Tweede Blad
Een bekeerling uit onze dagen.
F DAVERENDE DINGEN "H
ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1930
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
FEUILLETON
De gestolen goudmijn.
2,1u' wii w'eteD
Wit mi;i xduri*h t£ ZÉffidei1' u ni
ONTSPANNINGSLECTUUR
(Slot)
X
Noor abt Jajissens was het niet altijd
gemakkelijk,, vanuit Versailles den. loop
van dit proces te volgen. Dit veranderde
toen hij generaal-abt der Cisterc-iënser.
Orde gekozen werd en als zoodanig zich
in de Eeuwige Stad vestigde. Hij wist
van den heiligen Vader gedaan te krijgen,
dat de commissie van onderzoek eiken
anderen arbeid liet rusten ooi alzoo mot
meer spoed te knmien werken aan het
proces van mgr. Vilatte. 1
Na drie maanden was men zoover ge
vorderd, dat men een beslissing kou
nemen. De eindconclusie van het onder
zoek was, dat mgr. Vilatte noch als bis
schop noch ais priester door de Kerk
werd erkend. Men ontkende niet, dat hij
priester was, maar, de .^eüdigheidi der
priesterwijding was ,zoa twijfelachtig in
beide gevallen, dat Rome met recht mteen-
de, mgr. Vilatte niet te mogen toestaan
een priesterlijke bediening van welken
aard ook uit te .oefenon
Aan den hoogeerw. abt Janssenis werd
opgedragen, deze beslissing der Kerk aan
mgr. Vilatte mede te deelen.
De oudkatholieke bisschop ontving met
een stichtende onderwerping de uitspraak
van Rome, die ook spoedig bekend weid.
bij de oud-katholieken in Amerika en
elders. Deze hadden met even groot®
spanning de eindbeslissing in (ieze duis
tere zaak afgewacht, niet zoozeer om
den persoon van hun stichter, maar
vooral omdat in deze uitspraak over do
geldigheid van de priester- on bisschops
wijding van mgr. Vilatte de Kerk tegelij
kertijd uitspraak deed over het priester
schap (der oud-kathiolieke priesters dte
door mgr. Vilatte gewijd Waren.
Het spreekt vanztel'f, dat de oud-katho
lieken, slecht gestemd waren over de be
slissing die Rome genomen had en.,indien
mgr. Vilatte tot hen ware teruggekeerd,
zou hij met open armen ontvangen zijn
geworden, doch deze vol'ha,id.de «1 het
w.as bij het vernemen der tijding dat hit
tot abt Janssen.® ztejde: ,,tk sterf toch
in alle geval als Roomsch-Katholiiek, zoo.
goed als de Paus."
Van sommige zijden had jnten wol 'ns
'gemeend, dat, indien het omidlorzjoek on
gunstig' mocht afl'oopen, het niet zou moe
ten verwonderen, dat mg'". Vilatte (weder
zou afvallen.. Mgr. Vilatte had z'elf wel
eenjge aanleiding tot dat vermoeden ge
geven, doordat hij steeds in nauwe be
trekking bleef staan melt de oud-katho
lieken en ook omdat hij, ofschoon hij
na zijn bekeerjng wel' als gloed Katholiek
leefde, niet dien ijver toonde üiian wij|
steeds Ibij een bekeerling vinden. Wij
hebben persoonlijk veel met mgr. Vilatte
omgegaan, floch vrees voorafval is bij
ons nooit opgekomen het ,.,mement,o
mor.i" was als een ijzeren onverbreek
bare keten, die hem aan de Kerk vast»
kluisterde. Indien mgr. Vilatte 25 jaren
jonger was geweest, was er misschien,
gevaar voor afval geweest, doch nu was
4'iit absoluut Uitgesloten. Hij voelde zijn
krachten afnemen en het ©inde naderen,
en daar hij jwist dat de R.-K. Kerk de
eene ware door Christus gestichte ICei'lc is.
en er buiten haar geen eeuwig© redding!
mogelijk is, heeft hij- volhard jot het einde.
Mgr. Vilatte geloofde aan een eeuwigheid
Hij kende het woord van den Goddelijkein
Zaligmaker „ülie U veremaadt, versmaadt
Mij". Het stond bij ,hem rotsvast, dat
alleen op de R.-K. dit w.oo-qi van den
Meester van toepassing was. -
Wij mogen, met ta-mleïijke zekerheid ver
onderstellen dat J. R. Vilatte sinds 1907
het jaar dat hij' voorgaf zich mat Rome te
verzoenen, geweten heeft d,a-t slechts tl©
R.-jR. Kerk de één© wa.re kerk ,was. Hij
zelf heeft ook verklaard, ,dat hij soms
tegen z'ijn geweten in gehandeld heeft'.
Gevraagd, hoe hij zich door Brianid had!
kunnen laten overhalen om z'ich aan het
hoofd te stellen v,an de nationaal' Fran
sc,he kerk ew of hij toen niet wist dat zoo
iets verkeerd moest zijn, antwoordde hij,
heel oprecht „Ik wist iwel dat de natioJ
naai Fransche kerk een gedrocht w,as.
maarI
- 68 -
Hit was te veel' voor Kate. Ze stond
op, ging flaar Re,t vertoornde meisje en
'egde haar hand op haai' schouder.
O, liefste, 'fluistierde ze. Is het nood
Maar Lottie, ofschoon ze even beéfide
oen he, mooie, sympathieke meisje haar
nraakte, wa9 niet tevreden gesteld-
wacht, zeide ze, Zonder Kate aan
LTnV -ï wac'1^ totdat ik allies heb ver-
va! a.'za^ u toonem, wie hij! is, Wiamt
7» EJf dTne' waarvo°z Sfc Mix er
min .Kir m Hijl kan een geatlei-
eerste él' hu-ize, maar op de
eerste plaats toch is hijl een schurk. Hij
noemt het een klein o.„„ m i vm i
deukt u er van?, ^^enk' .Wat
Bij deze woorden haalde ze het dtosj
waarn het halssnoer zat, uit haar tasc'hie
en wierp het o,p een tafel naast haar Al-
tal lteken er naar, maar niemand Waamh
het het doosje aan te raken, Lottie maak'
te, het doosje open, haalde het haJssmom
er uit en slingerde het op tafel
- Hier heb je het „kleine" ajschemk
zei-de ze m'et heeschon lach. IR,ar
™urhfk niet raden, wiaarom hit mn
zondIk zal het u zeggen. Ik sohaaan
Djijl er niet voor. Br is sfochts een verkli -
Mr' WN® is evenals
uet mannen, en ze zag woedend naar Sir
wLLettT^6n, man bÜ' het raam' zeer ver-
Ik dank, dat hij' me heeft widen
3®
Dien laaisten tijd was Mgr. Vilatte nogal
eens ongesteld; hij leed atyi asthma jen
het hart was ook niet in orde. Die lang©
duur van het .onderzoek en de .uitspraak
van Rome hadden zijn levenslust vermin
derd. De steeds opgeruimde .man werd
Stil, was hef liefst alleen en verliet maair
zelden zijne kamers meer.
Het was duidelijk zichtbaar dht de
krachten van Mgr. Vilatte afnamen. Toe
vallig was de dokter, die hem bezocht,
de huisdokter der Gisterciënsers; door
dezen ingelicht over den toestand' van
monseigneur, deed men het voorstel, hem.
uit voorzorg de laatste heilige .sacramen
ten toe te dienen; hij stemde hierim
echter niet to,e.
Den eersten Juli, tegen den avond,
kwam Georges, zijn 'huisknecht, plotse
ling aan de paters zeggen, dat mon
seigneur dood was-; hn wias naar bed!
gegaan en had nog gezlegd: „Georges,
tot morgen." Toen dezie een uur later
kwam zien, vond hij zlijin meester over
leden. Voorwaardelijk heeft men hem nog
het heilig Oliesel toegediend.
Volgens de instructies, die men in de
abdij van hoogerhand ontvangen hau,
wfeird J. R. .Vilatte als l'eek begraven,.
Men had bepaald, flat dit in alle stille
zlou gebeuren, doch het bleek al dadelijk
dat iemand ,de o-ud.katholj.eken. m Frank
rijk in kennis had gestetd van, het over
lijden. Op den dag der begrafenis wa
ren verschillende andersdenkenden aan
wezig, doch daar men hunne komst had
verwacht, had men de kerkdeuren bijtijds
gesloten-, doch Georges, de huisknecht van
mgr., zag leans den toegang voor hen
te ontsluiten. Naar het schijnt heben zij
de verschillende ceremonies dor begra
fenis nogal b-ecritiseerd, en bespot, ter
wijl zij b-iji hum vertrek lieten weten dat
de kranten er wel over zouden schrij
ven. Toit heden is daar echter nog niets
van gekomen en dat was ook wiel Lel
v-oorzien, want bij de begrafenis van mgr.
Vilatte, ex-archi-episcoip«s region arius der
'natjonaal-Fra-nsche kerk is er absoluut
niets gebeurd waar-in het groot publiek
belangstelt.
Op het kerkhof „des Go-n.ar.ds" te Ver
sailles rust mgr. Vilatte gelijk elk kind
der Kerk onder hep kruis, het kruis van
•Christus, in wien 'js -ons heil, ons leven
en onze opstanding.
Al wie de waarheid Zoekt, zegt Chris
tus, fco-mt 'tot het l'ioht. Mgr. Vilatte was
niet blind voor het liehft der Kerk, doch
het is zoo .jammer dat hij zoo laat lei
ster z;ag, die was verschenen. Rad hij'
voor de verspreiding van ons heilig' geloof
gedaan,, wat hij voor zijd eig'en .werk
de stichting 'der oud-kathioliekb kerk van
Amerika lieef-t verricht, dant ware mgr.
Jozef René Vilatte een der grootste ka
tholieke missionarissen geweest van ontga
eeuw.
£r. S-TE-PH. LODIERS, O.Cist
Nieuwkuijk.
Onder stille armen.
Een Amsterdamswh Wethouder had- het
gezegd. Zelf gezegd, 't Moest dus Waar
wezen. W-put wie de wet houidt, houdt
geen praatjes voor de vaak. Wjebfii die
Amsterdamsc-he wethouder verklaarde o-p
hel Huagsche onderwijjzerseonigres, dat de
opvoeders v,a,n- .onze b'lo-edteigein kimden
ouder die stille armen gerekend jno-eit
worden. Hierop bifak een tot 'n o-valie
aanzwellend applaus los. W|e-er 'n- bewijs,
dat de wethouder waarheid' sprak, want
als pedagoog mag je- geein jokkentje aan
moedigen m-e-t handgeklap en luider. Nu
merken wijsneuzen mogelijk op dat juist
dat dlonüeren|d: applaus dien titel „stille
armen" vernietigde, clb-éh dit is haarklo
verij-, thuis behoonenid in die afjcteelimg
spitsvondigheid, waar ik ge-e-n sleutel van
heb.
De onderwijzers zijn alzioo stille armen
en dat daar d'e laatste jaren, nooit iemand
van repte, vomld ik i|n mijln onschuld! een
nog sterker bewijs, hoe stil diie qrmoedie
geleden werd.
Ik was er dam pok totaal kapot van
Zes huizen van me -af' woomide zoo-'-n
misdeelde. Nog nooit over de ellwdte
van dat gezin, nagedacht; ik wist er
wezenlijk geen sikkepit van- af. Op ?t o-og
keurige menschen; oppervlakkig bezien
van zekeren welstfunld. En nu- deze weteW-
troostein
Kat,e zag Barry met ginoote oogem aam.
keek ze
Het volgend oogenlbti-k keek ze naar het
praelitii.g schitterenide halssnoer.
H,et zijn- mooie parels, zeid-e ze en
li-et ze door haar vingers gl|ij|dem.
Mooi! riep Lottie met schorren- lack
uit. Ja, mooi zijn ze I Maar iik Zie het lal.
U denkt dat de parels nliet echt z.ij|n! Da.t
dacht ik eerst o-ok. M,aar ze zijn ceih'
hoor en zijn handend-en .ponlden waarldt
Toen Barry het halssnoer ha,d gezien,
w.as hij dadelijk een afcap dichterbij- gieko
men, o-m ook op zijln beurt tot Lottie tie
spreken. Maar juist hierdoor kreeg h'ijl de
gelegenheid om het gel'aat vam Carrasfoaid
tie zien. In dd-e .gel'aahsuitdTU'kking las
Barry duidel'ijik, 'dlat hij niet vekdlér moest
gaa-n en, zwijgen. Over het algemeen be
greep Bariry niet ganw iets. In diep
een,en blik van Ca rrasfor'd had hij d!e op
lossing van het geheim gelezen. Oarras-
i'ord had haar het geschenk gezonldlerl.
Waarom hij' haar een zoo kostbaar
schenk had gegeven, begreep hij! qp het
«ogenblik nog mie-t goed. Misschien had
Carrasfond haar dit na zijin verloving met
Kate, als een- soort gedachtenis geselhon'-
Iren. Wiat ide reden ook was, het .is b
natuurlijk, dat Carirasfbjid het niet voor
Kate willde weten. Anders izau ze mis
schien de verloving verbreken. 'Oarras-
to-rd had geen- onrecht jjed'aan, veeïaetr
was zijin hand-e-lwijze te iprijzen. Carras-
l'o-r'A had Bartrys leven gered; het toe
komstige geluk van Kate 'scheen op het
epe'l te staan. Hier svas er nu voor hem
een mooie gelegenheid om haar veje
smarten, en leed te besparen. Hij z©u
schap! -S-tille a,rme,njl Ik huirverde.
s Avonds- toen het duister werd (dlat
gebeurt, meer o-ni dien liijld) sloop ik maaa'
do keuken. Vulde een boodseihappeiu-
tasch heimelijk met >a pakje margarin^,
één ons rookvlee-soh, tien eieren, één, busje
leverpastei, twee broaden cm 'n pond rijst.
Met deze vracht wandeldie ik mijln woning
uit, b-ewoog me in d-e richting van het
huis der ellende, zette de mand' met
mondkost tegen de voordeur-, trok aaji
de oei en haastte mijl weg. 't Begrootte
ine wel van de mand-, maar m'ijnl wensoh
om kies-C'h te b'lijjven, biji zuttcn attÜen
kommer, liet me geen, andere keus.
•n Hall uur loiter ging ik wederom in
dezelfde richting en mg v-ara, verre die
ma lid reeds staan. „Hoe- piieus'' dacht ik,
„ze willen d-en- eigenaar een kans geven."
Geen voorbijgangers ziende schoot ik bo-e...
deinsde terug. De maridl stond! nog ge
vuld IT-wecinaril haalde ik nu d-e bel
over, voor ik weg holde.
Driie kwartier later stond alles nog
on aangeroerd'n hond diie zich verdacht
biji de victualiën ha,d opgehouden, was
door mij- met >n. steenlw'orp verjaagd.
Zesmaal rukte ik aan den schelknop.
Bleef luisteren of' geen voetstappicn nader
den. Niet-s. >n Vreeselijk verimoediem vloog
-biji me op. 't Wlurgde me haast. Voor "t
birmenoog van mijln verbeelding, zag i-k
de uitgeteerde lichamen vam het echtpaar
en de drie kinder-en liggen bijl tfc leiega
provisie-kast. Ik was te laat gekomen.
Met loode-n schoenen ging .ik naar 't politiel-
bureau. Vertelde, zwaarimoe-diig en ter
neergeslagen mijn relaas. De welgedane
Vgint verschoof z'n pruim, grinnikte en
zei„Maak u niet bezorgd mijnheer
de gehecle familie maakt een vac-antie-reis
naar Noorwegen.''
Sindsdien siniap ik ,-da.t Kr 'ii niog stillere
arme ben!
REIJNOUT.
LOSGELD.
Tristam de B-eloeil liet dlei ge-bieurtenis-
sem van zijn leven aan zich voorbijtrek
ken, terwijl hij' op den drempel dei*
Eeuwigheid stond. Hij kon er niet op
terugzien zonder spijt te voelen, dat hij
dit alles zou moetan gaan verlaten.
D-aar hij van hooge geboorte Was, wel
gemaakt en scherpzinnig, was het bast©
dat -de wereld biedt, steeds binnen zijn
bereik gewqest em er moet bij gezegd
worden dat hij de geboden kan-sein steeds
zond-er angstvalligheid! hadl aangegrepen.
Hij Was host tevreden miat zijn 'miein-
sdjiclibestaan en had in i-edlea' geval wei
nig lust zich 's morgens in handen vam
dan beul te leveren, die hem op ©en vlug
ge manier naar het partwiijs zou lielppn.
Door het zWaargetraliede venster van.
zijn cel keek hij voor de 'laatstjei m-aa|l
maar het ondergaan dlei* zon, Wenschletud
de vaart van een Jiosua te bfozittfen, die
de zon tot stilstand! dWong.
Nooit had het levem hem zoo zo(eit en
begeercm-sWaardig to|e(g(eschenen als nu bij
het tengevolge van d© uitspraak van dien
Hertog van BourgondTë moest verlaten.
Hij Vonid idlat deze uitspraak door dien
hertogelijken luitenant tja Gent Wél w'at
lichtvaardig Was tot stand; gebr,a|cht.
Het was lw(aar, dat Tristam een man
zwaar verwlomd had; en evén|e|ens Waiar,
dat volgens die wet, misdaden, waarbij
bloed vlio-eidle, dkjor de hertogleilijke lui
tenants, ten strengste molestjéin wb-rden-
bestraft.
Maar Wel beschoiuwd betrof het hier
geen misdaadl. Eigenlijk was het elan
kwestie vam eer. Tristan had eerlijk ge
vochten met Ko-emraad van dier Sbhuylen
en het was monsterlijk bélacibleilïjk, dat
hij daarvoor zou moeten boeten als een
lage misdadiger.
Toch had de hertogelijke luitenant te
Gent, de -onbuigzame Sire dfe Viauvanar-
gues 'ge-an rakeming willen houden met die
-omstaindigheicOein. Tristam had-, terwille van
de loyaliteit van zijn zaak absoluut de
de plaats aa|n te wijzen wjajar het gevecht
had plaats gehad!, hoezeer ook die Viau-
venargu-es ier op ha.d aamgédlrongen, ten
einde de lomstandighedlein betel' te kannen'.
Temsliotte had Tristam met groote wel
sprekendheid tuitgerpepen: „U Weet, dat
ik meester van- d'qr Sichuylen niet heb
aamgcvallen alls een moordenaar, ddlanom
kunt u mij ook niet als zoodanig verL
zWijlgen.
Hij- stoihd daar en gtaardie recht voor
zich uit, omibewe-egl'ijk als leen standbeeld.
Sir Be-lix trok zich (langzaam aan de
stoelleuning op en liep naar het tafeltje
waarop het halssnoer lag.
Wieikellijik werkelijk, u hoeft geen
klagen Miss Dane, zeide Rij! gilimlachenld.
Ik ben het geheel imet u aeins, dat het
geschenk van Mr. Wjymton piet als een
„klein" geschenk beschouwd kan iwor-
-dc-nik weet, zeker, (lat hijl zich- deze luxe
kon veroorloven, dat hiji het kon betalen
er. -dat hijl u fk»1' 'Glit -geschenk niet wiïdle
beleedigen. Als ik u ©en goddein raad'
mag geven, neem het dan. ,aan m-et de-
zell'de go-ede bedoeling, als hij! het ,u
gegeve-n heeft.
O, denkt dat, zei Lottie hem aan
ziende. U meent, dat i-k dlat ding zal
houden U denkt, dat dk lii-er voor niets
gekomen ben. Luister maar (een-s Sir
B-el'ix! Dat halssnoer is piiet -gekocht,
zooals hij1 beweert. Het js gestolenI
Allen schrokken hevig. Sir jFe-lix -deins
de terug. Cartrasfbrd trad onwillekeurig
een stap nader. Barry bleef staan, zeer
bleek, zijn oogen op Kate gevestigd, die
van haar stoel was opgestaan en hem
angstig aanzag, als kon :ze 'hilar eigen
ooren niet gelo-ovem. lil
Gestolen! riep S-ir Eelix tongeloovig
uit. Gestolen!... Wiat vertel je nu voor
onzin
Noemt u het onzin antwoordde
Lottie. Ik zeg u de voll-e waarheid. Dat
ding :s gestolen. Ilt vergis mijl niet. Ik
weet van wie het is en nog veel meer
Ze -wachtte even onx hare lippen ai' te
oordeelem." 1
Maar liet Hof liet hem weldra zietn',
dat zulks heel goe-di koin. Als dein waar-
sclh'uwiem'd voorbeeld, voor allé mamnlein,
die dergelijke stnekein zouden wilton uit
halen, werd Tristam ten? rliood! _veroord'e|el'd.
Wat do familie -en 'die vrilendiein van
Tristam ook deden om het vonnis vorza'cbt
te krijgen, de Vauveinargues liet zich
niet vermurwen.
Ee-n advoc'aat had zich naiar den luite
nant van den hertog be-geveto om hem een
aa-n-zienlijk losgeld aan te bieden voor
den gevangene. Bbleefd dlo-clh nadrultleelijk
w'erd hom evemWlel te verstaan gegelvcn,
dat de dienaren van den hie-rtag niet ge
woon Waren zie'h te laten omkoopen.
Z-o-o faalden alll-e pogingen om het viiete^
selijl» vonnis af te Wtendan.
Tristan Werd teruggevoerd naar die- ge
vangenis -om zi-ch da-ar op zijn einde voor
te bereiden, Hij Veir-ondjarstelidle Weliswaar
dat vel-e mmselh'ein in d!e wper zouldbn
zijn -om hem te helpen, maar hij- kon niet
vermoeden, dat zoovéél moeite voor hem
Werd gedaan. F i I
Tenslotte bracht men hem den volgen
den dag dé gevangenis uit eu leidde- hem
door -de straten van dén Oudenburg naar
het groote pleini, Waar ©en schavot wias
opgesteld. Voor die tertelchtsljdlin'g had men
het middaguur gekozen, Waarop de 40000
wevers va-n Gent vlan hun geéou-wlem op
stonden om te gaan eten. Alldlus *5k»u
geheel Gemt getuige zijn van de toe
passing van het Blo-urgiondiscih reelit o-p
een rustversbooridor.
Tusschen een haa.g van hoogSclmtters,
die het opstuwende volk in biddwang hiel
den, schreed de veronrdleelidie voort. Zijn
houding was kaarsrecht, zijn gelaatsuit
drukking fier en onbewogen. W ant Tris
tan de B-eloeil w*as van oordfeleil dat hij
het aam den naam vam zijn familie ver
schuldigd' was Sem dooti' onbevreesd on
der de oo-gan te zien. WheMerig g-olfde
zijn blonde haar o-m het hoofd. De zon
deed het glamzem -als go-uld', zoodat al hét
ware een nimbus (liet hoofd vam Jdem
jongeling omgaf. Het volk, dit ziende,
riep -uit: „Eir is eein stralenkrans om
zijn hóófd. Het is een tqekém van den
hemel.?' I
'Die menschen -begonnen te mompelen
en te pr-otestegïr^tn t-egem heit gerécht,
dat d'icrn jongeman ter dood hadl ver
oordeeld' voor oen 'feat, dat door- geen
enkele rechtbank -als een halsmisda-ad' zo-u
worden hesehoulwld-
In de schaduw van de galg gekomen
hield de klein© gro-ap, waarvan Tristan
het middelpunt was, h-alt.
Hier was liet o,ogenblik gekomen dat
Tristan zo-oials zijn recht was, de menigte
zo-u toespreken.
Maar voordat da-airt-oe tijd Wa,s gdwéest
ontstond -er beweging en rumOieir aan het
einde van het plein. Hie-t gerudht plantlte
zich voort door die rijen en in dé Verifc
opende zich -de menschanmassa. om door
gang te verleen-en aan een klieinie ruiter
stoet, die haastig kwam aangereden.
Bern jonge vro-uw, Margaa*eta van Sint
Gilles, de do-chter van epn rijken .Vlaam-
sehen -edelman r-e|ed aan liet hoofd der
kleine bende. Iiqdlereen bijna droeg haar
groote alcht-ing toe én h-aar familie, zoo
dat haar komst op dit oogeriblik met
gro-ote vreugde weirdl blegropt.
Die Vauvenargues kendle- haaa- niet, dalai'
hij een B|0!urg-ondier was, maar hajar char-
meerend© sch-Qomhe-idl, nog geflatteerd door
haar diep-glanzend fluweéllen rijéostuum,
was voor haar 'n paspoort om tot vlak bij
hem te naderen. I I I i M i I
Aller aandacht was plotseling op d'e
'jonkvronW -gevestigd- en afgeleid Van -Tris
tan. Deze had met groote Verbdzin-g haar
zien verschijnen. Zijn wangenl,die eerst
bleek waren-, stroomden wher vol bloed!,
zijn lippen trilden, 'hij1 zag w'eer hit
leven wenken, dat hij Verloren had' ge
dacht. i i -
Margarefha liep tot voor het baldakijn,
waaronder de hertogelijke) luitenant d'e
Vauveniargues Was gezetleld.
„Ben gunst, heer luitenant. Ek vr-a-ag
ais een gunst, Wat ik v-olgens de ou"
Vlaamsch-c Wet als een riecht zou mogen
cische-ni: |D'at ik rnd.g tro-uwfen met dezen
-man, die idle justitie van den hertog tot
hier heeft gebracht om te woa'den op
gehangen)" r
Tristan d-e Blelo-eil, die woond voor
wioo-rd had verstaan, h-ad' ,-het idee, dat
dit alles geen Werkelijkheid wns, dat hij
vegen; Sir Felix zonk weer in zijln fau
teuil en keek naar Lottie, z-ooals hij een
krankzinnige zou a-ansehouwd hebben.
Barry bewoog zich niet. Ka-te liep zuch
tend naar het halssnoer tnaair trok daid'e
lijk weer haar hand -terug, alsof het ding
een slang wa-s, die haar een doodel-ijlk-o
"beet, zou toebrengen, met haar giftigo
tong. f
Dat halssnoer wend een yrienid-in
van mij: cadeau gedaan, p, ik wil u wel
haar naam noemen, m-aaa* ppreekt -daar
herder n;iet- met anderen pver. Ze helet
Mary C-arsta-irs. Een jonge man gaf het
haar. onthoud dit goed! slechts uit
vriendschapniets meer, wamt ex is op
Mary Ca-rst-a-irs evenmin iets te zeggen
als op mij); oprechter meisje jbesta-at er
niet in de wereld. Ze gaat eerstd|aags
trouwen en wil dit lialssm-oer terugzen
den. Maa.r dat komt er nou niet op aan.
Het halssnoer is eigendom va.n een zeer
voorname familie. Het is een erfstuk, en
die jonge man had het niet moeten weg
geven.
Blijf t-o-ch bij de zaak, beste- jonge
dame, zei S-ir Eelix opgewonden.
Ben oogenblik, antwoordde Lottie.
Mary Carstairs nam het halssnoer naar
Australië mede en bracht het ook weer
terug naar Engeland. Het werid echter ge
stolen in den tre-in naar Londen. Mjr.
Wynton weet daa-r natuurlijk alles van,
nietwaar
Alleu wachtten op Ba-rry>s antwoord,
maar hijl bleef als een standbeeld onbe
weeglijk staan en z-W'eeg. Sir Eelix
zag hem ongeduldig aan. En Kate'.? Z-e
keek hem angstig aan, niet dat ze in zijln
nog in zijn del lag en verward© dkbo-
men droomde. - 1 1
De .Vauveniargues, die niet pp de hoogte
Was van het o-ude Vlaanasélh'e recht, wist
eerst niet Wat te pnt'wpordlein, maar toen
Werd hij gqtiioffleta- doon* dé brutaliteit
waarmede déze vrp-uiw! zich tot hieim dorst
te rie-hten en barsdh vo-egde hij ha-ar toe:
„Ik vind uw verzoek iwéergaLooa onbe
schaamd, ik vind! het oen beleled'iging.
U k'Wctst de justitie Vam- dén hertog, jonk
vrouw, het is angeflifoord II'
Impulsief hief hij zijin: hand op, om den
kapitein der boogschutters eem teékten te
geven, maiar liij voelde dat zijii arm werd
vastgegrepen door den hutrgeimteestter, die
achter hem zat. Zijta gezicht sitpmd heel
ernstig, -bijna dwingend. I
Het applauk, dat w|as -oipgekllaterd ;uit de
menigte toen jonkvrouw Margiareta haar
verzoek die-ed maakte Wij1 het antwoord' van
de; Vauveinargues plaats voor peln dreigend
gemompel. Kreteta van verontwhalrdiging
klonken op: I i- I Mil,
„Het is een eerlijke .Vlaiams'che gewoon
te, heer luitenant If-' J I M
„De hertog van Bburgmdië Zelf zou
onze réchten en privileges niet zoo mét
voeten treden I?'
„Gij zij't trpuweloos, heer luitenant,; als
gij het verzoek van de jonkvrouw niet
toestaati
Ifoewd een despoot, w'as de Vauven-
argues toch ook een verstandig man, die
wist te geven en te nemen. Anders zou
Karei v-ain Béurgo-ndië hem ook niet heb
ben aangesteld. Hij wendde zich 'tot den
burgemeester en vroeg:
„Wat is dit, een gewoonte,, een recht',
een privilege?" i
„Het is zooals zij zéggen, hoer. Een
oude Vlaamsehe gewoonte verleent aan
een vr-craW het recht een ter dood' ver
oordeelde te trouw,en op het schavot."
D-e luitenant beet zich op de lippen,
maar bleef verstandig. Hijl leunde over
de balustrade en sprak:
„Jonkvrouw, Uw ver-zoek woir|dt inge
willigd. 'Maa-r maak alstublieft haast,
zoodat 'wie de zaak onmidldie-llijk kunnen
afwikkelen."
Het volk juicht© en lacihte, terwijl Mar-
garetha zich thans tot Tristan- Wendde:
„Neemt u mlij- tot vroujW, heer Tristam
Tristan w'ist niet welke houding hij
zich imoest geven. Vreugde, dankbaar
heid -en schaamte bradht-en hem in ver
warring.
„O, Id-enk toch aan u. zelf'', stamelde
hij; ..t én slotte, „ik ben; niet waard, dat
u zoo iets- voor me doet."
„Ik -zal dat zelf wél .beoo-rdeelen," ant
woordde 'zij zacht, „Zeg me of u het
goed -vindt."
Ilij 'viel voor haar op die knieën in het
bijzijn van de ga-nsche men-sdhenmenigte
en bracht- er met moeite uit:}
„Mijn bmwiaardighei-d is het «enigst be
zwaar."
Een geestelijke om het huwelijk te
voltrekken 'wias weldra gevonden, en nog
ge-en kw'art-ier na dien waren Tristan de
Belocil en jonkvrouw Mjargaretha van
Stint Gilles man en vroulw'.
Toen 'na-derde Wed-erom de kapitein djer
boogschutters 'en verzocht Tristan hem op
het schavot te volgen.
Een -storm van verontwaardiging ging
op uit de menigte. De Vauiven-argules
Ironsfe de wenkbrauwen en wendde zich
wederom tot den burgemeester-::-
„Wiat 'is dat. Willen zij' de terechtstel
ling nu nóg verhinderen."
„Natuurlijk 'heer. Hot recht houdt ook
m, dat de ter doo.d ver-opitdleélde oMjus
van 'zijn straf omtheven wordt."
Die 'he-rtoge-lijke- luitenant braakte e,e,n
vceese-l'ijke vl-oek uit: „Maar waarom hebt
tl mij dat niet erbiji gezegd."
.Ik 'heb 'daar eigenlijk niet aan
'gedacht. Ik dacht, dat u. dlat zelf wel be
greep!"
„Hangen zal hij, zeg ik', hangen."
Maar het volk, dat de- situatie be
greep loeide als een orkaan. Vuisten wér
den gebald, de meest woeste bedreigingen
werde-n naa-r hot hoofd van dén luitenant
geslingerd. i
Deze zag, dat hij' ten tweeden male in
moest bin-do-n en sprak:
„Ik heb uw Vlaa-msche recht geëerbie
digd en ik zal mijn be-loft© gestand doen.
Maar ik kan g-ee-n ter dood veroordeelde
z- n straf kwijt schelden zonder bekrach
tiging door den hertog. Daarom zal ik
vanmiddag met dén gevangene en zjjb
schuld gelooide, maar om dat eene woord
dat het geheim zou ontsluieren. Maar
Barry sprak dat woord niiet.
Nou klonk hef v-an Kafe'S lippen.
Laat Miss Lane haar verhaal- be-
eindigem- ,zei Barry grimmig.
U kunt het zelf' beter beëindigen, zei
Lo-ttóe bitter. Geel' nu miaa-r ©en verkla
ring! Het zal u niet gemakkelijk vallen!
Hier is het halssnoer, dat u mij! zond, het
is van Miss Carstairs gestolen. Wlaar hebt
u heit gekocht, hoe bont u er aan gekó-
inein
Op dit oog-enMik wildé Oarrasfoirii het
voor Banry opnemen, maar Barry beval
hem met zijn oo-ge-n niet te spreken, ein
Oarrastlo-rd gehoorzaamde.
Ik Weet ge-en verklaring aan het ga-
val tie geven ,zei Barry, zeer rusibig en
miet o-nin-atuu-rlijkc kalmte.
Lottie spropg o-p hem toe.
Z-ie je net ,riep ze hartsto-dhtelijk.
Hijj geef! het toe. Hjj he-éflb of hat hals-
sm-o-er zeil. gestolen o-fl hij! heet het van
•demi een of 'ander gekocht en wistj dat het
gestolen was. Ein hij, zonid het aan mij...
aan mij-. ITi. zou het u niet hebben d-urven
st-u-reu! i
Bij- diit- bitter verwijlt schrok Kate wak
ker uit haar gepeins. Simei liep- ze naar
Barry en greep zijin arm.
O, spreek toch! Spreek toch, smeekte
ze hem. Eir is... er ik eem verMiarinlg.
Hoe ben j-e er toc'h aan gekoimeri? O,
waarom zeg je h-e-t ons- niiet.?
■(Wlordt vervolgd.)'