PUROL n allerlei 11 ZATERDAG 4 JULI 1931 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Doorzitten Stukloopen Zonnebrand Smetten f IN HET KRAAIENNEST Apologetische Vragenbus Plaatjes met praatjes. Ia i ii In doozen van30-60-90ct.Tube 80ct Verkrijgbaar bij Apoth.en Drogisten. r Brave Hlenri! Op liet moment flat 'wijl deZa regels schnjlven is het ons niet blekend oft Frauk- rijlk geziwicht is voor flen stok die Ameri ka achter de deur Zette. Zoqver wij1 weten Zet flit land HaqVeir, die naar betere wereldverhioudingen streefde, nog brutaalweg den voet dwars. Letteriijlk. niets geleerd hebben de staats lieden daar; zij blijven, gelijk bijna al hun voorgangers de dwiarsblaomers vlan den vrede da verwekkers van oorlogen. Um aan hun ongebreideld nationalisme te voldoen hebben Zijj de Kerk reeds lang opgeofferd en geen moment deinzen zij ex voor terug om Europa prijs te geven aan de vlerwildering. Met flen eoo. nomischen ondergang van D'uitschland in het gezic'ht en met de wetenschap flat het itussischo bolsjewisme altijd gereed ligt toe te springen om van dien chaos te prolfiteeren, najd Fnahkrij'k niog dien treu- rigen moed oim oppositie ta voeren tegen (de .Veroenigde Btaien, die een piractisch -en geen schade verwekkend vloorstel deden om Duitschland wat lucht te geven. Als 'do grimmige Sihylodk oischt Frankrijk tot do laatste gram de lugublure pjortie, welke het aan jÜuitsChland met kot mes op de keel afdwong, i i liet nationaal egoïsme en de haat tegen dun eerst zoo geduchten tegenstander slaan de Fransche diplomaten ,en regeerders met blindheid. „Laten Wijl die „veirzlaebtendte" omstandigheid .tenminste maar aannemen. We weten flat we door een en ander naar voren te brengen geen nieuws Ver' telleu, doch we konden het niet verzhvijp gen omdat de Fransche Senaat de onge< ioollliij'k vrijmoedigheid, hald om Wloensflag een motie aan ta nemen en te plublicee- ren van den vlolgendlen inhoud:, i „Die Senaat is van meening, dat de in« achtneming der verdxagen en overeen komsten ,'ldën eenïgen vasten grondslag voor de internationale betrekkingen vlormt Be Senaat herinnert aan de offers en te gemoetkomingen van allerlei aard, dio Frankrijk zich sedert 13 jaren ten gunste van instandhouding van den vrede en tot herstel van de eendracht in d eEurotpee. sche welvaart getroost hleeft. De Senaat keurt voorts de verklaring van de- regee ring goed en gaat over tot de orde Van den dag". i Is (dit niet kras! Na dertien jaar met alle middelen de. internationale ontwaple- ning tegengewerkt te hebben, na een rechtstreeksdh aansturen opeen Euroe peesche ramp, durft men ziclh'zlelve nog zoo'n b'ewijs van goed gedrag te gev'en. Het „gij Zult tegen Uw naastel geen valsche getuigenis geven" sdhlij'nt niet te gelden in den Franschen Senaatmen houdt het liever met Voltaire's Spreuk: „Lieg er op los, er blijft altijd wat van hangen", 1 UITKIJK. Maar Miss Peggy Gordon scheen op dit oogenhlik' niet te willen luisteren. Minna zal wakker worden als we hem niet wegsturen, sprak zijl 'en zon der verder te spTeken ging zij| naar de vocraeur. Kerrick liep haar achterna. Maar, Miss Gordon begon hij). U hebt de ruit van de eetkamer ge broken, is 't niet, interrumpeerde zij1. Goea, ik' zal het den agent zeggen en te vens dat hijl niet behoeft te deuken .een inbreker op ;het spoor te zijln. Goed ,zei Kerrick en hijj was getuigd van 'het korte gesprek' ,dat zijl met den agent had. Het geluk scheen hem gun stig gezind want in plaats van gear resteerd te. worden werd voor zijln on schuld door een inwoonster van het huis ingestaan. Hijl vroeg zich wel af wie Mr. Armstrong was en Wat er zou gebeuren als bi'i met Jack ,zljh zwager zou terug komen; maar voor het oogenblik be sloot hijl op zijn goed geluk te vertrou wen. .Ziezoo, zei Miss Gordon, terwijl ze de deur achter den rug van den agent Bloot, en nu moet ik naar bed'. Ziji begaf zich naar de trap en bleef aaar even sta,an. I .Weet u, Mr. Armstrong, dat mannen tegenstrijdige wezens zijn?, ik beschouw de u ajtijd als een tamelijk schuchter iemand en :het eerste wat u doet is des nachts door het raam van een eetkamer breken, precies als een inbreker. 'En ik was er heel zeker van, dat u pedant was, toen ik dat artikel van u las over die schilderijen, u weet wel, de man, die de romantiek er in niet kan zien, moet pe dant zijn, en nu ik u voor den eersten keer ontmoet .Wat dan?, vroeg Kerrick. Maakt u een meisje wakker, dat u niet kentzoo. Iheel ridderlijk. Zij begon de trap, op te loppen. Welterusten, Mr. Armstrong. U zult uw kamer wel weten, is 't niet?, voor het geval u niet op de thuiskomst van Jack wacht. Het is die, we'lkc .u altijd gebruikt, zegt Minna. Kerrick bleef staan waar hijl was. Het meisje hield hem voor Armstrong, een vriend van haar zwager en een gast des huizes. Armstrong! Wel, dat was dezelfde naam als dien van den criticus, dliei zijin Kernick's schilderijen in een der kunst' tijdschriften afgemaakt had en zij was het niet eens met de critiek van Armstrong en 'had het hem - Kerrick gezegd. oor den eersten keer voelde Kerrick zich dien nacht beschaamd. Hij had hater misbruikt. Zou z|ulk een meisje 't, hem vergeven, dat hijl oorzaak ervan was, dlat, zij hem in zijh gezicht had geprezzen? Het binnendringen, in het huis was In ver gelijking daarmee' slechts eeu kleinigheid, Hij' verdiende1 gestraft te worden voor hetgeen hij; gedaan had. Be mogelijkheid om zijn verdiende loon te krijgen werd Kerrieh met eenige kracht duidelijk door het hoioren van voetstappen, van iemand die het huis nad'eTde. Dia iemand hield ook stilvoeMh met den sleutel naar het sleutelgat. Kerrick sprong naar de trap' en was precies op tijd verdwenen om te voorko men, dat hij' door een gebril'd'en man, dio binnen trad, werd gezien, Jack1 of Arm strong Wie het ook was, de binnengeikoureno ging recht naar de, trap1 en naar boven. Een oogenblik' daCht Kerrick' er aan zich over te, geven en de zaak' uit te leggen en toen maakt© ziCh weer de meer aanlok kelijke gedachte van ontsmapiping van hein meester. Als hij1 den nieuw aangekomene maar kon ontwijken; de halldeur was on bewaakt. Zich op zijn goed geluk verla tende, dat hem totnutoe zoo gunstig was geweest, draaide Kerrick de kruk van do dichtst hij'zijnde deur om en trad een slaapkamer binnen. Er bevond ziCh nie mand in de kamer, maar z'e scheen gereed vo'.r een gast. Als het de kamer was, welke Armstrong gewoonlijk gebruikte en do man, die die, trapi op k'waffla was Jack, zou 'alles in orde, z'ijn. Nauwelijks had hij c'lit bedaCht of Kerrick moest zich .achter de z waTe. venstergordijnen verbergen, want do deur werd geopend. Het geluk' had Kerrick den rug toegekeerd. Hij' had nog niet eens den tijd om te dhoiomen, flat er een kans bestond onbemerkt te blijven achter de gordijnen totdat de andere man in Ded ging, of de gordijnen werden opzij gerii kt. I 1 Hethet spijt me, begon Kerrick te stotteren. I Help! Dieven!!, gilde de nieuw bin- nengekomene en wierp zich onmiddellijk op den ander. Miss Peggy Gordon zat peinzend op haai kamer. Ho© dikwijls had Minna blaar verteld van de pedanterie va,n Jdr Arm strong. Dat en de hardvochtige en klein zielige critiek! in dat tijdschrift op de schilderwerken van Mr. Kerrick was oor zaak, dat Peggy afkeer gevóelde voor Mr. Armstrong. Zij! moest er nu niets van hebben, natuurlijk. Help! Dieven!!. De kreet deed haar verschrikt opsprin gen. Het geluid kwam van de onder ge legen verdieping. Er sliept niemand anders op die verdieping dan Mr. Armstrong en hij wenschte hulp. Snel beslist© zij en liep de trap af. Zij; kon. Ihet geluid van een worsteling hoeren gestommel en zwaar ademhalen; toen hoorde zijl een zwaren val,.geivolgd door gekreun. ■Was Mr. Armstrong .gevallen? Zonder nog verder te, aarzelen, trad zij' 'de kamer binnen. Het gas brandde laag, malar Peggy z'a,g voldoende. De man, diei teigen den vloer lag, was een kortgezet, gebrilde persoon. Mi. Armstrong stond hijgend naast hem, O, Mr. Armstrong, zei Peggy, ik was bang dat een inbreker u misschien vermoord had. Gelukkig ia het niet zoo. Een oogenblik' staarde' Kerrick haar alan. Hij 'had er geen oogenblik aan gedacht, dat hij de rol van Armstrong kon blijven spelen toen zij; de kamer binnen kwam. Eensdeels stapelde zijn gevoel van 6chuid zich op, anderdeels vreesde hij, dat de ge brilde man haar zwager Jack wtes. Klaar blijkelijk was Ih'iji het niet. De gebrilde man was Armstrong en hij' was beiwuis- t'elacs. Be bekoring was weer sterk. Het is heel dapper van u om naar beneden te komen, zei 'hij. Geen enkel an der meisje zou dat gedaan hebben. Ik weet niet hoe ik' u moet danken. ill. sprak met zooveel gevoel dat zij, nadat zij tot de conclusie wa,s gekomen, dat hij' geen pedant iemand was, begon te vreezen, dat hij het niet noodzakalijk voor haar zou achten op dezen tijd' naar bed te zijn. Let daar niet op, sprak zij vlug. Ts de man? Buiten kennis, geloof ik, zei Ker rick. Hij stiet zijn hoofd tegen de waseh- tafel. U had het kunnen zijn. Het behoorde zo» te zijn. Ik bedoel, zei Kerrick, ik geloof dat ilc b'eter kan probeeren 'h'em weer bij te brengen. Hij haalde zijn zakdoek te voorschijn en dompelde Wem in de waterkan. Hij vroeg zié'i af, hoe hij hier vandaan kón komen. Jack kon iedere minuut thluis1 ko men. Denkt u, zei hij, terwijl zij1 den zak doek van hem aannam en liet gelaat van den bewutstelooz'en man begon te bevochti gen, als ik zijn handen vastbond en hem insloot, (lat ir er dan geen bezwaar tegen hebt hier te blijven terwijl ik' een agent haal? Nee ,zei Peggy. Kerrick nam een gescheurden handdoek •n wijdde zich harteloos aan d'ezet taak. - Wie zou het kunnen zij'n z'ei het meisje. Kerrick had zijn rug naar haar gekeerd en noderzóekend'stak zij; een hand in eeln dei zakken van den inbreker. Hij; bevatte brieven niets ergers en zij' hield er een onderzoekend tegen het licht. Hij was geadresseerd aan „C. F. Armstrong. Esq." in het handschrift van Minna. Plotseling namen Peggy's gedachten een verrassende zwenking. Zeer voorzichtig keek zij: naar dei initialen in den zakdoek, welke zij: van den vermeenden Mr. Armstrong had' aan genomen. De initialen warm: „B.C. K." Peggy stond op. B'. C. IC. was nog steeds bezig met het binden van dei polsen van C. F. Armstrong, Esq. Peggy liep kalm achteruit naar de deur en opende haar half. De sleutel stalt aan den anderen klant. Hallo!, z'ei Kerrick', opkijkend. Wat beteiekent dit?, zei Peggy. Be weegt u niet! Zij wierp den brief naar Kerrick. Kerrick keek er naar, las en begon te lachen. Armstrong begon weer teiek'enen van leven te toonen. Waarachtig, hijl ziat nu leelijk in de> put. Wat bëteek'ent dit?, herhaalde zij vanuit de hoogte. Zult u miji gelooven als ik de zaak uitleg'?, vroeg hij'. Leg haar eerst uit, sprak! zij. Het verhaal, dat liiji in eerst© instantie niet aan den agent durfde te vertellen, klonk nu ontegenzteggelijik nog minder ge- lod'waaTdig, zoioalsi ihijl begreep. Maar hij worstelde ©r zich .goed doorheen en hij kreeg den indruk, hoe vreemd het ook moëht schijnen, dat zij' het scheen te gelo;.ven. Een of twee keer lachte zij met hem mee, haar hand nog steeds aan de deur. Zij was verbazend lief en onbevreesd. Eu hiji was bang geweest, (lat hij haar zou doen schrikken 1 Al® iu me slechts wilt vergeven, ein digde hij. Hoe heet, u,'? sprak zij. Het web, dat de omstandigheden rond om Ihem gesponnen hadden, liieMl Kerrick nog steeds gevangen. Zij zöu. het hem niet vergeven, dat hij het jonge meisje haar bewondering vo,or hem had' laten zoggen Den een of anderen dag misschien zou, hij een verklaring kunnen gelven Maar nu niet. John Parkinson O'Malley, zei hijj. Dan, mr. John Parkison O'Malley, zei bet meisje hebt u dezen zakdoek gestolen. En terwijl zij hem den zakdoek toe wierp, wipte, zijl de kamer uit. Hij hoorde den .sleutel omdraaien. Nu, mr. O'Malley, zal ik den agent gaan halen. Kerrick zag troosteloos toe, hoe Arm strong weer bij' kennis kwam. Die spot tend© lach van haar w'as tei veel' voor hem. Hij' had het gevoel, dat misls Peggy Gordon hem één zaak nooit zou vergeven en dat w'as niet haar geforceerde be wondering, maar zijn futlooze onderwor penheid aan de nederlaag door hater han den. Zij behoorde tot die soort, die uit ziet naar een Petruchio en met de. rest spot. Maar wat zou Petrucli» hebben gc.aaan, ato Kate hem opgesloten had en een agent ging halen Vijf minuten later had Kerrick die kwestie opgelost, ofschoon niet zonder ge- vaaT voor lijf en leden. Terwijl hiji naar de Tegenhuisi keek, waarlangs het hem ge lukt Was naar beneden te klauteren, be dacht hij', dat Armstrong bijnai gewroken was voor hetgeen hem was aangedaian. Hij nam den hoed van Armstrong op, welke hij; van te voren door het raam naai- hui ten had geworpen en zette hem op'. Alles wat hij nu te doen had was Peiggy en dein agent te ontwijken. Allereerst moest hij' trachten uit de straat te komen .welke Boydon Boad niet was, zonder hen te ontmoeten. Hij begaf' zich naar den dichtst bijizijndlen hoek der straat- De Oostenwind, die er dh schuld van was, dat hij! de ruit liadl ingedrukt, blies nog steeds onaangenaam teen hij den hoek ,o,m sloeg en even stil bleef staan, daar hij' een man naar zich toei zteg ko men. Als het dei agent wlas maar het volgende oogenblik zag 'hij, dat het do agent niet was en hij ging dein man tege moet, wat in dez'ei omstandigheden het minst verdacht w'as. De 'twee mannen troffen elkaar in het licht van een straat lantaarn en de ander hleef stalnn. Kerrick'! zei hiji huiten adem. Hadderly!, zei Kerrick. Waar ga jij op dit uur van den nacht heen'? Hailderly was een van zijn vrienden, dien hij. in meer dan een jaar niet meer gezien had. Jij bent de man dien ik hoodig heb, zei Hadderley, tenminste als je me nu, een handje wilt helpen. Ik heb geen tijd om do zaak uit iet leggen, maar ik woon in ue volgend© straat, en er is een inbre ker iu huis. Mijn sohoonzuster, ©en veT- bazend dapper meisje, verrustte hem en sloot hem in een den- slaapkamers op. Hiji heeft een vriend van me halil vermoord Armstrong. Peggy ging op zoek naar een agent en kwam mei teigen. Ik heb haal verder gestuurd om h|ulp 'te halen maal ais je met mei mee wilt gaan, zfllilen We den kerel vastpakken voordat hij verder onneil kan stichten. Met pleizierl, zei Kerrick. Het feit, (lal Jack' zijn oude vriendi Haidderly bleek tc zijn, die hemzelf' gevangen wilde nemein, scheen de gril' van den nacht volkomen te maken en er bleef niets anders over aan zich over te geven aan het kwaad. Hijf voelde, er zich tamelijk zeker van, dat Armstrong 'hem tijdens de worsteling in de half verlichte kamer niet herkend had. Al leen Pe.ggy. En hij wilde weten wat Peggy zou. zeggen over de nieuwe wen ding welke het geval maakte. Toen Miss Peggy Gorden met den agent hef huis bereikte werd z'ijj door haar Zwa ger aan de halldeur opgewachht. Alle9 is in orde, zei hij. Tenminste tic inbreker is er vandoor, hot spijt mejdat ik het moet zeggen, maar Armstrong man keert niets; hij; hoeft alleen maar een buill aan zijn hoofd. Toen Kerrick en ik hem vonaen kwam hij! juist weer bij, kennis «n bijl «egon te brullen toen hij merkte, dat bij; in zijn eigen kamer gebonden lag. Ver beeld je, Minna is niet eens wakker ge worden. He man moet langs de regenbuis ontsnapt zijn; een gevaarlijk werkje, dunkt me. O, zei Peggy, een beetje teleur gesteld. En de agent vroeg of hiji de kamer mocht zien,w aarin het geveoht had plaats gabar,. Tk zal er n boen brengen, zei Had derly. Peggy, het is beter dat jij naar de bioliotbeek gaat en je een beetje, warmt. Armstrong en Kerrick drinken oir Op 'je gezondheid. Ziji denken allebei, flat, het verschrikkelijk dapper is Wat je gedaan 'nebt. Wie is Mr. Kerrick?. vroeg Peggy. De schilder, zei Hadderly. Een oude vriend van me. Hij' zal je wel bevallen. Peggy wandelde langzaam natel- de bi bliotheek. Zij gevoeld© zich een beetje te leurgesteld, dat de inbreker ontsnapt was entoeh ook tamelijk blij. Zijl zoul er niet graag de oorzaak v,an zijn, 'dlat 'hij naar gevangenis werd gebracht, ofschoon hij het verdiende, a.l was het alleen maar voor zijn brutaliteit. Wat jammer, dat inbre kers zoo slecht z'ijn, dacht ziji, en critici zoo pedant! Zijl zon, veel liever gezien 'heboen, nat Mr. Armstrong de inbreker was geweest. Mr. Armstrong, gebrild en bleek, stond on om ziCh voor te stellen teen zijl Re oibliot'heek binnentrad. Ik ben u, veel verschuldigd, Miss Gordon, zei hij', op precies die 'zenuwach tige manier als z'ij het van hem verwacht haa. En dit... dit is nog een vriend van Jack, Kerrick. Peggy keck in ac vroolijk lachende ocgen van den inbreker. Ik' had het geluk Hadderly tegen, te komen ihad nooit gedacht, dlat hijl u w zwager Jack was toen hiji voortrendie »m uw dief gevangen te nemen, Miss Gorden, zei ihij. Dus ging ik met hem mee. En ik ben onbeschrijfelijk blij dat ik dat deed, al, wa,s Ihet alleen malar om iu te felieiteeren met hetgeen 'u ifaed. Hjoft spijt me, dat de dief' we,g is. Haar oogen begonnen te twinkelen. Misschien is hiji nog niet weg, sprak zij. De .agent is nog in ihet huis, Mr. O- Kerricb. O, ja'? zei Kerrick. Nu, ik Zal u niet ophouden. Wilt. pi Jack zeggen, dat het mij' beter lijkt te vertrekken, maar- dat ik hoop morgen terug t© komen... aJs uc mag? i - Jk zal het hem zeggen, zei Peggy, die haar lach probeerde te onderdrukken terwijl hij zich naar de deur begaf. Ik mag U' een bezoek brengen'?, vroeg ihij, terwijl hij ©ven stil bleef'sktaan. Li' denk, dat het veilig zal zijn, zei Peggy. i f Jk ben bang ,dat u echter verschrik^ kelijk slaperig zult zijn. Maar *als u er werkelijk geen bezwaar tegen hebt Peggy's eenige antwoord was dezen keer een blos. Het was de vierde of vijlldle dien avona. „O. D." Vragen worden ingewacht bij de redactie. iVraiag Kan de Kerk zich vergissen en heeft zijl dit ook soms gedaan in het toedienen dier titels van: dienaar God's, eerbiedwaardig, gelukzlalig? j i A n t w.Dienaar Gods en eerbied Waar' dig zijn voorlooipige benamingen, yrij wor den aan iemand, geigeven, wiens ppoce9 van BaligvlehkLaring te Rome aanhangig gemaiaikt isu na veel en nauwkeurige vloo;r< bereidende oniderz|oelkingen en werkzaam heden. ..Wie kunnen ons dus in ons .alnlt- woord bepienken tot den titel van: Geduk- zlalig. Beu heiligverklaring is idia laatste en beslissende (plechtige verklaring v|an don Pjaus, dat iemand om' zlijh martelaar schap of om zlij'n heldhlaftige deugd ondier de hemelingen is olpigcnouien en do,or alle gelaovigen Vereerd en «angenoepfen mag worden enri Het is dus ,een djerinilticve beslissing, die geldt voor Ida heela Kerk. De Zaligverklaring is een plechtige maar Voorlooipige Verklaring dat iemand ondier de hemeilingen is opgenomen en op be paalde plaatsen en door .bepaalde personen publiek mag vereerd eu aangeroepen worden. Die uitsfpjraak is echter geen laatste cn beslissend© t^n de vereering van een Ealige is steeds belpprkt tot een behaalde Kerkprovincie ioifi reüJigieuse Orde', B'ij een Eaiigverklaring is Ida uitspjraak v:an den Plaus niet bev|e!end, maar •toe latend. d .w.z'. de zlalige mag pjuibllielk ver eerd worden. Kan dl© Kerk hierin nu dlwa- Leu? Die Godgeleerden leeren e,en(t>|arig dat de Paus niet dwalen kan in «en Heilig- vej-jkiaring, maar wel in ©en zaligverkla ring. pe Zaligverklaring is dus niet een voorwern, der onfeilbaarheid. Dit is lieel gemakkelijk te bewijzen. De Pauselijke onfeilbaarheid wlordt slechts uitgeoefend door uitslprakeu die moeten geloofd wor den door olie geloovigen. Een onfleilbara uitspraak houdt dus een gebod in. Wlelnu, in de zaligverklaring is er geen spjrake van een Gebtad, maar vian «en verlolf, een toestaan. Daarbij! ieen Zaligverklaring ie geen definiitiiöv© uitspraak. Maar itets vboïloflpigs, een stap in de richting, naar een latera en beslissende verklaring. Dia vereischten ivloor een uitsp|raflk ex cathe dra z'ijn dus niet aanwezig. Nog een ander beWijls kan men aanhalen, n.m.l. het feit, dat de kerk zélf de zaligverkla ring niet ,als een beslissende en onfeilbare uitsplraafc beschouwt. Wlaut wanneer da k'erlc overgaat tot Ide hleiligvterklaring van een Zalige, dan beveelt zij het heele proces van meet af1 aan opnieuw te be ginnen en ook de reeds goed ge keurde wonderen in het proces der Zaligverkla ring opnieuw streng te ondlerzbefcen. Het Zou echter zeer gewaagd cn vermetel zijn oip ejgen geZag te beweren dat de Kerk Zich in Zaligverklaring vhrgist 'hééft en en een 'door 'flen Pjaus toegestane ver eering te verw'erplen. Wiant ofschoon ide Kerk niet de bedoe ling heeft gehad 'gehlad in een zaligver klaring een definitieve uitspjraak te ge ven, uit de vloiheid van Haar Apostoli sche macht, todh' lieéft zka daarbij! ge handeld mot een uiterste voorzichtigheid en hooge wijsheid, na een lange cn nauw keurig gevoerd proces. We hebben dus een moreele Zekerheid dat de uitspraak der Kerk waar is. In de geschiedenis is geen enkel geval bekend van ©en Werke lijke o'f Pauselijke Idwaling in «en Zalig verklaring. iVriaag. Mag men overal oen Kerk!opU richten met een Gelukzalige tot Pa troon Mag er een litanie voor hem ge maakt worden. I i 'Antwoord'. Pe vereering vten een GeiuikZailige is steeds 'beplerkt tot bepaalde personen en plaatsen. Men mag dus Zeer Zeker niet ovieral een kerk ,aan hem toe wijden. Nog sterker dat mag nergens, zonder uitdruikkellijk verlolf vlan Romie. plat Verlof wordt wel eens ooit, maar niet dikwijls gegeven. In den Haag vkoeg en verkreeg men met moeite vterlof om een nieuwe kerk toe te wlijidien aan d« Zalige Liduina van Schiedam. In plaatsen of in Orden waai' een Zalige vereerd mag Worden zal m.i. geen ibejzlwiaren bestaan om een litanie Van dien Zalige te maken, me.t de noodige ktarMijke (Bisschoppe lijke) goedkeuring natuurlijk. Die litanie Zal echter niet pUUliek in ide Kerk mogen jgebéden worden, omdat voor publiek ge bruik slechts eenige litanieën floor de Kerk zlij'n goedgekeurd en toegestaan. Ook' de beelden otf schilderijen van een Zalige mogen zlonder verlof vfan Bom'a niet pu bliek in de Kerk geplaatst worden, Zekér niet op een altaar. „Is het nieuwe meisje al aangekomen?" „Ja mevrouw', maar het meisje dat wegging, ,'had 1 wee plaatsen voor de mid dagvoorstelling, cn daar zij;n ze samen naar toe gegaan.," Cahnffeur (tot kampeerders met woon wagen): „Mïj'n mevrouw zeigt, dat als jullie zigeuners soms van die kleerenhan- gers 'hebt, wil ze er een doZijh van koo- pen." V a „Dus het leven op het land bevalt jullie wel-.?," j „Dat gaat best." „Wat doen jullie 's avonds'?." „O, dan ,ga,an We naar de stlad." Vuilnisman: „Het is ons niet toegestaan om rommel ,uit den tuin mee te nemen, mevrouw." Dame (met ha,ar portemonnaie in 'de hand)„Als j« dat meeneemt, zal' ikf je iets anders geven, dat je ook niet is toe gestaan om mee te nemen." Apen als helpers van bandieten, Naarmate de politici strenger wordt en over gepierfecliionneerd© middelen gaiat be schikken. wordt het leven vlam de Amleri- kaansche fb'oevien moeilijker en gevlaar- lijk'er. Em iflaiarom zfy'n de hieerea in'btókeirs genooid'Zaiakt .telkens naar nieuwe midde len uit te zien ter verrijking V|aji hun techniek. Nu is het onlangs duidelijk ge worden, dat de hieeran bekfvpine helpjers gevonden hebben inop'en. Hiet is nu zoover gekomen dat men béhalvh van een politiehond van een inbrekersaap kan opreken. Dloor schoorstecnen of door gan getjes, die te smal Zijn Voor een mensch, komt de ,aapi binnen en de bleesten Zijn zóó afgericht, dat 'zij' opj de handigste wïjlzte Ide fleuren open weten te mafcén. Pc jjolltie is ler 'achter gekomen toen er een juwielierswinkél beroofd W'as gewor den. Dé daur wlas aan den binnenkant gesloten geweest; aan het slot was niet ide geringst© beschaldiging te ontdekken en de knippen wlarein van de deur geschioivlen. Dus moest 'de dielf' door een olff ander ven tilatiekanaal naar binnen 'geikomen zïjln. De detectives gingen eens goed kijken en weldra, vond een hunner Wij het einde vlaai den schoorsteen den afdruk Van eenaplen- lrand. Ooit bijl inbraken te New-Yiark Blijken ede hoeven Zich v|an apen bediend te hebben. Vooral 'bij! den juwelier is de buit Zeer aanzienlijk geweest; vermoede lijk zullen de inbrekers, toen Zij gereed waren en met hun aap weer buiten ston den, gezlegd hebben: 'Ziezoo, Be aapj i© binnen 1

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1931 | | pagina 6