De ongeziene wereld of het leven na den dood. ij 1 ZATERDAG 11 OCTOBER 1930 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT TWEEDE BLAD FEUILLETON De gestolen goudmijn. xxvi: VAN HIER EN DAAR XVII. De Verrijzenis en het Leven. Jezus, iik aanbid Uw doorzic'h.tigen „eenvoud: zoo oprecht ea onomwon- „den de ddinigen noemend bij hun naam, „of zoo aanschouwelijk schilderend in „een beeld uit het dageiijksth leven „van sitad en landmaar jik bewonder „levens Uw sciherp kritisch en door- „drinigend menschen-verstand'zoowel „waar het nuchter van zakelijkheid „met cijfers en interest rekent, nis „waar het zich glorieuselijk met eeiu- „wein van Joodsche -Spitsvondigheid „gaat meten en Uw tegenstanders pp „eiigem terrein met eigen wapens komt „ontmoeten en verslaan. „Geef' ook ons mè't de ïijnste en rij'k- „ste verstanidsonibwiikikeling te veirepm- „gem: oen staaltj e van Üw heerlijk- „openhartige naïveteit. (Uit Dr. Jac'. „van Giinmeken's: Litanie van Jezus' „ZJielegrootheid). Gods Zoon. Op den. lOen Augustus van het jaar 70 wierp een Romeinech soldaat, als werktuig van het wrekend Godsgericht, tegen het bevel iin van dein jongen keazerszoon Ti tus, eein brandende fakkel in deni trotsdhie» tempelbouw te Jeruzalem, en hat ijaniiige Heiligdom van. dan waren God stortte in ascih. Slechts eani(ge maandan daarvoor, 9 December van het jaar 69, was hat na tionale heiligdom in de Metropool der hei denwereld, de tempel van Jupjber Capitö- li'nus, met da heiligdommen van Juno an Minerva, door de hand van een Romein aangestoken en in vlammen o.pgegaan; welke gebeurtenis de Romeinsche geisohied- schrijvar Taqiifus de meest droevige en smadeJijkstie noemt voor den Romiéiinseihein staat sinds de grondvesting van Rlome (Hist. Ill 72). Maar riie, uit dit avondnood dar oudls he'iidaniwereld gloeit reeds de morgen-sche mer .na van oan stralende, nieuwe wetaeüid. want reeds waren de Boden van dan Ge kruiste hun zegetocht begonnen in de, oude Grieksch-Romqiinsohe wereld, om den vod- keren de blijde boodschap te brengen va,n het wereM-omvabtenlde Rijk Gadis, da.t waa gesticht in Jezus Christus den Zoon Gadis. De Bestierder den tijidlen had liat bladt dar wereldigeschiiedieinis .omgeslagen. Rlrwaa een God in mamscbeugesbaltie over die panda gewandeld1, wilerais doorboorde hamdlpn do wc,raid ui;t haar voegen had 'gehevan. Da datum waarnaar d|e mani9öhhai|d hajar jaar kringen zou tiefltony zou niet rij'n de geboor tedag van Kelizar Augustus, Zooals die stter- vens-moeide oude wereld aicih had ge droomd, maar een gpboortte in d'en verlaten stal op Bethldheims veldende geboorte van Jezus Ohrilshus, 'dan Zoon va.n God. „Zoon Gods", zitedaar die benaming, die ieder fluistert rond diezen Lqeraar 'uit Na zareth zonder ook maar een zweem van verwondering of' protest, uit te lokkan op de lippen van diczen „Nsderigen van Harte!" Petrus valt hem te voet mali piein„Gij zijt de Christus, d|e Zoon van (tc-,n levendein God." (Joan. XVI, 1317). Martha, de Zuster van Lazarus, d'iien Hij uit het graf riep treedt H;em tegemoet en zegt: „Ja, Heer, ik geloof, dat Gij' 3e Christus zijn, de Zoon van. dien levenden God, Die in d'eze wereld' gekomen zij't." (Joan. XI, 27). Thomas, du kritische scepticus, uit zijn verbazing ma- Zijn Verrijzenis mat: „Gij zijl mijn Heer en mijin Goid." (Joan. XX, 28). De ontstelde Apostelen belijden spontaan, als Hij mat 'n wenk van Zijn machtige hand die woedende stormen heeft gest-illd(.: Waarlijk, Gij zajlt dia Zoon van God." (Matth. XIV, 25). En Jezus, wat antwoordt Hij op jteze helii'denSlasian. Is Hij verbaasd Wlelk menschanikliinid zo,u ijfcih niet vanwouldlarein, als zijn meidieunenisdheui hem tiot God» ver heffen Is Hij veiroinitlwaaudliigdl iWjie zou" diet protest,earan teigein, zulk een _Wa.a|i1dii|gh©iid, zich aan God gelijk gewaand 'te watan? Drie jaar later eden we het vfilk ge roeid en bewogen dbor d'e laer an do wonderen van St. Petrus en zijn metgeiZd Barnalbas, zilah kniielenid na.n hun voeten werpen, o.m hun god|dle]lijkie eer tie be wijzen. Bij 't ziein van dii.t| eciho.uwsipe'1 grijpt ant zetting hen aan- Zij scheuren, hum op perkleed an hoapeini die ontlnocrdle memiigte toe: „Manuan, 'broeders, Waarom doet gij 80 Zij sprak deze woorden harldop en Mal ta, aangespoord door de stem van d'r meesteres, begon nog sneller te loopen, Hschoon ze juist een heuvel af gingen, "et struikgewas sohenan ze voorbij te 'liegen, het haar van Kate was los ge gaan en golfde in den wind. Een helsch© geest scheen zich van haar meester te hebben gemaakt en ze lachte hysterisch. Plotseling gebeurde er jets. Mollie struikelde en kwam te vallen. Ze was ®ft haar poot in een konijnen-hol' geko- Kate vloog uit het zadel als een steen uit een catapulten smakte op den grond neer „Mijin oude, dierbare vriend". Op zekeren dag, in het begin! van den erlst, landde Barry pp de kust Van een s reek, die veel op een aardseh. parajdijs eer. Toen de boot hem hierheen had gebracht, en hem alleen op het land had o lergelaten, bleef hij. staan als aanl den o'°M vastgmgdij, y0l bewondering en r zao hij, rond en stond verbaasd diiit Ook wiij (jij,rii sterfelijke mensChein, evenals gij!" (Hand. XIV, 14). Jcanmies de Dooipor leent ma,ar één vrees, die hem voortidiualenidl op zij'nl jjoctc- tocht overvalt: Da.t hieit volk hem voor den Christus, dien Zoon van Goid zal hou den. Vapdaar zijn aanhoudende wapirsehu- wing: Ik ,ben de Christus niet; ik ben ndclt degene, idiien gij verwacht. (Joan. Il '19). „Maar toon het volk in spanning „kwam e.n allen zich begonnen nf te „vragen of Joannes misschien de „Christus kion zijn, vefklaaoide Joan- „nes a.an allenIk vcor mij' doo,p u „met water, maar eir komt er Een, „die machtiger is dan ik Hij zal „u idcopen met die» H- G,eest (ra „met Vuur. (Luc. III 15). v.Maar Jezus van Nazareth hoeft noopt geprc teste,eijd tegen dien voornamen titel van „Zoom Gods." Integendeel, Hij prijst hen zalig, die Hem dezen verheven titel waardig keulrieln „Zalig zijt gij", Zegt Hij, tot Sdmom Petrus1; als deze Hem belijdt als (lion Zcoin van den levenden God; „want niet vleieisch of bloed, (d.w. z. geen menscihelijfce mcitievan of men- sc'helijke berekieiniing), hobbien U deze ge openbaard, maar mijn Via.d«r in dien He- mol." (Matth. XVI, 13—17). Jezus duidit nliet alleen, d|a,t de memsdhen Hem Zcan Gods noemen, neen, Hij noemt zich zelf ook herhaailidlelijlk „Filiuis Dei", Zcon Godls. „Gelooft gij int ten Zoon God'?", sprak Hij- tot dein blinldle. Plotseling slaat de blinde zijn d'cior een wonder ge- open,die oogem naar Hem op en vraagt ver won,dord„Wie is diat Heer, de Zoon Gods, dan zal ik Hem geloowen,?,, En Je zus antwoordde: „Gij hebt Hem gezie.n. Hij, die met u spreekt, is heit." (Joa,n. IX, 35). Ja, Hij komt er ruiterlijk voor uit, .ook tegenover Zijn felste tegenstanders^ .die Hem achtervolgen met de prangende vraag: „Als Gij die 'Christus zijt, ze.g het ons dan." En Jezus antwoordt„Als Ik hat u zeg. gelooft gij' Mij, toah niiet." Eu do priesters herhalen„Gij zijt dus de Zoon van God „Ja, dat ben ik," luidit Jezus' antwoord. (Luc. XII, 67). Zelfs in hat aangezicht- van d'cn dood, voo,r de vierschaar van Caïphas, die Hem in> dien vollen luister van zijn haogapries- terlijke waardigheid bezweert bij God' in den hemel te zeggen of Hij waarlijk de Christus is, de Zoon van den levendien God, antwoordt Hij rustig: „Ja, Ik ben het." (Matth. XVI, 64). De eenige steekhoudende aanklacht, dia Zijn grimmige vijanden dan ook bij den Romein seinen landvoogd, Pon,ti.us Piïatus,, over hem inid'ieniein luidt: „Hij is volgens onze wet des dlooidls söhuldiig, 'omdjat Hij zith voor den Zoon van God' uitgeeft." (Joan. XXIX, 45). Zelfs rond Zijn kruis i,n gtenvensnooid', spotten ze nog met deze Waardigheid1: „Als Gij werkelijk de Zo,om van Gold) zijt, daal dan af Van Uw kr.uis", smalen rijl. (Matth,. XXVII, 40). Niemand zal dus durven betwijfelen, dat Jezus zich openlijk uitgaf1 voor den. ,.Zoo:i van God." Alkmaar. C. VIS', Rector. (Wordt vervolgd.) De Dam van Keulen. 1880 15 Ocltober 1930. Den 15den October a.s. zal te Keulen het herdenkingsfeest lwiord(an gevieird van dan dag, 'wlaarop vóór 50 jaar hefi wiereld- beroemde bouwwerk, de Dom van Keulen, Werd voltooid. Ofschoon de dag van bot jubileum reeds dan1 14den Augustus is geweest, is 15 October toch den dag van hiooger hamd ,aange!WeZen voor de vie ring, omdat in 18.80 Keizler Eriedxich Wilhelm IV bepaalde, dat zijn verjaiagdag, dus genoemdie datum, als feestdag van de voleinding zou worden herdacht. Wanneer er één jubileum is dat redien geeft tot viering en herdenking dan is het zeieer Wel dit, want slechts wie eenige inzicht heeft in de geschiedenis van dit kunstwerk, z'al eerst volkomen kunnen hegrijpen Wat het wilde zeggende D'om van Keulen is voltooid. Niet alleen die moeizame arbeid van Werklieden, ook het hoofdbrekend Werk van architecten, van historici, kunstvrienden en geldschieters hebben mcdegelwlerkt aan den Dom, Wij over de schoonheid dezer streek. Het grootste genie had zi,ok onmogelijk, ook al was het de geniaalste kunstschilder der wereld, zooiiets kunnen voorstellen. In een bocht strekte zich het goiu)d«'n strand uit. Verder op stonden reusachtig groote denneboomem, geplant 'door Ie na tuur, gekoesterd door den zachten zuiden wind in den zomer en sterk geworden dcor ruwe rukwinden in den winter. Zoo heog .waren ze, dat het reuzen schonen, dm dicht bij' elkander staande, neerzagen op den altijd kletsenden oceaan, en luis terden naar het gezang der vogels. Een bergriviertje kwam plots uit de boomem te voorschijn, stroomde over eenige rots steenen e-n fluisterde de eenzame 'Bi-guur die het beekje bewonderde een hartelijk welkom toe. Alles was verder rondom stil. Een toeschouwer, dile eanigszins filoso fisch was aangelegd ha,d- een prachtige vergelijking kunnen maken tusschen dezen man en de reusa.oht.ilge boomen. Hij! zag even bedroefd en somber als zij.. Zonder het te weten voelde Banry ziich een met de omgeving, dia zijn bewemdo ring had opgewekt. Deze plaats bevalt me, zei hij. hij zichzelf. Ik zal hier gaan wonen. De matrozen hadden alles op die kust willen hier in het kort de geschiedenis nagaan van den bouW vain dit grootsch monument, Waarvan de plaats reed's vanaf de eerste tijden, dat hot JDhristjendonn in die streken word verkondigd', gehei ligd is door den bouW van een Gods huis. iD® oude Dom van Keulen toch, Satoe- rend uit het tijdperk van Karei do Groove kon in de 1.3de eeuw in vele opzichten niet meer aan de gestelde eisc'hen vol doen waarom volgens den geschiedschrij ver Caesarius van Heisterbaich, Aarts bisschop Engelbertus de Heilige (1216 •—1225) er bij het Domkapittel op, aan drong Hat een nientve kerk voor de oude in de plaats zou worden gesteld. Tot 1248 moest het echter nog duren alvorOns bet besluit van het Kapittel afkwam, waarbij de afbraak v-atn den ouden Dom werd gelast. Een enorme brand, Welke den 30sten April van dat jaar in( de kerk w'as uitgebroken, bespoedigde ten zeerste dit, Werk. Ofschoon men in den beginne nog geen definitieve plannien v,oor een nieuwe kerk gereed had, stond het toch reeds van te voren vlast, dat dit Godshuis iets bijzonders fraais zou moeten .Wor den. De liefde voor de reliquieën d'er Driekoningen en ook de trots daarover, alsmede de groote naijver ten opzichte van, andere steden, droegen er het hunne toe bij fdiat de nieuwe Dom van Keulen alle andere Dommen in het Rijnland in grootte en pracht moest overtreffen. Den 15den Augustus dan werd door Konrad von Hochstaden, Aartsbisschop van Keu len, de eerste steen gelegd voor dcn nieuwbouw. Het is zeer te betreuren, dat w'ij over den aanvang van dein bouw! b'ij'Ua niets meer weten, niets over den bouw meester, de plannen, die voorbeelden, d® ■medehelpers, enz. Wiel is het na d'e onderzoekingen van August Reiehens- perger heel goed mogelijk gebleken, dat de Dioin oorspronkelijk volgens het zelfde architectonische schema als de kathedraal van Reims 'is geconcipieerd geweest en dat de allereerste bouwmees ter den naam heeft gedragen van Gerhard, volgens de beschrijvingen waarin o.a. ze kere „Magister Garhardus lapicida de summo" Wordt genoemd. Ook omtrent de vraag of dit bouwlwerk van één dan w'el van meerdere architecten afkomstig is, tasten Wij volkomen in het duister. Wel weten wij zooals uit het vervolg nog zal blijken, dat er oude teekeningen hobbfen beslaan, Welke vingerwijzigingen Zijn ge weest bij de voltooiing van het 'gebouw. Maar buiten cloze eigenlijke gegevens is ons over den bouW verder niets miet ze kerheid bekend dan.... legenden. Het zou da.n ook Wel wonder zijn als deze hier over niet bestonden. Zoo leZen wij o.a. dat architect Gerhard, van Wien wij overi gens niets Weten dan don naam, met de ■conceptie e.rg hoeft moeten tobben en duizenden plannen heeft gemaakt, w'elke geen van allen voldeden aan de Wenschen van de opdrachtgevers. Toen Verscheen hem Mephistopheles, die dien architect belooft hem het plan voor de mooiste kerk der wereld te zullein ingeven pp voorwaarde, dat Gerhard hem toestaat het eerste Wezen dat het kerkgebouw zal betreden voor zich in beslag te nemen. Een c'ontract, Wkiarin dit .alles beschreven staat, omderteekenit Gerhaird niet zijn bloed. Maar op dien dag van de( inwijiding, als alle .Bisschoppen uit den omtrek zijn samengestroomd naar Keulen, ziet, daar zlwerft een uitgemagerd man langs de rivier, de uitgehongerde ontwerper van den Dom, de beroemdste man van Duitsch- land, die tobt over een ziel, die hij aan den duivel heeft geleverd. Uren lang zWerft hij voort en komt tenslotte iiï zijn dorp, Waar hij Zijn vreeseüjke wroeging in wanhoop aan zijn Moeder openbaart. Zij 'wist raad; zij' laat een wolf Vangen, welke zij dan Dom gemuilkorfd binnen leidt. Het bezeten diier is door een muur gevlogen, Waarvan heden nog een opening moet zijn te zien. Men Was alzoo met het werk aange vangen en daar het vrij' kostbiajaffi Was zag men zich gedwongen zijn toevlucht te nemen tot de vrijwillige bijdragen van de geloovigén. Het Kapittel wendde zidh tot Plaus en Bisschoppen die van hun kant welwillend aflaten verbopdan aan schenkingen, gedaan tan bate van den nieuwbouwzoo kondigdie Aartsbisschop Konrad reeds bij de eerste steenlegging een bijzondere aflaat af en het duurde niet lang of men hoorde van groote dol- lecten, ook buiten het Aartsbisdom, en zelfs buiten het clontinenit gehoudem Zoo is het Zeker, dat in 1257 Hendrik III, Koning van EngeLand, zijn volk een der gelijke Collecte aanbeval. Evenals zijn voorganger, Bisschop Konuad, verboden ook Sigfrid van Wester burg en Wikbold neergelegd, wat een aanzaam man, ülloetn in de wildernis maar noodig kap' hebben. Het was miet veel, maar toch stelden ■deze diiugenhem in staat zijn dagelijksoh brood te verdienen. Barry zbelit een plaats op, waar hij door eem rots en eeni ge boomen beschut werd. Hiier gloeg hij dadelijk zijn tent op. Hij! paklte Zijln kof fers uit, en rangschikte de gereedschap pen, die hij steeds noodig had. Ook had hij verschillende potten en pannen meiege nomen, om zijn voedsel in klaar te makien. Toen hij hiermede, greed was, maakte hij, met zijn geweer op den schoudereein korte verkenningstocht. Hij wist, dat hier ontzaglijk groote bbs- schen waren en dat een nauwketurig1 on derzoek eenigeU 'tijd, wieken, Imisschien wel mamden in beslag zou nembn. Hij moest niet alleen de juiste, waardie van het hcut schatten, maar ook moest hij naar een geschikte plaats zoeken om houtmolens op te richten. Hierna pas kon het naar beschaafde ^treken gevoerd wor den. Hij was alleen, omdat deze veir kruningstocht voor ieder geheim moest blijven. Ook al had Mr. Wialker hem toe gestaan iemand mee te nemen, dan had hij dat toch niet gedaan. Naar de een zaamheid verlangde hij, volkomen een zaamheid om zijn verdriet met zijn eigen van Holt®) dat andere cbllöcten zouden Worden gehouden, tenzij" men ebtn de®l afstond aan den Dom. De tallooz'e pel grims, Waaronder Koningen en Keizera, die jaarlijks naaj Keulen toestroomden offerden eveneens groote gaven Voor het machtige boulwlwerk. De coHecteerende commissies wierden dloor Hendrik van Vir- néburg (1;3051332) in de Blroedea'Söhap van den II. Pietrus vereanigd', waajrdoor een centraal financieel comité ontstond. Vooral door toedoen van dezen laatstcn Bisschop ging het wterk zoo voorspoedig dat het Kapittel in 1320 haar intrek kon nemen in den Dom, bij welke gelegenheid: Hendrik twee prachtige vensters schonk welke nog heden den roem uitmaken van den Dom. Den 27sten September 1322 bij de opening van bet Provinciaal Conci lie, Werd in tegenwoordigheid van vele Bisschoppen het koor plechtig ingéwijd. Tegelijkertijd werd! dit gedeelte meft een muur afgestoten om een voorloopige af scheiding te hebben van het middenschip dat nog verder moest worden afgebouwd. Het zou achter 500 jaar duren, oer deze noodmuur kon worden weggenomen'. Na dit hoogtepunt in de geschiedenis van den bouw van den KeutenSchlen1 Domtoren, kWam een tijd van inzinking, Waarin de werkzaamheden slechts zeer langzaam vorderden. Zoo verrees tenslotte het middenschip en de zuidelijke toren. Deze Was 'Omstreeks 1450 tot aan de derde verdieping gekomen op een hoogte van 55 M. hiermede waren die werkzaam heden voor enkele eeuwen ten einde, w'el is waar werden daarna, nog de klokken in den toren aangebracht, maar d'at mag yan geen bebeekenis Worden geacht voor de voltooiing van het -eigenlijk plan. Mqn had toen nog niet de helft van het mid denschip gereed', terWijl de hooirdeKjlke toren tot een hoogte van 9 meter reikte. Even vlamde d'e belangstelling voor het Werk oog op in het begin der 16dlc eeuw onder de Aartsbisschoppen Herman von Hessen (14801508) en Philip von Daun und Oberstein (15081515), dïe beiden den bouw van den Dom aanmoedigde» en zelf verschillende vensters schonken, maar even na 1510 kwam het gehcele werk' stil te liggen. Oolc hier "blijft het ons vrij' duister, wat d'e oorzaak is geiweest van deze vertraging, zeker js wel, d'at in de 16e eeulw de geesten, dloordrenkt van humanisme en renaissance, zich van de gothiek en alles, Wat met de middeleeuwen verhand hield), afwendden. Wat achter de idjoorslaande factor is geweest van den tragen afbouw Zal wel steeds een moeilijk op te lossen vraag blijven; sommigen beWeren, gebrek aan geld, anderen: gebrek aan artistiek-in- zicht, doch niets is hieromtremlt met zekier- heid bekend. Merkwaardig is het te c'on- stateeren, dat; naarmate het tijdstip van den aanvang van dem bouW meer in het yerleden lag, de geesten zich meer va.n de ziel van het bonWWerk vervreemden, de slechts half voltooide Dom begon er verwaarloosd int te zien, en toen Goethe dun ook in 1774 Keulen bezocht, Was de groote dichter ten zeerste hierover verbaasd. Maar de toestand zou nog erger worden. Bij d'en inval der (EYanSctan, vluchtte het geheel© Domkapittel over den Rijn en voerde alle sohatten met zich mede. I,n 1796 'werd de Diom aan gods dienstige doeleinden onttrokken en ter be schikking gesteld van die militaire bezet ting, die hem eerst gebruikte als pro viandkamer, later als gevangenis. Eerst in 180|3; gaven zij den Dom weder vrij'. Toen ook brak de tijd: aan dat in d'e har ten van velen de geiest der middefeehWen, welke men noemde dien geest van roman tiek, begon te ontwaken. D'eze veranderde mentaliteit zou een nieuw© stoot blijken te zijn voor het herstel en den afbbuW van de Domkerk. De toen ingezette acltje om het gebouw aan Welks voltooiing een ieder twijfelde, te doen verdwijnen w'as het uitgangspunt van de reactie, Welke ten slotte is uitgeloope» op de tot-s&nd-kol- ming van dit heerlijke monument van bouwkunst. Sinds 1809 hielden de ka tholieken er weder hun god'sdienstoefe1- ningen. Met zooveel kracht verzette de Jonge Keulenaar, S'tulpiz Boisserée, zich tegen het plan liet gebouw' af te breken dat d'e allernoodzakelijkste restauraties spoedig Werden verricht. Doch daarme de niet tevreden beeft Bpisserée and®re personen (o.a. Frederik Willem IV van Pruison) voor het Domwerk weten te ilnteresseeren. T.ciein deze in 'Juli 1814 een bezoek bracht aan Keulen en ook dan Dom bezichtigde, moet de Koning hebben uitgeroepen: „Sb soil's nidht lan ger mehr sein- 'wir bauan es q,us|". In November daarop spande ook Gorres zich ervoor en begon met een enthousiast arti kel in de „RijnlandSche Mercnrins". Ook. uit te vechten. Zijn lijden was" hetzelfde als dit van Kate, alleen met deze. uitzon dering, dat Barry als een dief was ge brandmerkt en deze last was nog moei lijker te dragen dan de hare. Hij liep het uitgestrekte bosch in, zag met zijn scherpe oogen goed roud en maakte onwillekeurig reeds plannen, wel ke boomen het eerst moesten vallen. Deze eerste onderzoekingstocht beviel heim zoo goed, dat hij zich naar de kust haasten moest, om nog voor het donker zij'nj avondmaal te gebruiken. Toen hij van Wialker afscheid genomen had, had bij hem niet alleen gevraagd hiet doei zijner reis geheim te houden -r- Wlal kcr had hem dat immers zelf reads ge vraagd maar ook aan niemlajnid die naar Barry Wynton zou informeereu, het te zeggen; en hij' wist, dat Wialker zijn woord zou houden. Barry had met allen die hem in Londen kenden, voor goed ge broken. Niemand wist, waarheen hij ver trokken was. Hij vond dit een heerlijk ge voel en opgelucht strekte hij zijn moede ledematen uit en viel in een diepen slaap. Al vroeg in den morgen was luj weer wakker en bewonderde den prachtigen zonsopgang. Na het ont-bijt ging hij dade lijk een paar kleine boomen omhakken om er een hut van te bouwen. Daar bij' maar Goethe Het in 18.16 zich in Aeüo hooren en sprak zijn gropte beWtandeiring .uit v,oor den Dom van Keulen- Het sudces bleef uit en men h^d niet veel hoop meer ooit de gelden noodig om een zoo lang uitgesteld© restaura/tie te kunnen bekostigen, bijeen te krijgen. Men Wendde zich, toen Keulen onder 1 ruisen Was gekomen, tot de Regeering te BlerHjn, teneinde hulp te krijgen; inderdaad wtord Oiberbaurat Kaïrl Friedrich Schonk el ge- ztonden die '3i September 1816 rapplort erover uitbracht en den verderen .afbouW warm aaanbeval. De in 18,14 te Darmstadt ontdekte plannen tezamen met de eemige jaren later te Plarijs gevonden aanvullin gen. maakten de uitgifte van heit Iwierk van Boisserée in 1822 mogelijk. Reeds het jaar daarop had men ,door onvermoeid werken eenig geld bij1 elkaar gekregen, genoeg om met den afbouW van het schip te beginnen. Ito 1825 werd dbor het Rijk een gift gedaan van 10.000 Thaler, maar het ,Was op den dluui' niet voldoend©, zbo'dat om streeks 1840 geen middjelenmeer aan wezig waren om de kosten te dekken en men dus die 'werkzaamheden weer mo^st stopzetten. DloA de redding Was nabij tóen d|en 3den Juni 1840 Fredierit VV ïl- lcn IV den troon besteeg. Met haridfieei- keningen ging men naar den Koning om zijn bijstand te vragen. Deze beloofde een jaarlijksche subsidie van 10.000 Iha- ler, maar verhoogde dieze al spoedig tot 50.000. Den I3den April 1841 Werden de statuten voor de. Vereemiging tot bevor dering van den bouW yan den Dom ont wórpen eh in December van datzelfde jaar Koninklijk goedgekeurd. Al spoedig groeide die vereianiging uit tot een wijd vertakte organisatie, Iwelke over 150 ste den ook in het buitenland! haar afdeelinr gen telde. OnmidldeHijk gingen die lediemi overal aan liet Werk, Zoo dat nu ©enigen tijd niet alleen het eigenlijk bouWwcrk, maar ook de versiering, van'Wege die ver- aeniging werd bekostigd; zij' nam b.v. ean derde van de uitgaven, noodig vbor de beschildering door Ed. Siteinló, op zich, terwijl Frederik ide overige twee derd® daarvan yllroeg. Een eigen orgaan, opgc- ridht 3 J,uH 1842, biacht het Dommieuws ter kennis van de leden van de „Dpm- bauvereinf'. Het eerste feest in verband met de .nieuwe successen gegierd, was do eerste steenlegging gan het zuidoHjk por taal op 4 September 18.42, Waarbij1 do Koninklijke Maecenas oen rede uitsprak. Bij het tweede Diomfeiest dat Werd gtevierd ter oere van het 600-jarig jubileum van de eerste steenlegging, gaf ook d!e Plaus blijk van belangsteUing, duordiat Z. II. als zijin Nuntius zond Mgr. Viale-P'rela, die als geschenk van het Vaticaan een prachtige monstrans medebraoht. Het vol gend ja.ar moest weer te veel worden be zuinigd, maar 14 Mei 1850 kon men toch Weer met den afbouw van den noordeHjken toren beginnefn. Den 25sten Juni 1852 Werd die sluitsteen geplaatst op het WesteHjke hoofdportaal, diait d© mooiste deur ter Wereld is genoemd. Dia dakgevel van het zuideHjk portaal Werd dein '3den October 1855 met een kruis bloem getooid, terwijl het volgeud jaar de vlag op het Werk werd uitgestoken, tem toeken,.dat men met het dak van het middenschip Was begonnen. Toen dit rijh voltooiing naderde, plaatste Reichensper- ger een oproep tot de kunstvrienden om gelden te verzamelen voor Se Vensters en de beschildering van het schip Welke dan ook spoedig bijeengebracht w'aren. Den 2'2sten September 1862 stierf ar chitect SWirner, die tat nog toe steedis de bouwwerken had geleid en werd op gevolgd dloor Richard Voigtel. Den löd'en October van het jaar daarop werd de kerk, nadat d'e Slehutmuur, welke vanaf 113.20 het koor van het schip scheiddie, was neergehaald, in al haar geledingen door Kardinaal van Geissel, voormalig Bisschop van Spiers, toen Aartsbisschop van Keulen, ingewijd. Een groote loterij', ingesteld ,om d'e laatste gelden te verza melen, verkreeg goedkeuring in alle Duit- sche Bondsstaten; de eerste trekking hier van leverde reeds geld genoeg o,p om 17 jaar lang d'en afbouw v|an de torens te bekostigen'. I|n 1869 Was de noordelijke toren op dezelfde hoogte gebracht als de zui'deHjke terWij'l de kraan, welke eeuwenlang Keulen £ot spoed had ge maand, Werd weggenomen. Met den af bouw van de torenkappen begion men in 1877; zij (werden met een 8 meter hooge kruisbloem bekroond, zoodat het Werk den 14den Augustus 1880 gereed Was, nadat ongeveer 51/2 eeuw' tevoren met den bouw Was aangevangen. Omtrent da afmetingen, van den Diom laten wij eenige ..cijfers volgen: Grondvlak 6600 vierk. meter; lengte van het schip met koor .119 M.; alleen was, duurde dit werk verscheide ne dagen. Eindelijk was de Ijft gereed, zoadat hij tegen weer en w'ïnid beschut was en groote inspectietochten 'kon ma ken. Geen oogenblik verveelde hij zich in ■zijn eenzaamheid. Ieder ander haR het hier geen dag uit kunnen houden, maar ■hij voelde zich bijna gelukkig. Hij was ziih bewust, dat de natuur de waarheid wist, en hem niet als eenf dief beschouw de, maar haar armen naar hemi uitstrekte om hem te troosten. Langzamerhand daal de een zoeten Vrede over hem near. Ean voldoening, die over iederen man komt, die zich voor haar, die hij: liefheeft, ihiaeft opgeofferd. Zijn hart wend niet zoo dik wijls meer gekweld. Het verlies van zijn goeden naam maakte hem hiet meer wan hopig. De liefde voor de vrouw, die hij zoo hartstochelij'k lief' had scheen iets te verflauwen. Zoo schoon vond hij' de eeuwige stilte van deze strode, dat hij het dikwijls niet over zijn harll ken kirij'- gem, zijn geweer te gebruiken. Miaestal bestond zijn maal "uit in het w£M goeiende vruchten en visch. (Wiordt vervolgd.) Ij

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1930 | | pagina 5