NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GEHEEL ZEELAND
L
DIT BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS
DES DONDERDAGS EN DES ZATERDAGS
DONDERDAG 28 MEI 1931
Hun afgod.
FEUILLETON
De weg naar het Paradijs.
BUITENLAND
BINNENLAND
NUMMER 62
27ste JAARGANG
NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT
Bureaux van Redactie en Administratie: Westsingel 75, GOES; IjlT BLAD VERSCHIJNT! DES DINSDAuO lil Abonnementsprijs f 1.90 per drie maanden, bij vooruitbetaling;
I I Telefoon Interlooaal No. 207, voor Redactie en Administratie. I Advertentiën van 1 tot 6 regels f 0.90, elke regel meer f 0.15Ij
II Bijkantoor MIDDELBURG, Markt 1 en 2; Telefoon No. 474, 1 1 H C O H fl M H C H A I* C CM Ht C 7 A T L D fj A fï Q Contractregelprijs, te beginnen bij 500 regels, beduidend lager 11
Abonnementsprijs f 1.90 per drie maanden, bij vooruitbetaling;
Advertentiën van 1 tot 6 regels f 0.90, elke regel meer f 0.15;
Contractregelprijs, te beginnen bij 500 regels, beduidend lager I
GROOTE WAARDE
VAN PUBLICITEIT
WORDT GELEZEN
IN ALLE KRINGEN
Na een korte onderbreking vervolgt/
J3ylvanus in dei Banier de vfealdjediging rij-
ner zienswijze. Allerlei bezigheden, zoo
zegt hij, ontnamen 'hem de .gelegenheid om
te schrijven.
Eerlijk gezegd, viel het mij tegen. Ik
had vermoed, nu ik niets meer vernam,
dat hij naar Home was gereisd om die
catacomben, de onwederlegbOre getuigenis
der eerste christenen, die m> sprekendde
getuigenis afleggen dat Petrus het hoofd
der Kerk Wjas, te bezichtigen.
Nog meer .stekte liiji ons teleur als hij'
geen gehoor geeft aan ons verlangen om
slechts één vader te citeeren, die geen
paus, het opperhoofd der Kerk, wilidte
erkennen. -Wiel heeft hij' in de vooraf
gaande artikelen -eenige iwbobden geen sen.
tentie's van sommige vWders, aangehaald,
maar daarmede béwlees hij' absoluut niets.
LWïj zijn reeds ztoo, vrij geweest hem ér
op te wijzen, wat men moiet doen, zioo
men de vaders citeert, "wijl willen hem
nu eens verwijzen naar een opmerking
van zijn eigen redactie, j I
Men moet met citaten, zegt de Banier
in haar nummer van Zaterdag 16 Mei,
altijd zeer veorzichigt zijn en vteopal niet
verzuimen om ze te1 lezien in het véxband
waarin ze voorkomen.
Nu hadden wij gaarne gezien dat Syl-
vanus, met toepassing van deze regels,
ons eens een paar vaders citeerde, maar
hij maakt er zich al heel gemakkelijk ai
door n.l. geen vader meer te citeeren,
maar zich te beroepen op de H. Schrift.
Maar enfin, ons is het onverschillig of
hij het duel wil voortzetten op degen ai
llorct, alleen Wlenschen wij hem toe, dat
hij nu gelukkiger' is met h-e-t kiezen zijner
Schriftuurplaatsen en het -e-en beetje we'
tenschappelïjker doet. Wij' heibblen goede
verwachting, dat dit zal gebeuren. De
staatkundige gereformeerde fcjeft immers
steeds den mond' vol „vlan het Woord
Godsf', zoodat hij', honoris aausa, wel
verplicht is zijn kennis vten het Woord
'Giods te gébruiken op een 'wlj'ze dat zij de
schoonste vruohten afwerpen in oasu het
(bewijs dat volgens Gods woord' de jpaus
niet het opperhoofd der Kerk is.
Hij begint mot zicb te beroepen op de
handelingen der Apostelen 15 vers 2. Wij'
lezen daia.r, dat Plaulus en Barnalbas naar
U-enizalem Werden gezonden tot die apos
telen en priesters, opdat deze een beslis
sing zouden geven aangaande! die moiete-
Kjkheden over de besnijdenis der bekeer
de heidenen. Als Petrus zoo, redeneert nu
Sylvanus, het olpperhioo'fd' W]as geweest,
dan had Paulus en Barnabas naar dezen
en niet naar de apostelen en de priesters
moeten gezonden worden.
Olp het eerste gezicht Zou men geneigd
zijn te jgteloaven, dat de schrpiVer gelijk
heeft, doch als men dén ook maar even de
aangehaalde plaats in zijn verband .met
aandacht leest, dan valt hét dadelijk op,
dat deze Schriftuurtekst geen bewijs te
gen maar -wél vóór het primaatschap v'an
den piaus is. i
Niet de eerste de beste wleridl gezonden
Neen, Paulus, de apostel der heiden, de
kerkenstichter, die van zicb zelf ge
tuigde dat hijl niet minlder is dan de andpre
apostelen. Te Jeruzalem moet er dus iets
meer geweest zijn dan een apostel. Nie
mand immers te Antioehie zou er ook
ma,ar aan gedacht, hebben om Paulus de
aposte lder heidenen, die op> een geheel
bijzondere WïjiZe tot dit. ambt door G,od
was gekozen en onderricht, om dien naar
Jeruzalem htf een ander apostel .te laten
gaan vragen, jh-oe hij! ziob ten olpzichfca
der bék'eende heidenen moest. ge-dragen. 1
Uitdrukkelijk staat er vermeid, dat
men afvaardigden zond naar de apostelen
en ouderen. Wie wlaren Idie „.alpostelen
en ouderen"? Nergens staat vermeld, wie
dat allen waren, ma;a,r met zekerheid we
ten wij, dat er was P,etrus, de paus, het
ii
De gouvernante trok wel een be|demlkfe-_
lijk gezicht, maaT dla.ar bleef het (bij.
Ze was al lang er aan gewóón geralakt,
ne w-en-s-chen van het meisje "te vervullen,
daar het toch steeds vergeefsohie moeite
"was haar te weerstreven!
Toen Cécile uitstapte, en het portaal
van ld', e kerk betrad, passeerde, zij een
paar heer,en, tot wie een grijze priastetr
hét woord richtte. Juist hoorde zij' hem
zeggen:
„Dat is een zeer dlroeve tijding, die ik
naaT per telegram ontvang. Onze soliste
kan niet' komen is plotseling ziek ge
worden. Ge weet er alles van", veic hezoei
ker?, dlae vooral voor haar heertijk zin
gen koimen, zullen nu. wel terstond heen
gaan als ze het teleuTstelIendie. niieiuwB
vernemen. En t Zijn putst, diezen, iwier
rijke gii'ften w-e voor onze arme viisscbers-
gc-zinnen zoo noodlg hebben tegen dein
baraen winter".
Cécile dli-aalde met voortgaan: die w-oor
den trokken haar bijzondere aandacht.
Ze keerde zilch half bm, alsof ze op
iemand wachtte zij mocht immers
opperhoofd !der Kerk. Naar dien prins
'der apostelen wil Pjaiulus voorzeker gaarne
gaan, het gaf hem gelegenheid om' den
liooi'dapiostel te zien, te spreken en met
hem te (beraadslagen.
Te Jeruzalem aangekamen wérden zij'
ontvangen door de gemeente, de apostelen
en de ouderen. Bij' de verwelkoming wer«
den over en Weer het vóórnaamste nieuws
verteld en zoia deelde Paulus natuurlijk
ook mede Waarvoor zij' feitelijk naaa Je
ruzalem kwam en. Alj aanstonds wisten nu
eenigen vlan del ^kfcen 'der Parizeen te Zeg
gen, 'w'a,t en lioe bet moest gebeuren. Maar
lpulus en Barnabas hadden last om hiij
apostelen en ouderen ld© moeilijkheid voor
te leggen en niet bij] 'eenige bekeerde Pa,,
rizeën. Geen wonder dus dat Paulus geen
acht sloeg op hunne woorden, maar de
moeilijkheden te Antioehie uiteenzette in
uo vergadering der apostelen en oudere®.
Het was geen gewoone vergadering. Het
diende, d'at_ rij met gezag bekleed was en
dat, haar uitsi-paak bindend 'was voor An
tioehie en de andere gemeenten. Dja,t het
geen gewone vergadering was, blijkt ook
hieruit, dat Plaulus er om opheldering
vroeg en deze was niet gewoon, gelijk
hij zelf vcrkla(ard Wij vleesch en Hoed
(Gal. 16) te rade te ga;an. Het Was, zooals
Gylvanus zeer juist zegt, ,een kterkvér-
-gadermg, gehouden onder leiding van
liet zichtbaar opperhoofd der Kerk, w'aarin
n.i ijverig onderzoek, een beslissing w'erd
genomen.
Toen dan vee lwias geredetwist stond
.1 etrus op. Wie anders dan Petrus, het
hoofd der alpostelen, de door Christus
gestelde steenrots der Kerk, zou het eerst
als orgaan van den heiligen Geest hét.
woord voeren
Voordat het hoofd der Kerk gesproken
luid, was men 'het niet eens (magna oon-
qmsitio, maar als Petrus gesproken hieeft
is er in de vergadering niet één, die het
gezag van Petrus (bestreed of de uitspraak
van den opperherder Wéderairak. Facuis
omms multitude. En als daarna Jlacobus
na het opperhoofd der Kerk het woord
neemt, dan zegt hij' volkomen in te stem
men met Petrus, alleen Voegt hij, als bis
schop van Jeruzalem er iets aan toe dat
volgens liem zou kunnen bijbrengen vlooi
de onaorlinge (eensgezindheid tusschén Jo
den en herdenen. Na het eindigen der
kerkvergadering keerden P,anlus en Bar
nabas weder terug naar Antioehie, om
dflSr de goloovigen melde te deelen wat er
op de kerkvergadering wias beslist, dat is
„Wlat den heiligen ..Geest en ons hééft
goedgedaeht".
o ?,!UVT ,lliet welke v'an de H.
oehrift Sylvan us leest, maar als hïj) be
weert dat niet het gevoelen v'an Pietrus
maar van Jaoobus Werd gevlolgd, dan is
net toch zeker dat hij' niet zegt wat er
®$rifSfc staat- Daar staat tooh
duidelijkVisum est Spiritui sancta, et
nobis; het heeft den H. Geest en ons
gaedgedacht"; daar staat niet „Jaco
bus - PTi verder: Jacbbiis hald geen andere
gevoelen dan P/etrus, integendeel hijl vier-
klaarde zelfs van hetzelfde gevb-eiente
zijn als Petrus het opperhoofd der Kerk.
- y yanus heeft dus nooit het reoht om
te beweren, dat niet het gevoelen vlan
Uetrus majar w'e 1 van Jaeobus werd ge
volgd. b
Alles (bij elkaar, dan rijn zoowel vers
2 als de verzen 7 tot 27 v'an hoofdstuk 15
der Handelingen een 'bewijs voor liet
primaatschap van den paus.
Daulus geeft ons hier een mooi Voor-
k 'beeld en een goede les in de erkenning
van het opperhoofd der Kerk.
Dij immers, de aip-ostel dier heidienen
voorzien met de buitengeWbne ga'vfen v'an
het apostelambt, gaat naar Petrus, hlet
hoofd der Kerk en iter apostelen, om
tn vragen, well® gedragslijn hij moét
volgen.
Hij zou zijne macht eD b-evotegd'hleid
met te buiten gegaan zijn, indien hijzelf
niet laten blijken, dat ze noig verder luis
teren wilde.
"Zou het niet mogelijk zijn, mijnheer
pastoor hoordé zij een der heide hee-
len vragen „diat een der dames van
hel vrouwenkoor de solopartijen zomc?"
„Ach neen, waarde heer!" antwoord-
ae de aangesprokene „we hebben on
der de dam* wel eenige mooie stern'-
men, maar voor di-e solo's moeten we be
slist e-en artieste hebben, 't Is (üeer, zeer
jainm,er
En plots kwam da.ar bij Cécifte weer
het spontane Ze keerde zich onmiddel-.
lijk tot d(en priester en z'ei:
..Mijnlueer pastoor düe .artieste wil.ik
zijn. Mag ik in uw kprk zin-gejL?"
Zieer verbaasdl keek het drie-tal het
meisje aan. Die besliste toon, dlat heftig
gejiaar, die schitterende oogen, 't moest
alles Wél even Vreemdi-vearassend zijn!
En topn de pastoor nu ook die jeugdige
en tengere figuur aanschouwde, wilde hii
met een pdar beileefld-e wooiden voor hét
aanbod bedanken. Cécile was hem echter
TC&L,.Z1-I Pi-es'enteerd'e hem haar kaartje.
„Cekae Bouvin" las hij halfluid. Dut
kaartje maakte hem niet veel wijzer; Ide
grijze herder kende de grootheden 'diep
wereld met, hij hield zich "uitsluitend be
zig .met de grootheid van zijn priesterlijke
gezegd had, hoe 'cte moeilijkheid te An
tioehie moest wlorden opgelost. Uit rijn
brieven en handelingen zien wij', dat hij
zich hiertoe Wel bekwaam aöhtte en bij
gelegenheid doet hïjrook. Eén kras staal
tje daarvan vinden wij in de opmerking,
die hij Petrus maakt.
Als liij terugkeert naar Antioehië, zegt
liij niet: „Zij denken ér in Jeruzajlem
over zooals ik"; neen, hij1 vlergaldert do
menigte en gteeft er den brief af, die
liet besluit bevatte der KerkVergajdering.
Hoe schoon en duidelijk toont ons hleit
géheeie verloop -en de beslissing der Kerk
vergadering: idia.t Petrus w'as het hloioifclj
en de steenrots 'der Kerk!
Een andere Sehriftuprplaats, 2 Oor 1,
vers 5, dat Sylvianus Wil gebruiken als
een argument tegen het oppergezag van
den Paus, heeft niets daarmede uit te-
staan.
Ik acht namelijk, zegt Paulus, dat ik
niet minder heb gedaan dan de groo-te
apostelen I
Dat is geen ijdele grootspraak van
dezen apostel der heidenen, maar de zui-
vero Iw'aai-heid. Nochtans Zegt het niet
liet minste tog'en het gezag Van Petrus.
Indien Sylvanus -dit wel beweren, d(an
liad hij zich' (beter kunnen beroepen op
Gal. it vers 7 en 8.
P-'a.ulus :wlas apostel, met al de gaven
verbonden aan het apostelambt zoo goed
als Petrus. Maar Petrus Was meer; hij
Was apostel en daarbij nog hoofd dér
apostelen en der geheele Kerk.
Paulus was apostel in de volle beteeke-
nis van het woord, maar hij beweert ner
gens dat hij' meer 'was dan -apostel. Gelijk
ik het recht -liob om te zeggen da,t ik Ne
derlander hten, zoo goed als Wilhdlmina,
onze geëerbiedigde 'Koningin, en er dan
•niemand is, die za,l zeggen Idat ik be
weer het hoofd te- zijn va,n_ den N-ediör-
Jandsche slaat, zoo kon Paulus in volle
Wlaarheid zeggen, 'dat hij' apostel was ge
lijk de andore, zelfs als Petrus, zondier
dan te beweren dat hij het liloolfd was der
apostelen of dat hij - wilde zeggen dat
Petrus dat niet 'wias.
i C. L.
BELGIE
Die kabinetscrisis.
De kabinetscrisis is nog hi-et ppge-Losts
Dinsdagmiddag heeft d-e- koning burg
graaf' Boul-let, d-e l-eider der katholieke de
mocraten opdracht gegeven een ministerie
te vofflmen, djoch dit kon ni-et nanvaard
woTden dioor Poiullet, wegenis: zijn wankele
gezondheid.
'TiOt-n het resultaat van déze audiëntie
ten paleize in het pai-lementsigeboiuw be
kend was, góng en -o-ok de leidens der rech
terzijde, Renkin, Van Cauwe-laert, S-&-
gew, pater R-utten, Carton de Wiart, S-ap
en anderen uit .elkaar, 'Algemeen webd' be-
hreuid, dat de gezbndhieiiid|at(Oestan'd| Van
Pcullet, den katholieken demooratische-n
stuatsm-an, .die .opk links zeep veel sym
pathie hééft en bij d'e Vlamingen goied
aanges-chreven staat, be-let de-, plaats vlan
Jatpar in te nemen. Hij was alnjdlerö,
lu-f.nt men, in die. huidige- omstand-iigbeden
„the right m.an on the ri|g(ht pliaee".
Na het vertrek van Poul-tet -ontboodl ko
ning Al-bert niemand meer ten pal-eize.
4 te eventueele kabmets'f'oMiatGiixs war
den |n u in politieke klringien natuurlijk
weer all-erlei mo-gelijke en -onmogejUjlke
naiuc-n genoemd.
Renkin kabinetsformateur.
Koning Albert heeft gisiterochtenidl mi
nister van staat R'enkin, dien vioio-rzitter
van 'die katholieke K'am-erfraetie, verzocht
h-et nieuwé kahin-et slamen te stellen. Rien-
kin bleef een uiur in gesprek lne-t flen
Konin-g 'en heeft die opdracht, hem door
den vor-st aangeboden, in beginsel aan-
taak.
D-och' eien der he-eren zei onmiddellijk
zacht tot den pastoor:
„Versta ik u go-ed? Cécile Bou-vin 7egt
u? Ma.ar 'diat iisen nu 'flui-sterdeMiij
den braven p-astoor wlat in het oor
TWstond wendde de-z'e zich nu 'tot
Cécile
„M-ejufïlrpiuw, uw aauhod' Is buitenge
woon v-e-r-eerendl vo-or on-s U als so-liiste- in
enz-e k-erk; dat belooft een groot Bucces.
Maar rn.aarliet hij -eenigszi-ns ver-
leigeu op volgen: „Uw honorarium
onze financiën zijn te beperkt
„Mijnheer pastoor" viel' Céldne h'em
haastig in de rede, „ik vernam van onz'en
koetsier; dat de ple-chtiigihéid in Uw kerk
•ook ten doel heeft, een inzameling hroor
Uw armen te houden. En ik ving ook
enkele woorden van U op, w-aaruilt ik
meen te mogen opmaken, diat voor "dat
'do-el zal gezongen Werden'?"
,',Zco is het inderdaad, mejiu'f&ouiW!"
„"Welnu, mag ik u dlan ook -een aalmoes
voor Uw a-rmen geven, dei aalmoes van
mijn stem'?"
En met stralende bogen liet ze ey op
volgen
„Ik wil zingen in Uw Jieikgdam, voor
de Maris Stella, voor Uw artme weduwen
en weeze-n!" 1
vaaiiö. Hij z'a-1 echter eerat deïEnitief ant-
Wioond kunnen geven na ,dfe leiders der
diverse katholieke en liberale gffoepen te
hebben genaadiplleiegd'.
FRANKRIJK
Briand blijft aan.
Briand heeft zijn verzoek om ontslag
als mini-ster van buitenlandische zaken
ingetrokken.
SPANJE
Na dten beteldênsturiu.
V-oljgens heriohten uit-Romein-sche bronj.
zijln tijdens de jongste onlusten in Spanje
240 gebouwen van verschillende orden ,ge-
plunaerd -of in de asch
DE VIJFDE NEDERLANDSCHE,
KATHOLIEKENDAG TE A'DAM.
Na d-e Di-nsklag reeds afgedrukte ope-
ningsTaden van bapon v. Wijnbergen-, deel
de pastoor W. Nolet m-edie dia-t telegram
men zijn verzond-en aan den Pausi, aan de
K-oninigin en aan de l-eden v.au het Ko
ninklijk Huis.
Hierna heelt prof. dir. D. Kors O.P. in
een uitvoerige rede de katholieke (Jpvat-
t-ing van het huwelijk als gionkMiag van
het Christelijk gezin uiteenge-zet.
In d-e namidd-ügzitting is vergaderd! in,
zes secties op verschillende plaatsen in de
stad. De eerste vergadering behandelde
de stichting van h-et gezin, voorbereiding
van het huwelijk; d-e tweede: de venhfoiu-
d'ing tusisehe.n dé echtgenootende darde:
gezin en kerk; de vierde: gezin en vrijie
jeugd'voTining; de vijfdegezin en Chris
telijke kunst; de z-esie: ge-zin -en geizins-
hulp.
.Ontvangst bij dien bui-
Ig e m -e e is t -e r.
In zijn ambtswoning op de H-eeren-
graclit hebben burgemeester W,. d-e VKRgt
en mevrouw dé VliugtPl-entrop Dinsdag
middag het hoofdbestuur, het Amster-
-aamsché eereeomité en hat plaatselijk
uitvoerend comité, ontvangen. De aarts
bisschop, mgr. J. H. G. Jansen, de bis
schop van Haarlem, mgr. J. T>. J. Aen-
genent, en de bisschop van den B-osoh,
mgr. A. P. Diep-en, w-ar-en mede aanwezig.
Het 'ho-oge -gezelschap we-rdl in de vesti
bule ontvangen dloor mr. S-. J. van Lier,
directeur van alig-e-m-eene zakten.
Burgemeester De Vlugt stelde het zteieir
op prijs, dat d.it kath-oliek-eongges te
Amsterdam gehouden wordt en uoemde
liet te behandelen ode-rwerp, het chlmste-
lijke familiel-ev-en, zeer befllangrijk. 'Hij
sprak den wensch uit, dat h-et congres i-n
alle opzichten moge slagen.
De aartsbisschop, mgr. Jansen, bracht
namens het geh'ee-le Netdeirlan-dschie Epis
copaat dank voot de ontvangst door het
ho-ofd's-tedelijk bestuur van Amsterdam.
Na de redevoeringen werden vervar-
seh-ingen aangeboden.
De wethéud-ers dr. P. M. Wibaut, E. J.
Abrahams-, G. C. Kropman en de gemeen
te-secretaris, d-e- heer J. J. Rio-overs, als
ook d-e leden van de r.k. raadsfractie, W'a-
Ten mede aanwezig.
De eerste congresdag werd besloten
met een av-ondveaigadering in de- St. 'Wil-
lehr-crduskerk, waarin mevr. C. S-teins
Bissohop-Herck-enrath „de .opvoeding als
gezinstaak" behandelde. De tweeide rede
werdl uitge.spr-ok-en d-oor mr. C. P. M.
R-imme, die tot onderwerp had gekoze-n
de ey-erhteid -en het ge-zin.
Het kerkgebouw eu priesterkoor waren
Tijk versierd. D-e hijie-enkbrnst werd: be
sloten m'et hot „Willilelmius" en het „Aan
U o Koning der Eeuwen".
De beperkte omvang vbi.n ons blad laat
niet toe dat Wlj; de redevoeringen der
D-e priester ggeep vol aandoening de
ö-eide handen van he-t meisje:
„GiOid 2(al u zegenen, mijn kind-! voor
deze mooie 'daad 1"
Een der he e,ren wias inmiddels h-eengie-
gaan en léwjam tea-ug met de- jp,'artilbuiu|r
van h-et uit te vo-ere-n zlangWerk, opdlat
Cécile ze even zou kunnen doorzien, al
vorens zich' door hem naar 'hlet koor te
laten geleiden, wendde het meislje zicW
tot Miss Birowu, die bp koTten afstand
alles had aangehoord, -én geduldig
wachtte. Ze beduid/de h-aar, 'het kerkge
bouw binnen te gaan -en daar -e-e-n plaats
te zoeken. De pastoor wias reeds heenge
gaan om zïieh voor de H. Mid gereed! te
maken.
Wat zlong Cécile sclioon! Hoe ontroerde
zij' de gansehe menigte, die h-et kerkge
bouw Vu-lidie! En de vele- kenners -onder de
aanwezigen zeid-en tot zich z'eïf, diat daar
een dbor God bege-nadilgdevrouw dtooï
haar heerlijke stem zioo schditte-r-end' ver
tolkte wat er in haar omging. (Wanneer
ni-et de heiligiheiid der plaats, Waar (n-en
zich bevond, het- had belet, zou het ent
housiasme de-r hoorders zich" lu-ider en
krachtiger htebb-en ge-uit dan ooit te Voren
in ale z'aiten waaT Cécil-e 'ZongI
Zij zlongen ze z'ag mets van de le-
diverse sprekers kunnen wleei-gavten. Eieni
uitzondering maken wij' v-oor -de relde
von Annie Salomons, die gister sprak
"over: „Het Huwelijk in de Literatuur^-'.
(Wc kunnen er ons, aldus spr.,. niet
vleien het wlei'keilijke huwelijk gezuiverd
en gesterkt te hebben, voordat 'wij' de
gevaren en d-e vtergiftige stoffen uit de
fictieve -wereld onderkend en zooveel mon
gelijk afgewend hebben.
Wanneer een boek' in de molde is, mode-i
leeren d-e menschen, -die het lezen, ihun
levenswijze -en oprvjattingen naar die in (den
'roman.
Van Goethe's „Die Lejlden des jungen
Wierthers" Wias een zelfmoord-epidemie het
gevolg en door het sluipend vprgif van
Couperus, „Eline Vene" verloor -een rij'
van zenuwzieke, onvoldane jonge vtou<
wen haar kracht' en levleusmoed.
iZou dajartegeniover, miensehelijkerwljjlza
gesproken, ons niet -een van onze grootste
heiligen rijfu ontgaan als de jonge comman«
'dant van Plampeloena (de ridderromans had
kunnen krijgen, Waarnaar Mj1 gevraagd
had. Nu Weiden eenige ihieüigeiilevens het
middel tot 'dte bekeering van St. Ignatius.
Een roman k'an een slechten invlo|ed
uitoefenen -op- huWelïjfc en huwelijksleven
in t'wee richtingenten eerste door de
'deugd in kliserediet te brengen en iu de
tWeede plaats -door die ondeugd als iets
begeerlijks voor te stellen.
D-e schrijlvers, -die d'e deugd in discre-<
diet brengen, rijd voor ons katholieken
eigenlijk het gietvaar-llijkst, omdat we ter
meer mee in contact komen. Het zijn de
femelaars, -die zo»i dierbaar en sentimenteel
en opgedreven onecht- ovler bet lieve 'huwte'
lij-k, roze wiegjes, bekoorlijke moedertjes
en brave v|a|ders sohrij'v-en, 'dat wte er
Werkelijk wee van Worden.
Als het alleen om de volwassenen ging,
zouden 'wij den wansmaak rustig kunnen
laten betijen en ons eenvo-udig a,an onza
eigen voorliefde kunnen houden, maar in
het belang Van onze ej'ugd, die nog niet
zoo- critisch is, dat rij' onderscheidt, dat
het zoetelijk gedoe -en die b-raaifsprekerige
bedenksels niets met de w-aande van ons
mannelijk, rijk, sterk! geloof te mlaken heb
ben, dient daartegen te wlorden gewaar
schuwd.
Wij moeten ervoor Wéken, dat onze
■wilde jongens en onza onevenwichtige
meisjes tijdelijk van hun godsdienst zou
den vervreemden, dioordat die godsdienst
hun -als iets benepens of burgerlijks wlordt
Vloolrgesteïdl.
TegenWboifdig hebben we boeken over
heiligenlevens, Wfearin -dé heiligen beschre
ven 'wlorden -als menschen van vleesch en
bloed en waaruit de jonge mensch leert
heseffen, dat heiligheid hlet heldhaftigste
is dat er bestaat en juist het tegenoverge
stelde van benepenheid.
Uit de -wérken van P|apini, Chester
ton, J. K. Huijlsman, René Bazin, Jo-saph
Glynn, Ernest Hells, Ger. Brom, Maria
Koenen, Pieter van der Meer, Vian Duin
kerken, Kuyle, Engelman, pater Schreurs
zal niemand den indruk krijgen, dat ons
(geloof een keurslijf is, maar juist besef
fen, dat er geen ruimer, royaler, alom-
Vattender gemeenschap bestaat -dan d'e
una sancta, catholica, et apostolica edcle-
siai. I j
Zoowel de braa'fsprekerige boeken als
die, Wélke van da zondie iets voldoening-
gevends en belvte-digends maken hebben
eigenlijk met literatuur: niets te maken en
rijn niet meer dan oppervlakkige prullen.
-Wiant een waarachtig kunstenaar tracht
door te dringen tot den diepeten grond der
dingen en -dan ka'n hïj' het ni-et voorstellen
alsof een leven, dat ingaat tegen -de godde
lijke en menschélljbe -wétten, tooh rijk en
"gelukkig zou zijd.
(Wiat mag Wél de réden "zijd, dat we in
de literatuur zool zelden een verheerlijking
Van het goede huwtelïjfc ontmoeten, terwijl
de buitenechtelijke, liefdef zioo 'hedhbaldélijlk
■wbrdt bezongen en beschreven
wonderende blikken, die de haar om-
ri®,g.end'e Zangeressen op haar wierpen.
Z,e zag alleen d-en Gio-dlmensch I<n Zijn hei
lig Tabernakel, en diaar terzijde van h-et
altaar hst beeld de-r Maris- 'Stella, omge
ven diooT een zee van bloemen -en licht,
ze zag pok dé ee-nvoudilge Iqapel, IWa-ax Ze
als' gelukkig ki-nid' 'ook te Zijner en te
Har-er eere- zlong.
Zij ziong, en wat, ze z'"on,g, dat voelde
zij, -en wa,t Ze voelde, "diat giajf ze weer
op een wijze, dat de "hoorders teaèt haar
voelden, en de gevolgen bléven niie-t uit I
Zo had- niet veTg-eefte'voor de arme wedu-
wien en weezen gezonjgen!
Na afloop dier pfechtilgjieden ke-erde za
als' tot het lie-ven terug. En toen ztag ze
die bewonderende blikken, toen zag ze in
rnenilg oog van heentrekkende mensehen
nog die "tTan-en v|an ontro-erim,g, toen zag ze
'dan -grijz-en Eerder met vreugdestrialend
gieziieht op héiar -allkome-n, om haar t.e dan
ken en haar nojgtmlaal's' to,e te voegen
„Giójdl Zal U zegenen voor Uw edele
daad ëh die Maris- Stella zal U ge-lei-den
op Uw llevé-nspad!"
En zij was v-oMaan jen -gelukkig op dit
momjent.
CWoidit vervolgd.)