c NI ZATERDAG 12 DECEMBER 1931 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT II yfl r IN HET KRAAIENNEST Het onweer. BOEK EN BLAD ONDERWIJS ALLERLEI FEUILLE Het geheim va |De voornaamste schuldigen. In een deel van onze bladen trof ff km w5j| het volgende bericht aan: Andermaal hebben de liberalen en de socialisten, die in den gemeenteraad van Brussel zetelen, blijlk gegeven van hun haat tegen de katholieke scholen. Jaren achtereen reeds hebben ztijj in broederlijk samengaan de van katholie ke zij(Ie aangevraagde subsidie vlan trs. 750.000, voor de vterwarming der R.-K. scholen, verworpen. Van particu liere katholieke ztijlde werd dan telkens het noodige geld gefourneerd. Ook nu weer hebben liberalen en socia listen dezelfde houding aangenomen. Toen het debat over deze kwestie begon, vler- lieten de socialistische leden de raads zaal, tot het t'ijld was om te stemlmbn. Toen deden zlij| een potsierlijke intrede), om natuurlijk met de liberalen tegen de subsidie te stemmen. Enkele uren later had gelukkig het katholiek initiatief! voor het steunen der R.-K. scholen zich al weer gemanifes teerd door het alvast .ter beschikking van het schoolc'omité stellen .Van ongte- veer frs. 150.000, afkomstig van particu liere giften. Tegen het einde Van de week zal het vereischte bedrag v'an frs. 750.000 uit dezelfde bronnen bijeen gebracht zli§n. Intusschen belet dit niet, dat het ha telijk optreden van socialisten en libei- ralen hier meer en meer kwaad bloed zet, immers, al de burgers betalen ge meentebelastingen, dus ook voor het on derhoud der stadsscholen. Echter gaat dit geld der katholieken uitsluitend naar neutrale scholen, ter- wijjl de eigen JR..-K. scholen van hoogst noodige subsidies gespeend bleven. Met het aldus t enkoste van de katho lieken gespaarde geld, maakt dei anti katholieke coalitie ook nog reelamfe voor haar eigen iseholen, door de kinderen to verwennen met cadeaux (vtoor honderden francs per jaar per kind!) en andere lokmiddelen I Een en ander bewiijlst opnieuw, dat de liberalen „breed denken'' en dat de so cialisten niet tegen den godsdienst zlijju." We gelooven dat de meeste onzer mm- schen die deze ontboezeming lazen, zletei onvriendelijk hebben gedacht over dio Brusselsche liberalen en socialisten en tot. de overtuiging kwamen dat er geen leelSj'ker mensehen in België's hof- en hoofdstad vertoeven. Het ligt. niet in ouze bedoeling de be krompenheid van de Brusselsche vroedo vaderen te Verkleinen, maar wel willen wiiji er op wijzen dat de voornaamste schuldigen de Brusselsche katholieken zel ve zijn. Brussel immers is zoo goed als geheel katholiek. Wanneer iedere: it oom- sche daar zijn doodgewonen kiezersplietit deed, zou de gemeenteraad overwegend katholiek rijn. jL)e meesten onzer geloofs genoot en zlijju daar helaas te lammenadig om beginselvast te zlijjn, zij stemtnlen op wie 't hardste schreeuwt of de gemakke lijkste leer verkondigt, met het gevolg dat de katholieke fractie een minderheid is waar de finkschen over heen loopen. Prettig is die bejegening niet verdiend wel en leerzaam ook. UITKIJK. hem voortleefde. Hij scheen z'eli's den naam Montreal te haten. Hakkelend, he vig teleurgesteld, begon Govert: Ja, ik kom van ginds, mijn vader was ernstig i.iek en gaf te kennen, mij: graag nog eens te zien, alvorens da dood hiem zou roepen. Gelukkig kwam ik nog op: tijd. Een week later stierf hij. Govert had met afgewend gelaat ge sproken. Zijn stem was schor en beefde. Hij wachtte, of zijn vader iets zou zeg gen .piaar daar deze bleef zwijigen, ver volgde hij Ik ben goed bevriend met uw, zoon. Ik 'heb geen zoon ,zei Verhoert stug. Govert rilde. Zijn adem ging snel. Ik heb droevig nieuws voor iu, her nam hij. Hiji is. ziek, de dokters geven geen hoop. Nu heeft hij mijl verzodit, |u te vragen, of u kern, de daad zandt willen vergeven, die (hij, zonder na ta denken, wat dit misdrijf' voor u zon, beteekenen, beging? Dertig jaren zijn er ovefheien. Ik weet, dat hij niet één dag Cheejlt doorgebracht zonder met wroeging .te den ken aan het leed, dat hij zijn ouders ihieirft aangedaan. Ik weet ook, dat zijn vader 'hem, ondanks die vervloeking, steeds nog dierbaar is. Schijnbaar onverschillig zei de grijs aard, terwijl hij zijn pijlp stopte: „voor mij is hij' j.1 lang gestorven." De onverschilligheid ontnam Govert al le hoop op' toenadering. Met kracht moest hij zich beheerschen, om zijn tranen te kuHnen weerhouden. Nooit zou vader h-eui vergiffenis schenken. Hij leek zelfs niet het minste getroffen door dat bericht, Be stond er in zijn hart dan geen enkel va derlijk gevoel meer? Hij zag hoe de oude man zenuwachtig zijn handen bewoog. Het scheen Govert toe, of zijn vader nu een strijd met zich zelf voerde. Wat zou het einde zijn? Da hoop in Govert's hart herleefde. Zijn ze nuwen gespannen, blikte hij hem ter sluiks aan en kon met moeite bedwingan den naam van vader uit te spreken. Plotseling stak de oude man zijn hand naar hem uit. Ik dank u voor uw boodschap. Het spijt me, dat ik zoo halsstarrig ben ge weest, maar gedane zaken nemen geen keer. Zeg hem, dat ik, indien ik niet zoo oud was, naar hem toe zoiu komen, om hem persoonlijk te zeggen, dat alles vergeven en vergeten is en dat 't mijn verlangen is, om hem eenmaal hier bene den nog eens te kunnen zien. Maar dat zai wel bij de vrome wensohen blïjiven, voegde hij er met een zucht bijt Toen stond 'hij op. en ging voor een venster staan, den rug naa.r zijn zoon. Bescherm Uw keel L verzorg haar dagelijks - gor- gel droog metj'rtgwÉcït 25, 45 en 65 Govert beefde van geluk. Dit was de zoo lang _verbeide vergiffenis. Maar hoe moest hij zich nu bekendmaken?. En hoe zou vader dat verzinsel opnemen? Het als een nieuw bedrog .beschouwen, mis- sdhien Meneer Verheert wachtte in spanning. Een glimlachje speelde om zijn lippen. Of hij zijn jongen niet herkend had? Welke vader zou de trekken van zijn kind ver geten? Hij dacht: Ik ben benieuwd hoe hij zich uit die lengen redden zal. De slimmerik! Dat was natuurlijk om pools hoogte te nemen. Toen voelde hij een hand op zijn arm en bijna fluisterend stamelde Govert: Uw woorden bemoedigen mij. Ik, ik heb een vreeselijke leugen verzonnien, om, om, uw zoon is niet ziek. Ik,, ik ben Go vert, vader! M'n jongen, klonk het ontroerd. Een lange, warme handdruk werd ge wisseld en met tranen in de oogen ver volgde de oude man Ik dank God, dat je gekomen bent, Govert. Ik had je al lang willen schrij ven. maar je weet, m'n kop buigt niet gemakkelijk. Dit is een leelijlke- kwaal waardoor ik wellicht even veel geleden heb als jij, maar ik was niet Sterk genoeg om ze te overwinnen. In mijn hari heb ik je al jaren vergiffenis ge schonken. ik en je moeder... „Gelderlander". Den geheelen d^r was het drukkend heet, de zon brandde en blakerdei on barmhartig fel op- de hoofden der land lieden. De oogst was in vollen ,gan,g. Geen windje bracht eenige verktoeling on der de mensohen, die haast beizWek'en louder de schier ondraaglijke hitte. Ondanks de geweldige warmte wilde ik tioóh. mijn dagelij'ksche wandeltocht niet verzuimen. Ik verliet, alleen - djoor mijn ihiond vergezeld, ongeveer 4 uur na den middag mijn waning en zocht 200 spoedig mogelijk het schaduwrijke, koele boscli te bereiken. Om 5 uur vertoonden zich de eerste voorboden van het naderend onweer aan deu Oostelijken horizon. Eenige donkere wolken stapelden zioh onheilspellend bo ven de bergtoppen op en een gedempt waarschuwend gerommel 'drong uit 'de verte in mijn oor. Vlug begaf ik mij opi weg, naar buis. Ik wast dat een uit het 0,ostien komend .onweer in deze bergen altijd gevaarlijk werd. Op de velden werkte men met kportsaehtigen haast. Het ratelen der h,ooikarren, zweepslagen en de tot Spoed aanmanende uitriepen der ongeduldige voerlui drongen tot mij door in de bor gen. Nauwelijks b-evond ik mij: aan den rand van het woud of daar vielen de eeiste druppels. Zware dikke druppels vieien met geweld .op de bladei'en der boomen. Om de bergtoppen flitsten de bliksemstralen. Om in het dorpn te komen moest ik nog een gr.ooten 'heuvel passeeren, die- op zijn topi niets, anders had staan dan kleine dennen-aanplanting, van middelmatige 11,oogt e omgeven door aardaptpri- en koren velden. Achter de aanplanting lag een klein gehucht bestaande uit ongeveer 7 dubbele huizen, die de directie van een nabijgelegen mijn na het einde van den oorlog bouwen liet. De huizen iwnren alle uitfluitend door mijnwerkers be woond. Op weg naar de dennsnaanp'thnling brak het onweer plotseling met volle kraoht los. Onheilspliend snel kwamen de wolkenmassa's naderbij Ik ben nooit oang geweest voor -een onweer, maar beschouwde het steeds als een der ineler- lijkste naluurlooneelen. Een ander zou zich wellicht, wanneer hij zich in mijn pilaats bevond, plat op den -grond gewor pen hebben, want dat is in het open veld ongetwijfeld het beste wat men doen kan. Maar ik liep verder, geheel on der den indruk van het geweldige schouwspel. Mijn hond trippelde villuig voor mij uit. Wijl wilde na,ar hui-s. De regen werd heftiger. Iedere druppel voel de il; opi mijn huid. want wegens de hitte had ik jas noch overjas meegenomen. Toen ik in het dennenboschje kwam. had ik echter mijn plan. ondanks regen en onweer toch naar het dorp te gaan. reeds opgegeven. Het was intusschen zeer donker geworden en op iedere blik semflits volgde oagenblikkelijk de mach tige stem van den donder. De regen viel bij stroomen. Ik Zocht beschutting onder de dennen, maar toen ik aan den anderen kant der aanplantinig door de stormen heen de huizen der kolonie bespeurde, ging ik daar op- af. Ik gingin het eerste huis binnen, de deur stond open. In de deuropening werd ik ladhiend ontvangen door een jonge man. een kennis van mij, die hier ook een schuilplaats voo hert onweer gezocht Ihad. Tn de keuken, die vlak naast de gang la.g, bevond zioh de vrouw des, huizes met haar kinderen. De man was er niet. De kinderen liepen op mijn hond toe, die zich brul aal en driest direct 111 de keuken begaf' en zij speelden en stoeiden m-et Wet bezit. Ik bleef' met den jongen man in de deur staan. Plotseling volgden kort achter elkan der drie vreeselijke slagen. De ruiten rinkelden en de bliksemstralen verspreid den telkens 'n fel, angstig, licht. Nu werd het stil in de keuken. Toen ik me omkeerde bemerkte ik een brandende kaars op ,de keukentafel. De kinderen knielden op den grond, de moeder zat opi een stoel en hield haar kleinste op d r schoot. Door het kraken van den donder en het plassen van den regen drongen onophoudelijk de woorden tot me door„God beware ons God Bankroover: „En nou motte we nio-g wat klein geld hebbe voor de tram!" Tij'dens de uitvoering van -liet amateur- tooneelgezelscliapi: „W aarom -staan die spelers zoo onvast op- hun voeten?," „Na afloop1: is er bal, en nu deuk' ik dat de man die de vloer moest wrijven, hem een beetje te glad heeft gemaakt." Gooohelaar (tijdens een nitv-oeriug in de gevangenis): „Allemaohies. Daar hebben ze me horloge gerold." Bedacteur van een Mexieaansoh blad: ,,W anneer zal er nu toch eindelijk eens iets gebeuren'?," 1 beware ons 1 God beware ons Deze drie woorden ontroerden me tot in mijn ziel. Dé kinderen baden ze hardop jen fjmcekend met vurigheid en innigheid. De jongeman aan mijn zijde zweeg, het lachen bestierf op» zijn lippen; er werd geen woord meer lussclien ons ge wisseld. Ineens besloop me een wonder lijk gevoel, angst maakte zich van mij meester; ik dacht eraan, hoe bij: een onweer een ongeluk in 11 ondeelbaar oogenblik, in 11 duizendste seconde, ge schied is, de zichtbare bliksem treft niet meer, de getroffene ziet de vuurstraal die hem neerlegt nietHeit was mij, alsof er in het volgende oogenblik iets vree- seliiks moest gebeuren. Opgewonden ging ik van de deur wag en doed /©enige passen naar de keuken; ik was er Wet liefst binnengegaan en had deelgenomen aan het gebed dier moeder en ha-ar klei nen; alleen 'dio gedachte, daar alls vreem deling te 'storen, hield mij terug. Ik ging weer naast don jongeman in' do deur staan. „God beware 'ons Weer troffen deze drie woorden do,or liet lawaai dor razende natuur mijn oor. Mi, 11 angst werd grootor; ik beproefde mij mei alle macht daartegen te verzot ten, maar 'net was onmogelijk. Nog nooit had ik me zóó angstig gevoeld bij een onweerwaarom juist nu- Vreemd Ik 'ging woei* terug in de gang. zocht instinctmatig 11 laar beschut ting mijn opwinding werd steeds groo- Ier, liet onweer werd heviger en heviger nerveus liep ik in de gand he.en en weer; toen ging ik op de onderste treden van den houten 'trap-, die zich vlak naast de deur bevond, zittenik nam jn'-n h-oecF van het- 'hoofd en murmelde wat- de biddenden in de keuken„God! be ware. ons!" "Wamt ik was me bewust, !di:t ik in de volgende minuten Goda hulp inoodig had. De Ijongeman 'sjtond nog pltijd in da deur en ke,ek buiten in d-e op Igewon-den razende natuur. Ik we,et niet, hoe ik ertoe kwam hem te verzoeken, toch de deur ite sluiten ,en in de gangto komen; iets scheen mij voortdurend voor de dour te waarschuwen. Do man deed z® dan ook direct toe en kwam enkele piassen de gang is. Plotseling deed 'n geweldige slag Jhe.t heele huis sch|udden E011 vuurstraal schoot van de deur uit dooi' de gang; in alle hoeken kraaklte en splinterde 'liel een gloeiend-hoete .stroom- raakte mijn verstijfd -lichaam Uit de keuken klonken gillen en kraton! Slechts één gedachte schoot me door het 'hoofd: ge troffen Ik was niat in staat, me te verroeren; in mijn hoofd ruischte. en bruischte het. dat is liet- einde, dacht ik op dat oogenblik. Toen herstelde ik me echterMijn handen tastten werktuigelijk over gezicht, armen, borst, beenen; ik 'leefde nog! Misschien was ik slechts gedeeltelijk ge troffen; ik bewoog het hoofd, ook dat ging noggoddankIk voelde 'n tril ling van vreugde over me komen gered Mijn armen l'unetionneerden ook nu nog ,de beenen bewegen ook dat ging. Ik kon dus, niet getroffen- zijn. Maar nu hoorde ik kreten en zag, 'hoe de jongeman door 9tof en rook de keu ken binnenstormde; zou daaar iemand getroffen zijn? Ik sprong op en ijlde over stukken steen de banken in De kinderen schreiden -hardop' en riepen „God beware ons!" De. vrouw' zat sidde rend en doodsbleek op haar stoel en drukte hethei'tig schreiend kind tegen hare borst. Maar niemand was getrof fen. Mijn hond zat stijf in een hoek en drukte angstig zij 11 snuit te-gen den grond. Een bijtende zwavelreuk vervulde 't huis. Zou het ergens branden? Ik ging weer in de gang. Juist boven den dwarsbalk der huisdeur bevond zich een groot gat in den steen,"n muur van het huis. Het bovenste gedeelte, der deur was versplinterd, de gebarsten planken hingen erbij. De electrische licht,leiding was vernield. De stukken lagen in de gang. Maar het brandde nergens. De jonge man had het er ook' goed af gebracht. Alleen zijn haren .waren «enigs zins geschroeid en oen stukje draad was in de hoofdhuid gedrongen. Buiten 'huilde nog altijd de ontketende natuur en nog altijd raasde en kraakte hef boven ons. De regen viel in stroo.- men en sloeg tegen de ruiten. he,t, leek wel een wolkbreuk. Ik stak de kaars, die bij het inslaan uitgegaan was, weer aan. De vrouw be gon met zaChte bevende stem opnieuw te bidden, de heldere kinderstemmen ant woordden ook weer. Het was een eenvoudig ge-bed, maar een gebed van dankbaarheid dat uit den diep'sten grond des 'harten opwelde. Want liet was toch wel een wonder, dat nie mand van ons door den do-odelijken straal getroffen was. Ongeveer -een meter boven mijn hoofd was hijl ingeslagen. Waren wij een minuut langer in de deur blijven staan, dan hadden wij zeker niet meer tot de levenden behoord. Wij 'hadden een goeden engelbewaarder go-bad. Het „God bewaar ons" der moeder en hare kinderen klonk mij' nog in de ooren toen ik een uur later (het huis verliet en door de mij rustige en gereinigde natuur mijn woning binnen trad. De Heraut van het H. Hart. Een keurig besluit van jaargang 1931. Ook dit Dec.-numiner staat weer op ho,og peil. De bekende redacteur vau „De Maasbode", pater Hyacinth Hermans, be licht voortreffelijk de Algemeene Inten tie: „Het, bioscoopgevaar". Er zijn groote moreele en sociale gevaren aan den bios coop verbonden. Zijn ze wel te bestrij den? Pater Hermans ziet maar één weg: een eigen Katholieke bioscoop'. Een eigen goede filmproductie, op internationale ba sis, behoeft en mag geen nieuwe, charita tieve, maar moet en kan een lucratieve onderneming zijn!" De Duitsohe Missioloog schrijft een markant artikel voor „De Heraut" over de Missie-intentie: „Het gevaar van voor uitgang van den Hindoeschen godsdienst". Pater Kea'a oproep- om steun aan de werkloozen ,zal velen uit het hart gegre pen zijn. Bij|zonder sympathiek, o Mozart was een diepi-ernstig en kinder- li,k-geloovig man. Pater Mengelberg wij'st daar op. naar aanleiding /van het feit, dat dit jaar de 175ste verjaardag van Mozart gevierd wordt. Pater Kannegiete-r stelt ihet profane Sinterklaas eventjes j akkend tegenover het hoogge,wijde Kerst feest. De gebruikelijke interssante ru brieken Uit Rome door S. (wie is dat looli? De schrijver sóh|ijnt goed op, de hoogte), Uit 's Hecren Leven en Lijden door dr. J. Simons,. S.J., Voor de kinderen door de Contemplatieve van Betiianië, de versjes enz. iz-ijn de moeite, van het lezen waard. Treffend is, ongetwijfeld ook die brief van een geneesheer aan den Redacteur. -- - Feiten en eijEevs uver schoei en ouderwijs. VI I11 d-e vorige onder dit -hoofd verschenen artikelen hebben wij ons bezig ge-houden m-et enkele vragen, do organisatie van ons ■volksonderwijs betreffende: het aantal scholen, die grootte der scholen en dc richtingsverschillen welke zioli, op- dit ter rein openbaren. Vandaag laten wij ons door d-e Sta tistiek van Inet Gewoon- en Uitgebreid 1 ager Onderwijs in het interne, school leven binnenvoeren. Wij willen, door deze uitgave voorgelicht, in dit en het vol gend artikel enkele punten besproken', welke voor den gang van het onderwijs van onmiddellijke beteekenis zijn.de aanvang van het schooljaar, de duur van den cursus, het aantal leerjaren va.n 'het leerplan, de leerstof, de schoollokalen, de hulpmiddelen bij het onderwijs, enz. Vooreerst iets over het begin van het schooljaar. Ten aanzien van- dit punt openbaart ziek een verschil tussolipn da stad -en het platteland. Vele groote-stads- «n-enscli.cn weten niet -anders dan dat 'het schoolbodrijf in September weer begint. Dat brengt het levensrytihme der Btad zoo m-cde. B-lijkens de statistiek -hervat ten in de gemeenten met moer dan 20.000 inwoners de meeste scholen met September haren arbeid. Daarnevens is er een aantal stadsscholen, dat reeds in Augustus begint. In de grootste ste den vindt men een niet-onbelangrijk getal scholen, waar in liet voorjaar leerlingen worden geplaatst. Op het pilatiteland van gen verreweg de meeste scholen in hef, voorjaar aan. Hiervoor besta-at goeden grond. Men zendt de kleine kinderen- het liefst in het zachte jaargetijde voor het eerst ter school en men ziet de oudere leerlingen gaarne vrijkomen vóór het be gin van de z-om-ercampagne. Ma-ar 1111 stellen de statistische gegevens ons voor een probleem, waarvan de inleiding tot de statistiek .geen oplossing weet te geven. Waarom beginnen in Friesland 70 van de 100 -schol-en in April en daarentegen In de nabuurprovinciën Groningen en ook Drenthe respectievelijk' 66 ,®/o en 88 0/0 der scholen in Mei.?, (En waarom heeft men in Gelderland hoofdzakelijk voor April gekozen, terwijl men in Zeeland aan Mei den voorkeur geeft?) Mocht een van de lezers op* „deze vragen een antwoord weten, laat- hiji dan niet ver zuimen zijn inzicht aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (afd. Onder- wij's-statistiek) mede te deelen. De cursusduur der meeste scholen is 12 maanden. Vroeger waren er veel scho len - die elke (i maanden bevorderden. Dal; had dit voor, dat een leerling minder bezwaarlijk eens een keer kon doublec- ren. Hij verloor dan slechts een half jaar. Enkele scholen, zooals die voor schipperskinderen, met een sterk vlot tende bevolking, kunnen geen bepaalden cursusduur aaugeveu. Zij vormeu een continubedrijf, De wet stelt als regel, dat heit gewoon lager onderwijs in tenminste zeven ach tereenvolgende leerjaren wordt gegeven. Bijna 3 °/o van de scholen heeft een lan- geren duur. Dit aantal is gering verge leken met dat, waar met tminder leer jaren wordt volstaan. Bijzondere geval len buiten beschouwing gelalen, zijn dit scholen met zes leerjaren. De Kroon heeft daar gelegenheid om op andere wijze aansluitend onderwijs in het zevende leer jaar te ontvangen voldoende verzekerd geacht. Zoo heeft men vooral bij' bet openbaar onderwijs vele centrale zevende leerjaren. Bij het bijlzonder onderwijs doet zich de gelegenheid tot Ipefc vormen daar van minder voor. De u.l.o-scholen duren meestal drie jaren.. Van deze scholen hoeft thans 37 0/0 een vierjarigen cursus. Speculatie in 1672. I11 het archief' van het kasteel Ohan- iilly, eertijds het huis van de prinsen van Condé, uit een zijtak van het ko ningshuis der Bourbons, berust een eil- riéuse brief, gedateerd 20 Augustus 1672. De brief was verzonden uit Amsterdam. De Prins van Condé, de groote Oondó had, als slim sp:-eculant, dadelijk ingezien, dat de oorlogsverklaring van z'i,n koning aan onze Republiek (April 1()72\ een geweldige débacle op- de Am- st-erdamsche beurs zou geven. „Koopen te gen die lage koersenvooral actiën O. I. Compagnie" schrijft hij) aan zijn corres pondent of zijn bankier in Amsterdam. De beurs herstelde zich vrij spoedig- Daar komt op 20 Aug. de lijding van den pnoord opi de gebroeders De Wit. Condé's bankier raadt in zijn brief' v'an, 20 Aug. aan: „Verkoopen! Ik verwacht lagere koersen". Zou Condé nog verdie'nd hebben'? Bureaux van Redactie en Ac Telefoon Interlocaal No. 2C Bijkantoor MIDDELBURG groote waarde van publiciteit De Avro in 't gewt De voorzitter van den K volgende verklaring aan gelegd: Met grooten ophef wordt nummer van „De Radiobode maakt van een brief, dien m< der faire wijze in handen h< en die eenigen tijd voor de van het zendtijdbasluit naar van Waterstaat werd gezon brief moet n.l. blijken, dat voor den drang der rechtsch zweken is en dus.... (deze „1 nend) een verkeerd besl^ heeft. (Wat rechts immers niet goed zijn). De zaak is deze: „Het in bezit gekomen (hoe?) va advies door den Rxdixraxd ter overhandigd aangaande deeling, publiceerde dit. N. van deze bekendmaking, 1 voorzitter der N.C.RA. 11a ter om 'hem mede te doelen, ren de rechtsche radiogroe; advies 'hadden. Het was m publiceerd en niemand za voorzitter het recht pntkenn ren in te dienen. De min hem daarop die bezwaren hem op- te zenden en zijrn ia zendtijdverdeeling op p' sen. De minister- heeft toen om zioh te laten inlicht hij wil en vooral door per de praktijk van den omr zijn. Dit is geschied en ds ter van den K.R.O. zich 11 gen van den heer v. d. I eenigen, plaatste ook hij z den bewusten brief. De bezwaren tegen het Radioraad, door „Het Han blioeexd, waren tweevoud De rechtsche radiogroepf cip-ieel niet accoord gaan m waarbij zij bij de linksche gesteld. Het tweede bezwaar w van een algemeen progr staat de volgende bemerki grijpen wij de groote moei v 001' de regeering zioh zi beseffen wij, dat wij als ook onzerzijds zhover 11 gaan met concessies om 1 gende oplossing te komen Excellentie in dezen ©ei beroep- op ons deed, meen roep: niet te moeten afw klaren ons bereid, zij he angstig hart, in een ge aan onze groepen toe te een programma van algei te broadcasten", enz. Het p rincipieele bezwa handhaafd, 'het andere pri voorwaarden die iedere 0 ten apprecieeren, dat zij onafhankelijkheid onaamge algemeen programma zou zich zelf verzorgen. Dan gaat de brief voor van de in dit schrijven v "ling is, dat .Uwe Excelle raad niet behoeft te des advies van dit college volgt. Immers er wordt wijziging gebracht in de zijn van oordeel, dat hoev niet alles -geeft, waaro groepen hadden gehoopt pieel recht doet en de tussehen de omroeren va er door bevestigd word In geheel dit schrijve rechtsche groepen niets f rechtsgelijkheid, die zich tijdverdeeling. -r- 51 - Pete antwoordde niet hij op: en liep heen. „Hier, zeg moet jij' juffrouw Smith. Pete -schudde het ht gc-r." „Waar ga je heen?" schijnbaar achteloos. „Nergens ill wan zeekant en loopi Joan „Zeg haar dat ze krijgt!" riep- juffrouw weer achter in den <lween. Haar echtvriend kee verdwenen was, kloptt Lijp, stopte hem opni- weer aan. „Het is toch "wonder °I'i „het is toch wonde ue aap van een meid overd heeft; er is et circus, die zijn leven i willen geven en dan t kaar zoo* [zielsbedroefd den weg naar Dover v „Het is het eenige

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1931 | | pagina 6