illül
De scholen zijn weer begonnen,
ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1931
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT I NIEUWE ZEEU\
I
Een noodkreet.
KERKELIJK LEVEN
F DAVERENDE DINGEN J
■7
.Wat Father Rijk uit Giokms vertuit over
zijn dorpje in die Philïpipi]nscke Missie:
Tot de grootste rampen die de bevjolking
v|ajr een streek kunnen; treffen, behoort
ongetwijfeld de aardbeving, idle schokken
pn sidderingen vlan de aardkost, die soms
een geweldige (Vernieling kunlujen teweeg
brengen. Tegen ziekten, zooals pokken,
cholera, dysenterie en diergelijke, die bijna
steeds epidemisch .optreden, kunnen voor
zorgsmaatregelen getroffen worden, ter-
Wijl een goede medische behandeling en
een zorgvuldige verpleging de ramp bin
nen ziekere grenzen vtermogicm1 te houden.
IVoor typhonen, cydlonien pin| wervleistor-
men, die, in de tropen veelvuldig voor
komen, worden we gewaarschuwd door die
jvjoiortreffeillijke weerkundige stations. Een
aardbeving echter komt plotseling. Niets
in de natuur vlerraadt de nadering vami
de catastriophie. Do zon sdhüjlnt kelder, en
©en ieder is aan cl'en arbeid, als pliqtse-
Jing de bodem, trilt, siddert, lang en aan
houdend. .Stukjes kalk vlallen van de zol
dering, glaswerk rinkelt. Bian een schalk,
die die gebinten doet kraken, «te ruiten
xammellem,s choorsteenen waggelen; -mle|u
(wordt onrustig en spoiadt zich naar bui
ten. pe aardkorst is weer in rust, vlooi'
©en oogenblik, als om zich Voor te be
reiden iVjoor een nieuwe krachtsinspara|-
ning, tot opeens de bodem heftig deint,
schokt, siddert, Stuiptrekt. Muren sflheu-
ren, het dak vult krakend tussohen de
(wijkende murenstofwolken dwarrelen de
lucht in. Van alle zijden dreuucini de dloffe
slagen v'an Vallend gesteente; het is als
een beschieting, een moorddadig vuur van
zWare .artillerie. Gewonden kreunen, stjeir-
ivendlen reutelen hun dloodsaid'emvrou
wen en kinderen rennen waanzinnig terug
naar de puinhoop.*®, roepend1 om huic|
dierbaren. Het 'vfee is als een wilde, horde
de vlakte ingerend. Rivieren tredien bui
ten hare oevers door de zWa/re aardver
schuivingen. En wa,ar .eens een welvarend
dorp was liggen nn puinhoopenalles
Vernield in tijd van één half uur. Waar
eens de kerk stond, met zooveel moeite
en hard wierken gebouwd en de trots Van
den missionaris, nu een berg puiMl waar
uit de gebinten als de armen v|aa een
wanhopige omhoog steken, pie missionaris,
de icenige blanke in die ned|epz|ettin.g,
komt echter spoedig tot bezinning, gaat
rond, die stervenden bijlstand' Verleec|enidl
in hunne laatste minuten; de gewondlen
Verbindend en overal woorden van, troost
en opbeiuring sprekend. Pon macht wiordt
onder dien blooten hemel doorgebracht en
's anderendaags wordt d'e H. Mis gelezen
op het grasvleld naast de puinhoopen van
de Missiekerk.
Op bov'enstaande foto kan men zien, wat
er ovlerbleef van het kerkje van F.athjeir
Kijk. Is 't niet om te huilen? En de zon
schijnt weer wit en helder ,o;v'er die ge
troffen beivblking, die met smartelijke ge
zichten neergehurkt zit bij wat eens hun
Woninkje was.
En de pastoor staat met tranen in de
pogen bij Zijn kerkje, waarvan geen steen
op den .andleren bleef: Pies irae, djeis
illa. Hoe komt Father Rijk weer aan een
nieuw eenlvjoudig kerkje? pe bevolking
is straatarm, het Moederland' is zoo veir,
zoo verginds, 8000 K.M. meer naar het
Westen, daar is Holland. Zouden die rnen-
schen hiem misschien willen helpen, al zijlm
ook in Hollandde tijdien slecht
Een gebed stijgt uit fathers Rijk hart
omhoog naar Hem, die hulp zal brengen
als de mood bet hoogst is, Die den missiior
naris in staat zal stellen weer een nieuw
Godshuis te bouwlen. 1
Wanneer gij', goede menschen, Oeps
kondt aanschouwen die Vernieling, de el
lende, die armoede, d'e nood; Wanneer ge
zaagt waar Father Rijk nu zijn HH. Mis
sen leest, dan zoudt ge onmiddellijk be
reid zijn te helpen, le steunen zóóveel ge
maar kondt. Er is zooveel noodig, doch
wanneer allen helpen, kam Father Rijk
met den nieuwbouw beginnen zoo spoedig
hij is teruggekeerd. Bedienk dat het nilet
voor hem is. doch om God ;een Hem pas
send huis te gev'en, eenvoudig doelt dien
naam „Godshuis" Waardig.
zinning gekomen, heeft aan eerlijkheid ge
dacht, en aan zijn eer en wat fc/et wil
zeggen, een dief of' een oprecht menslcili te
zijD, hij denkt, dat ieidiereen al kan zien
wat voor slechte gedachten hjjl géhad
heelt. En nu werd1 hij beurtelings- koud
en warm daarover.
Hij la,at dusi da tasch los en kijjkt go-eid
toe of de riem stevig vastzit. Zulke kleine
dingen over h-et hoofd! zien zou d'e men
schen achterdoidhtig mak-en en aanleiamg
geven tot .allerlei vermoedens. En ter
wijl hijl zich weer opricht en oveirl-egt
en weer naar den doodle kijkt meent bijl
e.en glimlaehj-e op diens verstijfd gezicht
te zien. Hijl krijgt -een aanvechting zich
zelf bij' de kraag te pakken en te vragen:
Ben je Toni Handler of ben je het niet?.
j\\ il je dian -be-elemaal verliederlijken, tot
er tenslotte niets goeds meer ovar blijft?.
Geef je zellf een geduchte aframmeling!,,
De verrader is nu echter verdwenen en die
eohte Toni Handler opgestaan.
En het haasje zat nog altijd op den
weg, sloeg met groote oogen en gespitste
o,oren alles gade, maakte tenslotte nog
e-c-n sierlijke luchtsprong en verdween.
De jongen bekende mij. later ocht.e-r, dat
hij; altijd een gevoel' had gedipd, ais Inrukte
er een zware last op zijn schouders, en die
was nu afgewenteld. De. hoornen waren er
niet meer geweest en die vogels hadden
niets willen zi-en van dat, wat zoo gemak-
keljkh ad kunnen komen.
Toni behoefde niet lang meer te wach
ten. Godiadnk, het was ztwaar genoeg ge
weest. De burgemeester kwam daar alan
en met hem eenige andere mannen nit het
dorp. George Wuliffeir wees hun den weg.
En toen zijlToni aankeken, stondihij;kaars
recht naast het lijk wlaarbiji hjji trouw d/e
wacht gehoudeu had all-een was hij' iets
bleeker geworden.
In het proces verbaal, dat ik later zhg,
stond alles opgeteekendhoe zij' den d|0iode
gevonden hadden en d|e kist, hoe zij e,ejn
beroerte vermoedden of een zonnesteek p>f
zoo iets. En wat die Thüringer in zijn
laatste oogenblikken bij1 zich had, en ook
over de geldtasoh. Da rest heeft Toni
hen echter niet verteld en dat bdhport qok
in deze bladzijden niet thuisi, 't is echter,
zocals ik meen, het voornaamste in de
heeie geschiedenis gewlëest.
De mannen Werdieu daarop als getuigen
genomen -en moesten allen tegenover het
gerecht bevestigen en ook Toni Handlier
en George Wuillffer moesten voor het g.e-
Teoht in de .stad verschijnen, waar li|un
heel w-at vragen en strikvragen gesteld
Werden. De zaak v-erwekte groot opzien
en vormde het onderwerp der gesprakken,
want niet all'e dagen vond men een djobjdje
op straat.
Dat gebeurde als volgt: U moet weten
dat de kranten -een persoonsbeschrijving
van den Thüringer gaven met de vermel
ding, dat hij in idle hei idjood gevonden was.
Dat ging van hét gerecht uit. Mem moest
weten wie hij- was, waar hij! vandla.au
kwam -en hoe zijn bloedverwanten met het
feit in kennis ges'fcelM moesten Worden.
Toen is op1 zékeren 'dag een klein
vrouwtje gekomen dat bij den burgemees
ter om inlichtingen ging. Daarna bezocht
zi; ook Handler en Wulffer in Ue groeve,
waar zij met maskers voor het gezicht alan
li-et werk waren. Daar begon zij' over den
Thüringer te spreken in haar vreemde
taal, -en toen begrepen beiden dat z'ij1 zlijn
vrouw moest Zijn. En toen hebben Zij
haar allies verteld w'at zij' wisten.
De vrouw was netj.es gekleed maar niet
rijk. Veeii kinderen had zijl groot te bren
gen, als Toni het goed! verstaan hadne
gen. De vele jongens en meisjes hebben
veel noodig -en het geld van den Thürin
ger is maar amper genoeg geweest om al
die mondjes t.e vullen. Er was er nog
geen enkele bijl die iets veirdilenidle.
De burgemeester gaf haar het geld, en
de andere -dingen d|ie hij achtergelaten had
en de vrouw' bezóoht h-et graf van haar
man, schreide bedroefd en ging toen heien
om nog eenmaal die mannen te spreken, die
haa/r man gevonden hadd|an.
Toen kreeg Toni het haast te benauwd:
Hij h ad zich, aan de voeten van het vrouw
tje willen wempen en haar alles willen
bieohten van zijn scihande/lijlke gedachten.
Het vrouwtje wil'die beiden nog iets ge
ven uit dén geldbuidel, maar Toni wiilld|e er
niets van Weten 'en George ©yanmin. Met
vochtige -oogen en een harte/lijk„God
ye'rgei'de het u", is het vrouwtje toen
in.
Lateir -heeft Toni mij de heel® historie
eerlik opgebiecht. En wat zij'n buren en
z'i,® vriend' niet wieten, weet ikToni is
altijd een reohtseihapen man gelweest en
toch is ook ovot hem de verzoeking ge
komen, die haast niemand! spiaiart. Toni
heeft zich echter energiek verziet en het
kwaad overwonnen. En dat geeft e-en
gerust geweten!
Levensoffer.
.n zijn wiegje begon hiet kleintje hardér
te reutelen.
Met zijn bloote voeten op den kouden
vloer nam de vader hiet dadelijk in zijn
armen en 'hield het vlak bij de kaars,
gestoken in den hals van «en flesch.
„Het wordt blauw
„Blauw'gilde de moeder. „Mijn arm
wurm stikt".
„Ja, dat is zoo ,het stikt, het heeft de
kroep!"
„IVat moeten we .beginnen?" riep de
vrouw, terwijl ze met «en uitdagende be
weging haar handen wrong, alsof' ze 't
no dl/t wilde tarten, dat het huis binnen
drong.
Even Rep -de vader, een blikslager, een
to- de socialist, «en bruut in 't gejwone
leven, met het kleintje in zijn armen rond-,
tenwijl hij probeerde zijn grove stem heel
fluisterend' te maken
„Mij.n kleine lieve Kareltje, ga toch
hiel heen! W« houden zooveel van je,
weet je, 'hielt is voor jou dat ik Zoo hard
work! Als- je weg gaat, wat dan?."
Terwijl hij met zijn kindje praat, wordt
-de crisis steeds heviger, het kind! kron
kelt zijn lichaampje als «en Worm, die
men vertrapt. Zijn kleine krampachtig
saamgetrokken handjes plukken in de wo'l
van vaders vest, steken zich ten blo-ede
aan de spelden van zijn luien' en in de
-slordige kamer hoort men niöts dan reu
telen, dat langzaam, labelig toeneemt, het
reutelen door hikken onderbroken, dat lijkt
op de radelooze «meeking van de over
wonnen natuur, genade smeekend aan den
almaohtigen dood
..Maar, da dokters zlijn -er toch voor,"
zeide de moeder, terwiijl z'ij ziah woesit op
richtte.
,,Hdi woont wel twee uur hier vandaan
en zal nu wel niet komen. Om vier uur
rijmt de bakker met zijn wagen langs, en
ik zal hen zeggen, dat hij- den dokter moet
mee'brengen."
„Om vieir uur, dun zal het wei' gestor
ven zijn!"
..Mogelijk
„Zeker!"
En 'Wegkruipend in een hoekje hij de
wieg, weent die- arme moeder, diei h-et
bidden verleerd heeftj zie huilt van W0ield|e
en onmacht en z«t de nagels in haag
wangen. Ze zit daar als «en woest en
levend beeld van wanhoop.
De vader, ihiji is uitgegaan, den weg op,
zonder eigenlijk te weten waarom. Hiet
landschap lijkt ingeslapen onder zijn witte
li.kwade, want alles ligt diep onder de
sneeuw en de hemel, zwart en ijlzigj,
schijnt van te voren al met een weigering
elke slmeelking te aanvaarden.
Bovendien, bidden? hij denkt daar zelfs
niet aan
Met zij-n h.anden in de zakken staat hij
om te kijken; ,als om zich zelf' door oie
beweging de illusie te getven ielfcs te doen
al is 't maar voor «en seconde, te ont
snappen aan het vreeeelijk .schouiwlspel van
aat kindje van hem, dat zich iweert onder
ae Knohelige vingers- van den dood.
Ach, was 't maar die kwek' daarboven
van 't kasteel! dan zou iedereen iwted in
de weer zijn; alle vensters zouden verlicht
zijn, all-e 'bedienden zouden zonder adjem
ïonoloop-en; de telegraaf zou niet stilstaan
en ae express uit Parijs alle mogelijke
dokters in het dorpje brengen!
Maar, klein Kar eitje malar werklui,
machinevleeste'h, telt dat niet meie?
En de man kijkt naar den heuvel tegen
over beun, waar het -kasteel een enorme
groote siteenmassa, donker vlekt tegen den
zwarten hemel! Daarbinnen snurk-en ze
allemaal als ze.venkL-ipipe.rs! terwijl hij...
Opeens hoort hij in dé krakende sneeuw
het geluid van een naderend rijtuig; hot
galoppeeren van twee paarden, die voor-
zci'btig vooruitkomen op den gladden weg.
Het komt naderbij; men kan reeds bet
gerinkel onderscheiden van den stalen
kliugeilinger, het knarsen van de luxe op
tuiging, op schouders, die met alle macht
trekken.
„Dat, dat is voor dat lamme kasteel,"
tmnkt werktuigelijk de arbeider.
Het rijtuig komt dichterbij; gaat nu
langzaam voorbij' de kleine woning en
door Hehtsiehittering van de lantaarns op
de sneeuw, die weerkaatst tot in de ka
mer, vliegt de moeder naar buiten, miet
groote angstoogen:
„Is het de dokter?"
..De dokter!"
I n de man haalt zijn schouders op met
een medelijdend gebaar. De dokter! voor
hem? Bon je mal!
Maar daar wordt opeens- het raampje
van t portier naar beneden gelaten. Een
hocfd'je, heel Ilielf, maar heel gedecideerd
ock, komt te voorschijn uit 'n hoogen
bontkraag, kijkt een cogenbliik naar die
wanhopige vrouw, wier haren door den
wind bewogen, om het hoofd heenflad-
üeten en naar den man, die in de scha
duw blijft staan, zwijgend en woest.
„Koetsier, houdt stil," roept de slotbe-
woonster en een beetje onhandig opent zij
geheel het portier.
Daar staan die twee vrouwen biji de
wieg; een elegante, aristocrate, in krakend
zljQen toilet, een werkmansvrouw, bleek
en mager, met weggetrokken gezicht. Dan
blijft, de man toeki.ken uit zijn hoek; de
hauden in zijn zakken.
„Twee mosterdlapipeu daar, alan de been
tjes. Water!, een bord, daar! zoo, het
hoofdje wat hooger! Azijn? Huil nu niet,
we zullen het er wel doorkrijgen, ik héb
erger meegemaakt!"
Maar, om haar laan de jonge markiezin
het ij'delo te doen voelen van haar bewe
ring, schijnt de dood zijn uitgemergelde
handen steeds vaster te klemmen om dien
tasch en boeken zijn in orde. Maar hebt gij voor PUROL g-ezorgd? PUROL
verzacht en geneest alle wondjes, die Uw kinderen in, van en naar school opdoen,
hals van den kleinen lijder. Van blauw
wordt 't kind paars.
In de vrees-elijke -benauwdheid schijnen
de ocgen als 't -waTC uit het hoofdje te
willen springen.
En de dokter, die maar weg blijft en da
weg, die maar stil ligt, zonder 't geHuid
van een aansnellend rijtuig!
En terwij- 1de vader toeiziet in stomme
smart, de smart der sterken, wiens stil
zwijgen vreese-lijk is, ontdoet de markie
zin zich van haar violette, hialar hoed on
haar handschoenen en 'werpt halar avond
mantel op de kachel, die ondertusschen
is uitgedoofd.
„Een lepeltje", zegt ze, „een kleiner,
houdt nu zijn hoofdje vast, ilink, vas
ter!"
Dan maakt mevrouw d-e V. h-et kruis-
teek-en, brengt de steel van hief lepeltje
tussohen de op -elkaar geklemde tandjes,
maakt 'het mondje op-en ,dat zich spant als
e-c-n bankschroef, dan, langzaam mo-nd te
gen mond, lippen tegen lippen, in een
ontzettende kus, zuigt zij: de doodelijike
vellen op, die da keel verstopplen en spulwt
deze uit op den grond, onder d|e iw'ijd ge
opende oogen der moeder en tle-genover idle-n
vader, dia Zwijgend' toekijkt, altijd1 cljien
ondeugenden trek o-m de lippen,
„Kijk, zoo, z'oo, lie-t lijkt mij, dat het
kleintje bet-er gaat."
Voor e-en stuk gebroken spiegel, met «en
paar spijkers aan den muur 'bevestigd,
maakt mevrouw de V., heel bleek, met be
vende handen haar kapsel weer in orde.
Rondom baar 'heen ziw'ijigt iedereen, de
dokter, die eindelijk' gekomen is-, dl" vrouw,
etc man, die- Verlegen naar den gro-ndl kijkt.
In de kamer hoort men niets dan ide
rustige, bij-na zangerige ademhaling vian
het geredde kindje.
De dame van 't kasteel i-s gauw klaar.
Dc liefdeizusiter wordt weer die vrouw
van de -wereld.
„Dank u wel, dokter, dat u zoo gauw
gekomen i-s".
„Dag moeder. Bid eens voor me, mor
gen zal ik naar den kleine laten hooren."
Dan reikt ze baar wit géhandsohioende
hand- aan den blikslager...
„Neen! mijn hand-en zijn te vuil. Laat
me met rust! Ik ben een gemeenie kérel"
en b'ijina brutaal, keert de- vader zicfh! om.
Maar als mevrouw de V. weer in haar
blauw gecapitonneerde coupé is ingestegen,
als de pa,arden, na tweei uren oponthoud,
deu weg naar 't kasteel oprijden, oils tfe
groote stilte van den nacht over alles js
neergeaegen, zóu men bij! 'hlet schijnsel
der maan iemand hebben kunnen onder
scheiden, die zich boog over den iweg ien
iets eehbiédig kuste, dat leek' op U|a sporen
van «en equip)age.
Tien dagen later op het kasteel. De
dokter is net heengegaan en ofschoon hij
eerst niets wilde; loslaten, heeft hijl toch
eindelijk de omgeving van den waren toe
stand- op' de hoogte geïbraoht; ze is ver
loren, de kleine markiezin. De kroep, daar
"beneden hij1 d-eoi blikslager opgedaan, ia
niet willen wijken voor h-et serum, diat
met groote dosis ingespoten, hersenvRies-
ontsteking heeft veroorzaakt.
In 't eerste geval 'had de db-oij hbnidjerd
kansen tegen één. In 'bet andere slechts 98.
Mevrouw de V. is opgegeven.
„Jeanne, zet Germaine wat dichter bii
me".
Germaine is een alleraardigst klein
schrijftafeltje; de markiezin noemt het
zoo, naar d« vriendin, dli-e bet haar s-dhpnk.
En dat mooie meubeltje van ebbenhout
en kristal -bevat ad halar intimiteit, alie
goeds wat z'c bezit 'h,aa,r heele hart!, üle
laatste brieven van 'haar -echtgenoot, het
eerste bet eenige schrift mieit s-tokjies
van haar z'oontijle. T'wee rozenkransen, een
kruisje, enkele klednoodaeën, reissonvie-
nirs, een imitatie,-enkele f'oto-'s, 'héiebenklelie,
Dat alles zegt, vertelt -haar lewien:
„Herinner je 't nog? fluistert elk voor
werp, dat zij- door haar koortsige handen
doet glijden. „Herinner j,e hiet u?"
Of zij hét z'ieh herinnert. Dien God
bet heeft, sterft jong. Waarom de krui
mels op' te vangen alls aeni'ge uren laing
het levenshanket koninklijk Was?
Toen zij' de laatste H. Sakramenten
ontvangen had, bedankte zijl a'ein priester.
„Wilt gij «en Weetje voor mie hidden?"
vroeg zle z'aoht.
„Veel!"
„Ja, diat is goed, veel! Te. denken dat
alles voorbij' js! Oh, wat heb ik een pijn".
En baar hoofd viel achterover in het
kussen ,erg [bleelk1 tegen haar donkergou
den haren. Dan begint ze. met zich zielf
te praten, terwijl z« met oogenblikkén h|et
bewustzijn verliest:
„En als er nu eens nieits wiais, hierna,'?,
Nie'ts, bet niet? Dan zou ik hebben be
mind, geleden, mijn ziel' verfraaid, voor
bet nietsMaar, neenik word Mkoiord
zoo als Gij', o mijn Go'd in GethsemaniJa,
ik gebot in U. Gij zij't 'daar, geheimzinni
ge engelen van den doodstrijd, gij ook,
mijn dieAaren! Oh! Ik heb 't gevoel of
mijn hoofd uit elkaar gaat siplatten! Mijn
Gou, hielb medelijden met mie, ontferm U
mijner!"
Fn als 'haar vingers beginnen te woeien
in het borduursel' van haar laken, nam
de .prielster hare hand in dé- zijne,.
Toen opende mevrouw de V. die oogen
en zeide niets moer. Haar blik was nalar
boven gevestigd, bet leiek ofdat zijl z'achte
stemmen 'hoorde fluisteren:
„Koim, dieibare kleine zuster, kom,
want de Christus, roept u naar Zijn Parii-
wdijls en ongeduldig zwe.ven wij oon u
been om u daarheen te brengen, bleiel Ver,
in de oneindigheid' van den blauwén he
mel."
De .begrafenis bad plaats op een mor
gen, om 10 uur, bij oen diki'e, donkere
wintermist, die den dag op een nacht dleiejd|
gelijken.
Alle arbeiders hadden zich in haag Ojp-i
gesteld vanaf het kasteel tot beneden R
de stad.
„Waaraan is zij' gestorven?" vroeg
iedereen. Want in de fabriek had mea
slechts ma,ar even hooren mompelen dat zij
ziek was.
Achter alle anderen, heelemaal achter-,
aan, loopt «en werkman met een brutalil
maar bewogen uiterlijk, zijn pet in dj
handen. Hij loopt .ais iemand, die geibukt
gaat onder een onidragelijken last.
Die vrouw, 'dio men daar wegdraagt, dij
„kwek", zoo als hijl haar noemde, het ij
voor bean, voor 'delzijmen, dat zij geistorven
is! Het was niet uit trots, zij heeft niets
gezegd, zielfs den dokter hiet zWijlgen op-,
gelegd! Maar dan ook! Ja, er moet een
God bestaan om zulke verheven üatlien ia
te geven -en te beloonen.
Wie is Hij... Wie?
Zooals «én zonnestraal alan de modder
a-e schitterende waterdruppel ontnclemt, en
üezé onzichtbaar brengt in 't diepst van
de lucht, zoo ook maakte de zelfopoffering
over die verbitterde zrjel heengaande, haar
lus van bet slijk cn bracht h|aar in een
schitterende vlucht tot aan de voeten van
toen Christus.
Waar waren ze gebleven, zijn halnt, zijn
tegenwerpingen, zijn wrok
Zij', in haar nauwé eikenhouten kist,
nam alles met zich mede. Zij had op
alles1 't antwoord gegeven. Zij; had bemiadl
en daar.om wlas zij' gestorven!
Drie jaar later.
Als gij het kleine kerkhof van C. bias
nentreedt, «en ,oase van rust en vredig
groen, te midden van Zwarten pook der
fabrieken, ziet gei link's een kléin gracieus
ka.pelletjie, versierd met de waiplens der
d« V.'is1. i
an 'binnen tref t uw oog het eerst een
groot indrukwekkend crucifix.
-L-aarna moet je eens goed kijlkien, in
een hoekje zult ge «en JHteimen ruiker van
altijd friesdlve 'ifioemen vindendézle jrord't
sedert drie jaar alle twee dagen viernieuw]'.
Als het vriest en er ge/en Moeimlem in do
stad te krijgen zijn heeft mevrouw tooi
altijd op 'ha:ar graf de kleine mysterieuss
bouquet.
„Maar", legde me da oude dio,0[d[?rav«!
uit, „de kasteéldaime scheen niet uiitshi.
tend vrienden tei keibben; va® tijö tot tijd
zre ik «en soort, werktman om bet kapsh
letje rondsluipen, «en blikslager, gelwiem
anaidliist en die naar het grlaf' kijkt op
«cn, ja, zeer zonderlinge wijlzie."
A vedbW eekbl
Naar Pierre ft/Eimitie.
DE HEILIGE iSiTEPHANÜS.
2 (September.
(De H. Stephanus is de vader Van den
H. Emericus, de patroon vlan Boedapest.
|S|tephanns Wérd gebqren te Gran, in Hour
garije, als Zoon v(ain Ge-Ras, hertog van
Hongarije. (Na ie;en oppervlakkige kennis
making met het katholicisme lieten zijn
ouders zich in dfaz'en godsdienst onder
richten ie® na vferloiop van tij'd dloor dan
H. Adelblertus, 'bisschop vlan Piraag, (ko
pen. Met de grootste nauwgezetheid leg
den die puders v'an iSitephanus zich toe op
diens opvoeding. Het is vooral aan dei
H. Adelbertus te donken, in wiens nabij
heid hij, zich dikwijls ble)v(ond, dlat Step
ltanus een der -deugdzaamste vtorsten is
geworden uit de koningsgeslachten. Ds
jonge prins liad 'een helder Verstand, zoo
dat hij zeer geschikt was om het bestuur
v'an Zijn land "in hanlden te nemen. Op
15-j.arigen leeftijd dan, besteeg hij repds
den troon, om Geisas na diens doodl op t«
vtógen. Die bekeering Van zijn yolk was
©en Van zij'n grootste zórgen, waarom hij
dan zelf ook menigmaal een aantal Hon
garen om zich vlerZamelde, om hen per
soonlijk te onderrichten. Vele priestec
waren onder het volk werkzaam om het
tot het (lioht Van biet ware geloof te
brengen. Een deel bleef échter opstandig
en wildé den koning Vami den troon stou
ten. Mot een leger ging Sltephanus dt
ppstandelingien tegemoet en omlder aanroe
ping van den H. Greöirgius verpletterde
Mj' hun machten. Van toen af bouwde hij
vveral kloosters en kerken en schonk esii
tiende Van de rijksinkomsten aan de gees
telijken. Ook zette hij den houw Voort
tVan liet door Zijn Vader begonneni Bene
diktijmerhWsteT te Raat», dlat langzamer
hand een middelpunt wend' van natro"
nale Hongaar scire cultuur. Verder richt!*
hij een tiental bisdommen op, weü;e op
richting door den paus werd bekrachtigd-
■Jn 1001 Ret die H. Stephanus zich
koning zlalvfen ie® 'stelde door pan I11'
biiekle oorkonde zijb rij'k! onder bescher
ming 'v'an Maria. Met groote® ijVer wijdde
de koning zioli aan hlet -Vervullen va®
'zlijn plichten vlan staat em besteedde vel*
y'an zïj'n verloren oogenblikkcnl aan h®
gebed. Evenals zijn 'andere kinderen', wis™
®ok rijn oudste Zoo® kroonprins Emericus,
hem door dien doei ontnomendeze stier!
in 103)0, terwijl Stephanus den lód*"'
Augustus 103(8 na een langdhrige ziekte
den geest gaf. In 1084 werdén vhder en
zioon door Gregorius VII heilig verklaard
Over liet nut ccner wereldtaal.
Men wleet, hoe onz'e steden tegenweer1
dig een schare kdopliedlen v'an 'ti,Paans7j
■origine onder haar inwoners teUef. u'
'zich in gezielsohap v'an een rijkbeR
eZel op de hoeken der straten opstete^
Een plak aai in duidéRjkl Hollaudsch w
kondigt, dlat het hier gaa.t om „sp6®1
aardeWark", artistiek, (tod-houdend en
véns „goedkoop".'
Een de'zér handelslieden
O pin
Het ITemdselie rijk',
naam vloor China, dat
neefeen herbergt is den
prooi aan duizend rampj
den, waardoor 't mleer «I
uiol verschrikking dan
paradijs vbl geneugten
al de berichten, dé een
Uan de andere, dlie uit l|
Hantou en Moekden na,
der nieuwsbladen komen,
rige week een, zóó echt
nten onwillekeurig evfen
'Jfenschen wien 't niet aal
een der havfens van d'e of|
'een Duitsch sohip vól m:
chinegieiweren, legei-vliegt
lijk fraais ontdekt. Dé a.i
Van den prins geen kw-a
lieten de persbureaus ui
schip bestemd was Vfoior
gen, d/e oommunisten, e
haar in beslag gen/omen w
vertoornd ovier zooveel
heid. begon alviast met e
al wat Diuitseh wias en
daar haar sanctie aan.
De -opstandelingen, die
véKiom-en hadden, namein
persbureaux in den arm
aardbol rondk'abelen. dat,
maal niet laan hle® geadre
knal- en vlpchtgereedsoha-j
Eik aangekocht 'door d'e I
ring. die alleen d/e leugenl
om haar tegenstanders 1
brengen. Dé geheele ïnbj
een foefje en de geheel™
geering een gezelschap Vl
gers geheeten.
Tusschen al dit tumult
de historié 'n Europees!
kwam de Duitsehe regee
die tegen die boycot pro
Buitsohland toch niet
was vloor de misdragingen
Bovendien als twee 1«
men waar d'e boter geW
't gevlondien oor'logsmnteri
fabrikaat, doch Zwedien
Waldie lm ddén 't, schip-
een met vliegtuigen en d'
weren
Zweden en Tsjecho-Slrl
zich muisstil gehouden. Dl;
lijk ook wel. wat Duits
Verraden heeft.
Infussehen Mikt uit die
affaire weer. hoe 'n ai
Eurona bliift spelen me'
'n nol waarin de twee gee|
opium en kogels (hongers
o|v'erh'eersdhen
te Rotterdam op) een c
Cooisingelpunten. Eenige
omringden hem in een k
'lastige nieuwsgierigheid, t
melaneoliek en vérveeld
gaapte. Het is iook niet
Spaansche «zei ergens in
staan, stad met van
keel anders dan thuis, e/
'u paar honderd jpiotjets
teal Verveelde zich dus lie
'kingen zijd lange ooreini j
'Hoien kwam de juffrouV
sckappentasch. Men kent
i» de schrik der warenhuis
I der vierboopsters, 'die nacht
'kelhedicnden en de raz/ernij
2e drong zich in den. kri
feierp een blik «p den kc
ezel, op de potten. De
Waakte uit rijn droomen,
^hj'ven, a.an sinaasappélbot
Val aan leen Bpaansch 1
zou kunnen koopen, wafnln1
dammers bij; hem Spaans
koehteu. Hjj speurde een
W.ezenlijEing deZer schpon
het gelaat der juffpouw en
i"p den grond naast hen
jaatwerkcn, specifiek Stpai
uubhalt tuitjes, sierlijk', lol
ei met nadruk op en riep
'ril. Si... 'mooie pot
Be juffrouw zji „Hm",
vehtig een aan, en hief Vr
met Welsprekend duil
gebaar.
i,Geilden" sprak (je, too
,/Hm" deed de juffrou
19811 andere.
pTrie kwatja", glimlach
De juffrouw Vond heit n
6 koojiman diepte uit
bc uur .op) Jen «z'elsrug
U!J- kield het 'ha,ar vloor
rite golden eu een kw
bekeek het Vaatwe
hem ,op eeu vlek. De
H «vér die Vlek het ge
l™!nen petste, eu iu zi/
Ï'ï6 te6n' dat die
als ware de
^tgd. Dtoeh Af Was
het l 1111061 uit' Ai:
den t Zd" Ba^gzameihlan
t; /«kton-rand 'een WelV
en anker
man als kikklervi
Per sit r!6r eens v,e®lWe
P|> z'n Van lening hie
Snaar,» ieeln,t-,e tent
keek °li.6 ,kunsknïjiv|erheid
a^il6leden' h
kw-ar
611 sboTia i, Mkker niets
straat n^i Potten rom
c' °k ezels hebfb'e-