;iv. irstellen DE VALK f Abdijsiroop ING of demon- 9 Ier eenige P Tweede Blad tab-apparaat afnaai 74 't Hoestend kind heeft Abdijsiroop noodig NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT E COURANT en Tuinders, fenster- jn lood, en Ge- IWPIJNEN uw Bril stuk* rtrouwd adres. )cept. 2 - GOES Tf GOES(ZeelandI 3000 fl. Witte Wijn, fijnen. V ïende", Goes 4 e voor uw >0,000 in geid terug. KERKELIJK LEVEN FEUILLETON Steeds hooger. ONTSPANNINGSLECTUUR at hij vanaf heden baring in dit vak, bediening het ver- bfdpijnpoeders van 'oos van 25 poeders. Wanneer niet te jk (Z.-H.) en U ont komen zijn. erken. bieden. 1 voorjaar begint, eeue i, alsof er nieuw bloed iw lichaam verwijderd net uit9lag en zweren, t lichaam verwijderd, werken slecht. Zulke ur gedaanWant de Pen verrijkt het. Zes leren aan nw gansche fl. f 11,—12 fl. 21,-. jen. Den Haag. Kreukelmarkt 7—8 rdoor verplichte con- ieder kwartaal, m prima onversneden .osenheim en Pils, het lat. Prijzen hier vreemdsoortige werkver- schaHing- fc werkloosheidsk'waal te verzach- warden in den Matsten tijd tal Van ÏÏdelen aangevoerd en aangeprezen. SlLfsl echter zijn die aanbevolen optos- U eenvoudig om doeltreffend te Ein bij eenig nader onderzoek blijken 211 rczel van weinig serieue karakter. Z%erblutteiid - aldus „De Midden- standskrant" is thans echter een plan, uitgedacht door do Beedersvereeniging voor de Nederlandsche Haringvisischerij Verbluffend, omdat men hier de werk loosheid en de werklonsheidsaorg gebruikt als" middel, om met zoo Weinig mogelijk eigen risico het debiet van den haring vangst te vergrooten. Men kent het bericht uit de dagbladen. De Beedersvereeniging stelt zich voor, dat voor hel komend seizoen een aantal werk- loozen wordt opgeleid tot haringverkoo- per. Deze zullen dan straks, gesteund dooi' een reclamecampagne in steden en dorpen worden belast met den verkoop van haring. Aldus hoopt men deze werk- loozen aan den steun te onttrekken en hun een eigen inkomen te Verschaffen, dat met serieus werken f 25 tot f 30 per week kan bedragen. Da opzet van het plan schijnt van ware liefde voor de nooden van onzen tijd te getuigen. Ein zelfs al zou het belang van de in den visohhandel werk zame middenstanders er door wonden ge schaad, men zou er vrede mee moeten hebben. Om leege handen w'erk te ver schaffen worden thans reeds vele, mis schien nog zwaardere offers gebracht. Maar de zaak wordt een beetje anders, als men nader kennis neemt van de manier, waarop' het plan moet woTden ujugevoerd. De adspirant-haringverkoopers hebben natuurlijk eenige hulpmiddelen noodig voor hun taak. Eten juk met emmers is te eenvoudig ,de menschen- moeten dan loopende een wijk afdoen, Verliezen te veel' tijd en de afzet zou gering blijVen. Daarom acht de Beedersvereeniging het beter den menschen een bakfiets ta Ver schaffen, omdat sneller verplaatsing ook meerv'erkoopmogelijkheid met zich brengt. En dan luidt het plan verder heel nuch ter: Deze bakfietsen kunnen dan voor de bétuokkenen. worden aangeschaft door plaatselijke crisis-comité's of maatschap pelijk hulpbetoon. Spraken wij' ten onrechte v'an een ver bluffend voorstel Do renders w'enschien hun aïzet uit te breiden, zullen daarvoor krachten reoruteeren nit het wierkloozen- leger, maar laten de bedrij&k'osten beta len doorde gemeenschap'. Ons dunkt zoo dat op dergelijke manier wel meer bedrijVen geneigd zijn om juit te breiden. Maar ook', dat hier toch' wel Wat al te Veel aan eigen Zak' wordt ge dacht. En we zouden slechts deze vra gen willens tellen: W-aar blijven de haringveTkoopiers en de bakfietsen als het sniz-oen is afge- loopeb? Worden ze dan Verder onderhou den nit de extra winsten door de haring- reeders gemaakt? Of mag de gevestigde middenstand in dat be'dlrijf, na He bakfiets en het gelag mede betaald te kobbenook Weer zorgen Voor de verdere bijdrage in den steun aan Werklooze huringko-oplie- den'? Wij lazen ergens Van 'n „sympathiek" Voorstel 1 Maar de lezer mag oordeelien, naar wie die sympathie het meest uiitgua-t Bij' den 250en sterfdag van Pater Claudius dc ia Colombière. ■Maandag 15 Februari j.l. is de 250ste sterfdag herdacht van den Zaligen Pater Claudius d.e la Colombière, die met de ff. Margaretha Maria Alftcoquo 'heeft mede gewerkt tot de verspreiding van de de- volde tot het ff. Hart van Jezuis. Pater Claudius de la Colombière, de geestelijke leidsman van do ff. Margaretha Maria Alaeoque werd in het jaar 1674 benoemd tot overste van het Jezuïetenklooster te Paray-le Monial'. De komst viaa dezen dienaar Gods had de Zaligmaker reeds tevoren in een visioen aam Zuster Ala eoque bekend gemaakt. Pater Claudius wAs een uiterst beschaafd man, die met buiteugewoue talenten begaafd was. Hij was een uitmuntend redenaar em bezat een helder verstand en scherpzinnig oor deel. Als kloosterling was hij' pen "voor beeld voor zijn ordebroeders. D% regels zijner Orde, welke niet op' Zonde ver plichten, had hij, in oVerleg met zijn biechtvader zichi zeiven door een gelofte als verplichtend opgelegd. Na zijn be noeming tot overste te Paray-le Monial oraeht Pater Claudius een bezoek aan het Zusterklooster, waar Zuster Alaeoque verbleef. Zuster Alaeoque had toen rejeds meermalen geestverrukkingen en op|anba.- ringen gehad, doohJ haar overste, aan wie zij deze mededeelde, tw'ijfcljdle'er aan, als ook vooraanstaande geestelijken. De Za ligmaker gaf toen Zuster Alaeoque deze vertroosting: „Wees gerust, Ik zal ui mij nen dienaar zenden". Toen nui pater Claudius het klooster bezocht en een toe spraak tot de zusters hield, hoorde Zus ter Alapoqu-e een inwendige stem, welkte haar zeide: „Deze is het, dien Ik u zend" Eenige weken later hoorde pater Claudius biectit bij de Zusters. Van niets wetend, vermoedde hij iets bijzonders, toen Zuster Alaeoque in den biechtstoel was neder- geknield. Hij1 stond haar daarom toe heel haar zieletoestand breedvoerig bloot te leggen. Echter zweeg de Z,uster uit ge hoorzaamheid over de verschijningen en openbaringen van het H. Hart. Kort daarna echter, na het honden v'an een toespraak, werd de Pater zoo getroffen door de buitengewone genaden, die in Margaretha Alecoque uitschitterden, dat Wij' nfet-kon nalaten de Moeder ervan in kennié te stellen. Toen gelastte deze haar, ■alles aan den Pater te vertellen. Pater Colombière hoorde haar nauwlettend aan, overwoog olies-, en gaf haar den raad zich vrijelijk "aan hare bovennatuurlijke neigin gen over te geven, en de ingeving!®- van den ff. Geest niet tegen te werkten, zich voor de liefdeblijken Gods diep- te verne deren, en in alles stipt gehoorzaam te zijn. Den 8en Febr. werd liet feest -ge vierd van het ff. Hart van Maria. Pniter de la Combière droeg dien dag in het klooster de II. Mis op. Op het «ogenblik der Communie zag Zuster Alaeoque het hart van den Pater -en het ha-re in het Hart van Jezus als in een vuurgloed wegzinken, en hoorde zij' een stem, die haar zeide: „Op- deze wijze is het, dat mijn zuivere liefde deze drie harten ver- eenigt". De zuster voelde zich onwaardig om de schatten van het ff. Hart te too- nen aan dezen ff. Priester, doch Werd aanstonds gerust gesteld door de wborden van den Zaligmaker: „De oneindige schat ten van Mijn- Hart zullen in alles Voor zien, -alles gelijkmaken. Z-e-g hem slechts deze dingen, zonder voor iet-s te zijn be vreesd." In het jaar 1675 ontving Zus ter Alecoque van den Godd-elijken Zalig maker de opdracht om 'het feest Van Zijn H. Hart tot een groot feest van Eerher stel uit te breiden, hetwelk over de gan sche wereld zou worden gevierd. Ter stond st-elde de zuster pater Claudius van deze openbaring in kecnfnli'S, die op den- 21en Juni van het jaar 1675, den feestdag van hot ff'. Hart, zidli door een acte van toewijding voor zijn geheele leven aan den e-erediensb va®. het Hi. Hart verbond. Van toen stelde Pater de la Colombière -alles in het werk om de de votie tot het H'. Hart zooveel mogelijk ,udit' te breiden, dooli hij' ondervond hierbij veel smaad en vernederingen. Na twee jaar te Paray le Monial- te hebben gewerkt, werd Pat-er Claudius overgeplaatst naar En geland, waar hij' te Londen als hofpredi ker was aangesteld. Vóór zijn vertrek uit Paray le Monial had hijeen geschreven onderrichting voor Zuster Alaeoque sa mengesteld, waarin hij' aangaf hetgeen zij moest doen om -aan de verlangens va® 'het ff. Hartt e beantwoorden. Pater Claudius oefende te Londen de geestelijke bediening uit ten behoeve van de hertogin van York, die met den broeder van den E-ngel- sdhen koning was gehuwd. Zij-n grootste smart, welke Claudius de la Colombière iu Engeland te doorstaan ha-d, whs te leven in een land, waai' door het Protestantisme het ff. Sacrament aan emaiad en hoon was ölootgesteld'. 'En inet alle kracht, welke in hem was 'ijverde (h'iji voor do verbreiding van de devotie van het ff. Hart. Door zijn vele en moeilijke werk zaamheden, welke hij met ijlv'er verrichte, was pater Claudiu-s reeds in het jia,ar 1678 lichamelijk totaal uitgeput (hij was zeer zwak van gezondheid) en yerwadhtte daarom elk oogenblik zijh terugroeping naar Frankrijk'. 'Echter weid hem in 'mleerdere brieven van zuster Alaeoque voorspeld, dat hem nog nieuwe beproevingen in Elngelalnd wachtten. Ein het is ge, blek ion, ware hij geen Franseh onderdaan geweest, Pü-ter Colombière zou zjijln leven hebiben 'to'oa ten geven als een slachtoffer van den 4 „De zaak is eenv'ouidig deze: Margare tha 'heeft zich anders ontwikkeld, dan wij- alle gehoopt hadden en je lieve vad-er ge- wenscht had. Sedert de laatste twee ja,ar hebben wiji den indruk gekregen, dat zij zich niet meer thuis gevoelt in ons mid den. Zoo levendig en vroolij'k" als zij' vroe ger was, zoo stol en gesloten Is zij' nu. Haar 'humeur is ook niet ie loven. Zij is nujkkig. En dan houdt Zij- rioh! bezig met allerlei dingen, die wij' afkeui-en. Ha-ar inzichten en begrippen druisehen tegen- de onzen in. Kortom: -zij1 i's erg veran derd." Tante Banna's stem beefde vjan op winding. Hans keek zijns vaders zuster 'met verbazing aan. ffïj herkende in die oude, bitse matrone niet meer zijn lievte tanfe Hanna, aan wie, na zijn v|aider, oltïjld in de eerste plaats zijn hart bad toebehoord. Maar, a,an den ,andeTen kamt, hoe was het mogelijk, dat Margarethia, ,a,a,n de zïj;- nen zooveel stof tot ergenis had kimme® geven'?, „En papa heeft zeker tevergeefs be proefd haar tot andere gedachten te bren gen?" vroeg hij'. Hij zag rood van drift en slingerde rijm sigaar met kracht den tuin in. „Ach, lieve hemel I De goede man heeft gaüiw genoeg ingezien, dat hij' monniken werk .zou doen.'ffij' is altijd véél te zWak voor Margaretha geweest." „Maai ik begrijp het tocjh; niet, Zijl was toon. altijd even lief en zorgzaam voor hem!" »D, ja! In zijn bijzin 'hield z'iy zich wel in. Maar toch wist bij' zeer goed, dat zij veranderd was. Er iets van zeggen, eed hij echter niet. Hij liet haar maar aar gang ga,an. E® da t Was eigenlijk' no het ergste." Tante Johanna kuchte zenuiwiübhtig e aan haar jhialajkgaren: 'J neeft een manier van doen over 16 mfteert zoo za-l zij1 geen hof o- 0 tegenspreken, -wanneer gespre- niet met -haar ideeën strookt! E® lichtgeraakt zij ook. Zij kan driftig unvallen, wanneer maar de minste aan merking gemaakt wordt; maar overigens is zij meestal stil en stug!" „Zoo was zij' gisterenavond niet, toen ik hier k-wam, merkte Hans kalm op' „O ja! De dood van je goeden vader a s dat haar met getroffen zou heb ben! geloofshaat. De ongerijlmdste laster was verspreid tegen de Katholieken ein voor- 'al tegen de Jezuïeten, alsof izajV in hot politieke leven van Engeland teen omwen teling hadden beraamd: Vlj-lf Ordebroeders van den Pater waren reeds door beuls- handen om tót leven gebracht. Drie an dere Hiervan in den k'erker. Ook P|ater de,la Colombière werd gevangen gesno|m|en. Men durfde- het eoktcp niet, aan hem' te don-den uit vrees wellicht voor de® mach tigen kbning van Frankrijk, Lodejw'ijlk XIV. Het vonnis luidde daarom,: Veirb-an- ning uit het land. ,Zoo k'wam de Pja,ter in het begin van 1679 - als een geknakt man in Frankrijkterug. Hij gaf bloed qpl Op zij-'n weg naar Lyjon vertoefde hij udhjt da gen bij de Ordebroeders te Paray-lerMojii- al en stichtte er in dien kojrten tlij|d een hospitaal voor arme zieken, en -oen ver- eeniging, van mannen! 'Slechts éétnim'aal sprak bij ..toen met Zuster Alaooque, en was daarbij zeer gesticht o-ver hare greoibo gehoorzaamheid en oottaioed, echte ikentjele- ken van den waren geest Gods. Te Lyon aangekomen werd hij, niet de geestclijko leiding der jeugdige Jezuieten belast.^ OndeiMhen bevond zich- Joseph dc Galif- fot, die door den Pïater ingewijd in de! ge heime® van tót H. Hart, een der grootste verbreiders dezler devotie zoowel in Frank rijk alsook in Bome geweest is, c-n door wiens bemoeiingen het feest van Ihleib H. Hart voor het eerst in de Liturgie dei- kerk is opgenomen. Daar de ziekte van Pater Claudius steeds in hevige mate toenam, w'erd hij( door zijn overste naai- die Daupihiné gezonden voor h'erstel ivan ge zondheid: HSjl zelf eohter voorspelde, dat hij: de Daupliiné nimlmler zou bereikian. Op Weg daarheen kwam Plater Claudius te Paray-le- Monial; zijin itoestpnd 'vvas toen in die mate verergerd, dat: het k3|eine reisgezeteohap genoodzaakt was hier eeni- gen tijid te blijven. Hier overleed Plater Claudius- de la Coloimbière den 15en FeWr. 1682. Hij' werd zalig verklaard den 16en Juli 1929. I I. De biddende haas. In een kerk in- Kijnland ziet men tegenwoordig opi de heiligste plaats aan de voeten der Moeder Gods, een haas. 'Een ongeoefende kunstenaarshand heeft hem. .uit zacht, goedkoop- lindenhlout gesneden. Dit snijwerk hebben de eeulwen met een mengeling van bruin eln grijs, v'an lichte en donkere vlekken ocvërtr-okkea dat het houten vel in den rood-en schijn der gods lamp een spookachtige levendigheid geeft. Kijkt men er van uit de v-erte vluchtig op', dan zou, men meen-en ,dat de haas sprongen maakt om het Jezuskintl op1 den arm Van Maria,, die dp kleine hapdjes naar hem uitstrekt, door zijn spel te vermaken. Komt men echter dichter bij net altaar, da® ontdekt, men-: Niet vol verlangen steekt het Godskind zijn armen naar beneden -uit, maar. het b-eschefm.t, het zegent het dier aan-den mantelaoom Zijner Moeder. Want de haas, geen twijfel bidt! Met gekruiste voorpoo-ten smeekt hij tot de Lieve Vrouw: „Hulpl", smeekt om het behoud van zijn leven. De heer von Limppurg n.l. was een geweldige ffimrod. Maar een zijner ha zen kon hij niet te pakken krijigen, hoo vaak hij ook op zoek ging, liet drijven, ja tegen zijn gewoonte er op toerde Snufielsnoet noemden de zijnen deiztaq verstandigste ,uit hun midden. En zij ■wisten wel waarom. Mijnheer von Limppurg, die het reeds als schande beschouwde een haas aan te schieten, miste Snufielsnoet dffe da gen achter elkander. Zij werden ten laatste heel goed met elkander Vertrouwd, de haas en mijn heer von Limppurg. „Je krijgt me tocli! niet!" hoonde Snufielsnoet me-t zijn witte borst, wan neer Hij- tenslotte .uit zijn leger opstond en weghappelde. „Krijg je toch wel!" riep- mijhiheer vou Limppurg hem. na, hield snel het geweer tegen de wang en schoot w naast. Op een helderen herfstmorgen- zwqi&ï mijnheer von Lumppurg: „Vandaag!" Ein inderdaad, nu, scheen -het mat den haan gedaan te zijn. Telkens 'weer werd Snu-f, felsnoet door de beide honden van mij'n- heer von Limppurg op-gejaagd. Telkens Weer moest Snufielsnoet uit zij-n dek king vluchten. Met huppelen iwas het thans, nu- het om zijn leven ging gedaan. Snufielsnoet moest rennen, wiat zijn, lan ge aehterpooten maar konden moest onder het loop-en telken-s van richting „Hans bedoelt, dat ze ook sentimenteel kan zijn," k-Wain Fxancisoa, tuissohen bei den, met een scherpe flikkering in de oogen. „Ik geloof niet, dat sentimenteel' de juiste -omschrijving is; ik zou liever noe men gebroken, bitter bedroefd, of boe- je wilf. Mij dunkt, wij! moeten trachten recht vaardig en billijk te blij|ven." Hans had deze terechtwijzing opi har der toon geuit, dan strikt noodig was. Zijn sch-oonz;uster haalde de schouders op en mompelde „Ach w-at! Zij ergert mij!" Adcli Schnejhen had zijn krant reeds lang weggelegd en bij de woorden zijner vrouw bevestigend met het hoofd geknikt. „Neen, maar, de kuren van dat kind zijn bepaald onuits-taainllaai-Z-ij moet inij daarmede niet aan boord komen, wiant dan zou ik haar op een mamier, die aan duidelijkheid niets te wenschèn- overlaat, ■aan het verstand moeten brengen, dat ik van haar caprices niet gediend ben!" „Wat mij betreft," liet tan-te Johanna hooren, „ik zal geen woord met haar spreken over baar toekomst. En oiok zal ik haar niét verzoeken bij- mij' te komen wonen. Niet, dat ik 'haar geen plaatsje zou -willen inruimeu, als zij bij' mij' kwam en het mij vroeg maar aanbieden doe ■ik 'liet zeker niet. Zij heeft -zich tegenover veranderen om aan de huilende honden te ontkomen. 1 Toen de haas inzag, da.t het hem daar- Duilen ond-an-ks alle rennen en zigzag- loop en slecht vergaan zou, liep- hij op het dorp 'toe. De honden hijgden geweldig, mijnheer von Limppurg ho-lde vloekend achter don vluchteling aan. „Het haasje 1" riepen de kinderen- to.eu Snufielsnoet je, in gestrekten g-alopi, die dorpsstraat inrende. Zij pakten steenen, gooiden die hem na. „Het haasje!" Zij grepen knuppels, sloegen naar het beest je: ..Het haasje!" In draf ook de kinder schaar achter Snufïelsnoetje: „Het haasje!'. Volwassenen sloten zich' bij d-e achtervolging van het opgejaagde dier Zij- grepen mestvorken, staken toe: „Het. ha,asje!" 'Zij' rukten dorsehlvlegelis van den haak, sloegen ze neer: „Het haasje". Snuifelsnoetje rende heen en -wlaer 'dooi de dorpsstraat, liep kond huizen, stal len, bakovens, drukte zioh onder strui ken, achter deuren, op mestihoopen. Tel kens en telkens weer joeg men hein eohter op: „Het haasje!" Hel heele dorp, de honden van mijn heer von Limppurg, de dorpsjeugd, -alle van boerderij: tot boerderij' achter' Snuf- fclsnoetje aan. „Het haasje!" In zijn tioogsten noo.d liep Snuffelsnoe-tje door Verwaarloozen kan onberekenbare gevol gen hebben. Als Gij dadelijk Abdijsiroop neemt zult Ge morgen reeds verbetering kunnen zien. Abdijsiroop neemt de hoest- prikkel weg, onverschillig of deze wordt; veroorzaakt door gevatte kou, bronchitis of borstbenauwdheid, omdat de vastzittende slijm wordt opgelost en uitgedreven. Geef dus Uw kleine en groote kinderen, die hoesten, Abdijsiroop, welke verzacht, zui vert, helpt. Een lepel Abdijsiroopis daarom voor Uw kinderen een lepel gezondheid. AKKER's „Voor de Borst" Atom verkrijgbaar. Prijs Fl. 1.50, Fl. 2.75, Fl. 4.50 Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons (60 ct.). Dan bespoedigt Ge Uw genezing. ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop) de openstaande deur in <to kerk, renidte tussohen de banken dooir, isprong, op het altaar, jn hurkte zich geen haa-s meer; maar nog slechts een bevend belhaaird weneulje, aan de voeten van 'h-et beeld van Moeder Maria. „Het haasje!" klonk het nog een® hon derd-stemmig: verontwaardigd, verschrikt verwonderd. Toen werd het stil, heel stil. Want de beide jachthonden v'an mijn heer von Limpipurg -achtervolgden Sniuf- felsoetje niet meer. Voor den dremptel deir geopende kerkdeur stonden rij hij gend, -alsof iemand hen geroepen had. Maar niemand had een. stem vernomen, die hun het halt toegeroepen Miad. Ook da joelende kinderschaar liep de kerk uitot binnen. Verstomd lagen zij' voor deu drempel van het Godshuis. Toen een der bengels nog beiWagingie®, maakte om over den drempel te springen, kreeg hij zoo'® geweldigen schop', dat hij huilend '-wegliep. Want ouderen1 vouwden reeds hier en daar de handen. Beeldte Was een moeder, met haar jongen en haar meisje op de knieën -gevallen. Mijnheer von Limppjir-g komt kuchend nader. De dorpelingen maken ziwijlgend een .doorgang. „Waar is-hij?" roep-t de jager. „Ik schiet hem ne.er. Waar is hij1?" Geen der volwassenen -waagt te ant woorden. 'Maar over de lappen van den knielenden jongen klinkt het glashelder: „Het haasje is bij Moeder Maria,!" Mijnheer von Limppurg ontdekt .Snuf ïelsnoetje aan den voet van het altaar beeld. Hij houdt zijin -geweer Omhoog. mij -al heel onbehoorlijk gedragen." Hans zat er bij' met gefronst v-oorhoofd en een uitdrukking van onbehagelijkheid opi zijn gelaat. Nu voer hïj| heftig .uit: „-En in hoever, als ik vragen mag?. Wait heeft zij dan gedana?" „Mijn beslte Bans, wat ik je bidden mag, asjeblieft geen scènes en geien agi tatie. Ik heb een hekel aan alles wiait daarop maar in de verte lijkt. En begrijp dat nu wel. Ik zou het niet kunnen velen. In mijn tegenwoordigheid verzoek ik jelui dringend niet te willen twisten, of elkan der harde woorden toe te Voegen." „Zeker, zeker, tante Johanna. Ik' zihl dan ook liever zelf met Margarethia. spre ken over haar toekom-st. God geve, dat ik goed moge slagen. Door haar, of om harentwil zult u geen nieuwe ergernis on dervinden; daarvoor sta ik u borg. Ik Den volkomen tevreden, met hetgeen ik gehoord heb. Maar jammer is heti Ik Heb alitajcHveel van Margarethia gehouden, papa's „Zonnetje", zooals hij ha,ar placht ito noemen. Maar ik ben in de laatste jaren zoo volha.ndig, om mij1 burger te maken in mijn- beroep-, dat ik niet van alles op de hoogte ben gebleven, wat thuis voorviel. En toch: Margaretha is zelf niet gelukkig. Ik kan mij maar niet losmaken v'an den treurigen indruk, dien ik' van haar kreeg, bij mijn thuiskomst.''' „Niet schietensehfeit de knielende vtrouw. Mijnlieer von Limppurg wil het niet hooren. Hij- mikt op snuffels-nloetje. Daar roept het knielende meisje Ver rukt: „Het haasje bidt!" Inderdaad Snuffelsnoetje hoogop op zijn aehterpooten vooit Maria. „Kunsten maakt hij', -de brutale vle- gei! brult mijnheer von Limppurg, „Hij- houdt me voor den gek, zoioals honderd maal reeds. Maar dezen keer schiet ik er niet naast. Geel acht. En lan-gzaiajm drukt hij1 den vinger op den haan. ,,'Heth aasje bidt!" roepen dozijnen, roept het heele dorp. „B-i-idt!" Want Sn-uflelsnoetje zit niet, -zooals vroeger vaak grimassen makend in het veld. Hij1 heeft de voorpooten geikruasit over elkander gelegd. Snuffelsnoe-tje, allen zien, allen zeggen, allen staan, na- sidderend rond. Snufïelsnoetje bidt. Alleen mijnheer von Limppuing wil het ofschoon het <wk in zijn oogen en in zijn hart dringt niet bekennen. Afdrukken! Neerschieten! Eindelijk den brutale® rakker in handen krijgen! Hem. zijn onbeschaamdheden betaald zetten. Daar strekt het Jezuskind beide hand jes uit, houdt ze beschermend, houdt ze zegenend over Snuffelsnoetje, en mijnheer von Limpp;ung zinkt biddend bij de knie lenden neer op den grond. Het duurde lang, eer mijnheer von Limppurg opstond- Hij is zonder geiweer, met behoedzame schreden de kerk binnen gegaan.. I Het leek wel, dat Snuff-elsnoetj-e- wis-t dat het voortaan altijd vrede tusschen hen zon zijn, vluchtte niet van het altaair-weig, toen zijn vroegere vervolger naderde. Mijhh&e xvon Limpp.urjg nain Sinuffel- snoetje op- den arm en droeg het door de knielende menigte been naar de dorps straat. En daar zei liij „Ga heen, beste.. Je hebt vrijheid in miijh kerken, gezocht. Gij nebt die -gevonden. W-aar de honden je al de vrijheid gelaten -hebben, Wil ik ook niet breken. Waar de hooigge-p-rezen Moeder Maria je gebed verhoord en het Jezuskindje Zij-n Handen beschermend over je gehouden heeft, wil ik j-e voortaan ook in het veld niets meer -aandoen. Wij kennen elkander veel te lang en- viael te goed, dan dat ik je ooit met je broeders verwisselen kon. Ga in - wede heen, lieve haas!" ®Bij deze woorden streelde mijh'heer von Limppurg Snuffelsnoetje. Daarna legde hij' den haas, die in zij'n armen niet beefde, behoedzaam neer. Snuffelsnoetje huppelde toen weg. En geen 'hond, ook niet de domste der dlorps- honJen, die een trap noodig had om te begrijpen, dat hij niet in de kerk mocht, moest men verbieden, dat hij hem nablaite. De mare van den biddenden haas hiaict zien sneller dan een loop-end v'uurtje uit gebreid in de dorpen -en steden rondom. Mijien ver kwamen de eenvoudige men schen naar het dorp-je van den heer von Limjipiung getrokken in de hoop, dat Ma ria, die het smeek'en van het haasje Ver hoorde, ook hjunne gebeden oor zou, ver- leenen. - Van de giften ,die de dankbare pel grims achterlieten, kon men zeer spoedig een nieuw koor bouiwen. In het -midden hiervan plaatste men in- de plaats Van het beschilderde houten paneel, dat men in een zij-kapel opstelde, dat snijwerk uit iindenhout. Maria, ,-het Kindje Jezus op den arm en aan beider voeten een bid dende haas, zooals men het da-ar op- den huidigen dag nog, kan zien. De vrouw in de auto Naar het Etagefedhj. Mannad'uke B,ertra|m[ Deilisle Hplling- boiurne o, Mj haatte dezen, zlijjn naam reeds vanaf' rijln jeugd verliet een der graote kantoren aan de Knightbridge.de L'handios Mansions en ging -peinz'eiid. naar z|ijin auto, die' hij- didkibiijf geparkeerd liad. Het 'liep reeds tegen den -aivbnd fen, heftj wte ai tameiijk' donker. „Daar staat hij a'l!;j zlei ÏD|uk'e bïjf ziöh z'elf, ,,maar ik' had wel durven wedden, dat ik hem verder weg geztet hlad. Noiu, des te beter.;' i pij' -stapte in zijin 'groiolto gestoten auto en reed weg. Hij! zfette er ©en flink gan getje in toen hij| langs lEldgWare Bioad suisde, want hij wilde - vandaag nog nalar Burnet, een aardige kleine buitenplaats. „Zwijnerij1'', mopperde h|ij| in ziéli zelf. Freddy Dyer had mij- goed luit de pena rie kunnen helpen. Nu moeit ik! nog naar Zilver rijden en hem' aan |h|qt Veerstand brengen, dat ik niet betalen kan.'' Keeds had Mj Bornet bepeik't. Hijf mtaest „Beste jongen, ik kan alleen he»'halem, wat ik reeds zeide. Misschien ,dat Zij! ge voelt en begrijpt, hoev-eel er is dat haar van ons scheidt, en dat dit haar opwindt. Maar' je moet haar trots maiar eerst eens loeren, kennen. Zij is -tegeiiovler mijl aller-i onbetamelijklst opgetreden en dat -kan ik niet zoo gemakkelijk vergeten. Zie zlellf nu maar, hoe je 'het met haar in het reine brengt." ,,'Gxeta is mij -al lang een raadsel ge weest," merkte Fxancisoa zuchtend op'. „Ik geloof, dat papa haar te veel verwend heeft. j „Wat mij1 betreft," meende Ad-olfl Sichïie- hen, „van jongsaf hebben Wijl altijd met elkaar overhoop gelegen. Wij waren ge- w'oon elkander de waarheid te zeggen en er "geen doekjes om te winden. Later, toen ik van huis -w'as, schreef -ik haar nu en dan een brief, werkelijk: aardige brievlen, en zij antwoordde mijl ook hartelijk en vertelde van alles wat er gebeurd wvis. Toen ik geëngageerd was vond ik haar heel aardig voor ons, vroiolijk en opge wekt en Ciska was dol met haar ingeno men. Maar dat alles is gaandeweg ver anderd erg veranderd." (Wordlt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1932 | | pagina 5