i v I HERFST- WIHTER- GEBR. STEUTEL BAZAR. KLEEDING Jitverkoop. kele dagen. De ongeziene wereld of het leven na den dood. SCHE COURANT ir Telefoon 311 DRT MIE J>E SEEPPOTA NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT R JT en VRAAGT ZIGHTZENDING KLEE0IN6- MA6AZIJN Klokstraat GOES. Maatschappij van 1824, GOEDEREN. jk's Bank te Goes, TWEEDE BLAD FEUILLETON De gestolen goudmijn. ONTSPANNINGSLECTUUR S Hel vijfde op oefening. f IN HET KRAAIENNEST 1 li i RIKZEE, wel onderling als legen een trekt door irantie. 18171-21 XIX. De Verrijzenis en het Leven. Vroom laanibid ik' n mijn in mensdhen- vedaante verholen God. Ik, aanbid U als de stoere ma®n|elijkhieiid! zleif in Uw schijnbare onbewogenheid op d'e meest tragische levensoogenb-likben, als toen Gij daar standi voor Pilatus, of door den knecht des hoogepriesters in hieit aangezicht werd geslagenin uw for- sche kracht bij die harde en geweldige smaadredenen na,ar de Phiayizeeën heen, juist omdat ik zie bij Lazarus' gr,af en bij Naïrus weduwe, dat Gij ook teer en weekhartig kunt zijn; omdat ik uit Uw geduld en lankmoedigheid met de tallooze ondankbare zieken en Uw, eig|6n leerlingen,, met verteedering gewaar Wordt, dlat Gij U ook kunt voegen en schikken en geven en naar wederliefde smachten, gelijk anders alleen vrouwen dat hier op aard'e kunnen. O laat ook in ons allen de mannelijke met de vrouwelijke gaven wedijvieren, opdat wij elk worden naar de mate ons gegeven: een volmaakt mensch. (Uit Ut. Jav. Ginneken's Liturgie van Jezus' Zielegnooth-eid). Ziijn triumf «ver de liefde. i Wij hebben dus gezien dat die Leeraar van Nazareth, met een onverbiddelijkp autoriteit ons verstand opeischt door een absolute volkomen overgave aan Zijn woord. Zijn leer en Zijn gebod. Maair hier mee is Rabbi Jezms niet tevreden. Hij wil ook het hart van den mensch bezitten en geheel en onverdeeld' bezitten. Hij vraagt wat de mensch hier het moeilijkst afslaat: Zijn liefde! En niet -enkel aan enkele intimi, aan een Simon den bevoor rechten leerling, die als Oppierhjerdex zijn schapen en lammeren moet weiden, en dien hij ,aan het verlaten strand te Caiesa- rea tot driemaal toe ondervraagt: Simon Johannes' zoon, bemint ge Miji? Neen hij eischt de liefde op van allan. Wat de vader tevergeefs vtaagt a,a/n den zoon; de bruid aan dien bruidegom en de vriend aan z°n vriend, Wordt door .Jezus gevraagd. Wat al moeiten kost het ons, om door slechts enkelen bemind te wordjen; wie zou zoo vermetel durven zijn, zich dloor allen bemind te droomen. En er is in e|e® mensch-emhart ook slechts plaats voor de liefde van weinigen. Het heeft nooit ge noeg aan vreugde, po® geluk, a,an roem maar zbn liefde gaat slechts uit tot Wei nigen,. Doch zie in Nazareth verschijnt een Leeraar, die die liefde opeischt van alle mensehen, die eens na Hem zuil,en leven. En niet enkel de hefdje van alljejn eischt Hij op, maar Hlf vrajagt die liefde in den hoogste® graad, geheel >en onver deeld; Hij eischt een li/efd|ei die allo aard'- sche liefde idloet verbldefcan; liefdte zoo moedig en sterk, dat zij aam alle aard- sche liefde kan verZabemi ,uit liefetya tot Hem! Wat is er op aarde inniger en sterker da,n moederliefde Eie® liefd^n die naar ge lang de jaren klimmen, uitgroeit tot een soort vereering, ja stijgt tot een1 cultus Die reikt ver ovepr die domkete poort van het graf! Welnu, voor 2000 jaar leefde er te Nazareth een Leerplan-, die meier htemin'di wilde wordten dam vader «n modder, want 'bij Matth. X-27 hoioren wij' Hem tot de Apostelen zeggen;: Wie vadler of moiedter meer bemint dam Mij, is M'ijher niet Waardig. i Ja meer dan vader of moeder, vtouW en broer en zusteir Wil Hij bemind' worden; om Zijnentwille z'al die mensch aa.n pile dierhlaj-e® hier op ia,ardie vBrzakten: Indien iemandl tot Mij komt en niet rijnen vader haat eit rijme moeder en zijne vrouW en kimderen en btroers «n zusters kan hij niet mijn leerling zijn. (Luchs XIV-2 6), Maar ziooiets is onbestaanbaar, zooiets is onmogelijk Zal men zeggen. Door zulk een eisdh stelt me® zich bloot aan spot en verachting, aan aSceer en veiW'erping. Want meer dan vader en moeder, ephtgie- noot of kind, broer off /usteir, kan de mensch enkel God beminnen; iedfar andere liefde is een heiligsdbdnjttis. j 1 Als Jezus van Nazareth dan- toöh idez'a alles verzakende liefdie voor zich bedft opgeëischt, moet Hij ook God' zijln! Wij1 Willen nog een stap verder gaan. JezUs van Nazlareth iwildo .niet enkel' bemind taterde® hier op aarde door allen, bemind boven allen en alles, maiar Hij heeft- ook durven verZeklertetm dat na Zijn dood deze hechte allea oVetiWinniende liefd'ó Hem ook ten deel Zal vafflan. Hij, "Lie tijdens zijn leven niet wlerd bemind met uitzWnjdpring van enkele gp- trouWen, durft rekenen op de lietfldet van allen ma Zijm dood! Hij, die stierf in die grootste vergui zing als een, verWtarpeme,, ojpl den eenzamen heuveltop, verlaten dbor aïlemj, WiieT liefde Hij eens Wist te wimnen, behalve ,door Zijn moeder en den Leerling, dijein Hij! beminde; dleZe verguisde J3marfe|n-ma® durft voorspellen: Als Ik eenmaal van de aarde zal zijm opgeheven zlal ik ajUten tot Mij trekken. (J|a®- XH-13',2). „Cela est <1 un fou, a moins que 'de ne soit d'jun Uieu" zegt BioiUgOud, zoo iemandl moet een waanzinnige of een God Zijn! (Le Ohris- tiomisme Dl. II Mz.' 034). Kende die Leeraar van Naz|a|reth dan z»o slecht het hart van don mensch 'Wist Hij dan niet, dat de eenige nood zakelijke voorWaarde voor bl'ijVandle liefde de macht d'er tegenwoordigheid is Wist Hij dan niet hoe spoedig men na den dood vergeten iwordl Slechts e'en oogenblik duurt die liefde? „Un instant, je le veux, quielques lar- mes fidèles nous suivent par dela la tom- b'e; mais bientot e'eux qui pleurent vi-an- nent se 'ooucher a; leur tour dans la même poussière;'et un jour le voyagefur indiffe rent foule du même piedl deux' qui ont aimé et eieux qiui été aimè. Voila le peu que dure 1'amotur!" (Blou- gaud, o. id. biz. G3[4). I (Slechts een ongemblik volgen de tranen van enkele getrouWien ons naar het graf; maar Weldra muilen ook zij die ons be- Wleendem sluimeren in het stof, en zie op zekeren dag zal d;e voet v,an den onver schilligen vreemdeling stooten zooWleil op dengene, die Was bemind als op hem diie had bemind. Zpo omibiestencÜg; is de liefde!) Maar niet 4 de liefde die aan J|özus van NaZareth Wordt ■gébiuaicht. Want nauwe lijks is Hij gestorven, of de lidfjde ont- Wlaakt v.a,n zijn verzegeld graf. J|a, er vaart een hartstocht dooir de Wereld om Hem te beminnen. Eieulwlen konwn e® eeu wen vlieden en Jlc liefde tot J-ezus is nog niet verbleekt. Hij Wtordt nog bemind', 2000 jaren ma Zijh dood' door duizfend1 duizendtallen. I Deten triumf over de harten dier mm- schen kon alleen 'n God-mensch behalen! Alkmaar. C. VIS, Recitor. 8S Dat zal heerlijk Zijn, zei Ka.te en deen alsof ze er groot .belang ïin stelde En hij wil, dat we; dadelijk vertrek ken. ging Sir Fielix voort. Ik zal morgen esn mooi jacht trachten tie huren. Natuuirl- hjk zouden we een reng kunnen maken op een der groote zeekaateelein. Slib William gelooft echter, dat het op zoo'n groot' passagiersschip veel te luidruchtig toe gaat. Het i.s beter voor je, als je p-lleen met mij en Lady Summers! bent indien we tenmjlnste van haar goedheid nog meer gebruik mogen maken. O, zeker, zei de oude dame. Heit is de_ eerste maal, dat menl mijn goedheid op prijs stelt, en ik voel me hierdoiop zoo gevlc'd, dat ik onmogelijk kan weigeren. Ja, ik ga met u mee. Maar denk er wel aan, dat u een flink groot jacht huuirti, want ik ben te oud om zoo'n reis in een notedopje te maken. I T zu^ grootste en comfortabelste Jbt hebten, die ik kan krijgen, zei i' Eelix. Hij zweeg een ooigenbliik en ek zenuwachtig naar Cartrasfiord, die d» nd van Kate had losgelaten en met be< De Licht wachter „Kom, steek nog een sigaret op", zei kapitein Sucich tegen mij en' bood me. zijn zilveren koker aan. „Nu zijn we bij ScO- gli.o P,omain ',n paar minuten varen we in votlie zee en daar begint heit tlei blazen, hoor! Dan steekt ge eein roo&tuig in uw mond, om ten minste ook wat te jjlazen te hebben". De Lloyd-stoombooit Wiurmbranid voer den vuurtoren van Seoglio Pomo voorbij Het was een eenzame rots. Hoog stond do vuurtorenbeneden, aan de dloor da bran ding bestookte riffen, een ellendig hutje met een wilden vijgeboom. Die maakte den geheelein plantengroei van het sombere rotseiland uit. Om van hier naar het dichèsbijz'ijmde d'er .Dalma- tisehe eilanden tie komen, had can roeiboot, 'flink geroeid, ruim drie uren werk. „Wiat voert die waöhteu toch uit Id het koudere seizoen, als de Bora dikwijls wekenlang het verkeer mat de andere eiianden verhindert vroeg ik dien kapi tein. „Nu, hij heeft voorraad enj blijft rust'g bij het vuur zitten", antwootrdde hij. ,,W,at een leven! Als hij geen. familie heeft, moet hij oip den: duur gek wondiein." „De man heeft geen familie, m ik zal u eens wat vertellen, Hij zit eenzaam op zijn ro.ts en ziet wekenlang geen fc- vend wezen dan hoogstens een hoog in de 'ucht vliegende meeuw of! een in do golven dartelenden dojftjn. Eens om do veertien dagen of drie woken hic^int e|r ean bark prpviand en dan is hij weeï voor een tijd bevoorraad. Ook krijgt hij dan de noodige benzine voor het licht. „.Verleden jaar, toen ik op een kust vaart Lissa aandeed, kwam Lorenzo, Be- sa'ti bij mij' aan boord. Op een zeiltocht was hij van Pelagosa, een| ro|tseilanld mid- drcefd gelaat naast haar sfolnd. Het spijt me net te moeten zegge®,,, begon Sar Feilix aarzelend, Sir Walliam meent, dat het be- ter is als Stanley Carrasford niet met' ons den m de Ad'riatisdhe Zfee, naar Lissa gekomen. „Wel, Lorenzo,, vroeg ik, ho-e kamt het, dat gij Seoglio. verlaten hebt?," „Ze wilden het niet anders, sigmor com mandante", zei LorenZoi. „Z-e beweerden, dat ik ook eens verlof moest nemen. Nu, en toen heb ik hun dat pleziertje maar eens gedaan." „E,n hoe lang zit ge al op uw ,rots „Hola," zei hij, „wacht een beetja tolt ik me er op bedacht heb. De slag bij Lissa was in 1886 precies; ze hadden toen dto beleefdheid me mijn linkerbeen zoo. toe te takelen, dat ik voor den zeadiemsit nieit meer deugde. T-oen was ik dfrie jaar i,n Pola. zeven jaar in Triest bij de haven werken, en nu zal het wel 23 jaar gjjn, juist, dat klopt! het is nu 23 jaar, dait ik cp Scicglio Porno zit en' voo-r de lantaarn zol'£-" L „En hoe dikwijls zijit ge in al dien tïj|d op 't vasteland geweest?" „Geen enkele maal", antwoordde Loren zo op een toon, alsofj dat heel natuurlijk as. „Wiat, waart ge drie en twinMg ja,a;r onafgebroken op dat barre eiland?," „Ik had immers mijn dienst." „En waar hebt ge uw driet maaïiidem verlof doorgebraoht?" „Op Pelagosa, signor cömmahdainte Ik zog den man eens aan, denkende d:a,t hij krankzinnig was. Peiagosa, is namelijk 'n eiland waar de wind altijd bul'dlart, en het meest eenzame eiu afgelegene in- jde Adratieuhe zee, dat, als da Decemberstor men woeden, wekenlang van de gansobe wceld is afgesneden. De stoomhooitie®, die uit het Oosten komen envan Brimdisi naar 't noorden gaan, zien 's nachts een z-wak lichtje, dat slechts een zeemansoog kfan waarnemen, aa,n den oogbelijke® horizon; dat is de lantaarn va.m Pelagosa. Slechts dan ziet de bewoner .van het eilanldl eem zwak rocikwolkje, als de boot overdag vnaïbijstcomt, wat bijna nooit; ge,beurt. Het was me dus volstrekt! onbegrijpelijk', dat iemand, na. drie-en-ltiwintiig-jarige, af zondering, zijn eenzaam verblijf met een neg veel afgezonderder kon verruilen. „En noemt ge dat verlof?" vroeg iik. „V an Sooglio; Pomo gaat gei om u te ver- strcoiien en wat op te knappen naa,r Pelagosa? Hebt ge dan ilni 't geheel geen verlangen naar de wereld en naar (lie menl schem „Wa't heb ilk met d'e wereld of met de mensclien uit te staan, kapitein H Die zijn me geheel vreemd'. Ik kan van- niicits meer spreken d'an van de. Baria Tramon tane'. van Libeccd'O. en SdroCco, van 'd'e meeuwen en van mijn lantaarn. Daarom dacht ik, toon ze mij1 verlof gaven, dat ik 't beste zou do;en,' als ik dat dborbracht bij mijln krijgsmakker Torna so Brankovich. We waren samen in denl slag bij Lissa en hebben ook i'n Pola sameni gewerkt. Daar ■leerde hij mij.ne zuster kennien, die mijn huishouden waarnam. Zij konden heel goed met elkaiTr'overweg en toe® alk de plaats op Scogliio Pomo kroeg, vroeg hij haar tot vro,uw. Beppiina wilde me niet alleen laten gaa.n; ze meende;, da,t ik heit niet buiten haar stellen kon. Ik kwam daar echter tegen op, "e.n ze tro.uwdan Toe® giing hij naar Pelagnsa. Elke Kerst mis kregen we brieven vani elkaar, nn ik stuurde haar een halsdoekje cem eiem vorm school, die- ik van Lessina liet komen. Dat ging zoo tot vóór tian j,aar; mijn vijge boom e,n mijn schildpad waren mij:n ge heele familie. Daar was het- wcieir Kemalj- mis, en geen brief kwam. Ik gaf den Brra-wind, die al weken woedjdla, d!e schuld; Dan, in Januari kwam het bericht, dat Beppina gestorven was. Drie weketn' was Temaso zonder verbinding met dien vasten walhij gaf' wel signalen, ma,a.r niemand waagde zich in den storm naar buiten. Teen groief' hij bij zijin hut een graf en legde er zijn Beppiina in. Vier weken, later kwam de priester uit LisSa en wijddfe de aarde, waarin ze begraven lag." Lorenzo zei dat alles op ee,n toon alsof hij dingen vertelde, die anderen haidl- den ondervoiüidi'en. Hij blies dtkke wolken uit zijn neuswarmertje en tuurde, opmerk zaam naar den noandoostellqken horizon, waar spoedig zijn Scuglio moest opduiken. „En hoe vondt ge Tomaso „O, hij had zich al lang getroost; hlad het immers veel beter dan ik. Daa.r hebt ge een stuk of zes olijfb.oome®myr- tenstruiken wassen in de rotsspleten en 'n wijnstokje geeft schaduw. Wje habbcn ei' drie maanden samen gezeten, naa® die zee gekeken en over den Zeedienist ga- sproken. Nu kan ik weer( sproken, omdat ik in drie maanden meeirj gepraat heb dan in drie en twintig jaari. er vóór, mot z'ni beiaen gaat dat ook veel pleizicriger. Die Toiüiaso kan er zelfs eetn wijn- en ee® clijfbogst op nahouden; di« mag tevreden zijn. E® hij' heeft oofc het graf nog. Ik heb van Lissa twee disbalvinken meege bracht en die zingen nu 't hoogste lied in de bedde cypresaen (die Tomaso. geplant heeft. Ziet ge. kapitein, zooi helb ik mijn verlof doorgebracht. Hoe had ik hot op d'e geheele werelld beietr kunnen doeni?, Nu is het eohiter uit; we hebben ons laatste glas met elkaar gedronken. Tomaso heeft eunier beloofd me te komen hallen, als mijn levenslantaarn leeggebnand is. Ik zal dan naast Beppina liggen en da® zullen ook de distelvinken voor mij gingen." „Zoo heeft Lorenzo Basai.ti het eieinige verlof', dat hij' zijn haella leven gahad Jieefit. doorgebracht," besloot kapitein Suuieh Ik stond naast hem o.p' da kommanid'o- brug. Eien flrissohe bnies stak op cm het schip danste op de golven. Dei avbnid was gevallen. De eilanden Links waren verdwenen. „Neem dien kijker", zei da kapitein tot mij'. Ziet ge daar in 'ti ïïoloird1 -oosten dat lichtende puntje Dat isl de lantaarn van Seoglio: Lorenzo is weer: np zlijta post." (Averbode's Wleêkbl.)' "t Wias op een smoorheetem Angustus- midd|ag„ midden i® d:e horadsü'agen, d:at het Vijfde uitrukte, die hei op. Voorop, in het eerste gelid pal' achter die muziek Jefke Jjakkers en zijn- bbeZemvriletnd de lange Job. Job, philoso'phis'ch als altijd, kouwÜe gummi, spuw'de e® Ebveag. 0|efke, klein «n rond, kluchtige ver schijning in l/h veel te groot veldt'enue, hield zich onledig met het 'teSJjan dfer ziwteetdrupplels .die als paddiestoieïfen ge dijden op den roodbn nek van luitenant De Bareine, die aanmec'htig puffend voor hem uitstapte. „Als ik," zoo Wemddte J]ef zich plotse ling tot zijm vriend en buurman, „direct patrouille .moet lootplen, dan diam deserteer ik.1" I l „Jij loopt patrouille vanmiddag hoorft monterde de lange, eeuwige optimist liem op, „en deserbeeremi dop je niet/' „Als jij deserteert, dan kam geen een Van de sergeants nog vloeken over je stommiteiten...:" Jefke hield toen zijn ontboezeming|eO maar voor zich. Hij1 vond Jbto beslist sympathiek, behalve als hij zijn mond open deed. Op een groote, totaal omibeschutte lajpf hei, hield die troep halt. Die majoor nu niet meer troopend op zijn bruin paard legde de officieren het krijgsplan uit, gaf hun de cbnsignes. Toen begon de oefening. In twee groote troepen wW-dian de sol daten verdeeldroode o® blauWb, aanval lers en verdedigers. De beide partijen Werdto wtecr onder verdeeld in groepen, iedleire groep m€t zijn eigen opdracht. Jef en Job maakten deel uit v,an een w'ariht, die haar post betrekken moest aan den uitersten linksohen vleugel van do verdedigende partij en z'agem met ont steltenis hoe zij als Wachtcjommandfint oen gedetacheerde cadet knagen toege!w'ezen!. Gehoorzaam sjokten zij echter als gan zen achter hem aan, na-ar het door hun te bezetten pun;t. Hier aangekomen- kreeg Jlef, tot zijn niet onaanzdenlijiicen schrik het disaipli- nair bevel in een boom te klimmen, om vandaar uit die omgeving te Verkennen. De boom Whs recht en hoog, zonder vertakkingen aan den voet, en Jief w|as de slechtste klimmer van het heele regi ment. V,oor hij eindelijk zat, had hij vier keer een hartklopping gehad twte|a .ta1' zijn handen opengehaald' en beneden hem drie kerels dloen sneuvelen van het lachen om zijln zeer blj'ztandere Caprioles. "t, Werd stil op die hei, beide partijen hadden nog geen voeling met elkaar en beperkten zich tot terrein-ver kerm en De Cadet, loom en apatisich dbor het wiarme weer, had zich ondier het loover van Beta; /flk'e|nhloschje neergelaten, zich overgevend aan een pdute W'laei'zin te, den militairen dienst in het algemeien en het Cadet-zijn in het blj'zoncter. En terwijl de minuten verstreken, zich aauejen rpgen tot kwtu'tiere® rn- nog, steeds gejen emlcel los geweerschot had gewezten op die® ko menden strijd), kwlam er in zijn hart een steeds toenemend' verlangd naar het klei ne cla.fé dat hij' een hondierd meter aichtelr zich Iwist, wiaar het bier uitstekend en de dochter des huiZas knap e® -gaedlachsth was. Lang streed hij tegen die bekoring, doch baaVeek; Met een plotsdhingen., alle omstandig heden in aanmerking genome® wierbelijk Nabeschouwing. De vernietigende typograffenstaking, welke Woensdagmorgen nog als 'n onaf wendbare ramp voor bet geheele maat schappelijke leve® boven Nederland hing, was eenige uren later afgewend, want al is 't nu nog slechte wapenstiLs|t!a®d yoor- sp-eld kan wel worden dlat dte partijen el kaar zulten vinden. Strijidstomming was er tot voor enkele' weke® niieit ran toe® de patroons zich deze week tot 'n verweef opmaakten, kwam dit niet uit) wrok tegen hun gezellen, doc-h uit verontwaardiging tegen hun noekelooze leiders, diet dbor wat dan ook gedreven duizenden me®schielp| en honderdlen bedrijven in 't verdierf' gimge® storten, om nog te zwijgen van fle ruïnes die. haat achterlaten waar eens aanldlraabfe as. Dat de leiders op 'f laatelfa moment tot bezinning kwamen, hebbe® wij niet te danken aan hun befeeening, maar- aan 't 'feit, dat de arbeiders zelf bun hand lqg|d|Mi op 't stuur, dat he® naar ffen alfg.retnid wendde. Deputatie op dlepratatae is naar Amsterdam getogen om die hoofdbestuur ders te wijze® op de ontzettende gevol gen van hun daadi. Laat het zijin dlat 't eigenbelang bier groo-tenideleits iü 't spel was (niets beboeflt iemand te, weerhouden om di't te erkennen wijl dlaar geen oneier in steekt) het te evenzeer 'ffl 'fle®, dat dfe ar beiders ook gedreven wer|d|etn dbop 't basëf dat er iets gruwelijk onrechtvaardigs ging gebeuren, èn tegenover hun werkgevers èn tegenover de geheele sodalis beweging. Dit nobele optreden van de werknemers heelflt die begrijpelijke verbittering bij1 die patroons tegen deze leiders. Zeer vepzaoht e® diraag" baar gemaakt. 1 Het opzet van den boel kapot ie maken, aangenomen dat. dijt bestaan heef)!,, is dus mislukt, wat evenwel nog niet zegge® iwil, dat er 'in het moeizaam opgetrokken ge dag der collectieve overdepkomslt, gem barsten en 'scheuren ma den ele|flsten storm aanval overbleven. 'Laten wijl hopen, da|t de tijd 'dliie euvelen hersfejlfei zal. iWlan- neer de arbeiideutsleddla-s hum grove ïbulk erkennen durven en de todkomsltj aa®toon|t dat zij van hun Troelstra-iachtiijge veffgis- sinig in 'de menltialiteiit van hun mannen iels geleerd hebben, 'zal 't geschokte vertaou- wen ziiub wel weer langzaam hersitellle®. UITKIJK. bejwtonderenswaardïg'e jreöstklraiöht sprong hij recht. i „Ik ga even het boscih liieraohter ver, kennen," 'ztei hij-, „bet kan zijn dat rood! zij'n rechtervleugel aan het o-prolifen is e.n da® zijn We omsingeld:. Korporaal D'e Wilde jij neemt 't cömmandb over tot ik terug kom.f') De jongens knikten slechts, vonden het al lang lekker. Bet bevreemddle ,)iöni ab soluut niet dat een, wachtcommandant er op zijn eentje olpi uittrok om de® boel te verkennen, zie vonden het vla®z|elfspr©bend. 't Zou hen op dat moment zelfs niet be vreemd hebben, als d'e majoor zlelf, dis sabel getrokken, onder het uitstootien van woest India®,en-gehuil tusschen he® in was gesprongen. Ze Waren in een stemming geraakt dat ze plies, tot de idiootste din gen toe, dood1 natuurlijk zouden hebben gevonden1-. Plots klonk een wild vuren tot hen door, mitrailleur- en geweervuur. Het kwam van rachts-voor, Verplaatste zich' langzamerhand ®apr het midden. Nog geen vijf minuten later meldde J'ef, hoog in den boom het verschijnen van de eerste vijandelijke .mamsdhapjjb®. „Wachtcommandant" gilde hij ®a|a.r be neden, „z'e bemne dier.'' D'e Wilde z'at in een oogtenMik' naast hem, heelomaal erin Iwieiar opeens. Hij be schouwde dien dienst nis een „sporting-- play1en leefde van Hilke momenten. Zijn oogen volgden de richting van Jief's uitgestoken triompheeren'dje® vinger en vestigden zich toen vernietigend! op d'e® naast hem zittemden sold'aiat. 1 1 „Jij moet bij de luchtvaart, joh, lachte hij, dan ga je d'e Vesuvius bbmbardeerlem in de stellige overtuiging dat het lWet- schip is. 'J'e moet toch wiel erg kippig zijn als je de uniform niet meer van meisjesjur ken kunt onderscheiden'"! J|ef zag het nu ook opeems, 't gaf! hem een schok van diepe schaamte. Ver Weg nog, doch steedis nader bo mend, recht op hun piost af, kwamen meisjes aangeWiamdeldl, twintig, dertig. Ze liepen dicht op;, elkaar gedrongen, beangst schijnbaar voor het vuren' Van dhar net. Ja, viel Carrad&ijd hem plotseling ,in de cede en hij' glimlachte zenuwachtig;. Het is onzin natuurlijk, het is gewoonweg belachelijkOp de eersite plaats weiger ik uitdrukkelijk aan dezen wensch van Sir William te voldoen. En ik weet ook ze ker, dat Kate beslist wil, dat ik meega, is 't niet Kate,?, i Kate knikte,, maar men kon niet zien of het ja dan neen moest beteeken,en. Ze opende tiaar mond, maar nog voor ze iets kon zeggen, antwoordde Lady Summers reads in haar plaats. Natuurlijk heeft ze graag, dat ja mee gaat, zei ze scherp. Wiat eein onnoo- zele vraag! Maar ik veronderstel, dat Sir William toch wel weiet, wat hij zegt. In ieder geval heeft hij gezegd, dat je niet kan meegaan, eu daarmee uit. W|at voor kwaa,d kan mijn ttS5,„- wodrdigheid teweegbrengen vroeg Car- rasford, haar doordringend' aanziend,e. Dat weet ik niet, antwoordde de oude dame. Als je dat zoo graag weten wil, dan vraag j,e heit maar aan Sir iWil- iiam. Het is natuurlijk niet prettig voor je m evenmin voor Kate maar dat moet je er nu maar voor over hebben. Bovendien, ik geloof niet, dat we een reis om de wereld zullen maken, want dan zou ik er nog eensi oiver moeten nadenken'. Neen, neen, zei Sir Eelix. Sir Wil liam meende, dat ze iu een mlajanjd ojf twee weer heelemaal hersteld is. Wie zul len de reis zoo inrichten, dat we dikwijls kunnen laniden. Juist, stemde Lady Summers in. Dat is heerlijk. Kijk toch ruiet zoo, bedroefd beste Oarras'fbndvoor w-e eigenlijk goed w-eg zijn,, zijn we al weer terug. Je zult o nis niet een-s missen. En! wanneer we te- rugkeeren, dan zullen we een! flinke, (door de zon gebruinde jonge dame medlabreni- gen, d'e je niet meer zult kunnlen terugf'- ken-nen. Den volgenden morgén gingen pte beide mannen naar de stad en hajdden geen moeite om te krijgen-, wat ze wlilde-n. Over het algemeen zal men' nooit geen moeilijkheden ontmoeten, w-anneer men, met volle beurs gereed staaf e® Sir. Felix was rijk genoeg om, indien dat ®iao|dig> geweest was, een- groot passagiersschip over hen alleen te huren. Ze konden het jacht huren van ean zekerenf jonge® edel man-, die vermoeid van het vele reizen was. Men zeide hun, dat het een mooi, snel vaartuig was en de „Wilde Zwaan" heette. Sir Felix en Carirasfbrd reisden dadelijk naar Southampton om het schip te inspeuteeren. Hiet beviel gir Eölix zoo goed, dat hij het dadelijk huurdje. Binnen een week konden zij /oh, reeds insdhepe®. Carxasllord was natuurlijk mee gegaan om hen te zie® ver-trekken. Hij scheen etr 'de laatste w-e.ek niet bet|er op geworden. N-iet allee® deed het hem leeft dlat lfi| moest scheiden van Kate, ma.ar ook gingen de zaken niet- zloo goed als hijwel ver wacht had. Ee-n pa.ar Eipertilaties op de beurs waren mislukt. Ook ging het met de goudmijln niet zoo voorspoedig' als hij- wel w.enschte. Nog den avond vo,o-r hij,' naar Southampton vertrok had Caltley lwni nog meier slecht nieuws mediegei- dee,'d. Ook bij, die verkiezinigen was heit bem tegenigeloope-n. Er was iemand geko zen, met wie® hijl in( het geheel ge,en (re kening had gehouden. Je zult mo toch dikwijls schrijve®, liefste, zei hiji, haar hamd! grijpend. Denk er aan, dat ik gaen oogenblik rus,t heb voor je weer behouden! terugkeert. Natuurlijk zal ik j,e schrijve®, z'ei ze en trachtte, eenige hartelijkheid in haar too-n te leggen, de behoeft jie om miji ®ie,t bezorgd te maken Stanley. Ik ben nu reeds bijna beter. En ik zal terug koi- men Geheel genezen, zlel hij vurig. Trou we® we dadelijk n,a je terugkomst?, Ik wou dat heit reje-ds die vo-lgendle w:e,ek was. Toen de fluit- ging nam hij: haar in zijn armen an omhelsde haar zoo. hiairbsfoohitei- lijk, dat ze schrok e® p®w-illekeurig van hem terugweek. Z,e kom bij-na niet adem halen e® ze gevoelde zich pas gerust, toe®, ze hem niet meier op Je. kade kon onderscheiden, waar hij met z-ijin| zakdoek stond te zwaaien. Kate genoot op het jac-htj en ook Lady summers gaf van haar beyaomd-eriiiig uiting. Het schip was buit-enigewlooin, luxueus inge licht. De kapitein was eeni ze(er bekwaam man,, die reeds van jongs af! aan- die zae bad liefgehad. De matrozen w-are® vlug e® gehoorzaam. Op het d-ek was geen smetje^ te bespe.uren. Br heeirschte eten discipline als op e|en oiorlogsseShjip. Kapj,'- te,in- Wasten vertelde de dames-, dat het een de- snelste scheplan was. ZSj! zetten koers naar de Middellan-dlsche Zlee. Do zee was kalm in- de golf' van Biskaje. Do „Wjlde Zwaan," doorkliefde statig die gol- vep ein scheen zich bewust van d-en lieven last, die® ze meevoerde. (Wlordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1930 | | pagina 5