Tweede Blad
ZATERDAG 3 OCTOBER 1931
NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT
FEUILLETON
Het geheim van de Ruïne.
BINNENLAND
ONTSPANNINGSLECTUUR
I
it» De R.-K. Universiteit houdt
de hand op.
Niemand biefór dan Henri Hermans,
je man uite zich zlelf van wierkm'an 'tot
leidler aler Katholieke Wérklieidlenb'eiwé-
ging heeft opgewerkt, beeft het yolk
(veten te pakken met zijh pledtredla vc*o.r
Katholieke Universiteit.
Geen gemakkelijke ta'ak!
Universiteit is voor velen zoo'n lastig
doorn en zoo'n vrieema: begrip.
„Och, dat is immens njets voor onze
tindenen", zegt het moedertje, dlat door
koen van het St. R.adbouldl-Goimité n'aar
do bel is geroepen oon iets te offeren voor
ae Katholieke Universiteit.
„Dat offer vraagt die Bisschop van
u is het antwoord.
En dat. is een woindersleutel.
Bet moedertje denkt: „Het z'al .wel
ergens goed voor zijn, als de Bliisschpp
net vraagt' én tast getroost ,in halar
jortemonnaie.
Getroost, ja, ima'ar ook overtuigd!.?,
En toch moet in heel ijiet volk lalng-
ymc-rhand postvatten de overtuiging, dlat
je Universiteit iets is van «en voor het
volk, in keel zijn omvaing.
„De Universiteit is toch niet voor
m'n kinderen."
Meent ge dat?
Vooreerst gaat het zelfs in letterlijken
iin niet op.
.Wie Werkelijk talent heelt, va,n ,welkein
stand 'hïji ook zij, ka,n .rich veel gemakke
lijker dan vroeger eep. weg [b.ainen maar de
Universiteit.
Maar toegegeven, de Universiteit staat
niet voor iedereen zoo gemakkelijk opent
als de lagere school of ^ambachtsschool.
Doch denk't ge, daarmeÜ1© van de Uni
versiteit ai' te zijn?
Ge dwaalt.
Op een goeden dag komt ,uw jdóchter
thuis- Ze heeft in «en ,m ode-mag azijn
ren kleeldjings'tuk gekocht, dat dlat <dlie®
naam maaT amper verdient. Een ,jaa;r
geladen hebbe,n de idlames der groote iwc)J
rcldl in Parijs of Wee,men dat moidte-iartd'kel
ingevoepd'; jiu dragein 't dé volksmeisjes
ran het platteland.
De moide gaat van hoog tot lalag, als
ge ma,air wiat geduld jhébt.
Ge verbiedt uw dochter, die lichtzin
nige mode te volgen.
Dat gaiat nog.
Maair op een anderen dag komt uw
neen thuiis. Opi hooigen toom beweent hij,
dht God mieit bestaat, dat ;de m-ensohi Van
jen aap afstamt, dat dia Jezuïeten moor
denaars zijn en diat die .Bijbel sprookjes
van Moeder de Gans vertelt.
Het slaat u met ontzetting. t
Ge foht uw harsèns af met dé vraag
wie de .zielmooirdenaar vian uw' kiinid] is
geweest.
De werkplaats'?
Mis, de Universiteit!
De Universiteit, niet vam thans, .maar
van 2,5 jaiaur geleden.
De stellingen, die do hongleeiraar een
maal met een: toonliooze stem aan idle
studenten dicteerde, (die. zdjh hiet, welke
uw hind! than® .als vloek en uitbraakt.
Wat eenmaal wetenschap' of sclhijbwe-
tenschap wa«, wordt ma verloioip yam
jaren gemeengoed! vam de ma®sa.
De wetenschap weirkt geleidelijk 'door
van hoog. tot laiag, juist ,ab «te mo(dei„
maar z'e werkt langzamer.
En or ia fit groots verschil, dat fdie
ie auivelsche mode, 'die ge ,a,an iuiw' ü(oclh-,
ter vei'boodt te volgen, aan. uw zoom niet
lunt v'eirhieden.
De mode, die hét lichaam betreft, kunt
gt nog remmen, maar de mode vam dien
geept ga,at hjaar góng.
En wilt ge dan móg bewaren, dat ge
met de Universiteit niets te. makein hebt?
6e weet maar 'h|alf, hoe ge ieder oioigen-
blki met dei Universiteit in aanraking
temt.
Ge vraagt toch een Katholieken dlolHer,
tie in kif-sche vraagstukken v,ain Jie>t ge-
iiasleven dieinkt en voelt 'als gijl zelf', d. i.
Kjatboliek?
Ge wilt toch een Katholieken leoraar
'ter uw kindieren
Ge zijt buiten de deur gehouden, joein
1' om een bescheiden baantje in Over-
bid,dienst bedieMle. De U niversiteiten
hem d:e pasten dloor hun liberale laer-
gen dóen bezetten, en hum kliekgeest
fct u op da 's.toejpi staan.
G|e me,rkt zoo weinig van de Uniiversi-
fcit?.
Ge kunt nauwelijks eem stap doen zon-
- 2Q -
Geen vam beidien sprak. 'Z,e toto»
"Har diep in de, oogön ,en d(ie 0,0gen
billen de vra,ag, diet hun lippen niet
""testen uit te spreken, smeekend om '11
"jitivocrd1, w,a,arvan zijl twisten dlat het
«iet gegeven qou wordjen.
Brian hieldi npg steedó dia kr,aohteliOiOze
"aai m aj zijhe.
-H Godsnaam, spreek, zég w.ait", lluis-
,t(h 'hij ten slotte. „Kijk me niet op clie
®J"iei' ,a,an, wend1 je gerio'h't .af z,eg,
"H jij het nielfc geid^an hebt zeg, dat
I Jt «iet
Geluidloos liet Molly zich op de kniteön
'Men, d'e armen kagen de bonst gejllrukt
11 ^achit en d'noevig snikkend.
^aZeg in God|snia,am toch w,at!" schreeuw
p "Han, overeind) kwam, terwijP
J Har 'bij: da schouders pakte eu rulw
g?1 elka,ar 'schiudjdje. „Heit w,as een onge-
J 'zag diat hjet «en ongeluk was! Hij
"f'cn tor^n geviailtenhiji is uit-
LSteilien. Ejijf jjaiar zoto liggen li,ui-
Uu mfljeten wie dio,en'.? Direct Wc
Hu geen minujUit meer te verjiieizjetn."
dier de Universiteit tegen 'te köinem!
En nu Spijeakt het toch van zelf, dat,
hiet een Katholieke Universiteit is op die
laeirsta plaats, dia da Katholieken in statut
zal stelllen zich voor d'a gewichtige amb
ten in dien Staat 'te bekwamen, heit tekort
aan wiatensch;apipelijka krachten taan te
vullen en den achterstand in ta halen.
„Wat hjeb ik ér aan?" vrahgt ge, als
m,en u «fen aalmoes vraagt v,o,or da Uni
versiteit.
Dat 'zult ge nu ni|et meer vragen, omdat
g,e wteeit, dat het uw' Wel'bteg.repieu eigep-
helang geldit.
Maar vooral het Kijk Gods op alardie en
hfct lot van zooveel onsterfelijke zielen.
Als men u over enkele weken een giflt
komt vragen voor dei K.-K. Universiteit,
die geheel moet leven van de giften van
Katholiek Néderland, geeft dlan gul en
gewillig, niet alleen uit .eerbiedi vo,or het
woord der Bisschoppen, maar vooral uit
volle, heilige overtuiging.
CENTRAAL COMITÉ DEK
ST. RADB,OUDSTICHTING.
E:tin «dnige aanwinst voior Eet te,e-
kamsfige Fartijliurcau.
Biiji he't Bestuur der R.-K Staatspartij!
em blij! da't van dé Stichting „Dr. Schaep-
manfonids" is he-t navolgende schrijlven
inge,komen: van mr. Aalherse cn ir. Bon-
gaerts: I
„Hanldelende in opdracht vian Z.Exc.
Mgr. Dr. Nolens, stellen wlijl Uw Bestuur
'ervan in kennis, 'dat deze het geheele
staatkundige gedeelte v.an ziijin bibliotheek
h.eeft willen bestemmen voor pe K.-K.
S'taatspiartijl en haar in wording zijnde
Part!ij[bure,au.
Dazelfide bostemming is gegeven aan
he't Joor Antoon Dupuis vervaardigde
bronzen borstbeeld: van Dr. Nolens, aan
de antieke .areb,ieffci»t voor het archief
der Kamerfractie, alsmede aan versc'hil-
lenide andere vdorwerpen uit zlijh -stu-
deerkabinet, welke na:ar onze meenmg
'tegelijk' met het aanzienlijke gelde,eltet der
bibliotheek in aanmerking komen om in
een „Dr. Nolens-Kamer" van Uw Part'ijl-
bureau eem plaats te vinden.
De béide genoemde BestuTen stellen hiet
op boegen prlijls belt geheel,e Katholieke
volk ervan, in kennis ta stellen, hoezeer
blijkenè (deze gift van onschatbare waterde,
■d'e geestdriftige en édelmoeldiiige actie tot
oprichting en instandlhould|ing van 'n Par-
tijibureiau idioor den betreluhden voorman
en leider Dr. Nolens z.g. is gevolgd en
gowaarideerd. Daze verrassing, die tevens
b'ete;ekent een erkenning Van Jijet ver
richtte werk aan Jen onmisibaren sluit
steen van de Katholieke Partijlorganidatie,
komt in eonsbaidïum waarin morilijike tijds
omstandigheden het onvennlij|delijk maken,
de voor hst grootste deel reeldis gaslaa,gjd|e
Dr. Schiaepmanfonds-actis tijdelijk stil te
leggen. Het is een «groote voldoening,
dat juist in 'dit stalcljium jdjut geschenk van
een schier weergaloazei partkuliers blQeke(-
rijl op staaffiumdig gebied, het Partijihu-
"reau-werk eenige stappen komt vooruit
brengen in ld!a richting van earn -Volledig
foegeruste Purtiji-centrale, waatean .o,ok
volgens den .oorspronkelijfken opzet, een
hioliotheek niet mocht ontbreken. jQnor
ait schitterende' gasehenk van Mgr. Nolens
z.g. is als het ware ineens en afdoende /de
grondslag gelegd1 voor ®em hibliothetek van
het toekomstig 'bureau, welke ongetwijfeld,
een sieraaidl van het Dr. Sdiaepmtenhuis
aal werdén.
Daarover verheugt zich het Plartij'b'e-
bcsluur vam gansoher h'artie, ook voor het
Kathlolieke. volle, dlat ondier normale tlij(d's-
omstandigheden zoo gaania hiid! gezien,
dat ziijin mildlda|dige actie voor het Partij
bureau zonder onderbreking ban kunnem
wopdeii lafgeslofcem met da opbrengst in
één keer van het voorgestelde stamka
pitaal v,a.n f' 700.000.
Doch, niet minder verheugt 2ieh de Par
tijleiding over biet veelzeggende feit, diat'
de overleden Partijlejildter het arsenaal vten
z5j:n omvangrijk levenswerk, z'ijn sohjer
vollediige, tot het laatste toe bijgehouden
boekerij dleiz'e bestemming heeft waardig
gekeurd .en ter beschikking heeft gesteld
van dé R.-K. Staatspartij'.
Deze wordt hierdoor in 'dei gelegemheijdi
gesteld! en dat is dia z'innebeelld|ige in|e.-
teehenjs van de.zo aanwinst dat levens
werk -voort ta zotten media dtoor m,ild^I'el
van een volLedjig toegerust Centraal Par-
tijlbureau, waaralan Mgr. Nolens van dien
aanvang af zoo, gnoate waarde heeft ge
hecht voor dé toekomst onzer Partij! in
een tiijid1, djie zoo, groote: verantwoordieldjk-
„Hijiis 'd|oioid," fluiisteridta zie-, terwijl ,een
rilling dloor h|a,ar hepuging, „,en ik 'bien
aé oorzaak 'van zijln dloo|d'. O Gold', hplb
medieiij!den, vergeef 'bet me!" I
„Stil Molly, gtil toch! Nicmiand wpet
het, nlemanidl hiaeljt het gezien. Ik ben id!e
■epnigie, idle het gehooudi heeft. Ga weg,
direct; ga haar dp herberg, r.oeip hulp!
ertei niet, wat er gebeundi is; laaf alles
aan mij' .over. Zwieier, Jat je nooit zult
..'eggen, hpe het gebeurld' is; zweer, d'a,t
je nipt Zult "bekennen."
Ei was eien nieuwe angst in h,aar mogen
toen ze hem aankeek, een Ejtarr® blik van
ïiiet-biegrijlpien.
„Z'Wfur", hierha,aildia hij. „Bij .alles wat
j'u heilig en lief is, bijl Ide gedachtenis a.an
je vader, bij| 'onze liefde, zweer het!".
,.Tk z'wecr hét", snikte ze.
„En ga 'nu ga,uw". Hij hielp haar over
eind en leiajdle haar weig. „Als we elkaar
merit weer zien, idenk er dan altijidj ,aan,
liat. wat er pok gelbtennen mag - w.a,l
ik pek gedaan hefb' of do©, is en geidlaan
wordt terwillte vam jou omdat ik van
je hpuid, Mollty".
Zij huivend©, toeu bijl haar aanrtiakbei',
hij| poogdé, zijn :arm om haar heen t'e
sla.au, maar z© schr©euW|dé bet uit ©n
duwde hem van zich ,af.
„G.od moge j,e helpen ,en vertnoioisten en
heiidl ,op haar legt.
H'e't uit dluiizenlden boehdeelen Desta;anltl[ei
geschenk ,is thans, voorzoover de zeer be
perkte pila,atsni|iint,e v,an het bureau, vten
het P;artójlste'ct,etar:iaat laan 'de Laan van
Meendlervoort in den Haag het toe,liet,
(daarin ondergebracht. E,en nog grooter
gqd'ealte is tijjdeliijk moeten woéden opge
borgen, totdatda Partijleiding en h6!
(daarvoor .aangewwén Comité vlan Actie
voor het Dr. Schaepmanfonds hat oogen-
blik verantwoord .acht om een nieuw
en dan ook onve,rb;idl(M]!ijib bet laatste
beroep te doen oipi het Katholieke
Volksdeel om het eenmaal begonnen en
met zooweel succes ve,rrich/tte werk af te
maken. Het 'zlijh thans niet eens meer
f'150.000 ld,'ie :ons van het .einddoel Bohei-
id'on. MrasfiiClns Sdil bedrag mo.et evenwel
nog a,an het blijeiengebiraohte kapitlaal wor-
identoegtevopgd, w,i,l heit Dr. Schaepiman-
huis op, leen 'dégelijken, financieel gezonden
grondslag kunnien worden geopeinid en in
wlerking tre|dlen, eooala' dat behport en
mag w:oï|d!en verwacht van een oantralal
buréaiu van d!e grootste, politieke piartij' Em
Nederland.
Ook th;ans verliaat het' Partijbestuur
dit pinddioel niet uit het oog, wanneer het
dén iinveiidigrn dienst Van, het huifilig
Partij,secretriaaat zooveel mogelijk blijft
Versterken idoor gelejdielijlk versohillenidie
onidéraeelen van Katholiek-politieke bfeteeL
k'enis te,r hand' nemen (Aidviascientrale
R.-K. Gemeentepolitiek, Federatie v.an
Bon/den van R.-K. Gemeente,r,a,aidsleidlen
te. a. waarover te zlijher tijd! medeldéelingen
zull'en wonden gedaan).
Het Katholieke Volk moge daarom we
ten, idat ,a,am de, z|ij|de Jle.r Partijleiding
ook in dit opricht niet wo.rdt stil gepelten
en geen stapipen .achterwege gelaten ;om
«Jen overgang v,an het 'huidige, zich in-
wéndjig steeds uitbreildtenjdé secretariaat
naa.r een volledig toegerust Centraal Par
tijbureau zoo gering mogelijk te doen zijn.
Daarom ook is hét schitterendte geschenk
van wiijll'en D,r. Nolens v,a,n zoo vefhpugen-
dle en hemoadigenjdle beteekenis! En daar
om ook Verwacht het Partijbestuur, dlat,
als straks dia tijldsomstanldigMten een lalat-
s-te beroep oipi den geldelijken skteun en
medewerking van het Katholieke 'Volks
deel gedogen, 'Idit beroep1 zal woddlen be
grepen en b'eantwoordl zóó, dat aanstonds
met idé inrichting van ©en Dr. Nolenska-
niex in helt Dr. Soha,epmanhuisi ©en b'egin
lean world'en. gemaakt.
H'et Bestuur dér R.-K. Staatspartij1
Hét Bestuur dier stichting
„D.r. Sohaepmanfonldis*"
De Verstekeling.
Zwaarbeladen m'elt stuk'gioied stoorndje idle
„Colombia" naar dlem vtepaar. Daar kwam
Uw(o, dl® dikke matroos, iep djr-oeg .eem traipr
(p|eÖ|e|ndlan, 4c.breiondcn knaapj naar diem
kapitein. I
Hipr kapiteip, «en bOindle pjaissagier.
P|o|llux h|e(e|i!t iiiesn vlerradten met zijjii ge-
blal'! j' ,1 p.
Wiiei ka,pite!in Zwirnieir in zij|n midilag-
dutjé stoordp wlas niet gelukkig, m'a/rr dlit-
maal bieieli! die: gictbruind© kbfjossus mej'k-
iwlaiard'ig kalllm, zlopidat Ulwio vterbaasdl pip
rijm knoiv'el btet. Geeuwendl rekta de kafpi-
tetin zich uit on tv'noielg dbn jongen:
Ik 'klein je jpngmiemsc'h. Zeg me m'aar
alleen maar (eens, waar kom je v'a-ndia,an?
Uwp,, -die dilïkia matroos, liet z|ij,n half
-uitge'hopgterdia slaehtoïBer los en met een
bnjvierig stelmmetje izlei de kleinjei: I
Mijnheer in Diualiat "vfeir!k|o|c|ht n mijtn
liofndi, mijh oud'ea's zijn dóo'd', ik' had' niets
meer te eten! 1 'I I
Zeelieden ziij'n gowioion een blinden passa
gier pin z|op te zeggen als een vloetb'al te
gebruiken, maar Zwlirniar en d:e dlildee
Uwp heken ie|lkaar aan pis t'wtee goedige,
sulligo lieireai. JD.at zioh een Ltoistgjangei'
meer .aan bioprd bievénd, ■was oip 200 mijj
lien in den Opeaan toch niet meer la ver-
onderen; stra'I'lien en Slaan was vten geeta
nut, maar d!e arme stakker zPu zich vter-
,dïe.nstöl'ij!k moeten maken; ïnbn ton hem
gebruiloen.in de kprnJhuisbij'het zW,ak|be-
i'en Van het dék; aan den stoomketel 'prui
men, kiousenhneiion en alle andere dingepl,
dip d'a matijozlen idfeden uit tijfdjvercla'iji!, zbu
die (Verstekeling vanzelf' wel leeren.
Allereerst schreef dte knaa.p1 rijn naam
in het journaal, waar bijl Ulwio zlijn ha,nd
vasthield', iwlant kolonistenkinderen zijln iln
dien regel niet zoo, erg gelegpd. Na eien
half uur stond' gelukkig het vtalgande op
Ipajpiior
„P|iberle UpWieh uiit Pluala, 14 jaar."'
Nu behoord© Piterle UpwicK" tot de bte-
manning ,Van de „Colombia" en Hpnnlelcik
vergeef..." Hij snikte glehrpken, 'boen 'zo
zioh omwen|dlde 'en hét pajdl laflstrompiel'd©.
Tpen ze op vlaikerten grojd' few.ain, blegon
z'e te rennen. r
Brian Maxwell staard© htear uai, ter
wijl zie verdween tusschen dé hoornen en
bleef kijken, to.t Je duistierniis ha,ar witte
figuur ppslokte.
„Weg uit mijn leven", 'Hupste,r,!» Sijij
héeseh.
Hijl ging terug en knielde ippniiauw
nepr bif .Jipt lichaam ten terwijl (hij djit
deed, kwam een |d|onkiere geldaante jvan
achter ©en s,tuk muur te vporschijh ien
legdé ©en bievehdei hanjd) pp z'ijln sohouldter.
„Bent u er zeker van ,id(a,t hijj idtooill is'.?'?
zei een stem.
DEi LEUGEN.
Brian kjo'n een kreet van ontsteltenis
niet phdérdrukken, toen hijj 'dl© jvreemldé
stem en ld© vnelelmida (opeens Voor Izijh
piOigen zag opdoemen.
„Wie bent u TV aar kamt ,u valnldaian'?"?
'sohreeuwidie hij!, terwijl hij' 'die vijopw vas,t-
gree'p, tl-ie kalm ion 'blijkbaar onbewogen
na,ar ide giistalt© dalar aian hp-ar voeten
stond te kijkejn.
„Bent u eir zeker valn, dat 'hij: djoojdl is'?'?
herhaiald/e zij', Brian'is vragen négeer end'
■en met haar pogen nog eteédls etrak ge
richt pp |den man in ja hopiga varens.
d« kok én [fberier vfan het 'kleine stoom
schip, wieeis hem mopperend een rnlat cn
©en eetketeltje aun. 1 I
;Wie niet igahpprziaiaimt, vl'iegt ovor-
hoörd, f M 1 1 j'l '|"|"T I
IDle klok ziel dit met rollende 010,gen en
liet Pitele. tegeClijk 'zijn harde biceps vpie-
len, zbpdlat «le knaap groot raépact vio,o|r
dan man kroeg. Maur toen de matrozfen
.'zlagten hoe Pitenle ivüer bordtóin rijstebrij
frii ©icu huiven meter worst varslond,
wischtan zij.langs hun véchtig ge|w|ordi«ii
longen ein namen d'en Meinani vént beurte
lings pp hun 'getatoeëerde iarmen. Piterif>":g
hésto kameraad was en ibleéf! edhter Pól
lux, die liardharige spits, da scheepshond
vlan de „Ciolombia,".
Wlant waarom Iw'as dia Dluitsehe wieies-
jioingen uit Kamer,oicn immlers .anders
scheep sjpiigen gewiordén, 'dan uit vierlapgen
naar 'dit dier (D|a Melino baewjeiSjr idlea- Üipi-
wiic'hts klwlam londier dan hameir, rijh vjaid'dr,
dia 2p jaar geliefden als lanidvlerhuiter 'dlajafo
gekomen was refn ,de grootste ivtehwlaehtin-
ig,an lyjpor ,de toielkomst kóesterdé, stierf;
rijjn Moladlei stierf reads In 1914, w,at
Waz'at Piterle nu nog meer dlan ziahzeïf
leu rijlif hond' Hij had heim vrfkudlit,
maar slpiolp later uit Iwlanhaop! in het stoom
schip, diat Wij'Dluala: v|oior anker lag. I«ievie(r
«ten hondenlevén op z'ee, dan éen lalnlgza-
mten dlood in Soedan, klaicht hij'l j
Natuurlpj(k diond© mén Biterle een ïllin-
kan dopp toe Wijl l't pjasseieren- vlan d'en
lejvfenaiar. 1 I 1
slieip Pjollux iwoer in zónder
janh'en, hïj| had! immers rijn
Pitiarjei teirug. j
Pat de jiomgpn helm naar do vreemdb
manmen vólgde, kon het trou|wie, -z'w,arte
sclhepsed niet ivlergoten. Wftar Pliterle aiardó
lappiefan schilt, toiUwé)ii splitst, off xoij(me-'
rend in de luicht staart, dlaar komt die*
spits bij helm zitten, klófpjt ïnielt het staarjtj©
op 'dia planken, steekt z>n pootje uit en
laat da toing als ee(n ro,cid "v'aantje wtepfS"
ren. pie- lucht ruikt hier naar tear pïllia,-
ringejn; pinder da ivfoeten trilt het, wlant
die machina in den buik dier „Opiomibip,"
M|mmiejlt. 1. e 1 l 1 I I
Piterie 'fluit ar alfl en toe een deuntjjo
Wij; op die ma,at vhn bet igeistampl der m|ai-
ichiueB. Zotu dït iu'i lévientje echter nog
lang duren? Zou da zlon altijid)"zlooi heet
brandlan, dat de lak als stroop v|an da
Wo.rstlwleii'ing «n de: deuren stroomdle?
Pé dikke maat Ulw|oi bracht dén seheép'si-
jongem ©en emmer 'visschen. Piterie lnb|est
Za schoonmaken, |wlant morgpn wilde m'en
tviseh ©tan. j
Toon vroeg dé kleine;
Ulwio-, is d© zieie hier altijd' zbo: gla.d)?
D© matroos laichte luid «,n sloeg zjeh flp
zl''n diijfein. f
iJlongan, Wlacht maftr, het zlal'niet
lang me-er diwein oif je zlult je eigen v|ast
miO.etc.n. binden.
Jlunnéck, de kók, Jkwóim ook' juist om
eleus te iz'ien hoe de jongen het wlerk( deadi,
wlant beginnelingen schillen de aardappe
len soms vingerdik. .Hijl hoordé U|w!o> juist
laehian «:n blies ook' rijh kaken op van pret.
Kerel, bijl windstilte' 8 dan roflt 'je
maag in dé k'öel, bxjf 10 Verheft rich het
Water hot hóvien ellen schoorsteen, on
dier is boven iboven is onder jalwlel!
Piterie Zette groote oogen op. D© zéja-
roibhlen hadidiein pret, om'dlat bijl zloa angstig
■wlas m 'rijl spuwden oivër de reeling. Tppn
troostten rij dien nieuweling
(Wéas maa-r-niet bang, jomgske! Pht
mioiet jie ook eens andervinden, daarom
heeft m©n sterke mannen op die siclhöp|en.
Toien Piterie ,wóer .alleen wias, werd hij.
hael somber en bediroe'fd. Wat zbu er nóg
gtebeurein. In cl© 'Verte zag hijj! Jen ktepitoLn
met d© anderen lachend'e z'e menschfen
'Wanen hard én kenden geen vlrees. Pfiiealo
Wilde ook zóo wonden. Noglvlar dagen, djan
kou dIe, „Colombia" in PeruamhUcIa vboi'
anlcter gaan. Ij'
O'f' alias goed! zlou gaan? Ple machino
knarste -en stampte lustig vóórt, aehtejr
woelde dei schroef in d'en Oceaan, waar-
cm 'zlou dlat nu niet zlaa blijken! f
Piterie Iwlas niet tevreden; eerst "lijdt h'ij
rich dóior rijh Verlangen naar avonturen
uit pUala, lokken én nu kou hijl er spijt
Vlan hebb'en Neen hoior, hijl had er geen
spijt ivlan- Twteie tramen drup|pelden in dbn
aarduppelemmeir. Hio-e schaaltnide hiiji, zich!
Nu béet hij' resoluut o'p Je tanden, dloedj
ziij'n wérk, dwong zich ©an liedje te zingen
en streelde PjoKlux, rijh trouWe klameraiad,
door het haar, teirWfijl hij lielv'e woordjes
sprak. Maar krompj het dier niet plotse
ling ineen? Wpis dat niét hetkeHde Mar
gemde geluid, wianneer er .in Phala ean
z'w'aar cnw-eer in aantoicht was dat Pol
lux dioor zijn (waarschuwend geblaf reeds
te 'voren aankondigde)? 1. j
Toen troostte Pitarle, die kleine diw|aas,
,„Zeig u mijl, waar tul vanldatm komt'''
dpong Brian drejigenjdi aan. „Y,ertel 'jm©,
wat u gohporld1 en 'gaziein hebt, als iu niet
■eerlijk alles zegt, kpmt u hier uiet leveinjd'
vanöaam."
De vi-OiUw k©ek nieuwsgierig maag hem
en daarpp Het z© ©eln oeborren la.eh- hóo-
ren,- dia Binialn deiêidj hjuiveren.
„Waaiom z,0|U ik liegen 'zei tdla vrouw,
„welk belang (Zjoju ik 'daarbij bobben? U
kent mijlmliet en ik h|eb (u npoit te voren
gerien-. Ik heb evenveel Teoht te vra
gen: wat idjoet u hlier, wat hebt u-E>e-
zlien."
,,U moet niet vragen, !maar antwoorldlen.
Wat hebt u g«lziie,n En gehporldl
„Ik heb niéts goz'ilein ha|dat ,hij| gayal-
len is."
Zij beefidie een beetje in zijn jsterkjn
greep.
„E,n ik heb niéts geihoorld na zijln kreet
om h.ulp. Ik liep: "wég, verschrikt Idoor
dien kreet; hiet leek 'een .dooidlsjkreigit. Maar
ik moest terugkomenijk Was bang, maar
iil£ was niet zekier, iof li-ijl idlood is of mis
schien nog leeft." 1 i
Brian lie.t haar lo.s -en slalikte ©en z-ucht
van verlichting.
„D.us u hebt haar niet gazfag?," Do
vraag ontsnapte hem onb'ewjttst.
„H aar.L? LWie^"
1
rijn hond mót dielzlefltfciB Wóohden, dje hij-
(zieSlf nóg Pénigo uren géleden vjan U|wó pu
diein kók moést hooren:
'W|e|e(s nfaur niét hang Póllux. Wjaur-
ran Izljh leir d|a|n sterke menschen bij' ja op
het schipi1
E11 hij! (drukte rijn hoofd biroiedterlijlk
kgen diep kóp vlan den honld', zliji moesten
IzMi mót «Idzle nieuWe Wereld Vérzojenen,
al heel gaulwi zpudleai zlij! dat toch niet
maar |audle|rs ltimnen en willen. Ojaj, Pitelé
knqe|g zlelttls nl lust pim rijh armeu tej loten
tato|eië|erie:n, om er' tloeh maar sterk en
m'a,nniélljk uit 'te -zien, want Uw-oi dlroeg
lejeu blahw anker op de bórst, Hunnpclk!
'dien dra uk' |vkn China. j
jDjei jopgeln kleek om, dé schoorsteen,
wjalmidle, lOip' >t dolk 'klalp(pierdlen de gewas-
schien hiehwlep,, bolvten w,as de stuurman
bezig, Ibielnleidlen ,de maphiniist. Piterle ©n
dfe hond izloudjen 'zfch hier oiok' spoedig
thuis voplen. Maar diei houd jankte vo.art-
dlui'end luidór, hij! sid'dferd© over zijn ge
heels lichaam, zóiu diat komen v'an het beet-
jé tsjingpren en stampen vón het sehipj?
Plotseling Sloeg ©en koude golf p-vjer den
biapg. 'Piterila w|a.s nat 'en Jilcte eenigei
druppels op, het sma;ak'te v'reese]ïj]kl zout.
•Nu eerst mlerkte Mj| opK, 'd|at het köudelr
wieird -en d|at leen hrftigie wind! was opge
komen, dl© htemel w.as niet helder btauW
meier, (er 'kwiamen wolken opzetten eu ka
pitein Zwlirner ïljoiot z'ijh signaal'fltuit allfe
matrozleiu bïjfeiep. Opk Pliterle gehoorzham-
do én waggelde oil® een beSchottiken©. oivér
het trillietndla delf. Opk Póllux trippjeldle
hém langstig na. j
Toien d'e kleine scheepsjongen middun
in dien kring, der mannen stoinidj Verweet
men hem
iW|an!nie©r i©r storm' kómt, is j'o.uw
schuld, jij) hebt er oyieir gesproken!
Nu» laerdie hij.'"dus weer iets nieuws;
Wie v[an het ongeluk1 spreekt, maakt er
zich reeds aan schuldig!
Die kapitein van dia „Colombia" toonde
dien nieuweling >n klein wonder; id|e'wi|n|d'-
meter, die ianemo|mleter, waarvlan de wïj[-
z|ers gévlaarllijlk' siddlelrd'en en' langz'aSm'
tellkie'ns ©:en nummer vbïder sprongen.
iPiterle had nog geen Vermoeden van
wat er komen zlou, maar dfe rnlatrosJen wer
den ernstig «n v|an den boeg tot die reeling
brachten (zijl jbijaen alles wat niet nagel-
vlast was, touwen, stoeilem, d'e wapperende
hemden, drie zWemgnndléls en het hondën-
hok vlan Póllux. Piterie haald'ei ook dap
per rijh 'emmer inlet aandolppéls en vissollen
hij wa,s bang dien ©enen Voet voor den an
deren te z'etten, want het schip slingerde
geweldig. 0'vfer,alstroomde reeds water,
Uwioi liep opi 'ein meer, hij' moest de verschil
lende gaten, 'Jeuron en Spleteh dichtma
ken. Het stoomschip was ïm'mjers al een
oude kast. p
Wjordt het geVlaarlïjk', vroég Piterie
aan den dikken maat. Maar Uwoi igajf! geen
lantwOiord. Hij sprong opgelwonden dbor 't
stroiomende waterniemand hadl rust mfeer,
nioeh in die kombuis, noch in die machine
kamer, noioh in die laadruimten, waan ,v|at-
t»n hars, kisten -en zhkken óp en nevólnl (el
kander stonden, moesten Vier maljioEÓn
zóo vlug mogelijk de vrachten nog een
maal vferplaatsen. Toien bleven allen in
zwijgend» jaïlwBichting.
Géén dier mannen had een wtojordl off ook'
maai' een Mik' vloor Pitorle over, want zïj
hielden hem nu beslist vloior liet ongeluk's-
kind. Koud, lijlzlig koud, blies 'dei windj; in 't
takelwerk pie'plte liet als uit duizend' uilien-
nesten, d© planken kreunden én! kraald
ten, er was nu geen twijfel meer atan.
Kapitein Zw'irncr voorspelde een orkaan
en -de -oud© „Colombia," dlreef hulpeloos
rond op dan Wijlden Olcieiaan tusselien twlee
warelddeolen. Langzaam nadler'de dje naóht;
w;at zóu hij' brengen?
(Dlaar Piterie zic'h (Ondier de mannen niiet
op zajjh gemak' gevóelde, strompelde hij
naar rij'n kooi, hij Jiad' ovleral pijta, aan
die maag, in rij'n hoofd, in armen cn bee-
iwi. Zeeziek', d'aidht Mij', maar daarin moest
hij' zichzlelven overwinnen. Póllux zich
bescherming Wij' den onbeschermde, blei-
den hadden allen zichzelf.
Hét w'erd Vóortdurenicf d|onkerd,eir. Te
gen het kleine ronde venster dat ma
trozen ©an p'artij:sploiort noemden, tromimlel1-
den de hagdlsteenen, eloiegen zWare gol
v'en en dikke waterstralen. Het dek scheien
•onder, de vloieir boven. Pjterle hoorde nu
hovfen 'zich het roepen, stappen «Ier man
nen toen hadl hijl geen rust meer, hij'
mo|e.st ook helpen, wa,nt hijl vloekte zich
10p' dit moment elvlen laïf als' verlaten. Pól
lux jankte, d'a j.ojngten klroiop hpj zijp knieën
naar hem hole:' III j
Pti'l Imlaftr, j*a bónt imlmfeirs bijl"mijl
Piteriia Sehrieidle en wist nu vóorgioad',
dlat er óp die wij'dlé grahWe we|reldr niets
anders was waar hij! vhu hield dlan dit
kleine hoindljie. 1 j I
„U hebt niemanid' .anders gezienik
b eido algeen levend w ©zen wqeithoe
het gebeurde behalve
„U en 'ik." 1 1 1
„Dus u 'weet, het?" zói hijj' gejaa,g,d.
Wéér lachte de vro.uw, terwijl! zijl de
handen van 'den «Joolden man oplichtte.
Toen, in plotselinge 'energie, rukte zij)
rijn ja® -en ve|st opfen cn legde haar handl
op '-t hart van dje uiitgestr'ekte gestalte.
„Wpés stil," 'ried zie met een stam, Idiïe
n,u heel anld'ens klonk. „Kom hier...
voelzij.n 'bórst is warm er h'ewleégt
iets h|ij leeft. Voel voelzijn
hart klopt!"
Brian bewoog rich niet. 1 I
,3-ta, 'diaar 'toehl niet als een steenen
beel|d," riep tie vrouw wi'!|di. „Boort .ui
niet, wa't 'ik zeg? Hij) is ni'et |daod. Voel
z'ijn han|den, rijn voorhoofd, log uw hand!
■op zijh hart. Voel maa,r... hét ktopiü
nog. Bij' leef'tU 1
„HijViis 'dlood; hiijj ligt |dla,ar al' e«n heels
p.o,cs onhewe'eglijik," Bei Brian wanhpplig:
En idaarop' met plotselinge heftighei'i
,.Hij| is 'dóed, zei'g ik' ,u .en ik hieb' heim
vermoord'. U Wetet hetzieg, dat m
gezien hebt, 'dat ik hem iveTnio.ordldle.
(Wjondlt vervolgjdi.)!