NI
Uw Gezondheid
zaterdag 23 januari 1932
nieuwe zeeuwsche courant
r IW HET KRAAIENNEST
VOOR ONZE VROUWEN
ALLERLEI
e- Plaatjes met praatjes.
Aan den vooravonc
Ontwapeningsconl
j in
FEUILLE
Het geheim van
In Jan S,a 1 ie-1 and.
De „Msb." uitte deze week haai? (be
grijpelijke ontstemming, over de ergerlijke
toegevendheid den1 autoriteiten inzake de>
opruiende pirop-aganda der communistische
en radicale raddraaiers, dit in tegenstel
ling met wat in luet buitenland gebenlrt.
Zoo verbood die son. coanmissariits van
politje tie Berlijn de communistische „Roo-
de vaan" met al haair kopbladen wegens
een beleedigend artikel over een hoogge
plaatst ambtenaar van Citaat.
Het Australisch kabinet, dat toch ook
niet al te conservatie! van aard is, trof
evieneens krasse maatregelen tegen de
ondea-graviers der maatschappij.
Bezie voorbeelden kunnen nog aangevuld
worden met het optreden van de revolu-
tkmnaire pegeering in Spanje, die met ééu
slag de gpheele katholieke pers lam leg
de, daar eenige 'Boomsche organen ziah
vermeten hadden tot -eritiek op. de bewind
voerders, die het banditisme der kerk- en
kloostcrvervoligers niet kunnen p£' willen
beteugelen.
Bij ons blijft men echter poeslief' doen
tegen de volksvergif'tigeismen "moest
ook eens het verwijt van bekrompen
krijgen te verduren!
„Wij vragen ons al", schreef de „Msb."
„hoe lang, het duurt, dat de partijen v,an
urdc in .Nederland een eind maken aan
den onhoudbaren toestand, waarin 'wij nu
V eikeeren. Niet alleen de communistische
pers maar tal van andere revolutionnairo
blaadjes ondermijnen dag aan da:g of
week aan week eiken grondslag, van onze
samenleving. .Wij begrijpen, dat men met
onderdrukking der vrije meeningsuiting
zeer voorzichtig, moet zijn. Maar de vrij
heid veronderstelt grenzen.
Wi vestigen nu de aandacht der auto
riteiten op. „De Vrijdenker" van 9 Jan
Niet op de nonsensik-ale godsdienstbestrij-
ding: die kan alleen warhoofden beïn
vloeden. Maar wijl vragen of een artikel,
getiteld „Onze koninklijke dominee in den
aether",, geschreven door een propagan
dist van Moskou en door hem randerfee-
klend, nu maar zoo straffeloos kan pas-
seereiü!
Beteekent 'de vrijheid van drukpers, dat
ieder individu het recht heeft zelfs ihet
Staatshoofd te qualificeeren op. beteedi-
gende wijze?. Moeten wij toelaten, dat
geestverwanten van Stalin, die geen schijn
of schaduw van vrijheid duldt, hier onze
staatsinstellingen misbruiken, onze ge
zagsdragers bespotten en ons volk
krenken
Het is te wenschen, dat de autoritei
ten nu eens de middelen gebruiken, die
hun ten dienste staan.
Parlementaire veldslagen zijn destijds
geleverd oin het anti-revolutie-wetje er
door te krijgen. En wat ziet men? Wel,
de wapens die men daardoor in handen
krees tegen de., oproerkraaiers laa.t men
slimmigheidje buiten schot weet te'blijlyen
Wanneer in Rusland en Spanje de
waarheid om hals wordt gebracht, mo
gen wij' den laster toch wel den mond
snoeren! i
UITKIJK.
daan, dat er woorden in het Italiajnnsch
ivaren, die hij' niet kon vertrouwen, daar
ze gewoonlijk het tegenovergestelde sche
nen te beteeken-en van hetgeieta hij! er van
verwachtte. Kiende, dat men de paarden
u:.,spande, sloot hi,' het portier en wachtte
geduldig. Maar na een half' ,uur gewacht
te 'hebben, stak hïi 't hoofd buiten het
raampje en rie©: „Zeg eens, hoe staat
het er mee.?,"
Maai- hi' kreeg geen antwoord.
„Frans!" riep de jirin®, „Frans!"
„Wat is er van uw verlangen?" vroeg
de bediende, wakker wordende.
„Maar -waai" zijh wij1 toch.?"
„Ik weet het niet, excellentie."
„Wat, ge weet het niet.?"
„Neen; ik was in slaap gevallen."
„O, mijn hemel!" riep de prinses ver-
senri-kt uit. wijl zijtn bepaald in een roo-
vershol terecht gekomen 1"
„Neen," zei Frans, „we zijii in de re
rnise."
„Welnu, open dan de deur- en roap
iemand." zei de prins tot z'ijlnen be
diende.
„De deur is gesloten", gaf' deze ten
antwoord.
Bijl -het hooren dezer woorden, sprong do
prins het rijtuig uit, trachtte meit, geweld
de deur te openen en .schreeuwde uit alle
macht om hulp, maar niemand kwam op
dagen. De prins begreep dat men hem
niet hooren wilde en daar hij voor een
klein geruchtje niet vervaard was, stapte
hij weer het rijtuig in, lei zijne boenen
op .de tegenover- hem staande bank, en na
z'ijhe. pistolen geladen te hebben, wensöhto
hi,II zijne moeder goeden nachtFrans deed
hetzelfde op den bok; alleen de prinses
bleef wakker.
De naoht ging zonder stoornis voorbij
des morgens om zeven uren, werd de- deur
der remise geopend en vertoonde zich pen
koetsier met twee paarden.
„iié! zijn er geen reizigers voor Flo
rence hier.?" vroeg hij' heel nubhter
De prins vloog het lij-tuig uit en zoiu
dien nnaalk eens even de ooren gewassch'en
hebben, had hij. niet gezien, dat het een
nieuwe koetsier was.
„W aar is de koetsier, die ons hier
heeft gebracht.?" vroeg hijl bleek van
toorn.
„Peppi-no, bedoelt uw excellentie?"
„De koetsier van Pontedesa?"
„Ja. dat is Peppino,"
„Nu, waar is dan Peppjno?"
„Bij is teruggereden."
„Wat zegt ge, naar huis teruggereden!"
„Ja zeker. Daar het te Empoli feest
was, hebben wij' samen den gebe-elen nacht
gedronken en gedanst, en van morgan, een
uur geleden, heeft hijl mij gezegd„Gaëta-
no, ga de paarden halen; gezulfc in de
remise van het „Gouden kruis" twee rei
zigers vindenalles is betaald, behalve het
drinkgeld. Toen vroeg ik hem hoe dat
plaats kon hebben, dat men reizigers
im een remise liet overnachten. Hij zei:
het zijn Engelschen, en ze sliepen lievtei'
in hun rijtuig dan in een bed. Daar ik
wist, dat de -Engelschen zeer vreemdsoor
tige lieden zijn, was ik er volkomen ge
rust op en hebben wijl samen nog een
glaasje gedronken, en nu ben ik hier,
zooals n ziet."
„Nu, spant gij uwe paarden maar eens
vlug in", zei de prins „en ,als we binnran
drie uren in Florence zijn, krijgt ge een
piaster drinkgeld."
„In drie uren vroeg de koetsier ver
baasd, „nu gij spreekt van een pilaster
xoor drinkgeld, dan zijn we er binnen
twee uren."
„God zegene u, beste man!" zei de
prinses.
De koetsier hield woordde prins ver
liet te zeven uur Empoli en om negen uur
stopte hij opi het Drievuldigheidspleim te
Florence af. Hij had juist vier-en-twintig
uren noodig gehad om van Livprno tot
Florence te komen.
Het spook in het Magistraats
gebouw
Dat stond vast, het spookte- Het was
er in ieder geval niet pjlluis. Maar wat
had het te beteekenen? Kemun was toen
tertijd nog de kleine Oostenrijksche grens
stad en de inwoners: Slaven en Germa
nen, schreven h§b vpredhlijlnsel, dat zich
lederen dag herhaalde, aan bovennatuur
lijke macliten toe. lederen idag], 'aül Gein.
week nn, bleef de torenklok, die hoog non
het Magistraatsgebouw aan de inwoners
den oftlcieelen tijd aanwees, op de meest
uiteenloopende uren stil staan.
De horlogemakers, die zich miet Ihet
eigenaardige uurwerk vertrouwd gemaakt
hadden, konden niet de minste fout ont
dekken het uurwerk was m orde: en a'ls
een loopend vuurtje verspreidde zich het
gerucht door de stad, dat men niets, (tnaah
dan ook niets aan het eerbiedwaardig uur
werk vinden kon. Zelfs de oude meester
Planteïija, die 't merkwaardig uurwerk
voor jaren gebouwd had, schudde zdjh
prachtigen grijzen kop en zweeg.
De gezichten begonnen zorgvol te wor
den. Ja, was de klok nn tenmhiste altijd
maar tO(m denzelfden tijd stil1 blijven staan,
dan.... maar zoo: telkens wanneer mlen het
werk opnieuw geregeld had (naar het gou
den repetitiehorloge van den burgemees
ter )dan liep: het even en direct daarop
bestond er voor Zemun geen officieel^
tlijd meer. I t
„Sapristie, dat beteekent veel sterfge
vallen vloor iedereen!" J
En men herinnerde zich de tijden, toen
de laatste cholera Syrmion, Ratsaka en
B.anaas teisterde, de oudsten wisten nog
maakte zijn testamfent en de kerken wa
ren altijd stampvo|l. En proost Stratz-, da
zielzorger, die zoowel bij de Katholieken
ails Prawo-Slaven, bij- Protestanten en Jo
den bemind en vereera was, lachte en
benutte zijn tijd, werkte de- menschen op
hun gemoed en werkcfrijik: zelden werd er
minder gezondigd iu de stad als in deza
dagen van angst. i
Wol verwierp: de eerw. heer Staat-z
ieder bijgeloof, maar bij stond m'achtelllooa
Somlmjigen péeenden, dat het de geesten uit
„BumaUsti keiler" waren....
De Bumlmistikeliler, dat wist iedereen,'
was de piaats waar aille booze geesten
bijeenkwamen, want het ligt vlak onder
het kerkhof en zelfs de eigenaar waagde
het slechts, wanneer de Franciscanen voor
het eten luidden, zijn wijnkelder te betre
den. Maar het café „De Twee Boeren" hjajd
altijd den besten wijn. En Bummbti, ja,
steeds struikelde men, wanneer mfen daar
voorbijging, en zelfs mijn zuster Kreeg
geen slaag, affis zijf mij juist daar. toen ik
nog niet loopen kon, ophief en op mijn
neus liet vallen.
D-uss onrmdgen mteenden, dat het de
geesten uit den BumlmBtilkaljler waren,
anderen beweerden, dat het aan vampier
was maar a®en waren het er r(v«r eens,
dat er binnenkort veel sterfgevallen zou
den zijn en dat deze ramp1 haar schaduw
op de klok vooruit wierp. Zeker was het,
dat de burgemeester sterven pnioest, Zekér
was het, dat binnenkort het laatste uur
voor meester Blantelij'e zou geslagen Zijn,
het was een feit, dat allien die tot de mar
■gistratuur behoorden uit dit leven moes
ten scheiden.
'Ja, het was zeker.... de heele stad
het was verschrikkelijk want thans was
het al zoo ver gekomen, dat do klllok tel
kens stil stond, hoe dikwijls men ze oo-k
.op gang bracht. Dat was geen menschen-
werk, dat was zeker. En de stad siddwde.
Nu zat -op zekeren dag mijn vader bij
Stratz, ztoo&ls men den dorpsgeestelijke
kortweg noemde en voor hen stond een
der flesschcn, die de proost uit den kol
der onder den kerktoren gehaald had;
want daar, diep verborgen onder de Mei,
bewaarde Stratz heel ouden wijn.
„Jlij Adolf", begon Stratz, „bent toch
van aOflle markten thuis, luister eeins, welk
handwerk ken jiji eigen-lijk niet?"'
„Kleeren flikken", gaf mijn vader la-
k'oniek ten antwoord.
„Dat bedoel ik niet, maar wat denk jij:
van de zaak
„Goed geleefd is beitei' dan Slecht ge
storven. En wij' leven", en daarmee hief
m'ijn vader zijn glas: „op je gezondheid
Stratz!"
.De weide is voor mij|n schapen te
bitter geworden", begon Stratz opnieuw.
„Toch is ze vet genoeg," lachte mijn
vader streek zich over den buik.
„Adolf met de hand op het hart beken,
je bent verder dan hier gewteest, wat
denk je van de klok?",!, c
„Ik denk en geloof en ben de meening
Tast niet in
den blinde
als 't gaat
ER zijn enkele feiten, die ge weten moei, alvorens
te beslissen op welke wijze gij Uw lichaam en
zenuwen nieuwe kracht en energie zult geven.
P pp'sanatogen is geen „geheim" geneesmiddel - het
r Cll j9 een weienschappelijk voedsel, uitsluitend sa-
'tnengesteld uit geconcentreerd melkeiwit en phosphor, de
beide voornaamste bestanddeelen van bloed, zenuwen en
1 spieren.
'p II *Vlet Sanatogen voegt ge extra kracht toe aan de
r eil II. kracht van Uw lichaam, zoodat Uw gezondheid
verbeteren moet. Wetenschappelijke proeven hebben bewe
zen, dat de toeneming van energie reed9 na een 14-daagsch
1 gebruik van Sanatogen opmerkelijk groot is (van 1 5 60 0).
'i. III Duizenden geneesheeren (meer dan 24.000) heb-
reillll. ben schriftelijk verklaard, dat zij van Sanatogen
'in hun praktijk steeds goede resultaten zagen waar het er
'om ging, verzwakking te overwinnen of nieuwe kracht op te
bouwen.
^jr» I'Al deze feiten zullen U duidelijk maken,
conclusie. waarom het bekende Engelsche genees-
kundige tijdschrift „The Lancet schreef:
^„£r is een overvloed van bewijsmateriaal üoor
de waarde van Sanatogen als versterkend en
kracht-opbouwend voedsel'\
ALS^Cij'U^DUS'GEZONDER EN KRACHTIGER
wilt voelen als gij slapte, gebrek aan energie, zenuw
zwakte, wilt overwinnen besluit dan nog heden Sana
togen te gaan gebruiken. Reeds in enkele weken zult ge
de sterkende, krachtgevende werking van Sanatogen op
Uw gestel ondervinden.
'F
SANATOGEN is verkrijgbaar bij alle
Apoth. en Drog. vanaf Fl. 1.- per bus.
toegedaan van
Kerk!
de Christeïijk-Katholieke
in.elvte de
„Dan rijn wij het^eens"
maar, wees nu eens verstandig
nis het zoo voortgaat... selfs Alhalay,
ds rabbijn, zei gisteren tegen me: do
heele Hïek is miesjioggo...."
„En wat :zegt u?"
„Beatus <jiu intelligit super egeniun
et pauperem," z-ooal-s psal|m! 40 zegt. .Wijl
moeten dus iets doen."
Mijn vader Istond op-: „Ergo ad rem
zooals Stratz zegt. Laten Wij' op: hef
magistraatsgebouw KRaiimen!"
Toen klauterden Sltratz en mijn vader
tot groote .ontzetting van allen, die het
zagen, naar den Zolder van het magi-:
straatsgebouw, naar het spokende .uur
werk. i
Nauwelijks hadden wij de zoiderdeur
geopend of een ljizige tocht Woei hen
in het gezicht.
„Dat beteekent?" vroeg Strafz.
„Het tocht!" antwoordde mijn vader.
Toen bekeken beiden eerst hef unrwejrk.
daarna den langen slinger die nu ,wleeg
langzaam heen en weer slingerde. Ver
volgens onderzochten beiden, de geestejlijkte
en vader grondig den vjloer. Haast tege
lijkertijd riepen beiden uit:
uKSjk,, proost, wat is dat.?" zei mijn
vader en Btratz antwoordde„Ja, waar
zijn dan de duveni, die hier een Vene-
tiaansch 'leven leidden
Toen riepen beiden uit: „Aha!" keken
elkaar aan, lachten veelbeteekend en lies
pen -langzaam naar de deur lieten ze in
het slot vallen en keerden dan voor
zichtig en .precies Zoo ver terug, dat zij|
de Mok nog in het oog hielden. En toen
verscheen het spook.
Haast geluidloos gleed iets donkers uif
de bovenste dakvorst tot het uurwerk,
toen een sne-l-te bewoging en hot spook
had den loopen kogel van den sling^r
vast; langzamer ging den slinger en ein-
defl'ijk stond hij stil. Toen breidde de
mysterieuze gast Zijn vleugels weer rut
en verdween geluidloos in het donker van.
de dakvorst. s
,Is er 'n ladder hier!'', riep mljin vadeir,.
„wc zulten den ongeluksprofeet direct,
hebben!'-'
„Brand je de vingers niet, Ado|lf">
riep Stratz.
Spoedig had mijn vader de ladder, ter^-
wijl Stratz naar de burgers ging, die-
zich voor het gebouw v'erzameld hadden..
De proost zette een ontsteld gezicht, hijj
rilde van afschuw.
Toen stamelde hij:
„Wijl hebben den geest van het magj>
straatsgehouw gezien hij' was ver--
schrikkelijkI i 1
Het duurde niet lang of daar kKvnpu
ook mijn vader terug, zijn handen cn go-
zicht waren vojl bloed.
„Die sterft het eerst!" riep iemand uitt
de menigte. Maar ;mSjh vader riöp hee|l
opgewekt:
„Ik denk haast, dat 'We hem laten
teven!"
En toen toonde hijl het verbaasde vjclld i
het spook van liet gebouw, een bui ten-, I
gewoon prachtig exemplaar niet van een
sluier- of kerkuil', maar een volWassén
uil, dien wij' in iZemun den „Uhfuj'1' pocMe'ii-
vc-Ko - -• --c. ™ï,-i Geschiedenis ver-
Verschillende soorten saus.
Het is jammer, dat er in den regel wei
nig aandacht wordt besteed aan de saps,
welke bij een of' ander gerecht Ihoort. Ge
woonlijk iwacht men met het maken van
saus tot de laatste oogenblikken, om dan
nog dikwijls achterwege te worden gela
ten. 'Ein toch hangt er zooveel van de
saus af' wat betreft het aanzien en de
geul' van sommige schotels. Als men ge
legenheid heeft de saus vroegtijdig Iflaar
te maken, kan deze worden warm gehou
den in een klein pannetjte of -emaille bekér,
welke in warm water geplaatst wordt. Op
deze wij,zo zal de saus niet dik worden.
Voor wittesaus moet men uitsluitend wit
vaatwerk gebruiken, dat zeer schoon moe;t
zij'li, daar witte saus gemakkelijk' de
smaak van iets anders aanneemt. Ook
hangt veel af van de vloeistof, welke
voor de versohillendesoorten saus wordt
gebruikt. Voor visch moet het water ge-
bruikt worden, waarin de visch! is gaar-
geikooktdit kan dan later met melk wor-
den aangevuld. Saus, welke voor vleeseh-
epVzen bedoeld is, wordt gemaakt van
vleosohnat of water-, waarin groente is ge
kookt. Melk wordt uitsluitend gebrtuikt
voor witte saus. Bruine saus voor
vleasehispïjizan wordt gemaakt van meel,
dat in warm vet wordt geroerd op het
vuur, totdat het meel begint bruin te
w orden. Vleesohnat of groenteiwater wordt
er vervolgens aan toegevoegd. Dit most
echter bij kleine beetjes geschieden, daar
de saus anders gaat klonteren. Witte saus
wordt, op dezelfde manier gemaakt als
bruine, maar wordt alleen niet gebraden.
Verder wordt de melk ingeroe-rd, totdat
de isaus dik genoeg is, .Voor zoete saius
loan men er dan suiker, eieren- en boter
bijvoegen.
De waarde vau bouillon.
Langzamerhand heeft wel de meening
afgedaan dat bouillon een „krachtig voe
dingsmiddel" zou Zijnbouillon, is geen
d reet voedingsmiddel; bouillon ontleent
zijin waarde aan :zijn s'tsmuleerendf* eigen
schappen. Als aangenaam geurig® Stof,
die de reuk- en de smaakzenuwen prik
kelt, die zelfs vóór ze den mond is bin
nengegaan den liefhebber reeds kan doem
„watertanden", wea-kt bouillon op d-ezeli'de
wijze als de kruiderijen, de speoeiüjien,
de .gebraden of' geroosterde korstjes en
wat er meer aan neuis- en tonigstreelendo
mogelijkheden te vinden zijh. Niet zoo-
dra echter is de bouillon in d-e maag aan
gekomen, of er wordt een veel Wijdere in
vloedssfeer geschapen. De extiactiostoffen
uat den bouillon oefen-en dan n.l. eeh ge-
heimzinnigen invloed uit op het onderste
deei van den maagwand, met dien ver
stande. dat zich daaruit stoffen afscheiden
secretin en die in het bloed, dat den
wand doorvloeit, Worden uitgestort, daar
mede, door het liohaam worden rondge-
voera, om tenslotte ook iweer met heit
bioed in den maagwand terug te komen.
Daar aangeland, prikkelt nu het secres
tinehoudende bloed de maagsapkliertj-es
tot acti viteit, m.a.w. er wordt thans over
vloedig maagsap .afgescheiden. 'Em daar
volgens den beroemden physioïoog Paw-
low eetlust ontstaat tengevolge van sap-
afscbeiding. Vinnen wij' ons voorstellen.
wat trou|wens de ondervinding ons
reeds 'heelt geleerd dat het kopje
bouillon vóór den maaltijd een zeer jgun-
sfcigen invloed zal doen gelden op do-
graag'heid. waarmee het daiarop volgende
voedsel zal worden genomen, cn Dp da
grondigheid waarmee dit voedsel in do
maag zal worden verwerkt. Is dit reeds
een punt van belang voor den normaal
ge20nde.11 menscb, voor den herstellenden
patient met weinig trek vinden we ex -een
des te meer te waardeer,en hulpmii-ddjel in,
dat hem in staat zal stellen de voorge
schreven hoeveelheid voedsel zonder te
genzin op ,te nemen. Niet zonder redetn
maakt deze drank den indruk! als zou er
„kracht" en „versterking" van uitgaan.
Die. „kracht" is, als wij' de Kwestie goed
bekijken, wel niet zoo heel stevig; «0 is
eigenlijk terug te brengen tot een soort
schïj'ngevoel van wat wij' in werkelijkheid
onder energie hebben te verstaan-; maar
dat gevoel is er dan tobh, en wie, .daar
van verstandi-g weet partijl te trekken,
profileert, wel degelijk! van den bouillon,
ook al spelen de bepaalde voedzame ibe-'
standdeelen van het vileesdh1 ex geen- rol in..
De blauwvos-teelt in Duitschlanil.
De directeur vau de blauwv'os-fiu-m H10-
henstein in het Ertsgebergte Wloltér, be
antwoordt i n het vakblad „Deutsche Ptefllz-
tierzüehter" de vraag of -de teelt vbn
blauwvossen 'loonend is. i
HSj stelt voorop dat de eerste pogin
gen met blauwvossen die pp IJsland wa
ren gevangen, mislukt rijn, 'Imlaar dat
kwam qafdat de dieren niet geaefclijmiati-
seerd waren. Wjare er destijds voor ge
zorgd dat dit Wél' het geval' was, dan z(oiu
deze teleurstelling Zij'n uitgebleven, want
de blauwvos acclimatiseert evlen goed ala
de zilvervlos en heeft het voordeejl' dat hij
Igemiddeld 10 jongen werpt, zoodat do
teelt gemakkelijk gaat. IWolk-r stelt ver
der vast, dat het v'el van een bffiauw'vfos
van acht maanden, den teler ge)mïdddM
152 mark kost. Bijl een verkoopsjwijs van
200 mark' zit er dus reeds oen winst op
van 20 pot. eh daar kómt bij| dat de ger
middelde verkoopsprijs Van goede vellen
veel honger is.
iWrfHer acht het 't beste daf men klein
be-gint (met 4r tot 6 paren) en dje faitml
door eigen teelt uitbreidt. Na drie jaar
heeft men dan een .80 a 100 vossen en
Wijl acht Wet 't loonendst de farm op
dat getal te houden. f
Vader: „Jjongmensch de lichten gaan
hier in huis precies pm half ettlfl uit''.
„U kunt ze nu ook wel vastj uitdraaien,
hoor. Zojoveel geef ik' nie-t om het be-l
kijken van uw schilderijen".
Dokter: „En vertel me «eens. hoe voékfes
je je toen je voorihet eerst ziek wtejrd?'T
Platiënt: „Nou dokter, ik vond ,'t reuzen'
dat ik niet naar .school hoefde". I
„Heb je niets te verkóope. Vandaag,
Karei?" ,7'
Kare-1: „Ik hep noig wei' wat in voor
raad, maar vandaag he.p ik' imte Vrijie dbg".
Arbeider (wiens sigaretten op rijn)':!
„'s jonge. Wat zou ik' niet geve as ik een
beetje kon rooke." 1
Bureaux van Redactie en Aj
Telefoon Interlocaal No
Bijkantoor MIDDELBURG
GROOTE WAARDE
VAN PUBLICITEIT
Uit de twee voorafgaande
deze reeks zal het, naax w*j
len,'den tezer wel duidelijk
dat het ideaal; al-geheele
al-le bewapening, vooralsnog
wezenlijk ui g vatbaar is.
trachten na te gaan, hetg
conferentie wèl bereikt ze
denhiertoe zul'len Wijl eer
bereiding van de conferent
eraan voorafging aan een
-wing moeten onderwerpen
grijpiellijkerw(ij|ze na den
[Wereldoorlog niet aan n
ernstige pogingen ontbrokeD
komst zulk een allgeWeene,
onmogelijk te pikken. Voor
jaren na den oorlog ware
den het er roerend over e<
de menschheid nooit mee
overkomen en de goegppte
vrij! algemeen in de iet
meening, dat voorloopig
man het wagen zou een
pp: rijn verantwoording
nog verschrikkelijker zc
gevolgen als de laatste,
lievende stemming is o-a
het protocol van Genève,
kenbondsvergadering in
meene steim|m'en besloot ei
ling had eiken oorlog om..
ken door vreedzame besle
ternationale conflicten voo
Wapengeweld zou slechts
in twee gevallen, n.l. als
verdediging tegen een
aanval en tweedens ingev'
fing van een schuldigen
van den Volkenbond. El
moeten worden beslecht d-
nent Hof van Internationgt
door den Volkenbondsraad
niet tot een beslissing ko
een arbitrale rechtbank,
het verdrag onderteekende
Jiinil 925 bijeen komen
ontwerpen voor een bep
waipening. Van het Ppotoci
is tot nu toe echter in
veell terecht gekomen, al
het niet in werking kon t
niet voldoende staten het
ceerd. Het Keüljogg-pact-
werd geteekend, beeft ever
waarde. Oorsipronkelïjk
verdrag tu-sschen Prankri
Staten, werd het pp vo
'Amerikaanschen staatssec
uitgebreid tot een collect
van de voornaamste ptog
Kellogg-pact, dat alleen
oorlog verbiedt, maar ov
ken oorlog uitsluit, heef
geen practische beteokenis
recto beteekenis voor de
idee waren de vloot-con
na den oorlog rijfn gehoud
hington en te 'Londen,
bijeenkomst, welke in Aj
gehouden en waaraan doo
-heden werd deelgenomen,
pvereensteinjmling tusschen
Engeland en Japan, do<
andere staten, die aan
deelnamen, nj. Frankrijk
over hun onderlinge .mee
niet eens konden worden
minderden de drie Imloigenc
nage met 521jS00 ton, te
muiii (groote kruisers wj
als volgt,Ver. Staten 18
Japan 12. Alleen Bngela
'door al een bezuiniging
lioen pond (toen 720 a
den). Hieruit blijkt wel
der bewapening ook fin.
d
een
O"
67
„Wat heb ik aan een
zoo sterk als een paarc,
blijf, wil ik werken. L
Joan", smeekte hij. „L:
voor den man, dien jij
weet nou, wat een nobele
ikik ben nog niet w
nen te poetsen!"
Joan's gezicht werd
Pete's mond spéelde een
dat zei. Er was nu
in zijn hart noch haat
van was groote bewoif
niet alleen voor zijn
maar ook voor zijn ou
de liefde in zijn besten
had.
„Als je heelemaai
kunnen doen. wat je h
te," fluisterde Joan,
gehoorzamen en geduli
ik je als belooning
de paarden en de hond-
zulke scnattige paarden.
„'En schattige honde;
met een grimmigen
grooten hond wil ik gra
J