Goes
te Goes.
EN
ROOT
MAAK!
GOEDKOOPS
he Courant
Tweede Blad
;en, enz.
HERDER
feuilleton
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
COURANT
i.-ÏPQ
EN?
n een
nietwaar
.27- GOES
:OLOGNE
-VER.
erlingen
drogist
i Handelsdrukkerij
ËS
De hooge winsten uit
Een Koningswoord
KERKELIJK LEVEN
ONTSPANNINGSLECTUUR
lWij besloten deze droevige tijding.niet
aan den gevangene mede te fl|eelein dalar hijl
bij zijn vrijlating .nog vroeg genoeg d'en
ok.-cd van zin lievelingszuster vernemen
>u. i
cent.
anders dan het
inplaats van te
tot U zal komen
p zaken af!!
15 Augustus
ekende.
ng van hel betrokken
n der lagere schoot
EN, Qroole Markt 24.
ten
i, Wissels
Tabelwerken
Dankbetuigingen
g, Reclamekaarten
arten, Convocaties
Bnveloppes
Servetten
kken
erend
ide Drukwerken z?n
is gaarne aanbevolen
gemeente-bedrijven.
Degene, die de apenbfljre finan^ën be
heert moet er voortdurend op gedocht
zijn dat het geld Veelal met groote mpeite
.Jmengebracht is dopr anderen, ztopdat
een bijzondere zuinigheid geboden is.
Een aantal jaflan geleden werd. met
voldoening geconstateerd, dat de politieke
paptSjsn het er p,ver eens waren, dat met
alle inkomsten uit een belasting moesten
komen Ook de sociaal-democraten erken
den, dat er winst uit de gemeentebediajivpn
mocht -worden gemaakt
Maar die erkentenis is in den lopp dei
laatste jaren wel nat heel ver dporge,
"tnokken. y«^l dje heel' Wibaut is inder
tijd het pad OP «aan om de winstmakerij
der ijaemeentebedrijlvteu goed te pralen.
Die opkomende voorkeur voor hppga
.■bedrijfstai-ieiven is wel merkwaardig, en
ookeenigszins verdacht. Zijl is hieruit
te vlerktoren: op het belastingbiljet ziet
men een concreet bedrag als aanslag, bij
de gemeentebedrijven betaalt men eiken
■dag zoo ongemerkt. jDte groote sch.ad.uw-
djde is, dat op diei 'wij'zte groote sommen
■binnenkomen, die men anders piet zpp
dadelijk nit dia belasting zpu durven halen.
Men kiifet op. heel gemakkelijke wijzfl
grr.pte bedragen binnen, en die jyordc|n
ook op heel gemakkelijke wijze uitgege-
.ven. Dte ziiinigheid komt op die wijze,
naar men begrijpt, heel spoedig in toet
S Ex 'zlijh nu eenmaal economische; wet
ten, waaraan men zich moet onderwerpen;
ook' blij het keffen vlan belasting. Bijl de
gemeeirtebedrijivten geldt dit niet zOo
sterk, immers, men staat bier voor een
monopolie- Toch traichttei de hëer Wibaut
aannemelijk te maken, dat de meeste ge
meentebedrijven niet als monopolistisch
zijn aan te merken. Immers, ztto redeneer'
de hij, wie geen gap wU gebruiken, kan
zich ook behelpen met petroleum; wie
niet gediend is ivten electriciteit, kan an
dere licht- of krachtbronnen bezigenwie
niet in do gemeenteram wil z'itten, kan
fietsen of loepen. Diergelijke argumenten
ter vlerdédiging vlan het winstmaken ,d|oor
bedrijlvlen die een feitelijk monoppiie te-
zitten, rijk geen ernstige Weerlegginlg
waard. 1 i I
Voorts werd door den heer Wibaut
betoogd, dat lettering door gemeent-ete-
drijlvén tegen uniformen kostprijs „dwaas,
beid" is. Mem kan hem toegevien, dat zbo-
wel het belang van het bedrijf als dat
der verbruikers er made gediend is, wan-
neer voor grootverbruikers, met name in.
dustriaelen, ..groote magazijnen, enz. do
prijs v|an gas en electriciteit lager gesteld'
wordt. Maar dit is allerminst een speci
fiek sociaal-democratisCh denkbeeld! Par
ticuliere ondernemingen plegeu eveiüe'na
bij levlering in het groot vloordeeliger
condities te stellen.
pie winst uit de gemeentebedrijjvje.ji,
laildus vterdar de heel' Wibaut, is niet an.
ders tei zien dan .als ondernemerswinst,
verkregen uit het bedrijf in zijn geheel,
iWe willen daarover met den heer, Wibaut
niet strijden, maar v'ragen: waarom is
Zulk een ondernemerswinst dam niet gepw
loofd bij' particuliere bedrijjvkm? (En v|oorts
Vragen wie: wordt per saldo die' winst
niet betaald door 'de Verbruikers .Wan
neer ,men vloprppstolt, als goed' sociaal-
democraat, dat die gemeenschap lilaiar be
drijven in het belang der verbruikers
exploiteert, dan mogen die bedlrij|ven hun
Verbruikers toch niet meer in rekening
brengen dan strikt popdig is Jawel,
zjegt dei heer .Wibaut: inderdaad exploi
teert de gemeenschap in 'het belang deir
Verbruikers, maar de gemeente kan do
'gemaakte ^winst tjOjCjlx nxoti ^^.ti foiGipïijctyliclc
groepten Verbruikers teruggeven? Wijl
(vlagen alwederw'aanom niet Pioen
'Coöperatieve Verbruiksvereenigingen niet
desgefijks Betalen Idezie 'zelfs die winst
niet p«nctopondsge|w(ijls terug aan allle vier-
bruikers, onvierschillig in welke mate de-
Ze indiv5du(aal dbor hun Verbruik tot
de behaalde winst heblblen Wijlgedlragen Op
de verschillende artikelen, welke zlulk ?n
vieneeniging levert, wordt toch Zeer vein
schillende winst gemaakt; de vfcrsdhillen
zijn hier nog grooteir dan bij de 'vlers'dhib
lende tarieven V,an eenaelflde gemeente-
bedrijf. i
IDdt deel vlan het betoog v|an den Keer
Wibaut, al is het looilommiein lang, snijdt
door MGBl. DB MEtNTEN.
27 J
Dg tuin van jdiei Ljxixemfofoxxrg ixoiemidieii
schertsenidterwij'ze „onzen tuin" en el-
eT1 d'ag m,a,ajkte inen er gr-opte en lange
'Wanidielingen.
Zoo sbondl het op den morgen dat hem
dat haartje van den mlankies! [werd oiver-
handigd.
Ieder der heiden z'a-t in een gedeelte
ter 'huishamer, diat IxijT zijn atelier noem-
'0> en wia-aïvan men de grenzien scherp
getrokken weid1, over mijn atelier en uw
atelier, en ieder blijft op zijn eigen,
i)Wel te verstaan, mijnheer idle schilder,
'at gij van metvrouwf haar terrein en hlaar
werkkamer .af blijfft, hoort ge!"
.jJa! J,a! Mevrouw, ik heb' niets geen
plan om op uw r€Chten inbreuk' te. maken,
-n thuis bijj m, ik^blijlÊ thuis bh mij!.'
■tn zoto meer.
bruT aan ^ae'lel1 ea sc'lerfee,n geen be-
„Bw mijnheer vraagt om mijnheer te
spreken, zei ,Je jórtierster.
"Aeg. aan dieu mijnheer", lachte Hieijino,
'lelm gaarne ontvangen zlal.'
..Wat uu'?," zei, Heijnp.
gaf Thilde ten antwoord',
net de bewofti-dler der musjea is,
dus hoegenaamd geen Iho.ut. Tudhf dlëdre»
teeirde liSji, dat uitkeei-ing Vlam die geanaaktu
winst aan .allle wleirbruikers of ijam do
groepen, die tot het maken daarvia-n het
meest hebben 'blij^edragen een gropte on
redelijkheid ziou 'zijn. £)md|at 'hij de winst
beschioiuwt als één geheel, belhloart zijl te
Mlijiven in dia lilas Vpm het gemeentateidrijf,
Wanneer zij daar vloor bedrijfsdoelcmden
noiodig isin do gemeentekias, wanneer het
bedrijfsbelang zich niet tegen winstuit.
keering Verziet. Het eerste het maken
vlan eem reserVe uit de winst tem behoeve
v|am het tedrijf 1is öoiminercieel vërdie-
digbaar: vlopr het twoede het storten
viam de p|v|erwinst in Ide gemeentekas
is geen gnomd aanwezig en zieker niet,
wanneer men soCiaatodemooratisehe begin-
seliem belSj(dt. Die 'winst, olidus die heer
Wibaut, kan en kal bijt Ibtehpiorlij'kj gemeen,
teteleid ïvptar allerlei maatschappelijke
nuttige ivbiorzliiemingen wprden aaplgewlepd.
Maar als hot gemeentebeleid' nu eiens niftt
„behoorlijk'' is O'vfer de vtaag, wat daar-1
omder te v'erstaamvalt, is groot meenings.
w'erscliil nKigrlij'k. Is het b.v. bphborlijk
gemeent e beleidtem kjoiste vlam de verbrui,
kers [em ten nadeel# vian de particuliere
werligcVors, de Iconen vlam gemeentewerk,
liedien op to schroevjen tot eem onnatuur
lijk peil 1
po heer Wibaut 'hield vol, dat diezlo
winstuitkaeringen nfet ais belastinganl zij In
aan te meirkon. (What is in a n|ame! z|om-
den wlij- zleggen. Np.em het geen belastin
gen, maar .arken,, dat hier de vlerbraikarn
door het monopolistisch gemeentebedrijf
„geknepen", worden, terwijl zij daarnaast
reeds als belastingschuldige „naar draag
kracht" v'aak vér over draagkracht 1
en prpigncssief 'hebben Mj| te dragon in
de lusten Üer gemeenschap'. -
Tenslotta verzekerde ide beer .Wibaut,
dat geme.entcbddrijlven, naar zijn ppVnt-
tingen beboerd, een goede vloorteieliding
kjinnen zSjh |v|am socialisatie. Immers in
den otvlergangstijld v,an kapitalistisch naar
sopiaiistisdh beliieor krimpt dë onderne
merswinst dier particuliere onidiernemingen
allangs in, terwijl die arbeidersklasse rui
mer gemeensChapsvloior.'a.ening zal cisohen.
Die moiet dan Verkregen worden uit de
winstuitkaeringen der gesocialiseerde (be
drijven 1 i J
Zioo blijkt dus de vloorzitter van die
soicialisatie-eommissie v'an zïjh standp|umt,
in het Siocialisatier,apport ingennmen:i
„gaan winstmakerij, maar behoef'tenvbior-
ziening" te 'zijm afgedwaald naar die leus:
meer winst nit de .gesoiciaiiseai'de tedlrijfvlem
dan uit da particuliere bedrijven w'erd
gehaald, 'in het belang van een ruimere
Voorziening in do behoeften der arbeiders.
Hij! vergeet één ding: flat, indien het par
ticuliere kapitalisme" verdwijnt, die
winst, welk- de tehoefteuvflorziiening der
arbeiders moet Verruimen, zal moeten ko
men uit dei dakken (dér aldus bevbordieeljdla
arbeiders zelf. j I i [hl j i
De H. Lauientius.
10 Augu stus.
Ten tijde van keizer Yalerianus leed'die
te Rome eem deugdzaam jongeling, Lan-
rentius geheeten, wien Paus Sixtus om
z'im goQsaienstig'lieidi het ambt van eersten
aiaken in dia kerk van Rome haidl op
gedragen. Het weinige, dlat wij1 omtrent
Laurentius wetlen, is wel eenigszins uit
zonderlijk, .zocals uit onderstaande blijkt.
Zooals men wellicht weet, hadl die Reinein-
scha rc-geering aRes' erop^ gezet, dia chris
tenen uit te roeien, waarom zijl er viciouial
prijs op stelde, de leidende figuren uit dien
weg te ruimen. Inderdaad moest ten
slotte o:k Paus Sixtus vallen; hij werd
gevangen genomen. Toen men 'hem weg
voerde, om hem te doen sterven en Hau-
remtius uem volgdle, riep daz'e: „Vadeir,
waar gaat gijl 'Heen zonder uw z'o.on.?
.Waar gaat gij', Opperpriester, heen, zon
d-er uw diaken.3" Sixtus antwoordde hier
op: „Ik verlaat u niet, mijh izopn, u wacht
nog grooter strijd', maar ook heerlijker
overwinning; binnen drie dagen zult gij
«lij! velgen." Daarop terugkeeirend, ver
in eut Laurentius de verschillende rijkdom
men, welke dei Kerk v.an de 'bekeerlingen
hagl gekregen en deelde alles onder d(e
amien, wenuwen en weez'en, die gelbrek
hadden, uit, opdat niets in' handen dier
k-emenen zou vallen. Toen de prefect der
staf ter oore k'wam, wat Laurentius deed,
ontbood hij dez'en bijj zich ,«m vau ten1 die
'Sbhatten .der Kerk voor het rijk op. te
eisdhen. .Voor den keizer geroeppn, bbv.al
deze hem da schatten te halen, waarop
Laurentius met een heele menigte ai-men,
aie van de kerk leedfllen, terugkwam. „Zie
hier ne scliatten der kerk", zeiflio tejl,
w^zend! op de armen. Men kan zich
voorstellen, ho,e vertoornd! de keizer werd,
toen hij z'ijn verwachtingen zooi in dui
gen zag vallen. Hij liet den diaken ge
vangen nemen ,en hem gijzelen, tot hij
z'i^u geloof zou verloochend! hejbben. T.o.en
ue geeseDng niet het gewenschte -gevolg
bracht, meende de keizer, dlat dit weli zou
komen, indien hij Laurentius liet roos
teren. Maar het tegendeel' bleiek wiaar te
zijntoen Laurentius de kwelling eem-
ge'n tija' had' doorstaan, zei hijl tegen zijjn
beulen: „Je kunt nu wel' omdraaien, aan
dezen kant Iben ik geroosterd." Een po,os
later: „Nu hen ik' lieelemaial geroosterd1,
ife 'ben nu te eten." Ondanks de bespottin
gen, waaraan 'hij| bloot stond, Kadi Lauren
tius voortdiirendi tot God, opdat d|eiz'e de
jonge gemeente te Rome zou Zeigenien.
Dan stierf hijl eindelijk', uitgeput door de
martelingen; het wias op 10 Augustus
258. Volgens Prudientius dankt Rome haar
bekeering .aan het gebed van den heiligien
aiaken. Verschillenden senatoren, die dit
schouwspel bijiwoonaen, gingen de oog-en
open voor het licht van het ware Gelooi'.
Zij- namen het liohaiam van Jlaurcntius
mede en begroeven het heimelijk'.
Een terechtstelling door
de Tscheka.
„Neen, u behoeft zich niet ongerust
te maken over den gevangene. Ik ver
wacht ieèeren dag zijn vrijlating, want
er is absoluut geen bezwarend miateriaial
aanwezig.'
Zoo luidde het telefonisch bericht djat
wij van d'en rechter van instructie dier
„Deijabiriskaja" (beruchte Tisjebageivtmge-
nis in St. Petersburg) ontvingen.
Toch sidderden wijl bijl da gcdjachte aan
het lot van onzen „conti-,a-rewolutionmiair"
dia nu reeds meer daa twee maandeu in
de gevangenis zUchtte. Contpa-rcvolution-
nair heette het bijl de ,a rnestatie. Onder
ueze benaming verstaat een gewbne burger
meestal iemand die met bommen, cijfer-
documenten en aanslagen dein bestaanfllan
staatsvorm triadhit te ondermijnen of omver
te wierpen.
In het tegenwoordige Rusland) is men
eChter reeids. oontra-revolutionnair, wan
neer men het ongeluk heeft van aanzien
lijke of welgestelde ouders af te stammen.
.W.e'e hem, wanneer .hij zich buiten dit
„edict" nog .aan eenig ander strafbaar
feit heeft schuldig gemaakt en bvv. de
militaire loopbaan gekozen heeft en dan
tevenaien nog in een voornaam regiment
dienst gedaan heeft. Zoo wia® namelijk
net geval dat ik u verte-Hen. "wil.
De naam van d'en betrokken peTsoom
Wil ik u met het pog op aq 'bloediverwan-i
ten die nog in leven zijln, niet uaemm.
Hijl "was soldaat, onderscheidde -zich in
den oorlcg dioor zijn fllappierheid en wend
als ongeschikt voor ieaeren diienist, met «en
icnuw-kwaal uit den militairen dienst ont
slagen. Later kwiaim de revolutie: Op da
CViaren.regeering volgde het regime van
Kerenski, deze moest weer plaats makien
voor ae bolsjewisten.
Op zekeren aag werd ex handl aan da
deur van den invalMto geklopt. Buiten
stonai een auto van de Tscheka. 'Hijl Imoeist
afscheid' van de zijnen neimein. Slechts
van een hoofdkussen en een tandenborstel
voorzien stapte hij' onder het maken
van eenige grappige opimerkingen in
de auto, vast overtuigd;, dat hij' zeer epoe-
aig de onhoudlbaaiheid v,an het arrestatie
bevel kon bewijzen. Ja, terwijl hdj| ver
trok zei hij nog sdhertstehd1 tegen z'n
vrouw, dat zoo'n uitstapje hem niet on
aangenaam wlais;. want nu z|ou hij tenmin
ste enkele dagen van de fllagelijksclhie zor
gen bevri;,kl' zijn.
Reeds meer dan twee maanden waren
sinas het begin, Van het .uitstapij.ei veriloo-
pen. Onze zorg .voor aen gevangene wcr.d
met den dag grooter. Vcioral toen zijn
zuskter, dia aan een zw|aren griepaanval
lees', in haar ijlkoortsen telkens de te
rechtstelling van haar broeder zag. De
toestand1 der zieke verergerde snel. Ten
slotte weigeraa zijl ieder voeljlsel met de
woorden: „Ziet ge dan niet ,'hc.o mijh
broeaer dotcfl'gesohoten wordt. H,et zou
toch wel zonde z'ijn als ik nu at."
Eieniga dagen later zweeg de ziek|e voor
immer. I Mlil
en dlat hij' kemt iom een van onze schilde
rijen te koppen, voor het lanlllsmuseium."
Zij' zei het oj> zop'n ernstigen, Woertigen
toon, dat ze beiden in een lachbui schoten
en nauwelijks den tijid Ihadlden om het aan
gekondigde bezoek te kunnen ontvangen.
In 'het salon natuurlijk.
Beiden traden tegelijk) binnen en hón
den een man van een kleine veertig jaar
en een heogst aristocratisch' voorkomen.
„Ik ben de neef van mevrouw dia la
Roche Guijlon, ik' heb bij) haar ulw schil-
d'erijl gezien. Het is een heerlijk! wlerk',
mijnheer ,d'at ge daar geimalakt hebit'.
Maar ik hoor, klaar is een geschiedenis
aan verbonden en die wensehte ik wel te
weten. Mijn tante, vrouwen hebben
grillen, wilde er geen woordl over los
laten." I j I - f I
rieijno en Thilflie zagen elkander ver
bluft aan.
Dat w-as hun blijkbaar niet nlaar den
zin.
Ook kwam er geen .anitwiooridl op de-
vraag van den markies.
„Gij vinldlt het ind'isfcreet misschien
mijnheer, fllan heb ik nieit9 gezegd', ver-
o-ntsehnlBig mijn komen en laten we als
vriienklen scheiden."
IK'iji St'onld! ,op.
„Neen Idlat ,is het niet, mijnheer, maar
ik tegrijlp niet, hoe dat ge ,opi zUlke ge
dachten komt. Een geschiedenis, wel
ja, er is een geschiedenis bj1, maar
iwat meent gij "dlaEWIffleelS" 1 j J
,Wegen9 „gevaar voor verauistering'
was het niemand van ons geoc-rloofdi Id'en
„staatsmisaadiger" in d'e gevangenis te
bezoeken. „Edelmoedig" had men ons al
leen toegestaan, telepblonisChhe inlichtin
gen over hlem in te w'innen. Hi-ervan
maakten wijl natuurlijk druk gebruik' en
kregen telkens weer het geruststellende
antwoord dat „ma het" vervullen der ge
wone formaliteiten de vrijlating spoedig
volgen zou."
Het 'was daarom alsof er een Kom voor
onze voeten viel, toen plotseling ,op| on
ze gewone vraag het bescheid gegeven
werd, dak wijl niet meer mochten telefo-
neeren, omdat de zaak in hlandten gesteld
was van een anderen rechter, die wleigerdle
eenige inlichtingen te geven. Er volg
den bange dagen; 14 diagen... toen, den
19en aag, Werdl 'bijl ons aan die huisdeur
geklopteeu bejaard heer trad binnen
én stelde zich! verlegen voor late dte oo-m-
massaris dia het onderzoek tegen den ge
vangene geleid had, Uit lihet nerveus
trekken van zijn gezicht was het nieit
moeiljk te raden, dat hij! met een J,o,bs-
ti.ding tot ons gekomen was.
"Hij sprak hortend en stootend, lang
zaam, viel telkens in herhalingen alsof het
hem zWaar viel alles te zeggen wat hem
op 'het (hart lag. 'II
Hier volgt het bericht van dezen man:
nadat 'ik er mij' grondig .van
cvertuiga had, d'at geen bezwarend ma
teriaal aanwezig wtas, beval ik da onmid
dellijke invrijheidlasteÉing van den gevan
gene,. Mijn bevel was echter niet van
kracht, of het moest ook de omderteeke-
ning van mijh collega dragen. Ik ging
naar hem toe, en deelde Ih-ern mijn verzoek
mee. Maar in plaats vlan a'e handteeke-
ning kreeg ik een weigerend antwoord, ik
verkeerde ougetw'jfeldi in -een dwaling als
ik meenae dat een ex-officier van het
Czarenleger zich: aan geen overtreding had
schuldig gemaakt.
Daarna beproefde ik mijn collega to
overtuigen dat er absoluut geen enkele
verdenking 'bestond en dat men den ge
vangene ook niet het kleinste misdrijf Ver-
•wijten kan. Maar ik vond geen gehoor.
(Woedend over deze onreohtvaardigheidl te
gen ik te dreigen om ztaodoendte zïjh vrij
lating ,te dwingen. Zonder miji nog een
woord te verwaardigen joeg de kameralad
mij' de kamer uit. In mijn kantoor ge-
kernen, besloot ik mjn ambt als rechter
van instructie neer te leggen. Men bracht
mij een brief in miijn bureau met de be
merking, dat ik geen betrouwbaar be
ambte was eu dat de schrijver van d'en
brief bereid' was ,mij! den volgenden mor
gen om 5 uur te toonen, hoe men de be
langen üer Bols)j«wistenregeering te behar
tigen had.
Ik wist direct wat deze laconieke op
merking ibeteökende.
Den volgenden morgen kwam ik pp het
voorgeschreven uur iu de gevangenis. Op
het plein werd' reeds „gewerkt". Ongeveer
50 tot 60 gevangenen, enkel gelilaedi in
een hema1 wan jute werden pp twee
vrachtauto's geladen. Op twee andere
vrachtauto's volgden, «venveel roode gat-
disten, met karabijnen gewapend. Ik moest
met twee commissarissen, mijn „collega"
en een officier in een auto- plaats nemien.
Waarom zou ik weigeren?, Ik had' dei rit
toch mee moeten maken, .alleen met dit
verschil misschien ,dat ik in plaats van jn
de personenauto op den vrachtwagen geze
ten had. i
Wij vertrokken, een doodenrit vol besti
ale afschuwelijkheid. De reis ging ma,ar
al te snel en spoedig waren wijj pp het
„heete veld" aangekomen. De „veroor
deelden" werden afgeladen. Nu werdl 'pen
rij gevormd. Toen kregen de stumpendls
ihet afschhuw-nilij'k hevel, ieder een graf
van driekwart meter diepte te dlellven.
Ik kan u niet vertellen wat verschrik
kelijke scènes zich nu afspeelden. Spmmi-
gen 'weenden en scheiden, andleren; ware®,
volkomen kalm en stil met in wanhoop
opeengeklemde tanden, waaronder ook uw'
kennis, gingen zijl aan hun vr-eeselijik werk.
Sommigen die z'ieh als gek aanstelden
en slechts langzaam met hun ,,'werkf' vor
derden, werden door d,e solat'en met kolf
slagen en vuistslagen tot spoed' aange
spoord,
Na een half uur wiareu de kuilen kialar,
Sommigen diep en groot, zood'at lie man
nen bijna niet meer te zien waren, audieran
„Komaan, mijnheer, ik begrijp uwe aar
zeling. Men spreekt niet gaarne van zul-
kb geheime® der ziel. En trouwens, gij'
hebt gelijk, met .welik Techt kan ik' u
ondervragen, ik, die ejigenl'ijlk beginnen
moest, met zelve openhartig te z'ijn."
„Neen mijnheer! ik Wil uit die geschie
denis geen geheim malcen, maar
„Hoor eersit de mijne," onderbrak' de
markies, hij nam plaats, Woog een oogen-
'blik het haofdl en toen hlijT hen daarna,
wefler aanzag, wasi het juist lalsof een an-
flieT Iwez'en in hem. gekomen was, akoj?
een ander menischi voor hen zat.
„Bij mijne tante, mevrouw dte la R'oche
Guijon, hopiUe ik~van uw schilderijl spre
ken, maar kon heit niet ta zien krijgen,
ik was zulks niet waaildlig, heette het, om
dat ik vroeger licht dien spot dreef mek
alles walt maar een Zweem vlan g-cdlSdiienist-
gofllsvruoht haldl. Daar zijn dingen, Zei de
edele vrouw, daar laat ik nu eens niet
melde 'spotten. Dus gij krijgt het scbiMeriji
niet 'te zien, omHlat het een voorstelling
van hot H. Hart is, en dlaarmea uit. Wjat
mi,' 'dreef, ik wee|t het niet, maar de zaak
trok mij aan en ik' moest en zon Idlat ge
heimzinnige schilderij' zie®, Waar ieder
een va® sprak;. Pas maar op! het bekeert
u nog, en dan zouldifc ge de eerste niet zïjh,
meer kreeg ik niet ta iweten, en Bchlertsiibe,
nu, dat zal' wel' zbo'n groote zondlaraS zijh,
als gij' 'of de prinses, of zloon an'der vaf
van devotie, die zich' bekernd! heeft. Be
keering! ik zp;u dan fech d,at f,ajneu,ze
schilderij willen zien, dlat men Zoo zorg
vuldig voor me verbergt. Niets baatte en
■ik gaf dte hoop 'bijna up, toen ik voor en
kele dagen, het hotel van dia Chaussée
d'Antin b'ij'na leeg vond, .alles was vopr
a-agen uit. Met geldl en goede woorden
verkreeg ik van den huisknecht om hét
kleine kabinet dér gravin ta mogen zien,
'dat 'ik altijki het heiligdoim noemde, en opk
oen biechtstoel van da gravin."
Thildé en Heij'no luisterden adeimlopa
.Waar moest dlat nalar toe.
„Daiar stondl op een soort altalartj-e een
schilderij, uw' sChilderdjV' zijln stem
brak .allengskens. „ik sfonidl aan dien
grond als vastgenageld:. De knecht moest
weg, d'e bel ging door het huis, ik was
alleen, en het wias goedl opk, ik ;zPu me
misschien geschaamd hebben. Ja, mijn
heer, en nu schaam ik miji niet meer
het te zeggen, ik ben op Idle knieën geval
eln en heb bitterlijk geweendl, en ik
ben als een andere opgestajan, en, -
nu ben ik 'hier, mijnheer, oan |U te Idlankën
ook, dat gijl het middel geweest zijl, om
mij' Ttot Godl terug te brengen, mij en
mïj'n arme moeder gelukkig te uiiak-en,."
Hij zweeg en H-eijno en Thildle zaten
sprakeloos diaar. Zijl konden geen wtaorden
vinden, zij haidden het hiart ta vol.
„Mijnheer", was eindelijk! Heijho's
woond, „Laten wij heiden God danken,
wegen Gods z'ijn onnaspeurlijk."
„Uwe geschieidienis is de mijne," en hij
reikte hem de hand, die dp marines h|ar-
ternauwernood! een Kalven meter diep..
Nu k'wam het bevel' met het gezich|t
naar tte beulen front te maken! .Velen,
zeer velen waren in korten tijd jaren pn
jaren verouderd, ook dte „contra-rewoluti-
nnair" was een grijsaard met sneeuwwit
te haren. I i 'I
Na een kort commando 'begon de exe
cutie. Daar voor iederen „misdadiger"
iechts een beul beschikbaar was en niet
alle zegels bijl het eerste salvo hun do-el
trolTen, moesten de slechte schutters nog
een Iweeae en een diende maal aanleggen.
Uw! kennis werd reeds door den eersten
kogel getroffen, echter niet dnpdielijk, he
laas. Zich wentelend! in pijn smeekte hij1
om .een genadeschot. Met ruwe wpprden
werol hem dit geweigerd. Nog levend
wero! hij in den kuil geworpen, met kalk
overgoccn en zoo begraven...
Da voormalige reohter van instructie
stond op en verliet met tranen in de ppgea
nze woning. i i i i, j
De prijzen.
„Jan van den commandant" noemde®
wa u! Uw vader was bevelhebber der
gendarme®, in ons dorp, en hij hadl ma,ar
één jongen, en die waart gij'. Gijj zalf' Zei-
net ons dikwijls, dat ge nog eene zuster
naat', ver weg, maar we hadden u nooit
geloofd', c-mdat ga nog veel meer haijlt
verteld, om ons wat op te draaien. Later
hebnen we dan die zuster van u 'toch eens
gezien. Het was een mooi meisje en ze
kwam eigenlijk om in het d'orp. te Mijl-
ven, bij1 hare ouaers. Ze kreeg echter,
na een .paar weken, zoo'n heimwee nalar
heur grootouders thuis, bijl haar zachte,
siiiie grootmoeder, dat ze het niet langer
meer houden kon.
Zekéren dag, toen ze erwten moiest
plukken in aen tuin, is ze weggeloapien, e®
zoo heel-emaal alleen pp, den trein gestapt.
Ze is nooit meer teruggekomen. En ik
zie uwe moed'er nog weenen, Jan, wan
neer ze het ledige korfje in die llianil! had
waarin een klein 'briefje lag. Daarop
stond geschreven, dat zte R niet keeren
kon en naar huis terug .ging.
Jan, Jan, ga -waart twee zonderlinge
saliepsels, gijl en die zuster vau u!
in de school' waart ge het pl'eiizier van
iedereen, maar met de zusters en Ülen
onderwijzer hadt ge ib'et vopirtdlurend aan
den stok. Tijdens Jle catechismus Ihelbt ge
aieu gl eden, ouden paste-pr menig slecht
kwartiertje bezorgd en toen gijl in tte na
burige stad naai- 't college liep, toen
stona ge al spoedig in die ccil-agébuurt be
kend. Geen hond of kat oil zte vluchtten
■weg bil uwe aankomst, en a'e haan vian
V an Dmgenen eztte zij® pluimen recht
omno >g, wanneer hij uwe stem hoorde.
Eens nad' die haan, wanneer gijl hem ta
dichtbij kwaamt, het op uwe oiogen ge-
muat, op uwe groote open kijkers, die
sims zoo- vertrouwvol en oprecht iemand
kinnen aankijken, ma,ar meest toch! wol
ingehouden overmoed! en deugnieterijl sta
ken. J ji
„Jan van oen commandant", met uw
friscn-blozend' wezen, uwe innemende ma
nieren, uw kloeke en welgevormde led|en,
uw helder verstand. Ge haidlt „iemand"
kunnen worden 1 Maar iedereen wist wat
te verteUen over uwe poetsien en grappen
en geen enkel dorpeling z,ag u gaarno
over aen messing komen.
Uw vader was een man onder die dui
zend. Hij werd! dloor de mensohen van het
orrp opi de hanillen gedragen. Hpiev-eel
personen 'haal hij weer gepakt dit jaar dlat
ae officier hem, met viendélijkën spot in
da stem, verzocht, „de dorcpelingen wat
meer gerust te laten?," Ik geloof geen
enrel! Eén jzrooes-verbaal .op een gajisdli
jaar. Eu daarom wtaen er vier gendar-'
men noodig, vier gendarme® «m die brave
mecsohen te bewaken, waarvan er één op
een gansoh jaa,t, het aiandurfde Zonder
licht te Tijden. j 'III
Uwe moeder was de kordaatste vrouw,
die ik' ooit heb' ontmoet. Zijl was de oom-
ma naant in huis, maar ze blad eigenlijk
ook commandant kunnen spelen i® de gen
darmerie, eu dit veel beter dan haar man.
Gil haat zoo'n flinke moedier en Zoo'n
ln.goteae vader, en gij! zelf waart' soms
zcon onvoi-draaglijke plaaggeest. Ik zelf
ben ook altijd een paar straten omgegaan,
wanneer ilf u zag aankomen en als ik be
nauwende droomen had in mijne kinder
jaren en moest vluchten voor aanvallers,
aan waart gijl er meestal bij;.
'En toehl (haat ge geen kwaad harh dial
'hebben we meer dan eens ondervondle®,
en dat konden we, in uwe beste dagen,
tel'ijk' drukte. „Ik ben de eerste, gïj| zij|t
lite tweede,. God' Zijl gedankt."
„Ik zöu gaarne zlulk een schilderijT heb
ben, maar ik kom misschien te laat."
„Neen, nooit, wij zijn geestverwante®."
„Neen," onderbrak de markies, „wïjT'zlijh
nu vrienden, laten wijl het Mijlve®, e®...".
„Het -eerste schilderij dat ik nu ga
beginnen is Voor u. Mijriheer de marWes,
ik hoop, dat' ik aan uw verwaehtinge® be-
arifwlooTldl." r -| i
„Dat 'willen wa Godl overlaten, maar gij!
moet rust hebben. Ik he|b een Voorslag.
Ikf vertrek'over «enige dagen naar buiten,
nel schilderij is voor mij® kapel' bestemd'.
„Ik noiodig mevrouw' en W uit om «eni
gen tijd bij- mijl ta klomen dloorbremigen.
Dan k'unt ge zie® waar het schilfderijf moet
komen. Dat kan niet sohladen en im de
'heerlijke Touraine zlal) hét' ®l go.eld dloen in
rust te Werken en te genieten, tie ge
nieten van uw trioimf als schilder, «iw
triomf als kristen-en," -eindigde hij!
l achenld, „dan ka® mevro-uW zboveel blbe-
men fooVeren als zte maar wil. Toe
mevrouw, mijnheer, vriienlcfen, toe, gij
kom't en ik Wacht u."
Thildle Was Zoo gelukkig -dat' z'e nog
sltoedls geen woorden vinden kon.
Weldra echter Wa;9 Ide1 iZaakf" i® order
aangenomen en Idle dlaig tepalald'. 1
'De markites Wasweg. i r 1 f
I (Wiimït vervolgd.)' 'i