c
NI
ZATERDAG 12 DECEMBER 1931
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
II
yfl
r IN HET KRAAIENNEST
Het onweer.
BOEK EN BLAD
ONDERWIJS
ALLERLEI
FEUILLE
Het geheim va
|De voornaamste schuldigen.
In een deel van onze bladen trof ff km
w5j| het volgende bericht aan:
Andermaal hebben de liberalen en de
socialisten, die in den gemeenteraad van
Brussel zetelen, blijlk gegeven van hun
haat tegen de katholieke scholen.
Jaren achtereen reeds hebben ztijj in
broederlijk samengaan de van katholie
ke zij(Ie aangevraagde subsidie vlan
trs. 750.000, voor de vterwarming der
R.-K. scholen, verworpen. Van particu
liere katholieke ztijlde werd dan telkens
het noodige geld gefourneerd.
Ook nu weer hebben liberalen en socia
listen dezelfde houding aangenomen. Toen
het debat over deze kwestie begon, vler-
lieten de socialistische leden de raads
zaal, tot het t'ijld was om te stemlmbn.
Toen deden zlij| een potsierlijke intrede),
om natuurlijk met de liberalen tegen de
subsidie te stemmen.
Enkele uren later had gelukkig het
katholiek initiatief! voor het steunen der
R.-K. scholen zich al weer gemanifes
teerd door het alvast .ter beschikking
van het schoolc'omité stellen .Van ongte-
veer frs. 150.000, afkomstig van particu
liere giften. Tegen het einde Van de
week zal het vereischte bedrag v'an
frs. 750.000 uit dezelfde bronnen bijeen
gebracht zli§n.
Intusschen belet dit niet, dat het ha
telijk optreden van socialisten en libei-
ralen hier meer en meer kwaad bloed
zet, immers, al de burgers betalen ge
meentebelastingen, dus ook voor het on
derhoud der stadsscholen.
Echter gaat dit geld der katholieken
uitsluitend naar neutrale scholen, ter-
wijjl de eigen JR..-K. scholen van hoogst
noodige subsidies gespeend bleven.
Met het aldus t enkoste van de katho
lieken gespaarde geld, maakt dei anti
katholieke coalitie ook nog reelamfe voor
haar eigen iseholen, door de kinderen to
verwennen met cadeaux (vtoor honderden
francs per jaar per kind!) en andere
lokmiddelen I
Een en ander bewiijlst opnieuw, dat de
liberalen „breed denken'' en dat de so
cialisten niet tegen den godsdienst zlijju."
We gelooven dat de meeste onzer mm-
schen die deze ontboezeming lazen, zletei
onvriendelijk hebben gedacht over dio
Brusselsche liberalen en socialisten en
tot. de overtuiging kwamen dat er geen
leelSj'ker mensehen in België's hof- en
hoofdstad vertoeven.
Het ligt. niet in ouze bedoeling de be
krompenheid van de Brusselsche vroedo
vaderen te Verkleinen, maar wel willen
wiiji er op wijzen dat de voornaamste
schuldigen de Brusselsche katholieken zel
ve zijn. Brussel immers is zoo goed als
geheel katholiek. Wanneer iedere: it oom-
sche daar zijn doodgewonen kiezersplietit
deed, zou de gemeenteraad overwegend
katholiek rijn. jL)e meesten onzer geloofs
genoot en zlijju daar helaas te lammenadig
om beginselvast te zlijjn, zij stemtnlen op
wie 't hardste schreeuwt of de gemakke
lijkste leer verkondigt, met het gevolg
dat de katholieke fractie een minderheid
is waar de finkschen over heen loopen.
Prettig is die bejegening niet verdiend
wel en leerzaam ook.
UITKIJK.
hem voortleefde. Hij scheen z'eli's den
naam Montreal te haten. Hakkelend, he
vig teleurgesteld, begon Govert: Ja, ik
kom van ginds, mijn vader was ernstig
i.iek en gaf te kennen, mij: graag nog
eens te zien, alvorens da dood hiem zou
roepen. Gelukkig kwam ik nog op: tijd.
Een week later stierf hij.
Govert had met afgewend gelaat ge
sproken. Zijn stem was schor en beefde.
Hij wachtte, of zijn vader iets zou zeg
gen .piaar daar deze bleef zwijigen, ver
volgde hij
Ik ben goed bevriend met uw, zoon.
Ik 'heb geen zoon ,zei Verhoert stug.
Govert rilde. Zijn adem ging snel.
Ik heb droevig nieuws voor iu, her
nam hij. Hiji is. ziek, de dokters geven
geen hoop. Nu heeft hij mijl verzodit, |u
te vragen, of u kern, de daad zandt willen
vergeven, die (hij, zonder na ta denken,
wat dit misdrijf' voor u zon, beteekenen,
beging? Dertig jaren zijn er ovefheien.
Ik weet, dat hij niet één dag Cheejlt
doorgebracht zonder met wroeging .te den
ken aan het leed, dat hij zijn ouders ihieirft
aangedaan. Ik weet ook, dat zijn vader
'hem, ondanks die vervloeking, steeds nog
dierbaar is.
Schijnbaar onverschillig zei de grijs
aard, terwijl hij zijn pijlp stopte: „voor
mij is hij' j.1 lang gestorven."
De onverschilligheid ontnam Govert al
le hoop op' toenadering. Met kracht moest
hij zich beheerschen, om zijn tranen te
kuHnen weerhouden. Nooit zou vader h-eui
vergiffenis schenken. Hij leek zelfs niet
het minste getroffen door dat bericht, Be
stond er in zijn hart dan geen enkel va
derlijk gevoel meer?
Hij zag hoe de oude man zenuwachtig
zijn handen bewoog. Het scheen Govert
toe, of zijn vader nu een strijd met zich
zelf voerde. Wat zou het einde zijn? Da
hoop in Govert's hart herleefde. Zijn ze
nuwen gespannen, blikte hij hem ter
sluiks aan en kon met moeite bedwingan
den naam van vader uit te spreken.
Plotseling stak de oude man zijn hand
naar hem uit.
Ik dank u voor uw boodschap. Het
spijt me, dat ik zoo halsstarrig ben ge
weest, maar gedane zaken nemen geen
keer. Zeg hem, dat ik, indien ik niet
zoo oud was, naar hem toe zoiu komen,
om hem persoonlijk te zeggen, dat alles
vergeven en vergeten is en dat 't mijn
verlangen is, om hem eenmaal hier bene
den nog eens te kunnen zien. Maar dat
zai wel bij de vrome wensohen blïjiven,
voegde hij er met een zucht bijt
Toen stond 'hij op. en ging voor een
venster staan, den rug naa.r zijn zoon.
Bescherm Uw keel L
verzorg haar dagelijks - gor-
gel droog metj'rtgwÉcït
25, 45 en 65
Govert beefde van geluk. Dit was de
zoo lang _verbeide vergiffenis. Maar hoe
moest hij zich nu bekendmaken?. En hoe
zou vader dat verzinsel opnemen? Het
als een nieuw bedrog .beschouwen, mis-
sdhien
Meneer Verheert wachtte in spanning.
Een glimlachje speelde om zijn lippen. Of
hij zijn jongen niet herkend had? Welke
vader zou de trekken van zijn kind ver
geten? Hij dacht: Ik ben benieuwd hoe
hij zich uit die lengen redden zal. De
slimmerik! Dat was natuurlijk om pools
hoogte te nemen.
Toen voelde hij een hand op zijn arm
en bijna fluisterend stamelde Govert:
Uw woorden bemoedigen mij. Ik, ik
heb een vreeselijke leugen verzonnien, om,
om, uw zoon is niet ziek. Ik,, ik ben Go
vert, vader!
M'n jongen, klonk het ontroerd.
Een lange, warme handdruk werd ge
wisseld en met tranen in de oogen ver
volgde de oude man
Ik dank God, dat je gekomen bent,
Govert. Ik had je al lang willen schrij
ven. maar je weet, m'n kop buigt niet
gemakkelijk. Dit is een leelijlke- kwaal
waardoor ik wellicht even veel geleden
heb als jij, maar ik was niet Sterk
genoeg om ze te overwinnen. In mijn
hari heb ik je al jaren vergiffenis ge
schonken. ik en je moeder...
„Gelderlander".
Den geheelen d^r was het drukkend
heet, de zon brandde en blakerdei on
barmhartig fel op- de hoofden der land
lieden. De oogst was in vollen ,gan,g.
Geen windje bracht eenige verktoeling on
der de mensohen, die haast beizWek'en
louder de schier ondraaglijke hitte.
Ondanks de geweldige warmte wilde
ik tioóh. mijn dagelij'ksche wandeltocht
niet verzuimen. Ik verliet, alleen - djoor
mijn ihiond vergezeld, ongeveer 4 uur na
den middag mijn waning en zocht 200
spoedig mogelijk het schaduwrijke, koele
boscli te bereiken.
Om 5 uur vertoonden zich de eerste
voorboden van het naderend onweer aan
deu Oostelijken horizon. Eenige donkere
wolken stapelden zioh onheilspellend bo
ven de bergtoppen op en een gedempt
waarschuwend gerommel 'drong uit 'de
verte in mijn oor.
Vlug begaf ik mij opi weg, naar buis.
Ik wast dat een uit het 0,ostien komend
.onweer in deze bergen altijd gevaarlijk
werd. Op de velden werkte men met
kportsaehtigen haast. Het ratelen der
h,ooikarren, zweepslagen en de tot Spoed
aanmanende uitriepen der ongeduldige
voerlui drongen tot mij door in de bor
gen. Nauwelijks b-evond ik mij: aan den
rand van het woud of daar vielen de
eeiste druppels. Zware dikke druppels
vieien met geweld .op de bladei'en der
boomen. Om de bergtoppen flitsten de
bliksemstralen.
Om in het dorpn te komen moest ik nog
een gr.ooten 'heuvel passeeren, die- op zijn
topi niets, anders had staan dan kleine
dennen-aanplanting, van middelmatige
11,oogt e omgeven door aardaptpri- en koren
velden. Achter de aanplanting lag een
klein gehucht bestaande uit ongeveer 7
dubbele huizen, die de directie van een
nabijgelegen mijn na het einde van den
oorlog bouwen liet. De huizen iwnren
alle uitfluitend door mijnwerkers be
woond.
Op weg naar de dennsnaanp'thnling
brak het onweer plotseling met volle
kraoht los. Onheilspliend snel kwamen de
wolkenmassa's naderbij Ik ben nooit
oang geweest voor -een onweer, maar
beschouwde het steeds als een der ineler-
lijkste naluurlooneelen. Een ander zou
zich wellicht, wanneer hij zich in mijn
pilaats bevond, plat op den -grond gewor
pen hebben, want dat is in het open veld
ongetwijfeld het beste wat men doen
kan. Maar ik liep verder, geheel on
der den indruk van het geweldige
schouwspel. Mijn hond trippelde villuig
voor mij uit. Wijl wilde na,ar hui-s. De
regen werd heftiger. Iedere druppel voel
de il; opi mijn huid. want wegens de hitte
had ik jas noch overjas meegenomen.
Toen ik in het dennenboschje kwam.
had ik echter mijn plan. ondanks regen
en onweer toch naar het dorp te gaan.
reeds opgegeven. Het was intusschen
zeer donker geworden en op iedere blik
semflits volgde oagenblikkelijk de mach
tige stem van den donder. De regen viel
bij stroomen. Ik Zocht beschutting onder
de dennen, maar toen ik aan den anderen
kant der aanplantinig door de stormen
heen de huizen der kolonie bespeurde,
ging ik daar op- af.
Ik gingin het eerste huis binnen, de
deur stond open. In de deuropening werd
ik ladhiend ontvangen door een jonge
man. een kennis van mij, die hier ook een
schuilplaats voo hert onweer gezocht Ihad.
Tn de keuken, die vlak naast de gang
la.g, bevond zioh de vrouw des, huizes met
haar kinderen. De man was er niet. De
kinderen liepen op mijn hond toe, die zich
brul aal en driest direct 111 de keuken
begaf' en zij speelden en stoeiden m-et Wet
bezit. Ik bleef' met den jongen man in
de deur staan.
Plotseling volgden kort achter elkan
der drie vreeselijke slagen. De ruiten
rinkelden en de bliksemstralen verspreid
den telkens 'n fel, angstig, licht. Nu
werd het stil in de keuken. Toen ik me
omkeerde bemerkte ik een brandende
kaars op ,de keukentafel. De kinderen
knielden op den grond, de moeder zat
opi een stoel en hield haar kleinste op
d r schoot. Door het kraken van den
donder en het plassen van den regen
drongen onophoudelijk de woorden tot
me door„God beware ons God
Bankroover: „En nou motte we nio-g
wat klein geld hebbe voor de tram!"
Tij'dens de uitvoering van -liet amateur-
tooneelgezelscliapi:
„W aarom -staan die spelers zoo onvast
op- hun voeten?,"
„Na afloop1: is er bal, en nu deuk' ik
dat de man die de vloer moest wrijven,
hem een beetje te glad heeft gemaakt."
Gooohelaar (tijdens een nitv-oeriug in de
gevangenis): „Allemaohies. Daar hebben
ze me horloge gerold."
Bedacteur van een Mexieaansoh blad:
,,W anneer zal er nu toch eindelijk eens
iets gebeuren'?," 1
beware ons 1
God beware ons Deze drie woorden
ontroerden me tot in mijn ziel. Dé
kinderen baden ze hardop jen fjmcekend
met vurigheid en innigheid.
De jongeman aan mijn zijde zweeg,
het lachen bestierf op» zijn lippen; er
werd geen woord meer lussclien ons ge
wisseld. Ineens besloop me een wonder
lijk gevoel, angst maakte zich van mij
meester; ik dacht eraan, hoe bij: een
onweer een ongeluk in 11 ondeelbaar
oogenblik, in 11 duizendste seconde, ge
schied is, de zichtbare bliksem treft niet
meer, de getroffene ziet de vuurstraal die
hem neerlegt nietHeit was mij, alsof
er in het volgende oogenblik iets vree-
seliiks moest gebeuren. Opgewonden ging
ik van de deur wag en doed /©enige
passen naar de keuken; ik was er Wet
liefst binnengegaan en had deelgenomen
aan het gebed dier moeder en ha-ar klei
nen; alleen 'dio gedachte, daar alls vreem
deling te 'storen, hield mij terug. Ik
ging weer naast don jongeman in' do
deur staan.
„God beware 'ons
Weer troffen deze drie woorden do,or
liet lawaai dor razende natuur mijn oor.
Mi, 11 angst werd grootor; ik beproefde
mij mei alle macht daartegen te verzot
ten, maar 'net was onmogelijk. Nog nooit
had ik me zóó angstig gevoeld bij een
onweerwaarom juist nu-
Vreemd Ik 'ging woei* terug in de
gang. zocht instinctmatig 11 laar beschut
ting mijn opwinding werd steeds groo-
Ier, liet onweer werd heviger en heviger
nerveus liep ik in de gand he.en en weer;
toen ging ik op de onderste treden van
den houten 'trap-, die zich vlak naast
de deur bevond, zittenik nam jn'-n
h-oecF van het- 'hoofd en murmelde wat-
de biddenden in de keuken„God! be
ware. ons!" "Wamt ik was me bewust,
!di:t ik in de volgende minuten Goda
hulp inoodig had.
De Ijongeman 'sjtond nog pltijd in da
deur en ke,ek buiten in d-e op Igewon-den
razende natuur. Ik we,et niet, hoe ik
ertoe kwam hem te verzoeken, toch de
deur ite sluiten ,en in de gangto komen;
iets scheen mij voortdurend voor de dour
te waarschuwen. Do man deed z® dan
ook direct toe en kwam enkele piassen
de gang is.
Plotseling deed 'n geweldige slag Jhe.t
heele huis sch|udden E011 vuurstraal
schoot van de deur uit dooi' de gang;
in alle hoeken kraaklte en splinterde
'liel een gloeiend-hoete .stroom- raakte
mijn verstijfd -lichaam Uit de keuken
klonken gillen en kraton! Slechts één
gedachte schoot me door het 'hoofd: ge
troffen Ik was niat in staat, me te
verroeren; in mijn hoofd ruischte. en
bruischte het. dat is liet- einde, dacht
ik op dat oogenblik.
Toen herstelde ik me echterMijn
handen tastten werktuigelijk over gezicht,
armen, borst, beenen; ik 'leefde nog!
Misschien was ik slechts gedeeltelijk ge
troffen; ik bewoog het hoofd, ook dat
ging noggoddankIk voelde 'n tril
ling van vreugde over me komen
gered Mijn armen l'unetionneerden ook
nu nog ,de beenen bewegen ook dat
ging. Ik kon dus, niet getroffen- zijn.
Maar nu hoorde ik kreten en zag, 'hoe
de jongeman door 9tof en rook de keu
ken binnenstormde; zou daaar iemand
getroffen zijn? Ik sprong op en ijlde
over stukken steen de banken in
De kinderen schreiden -hardop' en riepen
„God beware ons!" De. vrouw' zat sidde
rend en doodsbleek op haar stoel en
drukte hethei'tig schreiend kind tegen
hare borst. Maar niemand was getrof
fen. Mijn hond zat stijf in een hoek en
drukte angstig zij 11 snuit te-gen den grond.
Een bijtende zwavelreuk vervulde 't
huis. Zou het ergens branden?
Ik ging weer in de gang. Juist boven
den dwarsbalk der huisdeur bevond zich
een groot gat in den steen,"n muur van
het huis. Het bovenste gedeelte, der deur
was versplinterd, de gebarsten planken
hingen erbij. De electrische licht,leiding
was vernield. De stukken lagen in de
gang. Maar het brandde nergens.
De jonge man had het er ook' goed af
gebracht. Alleen zijn haren .waren «enigs
zins geschroeid en oen stukje draad was
in de hoofdhuid gedrongen.
Buiten 'huilde nog altijd de ontketende
natuur en nog altijd raasde en kraakte
hef boven ons. De regen viel in stroo.-
men en sloeg tegen de ruiten. he,t, leek
wel een wolkbreuk.
Ik stak de kaars, die bij het inslaan
uitgegaan was, weer aan. De vrouw be
gon met zaChte bevende stem opnieuw
te bidden, de heldere kinderstemmen ant
woordden ook weer.
Het was een eenvoudig ge-bed, maar
een gebed van dankbaarheid dat uit den
diep'sten grond des 'harten opwelde. Want
liet was toch wel een wonder, dat nie
mand van ons door den do-odelijken straal
getroffen was. Ongeveer -een meter boven
mijn hoofd was hijl ingeslagen. Waren
wij een minuut langer in de deur blijven
staan, dan hadden wij zeker niet meer tot
de levenden behoord.
Wij 'hadden een goeden engelbewaarder
go-bad. Het „God bewaar ons" der
moeder en hare kinderen klonk mij' nog
in de ooren toen ik een uur later (het
huis verliet en door de mij rustige en
gereinigde natuur mijn woning binnen
trad.
De Heraut van het H. Hart.
Een keurig besluit van jaargang 1931.
Ook dit Dec.-numiner staat weer op ho,og
peil. De bekende redacteur vau „De
Maasbode", pater Hyacinth Hermans, be
licht voortreffelijk de Algemeene Inten
tie: „Het, bioscoopgevaar". Er zijn groote
moreele en sociale gevaren aan den bios
coop verbonden. Zijn ze wel te bestrij
den? Pater Hermans ziet maar één weg:
een eigen Katholieke bioscoop'. Een eigen
goede filmproductie, op internationale ba
sis, behoeft en mag geen nieuwe, charita
tieve, maar moet en kan een lucratieve
onderneming zijn!"
De Duitsohe Missioloog schrijft een
markant artikel voor „De Heraut" over
de Missie-intentie: „Het gevaar van voor
uitgang van den Hindoeschen godsdienst".
Pater Kea'a oproep- om steun aan de
werkloozen ,zal velen uit het hart gegre
pen zijn. Bij|zonder sympathiek,
o Mozart was een diepi-ernstig en kinder-
li,k-geloovig man. Pater Mengelberg wij'st
daar op. naar aanleiding /van het feit,
dat dit jaar de 175ste verjaardag van
Mozart gevierd wordt. Pater Kannegiete-r
stelt ihet profane Sinterklaas eventjes
j akkend tegenover het hoogge,wijde Kerst
feest. De gebruikelijke interssante ru
brieken Uit Rome door S. (wie is dat
looli? De schrijver sóh|ijnt goed op, de
hoogte), Uit 's Hecren Leven en Lijden
door dr. J. Simons,. S.J., Voor de kinderen
door de Contemplatieve van Betiianië,
de versjes enz. iz-ijn de moeite, van het
lezen waard. Treffend is, ongetwijfeld
ook die brief van een geneesheer aan den
Redacteur.
-- -
Feiten en eijEevs uver schoei en ouderwijs.
VI
I11 d-e vorige onder dit -hoofd verschenen
artikelen hebben wij ons bezig ge-houden
m-et enkele vragen, do organisatie van ons
■volksonderwijs betreffende: het aantal
scholen, die grootte der scholen en dc
richtingsverschillen welke zioli, op- dit ter
rein openbaren.
Vandaag laten wij ons door d-e Sta
tistiek van Inet Gewoon- en Uitgebreid
1 ager Onderwijs in het interne, school
leven binnenvoeren. Wij willen, door deze
uitgave voorgelicht, in dit en het vol
gend artikel enkele punten besproken',
welke voor den gang van het onderwijs
van onmiddellijke beteekenis zijn.de
aanvang van het schooljaar, de duur van
den cursus, het aantal leerjaren va.n 'het
leerplan, de leerstof, de schoollokalen,
de hulpmiddelen bij het onderwijs, enz.
Vooreerst iets over het begin van het
schooljaar. Ten aanzien van- dit punt
openbaart ziek een verschil tussolipn da
stad -en het platteland. Vele groote-stads-
«n-enscli.cn weten niet -anders dan dat 'het
schoolbodrijf in September weer begint.
Dat brengt het levensrytihme der Btad
zoo m-cde. B-lijkens de statistiek -hervat
ten in de gemeenten met moer dan
20.000 inwoners de meeste scholen met
September haren arbeid. Daarnevens is
er een aantal stadsscholen, dat reeds
in Augustus begint. In de grootste ste
den vindt men een niet-onbelangrijk getal
scholen, waar in liet voorjaar leerlingen
worden geplaatst. Op het pilatiteland van
gen verreweg de meeste scholen in hef,
voorjaar aan. Hiervoor besta-at goeden
grond. Men zendt de kleine kinderen- het
liefst in het zachte jaargetijde voor het
eerst ter school en men ziet de oudere
leerlingen gaarne vrijkomen vóór het be
gin van de z-om-ercampagne. Ma-ar 1111
stellen de statistische gegevens ons voor
een probleem, waarvan de inleiding tot
de statistiek .geen oplossing weet te geven.
Waarom beginnen in Friesland 70 van
de 100 -schol-en in April en daarentegen
In de nabuurprovinciën Groningen en ook
Drenthe respectievelijk' 66 ,®/o en 88 0/0
der scholen in Mei.?, (En waarom heeft
men in Gelderland hoofdzakelijk voor
April gekozen, terwijl men in Zeeland
aan Mei den voorkeur geeft?) Mocht
een van de lezers op* „deze vragen een
antwoord weten, laat- hiji dan niet ver
zuimen zijn inzicht aan het Centraal
Bureau voor de Statistiek (afd. Onder-
wij's-statistiek) mede te deelen.
De cursusduur der meeste scholen is
12 maanden. Vroeger waren er veel scho
len - die elke (i maanden bevorderden. Dal;
had dit voor, dat een leerling minder
bezwaarlijk eens een keer kon doublec-
ren. Hij verloor dan slechts een half
jaar. Enkele scholen, zooals die voor
schipperskinderen, met een sterk vlot
tende bevolking, kunnen geen bepaalden
cursusduur aaugeveu. Zij vormeu een
continubedrijf,
De wet stelt als regel, dat heit gewoon
lager onderwijs in tenminste zeven ach
tereenvolgende leerjaren wordt gegeven.
Bijna 3 °/o van de scholen heeft een lan-
geren duur. Dit aantal is gering verge
leken met dat, waar met tminder leer
jaren wordt volstaan. Bijzondere geval
len buiten beschouwing gelalen, zijn dit
scholen met zes leerjaren. De Kroon
heeft daar gelegenheid om op andere wijze
aansluitend onderwijs in het zevende leer
jaar te ontvangen voldoende verzekerd
geacht. Zoo heeft men vooral bij' bet
openbaar onderwijs vele centrale zevende
leerjaren. Bij het bijlzonder onderwijs doet
zich de gelegenheid tot Ipefc vormen daar
van minder voor. De u.l.o-scholen duren
meestal drie jaren.. Van deze scholen
hoeft thans 37 0/0 een vierjarigen cursus.
Speculatie in 1672.
I11 het archief' van het kasteel Ohan-
iilly, eertijds het huis van de prinsen
van Condé, uit een zijtak van het ko
ningshuis der Bourbons, berust een eil-
riéuse brief, gedateerd 20 Augustus 1672.
De brief was verzonden uit Amsterdam.
De Prins van Condé, de groote
Oondó had, als slim sp:-eculant, dadelijk
ingezien, dat de oorlogsverklaring van
z'i,n koning aan onze Republiek (April
1()72\ een geweldige débacle op- de Am-
st-erdamsche beurs zou geven. „Koopen te
gen die lage koersenvooral actiën O. I.
Compagnie" schrijft hij) aan zijn corres
pondent of zijn bankier in Amsterdam.
De beurs herstelde zich vrij spoedig-
Daar komt op 20 Aug. de lijding van den
pnoord opi de gebroeders De Wit. Condé's
bankier raadt in zijn brief' v'an, 20 Aug.
aan: „Verkoopen! Ik verwacht lagere
koersen".
Zou Condé nog verdie'nd hebben'?
Bureaux van Redactie en Ac
Telefoon Interlocaal No. 2C
Bijkantoor MIDDELBURG
groote waarde
van publiciteit
De Avro in 't gewt
De voorzitter van den K
volgende verklaring aan
gelegd:
Met grooten ophef wordt
nummer van „De Radiobode
maakt van een brief, dien m<
der faire wijze in handen h<
en die eenigen tijd voor de
van het zendtijdbasluit naar
van Waterstaat werd gezon
brief moet n.l. blijken, dat
voor den drang der rechtsch
zweken is en dus.... (deze „1
nend) een verkeerd besl^
heeft. (Wat rechts immers
niet goed zijn).
De zaak is deze: „Het
in bezit gekomen (hoe?) va
advies door den Rxdixraxd
ter overhandigd aangaande
deeling, publiceerde dit. N.
van deze bekendmaking, 1
voorzitter der N.C.RA. 11a
ter om 'hem mede te doelen,
ren de rechtsche radiogroe;
advies 'hadden. Het was m
publiceerd en niemand za
voorzitter het recht pntkenn
ren in te dienen. De min
hem daarop die bezwaren
hem op- te zenden en zijrn
ia zendtijdverdeeling op p'
sen.
De minister- heeft toen
om zioh te laten inlicht
hij wil en vooral door per
de praktijk van den omr
zijn. Dit is geschied en ds
ter van den K.R.O. zich 11
gen van den heer v. d. I
eenigen, plaatste ook hij z
den bewusten brief.
De bezwaren tegen het
Radioraad, door „Het Han
blioeexd, waren tweevoud
De rechtsche radiogroepf
cip-ieel niet accoord gaan m
waarbij zij bij de linksche
gesteld.
Het tweede bezwaar w
van een algemeen progr
staat de volgende bemerki
grijpen wij de groote moei
v 001' de regeering zioh zi
beseffen wij, dat wij als
ook onzerzijds zhover 11
gaan met concessies om 1
gende oplossing te komen
Excellentie in dezen ©ei
beroep- op ons deed, meen
roep: niet te moeten afw
klaren ons bereid, zij he
angstig hart, in een ge
aan onze groepen toe te
een programma van algei
te broadcasten", enz.
Het p rincipieele bezwa
handhaafd, 'het andere pri
voorwaarden die iedere 0
ten apprecieeren, dat zij
onafhankelijkheid onaamge
algemeen programma zou
zich zelf verzorgen.
Dan gaat de brief voor
van de in dit schrijven v
"ling is, dat .Uwe Excelle
raad niet behoeft te des
advies van dit college
volgt. Immers er wordt
wijziging gebracht in de
zijn van oordeel, dat hoev
niet alles -geeft, waaro
groepen hadden gehoopt
pieel recht doet en de
tussehen de omroeren va
er door bevestigd word
In geheel dit schrijve
rechtsche groepen niets f
rechtsgelijkheid, die zich
tijdverdeeling.
-r- 51 -
Pete antwoordde niet
hij op: en liep heen.
„Hier, zeg moet jij'
juffrouw Smith.
Pete -schudde het ht
gc-r."
„Waar ga je heen?"
schijnbaar achteloos.
„Nergens ill wan
zeekant en loopi Joan
„Zeg haar dat ze
krijgt!" riep- juffrouw
weer achter in den
<lween.
Haar echtvriend kee
verdwenen was, kloptt
Lijp, stopte hem opni-
weer aan.
„Het is toch "wonder
°I'i „het is toch wonde
ue aap van een meid
overd heeft; er is et
circus, die zijn leven i
willen geven en dan t
kaar zoo* [zielsbedroefd
den weg naar Dover v
„Het is het eenige