NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GEHEEL ZEELAND
DIT BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS
DES DONDERDAGS EN DES ZATERDAGS
Joannes Oominicus Joseph Aengenent
FEUILLETON
Was het zijn misdrijf?
vin
i van OVER DE GRENZEN
NUMMER 20
DINSOA8 17 FEBRUARI 1931
278TB JAARGANG
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Bureaux van Redactie en Administratie: Westsingel 75, GOES;
Telefoon Interlooaai No. 207, voor Redactie en Administratie.
Bijkantoor MIDDELBURG, Marktl en 2; Telefoon No. 474.
Abonnementsprijs f 1.90 per drie maanden, bij vooruitbetaling;
Advertentiën van 1 tot 6 regels f 0.90, elke regel meer f 0.15;
Contractregelprijs, te beginnen bij 500 regels, beduidend lager
GROOTE WAARDE
VAN PUBLICITEIT
WORDT GELEZEN
IN ALLE KRINGEN
door do genade Gods en de gunst
van den Apostolischen Stoel
BISSCHOP VAN HAARLEM,
aan de Geestelijkheid en de Geloovigen
van Ons Bisdom
Zaligheid in den Heer.
het kan U. niet ombekend zijp, Bern.
Gelovigen, dat vaa het eerste oogembluk
al', waarop Wij door God. geroepen wer
den om als Opperherder Uwer zielep. (te
waken voor de geestelijke belangen, van U.
ea de dioor Goidi aan U toevertrouwde
kinderen, Onze voornaamste zorgen zijp.
uitgegaan maan Uwe kinderen. Wij; heb
ben niet opgehouden er op: te wijlze®,
dat God aan U en aan Mij penma,a|l re
kenschap aai vragen van de 'door Hem
aan ons geschonken panden, en jjiat het
van onze zorg voor de jeugd Zal afhan
gen, hoe lüet, wanneea- Wij; eenmaal van
deze wiereld zullen 'zijln verstelheódlem, bat
met de Kerk in Nedferlanjdl gestald zal
zijn. Verleden jaar hebben Wij tegen dien
aanvang van den heiligen Vastentijd U.
vermaand, dat die opvoeding der kinderen
niet als geëindigd jnag worden beschouwd
bij het verlaten der lagere school, doch
dat juist aan. de vorming dier schoolvrij;e
en der rijpere jiepgd die grootste aandacht
moet werden geschonken.
En ook thans kunnen .Wijl wederom
niet zwijgen ower uwe kinderen en komen
Wiji uwe aandacht vragen Voor een zaak,
die Wij wel mogen noemen het verhieven-
ste en hiet heiligste onderdeel van die taak,
die God aan katholieke oufters heetfit op
gedragen in betrekking tot die Oipvoc|ding
der kinderen', die zorg namelijk, dat»r
veie en heilige priesters uit uwe gezinnen
zeilen voortkomen.
Misschien zullien velen Uwer zich ver
wonderen over deze aansporing, djie wij
op dót oD'geinblik tot U richten. Is bet dan
niet God en Hij: alleen, die jll® roeping
geeft tot het H. Priesterschap Sprak
Ottriiëtus Zelf' niet tot Zijlne Apostelen
„Niet gij hebt Mij' uitverkoren', maar lk'
heb U uitverkoren en U aangesteld oim
te gaan en vruchten voort t.e brengen!"
Hangt de priesterroeping dus niet ai
louter en alleen van Gods welbehagen
Bern. Geloovigen', bij de beantwoording
'dezer vraag dóenen wijl wel te onrierschei-
den. Jediere genade, dóe dei menscih. ont
vangt, komt van God; maar biji die uit,-;
deeliing Zijner genadegaven maakt God
tevens gebruik van dë hulp en die meldte-
werking van memsehen. Zoo is bet ook
met de roeping tot liet H'. Priesterschap.
Die roeping is zeker eem genade, een om-
verdienldle gave van Gold!; e® ztondeir dis
goddelijke roeping mag nieman|dl zich voor
het H. Priesterschap aanmelden. De H.
Paulus zegt het duidelijk te zijn; brief
aan, de Hebreen: „Niemand matige zich
bezie eer aan, tetnzijj hij; geroepen is dioor
God zooal's Aaron''.
Die genade dier uitverkiezing hangt Pa.-
tuuildjik louter en alleen ,af van Gods
welbehagen. Maar die uitverkiezing door
Goa is niet- meer dlan een ge|dleeClte van het
Verheven werk, dat moet volbracht- 'wor
den, alvorens iemand in die werkelijkheid
het H. Priesiferschiap' bereikt. Die. uitver-
klezmg bevat niet meer dan die kiem van
het Priesterschap. Ma,ar wil die kiem tot
ontwikkeling komen., wil zij1 wlerkelijk uit
bloeien tot de vrucht. dlie bat Priester
schap is, dan moet zij1 met groofe zorg
wordëu gekoesterd, eu .daarbij! is hoodig
de medlewerkiing van mentehesn. Paus Leo
XlH, sprekende over die gold&etdjttóa uit-
verkiezihg tot het Priesterschap im 2ijin
brief aa,n de Framtohe Bisschoppen van
'8 September 1899. noemde h.aa.r uitdruk
kelijk slllecihtis een kiem. "die dloor dien Al
lerhoogste in 'dë ziel van helt kind worldlfc'
gelegd, maar die noodzakelijk besclhutitang
en bescherming behoeft door de mcld|awer-
28
„Goed, maar wees neet ongeduldig- U,
weet, ik doe alles pp mijn manier, in
Madison square had u mij: verlaten; ik
ging daar op eein baak zitten en hieèidi
Wuson in het oog. Twee uur later kwam
er een, inan uit 't hotel en Wilson gimv
hem achterna. Jk heb1 moeihein ilaohein
over de ma®ie|r, waarop hij' dat fitaed,
heel va rziüchèbg rpnri■fcij|këpld^, en Voort-
stuspend. Men kon terstond! aan zijp hou
ding eu bewegingen zien, dat hij1 iemanldl
naging,',
„ik heb je nu al gezegd, dlat je geen
eritiek op Wisp® behoeffit uit te sproke®.".
„Ja goed, maar iik zeg (lat maar, oim
uit te laten komen, dat ifc het handiger
heb aangelegd, ik zag hem dus achter
Mitehel aansluipen: u, zie|t zij! lachte
7 V 'T? 0613,111 31 teb "hótge-
vnsoht. Het was 'n gek gericht en men
kon durikojik' zie®H dat Mitchea' zelf s,r
ook plezier i® had. Soms Kelp hij heiel
haid an mrjdftm te helt gedrang, zoodat
MJson wel' verplicht was, hem achter
na te stormen. Dan bleef hij] plotselteg
etaa® e® keegde aódh om, zoodait Wflson
king van inenschen. Die medewerking ge
schiedt voor een gn-oot gedeelte gqdfurepde
een gansche reeks va®, jaren binpian do
muren van onze Seminariën, totdat ten
slofte de Bisschop die roeping voltooit e®
afmaakt. Zonder Zij®, besluit om iemand
tot de H. Wijdingen toe te late® is gee®
priesterlijke roeping volledig. Helt godde
lijk element is wel onmisbaar, maar geelflt
op, zich geen recht om de "wijding te
eischen. De uitverkiezing van den 'eanjdi-
U,aat dloor dien Bisschop is de sluitsteen
van (hjet geheel, zij, is ean element, dat
eveneens onmisbaar is.
Doch tusschen die uitverkiezing door
het kerkelijk gezag in het Bisdom m dje
uitverkiezing, die alls ae® kiem gellegd
wordt door Gold in de ziel van hat kind,
v, cdt ee® arbeid) vereiseiht, waartoe Hij
ae medewerking vraagt Van velen. Aller
eerst Wij! noemde® ze reeds zij® het
de Seminarie®waar het dloor God in de
zielen der kinderen uitgestrooide zaad tot
ontwikkeling wordt gebracht en die tja®
ook terecht genoemd worde® kweekplaat
sen, omdat dlaar de goddelijke küeme®
worden opgekweekt. Maar, bem. Geloo
vigen, het staat zonder twijfel v'ast, dat
de kiem voor het H. Priesterschap in; de
zielen van veel meer kinderen door Gc«l
gelegd is dan feitelijk het Seminarie bin
nentreden, en dat veel medr kiemen tot
wasdom zouden komen, inidlien vóór de®
leeftijd, waarop de toiegang tot hot Semi
narie mogelijk is, door anderen die kiemen
met de noodige aandacht en toewijding
wareD beschermd ein beveiligd. En wan
neer gij. Ons vraagt, wie die anderen zijn,
wier medewerking volgens Gods bestel
noodzakelijk is, dan antwoorden Wij U
diat zijn de priesters, dlóe werkzaam zijp
in de parochies, dat zdj.n vervolgens jdle
ouders, en dat zij.n ten slotte alle ge
loovigen.
De priesters, die in die parochies werk
zaam zijnMonseigneur Dup.anlloup schrijft
in zijn beroemde Weirk over het klimd':
„Vele kinderen, dlie priesters hadden kun
nen worden en heilige priesters, zijn heit
niet geworden, omdat er niet Was ee®
pastor r of een kapfellaa®, die aan die kin-
acre® of aa® hun ouders hun roeping
toonde en, dlez» tot ontwikkeling bracht".
Ernstig kllinklt ook het voorschrift Van
het Kerkelijk Wehboejkj neergelegd in ca
non 1353: „De priesters, inzonderheid jlft
pastoors, moeten er voor zorgen, dat zij!
de zinderen, die teeklenen van priester
lijke roeping too®,en, met alle kracht p'f!-
hf ude® va® de besmetting dier wereld dn
de kiem dier roeping in hen aankweekên".
Vervolgens komen de ouders. Aan hen
is doo,r God een zee,r bijzomjdlere taak' op
gedragen, eemi hoogheilige en verheven
teak. Het zij! verre Van Ons het gedrag
goed te keuiram va® ouders, dlie hun, kind
tot ,Vjet H. Priestlerschap zioude® wffliem
ciwingcn. Zulk een dlwang zou d|e®, naam
vendienen vbn een misdaad, zooals ook
canon 971 van het Kerkelijk' Weitib'OidK
zegt„Het ils een, misdaad, iemand! te
dwiinigen dien geestelijken sfca.r|dl te om
helzen''. Maar dóezeffldfe oanon nqgmt het
o<k een mikdaad, wanneer die, oudeirs aan
eer. kimd dien opgang tot het Prieisb'eir-
sthap' zouden verlbiediem. „Het is ee® mis
daad, zoo lezen wij :lm dien genoemden ca
non. iemand, dlie die veeeïsbhte geschikt
heden be,zót. van dien geieateCijkle® starld1
af te h oude®''. Tuissehe,® dle.Ze beijdfa uiten.--
stem nu lógt ee® geheel tietroedn, waarop de
ouders posiltief' aa® de ontwikkeling van
een door Godi galegjdle roepdmgskieni kun
nen en moeten medewerken. Zij, kunnen
dat doen dloor woord e® door dia,ad. Aller
eerst door hu® Woord), dloor namelijk h,u®
kinderen dlükwijls te wijzen op Öls heer
lijkheid e® verhevlenheiid van het H. Pries
terschap. E,n imdien zich in de ziel va®
eeft hunner kinderen werkelijk; ean godde
lijke kiem bevindt, zal dientengevblge het
bestaan dier kiem gemakkelijker tot het
tegen heïn aanliep. Ik' wou hem eemis
goed i)n 't geizMht opneïnen en sprong
daarom p® een rijtuig, waarmee ik het
zzevetr writ te bneJngHn, dat ,ik eerder d|a,n
biji aan dë dandle avenue was. Ik diep
gauw de tpa,p op va® de® lujchtspqoiip
weg e® mam plaats in een hoekje va®
diiwachitkaoner
Zij vervolgde:
„Mitchel kwam spofedig en liep iniaar
heil eind van hëlt peinron. Wilsion bleef! in
het meldde® ejn trachtte aoo onvensahillig
moeglijk te kijken, wat bem heel onhan
dig aflging. Toe® die trein kwam, stapte
ik i® e® gipg vlak tegenover hem zatte®.
Wille® we semis wëddlem, |dlat ik goed
weet, hoe hijl er urjbzilet
„Ja, da.t kan- wel', maar hij iweet nu
ook, hoe jij er uitziet, eend dat je bent.
jrv had j,e giezfegid, je mocht je móeit l'ate»
ztien aa® dien a!hiwe|n. vos.''
„Ja, maar luóstetr eerst verderik heb
voor alles gezorgd'.Aa® de vóer-em-veeT-
tlgEte straat stapt hijl iiit, Wilson ook,
maai- 'ik b'hijlf' zitteai.''
„Waarom?''
„Opdat hij geen apgWaa® a>u krijgen.
Ik stap ee® straat verdër uit, ga met
d'e® eerste®, tmeón terug en wacht a,an
het station waar hij was uitgestapt, of
hij1 nnet terugkomt. Na de®' poosje Was
bewustzijn van dat kin/dl doordringen en
gelegenheid hefbbcin om tot rijpheid te
kiomen. De H. Gaudenitiiu® waarschuwt in
ee® zijner pre eken de ouders van dien
een.cn kant om nimmer dwang op hun
kinderen in deze richting uit te o&fanie®
maar van den anderen kant verklaart hij,
het tot ee® plicht der o.uidlers om jdtan, wil
hunner kinderen te richten op het betere
en al hu® best t.e doen. om ze aan God
te kunnen aanbieden als beidienare® van
Zijn altaar. Maar vooral kunnen zij
zulks doen door hum diaden, n.l. door hun
voorbeeld e® hu® echt christelijk lcv'eins-
geurag. Tot het geven vian ee® goe|d
voorbeeld zij® zij; reedis vterpkcht ten op
zichte van al hunne kinderen. Maar die
plicht zou nog meer tot he® oproken,
wanneer zij er steeds aan dachten, fte-f
■zij' door hu® voorbeeld die k:,em der pries
terlijke roeping, die God misschien in. die
ziel van hu® kind' gelegd heeïlfc, tot volle
o®twikkëling kunnen brengen. E® dan
zouden Wij erop wille®, wijzen, dlat die
ouders in betrekking tot dat verhev'cn
doel hun kinderen vooral moeten Voorg|aan
in de beoefening van drie dleugde®, die
het bijzondere sieraad van dien priester
uitmaken. W,ant al moet de priester uit
blinken in alle deugden, zooals Gcidl zelf
uitdrukk'kelijk heeft gezegd: „Mijn pries
ters moeten heilig zijn, omdat zij aan God
zij® toegewijd'», er rijln- dirie jdeugde®,
die den priester bijzonder moeten kenmer
ken, n.l. kuiischheid, gehoorzaamheid eu
liefde t ot God en tot die menschen.
Kuisohheid in, de allereerste plaats. Bij
het ontvangen dier wijding va® het sub
diaconaat doet die camdidaat een gelofte
van eeuwige zuiverheid, en. het staat bo
ven allen' twijfel vast, dat het succes van
don priesterlijken arbeid voor een zeer
groiot gedeelte aan den maagldlellijkem staat',
waarin de priester leelflt, te dianke® isl
Vervolgens gehoorzaamheid. De Kerk is
gielijk aan een in rangorde geschaard
ieger; en do kracht van een leger is
voral hierin gellegen, dat in stipte ge-
lioi rz'aamheid die bevelen dier overheid
wort en tem uitvoer gebracht. Trou wens
bij de Priesterwijding belooft d'e wijde
ling, al legt hij daiv ook geeni gelofte af,
aan den Bisschop plechtig, d!at hij' hem
en zijnen opvolgers steeds gehoorzamen
zal.
E® ten slotte, dë lie&lle tot Gcdl en
de naasten. Evenals aan Petruk vraagt
Christus aa.n den wijdeling„Bemint gij
mij En allee® dan, als dte wijdeling
i® geweten kan antiwoordieu, Zooals Pe
trus: „Gij weet, Beer, dat ik U liefheb",
mag hij' den moed! hebben om op të gaan.
Maar evenzeer onmisbaar is voor den
priester een brandëmldte naastenliefdeim-
mer,s zëgtt de II'. Paulus niet: „AI sjnreek
ik dë talon dor emgelen ern jcLem menische®.
indien ik de liefclle niet heb, Wem ik
gewortlen als oen klinkend! metaal of
ee® rinkelende echel En zulkls giridt
voer liet werk v!an -lederen priesifer.
Die drie dleugldon moeten, de; ouders dus
met bijzonder» zorg bij hun. kinderen
aar.kweekën, opdat dazen geschikt "Woir-
dëtt voor het H. Prieatsrsahap. Zij1 mo-c-
ten allereerst zorgvuldig Wake®, dat, in
het huisgezin niets geschiede, wat in
■strijd! is met die heilige dleiugd. m allle
middelen aam,wenkten om het schiaamtege-
voel bij het kind reeds Vraagtajldlig te ont
wikkelen. Zij' moeten veirvUigenB hun kind
vanaf dë prd'.lie jeugd1 gewennen aan tucht
en diisedpiime en mogën uit veiukee|rdia
toegevend,heódl een dlaad vb® omgeihioor-
zaamheód niet ongestraft laten. Zij moe
ten tenslotte het kónld' leeren, Gadi te
bemónmen boven alles en de naaste® als
zrilbzelve.
Mtet heerlijke taak, bem. Gel'., iB kan
de ouders in betrekking tot <te; pries
terlijke roeping toevertrouwd. "En wan
neer zij bij voortduritag hun aandacht
aa® die verheven "taak Willem schenken,
hijl er, maar Wilson niet bij; hem; dien
was hij! blijkbaar weer te vlug af ge--
Weest. lk ga nu, jin depzellfdlen trein als
hij', maa® zorg dat hij; me nciet met. Hij1
ginig nu recht op zijn doel af: een huis
cp het Irvimigplei®,; hier is het nummer.'-
Zij reikte Bannle^ een kaartje toe. - j
„Dat heib je hamdiig aanigeöegd1, imaa®
waarom heb je ma dat adkies niet ter
stond gebracht
„Laat u mij1 eerst epns urispreklem Als
tk iets begin, eindig ik niet voojldat ik
de zaak va® a tot z heb onderzocht. Dep
voligende® moajgje® ga ik paar heit huis
op het Irvilnigpiteiin! e|n bel aan. E|e®
koniermeilsjle doet mij! open em ik' vraag
mevrouw te spreken,. Hielt meisje vraagt
mij), wat ik wil en lk' zeg, dlat ik (as
graag alis kamermeisje wili verhuren;. Ziji
schrok daarvan, wamt haar jfanst w,as
ha^r riaibuurtijk im het geheel niet opge
zegd. Daarop zag ik, dlat ik haar Volt
abrekt niet uit haair bieltrekkiiDg wil driinr
gen. waarop zij! er|g vriendelijk Wiendl.
DaaTvan maakte ik' gebruik melt haar
te vragen, wie er in, het huis woomidien.
Spoedig had ik begrepe®, d|at het huia
ee®; soort pensionaat was, waar er izich
o. a. een meisje beivoinld, dlait dikwijls Van
omzen Mitehel bezoek ontvingzij was
vaertie® jaar en heette zteDfftRojsp Mitehel'.
kan het nrltet anideais, of! die 'roepingen zul
len bevorderd' woijdlen em uit onze chris
telijke liu:^gë;zin®ie® zullen nog maea-
priesters dam voorheen, en zonder twijfel
heilige priesfeei-s, v oort-komen. En'het zij®
vocral de moeders, dóe im dit opzicht het
belangrijkste wwkk kunmen verrichten.
Eiem gezaghebbend prilesiter hioëflt eens ge
schreven „Een priester wordt gevormd
op de knieën van die moedlar.'' lk onder
schrijf die uitspraak, die zulk een, MUe|d[
op de moeders inhoudt, ten vollle; en ik
twijfel er niet aa®', of vele priesters zullen
met mij van de waarheid vrin dlat woord
diep overtuigd zijln.
Maar niet allee® de priesters en de
ouders moeten medewerken aa® d|® bevor
dering der priesterroepingen, 'dloch alle ge
loovigen hebben in dit opzicht een taak
te vervullen, dus ook die eehtganooten,
wier huwelijk niet met kinderen is ge
zegen®, en ook zij' die omgehuiwü' zijn,
Paus Benedietus XV heeft zelfs uitdruk
kelijk' verklaard, d'at dlie medewerking va®
alle geloovigen eem plicht isv „Alle leden
der uenkeüij'ke gemeemsehap'', zoo schreef!
hij', „hebben d'e® plicht om te beantwoor
den aan de genade va®'de roeping tot het
Priesterschap/' Dat wil dus zeggen, dat
alle geloovigen Verplicht zijh bun mede
werking te verleemen. De reden hiervan
19 duidelijk. Immers alle geloovigen heb
ben de hulp van dien priester noadlig v!an
hun geboorte af tot aan hun verscheiden
uit dit leven. Het is dus het belaag via®
allen, dat er vele en heilige préribers
kemen.
Welnu, op tweevoudige Srij'Ze kunnen
alle geloovigen medewerken. Allereerst
door hun gebed. Bem. Gel. wordt hieraan
niet veel te weinig gedacht? En toch,
het is niemand minder d|an onze Godde
lijke Zaligmaker Zelf, die er ean Voor
schrift van gemaakt heeft, dat de geuoo-
vigen voor de priesterroepingen inoefen,
oidden. „Gij1 moet dien Heer van dien
oogst bidden, zoo sprak Hij', dlat Hij
werklieden, zende in Zijnen Wijingaar|cl|,"
En steunend op dat gcldldelijk gebod,
zeide dan ook Paus Benediwtus XV het
volgende: „Het Ï9 oms verlangen, dat alle
Gnrisitenein hun gebeden vereen iigen in
eem heiligen kruistocht'». In de tweede
plaats kunt gij- Relipen door uw geldle-
lijken steun. Wij zijln ten hoogste dank
baar voor de bdjid'ragiein, dlie onze geliefde
dioeesamem telken jiaren geven bij' de col
lecten. in onze kerken voor dë Sem.ina-
rieg. Maar hoeveel me.er 9tud'enten,, waar
omtrent wij goede verwachtingen mogen
koesteren, zoudfen. aifldaeujdle gaholpe® kun-
aem worde®, indien 'dfc geloovigen, hetiz'ij
fijd'ens hun leven hieibzij bij festamcntiaire
beschikkimig het stichten van studiebeur
zen voor onze Siemin'ariën wilden bev'or-
deren. Men behoeft natuurlijk niet een
gehcele beurs te stróhtein. letd'erle gilflt is
rielkom, da.ar zij met andere tot een beurs
kan worden samengevoegd. Wij' bev'elen
dit liefdewerk bij'ztan|dhr in Uwe aandacht
aan. Gij' verricht' daarmee eem "heerlijk
werk, omdat gij1 dnariïoor het Priester
schap van Jezus Christus Zelf in Zijne
Kerk helpt voortzette®, terwijl de vruch
ten van dat werk aan U zelvlen en vooral
later aan Uwe kinderen zullen ten goedie
komen, want een talrijke en heilige Pries
terschap is een Zegen allcreierst voor de
geloovigen.
Bem. Gel., moge de Heilige Vastentijd
voor ons allen zijh een tijd van boete eu
gebed. Van boete allereerst. Trachten wij
ons niet te beperken tot de geringe ver
stervingen, die die Kerk v'an, ons eischt,
maar leggen wij' ons toe op enkele vrij-
wüdilge v erstervingen tot uitboeting onzer
zonden en ook met het doei om van Gold
steeds meer em steeds heiliger priesters
te mogen ontvangen. En vervolgemiS eiem
tijd van viee'vulldig gebeld! Bidt voor on
zen Vader Paus Pius XI, voor H.M. onze
geëerbiedigde Koningin en voor die vier-
Wa,t zegt u van, 'die prntdtekking:
„Je bent «en genie 1 Maar waarom heb
je tot vandaag gewacht om mijl dlat affl!e|3
mee tje 'dleeflietn?,''.
„ik willde er eierst juog maei' van, weten.
Gisteren ben ik in het park gftan zdtte®
op een bank. e® ,daar gewaakt tot "de
meisjes kwameln wamleim. Spoedig hooadl®
ik aa® de gesipreklkkani, wie Rose Mitcftnel
wlas en daarop heb ik haar m,at mij|ni aakl-
c,ame«a gephotograHelerdwat zlegt ju Wet
daarvan Hdeir dis het jportrelt.''
„au moet erkfeniniein, d'a.t je je fijldl'goeld1
heot gebiuiklt, maar wordt nu; pnlelt ijjdled,
wiaot hert- is am blijlflt domdlpd j|e im
die® treim tegenover heim bent gaian ziften.
Eiem ooigenbiik later veiflliiat hiji toet het
adreskaartje en die .fotografie het huis.
Mejuffrouw Rennen krijgt
een nieuwe Icainciiier.
Twee dag»m ®ia dït gesprek kwam het
kamermedsjie van EmiÉie Eiemsem bijl
haar taeaateres 'en vertelde haar, (lat rij!
zleeir sübchte bierdcihit.e|m van haar (moeder
had gekregiein, 'Zoodlat zijl wei graag ®iaar
huis (wiffidle, maar Elisabeth in New-Jer
sey. Maar rij' had een nicht in d!e sta|dl
wonen, die Wel graag haar plaats Zom
willë®. jnuemen, zboilang als rij! w;eg was,
dere leden van het Koninklijk' Huis.
Maar bidt ook bijzonder, dat de Heer
va® den go,gat vele en heilige priesters
moge zenden i® Zijnen wijngaard; en plat
in ons allen het besef moge groeien, dat
Gcd van ons allen, wie wij pok zijn,
vraagt,, dat wij onze medewerking aan jde
roepinigen tot het II.'" Priesterschap zuD
Ion veulieenien.
Gegeven, te Haarlem, den lOdem Ee-;
bi-uari 1931.
t J. D. J. AENGENENT,
Bisschop van Haarlem.
De vlucht uit Siberië.
V.
Te® liuiidigein dage lijden de boeren wiel
het mëiest, dioor die® stand van zaken in
dlat land, Waar het communisme zijn wlel-
■diaden rondstrooit. Daar die pachters reeds
langen tijdi hun dleiel betaald hebben aan
het ®a|ëu|w)e stelsel, hetzij' dioor verban
ning, dbor opsluiting, door het Verlies
va® goederen en hu® leve®, moet thans
de bixer het onigelden. Mie® dleelt hen in
drie klasse® inde „Koulak" of kapita
list, d'e „Sleredmyak" of half-kapitalist
en de. „Ceidny.ak" of arme. Tot de elerste
categorie belmoren degienen die drie koeie|n
bezitten, drie paarden, f/w<ee hectaren land'
per familielid; tot dei half-kapitalisten
Worde® gerekend rij dlie twiae paarden,,
twee koeien en een hectaar laind! per
persoon bezitten; die andeiïe®' liebben een
hoe, een paard en eein halve hectaar land'.
Om zich van deze bezittingen mester
te maken, gebruiken de leiders immer
hetzelfde middel; een bber, die bijvoor
beeld 200povdl graaimge|wiassen heieft ge
oogst, moet leemi belastling "betalen te® be
drage va® 300 povü. Dsor het hem waar
lijk onmogelijk' is dit te votdoen, Wordt
hij door de Guépéou behandeld als „Weer
spannige"; zijln berittinlgen wbrdlen aan
geslagen en hijl Word' vervoerd naar Sa-
loïwky. Het eigendom wlordt aa® uitgebuit
door de „Corn's somoletz", die over trac-
teurs beschikkep.. p» andere boeren moe
ten in gemeenschap Werken. Hij die een
hectaar grond bezit, moet deelen met hem
die niets heefti Hij, moet pen deel van
zij'n vee afstaan aan degene, dia er geen
heeft, enz. Ai degenen, die in gemeen
schap leve®,, vinden bndërdak in eonzelf-
i® eenzelfde loods en eten uit dezelfde
teljoor .Weelde is verboden', zoo men ten
minste hlet eten uit ae,n persoonlijke tel
joor releds als 'Weelde beschouwt. In en
kele maer verwijderde dorpen, is het stel
sel der collectiviteit nog niet doorgjei-
voerd. Maar uit vfeies, dat het ook daar
zal Worde® toegepast, hebben de boe
ren zich gehaast hun Vee te Verkoopan,
te doode® of op te eten, tem einde' zich
in een zelfde positie te "bevinden va®
de n-ilet-bezitters, met Wie zij" zullen moe-
texdeielen, Wanneer het collectivisme ook
bij1 he® zal zijn doorgedrongen'. Ten ednd|a
echter te voorkomen; dat zoodoende deize
goederen hen zullen ontsnappien, hebben
de Haiders de volgende Wiet uitgevaardigd/
„Die zijn koe, rijb. zWijn of zijn' Ren zal
doiodeni, zonder voorafgaande toedatdin'g van
het bestuur, zal voor minstens vijf jaar
niaar SaloWky Worden Verbanlolen.'" Vela
boeren, everiwël, d|ie .blijkbaar niet op de
hoogte zijln van d|e ontzettende kwlellingen^
Welkei hun alsdan te Wachten rtaalnl, over-
tredep dte Wet en gaan voort hun' bezittin
gen fe verbruiken, in de mleienimg dat rijf
te SaloWky zullen Worden gevoed en d'at
wel ongelijk zouden hebben nji|et te ge
nieten van hetgeen hun thans toebehoort.
Onlangs zijn nog oproeren uitgebroken
bij' deze boeren, en W'pl in dleln! Kaukasus,
bijl Naltchik. T'wëe dorpen verzetten zich
tegen da Guépéou, die hun landelijke op
brengsten haddetn aangeslagen D» slach-
ting was verschrikkelijk. Dia Guépéou,
deze was uitstekend van toiliat en kopsri
op de hoogte, dlaar ziji ibdjl eem Firianacih
ertllfeur jm 'de leer was geweest.
Hoewel Emi lie niet graag van perso
neel veranderidle en een onbekenldle in
Luis oom, kon Zijl todh heit veuzoeH niet
weigeren en stemde zij; ar in, toe, dat Lu-
cetrt», iZoo heette helt nichtje, tijdleilijk ka
mermeisje wemd'.
In den niamicl|d|ag kW,am Ludetrtë en
E.milli.e was o,p 't eerste gezicht zeen met'
haar ingenomen. Zij! had gevreesd, een
aanstellerig, veeilait3clhieind' persoontje te
zlüilëni aan(treif!fe'H e,n inplaats 'daarvan
Za.g zij een flink meisje, dat alles dae,df,
wat Ihiiaar werd gezqgdl eni op jdfQ wijze,
waaroji lo'!et haa,r wend heiraten pn dat
in 24- uur geheel1 op dë hoogt
de gewoomtan h;arör niauwie
Ook Dora Was1 met 'd'e nieuwe
zeer ingelnomiem.
„Emiiliie' vroeg rij' op del:
dag, „Wat Zeg je van je mie
meisje
„"Van Lueietfe'?'» antwoordde idle Zuster,
„o, ik vimid, dat rij' haar wark'feeea- goeji
verricht.''
„O, 't een juweeltje. Ate d'e andere
terug komt-, hoop ik', dat zij bij mij' wit
blijveni.''
(Wordt vervolgd)'