Een Meisjesgezicht ZATERDAG 13 FEBRUARI 1932 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT ONTSPANNINGSLECTUUR IT DAVERENDE DINGEN 1 BURGERLIJKE STAND Plaatjes met praatjes. o GEEN CADEAUX ETC. CO 100% WAARDE VOOR UW GELD j Oost, Wiest, thuis best! Wanneer men de aan den natio|n|ale(n omroep; verknochte pers jmtag gelornvem, is er geen land ter wereld waar' ue luistel- raaxs er slechter- aan toe zijn dan in .Ne derland, waai' een minister heit bestond aan driekwart der natie recht ta dopn, door de verdeeling van den zendtijd- Die bijzondere omroepen naimö!ij|k werpen roet in het smakelijk aigeunfeein im!enu; het is alles bij, elkaar' knudde, in tegieinsteJllimg met het buitenland waar ruien 'het „sec- tanisme»' uit den aether hield. i t Let wel: dat is de waarheid nie)t,; hiet is de redenaeriag van de vrijzinnige per-s. Leze week viel genoemde pers echter in eigen zwaard. Het vergat een loogenblik de rol van ;t mokkende, zich verongielijkt vtaelende driitkopje en vei'taalde uit een Kngelsche c|oprant wat een Amietrikaanscth journalist, die 17 uren achter elkaar a|in zijn r adio-toestel gezeten had, om te luis teren naar de pmroepstaitions in de Ver. Staten, wedei-varen was. Het is een verbazingwekkend dagboek gewiorden. üm 6,45 'simorgens waren aan wijzingen van „Uheer Lay. -oefeningen voor uen pas ontwaakten Amerikaan be schikbaar en vpor Ihet ontbijt werden daar na nog een weerbericht, een stukje mor genwijding, een niet te identifioaaren viool solo, een duidelijke kleermakers-adverten tie en de geluiden van een koiekoek, trap pelende paarden, een volledig orchest en een sentimenteeie zanger, die „Giood-byo Sweetheart»/ produceerde, authentiek vast gesteld. Le tijd voor het ontMjjt werd gevuld met een advertentie vpor aan of ander zetmeelproduct, vermiolmld als een sprookje voor kinderen, en daarna was de nether zeer druk in touw. (ievatte tooneelseènes, tegenstrijdige weerberichten, een tpespraak over een lieftallige baby, gevondneids- aanw'ijzingen, die leidden tot do aanprijj zing van een bepaald merk thee, dat er -op berekend was pui den drinker slank te houden, een horoscoop sdhoonheidsgahei- men, die een „parfuiml wet een uitgekocht houcjuctk introduceerden, een rede: van een senator' over leverkwalen, een oproep vpor een nationaal tehuis voor jopdscihe kinde ren, jazz-interppiaties. een cursus over birth-eontroie met pianospel er dporheeu liielpen om den waanzinnigen inoi'gejni door te komen. Gedurende de rest van den dag bracht de knopi van het radio-toestel uit alle dee- len van het Amerikaanseihe continent etin ehaptiseiher mengeling van stukken tui brpkken dan éen Ejuropeesch luisteraar zich kan voorstellen. Hoe mej. Hopper er in slaagde al haar tanden tol, ih|aia,r zestig ste jaar te behouden, hoe itriktrak gespeeld moet worden, hoe de heer Ani|ery_, lid van het Engeisflhe parlement, de wereld zou regeeren en hoe sdkeurbuik voorkomen kan worden, behoorden o.a. tot de be handelde onderwerpen, terwijl de muziek duizelingwekkend van jazz op /Wagner en van Brahms op Irving Berlin over sprong. W|i) hopen dat de razenden Rolands, wanneer ze binnenkort opnieuw tegoni de jSeotarisohej' omroepen in .Nederland uit varen, nog weer eens aan het door hun zeil" vertaalde, humoristische, Amiei'i- kaansche sc|hetsje zullen denken. UITKIJK. Mandsjo exi,e Peking en na een landdu- rigen strijd onderwierpen zij; geheel China aan zich. Desondanks bestond er tussohen de twee rijken slechts een staatkundige eenheid. Herat in 1860 kregen de Clu- neezen toestemming zich in Mandsjoerije te vestigen. Bij het verdrag van f> Sept. 1896' kreeg Rusland het reoht in Mand sjoerije spoorwegen aan te leggen van welk recht genoemd land gebruik maak te door den aanleg van den Siberischen spoorweg, welke in .Wladiwostok uit mondt. Daar deze haven in den winter is toegevroren, eisobte en verkreeg Rus land van China biet recht een aftakking van den Transsiberischen spoorweg aan te leg'gen naar het Z,uiden van Mandsjoe rije, van C'harbin naar Port-Artihiuir en Daim. Deze spoorweg wordt de Ooster- spoorW'eg genoemd en stond tot ongeveer drie jaar geleden onder Russisch beheer. Toen vonden de Chineezen den tijd geko men zelf de verdere exploitatie van dazon spoorweg in handen te nemen au voer den als motief voor dit besluit uan, dat de Russen misbruik maakten van hun aanwezigheid op> Ohineesehen bodem. Ja pan zag met leede oogen de expansie v:an Rusland in Mandsjoerije aan; de verhou ding tusschen deze twee landen werd steeds meer gespannen, toitdat het in 1905 tot den Russisch-Japonsohen oorlog'kwam, waaruit Japan als overwinnaar te voor schijn trad. Dalni (Dairen) en Port- Artnur kwamen in Japamsoh bezit, dat daardoor eigenaar werd van den Z.-Majid- sjoerijschen spoorweg. Sindsdien heeft de Japansche invloed in Mandsjoerije zich zeer sterk .uitgebreid. Militair en finan cieel is Japan in Mandsjoerije ia vele opzichten oppermachtig. Het laatste ha,lf jaar zijn de Chdneesoh-Japansche verhou dingen echter ten zeerste gespannen. Ja pan meende reden te hebben tot gegronde klachten over slechte behandeling van zijn staatsburgers en zijn goederen in China terwijl China van zijin kant in het Vast houden aan de Vreemdehnigeiiprivïleges in China een gevaar voor zijn nationale (vrij heid zag. In begin Sept. deed rich1 een incident voor, dat voor Japan aanleiding was met zijn troepen een inval in Mand sjoerije te doen en waardoor de strijd ontbrandde. Een Japansch kapitein van dan igeneralen staf werd in Mandsjoerije vermoord en wel, volgens Japansche le zing, door Chineesohe soldaten van het leger van Moekden. Op de Japansche klachten werd door de Obine-esche auto riteiten de zaak' onderzocht, evenwel zon der dat de moordenaars v.aai Nakamura verliest ook bij guur en schraal weer nimmer de frissehe teint en soepele gaafheid, wanneer men zich tot gewoonte maakt het 'e avonds met een weinig „Zip'.Crême in te wrijven. werden gevonden. Dit Verwekte in Japan groote verbittering en gaf aanleiding tot energieke profesten van heit Japansche leger. Eanige dagen later voegde zich bij dit incident nog een tweede. In de nabij heid van Moekden sprong een spoorweg brug iu de lucht. De Japanners gaven de schuld aan de Ohineesche troepen, ter wijl de Ohineezen bewerden, dat de Japan ners de brug zelf hadden opgeblazen. IHoe het ook zij, hierin vonden da Japanners aanleiding om allereerst het garnizoen van een kleine Chineesohe stad gevangen tie zetten en vervolgens Moekden, de hoofdstad van Mandsjoerije, militair te bezetten. De ongeregeldheden breidden zich steeds meer .uit en hoewel de Vol kenbondsraad zich in de kwestie mengde, heeft deze tusschenkomst geen resultaat gehad. Het conflict in Mandsjoerije ie evenwel niet Van zuiver militairen aard. Mandsjoerije is vooral viotor Japian om meer dan één reden van belang. Japan, die hoegenaamd geen koloniën bezit, vindt in Mandsjoerije een uitlaat voor zijn over bevolking en zijn overproductie, en is blijkbaar niet van zins dit gebied zonder meer vrij te geven. Waarom Wannes naar 't Lof gaat. „Wannes, gij: zjij|t pok oen der goede klanten van Unzen Lieven Heer, ik zie u alle Zondagen in 't Lof"'. iZoo zei ik tegen een dorpeling van de zeventig jaar. „Ja, mijnheer,''' zei .Wannes, dat doe ik sedert meer dan 25 jaar, aan dia verpllich- tiug wil ik niet te kort bllij|ven, want ik heb ;het beloofd en wat ik beloof, dati do© ik.'' „Beloofd, .Wannes?'' vroeg ik. „Ja, beloofd aan Onze Lieve Vrouw. Tegen u mag,ik' dat wel zeggjan, hoe die belofte gekomen is.'.' Kin .Wannes vertelde mij1, in :t naar huis gaan na, jt Lpi, de volgende historie:. Het was op een Tweeden Kerstdag. Ik deed na den poen ©en toerk'en iu 't veld en zag een haas liggen. Die moet er aan! zei >k zpo en kwam tiaar' buisi )m|ijïi geweer- halen, juist ais het kiejRe vpor i Lot. Lat hazen-sclhieten stpnd mijh vrouw niet aan, ze had Ihet miji al dikwlijjls genoeg laten hooren. Vroeg oi iaat, zei zje, gaai dat sleedt uitdraaien, de hazen zlijin zoo veel niet waard, ge zoudt vieei batlar doen den Tweeden Kerstdag naar 't 'Lof te gaan. Ze had gelijjk, dochj ik luisterde niet naar haai' sermoon; >k greep: mijn tweeloop van den haak, en was aie deur- uit. Jaehtdief van stief ben ik eigenlijk nooit geweest, doch ik ben de zeton van mjjn vader, ziet ge en die hoeft mje dik wijls verteld dat hjijj in ziijjn leven meer wild gevangen had, dan er in de kerk kan opeengestapeld 'worden. Diat zit, ook in >t bloed hij, m|ij(, ik' kon in dien.tiijjd geen haas zien oi 'hiij| moest er aan. Üp dien Tweeden Kerstdag idus ging ons Roos naar »t Dot", en ik trptk den Kpu- tar op, recht naar >it 'leger van Langoor. Kén is geen éen, 'zei ik z|o.o, na hem af- gedapt te hebben,'|t weder is dnoog en daarbij: eerste kwartier van da malan; ik zou nog wel wat verder kunnen gaan en mg eenige stuks schieten, ik ben nu tocth aau den gang. Ik stapte woorf, doch zag niets en nog verder em ontwaarde noen pluim noch wol. Het begon te donkeren, en ik keerde pm, huiswaarts. Ik slenterde langs het Moerbosdh heen, toen een hond naar mijl kwajmi toegeschoten, ik erkende hem, 't was die van den jac|h|twac)hitpi' Driesen. Ik liet aan het ruige beest den tijd niet pver. om (m|ijf smijn veil te prakken, ik stak uit en schoot Ihlem overhoop. Pfis was mijn schot gelost, of een ander schot weerklonk, 't was Driven die mijl 't lood van de wraak in de kuit en de knie van mijin rechterbeen joeg. Ik beet opi mlijln tanden en, pm niet verraden te zijp, kroop ik het bp&clh in en ging ijje versdhuilfcn in een eikenkant. Ik wachtte, wachtte nog, de deugniet die mij' getroffen had liet mie ongasitpoird zitten. Verstpnd hij' dat Hij te dril tig ge-, handeld had met op Imliji te lioslse|n, alhoewel ik zijnen hond had neergeschoten Vpeesde hij: misschien jnlij \e achtervolgen, denken de dat ik op mijn beurt, lood in zijn l)ij|f ging zaaien? Ik 'weet, hporde of' zlag niets en lag, gelijk geschoten wild, in 't schar hout weggedoken. Dat kon niet bldj|vien duren; de avond was gevallen, ik' zweette bijl 't voelen van de pijn in mlijjn onder been. Kost Wat kost moest ik thuis' ge raken. Ik kroop recht, met |m|ijin geweer alls gaanstok in de hand en Strompelde dorpWaarts. Hemel lief! wat gesukkel! Hi heb in mijh leven veel Zwaar wetrk verricht, doch nooit zop>n lastige karwei als die van dien avond. Ik pikkelde, ge steund op mlijm tweeloop, over de kluiten en klonten van de bevroren akkérs, zag al de sterren des hemels vpor mijh oogen flikkerdansen en geraakte eindelijk aan >t kapelletje van de Beukendreelf. Dlaar gekomen, kon ik niet pilaar, ik m|oest me me laten vallen. Ik stikte van den dorst, zag scheel van den thlonger en gansch in >t zweet geraakt door al mijin gesukkel eu den razenden beet van do pijp, hcgolu ik w-eldra van groote kou te rillen als den riet. Hier, zei ik zloio, moet ik nu liggen sterven van miserie, buiten, alleen, lijk Driesen'S bond! Ik spande al mijh wils kracht in om recht te geraken, en het einde wegs af' te leggen dat mie thiu|is' moest brengen. Vergeefsche moeite! Het was dan, wanneer alle khaldhtffn mij begaven, en ik in tmlijn wanhiopigeu toestand naar niemand de hand kon uit ateken, dat ik op Ons Lief Vrouwhew dacht, voor wier kapel ik uitgestrekt lag. Geheel de devotie uiijher kinderjaren kwam boven en ik bad mlet een vurigheid en betrouwen die ik' nooit gekend heb, ©n waarvpor ik mij! tot .hiertoe onbokwaairql aiclhtte. Laat ze maar spotten, zij' die nooit iets aan de hand hebben gehad, doch ik kan u verzekeren dat, wanneer het be gint te nijgen, pf zooals men gewhoinlijk zegt „als de nood aan den man kolmlt", iedereen als vanzelf aan 't bidden galat. Heilige Maria, zei 'k zloo, ztag er toch voor dat ik thuis gerake op' de een of an dere manier, en dat ik hier niet, bij win ternacht, alleen, in open veld, moed ster ven als een hondr Ik beloof u, liefste Lief Vrouwke, dat zoo gij' mij helpt, ik vo^rti- aam, uit dankbaarheid, lafle Zon- en heili gendagen, naar >t lof zal ga|an! En ik werd verhoord. Opeens, terwijl ik weesgegroeten aan ;t aibibberen was, hioor ik iemand die, in de verte, ai fluitend komt aangestapt. Daar was de redding! Die man, zei ik zloo, moet den weg volgen die langs de kapel leidt en mij' vporbijgaan; ik hoor dat Lij klompen draagt, een- boerein|mtensch wel licht uit de buurt. Liever dan te poppen en hem te verschrikken (kij1 die >s avonds fluiten zijn niet al te stout), laat ik hem naderen, span mijn oogen wijd open, e)n meen Lowie te 'herkennen, den knecht valn de hoeve neven mijn deur. Lowie! roiejp ik. De jongen sprong wei een meter hoog van het danig versciuieten. Gpê volk! zei ik zoo en leg hem (mijn geval! uit. ,'t Kon in geen beter iporen te recht, komen,want hij zag de hazen al zoo gaarne als ik en liet nooit een gelegenheid voorbijgaan om hun een koperen ooi te passen. Kf was, zei Lowie, op >t hof een ko© die iets ge kregen had, en ihlijl was op weg naar cteta „ketserJ, het pssenboerken van 't Hoog land, die den naam had zooveel te weten en te kunnen ais aan veearts. Samen |m!et Lpwie ben ik dan diein avond naar huis gdhiinkt. Een stijf been heb ik behpiuden, doch mijin gewoonte van pensjagen heb ik laten varen. Getroiuw aan mijin belofte, ben ik seideirb dien alle Zou- en heiligendagen naar het lof geweest. i Pleegkinderen. INaar een ware gebeurtenis door S. v. K. Dte regen viel hij stroomen neer oviex het lundal. Onder donderend geraas stortten de gezwollen stroomen hun water tlus- sdhen de rotsblokken omlaag. In het huisje van Sharfenstein had oen bejaard heer voor enkele oioigenblikkleni een schuilplaats gezocht en de vriende lijke huisvrouw leidde hem onder deelne mende woorden in haar woonkajmbr. „Geef uw regenjas maar' hier, dan zpü ik hem even uithangen. U. bent zoo nat als een kat.... D|at u pok meitl zooph weer juist buiten moest Zijln...." D|e vreemde heer lachte: „•En boven op uw' dak zit een arbeider, die zoo ijtvexig met dekken bezig .is alsof het het praenrigste zomerweer js. Ken dekker doet zulle werk gewoonlijk toc'h niet in den stroomenden regen.',' „Het is ook geen dekkler>_zei de oude vrouw, terwijl zij tevreden glimlachte: „Dat is mijh jongen, dat wil zeggen, eilglen- lljk is hij niet van mlij|. Tpen mij] nog heel klein was, heb ik hem opgenomen^ omdat nij' alleen in de wereld was. Vianmiorgen toen het weer zoo mopji was, is (bjijj aan net dak begpnnen, de regen heeft hlem echter pvervalien, maar nu werkt hij toch' door, het is zoom goede jongen." „Hoe kwnmf u er toe, een vree/mld kind aan te nemen?'.' vroeg de heer, dia plaats genomen en ook sprekendarwlijze z'ijnnaa|m) „Directeur Hein uit Munchem,' gcnoiemd had. „Och, wat doen men, als- zoo'n anini kind heelemaal alleen in de wereld staat," antwpordde de vrouw.: „Het was een arme stumperd, zonder vader of tmbeder. Toen dacht ik bij mezelf: „Wie z|oo>n kind op neemt, neemt Onze Lieve Heer 'zelf pp en toen heb ik' hem naar huis gedragen. Hij' is niet alleen gebleven. Ik neb zelfs enkele jaren later nog een tweeden jon gen bijgenomen."'' „Twee vreemde kinderen aannemen! Maar goede vrouw, die kleedt eu voedt u geheel op? Diat doet u toch! niet voor niets:'/ vroeg de directeur. „Heelemaal vpor niets an graag ook -r- heel graag. Dp tweede jongen was toch zoom stakkerd. Hij bracht mijt dan ook eenbijzonderen zegen aan. O ja! het mocht wel een wonder heeton!»: „Wat is er dan mee gebeurd?" vroeg de directeur wiens verbazing in belang stelling voor de vrouw en haar beide jpngens overgegaan was. „D'at zal ik u eens vertellen»', ant woordde vrouw Sjdharf'enstein. „TooniSepp pngeveer zes jaar oud was, is bijl .pens naar beneden gepold eu heeft zicih aan den voet bezeerd. In het begin dachf men, dat het niets was, imaar plotseling kon de jongen niet meer loopen. He ging direct met heim', naar den. dpkter maar deze kon niet veel troost geven. Dp jongen moest geopereerd en in het hospitaal te Kufstein opgenomen wor den. Daar werd het nog veel erger. De dokter die hem onderzocht, zei direct: „We kunnen niets met belml bogimndp vrpiuw. Bij! hem helpt geen operatie mtaer. Dp ziekte is pugenepslijk en de voet zal Kfijlf blijven!,'.' „O mijnheer, wat was ik toen bedroefd. Maar dat hielp me niets. Ik ihad nog en kele boodschappen in de 'stad eu liet mijn anmte jongen i n het hospitaal achter, omdat er nog een dokter wiaa, die heim| wilde onderzoeken. Toen ik alles bezorgd had, ging ik naar de kerk en smeekte weenend den goeden God, om genezing maar ik dacht telkens „Het is toch! voor niets.'' De dokter heeft immers gezegd: „Er moet een wonder gebeuren, wil da voet weer goed worden.'' „Dtan had u zeker wol heel veel spijt den jongen opgenomen te hebben, nu da vooruitzichten zoo slecht waren?»' merkte de directeur op; „Heen, neen,''- antwoordde de vrouw levendig. Ik dacht: Goddank, dat de arme slakker bij inlijf is. Wiaax zouden ze Zoom arme kreupel© willen? Bij anïj zal h'iji het goed hebben h': „Maai' hoe is Ihet tdan mogelijk, dat do jongen nu totaal genezen is?>„'- vroeg de directeur verder. j ,„Ja, dat is wonderbaar gegalan,»' aut- wpordde de oude vrouw. „'Koen ik de eerste maai in het hospitaal kw|a|ml, liet de zuster, die bij' Sepp was, mij een jongentje zien, dat heelemaal vol uitslag zat. Het was afschuwelijk pin te zien. Toen zei de zuster: het kind héefltt nie mand pp de heee wereld nee|m| u [hlet toich! Onze Lieve Hees' zal er u voor beloonen.»'' i i „O nee,'.' antwoordde ik. „Hoe nqu ik zoo iets kunnen doen? Ik heb al het on geluk en de zorg met het eerste kind. xk zou niet weten hoe ik Ihlat aan moest leggen met npg een tweede kind erbijt ik neb zelf im]mters van nieim'and de min ste hulp.','- i Toen ik weer in het hospitaal kwam hoorde ik van den tweeden dokter de zelfde uitspraak als van den eerste:: „Hiets meer aan te doem, het kind zal pngelukkig blijfven.'' Geheel tenaergesla gen stond ik daar. Toen de dokters weg waren kwam de zuster weer en ztei; „Twee uur heb ik den H. Jozef al ge beden, dat hij: bij den goeden God zou verkrijgen, dat u het arme verlaten kind mee zou namén en dat God uw Sjepp weer gezond zou maken en in ruil voor uw werk van barmhartigheid..','' „Jawel, maar boe imbet ik! het dan 'aanleggen antwoordde ik'. „Ik heb al genoeg te doen met de verzorging! van eén kmd.','1 ,.U. zult niet lang moeite Imfeer mtet hem {hebben,verzekerde zfij( jnSj. „D|a 11. Jozef zal u bijjstaan en God helpt u vast en zeker.»'' I „En zij! hield niet pp met bidden en smeeken tot ik tenslotte do armle, stuiml- perige Eigidel maena|m; Ik durfde er in mijn dorp |mtet niemand over spreken. Dio menschen zouden denken dat ik Imlijm ver stand verloren had met mijn kinderzie kenhuis. Maar de zuster 'blad tprih gelijk. Van dag tot dag ging hat, met Sepp beter en na verloop vam 6 (Weken kon dp jongelui weer loopen en men zag niets imfeier aan hem.»' I „Maar dat is tpclh eigenlijk ongelooflijk. Dpc'h Ihet was een neeriïjka ipelooning voor uw opofferende daad'.', verzekerde de directeur. „En hoe ging hiet met het tweede kind ?»'- j I I i „Ik heb er heel veel mpeite m^ei g|ei- had,'- zei de pude vrouw. „En het had een zorgvuldige verpleging: noodig. Maar het is weer gezond en lrisc|b geworden en er rustte blijkbaar veel zegen op mijn werk, want het zijn allebei zulke brave,, degelijke jongens geiworden, dat ik Onze Lieve Heer er nooit genoeg vpor kan denken.'/ Met zichtbare ontroering had de direc teur naar deze uiteenzetting geluisterd. Hij schudde het hoofd en zei: „D|etZe ge schiedenis is etiht wonderbaar. Men zou ze niet kunnen gelpoven als ,u het zelf niet vertelde en wanneer ik d'a stevige jongens niet met eigen oogen gezien had. Ja dat zijn Gpds wegen, die zelfs e;en «ngeloovige tot nadenken stemim|en en hem tot in (heit diepst van zijn hart tref fen moesten.':' Op dit mio|mlent ging de deur open ein de jonge knaap1, dien den directeur vanaf het dak gezien had, kwam binnen. Hij groette vriendelijk den vreemden heer en wendde zicht pen tot zijn pleegmoeder. „Alles is goed gegaan! Het dak| is dijcjht en van het hlooi is maar een beetje nait geworden. Diat zullen we later Wel laiten drogen.'' „Je bent een gopde jongen,'.' prees de vrouw. „Ik ben blij dat je weer he:ellh|uids beneden gekomen bent.'/' Nu werd de deur met een ruk openge worpen en een 'knaap van ongeveer 12 jaar sprpng juichend binnen: „Moeder! moeder! nu heb ik de kleine katjes gevonden! O, ze zijn izloo lief! Twee heeie zwarte en twee gevlleklte cn....'i IPlotseling hield hij op en keek Verlegen naar den vreemden heer. Zijn pleegmpedar liet he|m! .didhterhSjj komen en den directeur een hand geven. D'eze lachte vriendelijk en z'ei: ,.U kunt werkelijk trotsch zlijin op uw beide vrpolijke, frissohe pleegzonen. Ik wensch u van harte geluk en Gpds zegen voor beide en een rijk loon in den Hemel voor uw eigen opofferende daad! En gij, jpngens, geluksvogels, houdt uw moeder altijd in eere. Glij| weet misschien niet,| h|op zedlen siulke voortreffelijke vrouwen aan getroffen worden als zij is." Met van vreugde stralende oogen keek Sepp naar zijn pleegmoeder en zei „O, dat weten wij, dat er in heel Tinol geen tweede moeder bestaat als de onziel" De regen had opgehouden. D© zon begon weer aohter de wolken te voorschijn te komen en de directeur nam! hartelijk af scheid van de vrouw. Hij ging door do verkwikte natuur naar zijn Zomer verblijf terug. Telkens weer stond in zijn ge dachte de schildering van den larmen k'reur pelen knaap en van het kleine, met zwe ren bedekte kind «n dan zag hij weer d© twee vroolijke, levenslustige jongens. H|ij| had Ihet gewoel alsof' hij een zelfde gé lukkige gebeurtenis beleefd had. Elk h|njs heelt z'n kruis! Ik woon tegenwoordig in zoo'n knus, modern poppenhuisjeU. iweet wel, met van die kamers waarin je, met gestrekte armen draaiend, precies een cirkel kunt ehsehrijvan, rakende aan de vier wlanderu In het beigin viel 'het me niet mee; ik leed onder de dwangvoorstelling, d'at het pbafond m'n hoofd voortdurend beiireig1d|e en als ik de deur per abuis eens stevig dicht deed, kwamen de buren informeeren, of ik de aardschok ook gevoeld had! 20 ZAMBOS SIGARETTEN 25 CENT Maar een meniseh went aan alles en ge brek aan ruiimite heeft ook z'n voordeelen: van visite heb je bijvoorbeeld veel Jninder last en dat is ook iwat Iwlaaxd. Als ik 's middags zoo boven, op m'n studeerkamer zit te Weirken, voel ik me als wijlen Ju/pilt er op den Olympius, dia bëhagelij'k de geuren van de reiukotfftera der stervelingen op-snuift: eerst komt da soep, zoo tegen ©en nok" of vijf; dan stij gen lieeflijfce groemtengeuren omhoog, enz. En op die manier geniet ik het heela menu twee keer. Hot eendigste vervelende is, dat m'n bujurman een radioat is («am©Dlsl&Ujn,g van radio en idioot; kleine bijdrage tot Verrijking vtm. onze sehoone taal!). Den healen dag concert! Maai' fk heb er wel w-at op gevonden: Ik ben ©en visite bij 'hem gaan afsteken, om 'h!et terrein eens ta verkennen, en heb bij: die gediagemhleid ge constateerd, dat z'n toestel, waarovter ik m'n oprechte bewondering geuit heb, zich op een plankje aan onzen gemeemscfap- pelijken mpur bevindt, circa ©en Meter van den grond en anderhalf viamalP den voorgevel. Ik weer naar hu/is, de plek' op Ten mu,'.'.r afgemeten, en een stevigten spdj'kler ter band genomeneen flinke mepein daar kwam Inhuman al binnen-sltormen en zond terstond een ruizie-Tede uit, daar zijn radio met luidspreker en al met een vaartje naar beneden wias gekomen 1 Nüi hebben We tenminste voorloopig r.ust REIJNOUT. i KLOETINGE. GeborenChristina Priemt je, d. v. Jan Schipper en Maria Fassem. Overleden: Cornetlis Geeraard v. Liern, 78 j., ech'tgen. v. Jahainn-a Sltaal; te Goes, A'driaan de Visser, 78 j., wedn. v. Lena Reilo; Anna Johanna Visser, 84 j. RechterBeklaagde Heeft U een schurk genoemd; is dat juist. Getuige: Zeker wel, mijnheer, die edel achtbare! (II Rechter: Als dat waar is, ih'ad bektefag- de wel een 'beschuldiging togen u miogtei inbrengen. „Waarom rij je meit die kruiwagen onderstebov en'?,' „Als ik er andersom mee ga loop-en, dan vullen ze hem met kolen". Mijnheer, die aijjn auto h'eef't opgeruimd, bij vergissing tot den hotelportier: Breng me dadelijk naar de 'finamcdersclub en ga, vóór me zitten. JPioooloMijnheer, er is een telefoontje voor U. (I Baron,: Ga eerst even vragen wie of het is! i i

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1932 | | pagina 6