wim haar weer aan 't streel'en Was.
Dan wierp 'hijj gewoonlijk bet troteohe
hoofd in den nek, e® als een zweepslag
klonk het dani
„Fleemer! Moet je soms wat hebben,
weer.i! Ppuba!
Hi0 kon nooit vragen. 'Eiénimaal zoiu hij
iets vragen, maur méér niet. Kreeg bij
het niet dan maakte bij zich.' lieVer .maar
een® boos. 1 I
„Als ik Wiffl was, dan streek' ilk| u wat
stroop om den mond, zei 'hiji dan, maar
dat kan ik niet, gielulkkilg! Alls' ik 't zoo
moet krijlgen dan geeft u 't toch! tegen
Uw' zin en dan mag w 't houden, Voor
mijn part!"
Zoo was R'aff. Anders een goed hart.
Wim 'had baar wel wat teleurgesteld
later. Hij Wad lang gestudeerd, omdat hij
zoo veel van studie hield, was er vroeg
van ouder gemuisd,, en was vroeg in
Frankrijk getrouwd. Van 't werken had
hij nooit gehouden. Hij' schoof1 liefst alles
op Raf's hals. En toch, haar ,W"im was
Van alle wonden zijn beenwonden het moeilijkst te genezen
Daarom sukkelen duizenden jarenlang met „open beenen".
Akkers Kloosterbalsem heeft echter al ontelbare malen
nieuwe en oude beenwonden in korten tijd genezen, door
zijn eigenschappen de kwade stoffen eruit te trekken, te
zuiveren, verzachten en te heelen. Wacht dus niet. neem
0,ud moedertje zat v,oor bet raam, en
breide een teerrose mutsje voor het nieuw
aangekomen kleinzoontje.
Een schilderijtje leek het 'wei, z'ooato z'e
daar zat, het vriendelijke, gerimpelde ge
zichtje omlijst door sneeuwwitte haren,
waaruit hier en daar een jong krulletje
uitsprong, en met vpor zich' een rij' bloem
potjes, dis met hjun roode kleur friseh
afstaken tegen de witte gordijntjes.
Telken® als er een stap klonk op baar
stoep; keek oud moedertje verlangend uit
naar den postbode.
O, ze had. het zo,o goed uitgerekend.
Als bij dadelijk liad geantwoord, baar
Wim, dan kon ze reeds drie dagen nieuws
hebben. Maai' och, ze Vond telkens zoo
veel verontschuldigingen vpor hem. Z'n
importante zaak, wa,ar hij; het toëb zoo
zielig druk op bad. Z'n reizen en zoo
meer.
Z'n vrouw die kon bet natuurlijk, niet
doen. Ze was immers een Fransobe. Ëin
als ze 't nog, bad gekund. Och' neen.
Ze maalde imoners.niet erg veel' om dat
Ottwerwetsehe viaamsche moederke, waar
ze niet- eens mee praten kon.
Misschien was Wim ook' wel ziek!
o.d! Als een
bet opde hart!
Hij was altijd baar lieveling geweest,
•haar mooie, knappe Wim., en had Jnumer
Let leeuwenaandeel gehad in Kaar moe
derlijke teederlieid en liefde.
Hij kon het haar zoo goed „aandoen".
Hiji kon zoo streelend iets vragen, en zoo
uitbundig z'n blijdschap toonem als hij
het bad, dat het 'haar telkens een wlaar
plezier was.
En ze had toch niemand meer om lief
te hebben, dan haar kinderen, sedert Katar
man dood was.
Zoo héél anders was Raf. Hoekiger
was z'n gezicht, hoewel lang niet leelijk,
en zoo ook zijn karakter. jEen gojudep
hart onder een r,u|we rotsige borst.
Dat wist o,u:d moedertje wel, o ja, en z'e
■hield ook wel' Veel van hem, maar zie je,
Wim was haar jongste, baar Benjamin,
het kind van moeder.
Kaf was zoo echt als het ijz'er da.fc hij
als smid bewerken moest. Hij hield veel
van haar, rnaiar zei dat nooit, of toonde
dat nooit, gelijk' .Wim, tenz'iji door zi'n wer
ken voor b'aar.
Misschien kwam dat wel doordat het
leven geen sprookje geWepst was voor
heim. Toen z'n vader stierf, had die slag,
van den jongen die hiji toen nog was, een
volwassen man gemaakt, en de eed, dien
bijl aan vader had gedaan, woog hem
Zwaar door z'n kostbaarheid. O, hij' had
hard gewerkt voor z'n moeder en vqor
Wim! Oud moedertje had geen klagen
yan hem, o n|éjé(a!.l
Hij kende mij' te goed, al gelooft alle
maal en duizendmaal, dat hiji het was, die
ontevreden op mij1 is geweest."
Margaietha's oogen schoten Vonken, haar
slem beefde. Haar geheele, wiezien was in
oproer. j
Tante Hanna wendde zich om, om huis
waarts te keeren.
„Ik ga naai" het hotel terpg. Ik kan
niet tegen die 'heftige Woorden. Is dat pui
een manier, om miji te hielpen mdjln Zeuui-
wen weer wat opi streek te brengen L?"i
Zwijgend gingen rij ter,u)g, In Kaar
kamertje teruggekeerd zonk Mangarethia
op een stoel neer. Tante Hanina! Zijl, ja
ziji Was de klip Van Kaar leven, de klip
w'aarop al haar genoegen schipbreuk leed,
zij was het wier egoïsme en harteloosheid
Kaar riel kortwiekte en haar jonge' levens
kracht ontzenuwde. O, zeker, ontzenuwde.
Zij zag het aankomen, het moest gebeu
ren! Eiu Hans?. Hij had iets v'an1 ha,ar
gezegd.?.
Zij 'h,uiverde. In bittere veilwiij'fëling
sloeg zij de beide handen voor het gei-
.laat en weende om een eteenicn hart te
vermurwen.
HOOFDSTUK VI.
Den volgenden morgen dronken riji al
len vroegtijdig koffie op de veranda. De
president vertelde van Berghöjie. Daar
Kaar lieveling gebleven. En ze had. ze'lfs
wat woorden gehad met Kaf, t.oen deze
'hem uitschold voor egoist. Hij moest ziteh
toch; 'n positie zien te veroveren. Al
had rij er dan ook1 nik's van...
Daar knarste Kaar tuinhekje, en jajwel,
de postbode bracht het in spanning. Ver
wachte nieuws.
Gauw nu. Oud moedertjes Vingeren
beefden toen ze den omslag openmaakte.
Ze had hem geschreven dat haar spaar
potje er aan 't krimpen raakte, en of 'hij
haar niet wat zoui kunnen helpen om een
gerusten ouden dag te beleven, Zonder ge
martel van geldzorg. Veel hadden z'e
nooit kunnenn sparen ,en toen Kaf ge
trouwd was, eu de z'aak Voor eigen reke
ning had voortgedaan, was rij in een net
klein huisje gaan wonen. Zóó. had ze het
verlangd. Kaf wilde haar wel bij zich
nemen, maar ze 'hield er niet Van bij' ge
trouwde kinderen in te wonen. En ze
wilde toch: ook niet alles op Kaf'® hals
schuiven voor wat haar onderhond betrpf.
Wim moest toch ook Wat doen vpor haar.
Oud moedertje las gretig wat hiaar jon
gen schreef. En kijk, waarom beven n,u
die oude lippen zoo ineens.?, E|n waarom
kruipt er uu, o zoo triefetig eu traag, een
heel diepe zucht uit haar moud.?, Net allsof
er iets zeer gedaan 'heeft aan dat oude
moedertje. Langzaam drupten tranen op
de letters die 't hadden gedlaan.
„Hier is een echte crisis, schreef .Wam,
en ik moet scharrelen om mijn wissels fat
soenlijk te kunnen betalen. O' moed'eriffe, ik
wou u zoo graag eeu check stureu waar |U
Uw' leven lang weelderig hiad mee voort
gekund, maar helaas, ik kan niet. O, 't
spijt me erg wiant ge weet, ik hpud zoo
zielsveel van m'n pud moederk'e!
„Ik hoop echter dat Raf lU niet in den
steek Iaat. Ge kunt bett bij! hem gaan
in'wonen, eu knap als ge rijt, zult ge 'hem
gced in zijn huishouden Van pas komen.
Daax kan hiji u, dan Wel den, kost Voor
geven. Zelfs al kondt ge 't niet doen. Hij
mag wel iets doen Voor z'n moedei". Ochl,
ik wo.u dat ik 't zelf kon doen, m'n moe
derke!"
Dat schreef Wim, haai" lieveling.
Een krisis. H|a,d 'hiji haar over een paar
maanden niet geschreven dat alles nog
extra-goed ging,?, En nu zoo ineens. Eh
kindexen had hij niet, om vóór te zórgen,
Raf wel. En die kwam. toch! niet aandra
gen met Verontschuldigingen1, al' voelde
men hier evengoed die kriris'.
O, hij! deed haar wel zeer, .arm pud
moedertje.
Weer knarste het hekje.
Oud moedertje droogde vlug haar tra
nen, borg den brief en haw Verdriet v.oor
een poosje weg en ging opendoen.
Een klein, snoeperig meisje stond op
den drempel, met ©en rqod kleedje aan,
en een rood m|utsje op, waaronder wild©
krullen uitwipten. De Vurige, grappig
zwarte oogen keken lachend npar oud
moedertje.
woonden kennissen van Ketf, die ziji vroe
ger dikwijls ontmoet hadden. De vkeemde
heer, die in den bijwagen met hen (^araisd
had, was gebleken een goeda bekende v'an
'hun vrienden op Benghöhe te zijn. Het
w'as een assessor ,uit StettinZekere h'aex
Dalberg. Hij was gisteren toeValïig ook
op bezoek geweest eu had den dag mat
hen doorgebracht. Marganetha keek Clara
onderzoekend aan. Het klonk alles Zoio
naïef, wat zfij ervan zeide. Zlij| sprak an-
bev'angen over dien Dalberg, Keel gewoon.
Remmin lette op Maxgaretka, die bleek
zag. Hij, daoht er over na, wat toch wel
het geheim verdriet mocht wezen, dat
haar zoozeer temeer drukte en betrapte
zichzelf op een bijzondere belangstelling,"
en niets meer. De Kemel beware! Daar
voor w,as hiji te opid geworden en veel te
veel op rijn gemak gesteld. Maar hiji had
nog nooit eeu meisje ontmoet als Marg%-
relha. Het nieuwe in haar boeide hem.
Tot dusver had hij' een knap gezichtje en
een lief figuurtje, gevoegd bij' vxoo'lïj|kheid
en luchthartigheid het hoogst gesohp-t in
de vrouwen. Het spreekt immers ook van
zelf.' Voor de mannen Waren deze eigen
schappen Van het vrouwelijk' geslacht de
gemakkelijkste. Bevalligheid bekoorde het
oog en vrolijkheid verfritschte. Andere
gaven'?, Die kouden wel eeus lastig wor
den. E® fllleis w:a,t liastóg was, haatte hij',
„Dag Grootmoe!" klonk' een frischl
stemmetje.
„Dag m'n lief Roodkapje, kom binnen!'?
lachte Grootmoe, maar haar ladh! wOs
lang niet zoo zónmig al's anders.
„Gelukkig dat gijl toch! geen Verkleed©
wolf zij't, grootje," zei het Verstandige
ding. „Zie, ik' breng m de eerste aard
beien uit ons tuintje eu de beste groeten
van vader en moeder."
„Je bent een bovenste beste Bótsy,"
zei grootmoeder ontroerd, ,jkom we gaan
ze gauw samen opsmullen. Ek bedoel de
•aardbeien ,niet de groenten, natuurlijk. 1"
„Neen grootmoeder, ik heb lieVer eian
verielselike dan aardbeien."
„Ik ken er geen eentje mlaer, Betsy."1
„Jawel. Ge kent er altijd. Peins maar
eens eventjes. Ik z'ai binst mijim bankje
halen," zei de parmantige Bets.
Maar de elfjes en kaboutertjes vluchtten
,uit Grootjes hoofd, dien dag, en als Zwarte
spinnen kropen er telkens de pijmigaudia
woorden uit Wim's brief' doorheen.
„Ik zal er je dau maar eentje vertel
len," zei z'e na een poos, „maar 't is er
geen plezierig, hoor Betsy!",'
„Geeft niet. Boe triestiger, hoe schoo
ner. Vertel ganw, toe Grootje."
En grootmoeder vertelde op' haar boei
ende, simpele manier haar eigen droevig
verhaal. 1
Betsy luisterde, gezeten aan Grooimoe's
voeten, op een laag bankje, het hoofd' in
de handjes geste,und.
Toen het (uit was, hadden beiden tranen
in de oogen. b
„Hè, grootmoeder, zoo schoon hebt ge
nog nooit verteld," zei Betsy met een
zucht, en peinzend comment eerde, zte:
,,'t Was niet. erg goed yan dat oude
moedertje. Ze moest haar jongena allebei
net evenveel toegevlen, en, evfemvclel' yan
zo houden. Maar 't was ook erg Ieelïj'k
van dien jongen, is 't niet?, Dat zou mijn
papa nooit doen, hé .grootje!?/'
„Neen, zei de grootmoeder traag, h[wl
papa zou dat niet doen. Hij; is goed,
Betsy."
„Als ge goed allebei luistert, zal ik u
eens een vertelling,sjke doen, dat ik wieiet
van grootmoeder, en een schioiontj.e, hoor!
Ooo! Maar ik' moet eerst Jackie eens
bekijken
Zoo kwam Betsy de huiskamer binnen,
dien avond. Vader zat de ikrant te letfen
en moeder naaide luiers. Na zielil Verge
wist te hebben, dat broertje sliep, wipte
Betsy op tafel ,liet de beentjes van den
rand bengelen en verklaarde dat ze be
gon. j i
„N g beter! Bets!" zei vader lachend,
„ik z iu liever op de kast gaan zitten alls
ik jon was!" "t
En di. or de woonkamer, waar al een
beetje donkerblauwe schemering de hoek
jes vulde, zong de heldere muziek; van
van haar stemmetje, dat vertelde het Ver
driet van het oude moedertje daarginds
in het kleine huisje.
Nog nooit had vader Zoia ernstig toege
luisterd. en toen Betsy gedaan had, snoot
ni; luidruchtig zijn neus en ketek Bteelsdh
naar moeder, die vochtige oogen had.
„Is dat nu niet mooi (Vroeg Bets. „Wo
hebben allebei gehuild, Grootje en ik
omdat 't danig schoon wap."
„Je bent een flinke vertelster, m'n
kleine Bets," zei vader en gaf haar oen
kluis op de blozende wang. „Ga hul ja
bloemetjes water gev'en, want 'ff wordt
donker". i 'i
Toen Betsy buiten was, ging R'af naast
z'n vrouw staan.
„Heb jij; 't gesnapt, ma?" Vroeg Mijl
„Ja Haf" z'ei ze, „en ik denk dat' we
moeder even moeten garuBtt sfelllen, dat
haar nooit wat zal ontbreken, Zoolang iwij
niet bedelen moeten, vindt je ook niet,.!!
Zo kan best naar hier komen als 't haar
ginds te eeniZaainl is. ,Ef Bal goed Voor
haar zijn, want ik ben haar dankbaar
dat ze jou aan mijl hteefft gegeven Raff!"
„Als alle vxoiulwen moesten zijn Zooals
jij', dan waren alle mannen zoo gelukkig
als ik"' zei Raf en kuiste haar. „Ik! z!aJ
het haar dadelijk'ga,an zeggen". 'Ein hïjl
ging- 'i
Toen hij bijl rijn moeder aankwam viel
hij, zooals gewoonte, met de delur in huis.
„Moeder ik' wil met, dat ge v|an iWïnï
wat aanneemt, hoor! Br' ben het, die aan
Vader beloofd heb voor |U te zongen, en
bij God! ik Zal het doen ook, zóólang ik
armen aan mijn lijf heb!"!
Ouid moederke schrok'.
„Heeft Betsy, och' R'af, daarom deed ik
't niet. Hemschfi'. stamelde ze met qen
beving in ihlaar auide steml.
„Neen', zei Ihijl, „dat weet ifc wel maar
ik ben blij d'at ze 't Verteld heeft, N;u
weet ge 't moeder, en Dina ztegt 'i ook.
Als 't ,u te eenzaam womdt,, hïer, dan kómt
met groote haat. 1
En, ziedaar, nu stelde hij! belang in een
meisje, dat tegenspraak' aandurfde en dat
er een eigen meeming op na dorst te; Kom-
den. .Wonderlijk!
De postbode kwam en trad op de ont
bijttafel toe. Hij) reikte den president eon
brief toe. I
„Uit Sichtwarzfelsen.?, Voor mijl?/' [Vroeg
deze Verwonderd.
Clara keek nieuwsgierig oVer zlijn schou
der. j I i
„Het is een heerenhand, naar het
Mijnheer Von Göben, sneed het couvert
open en begon te lezen. Na een paar
regels reeds verschoot hij van kïerur, het
papier beefde in rijn hand. Margaretha
en Clara zagen hetbeiden en, beproefden
door druk te praten, de aandacht lier
anderen van den lezer af te Wenden.
Clara's hart sloeg sneller. Wat zou die
brief toch' wel behelzen'!.
Mijnheer von Göben had den brief nog
niet ten einde gelezen, toen hij| zijin stoel'
terugschoof en opstond.
„U zult mijl wel een oogenbliikje iwillëu
v exonffsdhuldigen.
Uiterlijk kalm1 .ging Mjj naar binnen.
(Wjordt vervolgd.}