;iv.
irstellen
DE VALK f
Abdijsiroop
ING
of demon- 9
Ier eenige P
Tweede Blad
tab-apparaat
afnaai 74
't Hoestend kind heeft
Abdijsiroop noodig
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
E COURANT
en Tuinders,
fenster-
jn lood,
en Ge-
IWPIJNEN
uw Bril stuk*
rtrouwd adres.
)cept.
2 - GOES
Tf GOES(ZeelandI
3000 fl. Witte Wijn,
fijnen.
V
ïende", Goes 4
e voor uw
>0,000 in
geid terug.
KERKELIJK LEVEN
FEUILLETON
Steeds hooger.
ONTSPANNINGSLECTUUR
at hij vanaf heden
baring in dit vak,
bediening het ver-
bfdpijnpoeders van
'oos van 25 poeders.
Wanneer niet te
jk (Z.-H.) en U ont
komen zijn.
erken.
bieden. 1
voorjaar begint, eeue
i, alsof er nieuw bloed
iw lichaam verwijderd
net uit9lag en zweren,
t lichaam verwijderd,
werken slecht. Zulke
ur gedaanWant de
Pen verrijkt het. Zes
leren aan nw gansche
fl. f 11,—12 fl. 21,-.
jen.
Den Haag.
Kreukelmarkt 7—8
rdoor verplichte con-
ieder kwartaal,
m prima onversneden
.osenheim en Pils, het
lat. Prijzen hier
vreemdsoortige werkver-
schaHing-
fc werkloosheidsk'waal te verzach-
warden in den Matsten tijd tal Van
ÏÏdelen aangevoerd en aangeprezen.
SlLfsl echter zijn die aanbevolen optos-
U eenvoudig om doeltreffend te
Ein bij eenig nader onderzoek blijken
211 rczel van weinig serieue karakter.
Z%erblutteiid - aldus „De Midden-
standskrant" is thans echter een plan,
uitgedacht door do Beedersvereeniging
voor de Nederlandsche Haringvisischerij
Verbluffend, omdat men hier de werk
loosheid en de werklonsheidsaorg gebruikt
als" middel, om met zoo Weinig mogelijk
eigen risico het debiet van den haring
vangst te vergrooten.
Men kent het bericht uit de dagbladen.
De Beedersvereeniging stelt zich voor, dat
voor hel komend seizoen een aantal werk-
loozen wordt opgeleid tot haringverkoo-
per. Deze zullen dan straks, gesteund
dooi' een reclamecampagne in steden en
dorpen worden belast met den verkoop
van haring. Aldus hoopt men deze werk-
loozen aan den steun te onttrekken en
hun een eigen inkomen te Verschaffen,
dat met serieus werken f 25 tot f 30 per
week kan bedragen.
Da opzet van het plan schijnt van
ware liefde voor de nooden van onzen
tijd te getuigen. Ein zelfs al zou het
belang van de in den visohhandel werk
zame middenstanders er door wonden ge
schaad, men zou er vrede mee moeten
hebben. Om leege handen w'erk te ver
schaffen worden thans reeds vele, mis
schien nog zwaardere offers gebracht.
Maar de zaak wordt een beetje anders,
als men nader kennis neemt van de
manier, waarop' het plan moet woTden
ujugevoerd.
De adspirant-haringverkoopers hebben
natuurlijk eenige hulpmiddelen noodig
voor hun taak. Eten juk met emmers is
te eenvoudig ,de menschen- moeten dan
loopende een wijk afdoen, Verliezen te
veel' tijd en de afzet zou gering blijVen.
Daarom acht de Beedersvereeniging het
beter den menschen een bakfiets ta Ver
schaffen, omdat sneller verplaatsing ook
meerv'erkoopmogelijkheid met zich brengt.
En dan luidt het plan verder heel nuch
ter: Deze bakfietsen kunnen dan voor de
bétuokkenen. worden aangeschaft door
plaatselijke crisis-comité's of maatschap
pelijk hulpbetoon.
Spraken wij' ten onrechte v'an een ver
bluffend voorstel Do renders w'enschien
hun aïzet uit te breiden, zullen daarvoor
krachten reoruteeren nit het wierkloozen-
leger, maar laten de bedrij&k'osten beta
len doorde gemeenschap'.
Ons dunkt zoo dat op dergelijke manier
wel meer bedrijVen geneigd zijn om juit
te breiden. Maar ook', dat hier toch' wel
Wat al te Veel aan eigen Zak' wordt ge
dacht. En we zouden slechts deze vra
gen willens tellen:
W-aar blijven de haringveTkoopiers en
de bakfietsen als het sniz-oen is afge-
loopeb? Worden ze dan Verder onderhou
den nit de extra winsten door de haring-
reeders gemaakt? Of mag de gevestigde
middenstand in dat be'dlrijf, na He bakfiets
en het gelag mede betaald te kobbenook
Weer zorgen Voor de verdere bijdrage in
den steun aan Werklooze huringko-oplie-
den'?
Wij lazen ergens Van 'n „sympathiek"
Voorstel 1 Maar de lezer mag oordeelien,
naar wie die sympathie het meest uiitgua-t
Bij' den 250en sterfdag van
Pater Claudius dc ia Colombière.
■Maandag 15 Februari j.l. is de 250ste
sterfdag herdacht van den Zaligen Pater
Claudius d.e la Colombière, die met de ff.
Margaretha Maria Alftcoquo 'heeft mede
gewerkt tot de verspreiding van de de-
volde tot het ff. Hart van Jezuis. Pater
Claudius de la Colombière, de geestelijke
leidsman van do ff. Margaretha Maria
Alaeoque werd in het jaar 1674 benoemd
tot overste van het Jezuïetenklooster te
Paray-le Monial'. De komst viaa dezen
dienaar Gods had de Zaligmaker reeds
tevoren in een visioen aam Zuster Ala
eoque bekend gemaakt. Pater Claudius
wAs een uiterst beschaafd man, die met
buiteugewoue talenten begaafd was. Hij
was een uitmuntend redenaar em bezat
een helder verstand en scherpzinnig oor
deel. Als kloosterling was hij' pen "voor
beeld voor zijn ordebroeders. D% regels
zijner Orde, welke niet op' Zonde ver
plichten, had hij, in oVerleg met zijn
biechtvader zichi zeiven door een gelofte
als verplichtend opgelegd. Na zijn be
noeming tot overste te Paray-le Monial
oraeht Pater Claudius een bezoek aan
het Zusterklooster, waar Zuster Alaeoque
verbleef. Zuster Alaeoque had toen rejeds
meermalen geestverrukkingen en op|anba.-
ringen gehad, doohJ haar overste, aan wie
zij deze mededeelde, tw'ijfcljdle'er aan, als
ook vooraanstaande geestelijken. De Za
ligmaker gaf toen Zuster Alaeoque deze
vertroosting: „Wees gerust, Ik zal ui mij
nen dienaar zenden". Toen nui pater
Claudius het klooster bezocht en een toe
spraak tot de zusters hield, hoorde Zus
ter Alapoqu-e een inwendige stem, welkte
haar zeide: „Deze is het, dien Ik u zend"
Eenige weken later hoorde pater Claudius
biectit bij de Zusters. Van niets wetend,
vermoedde hij iets bijzonders, toen Zuster
Alaeoque in den biechtstoel was neder-
geknield. Hij1 stond haar daarom toe heel
haar zieletoestand breedvoerig bloot te
leggen. Echter zweeg de Z,uster uit ge
hoorzaamheid over de verschijningen en
openbaringen van het H. Hart. Kort
daarna echter, na het honden v'an een
toespraak, werd de Pater zoo getroffen
door de buitengewone genaden, die in
Margaretha Alecoque uitschitterden, dat
Wij' nfet-kon nalaten de Moeder ervan in
kennié te stellen. Toen gelastte deze haar,
■alles aan den Pater te vertellen. Pater
Colombière hoorde haar nauwlettend aan,
overwoog olies-, en gaf haar den raad zich
vrijelijk "aan hare bovennatuurlijke neigin
gen over te geven, en de ingeving!®- van
den ff. Geest niet tegen te werkten, zich
voor de liefdeblijken Gods diep- te verne
deren, en in alles stipt gehoorzaam te
zijn. Den 8en Febr. werd liet feest -ge
vierd van het ff. Hart van Maria. Pniter
de la Combière droeg dien dag in het
klooster de II. Mis op. Op het «ogenblik
der Communie zag Zuster Alaeoque het
hart van den Pater -en het ha-re in het
Hart van Jezus als in een vuurgloed
wegzinken, en hoorde zij' een stem, die
haar zeide: „Op- deze wijze is het, dat
mijn zuivere liefde deze drie harten ver-
eenigt". De zuster voelde zich onwaardig
om de schatten van het ff. Hart te too-
nen aan dezen ff. Priester, doch Werd
aanstonds gerust gesteld door de wborden
van den Zaligmaker: „De oneindige schat
ten van Mijn- Hart zullen in alles Voor
zien, -alles gelijkmaken. Z-e-g hem slechts
deze dingen, zonder voor iet-s te zijn be
vreesd." In het jaar 1675 ontving Zus
ter Alecoque van den Godd-elijken Zalig
maker de opdracht om 'het feest Van Zijn
H. Hart tot een groot feest van Eerher
stel uit te breiden, hetwelk over de gan
sche wereld zou worden gevierd. Ter
stond st-elde de zuster pater Claudius
van deze openbaring in kecnfnli'S, die op
den- 21en Juni van het jaar 1675, den
feestdag van hot ff'. Hart, zidli door een
acte van toewijding voor zijn geheele
leven aan den e-erediensb va®. het Hi. Hart
verbond. Van toen stelde Pater de la
Colombière -alles in het werk om de de
votie tot het H'. Hart zooveel mogelijk ,udit'
te breiden, dooli hij' ondervond hierbij veel
smaad en vernederingen. Na twee jaar te
Paray le Monial- te hebben gewerkt, werd
Pat-er Claudius overgeplaatst naar En
geland, waar hij' te Londen als hofpredi
ker was aangesteld. Vóór zijn vertrek uit
Paray le Monial had hijeen geschreven
onderrichting voor Zuster Alaeoque sa
mengesteld, waarin hij' aangaf hetgeen zij
moest doen om -aan de verlangens va® 'het
ff. Hartt e beantwoorden. Pater Claudius
oefende te Londen de geestelijke bediening
uit ten behoeve van de hertogin van
York, die met den broeder van den E-ngel-
sdhen koning was gehuwd. Zij-n grootste
smart, welke Claudius de la Colombière iu
Engeland te doorstaan ha-d, whs te leven
in een land, waai' door het Protestantisme
het ff. Sacrament aan emaiad en hoon
was ölootgesteld'. 'En inet alle kracht,
welke in hem was 'ijverde (h'iji voor do
verbreiding van de devotie van het ff.
Hart. Door zijn vele en moeilijke werk
zaamheden, welke hij met ijlv'er verrichte,
was pater Claudiu-s reeds in het jia,ar 1678
lichamelijk totaal uitgeput (hij was zeer
zwak van gezondheid) en yerwadhtte
daarom elk oogenblik zijh terugroeping
naar Frankrijk'.
'Echter weid hem in 'mleerdere brieven
van zuster Alaeoque voorspeld, dat hem
nog nieuwe beproevingen in Elngelalnd
wachtten. Ein het is ge, blek ion, ware hij
geen Franseh onderdaan geweest, Pü-ter
Colombière zou zjijln leven hebiben 'to'oa
ten geven als een slachtoffer van den
4
„De zaak is eenv'ouidig deze: Margare
tha 'heeft zich anders ontwikkeld, dan wij-
alle gehoopt hadden en je lieve vad-er ge-
wenscht had. Sedert de laatste twee ja,ar
hebben wiji den indruk gekregen, dat zij
zich niet meer thuis gevoelt in ons mid
den. Zoo levendig en vroolij'k" als zij' vroe
ger was, zoo stol en gesloten Is zij' nu.
Haar 'humeur is ook niet ie loven. Zij is
nujkkig. En dan houdt Zij- rioh! bezig met
allerlei dingen, die wij' afkeui-en. Ha-ar
inzichten en begrippen druisehen tegen-
de onzen in. Kortom: -zij1 i's erg veran
derd."
Tante Banna's stem beefde vjan op
winding.
Hans keek zijns vaders zuster 'met
verbazing aan. ffïj herkende in die oude,
bitse matrone niet meer zijn lievte tanfe
Hanna, aan wie, na zijn v|aider, oltïjld in
de eerste plaats zijn hart bad toebehoord.
Maar, a,an den ,andeTen kamt, hoe was
het mogelijk, dat Margarethia, ,a,a,n de zïj;-
nen zooveel stof tot ergenis had kimme®
geven'?,
„En papa heeft zeker tevergeefs be
proefd haar tot andere gedachten te bren
gen?" vroeg hij'.
Hij zag rood van drift en slingerde rijm
sigaar met kracht den tuin in.
„Ach, lieve hemel I De goede man heeft
gaüiw genoeg ingezien, dat hij' monniken
werk .zou doen.'ffij' is altijd véél te zWak
voor Margaretha geweest."
„Maai ik begrijp het tocjh; niet, Zijl was
toon. altijd even lief en zorgzaam voor
hem!"
»D, ja! In zijn bijzin 'hield z'iy zich
wel in. Maar toch wist bij' zeer goed, dat
zij veranderd was. Er iets van zeggen,
eed hij echter niet. Hij liet haar maar
aar gang ga,an. E® da t Was eigenlijk' no
het ergste."
Tante Johanna kuchte zenuiwiübhtig e
aan haar jhialajkgaren:
'J neeft een manier van doen over
16 mfteert zoo za-l zij1 geen
hof o- 0 tegenspreken, -wanneer
gespre- niet met -haar ideeën strookt!
E® lichtgeraakt zij ook. Zij kan driftig
unvallen, wanneer maar de minste aan
merking gemaakt wordt; maar overigens
is zij meestal stil en stug!"
„Zoo was zij' gisterenavond niet, toen ik
hier k-wam, merkte Hans kalm op'
„O ja! De dood van je goeden vader
a s dat haar met getroffen zou heb
ben!
geloofshaat. De ongerijlmdste laster was
verspreid tegen de Katholieken ein voor-
'al tegen de Jezuïeten, alsof izajV in hot
politieke leven van Engeland teen omwen
teling hadden beraamd: Vlj-lf Ordebroeders
van den Pater waren reeds door beuls-
handen om tót leven gebracht. Drie an
dere Hiervan in den k'erker. Ook P|ater
de,la Colombière werd gevangen gesno|m|en.
Men durfde- het eoktcp niet, aan hem' te
don-den uit vrees wellicht voor de® mach
tigen kbning van Frankrijk, Lodejw'ijlk
XIV. Het vonnis luidde daarom,: Veirb-an-
ning uit het land. ,Zoo k'wam de Pja,ter in
het begin van 1679 - als een geknakt man
in Frankrijkterug. Hij gaf bloed qpl Op
zij-'n weg naar Lyjon vertoefde hij udhjt da
gen bij de Ordebroeders te Paray-lerMojii-
al en stichtte er in dien kojrten tlij|d een
hospitaal voor arme zieken, en -oen ver-
eeniging, van mannen! 'Slechts éétnim'aal
sprak bij ..toen met Zuster Alaooque, en
was daarbij zeer gesticht o-ver hare greoibo
gehoorzaamheid en oottaioed, echte ikentjele-
ken van den waren geest Gods. Te Lyon
aangekomen werd hij, niet de geestclijko
leiding der jeugdige Jezuieten belast.^
OndeiMhen bevond zich- Joseph dc Galif-
fot, die door den Pïater ingewijd in de! ge
heime® van tót H. Hart, een der grootste
verbreiders dezler devotie zoowel in Frank
rijk alsook in Bome geweest is, c-n door
wiens bemoeiingen het feest van Ihleib H.
Hart voor het eerst in de Liturgie dei-
kerk is opgenomen. Daar de ziekte van
Pater Claudius steeds in hevige mate
toenam, w'erd hij( door zijn overste naai- die
Daupihiné gezonden voor h'erstel ivan ge
zondheid: HSjl zelf eohter voorspelde, dat
hij: de Daupliiné nimlmler zou bereikian.
Op Weg daarheen kwam Plater Claudius
te Paray-le- Monial; zijin itoestpnd 'vvas
toen in die mate verergerd, dat: het k3|eine
reisgezeteohap genoodzaakt was hier eeni-
gen tijid te blijven. Hier overleed Plater
Claudius- de la Coloimbière den 15en FeWr.
1682. Hij' werd zalig verklaard den 16en
Juli 1929. I I.
De biddende haas.
In een kerk in- Kijnland ziet men
tegenwoordig opi de heiligste plaats aan
de voeten der Moeder Gods, een haas. 'Een
ongeoefende kunstenaarshand heeft hem.
.uit zacht, goedkoop- lindenhlout gesneden.
Dit snijwerk hebben de eeulwen met een
mengeling van bruin eln grijs, v'an lichte
en donkere vlekken ocvërtr-okkea dat het
houten vel in den rood-en schijn der gods
lamp een spookachtige levendigheid geeft.
Kijkt men er van uit de v-erte vluchtig
op', dan zou, men meen-en ,dat de haas
sprongen maakt om het Jezuskintl op1 den
arm Van Maria,, die dp kleine hapdjes
naar hem uitstrekt, door zijn spel te
vermaken. Komt men echter dichter bij
net altaar, da® ontdekt, men-: Niet vol
verlangen steekt het Godskind zijn armen
naar beneden -uit, maar. het b-eschefm.t,
het zegent het dier aan-den mantelaoom
Zijner Moeder. Want de haas, geen
twijfel bidt! Met gekruiste voorpoo-ten
smeekt hij tot de Lieve Vrouw: „Hulpl",
smeekt om het behoud van zijn leven.
De heer von Limppurg n.l. was een
geweldige ffimrod. Maar een zijner ha
zen kon hij niet te pakken krijigen, hoo
vaak hij ook op zoek ging, liet drijven, ja
tegen zijn gewoonte er op toerde
Snufielsnoet noemden de zijnen deiztaq
verstandigste ,uit hun midden. En zij
■wisten wel waarom.
Mijnheer von Limppurg, die het reeds
als schande beschouwde een haas aan
te schieten, miste Snufielsnoet dffe da
gen achter elkander.
Zij werden ten laatste heel goed met
elkander Vertrouwd, de haas en mijn
heer von Limppurg.
„Je krijgt me tocli! niet!" hoonde
Snufielsnoet me-t zijn witte borst, wan
neer Hij- tenslotte .uit zijn leger opstond
en weghappelde.
„Krijg je toch wel!" riep- mijhiheer
vou Limppurg hem. na, hield snel het
geweer tegen de wang en schoot w
naast.
Op een helderen herfstmorgen- zwqi&ï
mijnheer von Lumppurg: „Vandaag!" Ein
inderdaad, nu, scheen -het mat den haan
gedaan te zijn. Telkens 'weer werd Snu-f,
felsnoet door de beide honden van mij'n-
heer von Limppurg op-gejaagd. Telkens
Weer moest Snufielsnoet uit zij-n dek
king vluchten. Met huppelen iwas het
thans, nu- het om zijn leven ging gedaan.
Snufielsnoet moest rennen, wiat zijn, lan
ge aehterpooten maar konden moest
onder het loop-en telken-s van richting
„Hans bedoelt, dat ze ook sentimenteel
kan zijn," k-Wain Fxancisoa, tuissohen bei
den, met een scherpe flikkering in de
oogen.
„Ik geloof niet, dat sentimenteel' de
juiste -omschrijving is; ik zou liever noe
men gebroken, bitter bedroefd, of boe- je
wilf. Mij dunkt, wij! moeten trachten recht
vaardig en billijk te blij|ven."
Hans had deze terechtwijzing opi har
der toon geuit, dan strikt noodig was.
Zijn sch-oonz;uster haalde de schouders op
en mompelde
„Ach w-at! Zij ergert mij!"
Adcli Schnejhen had zijn krant reeds
lang weggelegd en bij de woorden zijner
vrouw bevestigend met het hoofd geknikt.
„Neen, maar, de kuren van dat kind
zijn bepaald onuits-taainllaai-Z-ij moet inij
daarmede niet aan boord komen, wiant
dan zou ik haar op een mamier, die aan
duidelijkheid niets te wenschèn- overlaat,
■aan het verstand moeten brengen, dat ik
van haar caprices niet gediend ben!"
„Wat mij betreft," liet tan-te Johanna
hooren, „ik zal geen woord met haar
spreken over baar toekomst. En oiok zal
ik haar niét verzoeken bij- mij' te komen
wonen. Niet, dat ik 'haar geen plaatsje
zou -willen inruimeu, als zij bij' mij' kwam
en het mij vroeg maar aanbieden doe
■ik 'liet zeker niet. Zij heeft -zich tegenover
veranderen om aan de huilende honden
te ontkomen. 1
Toen de haas inzag, da.t het hem daar-
Duilen ond-an-ks alle rennen en zigzag-
loop en slecht vergaan zou, liep- hij op
het dorp 'toe. De honden hijgden geweldig,
mijnheer von Limppurg ho-lde vloekend
achter don vluchteling aan.
„Het haasje 1" riepen de kinderen- to.eu
Snufielsnoet je, in gestrekten g-alopi, die
dorpsstraat inrende. Zij pakten steenen,
gooiden die hem na. „Het haasje!" Zij
grepen knuppels, sloegen naar het beest je:
..Het haasje!" In draf ook de kinder
schaar achter Snufïelsnoetje: „Het
haasje!'. Volwassenen sloten zich' bij d-e
achtervolging van het opgejaagde dier
Zij- grepen mestvorken, staken toe: „Het.
ha,asje!" 'Zij' rukten dorsehlvlegelis van
den haak, sloegen ze neer: „Het haasje".
Snuifelsnoetje rende heen en -wlaer 'dooi
de dorpsstraat, liep kond huizen, stal
len, bakovens, drukte zioh onder strui
ken, achter deuren, op mestihoopen. Tel
kens en telkens weer joeg men hein eohter
op: „Het haasje!"
Hel heele dorp, de honden van mijn
heer von Limppurg, de dorpsjeugd, -alle
van boerderij: tot boerderij' achter' Snuf-
fclsnoetje aan. „Het haasje!" In zijn
tioogsten noo.d liep Snuffelsnoe-tje door
Verwaarloozen kan onberekenbare gevol
gen hebben. Als Gij dadelijk Abdijsiroop
neemt zult Ge morgen reeds verbetering
kunnen zien. Abdijsiroop neemt de hoest-
prikkel weg, onverschillig of deze wordt;
veroorzaakt door gevatte kou, bronchitis
of borstbenauwdheid, omdat de vastzittende
slijm wordt opgelost en uitgedreven. Geef
dus Uw kleine en groote kinderen, die
hoesten, Abdijsiroop, welke verzacht, zui
vert, helpt. Een lepel Abdijsiroopis daarom
voor Uw kinderen een lepel gezondheid.
AKKER's
„Voor de Borst"
Atom verkrijgbaar. Prijs Fl. 1.50, Fl. 2.75, Fl. 4.50
Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons
(60 ct.). Dan bespoedigt Ge Uw genezing.
ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop)
de openstaande deur in <to kerk, renidte
tussohen de banken dooir, isprong, op het
altaar, jn hurkte zich geen haa-s meer;
maar nog slechts een bevend belhaaird
weneulje, aan de voeten van 'h-et
beeld van Moeder Maria.
„Het haasje!" klonk het nog een® hon
derd-stemmig: verontwaardigd, verschrikt
verwonderd. Toen werd het stil, heel
stil.
Want de beide jachthonden v'an mijn
heer von Limpipurg -achtervolgden Sniuf-
felsoetje niet meer. Voor den dremptel
deir geopende kerkdeur stonden rij hij
gend, -alsof iemand hen geroepen had.
Maar niemand had een. stem vernomen, die
hun het halt toegeroepen Miad. Ook da
joelende kinderschaar liep de kerk uitot
binnen. Verstomd lagen zij' voor deu
drempel van het Godshuis.
Toen een der bengels nog beiWagingie®,
maakte om over den drempel te springen,
kreeg hij zoo'® geweldigen schop', dat hij
huilend '-wegliep. Want ouderen1 vouwden
reeds hier en daar de handen. Beeldte Was
een moeder, met haar jongen en haar
meisje op de knieën -gevallen.
Mijnheer von Limppjir-g komt kuchend
nader.
De dorpelingen maken ziwijlgend een
.doorgang.
„Waar is-hij?" roep-t de jager.
„Ik schiet hem ne.er. Waar is hij1?"
Geen der volwassenen -waagt te ant
woorden. 'Maar over de lappen van den
knielenden jongen klinkt het glashelder:
„Het haasje is bij Moeder Maria,!"
Mijnheer von Limppurg ontdekt .Snuf
ïelsnoetje aan den voet van het altaar
beeld. Hij houdt zijin -geweer Omhoog.
mij -al heel onbehoorlijk gedragen."
Hans zat er bij' met gefronst v-oorhoofd
en een uitdrukking van onbehagelijkheid
opi zijn gelaat. Nu voer hïj| heftig .uit:
„-En in hoever, als ik vragen mag?. Wait
heeft zij dan gedana?"
„Mijn beslte Bans, wat ik je bidden
mag, asjeblieft geen scènes en geien agi
tatie. Ik heb een hekel aan alles wiait
daarop maar in de verte lijkt. En begrijp
dat nu wel. Ik zou het niet kunnen velen.
In mijn tegenwoordigheid verzoek ik jelui
dringend niet te willen twisten, of elkan
der harde woorden toe te Voegen."
„Zeker, zeker, tante Johanna. Ik' zihl
dan ook liever zelf met Margarethia. spre
ken over haar toekom-st. God geve, dat
ik goed moge slagen. Door haar, of om
harentwil zult u geen nieuwe ergernis on
dervinden; daarvoor sta ik u borg. Ik
Den volkomen tevreden, met hetgeen ik
gehoord heb. Maar jammer is heti Ik
Heb alitajcHveel van Margarethia gehouden,
papa's „Zonnetje", zooals hij ha,ar placht
ito noemen. Maar ik ben in de laatste
jaren zoo volha.ndig, om mij1 burger te
maken in mijn- beroep-, dat ik niet van
alles op de hoogte ben gebleven, wat thuis
voorviel. En toch: Margaretha is zelf niet
gelukkig. Ik kan mij maar niet losmaken
v'an den treurigen indruk, dien ik' van
haar kreeg, bij mijn thuiskomst.'''
„Niet schietensehfeit de knielende
vtrouw.
Mijnlieer von Limppurg wil het niet
hooren. Hij- mikt op snuffels-nloetje.
Daar roept het knielende meisje Ver
rukt: „Het haasje bidt!"
Inderdaad Snuffelsnoetje hoogop
op zijn aehterpooten vooit Maria.
„Kunsten maakt hij', -de brutale vle-
gei! brult mijnheer von Limppurg, „Hij-
houdt me voor den gek, zoioals honderd
maal reeds. Maar dezen keer schiet ik er
niet naast. Geel acht. En lan-gzaiajm drukt
hij1 den vinger op den haan.
,,'Heth aasje bidt!" roepen dozijnen,
roept het heele dorp. „B-i-idt!"
Want Sn-uflelsnoetje zit niet, -zooals
vroeger vaak grimassen makend in
het veld. Hij1 heeft de voorpooten geikruasit
over elkander gelegd. Snuffelsnoe-tje,
allen zien, allen zeggen, allen staan, na-
sidderend rond. Snufïelsnoetje bidt.
Alleen mijnheer von Limppuing wil het
ofschoon het <wk in zijn oogen en in
zijn hart dringt niet bekennen.
Afdrukken! Neerschieten! Eindelijk den
brutale® rakker in handen krijgen! Hem.
zijn onbeschaamdheden betaald zetten.
Daar strekt het Jezuskind beide hand
jes uit, houdt ze beschermend, houdt ze
zegenend over Snuffelsnoetje, en mijnheer
von Limpp;ung zinkt biddend bij de knie
lenden neer op den grond.
Het duurde lang, eer mijnheer von
Limppurg opstond- Hij is zonder geiweer,
met behoedzame schreden de kerk binnen
gegaan.. I
Het leek wel, dat Snuff-elsnoetj-e- wis-t
dat het voortaan altijd vrede tusschen hen
zon zijn, vluchtte niet van het altaair-weig,
toen zijn vroegere vervolger naderde.
Mijhh&e xvon Limpp.urjg nain Sinuffel-
snoetje op- den arm en droeg het door de
knielende menigte been naar de dorps
straat. En daar zei liij „Ga heen, beste..
Je hebt vrijheid in miijh kerken, gezocht.
Gij nebt die -gevonden. W-aar de honden
je al de vrijheid gelaten -hebben, Wil ik
ook niet breken. Waar de hooigge-p-rezen
Moeder Maria je gebed verhoord en het
Jezuskindje Zij-n Handen beschermend
over je gehouden heeft, wil ik j-e voortaan
ook in het veld niets meer -aandoen. Wij
kennen elkander veel te lang en- viael
te goed, dan dat ik je ooit met je
broeders verwisselen kon. Ga in - wede
heen, lieve haas!"
®Bij deze woorden streelde mijh'heer von
Limppurg Snuffelsnoetje. Daarna legde
hij' den haas, die in zij'n armen niet beefde,
behoedzaam neer.
Snuffelsnoetje huppelde toen weg. En
geen 'hond, ook niet de domste der dlorps-
honJen, die een trap noodig had om te
begrijpen, dat hij niet in de kerk mocht,
moest men verbieden, dat hij hem nablaite.
De mare van den biddenden haas hiaict
zien sneller dan een loop-end v'uurtje uit
gebreid in de dorpen -en steden rondom.
Mijien ver kwamen de eenvoudige men
schen naar het dorp-je van den heer von
Limjipiung getrokken in de hoop, dat Ma
ria, die het smeek'en van het haasje Ver
hoorde, ook hjunne gebeden oor zou, ver-
leenen. -
Van de giften ,die de dankbare pel
grims achterlieten, kon men zeer spoedig
een nieuw koor bouiwen. In het -midden
hiervan plaatste men in- de plaats Van het
beschilderde houten paneel, dat men in
een zij-kapel opstelde, dat snijwerk uit
iindenhout. Maria, ,-het Kindje Jezus op
den arm en aan beider voeten een bid
dende haas, zooals men het da-ar op- den
huidigen dag nog, kan zien.
De vrouw in de auto
Naar het Etagefedhj.
Mannad'uke B,ertra|m[ Deilisle Hplling-
boiurne o, Mj haatte dezen, zlijjn naam
reeds vanaf' rijln jeugd verliet een der
graote kantoren aan de Knightbridge.de
L'handios Mansions en ging -peinz'eiid. naar
z|ijin auto, die' hij- didkibiijf geparkeerd liad.
Het 'liep reeds tegen den -aivbnd fen, heftj wte
ai tameiijk' donker.
„Daar staat hij a'l!;j zlei ÏD|uk'e bïjf ziöh
z'elf, ,,maar ik' had wel durven wedden,
dat ik hem verder weg geztet hlad. Noiu,
des te beter.;' i
pij' -stapte in zijin 'groiolto gestoten auto
en reed weg. Hij! zfette er ©en flink gan
getje in toen hij| langs lEldgWare Bioad
suisde, want hij wilde - vandaag nog nalar
Burnet, een aardige kleine buitenplaats.
„Zwijnerij1'', mopperde h|ij| in ziéli zelf.
Freddy Dyer had mij- goed luit de pena
rie kunnen helpen. Nu moeit ik! nog naar
Zilver rijden en hem' aan |h|qt Veerstand
brengen, dat ik niet betalen kan.''
Keeds had Mj Bornet bepeik't. Hijf mtaest
„Beste jongen, ik kan alleen he»'halem,
wat ik reeds zeide. Misschien ,dat Zij! ge
voelt en begrijpt, hoev-eel er is dat haar
van ons scheidt, en dat dit haar opwindt.
Maar' je moet haar trots maiar eerst eens
loeren, kennen. Zij is -tegeiiovler mijl aller-i
onbetamelijklst opgetreden en dat -kan ik
niet zoo gemakkelijk vergeten. Zie zlellf
nu maar, hoe je 'het met haar in het
reine brengt."
,,'Gxeta is mij -al lang een raadsel ge
weest," merkte Fxancisoa zuchtend op'.
„Ik geloof, dat papa haar te veel verwend
heeft. j
„Wat mij1 betreft," meende Ad-olfl Sichïie-
hen, „van jongsaf hebben Wijl altijd met
elkaar overhoop gelegen. Wij waren ge-
w'oon elkander de waarheid te zeggen en
er "geen doekjes om te winden. Later, toen
ik van huis -w'as, schreef -ik haar nu en
dan een brief, werkelijk: aardige brievlen,
en zij antwoordde mijl ook hartelijk en
vertelde van alles wat er gebeurd wvis.
Toen ik geëngageerd was vond ik haar
heel aardig voor ons, vroiolijk en opge
wekt en Ciska was dol met haar ingeno
men. Maar dat alles is gaandeweg ver
anderd erg veranderd."
(Wordlt vervolgd.)