Een Meisjesgezicht
ZATERDAG 13 FEBRUARI 1932
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
ONTSPANNINGSLECTUUR
IT DAVERENDE DINGEN 1
BURGERLIJKE STAND
Plaatjes met praatjes.
o GEEN CADEAUX ETC.
CO
100% WAARDE VOOR UW GELD
j Oost, Wiest, thuis best!
Wanneer men de aan den natio|n|ale(n
omroep; verknochte pers jmtag gelornvem,
is er geen land ter wereld waar' ue luistel-
raaxs er slechter- aan toe zijn dan in .Ne
derland, waai' een minister heit bestond
aan driekwart der natie recht ta dopn,
door de verdeeling van den zendtijd- Die
bijzondere omroepen naimö!ij|k werpen roet
in het smakelijk aigeunfeein im!enu; het is
alles bij, elkaar' knudde, in tegieinsteJllimg
met het buitenland waar ruien 'het „sec-
tanisme»' uit den aether hield. i t
Let wel: dat is de waarheid nie)t,; hiet is
de redenaeriag van de vrijzinnige per-s.
Leze week viel genoemde pers echter in
eigen zwaard. Het vergat een loogenblik
de rol van ;t mokkende, zich verongielijkt
vtaelende driitkopje en vei'taalde uit een
Kngelsche c|oprant wat een Amietrikaanscth
journalist, die 17 uren achter elkaar a|in
zijn r adio-toestel gezeten had, om te luis
teren naar de pmroepstaitions in de Ver.
Staten, wedei-varen was.
Het is een verbazingwekkend dagboek
gewiorden. üm 6,45 'simorgens waren aan
wijzingen van „Uheer Lay. -oefeningen
voor uen pas ontwaakten Amerikaan be
schikbaar en vpor Ihet ontbijt werden daar
na nog een weerbericht, een stukje mor
genwijding, een niet te identifioaaren viool
solo, een duidelijke kleermakers-adverten
tie en de geluiden van een koiekoek, trap
pelende paarden, een volledig orchest en
een sentimenteeie zanger, die „Giood-byo
Sweetheart»/ produceerde, authentiek vast
gesteld.
Le tijd voor het ontMjjt werd gevuld
met een advertentie vpor aan of ander
zetmeelproduct, vermiolmld als een sprookje
voor kinderen, en daarna was de nether
zeer druk in touw. (ievatte tooneelseènes,
tegenstrijdige weerberichten, een tpespraak
over een lieftallige baby, gevondneids-
aanw'ijzingen, die leidden tot do aanprijj
zing van een bepaald merk thee, dat er -op
berekend was pui den drinker slank te
houden, een horoscoop sdhoonheidsgahei-
men, die een „parfuiml wet een uitgekocht
houcjuctk introduceerden, een rede: van een
senator' over leverkwalen, een oproep vpor
een nationaal tehuis voor jopdscihe kinde
ren, jazz-interppiaties. een cursus over
birth-eontroie met pianospel er dporheeu
liielpen om den waanzinnigen inoi'gejni
door te komen.
Gedurende de rest van den dag bracht
de knopi van het radio-toestel uit alle dee-
len van het Amerikaanseihe continent etin
ehaptiseiher mengeling van stukken tui
brpkken dan éen Ejuropeesch luisteraar
zich kan voorstellen. Hoe mej. Hopper er
in slaagde al haar tanden tol, ih|aia,r zestig
ste jaar te behouden, hoe itriktrak gespeeld
moet worden, hoe de heer Ani|ery_, lid van
het Engeisflhe parlement, de wereld zou
regeeren en hoe sdkeurbuik voorkomen
kan worden, behoorden o.a. tot de be
handelde onderwerpen, terwijl de muziek
duizelingwekkend van jazz op /Wagner
en van Brahms op Irving Berlin over
sprong.
W|i) hopen dat de razenden Rolands,
wanneer ze binnenkort opnieuw tegoni de
jSeotarisohej' omroepen in .Nederland uit
varen, nog weer eens aan het door hun
zeil" vertaalde, humoristische, Amiei'i-
kaansche sc|hetsje zullen denken.
UITKIJK.
Mandsjo exi,e Peking en na een landdu-
rigen strijd onderwierpen zij; geheel China
aan zich. Desondanks bestond er tussohen
de twee rijken slechts een staatkundige
eenheid. Herat in 1860 kregen de Clu-
neezen toestemming zich in Mandsjoerije
te vestigen. Bij het verdrag van f> Sept.
1896' kreeg Rusland het reoht in Mand
sjoerije spoorwegen aan te leggen van
welk recht genoemd land gebruik maak
te door den aanleg van den Siberischen
spoorweg, welke in .Wladiwostok uit
mondt. Daar deze haven in den winter is
toegevroren, eisobte en verkreeg Rus
land van China biet recht een aftakking
van den Transsiberischen spoorweg aan
te leg'gen naar het Z,uiden van Mandsjoe
rije, van C'harbin naar Port-Artihiuir en
Daim. Deze spoorweg wordt de Ooster-
spoorW'eg genoemd en stond tot ongeveer
drie jaar geleden onder Russisch beheer.
Toen vonden de Chineezen den tijd geko
men zelf de verdere exploitatie van dazon
spoorweg in handen te nemen au voer
den als motief voor dit besluit uan, dat
de Russen misbruik maakten van hun
aanwezigheid op> Ohineesehen bodem. Ja
pan zag met leede oogen de expansie v:an
Rusland in Mandsjoerije aan; de verhou
ding tusschen deze twee landen werd
steeds meer gespannen, toitdat het in 1905
tot den Russisch-Japonsohen oorlog'kwam,
waaruit Japan als overwinnaar te voor
schijn trad. Dalni (Dairen) en Port-
Artnur kwamen in Japamsoh bezit, dat
daardoor eigenaar werd van den Z.-Majid-
sjoerijschen spoorweg. Sindsdien heeft de
Japansche invloed in Mandsjoerije zich
zeer sterk .uitgebreid. Militair en finan
cieel is Japan in Mandsjoerije ia vele
opzichten oppermachtig. Het laatste ha,lf
jaar zijn de Chdneesoh-Japansche verhou
dingen echter ten zeerste gespannen. Ja
pan meende reden te hebben tot gegronde
klachten over slechte behandeling van zijn
staatsburgers en zijn goederen in China
terwijl China van zijin kant in het Vast
houden aan de Vreemdehnigeiiprivïleges in
China een gevaar voor zijn nationale (vrij
heid zag. In begin Sept. deed rich1 een
incident voor, dat voor Japan aanleiding
was met zijn troepen een inval in Mand
sjoerije te doen en waardoor de strijd
ontbrandde. Een Japansch kapitein van
dan igeneralen staf werd in Mandsjoerije
vermoord en wel, volgens Japansche le
zing, door Chineesohe soldaten van het
leger van Moekden. Op de Japansche
klachten werd door de Obine-esche auto
riteiten de zaak' onderzocht, evenwel zon
der dat de moordenaars v.aai Nakamura
verliest ook bij guur en schraal weer nimmer
de frissehe teint en soepele gaafheid, wanneer
men zich tot gewoonte maakt het 'e avonds
met een weinig „Zip'.Crême in te wrijven.
werden gevonden. Dit Verwekte in Japan
groote verbittering en gaf aanleiding tot
energieke profesten van heit Japansche
leger. Eanige dagen later voegde zich bij
dit incident nog een tweede. In de nabij
heid van Moekden sprong een spoorweg
brug iu de lucht. De Japanners gaven de
schuld aan de Ohineesche troepen, ter
wijl de Ohineezen bewerden, dat de Japan
ners de brug zelf hadden opgeblazen. IHoe
het ook zij, hierin vonden da Japanners
aanleiding om allereerst het garnizoen
van een kleine Chineesohe stad gevangen
tie zetten en vervolgens Moekden, de
hoofdstad van Mandsjoerije, militair te
bezetten. De ongeregeldheden breidden
zich steeds meer .uit en hoewel de Vol
kenbondsraad zich in de kwestie mengde,
heeft deze tusschenkomst geen resultaat
gehad. Het conflict in Mandsjoerije ie
evenwel niet Van zuiver militairen aard.
Mandsjoerije is vooral viotor Japian om
meer dan één reden van belang. Japan,
die hoegenaamd geen koloniën bezit, vindt
in Mandsjoerije een uitlaat voor zijn over
bevolking en zijn overproductie, en is
blijkbaar niet van zins dit gebied zonder
meer vrij te geven.
Waarom Wannes naar 't Lof gaat.
„Wannes, gij: zjij|t pok oen der goede
klanten van Unzen Lieven Heer, ik zie u
alle Zondagen in 't Lof"'. iZoo zei ik tegen
een dorpeling van de zeventig jaar.
„Ja, mijnheer,''' zei .Wannes, dat doe ik
sedert meer dan 25 jaar, aan dia verpllich-
tiug wil ik niet te kort bllij|ven, want ik
heb ;het beloofd en wat ik beloof, dati do©
ik.'' „Beloofd, .Wannes?'' vroeg ik.
„Ja, beloofd aan Onze Lieve Vrouw.
Tegen u mag,ik' dat wel zeggjan, hoe die
belofte gekomen is.'.'
Kin .Wannes vertelde mij1, in :t naar huis
gaan na, jt Lpi, de volgende historie:.
Het was op een Tweeden Kerstdag. Ik
deed na den poen ©en toerk'en iu 't veld
en zag een haas liggen. Die moet er aan!
zei >k zpo en kwam tiaar' buisi )m|ijïi geweer-
halen, juist ais het kiejRe vpor i Lot.
Lat hazen-sclhieten stpnd mijh vrouw niet
aan, ze had Ihet miji al dikwlijjls genoeg
laten hooren. Vroeg oi iaat, zei zje, gaai
dat sleedt uitdraaien, de hazen zlijin zoo
veel niet waard, ge zoudt vieei batlar doen
den Tweeden Kerstdag naar 't 'Lof te
gaan. Ze had gelijjk, dochj ik luisterde
niet naar haai' sermoon; >k greep: mijn
tweeloop van den haak, en was aie deur-
uit. Jaehtdief van stief ben ik eigenlijk
nooit geweest, doch ik ben de zeton van
mjjn vader, ziet ge en die hoeft mje dik
wijls verteld dat hjijj in ziijjn leven meer
wild gevangen had, dan er in de kerk
kan opeengestapeld 'worden. Diat zit, ook
in >t bloed hij, m|ij(, ik' kon in dien.tiijjd geen
haas zien oi 'hiij| moest er aan.
Üp dien Tweeden Kerstdag idus ging
ons Roos naar »t Dot", en ik trptk den Kpu-
tar op, recht naar >it 'leger van Langoor.
Kén is geen éen, 'zei ik z|o.o, na hem af-
gedapt te hebben,'|t weder is dnoog en
daarbij: eerste kwartier van da malan; ik
zou nog wel wat verder kunnen gaan en
mg eenige stuks schieten, ik ben nu tocth
aau den gang. Ik stapte woorf, doch zag
niets en nog verder em ontwaarde noen
pluim noch wol. Het begon te donkeren,
en ik keerde pm, huiswaarts. Ik slenterde
langs het Moerbosdh heen, toen een hond
naar mijl kwajmi toegeschoten, ik erkende
hem, 't was die van den jac|h|twac)hitpi'
Driesen. Ik liet aan het ruige beest den
tijd niet pver. om (m|ijf smijn veil te prakken,
ik stak uit en schoot Ihlem overhoop. Pfis
was mijn schot gelost, of een ander schot
weerklonk, 't was Driven die mijl 't lood
van de wraak in de kuit en de knie van
mijin rechterbeen joeg. Ik beet opi mlijln
tanden en, pm niet verraden te zijp, kroop
ik het bp&clh in en ging ijje versdhuilfcn
in een eikenkant.
Ik wachtte, wachtte nog, de deugniet
die mij' getroffen had liet mie ongasitpoird
zitten. Verstpnd hij' dat Hij te dril tig ge-,
handeld had met op Imliji te lioslse|n, alhoewel
ik zijnen hond had neergeschoten Vpeesde
hij: misschien jnlij \e achtervolgen, denken
de dat ik op mijn beurt, lood in zijn l)ij|f
ging zaaien? Ik 'weet, hporde of' zlag niets
en lag, gelijk geschoten wild, in 't schar
hout weggedoken. Dat kon niet bldj|vien
duren; de avond was gevallen, ik' zweette
bijl 't voelen van de pijn in mlijjn onder
been. Kost Wat kost moest ik thuis' ge
raken. Ik kroop recht, met |m|ijin geweer
alls gaanstok in de hand en Strompelde
dorpWaarts. Hemel lief! wat gesukkel!
Hi heb in mijh leven veel Zwaar wetrk
verricht, doch nooit zop>n lastige karwei
als die van dien avond. Ik pikkelde, ge
steund op mlijm tweeloop, over de kluiten
en klonten van de bevroren akkérs, zag
al de sterren des hemels vpor mijh oogen
flikkerdansen en geraakte eindelijk aan
>t kapelletje van de Beukendreelf. Dlaar
gekomen, kon ik niet pilaar, ik m|oest me
me laten vallen. Ik stikte van den dorst,
zag scheel van den thlonger en gansch in
>t zweet geraakt door al mijin gesukkel
eu den razenden beet van do pijp, hcgolu
ik w-eldra van groote kou te rillen als den
riet. Hier, zei ik zloio, moet ik nu liggen
sterven van miserie, buiten, alleen, lijk
Driesen'S bond! Ik spande al mijh wils
kracht in om recht te geraken, en het
einde wegs af' te leggen dat mie thiu|is'
moest brengen. Vergeefsche moeite!
Het was dan, wanneer alle khaldhtffn
mij begaven, en ik in tmlijn wanhiopigeu
toestand naar niemand de hand kon uit
ateken, dat ik op Ons Lief Vrouwhew
dacht, voor wier kapel ik uitgestrekt lag.
Geheel de devotie uiijher kinderjaren
kwam boven en ik bad mlet een vurigheid
en betrouwen die ik' nooit gekend heb, ©n
waarvpor ik mij! tot .hiertoe onbokwaairql
aiclhtte. Laat ze maar spotten, zij' die nooit
iets aan de hand hebben gehad, doch ik
kan u verzekeren dat, wanneer het be
gint te nijgen, pf zooals men gewhoinlijk
zegt „als de nood aan den man kolmlt",
iedereen als vanzelf aan 't bidden galat.
Heilige Maria, zei 'k zloo, ztag er toch
voor dat ik thuis gerake op' de een of an
dere manier, en dat ik hier niet, bij win
ternacht, alleen, in open veld, moed ster
ven als een hondr Ik beloof u, liefste Lief
Vrouwke, dat zoo gij' mij helpt, ik vo^rti-
aam, uit dankbaarheid, lafle Zon- en heili
gendagen, naar >t lof zal ga|an! En ik
werd verhoord.
Opeens, terwijl ik weesgegroeten aan
;t aibibberen was, hioor ik iemand die, in
de verte, ai fluitend komt aangestapt.
Daar was de redding! Die man, zei ik zloo,
moet den weg volgen die langs de kapel
leidt en mij' vporbijgaan; ik hoor dat Lij
klompen draagt, een- boerein|mtensch wel
licht uit de buurt. Liever dan te poppen
en hem te verschrikken (kij1 die >s avonds
fluiten zijn niet al te stout), laat ik hem
naderen, span mijn oogen wijd open, e)n
meen Lowie te 'herkennen, den knecht valn
de hoeve neven mijn deur. Lowie! roiejp
ik. De jongen sprong wei een meter hoog
van het danig versciuieten. Gpê volk! zei
ik zoo en leg hem (mijn geval! uit. ,'t Kon
in geen beter iporen te recht, komen,want
hij zag de hazen al zoo gaarne als ik en
liet nooit een gelegenheid voorbijgaan om
hun een koperen ooi te passen. Kf was,
zei Lowie, op >t hof een ko© die iets ge
kregen had, en ihlijl was op weg naar cteta
„ketserJ, het pssenboerken van 't Hoog
land, die den naam had zooveel te weten
en te kunnen ais aan veearts.
Samen |m!et Lpwie ben ik dan diein
avond naar huis gdhiinkt. Een stijf been
heb ik behpiuden, doch mijin gewoonte van
pensjagen heb ik laten varen.
Getroiuw aan mijin belofte, ben ik seideirb
dien alle Zou- en heiligendagen naar het
lof geweest.
i
Pleegkinderen.
INaar een ware gebeurtenis
door S. v. K.
Dte regen viel hij stroomen neer oviex het
lundal. Onder donderend geraas stortten
de gezwollen stroomen hun water tlus-
sdhen de rotsblokken omlaag.
In het huisje van Sharfenstein had oen
bejaard heer voor enkele oioigenblikkleni
een schuilplaats gezocht en de vriende
lijke huisvrouw leidde hem onder deelne
mende woorden in haar woonkajmbr.
„Geef uw regenjas maar' hier, dan zpü ik
hem even uithangen. U. bent zoo nat als
een kat.... D|at u pok meitl zooph weer juist
buiten moest Zijln...."
D|e vreemde heer lachte:
„•En boven op uw' dak zit een arbeider,
die zoo ijtvexig met dekken bezig .is alsof
het het praenrigste zomerweer js. Ken
dekker doet zulle werk gewoonlijk toc'h
niet in den stroomenden regen.','
„Het is ook geen dekkler>_zei de oude
vrouw, terwijl zij tevreden glimlachte:
„Dat is mijh jongen, dat wil zeggen, eilglen-
lljk is hij niet van mlij|. Tpen mij] nog heel
klein was, heb ik hem opgenomen^ omdat
nij' alleen in de wereld was. Vianmiorgen
toen het weer zoo mopji was, is (bjijj aan net
dak begpnnen, de regen heeft hlem echter
pvervalien, maar nu werkt hij toch' door,
het is zoom goede jongen."
„Hoe kwnmf u er toe, een vree/mld kind
aan te nemen?'.' vroeg de heer, dia plaats
genomen en ook sprekendarwlijze z'ijnnaa|m)
„Directeur Hein uit Munchem,' gcnoiemd
had.
„Och, wat doen men, als- zoo'n anini
kind heelemaal alleen in de wereld staat,"
antwpordde de vrouw.: „Het was een arme
stumperd, zonder vader of tmbeder. Toen
dacht ik bij mezelf: „Wie z|oo>n kind op
neemt, neemt Onze Lieve Heer 'zelf pp
en toen heb ik' hem naar huis gedragen.
Hij' is niet alleen gebleven. Ik neb zelfs
enkele jaren later nog een tweeden jon
gen bijgenomen."''
„Twee vreemde kinderen aannemen!
Maar goede vrouw, die kleedt eu voedt
u geheel op? Diat doet u toch! niet voor
niets:'/ vroeg de directeur.
„Heelemaal vpor niets an graag ook -r-
heel graag. Dp tweede jongen was toch
zoom stakkerd. Hij bracht mijt dan ook
eenbijzonderen zegen aan. O ja! het
mocht wel een wonder heeton!»:
„Wat is er dan mee gebeurd?" vroeg
de directeur wiens verbazing in belang
stelling voor de vrouw en haar beide
jpngens overgegaan was.
„D'at zal ik u eens vertellen»', ant
woordde vrouw Sjdharf'enstein. „TooniSepp
pngeveer zes jaar oud was, is bijl .pens
naar beneden gepold eu heeft zicih aan
den voet bezeerd. In het begin dachf
men, dat het niets was, imaar plotseling
kon de jongen niet meer loopen.
He ging direct met heim', naar den.
dpkter maar deze kon niet veel troost
geven. Dp jongen moest geopereerd en in
het hospitaal te Kufstein opgenomen wor
den. Daar werd het nog veel erger. De
dokter die hem onderzocht, zei direct:
„We kunnen niets met belml bogimndp
vrpiuw. Bij! hem helpt geen operatie mtaer.
Dp ziekte is pugenepslijk en de voet zal
Kfijlf blijven!,'.'
„O mijnheer, wat was ik toen bedroefd.
Maar dat hielp me niets. Ik ihad nog en
kele boodschappen in de 'stad eu liet
mijn anmte jongen i n het hospitaal achter,
omdat er nog een dokter wiaa, die heim|
wilde onderzoeken. Toen ik alles bezorgd
had, ging ik naar de kerk en smeekte
weenend den goeden God, om genezing
maar ik dacht telkens „Het is toch! voor
niets.'' De dokter heeft immers gezegd:
„Er moet een wonder gebeuren, wil da
voet weer goed worden.''
„Dtan had u zeker wol heel veel spijt
den jongen opgenomen te hebben, nu da
vooruitzichten zoo slecht waren?»' merkte
de directeur op;
„Heen, neen,''- antwoordde de vrouw
levendig. Ik dacht: Goddank, dat de
arme slakker bij inlijf is. Wiaax zouden
ze Zoom arme kreupel© willen? Bij anïj
zal h'iji het goed hebben h':
„Maai' hoe is Ihet tdan mogelijk, dat do
jongen nu totaal genezen is?>„'- vroeg de
directeur verder. j
,„Ja, dat is wonderbaar gegalan,»' aut-
wpordde de oude vrouw. „'Koen ik de
eerste maai in het hospitaal kw|a|ml, liet
de zuster, die bij' Sepp was, mij een
jongentje zien, dat heelemaal vol uitslag
zat. Het was afschuwelijk pin te zien.
Toen zei de zuster: het kind héefltt nie
mand pp de heee wereld nee|m| u [hlet
toich! Onze Lieve Hees' zal er u voor
beloonen.»'' i i
„O nee,'.' antwoordde ik. „Hoe nqu ik
zoo iets kunnen doen? Ik heb al het on
geluk en de zorg met het eerste kind.
xk zou niet weten hoe ik Ihlat aan moest
leggen met npg een tweede kind erbijt
ik neb zelf im]mters van nieim'and de min
ste hulp.','- i
Toen ik weer in het hospitaal kwam
hoorde ik van den tweeden dokter de
zelfde uitspraak als van den eerste::
„Hiets meer aan te doem, het kind zal
pngelukkig blijfven.'' Geheel tenaergesla
gen stond ik daar. Toen de dokters weg
waren kwam de zuster weer en ztei;
„Twee uur heb ik den H. Jozef al ge
beden, dat hij: bij den goeden God zou
verkrijgen, dat u het arme verlaten kind
mee zou namén en dat God uw Sjepp
weer gezond zou maken en in ruil voor
uw werk van barmhartigheid..',''
„Jawel, maar boe imbet ik! het dan
'aanleggen antwoordde ik'. „Ik heb al
genoeg te doen met de verzorging! van
eén kmd.','1
,.U. zult niet lang moeite Imfeer mtet
hem {hebben,verzekerde zfij( jnSj. „D|a
11. Jozef zal u bijjstaan en God helpt
u vast en zeker.»'' I
„En zij! hield niet pp met bidden en
smeeken tot ik tenslotte do armle, stuiml-
perige Eigidel maena|m; Ik durfde er in
mijn dorp |mtet niemand over spreken. Dio
menschen zouden denken dat ik Imlijm ver
stand verloren had met mijn kinderzie
kenhuis. Maar de zuster 'blad tprih gelijk.
Van dag tot dag ging hat, met Sepp beter
en na verloop vam 6 (Weken kon dp jongelui
weer loopen en men zag niets imfeier aan
hem.»' I
„Maar dat is tpclh eigenlijk ongelooflijk.
Dpc'h Ihet was een neeriïjka ipelooning
voor uw opofferende daad'.', verzekerde
de directeur. „En hoe ging hiet met het
tweede kind ?»'- j I I i
„Ik heb er heel veel mpeite m^ei g|ei-
had,'- zei de pude vrouw. „En het had
een zorgvuldige verpleging: noodig. Maar
het is weer gezond en lrisc|b geworden
en er rustte blijkbaar veel zegen op mijn
werk, want het zijn allebei zulke brave,,
degelijke jongens geiworden, dat ik Onze
Lieve Heer er nooit genoeg vpor kan
denken.'/
Met zichtbare ontroering had de direc
teur naar deze uiteenzetting geluisterd.
Hij schudde het hoofd en zei: „D|etZe ge
schiedenis is etiht wonderbaar. Men zou
ze niet kunnen gelpoven als ,u het zelf
niet vertelde en wanneer ik d'a stevige
jongens niet met eigen oogen gezien had.
Ja dat zijn Gpds wegen, die zelfs e;en
«ngeloovige tot nadenken stemim|en en
hem tot in (heit diepst van zijn hart tref
fen moesten.':'
Op dit mio|mlent ging de deur open ein
de jonge knaap1, dien den directeur vanaf
het dak gezien had, kwam binnen. Hij
groette vriendelijk den vreemden heer en
wendde zicht pen tot zijn pleegmoeder.
„Alles is goed gegaan! Het dak| is dijcjht
en van het hlooi is maar een beetje nait
geworden. Diat zullen we later Wel laiten
drogen.''
„Je bent een gopde jongen,'.' prees de
vrouw. „Ik ben blij dat je weer he:ellh|uids
beneden gekomen bent.'/'
Nu werd de deur met een ruk openge
worpen en een 'knaap van ongeveer 12
jaar sprpng juichend binnen:
„Moeder! moeder! nu heb ik de kleine
katjes gevonden! O, ze zijn izloo lief!
Twee heeie zwarte en twee gevlleklte cn....'i
IPlotseling hield hij op en keek Verlegen
naar den vreemden heer.
Zijn pleegmpedar liet he|m! .didhterhSjj
komen en den directeur een hand geven.
D'eze lachte vriendelijk en z'ei:
,.U kunt werkelijk trotsch zlijin op uw
beide vrpolijke, frissohe pleegzonen. Ik
wensch u van harte geluk en Gpds zegen
voor beide en een rijk loon in den Hemel
voor uw eigen opofferende daad! En gij,
jpngens, geluksvogels, houdt uw moeder
altijd in eere. Glij| weet misschien niet,| h|op
zedlen siulke voortreffelijke vrouwen aan
getroffen worden als zij is."
Met van vreugde stralende oogen keek
Sepp naar zijn pleegmoeder en zei
„O, dat weten wij, dat er in heel Tinol
geen tweede moeder bestaat als de onziel"
De regen had opgehouden. D© zon begon
weer aohter de wolken te voorschijn te
komen en de directeur nam! hartelijk af
scheid van de vrouw. Hij ging door do
verkwikte natuur naar zijn Zomer verblijf
terug. Telkens weer stond in zijn ge
dachte de schildering van den larmen k'reur
pelen knaap en van het kleine, met zwe
ren bedekte kind «n dan zag hij weer d©
twee vroolijke, levenslustige jongens. H|ij|
had Ihet gewoel alsof' hij een zelfde gé
lukkige gebeurtenis beleefd had.
Elk h|njs heelt z'n kruis!
Ik woon tegenwoordig in zoo'n knus,
modern poppenhuisjeU. iweet wel, met
van die kamers waarin je, met gestrekte
armen draaiend, precies een cirkel kunt
ehsehrijvan, rakende aan de vier wlanderu
In het beigin viel 'het me niet mee; ik
leed onder de dwangvoorstelling, d'at het
pbafond m'n hoofd voortdurend beiireig1d|e
en als ik de deur per abuis eens stevig
dicht deed, kwamen de buren informeeren,
of ik de aardschok ook gevoeld had!
20 ZAMBOS SIGARETTEN 25 CENT
Maar een meniseh went aan alles en ge
brek aan ruiimite heeft ook z'n voordeelen:
van visite heb je bijvoorbeeld veel Jninder
last en dat is ook iwat Iwlaaxd.
Als ik 's middags zoo boven, op m'n
studeerkamer zit te Weirken, voel ik me
als wijlen Ju/pilt er op den Olympius, dia
bëhagelij'k de geuren van de reiukotfftera
der stervelingen op-snuift: eerst komt da
soep, zoo tegen ©en nok" of vijf; dan stij
gen lieeflijfce groemtengeuren omhoog, enz.
En op die manier geniet ik het heela
menu twee keer.
Hot eendigste vervelende is, dat m'n
bujurman een radioat is («am©Dlsl&Ujn,g
van radio en idioot; kleine bijdrage tot
Verrijking vtm. onze sehoone taal!). Den
healen dag concert! Maai' fk heb er wel
w-at op gevonden: Ik ben ©en visite bij
'hem gaan afsteken, om 'h!et terrein eens ta
verkennen, en heb bij: die gediagemhleid ge
constateerd, dat z'n toestel, waarovter ik
m'n oprechte bewondering geuit heb, zich
op een plankje aan onzen gemeemscfap-
pelijken mpur bevindt, circa ©en Meter
van den grond en anderhalf viamalP den
voorgevel.
Ik weer naar hu/is, de plek' op Ten
mu,'.'.r afgemeten, en een stevigten spdj'kler
ter band genomeneen flinke mepein
daar kwam Inhuman al binnen-sltormen en
zond terstond een ruizie-Tede uit, daar zijn
radio met luidspreker en al met een
vaartje naar beneden wias gekomen 1
Nüi hebben We tenminste voorloopig
r.ust
REIJNOUT. i
KLOETINGE. GeborenChristina
Priemt je, d. v. Jan Schipper en Maria
Fassem.
Overleden: Cornetlis Geeraard v. Liern,
78 j., ech'tgen. v. Jahainn-a Sltaal; te Goes,
A'driaan de Visser, 78 j., wedn. v. Lena
Reilo; Anna Johanna Visser, 84 j.
RechterBeklaagde Heeft U een schurk
genoemd; is dat juist.
Getuige: Zeker wel, mijnheer, die edel
achtbare! (II
Rechter: Als dat waar is, ih'ad bektefag-
de wel een 'beschuldiging togen u miogtei
inbrengen.
„Waarom rij je meit die kruiwagen
onderstebov en'?,'
„Als ik er andersom mee ga loop-en,
dan vullen ze hem met kolen".
Mijnheer, die aijjn auto h'eef't opgeruimd,
bij vergissing tot den hotelportier: Breng
me dadelijk naar de 'finamcdersclub en ga,
vóór me zitten.
JPioooloMijnheer, er is een telefoontje
voor U. (I
Baron,: Ga eerst even vragen wie of
het is! i i