NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GEHEEL ZEELAND
DIT BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS
DES DONDERDAGS EN DES ZATERDAGS
PETRUS HOPMANS
feuilleton
Was het zijn misdrijf?
Wrijf Uw
pijnlijke spieren
I vzw OVER DE GRENZEN
NUMMER 21
DONDERDAB 19 FEBRUARI 1931
27ste JAARGANG
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Bureaux van Redactie en Administratie: Westsingel 75, GOES;
Telefoon Interlocaal No. 207, voor Redactie en Administratie.
Bijkantoor MIDDELBURG, Markt 1 en 2; Telefoon No. 474.
Abonnementsprijs f 1.90 per drie maanden, bij vooruitbetaling;
Advertentiën van 1 tot 6 regels f 0,90, elke regel meer f 0.15;
Contractregelprijs, te beginnen bij 500 regels, beduidend lager
GROOTE WAARDE
VAN PUBLICITEIT
WORDT GELEZEN
IN ALLE KRINGEN
door do genttdo Gods en d© gunst
van den Apostolischen Stoel
BISSCHOP VAN BREDA,
Assistent bij den Pauselijken Troon en
Huisprelaat van Z. H.
aan de Geloovigen van Ons Bisdom,
Zaligheid en vrede in den Heer.
De Apostel Johannes leeirt ons: De
■wereld Egt geteei in, dien booze. Mach-
ti<ne vijianmden staan tegenover ons: de
duivel, <Ee als een bruRenldb leeuw rond
loopt, zoekende waen, hij zal vea-silindlBn, pla
wereld met haar gevaarvolle verleódüng en
ons eigen ten kwade .'geneigd' vlteesdh mat
zijn ongeregelde harfeltiocfhifcen. Uiit die har
de ervaring is ongetwijfeld iedteresm dui
delijk gewordlem d!e waarheid van hief
woord van dien befiigem man Joib: iEien
strijd is 's menschen lieven op aardle.
Als wij1 daarom ernstig overwegen die
waarschuwing van onzieai gjoddiellijkein Za
ligmaker: De geasit is wel gewillig, doclh
het vleeteh. is zwak; als wij "bedemM»,
dat de zwakke memséh zieh. gemakheüijlk
door den stroom dies bederfs laat mede-
sleepen, dan kunnen wij verM|aren, hoe
de H. Antonius, de kluizenaar, geiheel (31a
■wereld met strikken overdekt ziietnjdjet, kon
uitroepenMijn God, wie zal ar 'Zalig
worden
De zwakke menecih, aanhpuderad! In
strijd gewikkeld, met machtige, vijanjdlen
zijner zaligheid, moetzich bézbirjgd' af
vragen Hoe zal ik t.e middien van allerfel
gevaren mijn zaligheid heiwerken
Onze goddelijke Leemmeesifcar geteiflt (Jaar-
op het antwoord: Waakt en hipt, (1W gij
niet in bekoring komt.
Waakzaamheid en gebed, ziieldjaar de
g.rrote middelen om die heailigmakemde ge
nade. jn heit H. Doopsel' te pnhvaragein, te
bewaren, het neeh|t op den tomel ha be
houden en vooruitgang te makern in üleugd!
en. volmaaktheid.
"Van kindsbeen af.
hebt- giji geleerd, dat bovemina,t(uuir[liijke kuip
dkfelsjke
der gioddteisjae gienatle v<
keldjk is om uwe zaligheid te bewerken, ja
zelfs is die garaadle onmisbaar om heit min
ste werk te verrichten1, dat veuidBenetelSjjk
is voor den hemel: Onze goidjdledlijlke Ver
losser heeft ons duidielijk voorgtehpnldleln
Zonder Mij kumt gij' niieits d|oen, (II. i. Zon
der de hulp mijner gemiadia 'ils h|afc u nieit
mogelijk eemig verdienstelijk Wteirk vioor
den hemel te verrichten. Deze teer wordt
herhaald door dien H. Paul'uis, als hij zegt:
Niet dat wij: van ons zeiWe bekwaam zijp
iets te bedenken als uit ons zelve, ma,ar
oimze bekwaamheid is uit Godl.
De goddelijke gienadle, welke wij noodig
hebben om zalig te worden, heeft Chris
tus voor ons verdiend! dóór zdjrn lijden en
sterven. Aan Christus' verdiensten ontfteie-
nen onze werken hun kpachit oor den he
mel te verdienen.
Roe kunnen wij de genade, ter Bang
heid votisfcrekt noodlziakblijik, veikrijigiem
Ret gewone middle!' dlaaptae is het gebed.
De goddelijke Learmeiaslteir haelft het ons
bij herhaling o.p het hart gedrukt: Vraagt
en gij zult verkrijgen; .als gijl den Vadler
iets in mijn naam zullt .vragen, Hij zal
het. u geven; al w!a,t gij. in het .geheel
met gelóóf zult vragen, gij; zult het ont
vangen.
Niet alleen door woord1, maar vooral
door voorbeeld' heeft die Zaligmaker h,at
gebed geleeraapd. Leizen jwjjl nieit. van
HemEn neergeknield zijnde, bad! Hij1in.
docdöangst geraakt, ba|di Hiji des te vuri
ger; gebéden en smeekingen verrichtte Hiji
met. huid geroep en .ondier tranenhiecile
nachten bracht Hij door in gebeld.
Diep dooirdlqomgeai van de noodzakelijk
heid^ van hiet smetehge.bed! ten eiip|d|e Je
onmisbare genade te venkrijigen om onze
zaligheid te bewerken, moigein wij; nieit op
houden met de Apo,stellen aan te (Magen:
olkardt in hjeit gieibeld; bi|djt Zonder pp-
„O zoo, gaat de juffrouw er een eigen
kamenier op m houdem?;,'
„Neem, dat bddloel dk niet'., Eei Dora
verlegen lachend, „maar ik wou Luoette
voor de familie behouden. Niet allee»,
dat zij uitmuntend: kapt, maar zoo juist
Ji&eiH; ZQi ook /die th&ei&ff&l Maargieize/t en,
zoo keurig netjes alls ik it nog nooit heb
gezdern..',
„Och ja, 't zal wel' goed zijjn, maar ik
ben er al een. beetje aan gewoon, dat je
overdrijlflk en zeg het haar maar niet, zij
zou nog ijjdell worden.'-
„Wie komt er vanmiddag
t Gewone gezelschap, denk ik'.''
„Randolph zeker ook1?'»
.'cja- rïht dienk ik: wel, maar ik Wou
juist zeggenwat mankeert die toch?
Een heette tijd js hij hiier met geweest
en gisteren, toen ik hem in de vijfde avie-
nue tegenkwam, groette hiji mij in 't ge
heel met.'. a"
„Dan zal hij: je niet gezien hebben,
want anders was hij zeker zoo omibeteeffl
niet geweest.'.
„Maar we waren vlak bij elkaar, pis
houden. Bewaart <fep in uw hijrt dó
krachtige woorden van dén H. Aïfbnsus.
Wie bidt, wordit zieker zalig, wie Mat
bidt, ga.a.t zeker verforen.
Gij beseft niét voldoende', Jjetninjdta dio-
cesanen, dat d!e redlan, waarom gij mis
schien dikwerf' van dleto weg idler deugd
7:ijlt afgedwaald en u op hét pa|dl dea- zon
den hebt begeven, te zoeken te in uw
nalatigheid om te bidldien, can aanhoudend
te bidden, om godvruchtig te bidden.
Ook de Apostelen zijn, naAik ziji tof ge
bed vePwaairfoosd' hadden, beizlwelkterij
namen laftiartig. 'de vluchit, v'enlieitem en
verloochenden ïmn _aod|die3ijiken Meastien.
Jeau.s had h.eni uiitdlrukkleCijik varniaanld',
nat zij. niet op hun eigein knaphtcn, niet
op hun vurigheid moestem vertrouwen,
want de menscheidjke naitiuur is zw.ak'.
Hij zeide hun, dat rij moösltm .bildden om
in 4s bekoring niét te valflien. in de drei
gende gevaren zal d-e zwakke natuur be
zwijken, als .gij niet omdersiteunid' woujdlt
door d'e gojddeJijike hulp, welke, wij' doop
het gebed moeten af'smeekein. Wait dén
Apostelen i s overkomen, dat zal ook met
gebeuren, indien gij even als zij het
J verwaari
verwaarloost.
Blijllfc dan, dierbare d'iiocésianen, getrouw
vasthouden a.an onze ehristseiijke gebrui
ken om ecm morgen- em avoiidgelbedi tie
verrichitem, om te bidden vóór en na (ié
maaltijden, om het Engel dea Heeiren (Iriie-
maal per dag t.a biidld'e'n1, om in den huoise-
lijken kring des avonds gezamenlijk met
d.e kiadteren en diieraatporsoiiieie£; hat roam-
hoed je te verrieh|ben, om te bidlién in do
bekoringen. Verzuimt .gij; bet gebeid in de
bekoringen, gij zijt verloren, gij!, zult be
zwijken en zonde bedrijven. Bedjyart u
om zoo dikwerf' mogelijk de H. Mis bij' te
wonien. In zeer veel huisgezinnen is het
mogelijk, dat ministens één familielid! naa.r
de kerk gaat. En hoe gélukkig (bei prij
zen is het huisgezin, waarvan vader w
moeder mei- hun kinderen dagelijks in
de II. Mis en .aan de Tafel (dies 'Hieenem
zijn te vinden! Mo,g© ons Bisdom talrijke
schare; vian zulke voorbeeldige huisge
zinnen bezitten, die dbon een sticihten|di
voorbeelid den geur dbr deugd- verspreiden
era krachtig medewerken om dien gods
dienstzin be bevorderenVoorbeei|den trek
ken.
Foi wat we hier nog bizon d er mogen
vragen is, of de kinderen Vóór het slapen
gaan volgens' oud' christelijk gebruik nog
een kruisje ontvangen Tan vader en moe
der? Vergeet niet het woordï idri H.
Schrift; De zegen des vaders bouwt (ie
huizen der kinderen.
Wij. zijn geschapen door God' en voor
God. Alles wat wjji hebben, komt van
God, wij zijn en blijven van God geheel
Afhankelijk en rijn bestemd om hierna
maals voor eeuwig met God volmaakt ge
lukkig te rijh. Is het nu: niat passend en
plichtmatig, d,a,t wij omzien Opperheer er
kennen en bieiminnen, Hem getrouw dienen
en voortdurend met Hjem in innigiem om
gang verkeeren? Beijvert gijl u nileifc pm
gehechtheid, erkeinitelijjkheid' era üetffe te
betuigen aan degjenera, die niet opihou|diein
,u met weldaden to overladen En zou,dfc
gij dan niet aanhaudten(di denken en raw
dankbaarheid en lheijdje toornen nan God,
uw Schepper, uw Zaligmaker, uw groot
ste Weüldoenier, uw Mefldlerijikste Valdlsr,
wiens hulp gij' geen oogenblik kunt mis
sen? Daarom moeten wij altijd in ver-
tronweffijkein .omgang blijven met Goid en
door sdhtetge'biedjeh h|arhaa'ÖaLij|k verzeke
ren, dat wijl uit liefde voor G'o|di Wtilen.
leven en wetrken.
Moeten wij Gods onmtebaren bijatlarajd
alle dage» a,f'smeekén, vooral moeiten wij
dat doen in bizondiene nooden na,ar ziel of
lichaam. Kunnen al on.ze geloovjgen ge
tuigen, dat rij' hierin hiet te korf. rijn ge
bleven? Om een enkel voorbeeld ~t;e noe
men, als al te overvloedige regien pf
langdurige dlroo-gte de veldgewlalssem meit
onuergang dlrei^dten, zijn allien, allen zora-
hiji me niet zag, moét hij' ploteeliilnig biji-
ziende rijm géwordlen, dht zeg jk."
Toen werd er geqcheM m ev>ari (J|ia,rna
nog eens: de bezoekers begonnen te kó
men, sommigen uit een soort maatschap
peli.k plichtsgevoel of gewoonte, anderen
uit werkelijke belangstelling en vriend
schap.
Vooral Dora voerde véle en vMerlei ge
sprekken, maar had .er plieztier in, om
Randolph', dóe telkens .trachtte een ge
sprek met haar aam te kinoopen en be
paald iets op 't hart scheen te Eébbem,
links t e laten liggen.
Ook Thauret kriam en Zeide een aan
tal van die nietszeggende beleefldheden,
die een Franschman weet uit te spreken
op een toon, alsof zie uit zijn, hart voort
komen en die op Dora dan ook' dien in
druk maakten van zeer Wtolgjemeéndl te
zijm, ttler'wijl Eimilie wel bespeurde dat
het gevoel il-ooze uiterlijkheden waren.
Nadat bij was vertrokken era die meeste
anderen ook, vonidl Rjanldlolph eindelijk'de
lang gezochte gelegenheid, om Dora te
zeggen, wat hij: op het hart had. Hij w&t'
haar mee te krijgen naar een hoek' dei
kamer, aan een zijvenster, waar nie
mand hen kon hooren.
„Mejuffrouw Dora, waarom bent u
zoo vriendelijk tegen zulk' een indivifflu,
der uitzondering er djan op bediaphifc pm
Gods zegen, waaraan allies is gelegen, af
te smeeken door die H. Mis bij te wonen
e» 's avonds het rozenhpeidije mat )die Mta-
ni'3 van OL. Vr. samen te biddlan Zijn
op het feesit van Sit,., Maröus en do
Kvnisidagen, wiaanop dó H. Mis woa-dlt pp-
geuragen en die Processie wordt geihouden
voor de Viiuchten der aandie, de loeiklen tot
im Je hoeken gevnlÜ'? Meent niet, beimin(jje
dioCesianen, d!at het gocldi te maken is met
een gebed, door dien Bisschop in 1de H.
Mis voorgeschreven. Neen, ook zelf moet
gij u voor den troon van geniaidle en barm
hartigheid gaan neerwerpen en in diepen
oc.tmoed ein met volharding om ontferming
roepen Jezus, Zoon van David, ontferm
D onzer.
En in hachelijke tijden, die we ithans
doormaken om dón Zeer' slechten eco
nomisch en toestand, waarin talrijke huis
gezinnen met iïnancieeien ondergang wor
den oedireigidi; thans nu O. L. Heer door
z^jh nachtwerken, waardoor heelie streken
em duizenden menschen zijin getroffen, ons
biji herhaling waarschuwend heeft toiege-
roepenIk ben de Heer, uw God, Mij aullt
gij aanbidden en diieaen; nu de Plaatebe-
kleedcr van Ohrisitus op aardje, de Vader
'der christenheid, in zijn monumentale en
cyclieken over de ohriatelijjke opvoeding
en over het- christelijk huWalijik zijin Ifjpr-
sche stem lieéft gevoeigd 'bij d'e stem diets
Tfeerc'n, om de menschen te waarscth|Uwen
tegen dwalingen en den-menseh-onteieinein(3l3
misbruiken, nu. zou het redelijk zijn ito
denken, dat allen in boete en gebqdl zieh
zouden keeren tot den Vadler der 'barm
hartigheden om rijh rechtmatigen toorn
te stillen. En tocih hpe'veilen blijVen zorge-
lo&s vojrfteven, alsof rij dén zogen tJes
hemels kunnen missen, hpovelien blijivcm
hardnekkig dóórgaan mat h,et verzuimen
der veipliiflhte H. Mis op Zön- en feest
dagen, met het wegblijven van die H.H..
Sacramenten van Bieohit en II. Communie,
met het nalaten van een dpgeüjikseih, ga-
bed, met hit ontheiligen, van het huwer
lijk, met het verwaaulioozen dier opvoeding
van hun kinderen, met hun kinderen plf' te
Iioaden van katholieke scholen en kahe-
hijisiauawid ernicih|t
Aih, beminde diooesanen, in het beJiang
van uw eigen onsteiffeuijke rielienj in 'tot
belang v:an de zielen uwer kinderen, in
het aelang van de maatsoha-ppij: en die ga-
heek memsohielijke gemeen scihiap smaak,an
wij u: Heden, nu gij.de eifcem (dies Hje«r.en
hoort-, verstokt toch niiet uw hartenkieert
I't o.t Mij, zegt- de Heer der heerachiareln,
en j.xL zal Mij' tot u keéren. Vanbetart nw
leven, begint to bidden, hopdit niét op tot
God te roepén in uw vericii'ukikingan, en
Geo, die eon vernederd ein vermorze'Jd
liart niet kan vorömad'em, Zal u verhoeren
en uitkomst schenken.
Om de zoradie te verjijipen e'n dm rein
heid des harten te blijven leven en zoo
on.ze zaBgheid te bewerken,, is die -.genaidó
aliaem nieit voldoende; wijl moéten, van1 on
zen kant aan de ontvangen genade, beant
woorden. wij moetan met de genadle mede
werken,. God heeft u getstohapen Zonldler m,
zegt de H. Augnsitninns, maar Godl 'zal u
niet zalig maken zonder u. Waalkt en
bidt., opdat gijl i» d® bó-khring 'niét be
zwijkt. Wordt er door veten te weinig
gebeden, ook velcm blijfvén tekort aan hun
ploicht om o,p ziioh zelve Zorgvuldig te
waken en dei gov a,ren en geliegenihiedlen van
zonder, te sidhuwem. En toch heetft de FT.
Schrift verzekerd dn de oraidiarvïnding be
wijst het alle dagpn opnieuw: Wie het
gevaar bemint, zal ar in qpfkomen.
Wilt dan, dierbare gedoovigen, luisteren
naar onze vermanende stem, als wij u tot
bescherming van uw deiugdl en tot bevór-
daring van nw geluk waansichuwein tegen
dreigeraiaie' gevaren.
Waakt en weeist op uw hoede, teigen
personen, tegen geiZeÜsclhapIplen, tegen
plaatsen, tagien vermakelijlkiheilen, tflgan
geschriften en dagblfltd|en, diie een gervaor-
alis die Franschman is?'>
„Spreekt u zoo minachtend over ónzen
vriend Thauret?''
Zij drukte op het woord „vriénjdi''
vooreerst om Randolph, te plagen, maar
ook omdat zij' heit meenldie.
„Hij is nw vriend niet'', antwoordldó
Randolph boos. „Hij is niemanids vrien|dl
dan alleen van zicihzelf.''
„Och, dat zijn, we per slot van roker
niug allemaal, egodsiten.'>
„Neen, jiufïrou'w Dora, u moet er nieit
cm lachen, l.aten we ernstig rijln, zulk
een man als Thauret is, hoort hier niet
thuis en verdient aüemumist, dlat u zoo
vriéndelijk voer hem zijit.'>
„Maar, mijtoheer Randolph, ik hen in 't
geneel niet bizon.der vrienldlelajk jegens
hem. ik zou u kunnen herhalen alles
wat wij' tegen elkaar hebhón gieizegd, ©n
dan zoudt u moeten erkennien, Jllat het
meest nietszeggende dingen waren''.
„Ja zoo slem is hij: wel, hij1 jrast Wel
op, te zeggen, wat hij! denkt.'"
„ik moet werk'eldjjk! om u lachen, mijn
heer Riandoilph, ik geloolf, dlat u als I>on
O uitholte tegen winidmolens ga at vech
ten. U sthijtolt u verplicht te gtevóelen, mij
te waarschuwe», maar voor een góv'aar,
dat nieit bestaat.''
„Maar Meju'ffrouw Dora, u moet nu
volle verleiding bieden en uw neirilhiai(di en
nw geloof1 hedr«i|gen. in uw memtehejlijike
i-wakheid zijit gjij tjeiglein die geivairen niet
opgewassen, gij moet overwinnen door 'die
vlucht te nemen.
Rij, bet imtrodjen van die Idiagen van boet
vaardig!) eidi en, gebed', hermanen wij u, pp
neél hijzonidiere wijze om te wake» pn te
bidden. Gebruikt die dagen van zalig
heid niet. alleen om n zelve fe veriooiahie-
nen, en uw ongeneglald'e bartstoelhten te
uw ongeregelde hartsitmhtiera te beteuge
len, maar ook om de vasfenjwet cn idle pnt-
ho'UdiingsWet naar dfe vaoirschritlben dier
JT. Kerk getjnouw te oradieihoiuidlen. Boven
dien zult gij1 u beijveren om pok uit eigen
beweging kleine verstervingen t» Jbao3fe-
nea en geestelijke em Jliidhamejlijkie -Wer
ker.' van barmhartigheid te dóen. Zorgt,,
dat uw kindleren gesiunende de vasten zich.
minstens bniten de maaltijden van snoe-
perk'en onthouden.
Ve vasten moet Voor alhen ook een ge
legenheid zijn om meer dlan anldiems te bid
den, om het lijden van oraZen gtcldidellijkien
Verlosser te overwegen door hat bijjwpnen
dar lijdensmeditatiën en het varricihtien
van 'den kruisweg, om Teelvulldlig te na
deren tot de H.H. Sacramenten van
Biecht en Gonununie.
Ten ('«lót-te verzoeken wij uw aller
gohed voor onzen roemrijk rcigeienewten
Paus Pius XI, voor omze gegeptbiedi|g|de
ICoMEgin en geheel h,et Koninldijk Huis.
Wilt nok ons in nw gebéden gedóukfeli, (d'he
niet ophouden dagelijks voor u te biid'-
de.n. Voor h et heh.oudi van het geloof en
den aiepen godsdienstzin in ons Bisdom.
Vragen wij de vertooring onzier gebeden
dcor dp alvenmogenjlie Voorsipraa,ak van
'Maria, de Patrpnes van ons Bisdom, en
van, den H. Jozef, en Paltnoon dier Kerk.
Gegeven te Breda, o,p het feest van de
Verstohij(n,ing der Onbóvlfkte Maa:g)d Maria
1331.
f P. IIOPMANS,
Bisschop van Rriedia,.
(V an redactie-wóge eenigsizins bekont.)
f en (tramme gewrichten, verdrijf
die afmattende pijnen van rheu-1
matiek en spit met de beroemdej
AKKER'.
KLOOSTERBALSEM
t verzacht verrassend,
snel.
f;Geen goud
zoo goed."
De vluoht uit Siberië.
Spliowky! De eilanden va» dien d'ood!
Die n naam is den lezer verscihil'lend'e ma
len reeds genoemd. Sololw'ky, Waar drie
millioen mera;Sohelijike wezens varkWijnera,
is een der drie ballingsoorden der gede
porteerden uit Rusland'. De aa|d!erel1 4ini
zocals men we.et, het tragische Siberië en
Turkestan. Va» deze drie clenitra der poli
tieke óf misdadige verooiid'eelidein is So-
lowky Zcinder twijfel wel tot meest ge
vreesde, de plaats welke dón faam geniet
van een verschrdkkelijkje hel. Do kampen
van Solotwky strekkjep. ,Zk.'h uit Van
Mourmansk tot Petiozavodistk, di. «Ter
eem, lengte van 1500 kilom|eter. «Zij: Zak
ken af tot Arkangieilsk en beslaan hiet
grootste gedeelte der kusten der iWitta
Zee en der eilanden, Wélke etr zich ber
vinden. Die, kampen, gélegein op den vas
ten grond, Zijn besmet met tal valk zfetk'-
te»; hiet is nam. een strleek' van de meiert
öngezionde moerassen, |wlaar die 'djood een
gemakkéjijfce prooi vindt; Maar het is
niet hoos op me worden. U kunit toch ,wtei
begrijlpen, wat mij, dronig, zoo tot u tie
spreken
„Wel neen, dat begrijp ik juist jn 't
geheel ï&et, ik k'an niet 'in de harten
lezen.'»
„Maar u kurajt toch wel paden
„Wat kan ik raden?''
Dora zag hem aan met zoo, opneehita
verwondering, dlat hij er uit 't vóljill ge^
slagen van was. Hij; besloot juist, haar
zijn bedoeling, openhartig uiteen te zet
ten, toen Mitcihel binnenkwam. Randolph
Zag hem eenigsziins sdhjuw aan, pleads
nog in twijfel of' hij, ifiet tegenover een
misdadiger oif kraniklzininiige stonjdl. Daar
op groette hij sn'el, maakte aan. zijn ge
sprek met Dora een einde en ging haan.
Dora, nam een boek en "begon te lezen,
terwijl Eimilie met Mibchel zaöhit 'begon
te spreken,
„lk hieb vanmiddag eens zin, om js
heel veel te vertellem. Mag ik Eimilie?''
„Zeker, Bob'', zei ze vorwomderd, Ze
Was niet gewoon, dat hiji veel' sjmak.
„Luister dan eens. ik ben even Ver
schillend van andere mannen ris jij,
mij-ns inziens verschilt, van andere vrou
wen. ik heb er al veel ontmoet, in mijn
vaderland, in verschdllenldle landen van
Europa en hier ira New-York, maar geen
enkel nliet de natuur, ,wlelke daar dood
en verderf zaaiter zijn nog menschelijke
Wetens, volgelingen van het communis
tisch regime, die er den vrij'en loop
geven aan hun slechte invallen, en die,
om hun plaats te behouden, de and|eiren
dioiodem_ Die iwlillekeurigie verminkingen zdj'in
dan ook talrijk; In 1927, te Zaer getrof
fen dóór al hetgeen ik in Rusland Zag,
besloot ik, in gezelschap van twee jeugd-
vr'iendlen, naar Roemenië uit te wijken.
Wij fWerdpln /echter aan d|e grens aan
gehouden door de Gépéou en veroordeeld
tot verbanning naar SololW!ky., Do kam
pen van Sofbolwky [wórden Voor 't eierst
jn 192:3, ppgeslagen en beslaan hfet onge
zondste gedeelte van geheel Rusland. In
de Witte Zee zijl» een twintigtal eilan
den bezet met gevangene». Eén daarvan,
het eiland Plopof (nu bij'genaamdhet
eiland dier omlwlenteling), is gpheel kunst
matig gebouWÜ |Uit hout; D|a gevangenen
komen met pvervoUe treinen aan, tot
aan de kleine geheimzinnige plaats Kieraa.
iVan daar gaan de tragische stoeten naar
het «eiland Popof. Op het eiland Po/pof
zijn dertjien kazernes gebouWd, Waar de
mieulwi-aangekomenen Worden ontvangen,
po manigten Zijn zoo talrijk, dat Zij
gemakkelijk viiier-eni-tiwintig uren in regen
en Wind moeten doorbrengen, alvorens
men Zich met hen kan bezighoud|e|n. Dan,
om zich te hershellem! van hun ,zwaj.\a
vermoeienissen, Wórden -zij' gedurende 12
uren aan het Iwterk geizét. Bij' don terug
keer 'wórden, (zij1 tezamen gebracht, nis
Vee dm de te kleine lokalen, Wlaar he};
des morgens geen zeldzaamheid 'is de
lijken te vinden Va»1 ongein kkigen, die
gestikt 'Zijin of omge-kómen ,van kóort-s of
honger; Wianfc het gebeurt meermalen, dat
deze onigelukkigen drie dagen zo/nder eten
blijjven. Dé. lijken Worden onmiddellijk
van hun kleeren ontdaan en jn een put
géwörpen In groote Waschkuipen gieten
de koks der Gépéou eeu vieze soep et?n
vieizia soep. Deze kuipen Wlord'en dan op
de binnenplaats der kaïzéraen geplaatst
en de bannelingen krijfgen verlof om te
eten Maar zïj beschikken over lepel noch
borden, noch iieits van dien aard; Een
dliep-tragisch schouw'spel is het, die men-
sc'helijlké wtezens te Zien staan op eejn
rij!, de een. met Zijn muts, de anid'ere melt
een min óf' meer zuiver busje om er e/en
pollepel soep .in te ontvangen; Zij haasten
Ziich als wildé dieren naar de waschkui-
pen ien plonsen hun handen dn het kokende
vocht. Zij', die hun hoofddeksel kunnen
vullen met soep, zijin gelukkig. Zij1 nemen
het mee naar een hoek en «(ten als' béestén.
Andere dompelen hun hemd tin de soep
en drinken het nat, dat er dan door middel
van Wringen af druipt. Dó beestachtige
tooneelen, |wélke er rich afspelein, zijin, on
denkbaar. Men moet er geloefd hejbben
zooals ik gedurende een jaar, om zich een
denkbeeld te kunnen vormen tot Welk een
4jjep verval die ongelukkige» zijin gedaald.
De straflofcalen zijn bestemd om ongeveer
400 personen te herbergen. Maar de get
vangenon rijln Zoo talrijk, dat men Ver
plicht is geWieiest in d'e lokalen dlwars-
jjlanken aan te brengen, Wlelk'e dlan tWeel
of drie Verdiepingen vórmen, Wlaarop de
veroord|eelden slapen, Zoodat men er in
geslaagd is, een duizend Wezens te huis
vesten in een lokaal, plat er maar vier
honderd kan bevatten. Elk kamp bezat
ongeveer 10.000 gevangene» en, Wlat haast
ongelooflijk klinkt, er is maar één enkële
Gépéou om dit alles te beridderen. De
andere galeiwachters Worden meest get
kozen uit de dieven zelf. Zij Zijn ongeveep
drie honlderd in getal en gewapend en
oradertoorpen aan den Wil van den Gépéiou,
met IWien rijf het kamp beheeren. Waarom
d'e bannelingen, die veel talrijker rijh
da» de be'Wakers, en van ,wie velen ge,-
waperid zijin, niet in opstand komen, is
eenvoudig te wijten aan het feit, da.t rij
geen vertrouWén in elkaar stellen. Zij'
Wlantrouwén elkaar, (klagen elk'ahüer aan
die met jou k'an worden vergjeleldén.
Teen ik jou voor 't leerat zag, besloot ik'
dadelijk je tot mijn vrouw te nemen.
Eén oogenblik heb ik' nog grooten angst
gehad, dat je mij zoudt aJfwijzem, maar
spoedig zag ik, dat wij elkaar begrepen,
dat wij bij' elkaar behoorde».''
„Juist zoo is 't mij gegaan, Boib'' ant
woordde zij hantelijk. „ik hób allerlei
smachtende ein vleiende aanbidders ge
had, zelfs dichters, maar all pie mooie
woorden lieten mij koud; toen ik' jou
eciht-er ontmoette, heb ik terstond gezegd:
dien zou ik als vrouw willen Vjolgen."
„God zij1 gedankt, Emillie, dlalt wij el
kaar hebben gevonden. Maar laait mij"1
eerst uitspreken. Ik' heb je gejkó'fen tot
mijra vrouw. De hemel iis getuige,, dat ik
j'e nset- in 't geringste ooit Zal bedriegen,
maar: ilk moet toch je liéf'de dam een
harde p roei' onderwerpenh,et zal waar
schijnlijk gebeuren, dat iik' je onjkundig
moet- laten van een of andere z'aak.
„Heb je genoeg ventrouwem in me. om
te begrijlpen dat ik! alleen "dian ïe& ga-
he:im houdt, als het beter voor je is, dat
je 't niet weet, dat ik „>t enkJel verzwijg
uit ware genegenheid!''
(Wordt vervolgd.)