NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GEHEEL ZEELAND DIT BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS DES DONDERDAGS EN DES ZATERDAGS PETRUS HOPMANS feuilleton Was het zijn misdrijf? Wrijf Uw pijnlijke spieren I vzw OVER DE GRENZEN NUMMER 21 DONDERDAB 19 FEBRUARI 1931 27ste JAARGANG NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Bureaux van Redactie en Administratie: Westsingel 75, GOES; Telefoon Interlocaal No. 207, voor Redactie en Administratie. Bijkantoor MIDDELBURG, Markt 1 en 2; Telefoon No. 474. Abonnementsprijs f 1.90 per drie maanden, bij vooruitbetaling; Advertentiën van 1 tot 6 regels f 0,90, elke regel meer f 0.15; Contractregelprijs, te beginnen bij 500 regels, beduidend lager GROOTE WAARDE VAN PUBLICITEIT WORDT GELEZEN IN ALLE KRINGEN door do genttdo Gods en d© gunst van den Apostolischen Stoel BISSCHOP VAN BREDA, Assistent bij den Pauselijken Troon en Huisprelaat van Z. H. aan de Geloovigen van Ons Bisdom, Zaligheid en vrede in den Heer. De Apostel Johannes leeirt ons: De ■wereld Egt geteei in, dien booze. Mach- ti<ne vijianmden staan tegenover ons: de duivel, <Ee als een bruRenldb leeuw rond loopt, zoekende waen, hij zal vea-silindlBn, pla wereld met haar gevaarvolle verleódüng en ons eigen ten kwade .'geneigd' vlteesdh mat zijn ongeregelde harfeltiocfhifcen. Uiit die har de ervaring is ongetwijfeld iedteresm dui delijk gewordlem d!e waarheid van hief woord van dien befiigem man Joib: iEien strijd is 's menschen lieven op aardle. Als wij1 daarom ernstig overwegen die waarschuwing van onzieai gjoddiellijkein Za ligmaker: De geasit is wel gewillig, doclh het vleeteh. is zwak; als wij "bedemM», dat de zwakke memséh zieh. gemakheüijlk door den stroom dies bederfs laat mede- sleepen, dan kunnen wij verM|aren, hoe de H. Antonius, de kluizenaar, geiheel (31a ■wereld met strikken overdekt ziietnjdjet, kon uitroepenMijn God, wie zal ar 'Zalig worden De zwakke menecih, aanhpuderad! In strijd gewikkeld, met machtige, vijanjdlen zijner zaligheid, moetzich bézbirjgd' af vragen Hoe zal ik t.e middien van allerfel gevaren mijn zaligheid heiwerken Onze goddelijke Leemmeesifcar geteiflt (Jaar- op het antwoord: Waakt en hipt, (1W gij niet in bekoring komt. Waakzaamheid en gebed, ziieldjaar de g.rrote middelen om die heailigmakemde ge nade. jn heit H. Doopsel' te pnhvaragein, te bewaren, het neeh|t op den tomel ha be houden en vooruitgang te makern in üleugd! en. volmaaktheid. "Van kindsbeen af. hebt- giji geleerd, dat bovemina,t(uuir[liijke kuip dkfelsjke der gioddteisjae gienatle v< keldjk is om uwe zaligheid te bewerken, ja zelfs is die garaadle onmisbaar om heit min ste werk te verrichten1, dat veuidBenetelSjjk is voor den hemel: Onze goidjdledlijlke Ver losser heeft ons duidielijk voorgtehpnldleln Zonder Mij kumt gij' niieits d|oen, (II. i. Zon der de hulp mijner gemiadia 'ils h|afc u nieit mogelijk eemig verdienstelijk Wteirk vioor den hemel te verrichten. Deze teer wordt herhaald door dien H. Paul'uis, als hij zegt: Niet dat wij: van ons zeiWe bekwaam zijp iets te bedenken als uit ons zelve, ma,ar oimze bekwaamheid is uit Godl. De goddelijke gienadle, welke wij noodig hebben om zalig te worden, heeft Chris tus voor ons verdiend! dóór zdjrn lijden en sterven. Aan Christus' verdiensten ontfteie- nen onze werken hun kpachit oor den he mel te verdienen. Roe kunnen wij de genade, ter Bang heid votisfcrekt noodlziakblijik, veikrijigiem Ret gewone middle!' dlaaptae is het gebed. De goddelijke Learmeiaslteir haelft het ons bij herhaling o.p het hart gedrukt: Vraagt en gij zult verkrijgen; .als gijl den Vadler iets in mijn naam zullt .vragen, Hij zal het. u geven; al w!a,t gij. in het .geheel met gelóóf zult vragen, gij; zult het ont vangen. Niet alleen door woord1, maar vooral door voorbeeld' heeft die Zaligmaker h,at gebed geleeraapd. Leizen jwjjl nieit. van HemEn neergeknield zijnde, bad! Hij1in. docdöangst geraakt, ba|di Hiji des te vuri ger; gebéden en smeekingen verrichtte Hiji met. huid geroep en .ondier tranenhiecile nachten bracht Hij door in gebeld. Diep dooirdlqomgeai van de noodzakelijk heid^ van hiet smetehge.bed! ten eiip|d|e Je onmisbare genade te venkrijigen om onze zaligheid te bewerken, moigein wij; nieit op houden met de Apo,stellen aan te (Magen: olkardt in hjeit gieibeld; bi|djt Zonder pp- „O zoo, gaat de juffrouw er een eigen kamenier op m houdem?;,' „Neem, dat bddloel dk niet'., Eei Dora verlegen lachend, „maar ik wou Luoette voor de familie behouden. Niet allee», dat zij uitmuntend: kapt, maar zoo juist Ji&eiH; ZQi ook /die th&ei&ff&l Maargieize/t en, zoo keurig netjes alls ik it nog nooit heb gezdern..', „Och ja, 't zal wel' goed zijjn, maar ik ben er al een. beetje aan gewoon, dat je overdrijlflk en zeg het haar maar niet, zij zou nog ijjdell worden.'- „Wie komt er vanmiddag t Gewone gezelschap, denk ik'.'' „Randolph zeker ook1?'» .'cja- rïht dienk ik: wel, maar ik Wou juist zeggenwat mankeert die toch? Een heette tijd js hij hiier met geweest en gisteren, toen ik hem in de vijfde avie- nue tegenkwam, groette hiji mij in 't ge heel met.'. a" „Dan zal hij: je niet gezien hebben, want anders was hij zeker zoo omibeteeffl niet geweest.'. „Maar we waren vlak bij elkaar, pis houden. Bewaart <fep in uw hijrt dó krachtige woorden van dén H. Aïfbnsus. Wie bidt, wordit zieker zalig, wie Mat bidt, ga.a.t zeker verforen. Gij beseft niét voldoende', Jjetninjdta dio- cesanen, dat d!e redlan, waarom gij mis schien dikwerf' van dleto weg idler deugd 7:ijlt afgedwaald en u op hét pa|dl dea- zon den hebt begeven, te zoeken te in uw nalatigheid om te bidldien, can aanhoudend te bidden, om godvruchtig te bidden. Ook de Apostelen zijn, naAik ziji tof ge bed vePwaairfoosd' hadden, beizlwelkterij namen laftiartig. 'de vluchit, v'enlieitem en verloochenden ïmn _aod|die3ijiken Meastien. Jeau.s had h.eni uiitdlrukkleCijik varniaanld', nat zij. niet op hun eigein knaphtcn, niet op hun vurigheid moestem vertrouwen, want de menscheidjke naitiuur is zw.ak'. Hij zeide hun, dat rij moösltm .bildden om in 4s bekoring niét te valflien. in de drei gende gevaren zal d-e zwakke natuur be zwijken, als .gij niet omdersiteunid' woujdlt door d'e gojddeJijike hulp, welke, wij' doop het gebed moeten af'smeekein. Wait dén Apostelen i s overkomen, dat zal ook met gebeuren, indien gij even als zij het J verwaari verwaarloost. Blijllfc dan, dierbare d'iiocésianen, getrouw vasthouden a.an onze ehristseiijke gebrui ken om ecm morgen- em avoiidgelbedi tie verrichitem, om te bidden vóór en na (ié maaltijden, om het Engel dea Heeiren (Iriie- maal per dag t.a biidld'e'n1, om in den huoise- lijken kring des avonds gezamenlijk met d.e kiadteren en diieraatporsoiiieie£; hat roam- hoed je te verrieh|ben, om te bidlién in do bekoringen. Verzuimt .gij; bet gebeid in de bekoringen, gij zijt verloren, gij!, zult be zwijken en zonde bedrijven. Bedjyart u om zoo dikwerf' mogelijk de H. Mis bij' te wonien. In zeer veel huisgezinnen is het mogelijk, dat ministens één familielid! naa.r de kerk gaat. En hoe gélukkig (bei prij zen is het huisgezin, waarvan vader w moeder mei- hun kinderen dagelijks in de II. Mis en .aan de Tafel (dies 'Hieenem zijn te vinden! Mo,g© ons Bisdom talrijke schare; vian zulke voorbeeldige huisge zinnen bezitten, die dbon een sticihten|di voorbeelid den geur dbr deugd- verspreiden era krachtig medewerken om dien gods dienstzin be bevorderenVoorbeei|den trek ken. Foi wat we hier nog bizon d er mogen vragen is, of de kinderen Vóór het slapen gaan volgens' oud' christelijk gebruik nog een kruisje ontvangen Tan vader en moe der? Vergeet niet het woordï idri H. Schrift; De zegen des vaders bouwt (ie huizen der kinderen. Wij. zijn geschapen door God' en voor God. Alles wat wjji hebben, komt van God, wij zijn en blijven van God geheel Afhankelijk en rijn bestemd om hierna maals voor eeuwig met God volmaakt ge lukkig te rijh. Is het nu: niat passend en plichtmatig, d,a,t wij omzien Opperheer er kennen en bieiminnen, Hem getrouw dienen en voortdurend met Hjem in innigiem om gang verkeeren? Beijvert gijl u nileifc pm gehechtheid, erkeinitelijjkheid' era üetffe te betuigen aan degjenera, die niet opihou|diein ,u met weldaden to overladen En zou,dfc gij dan niet aanhaudten(di denken en raw dankbaarheid en lheijdje toornen nan God, uw Schepper, uw Zaligmaker, uw groot ste Weüldoenier, uw Mefldlerijikste Valdlsr, wiens hulp gij' geen oogenblik kunt mis sen? Daarom moeten wij altijd in ver- tronweffijkein .omgang blijven met Goid en door sdhtetge'biedjeh h|arhaa'ÖaLij|k verzeke ren, dat wijl uit liefde voor G'o|di Wtilen. leven en wetrken. Moeten wij Gods onmtebaren bijatlarajd alle dage» a,f'smeekén, vooral moeiten wij dat doen in bizondiene nooden na,ar ziel of lichaam. Kunnen al on.ze geloovjgen ge tuigen, dat rij' hierin hiet te korf. rijn ge bleven? Om een enkel voorbeeld ~t;e noe men, als al te overvloedige regien pf langdurige dlroo-gte de veldgewlalssem meit onuergang dlrei^dten, zijn allien, allen zora- hiji me niet zag, moét hij' ploteeliilnig biji- ziende rijm géwordlen, dht zeg jk." Toen werd er geqcheM m ev>ari (J|ia,rna nog eens: de bezoekers begonnen te kó men, sommigen uit een soort maatschap peli.k plichtsgevoel of gewoonte, anderen uit werkelijke belangstelling en vriend schap. Vooral Dora voerde véle en vMerlei ge sprekken, maar had .er plieztier in, om Randolph', dóe telkens .trachtte een ge sprek met haar aam te kinoopen en be paald iets op 't hart scheen te Eébbem, links t e laten liggen. Ook Thauret kriam en Zeide een aan tal van die nietszeggende beleefldheden, die een Franschman weet uit te spreken op een toon, alsof zie uit zijn, hart voort komen en die op Dora dan ook' dien in druk maakten van zeer Wtolgjemeéndl te zijm, ttler'wijl Eimilie wel bespeurde dat het gevoel il-ooze uiterlijkheden waren. Nadat bij was vertrokken era die meeste anderen ook, vonidl Rjanldlolph eindelijk'de lang gezochte gelegenheid, om Dora te zeggen, wat hij: op het hart had. Hij w&t' haar mee te krijgen naar een hoek' dei kamer, aan een zijvenster, waar nie mand hen kon hooren. „Mejuffrouw Dora, waarom bent u zoo vriendelijk tegen zulk' een indivifflu, der uitzondering er djan op bediaphifc pm Gods zegen, waaraan allies is gelegen, af te smeeken door die H. Mis bij te wonen e» 's avonds het rozenhpeidije mat )die Mta- ni'3 van OL. Vr. samen te biddlan Zijn op het feesit van Sit,., Maröus en do Kvnisidagen, wiaanop dó H. Mis woa-dlt pp- geuragen en die Processie wordt geihouden voor de Viiuchten der aandie, de loeiklen tot im Je hoeken gevnlÜ'? Meent niet, beimin(jje dioCesianen, d!at het gocldi te maken is met een gebed, door dien Bisschop in 1de H. Mis voorgeschreven. Neen, ook zelf moet gij u voor den troon van geniaidle en barm hartigheid gaan neerwerpen en in diepen oc.tmoed ein met volharding om ontferming roepen Jezus, Zoon van David, ontferm D onzer. En in hachelijke tijden, die we ithans doormaken om dón Zeer' slechten eco nomisch en toestand, waarin talrijke huis gezinnen met iïnancieeien ondergang wor den oedireigidi; thans nu O. L. Heer door z^jh nachtwerken, waardoor heelie streken em duizenden menschen zijin getroffen, ons biji herhaling waarschuwend heeft toiege- roepenIk ben de Heer, uw God, Mij aullt gij aanbidden en diieaen; nu de Plaatebe- kleedcr van Ohrisitus op aardje, de Vader 'der christenheid, in zijn monumentale en cyclieken over de ohriatelijjke opvoeding en over het- christelijk huWalijik zijin Ifjpr- sche stem lieéft gevoeigd 'bij d'e stem diets Tfeerc'n, om de menschen te waarscth|Uwen tegen dwalingen en den-menseh-onteieinein(3l3 misbruiken, nu. zou het redelijk zijn ito denken, dat allen in boete en gebqdl zieh zouden keeren tot den Vadler der 'barm hartigheden om rijh rechtmatigen toorn te stillen. En tocih hpe'veilen blijVen zorge- lo&s vojrfteven, alsof rij dén zogen tJes hemels kunnen missen, hpovelien blijivcm hardnekkig dóórgaan mat h,et verzuimen der veipliiflhte H. Mis op Zön- en feest dagen, met het wegblijven van die H.H.. Sacramenten van Bieohit en II. Communie, met het nalaten van een dpgeüjikseih, ga- bed, met hit ontheiligen, van het huwer lijk, met het verwaaulioozen dier opvoeding van hun kinderen, met hun kinderen plf' te Iioaden van katholieke scholen en kahe- hijisiauawid ernicih|t Aih, beminde diooesanen, in het beJiang van uw eigen onsteiffeuijke rielienj in 'tot belang v:an de zielen uwer kinderen, in het aelang van de maatsoha-ppij: en die ga- heek memsohielijke gemeen scihiap smaak,an wij u: Heden, nu gij.de eifcem (dies Hje«r.en hoort-, verstokt toch niiet uw hartenkieert I't o.t Mij, zegt- de Heer der heerachiareln, en j.xL zal Mij' tot u keéren. Vanbetart nw leven, begint to bidden, hopdit niét op tot God te roepén in uw vericii'ukikingan, en Geo, die eon vernederd ein vermorze'Jd liart niet kan vorömad'em, Zal u verhoeren en uitkomst schenken. Om de zoradie te verjijipen e'n dm rein heid des harten te blijven leven en zoo on.ze zaBgheid te bewerken,, is die -.genaidó aliaem nieit voldoende; wijl moéten, van1 on zen kant aan de ontvangen genade, beant woorden. wij moetan met de genadle mede werken,. God heeft u getstohapen Zonldler m, zegt de H. Augnsitninns, maar Godl 'zal u niet zalig maken zonder u. Waalkt en bidt., opdat gijl i» d® bó-khring 'niét be zwijkt. Wordt er door veten te weinig gebeden, ook velcm blijfvén tekort aan hun ploicht om o,p ziioh zelve Zorgvuldig te waken en dei gov a,ren en geliegenihiedlen van zonder, te sidhuwem. En toch heetft de FT. Schrift verzekerd dn de oraidiarvïnding be wijst het alle dagpn opnieuw: Wie het gevaar bemint, zal ar in qpfkomen. Wilt dan, dierbare gedoovigen, luisteren naar onze vermanende stem, als wij u tot bescherming van uw deiugdl en tot bevór- daring van nw geluk waansichuwein tegen dreigeraiaie' gevaren. Waakt en weeist op uw hoede, teigen personen, tegen geiZeÜsclhapIplen, tegen plaatsen, tagien vermakelijlkiheilen, tflgan geschriften en dagblfltd|en, diie een gervaor- alis die Franschman is?'> „Spreekt u zoo minachtend over ónzen vriend Thauret?'' Zij drukte op het woord „vriénjdi'' vooreerst om Randolph, te plagen, maar ook omdat zij' heit meenldie. „Hij is nw vriend niet'', antwoordldó Randolph boos. „Hij is niemanids vrien|dl dan alleen van zicihzelf.'' „Och, dat zijn, we per slot van roker niug allemaal, egodsiten.'> „Neen, jiufïrou'w Dora, u moet er nieit cm lachen, l.aten we ernstig rijln, zulk een man als Thauret is, hoort hier niet thuis en verdient aüemumist, dlat u zoo vriéndelijk voer hem zijit.'> „Maar, mijtoheer Randolph, ik hen in 't geneel niet bizon.der vrienldlelajk jegens hem. ik zou u kunnen herhalen alles wat wij' tegen elkaar hebhón gieizegd, ©n dan zoudt u moeten erkennien, Jllat het meest nietszeggende dingen waren''. „Ja zoo slem is hij: wel, hij1 jrast Wel op, te zeggen, wat hij! denkt.'" „ik moet werk'eldjjk! om u lachen, mijn heer Riandoilph, ik geloolf, dlat u als I>on O uitholte tegen winidmolens ga at vech ten. U sthijtolt u verplicht te gtevóelen, mij te waarschuwe», maar voor een góv'aar, dat nieit bestaat.'' „Maar Meju'ffrouw Dora, u moet nu volle verleiding bieden en uw neirilhiai(di en nw geloof1 hedr«i|gen. in uw memtehejlijike i-wakheid zijit gjij tjeiglein die geivairen niet opgewassen, gij moet overwinnen door 'die vlucht te nemen. Rij, bet imtrodjen van die Idiagen van boet vaardig!) eidi en, gebed', hermanen wij u, pp neél hijzonidiere wijze om te wake» pn te bidden. Gebruikt die dagen van zalig heid niet. alleen om n zelve fe veriooiahie- nen, en uw ongeneglald'e bartstoelhten te uw ongeregelde hartsitmhtiera te beteuge len, maar ook om de vasfenjwet cn idle pnt- ho'UdiingsWet naar dfe vaoirschritlben dier JT. Kerk getjnouw te oradieihoiuidlen. Boven dien zult gij1 u beijveren om pok uit eigen beweging kleine verstervingen t» Jbao3fe- nea en geestelijke em Jliidhamejlijkie -Wer ker.' van barmhartigheid te dóen. Zorgt,, dat uw kindleren gesiunende de vasten zich. minstens bniten de maaltijden van snoe- perk'en onthouden. Ve vasten moet Voor alhen ook een ge legenheid zijn om meer dlan anldiems te bid den, om het lijden van oraZen gtcldidellijkien Verlosser te overwegen door hat bijjwpnen dar lijdensmeditatiën en het varricihtien van 'den kruisweg, om Teelvulldlig te na deren tot de H.H. Sacramenten van Biecht en Gonununie. Ten ('«lót-te verzoeken wij uw aller gohed voor onzen roemrijk rcigeienewten Paus Pius XI, voor omze gegeptbiedi|g|de ICoMEgin en geheel h,et Koninldijk Huis. Wilt nok ons in nw gebéden gedóukfeli, (d'he niet ophouden dagelijks voor u te biid'- de.n. Voor h et heh.oudi van het geloof en den aiepen godsdienstzin in ons Bisdom. Vragen wij de vertooring onzier gebeden dcor dp alvenmogenjlie Voorsipraa,ak van 'Maria, de Patrpnes van ons Bisdom, en van, den H. Jozef, en Paltnoon dier Kerk. Gegeven te Breda, o,p het feest van de Verstohij(n,ing der Onbóvlfkte Maa:g)d Maria 1331. f P. IIOPMANS, Bisschop van Rriedia,. (V an redactie-wóge eenigsizins bekont.) f en (tramme gewrichten, verdrijf die afmattende pijnen van rheu-1 matiek en spit met de beroemdej AKKER'. KLOOSTERBALSEM t verzacht verrassend, snel. f;Geen goud zoo goed." De vluoht uit Siberië. Spliowky! De eilanden va» dien d'ood! Die n naam is den lezer verscihil'lend'e ma len reeds genoemd. Sololw'ky, Waar drie millioen mera;Sohelijike wezens varkWijnera, is een der drie ballingsoorden der gede porteerden uit Rusland'. De aa|d!erel1 4ini zocals men we.et, het tragische Siberië en Turkestan. Va» deze drie clenitra der poli tieke óf misdadige verooiid'eelidein is So- lowky Zcinder twijfel wel tot meest ge vreesde, de plaats welke dón faam geniet van een verschrdkkelijkje hel. Do kampen van Solotwky strekkjep. ,Zk.'h uit Van Mourmansk tot Petiozavodistk, di. «Ter eem, lengte van 1500 kilom|eter. «Zij: Zak ken af tot Arkangieilsk en beslaan hiet grootste gedeelte der kusten der iWitta Zee en der eilanden, Wélke etr zich ber vinden. Die, kampen, gélegein op den vas ten grond, Zijn besmet met tal valk zfetk'- te»; hiet is nam. een strleek' van de meiert öngezionde moerassen, |wlaar die 'djood een gemakkéjijfce prooi vindt; Maar het is niet hoos op me worden. U kunit toch ,wtei begrijlpen, wat mij, dronig, zoo tot u tie spreken „Wel neen, dat begrijp ik juist jn 't geheel ï&et, ik k'an niet 'in de harten lezen.'» „Maar u kurajt toch wel paden „Wat kan ik raden?'' Dora zag hem aan met zoo, opneehita verwondering, dlat hij er uit 't vóljill ge^ slagen van was. Hij; besloot juist, haar zijn bedoeling, openhartig uiteen te zet ten, toen Mitcihel binnenkwam. Randolph Zag hem eenigsziins sdhjuw aan, pleads nog in twijfel of' hij, ifiet tegenover een misdadiger oif kraniklzininiige stonjdl. Daar op groette hij sn'el, maakte aan. zijn ge sprek met Dora een einde en ging haan. Dora, nam een boek en "begon te lezen, terwijl Eimilie met Mibchel zaöhit 'begon te spreken, „lk hieb vanmiddag eens zin, om js heel veel te vertellem. Mag ik Eimilie?'' „Zeker, Bob'', zei ze vorwomderd, Ze Was niet gewoon, dat hiji veel' sjmak. „Luister dan eens. ik ben even Ver schillend van andere mannen ris jij, mij-ns inziens verschilt, van andere vrou wen. ik heb er al veel ontmoet, in mijn vaderland, in verschdllenldle landen van Europa en hier ira New-York, maar geen enkel nliet de natuur, ,wlelke daar dood en verderf zaaiter zijn nog menschelijke Wetens, volgelingen van het communis tisch regime, die er den vrij'en loop geven aan hun slechte invallen, en die, om hun plaats te behouden, de and|eiren dioiodem_ Die iwlillekeurigie verminkingen zdj'in dan ook talrijk; In 1927, te Zaer getrof fen dóór al hetgeen ik in Rusland Zag, besloot ik, in gezelschap van twee jeugd- vr'iendlen, naar Roemenië uit te wijken. Wij fWerdpln /echter aan d|e grens aan gehouden door de Gépéou en veroordeeld tot verbanning naar SololW!ky., Do kam pen van Sofbolwky [wórden Voor 't eierst jn 192:3, ppgeslagen en beslaan hfet onge zondste gedeelte van geheel Rusland. In de Witte Zee zijl» een twintigtal eilan den bezet met gevangene». Eén daarvan, het eiland Plopof (nu bij'genaamdhet eiland dier omlwlenteling), is gpheel kunst matig gebouWÜ |Uit hout; D|a gevangenen komen met pvervoUe treinen aan, tot aan de kleine geheimzinnige plaats Kieraa. iVan daar gaan de tragische stoeten naar het «eiland Popof. Op het eiland Po/pof zijn dertjien kazernes gebouWd, Waar de mieulwi-aangekomenen Worden ontvangen, po manigten Zijn zoo talrijk, dat Zij gemakkelijk viiier-eni-tiwintig uren in regen en Wind moeten doorbrengen, alvorens men Zich met hen kan bezighoud|e|n. Dan, om zich te hershellem! van hun ,zwaj.\a vermoeienissen, Wórden -zij' gedurende 12 uren aan het Iwterk geizét. Bij' don terug keer 'wórden, (zij1 tezamen gebracht, nis Vee dm de te kleine lokalen, Wlaar he}; des morgens geen zeldzaamheid 'is de lijken te vinden Va»1 ongein kkigen, die gestikt 'Zijin of omge-kómen ,van kóort-s of honger; Wianfc het gebeurt meermalen, dat deze onigelukkigen drie dagen zo/nder eten blijjven. Dé. lijken Worden onmiddellijk van hun kleeren ontdaan en jn een put géwörpen In groote Waschkuipen gieten de koks der Gépéou eeu vieze soep et?n vieizia soep. Deze kuipen Wlord'en dan op de binnenplaats der kaïzéraen geplaatst en de bannelingen krijfgen verlof om te eten Maar zïj beschikken over lepel noch borden, noch iieits van dien aard; Een dliep-tragisch schouw'spel is het, die men- sc'helijlké wtezens te Zien staan op eejn rij!, de een. met Zijn muts, de anid'ere melt een min óf' meer zuiver busje om er e/en pollepel soep .in te ontvangen; Zij haasten Ziich als wildé dieren naar de waschkui- pen ien plonsen hun handen dn het kokende vocht. Zij', die hun hoofddeksel kunnen vullen met soep, zijin gelukkig. Zij1 nemen het mee naar een hoek en «(ten als' béestén. Andere dompelen hun hemd tin de soep en drinken het nat, dat er dan door middel van Wringen af druipt. Dó beestachtige tooneelen, |wélke er rich afspelein, zijin, on denkbaar. Men moet er geloefd hejbben zooals ik gedurende een jaar, om zich een denkbeeld te kunnen vormen tot Welk een 4jjep verval die ongelukkige» zijin gedaald. De straflofcalen zijn bestemd om ongeveer 400 personen te herbergen. Maar de get vangenon rijln Zoo talrijk, dat men Ver plicht is geWieiest in d'e lokalen dlwars- jjlanken aan te brengen, Wlelk'e dlan tWeel of drie Verdiepingen vórmen, Wlaarop de veroord|eelden slapen, Zoodat men er in geslaagd is, een duizend Wezens te huis vesten in een lokaal, plat er maar vier honderd kan bevatten. Elk kamp bezat ongeveer 10.000 gevangene» en, Wlat haast ongelooflijk klinkt, er is maar één enkële Gépéou om dit alles te beridderen. De andere galeiwachters Worden meest get kozen uit de dieven zelf. Zij Zijn ongeveep drie honlderd in getal en gewapend en oradertoorpen aan den Wil van den Gépéiou, met IWien rijf het kamp beheeren. Waarom d'e bannelingen, die veel talrijker rijh da» de be'Wakers, en van ,wie velen ge,- waperid zijin, niet in opstand komen, is eenvoudig te wijten aan het feit, da.t rij geen vertrouWén in elkaar stellen. Zij' Wlantrouwén elkaar, (klagen elk'ahüer aan die met jou k'an worden vergjeleldén. Teen ik jou voor 't leerat zag, besloot ik' dadelijk je tot mijn vrouw te nemen. Eén oogenblik heb ik' nog grooten angst gehad, dat je mij zoudt aJfwijzem, maar spoedig zag ik, dat wij elkaar begrepen, dat wij bij' elkaar behoorde».'' „Juist zoo is 't mij gegaan, Boib'' ant woordde zij hantelijk. „ik hób allerlei smachtende ein vleiende aanbidders ge had, zelfs dichters, maar all pie mooie woorden lieten mij koud; toen ik' jou eciht-er ontmoette, heb ik terstond gezegd: dien zou ik als vrouw willen Vjolgen." „God zij1 gedankt, Emillie, dlalt wij el kaar hebben gevonden. Maar laait mij"1 eerst uitspreken. Ik' heb je gejkó'fen tot mijra vrouw. De hemel iis getuige,, dat ik j'e nset- in 't geringste ooit Zal bedriegen, maar: ilk moet toch je liéf'de dam een harde p roei' onderwerpenh,et zal waar schijnlijk gebeuren, dat iik' je onjkundig moet- laten van een of andere z'aak. „Heb je genoeg ventrouwem in me. om te begrijlpen dat ik! alleen "dian ïe& ga- he:im houdt, als het beter voor je is, dat je 't niet weet, dat ik „>t enkJel verzwijg uit ware genegenheid!'' (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1931 | | pagina 1