De ongeziene wereld of het leven
na den dood.
ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1930
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
TWEEDE BLAD
FEUILLETON
De gestolen goudmijn.
i van OVER DEGRENZEN
HISTORISCHE KRONIEK
ONTSPANNINGSLECTUUR
X.
De woorden des eeuwigen Levens.
„Gods vinger klopt op ouzo vioorhoof-
den: braetdlers waakt op lot een nieuw
beginHet leven is een smartelijk schoon
geluknaast ieder mensch gaat een En
gel; in ieder hart is muziek'; broadtersj
ous allen is een stuk zou in de hanidfe.u' fge-'
valleni i I
Nu do armen naast elkander open; nu
een lied van 'liefdie; almaar liefdje: God
verklaart zieli alom; Gij staat vétrheerlijkti
in onze oogen, Zijn aanschijn is boven
de stad'. Het Lam Gods bloedt voor héél
de aarde!
Broeders staat op tot' een nieuw lied!
Van ecnen Geest hcMi™ wij ontvangen, de
wonderen bloeien legen onze Wam gen en
engelen worden Wij nog dlezen stonjdj,
zoo wij niet zondigen met cmZen rnonidj,
zoo wij als broeders leven met ehkandletr.
Heilige naam Jlezus, koel water over
onze handen, gordlel oni pmze lcnd'ofljeln'
in de bekoring; schild! voor die schichten
van Satan, helm in het stikgas der zonde!
Glorie aan God in dien morgen, glorie,
aan God in die ruischondc wateren!)
glorie aan God in ge-est en vlecsch,
in den roemenden roep van ons bloed!"
Ile Evangeliën.
Geen steiiograpliische verslagen, maar
gflegenlieids-gesclirihen.
Vóór de Evangeliën werden lOpgeteé-
kend, was de inhoud' daarvan dus jaren
lang in mondelinge predÜking overgele
verd. De H. Jbaunes liadl meer dan epn
halve eeuw 't apostel-ambt uittgooefend,
vóór hij zich tot schrijven va 11 zijn
zoo subliem Evangelie neerzette'. Luc'as,
de Grieksche geneesheer uit Autiochië,
kende reed's „velif andlwen, die vóór
hem een ordelijk verhaal hadden krachten
te schrijven, van do dingen, in hum mid
den tot vervulling gekomen (Luc. I. 1
10). Vóór liem had pok Marcus zijn Evan
gelie geschreven, wellicht v.oor .peu kl|ein
gedeelte op grond van eigen herinnering,
doch in hoofdzaak naar de mondelinge
prediking van Sint Petrus. *Het pudjstie
Evangelie is ongetwijfeld dat van den
Evangelist Mattheius, die „d'e woordien''-
van Jiezus opschreef in de taal waarin
ze door d'en Heiland gesproken werden
11I. liet Aramecnsch, welke taal, voorajt cle
Galilaesche tak er van, de Vplkstaal van
Jlezus' woonstreek, ons echter ze|e;r onvol
ledig bekend is. Dit Aramcensche Evan
gelie van Mattheus, dat oorspronkelijk
heette „de woonden van Jezus" is ech
ter in zijn geheel sinds eeuwen verloren.
Do Grieksche vertaling hiervan, welkfe
ons eerste Mattheus-Evangelie uitjmaaht,
is naar allen schijn 20 of 130 jaar lateir
Vervaardigd.
Nu zal de vraag pprijzen, hoe zijn dlo
Evangelisten er in geslaagd Je groote ge
beurtenissen nit Jlezus' leven perst na
verloop van jaren zoo nauwkeurig Weer
te geven. j I I
Voorop staat, dat de bovennatuurlijke
bijstand van don H. Geest, die op het
Pinkster-feest over hen was neergedaald,
hun daarbij niet ontbroken heeft, en hen
voor dwaling heeft behoed. Tot hoevfer
echter die goddelijke inwerking .reikte is
ons onbekend. Hoe zij bij de samenstel
ling van hun Evangelie te werk zijn ge
gaan, hebben ook oude schrijvers ons niet
meegedeeld, althans niet in d|e werkten,
die ons zijn bewaard gebleven.
Heef! ieder van de Evangelisten zijn
eigen herinneringen geraadpleegd of zijn
ze door onderling overleg elkanders ge?
heugen te hulp gekomen
Heeft misschien reeds vroegtijdig tfe
een of ander tot eigen gerief of 'eigen
stichting perkament-rol en schrijf-stïft
ter hand genomen en gezeten aan. 's Mees
ters voeten zijn wondere levpns-lessen op-
geteekend
Zijn er kortere of langere verzamelin
gen van spreuken, gelijkenissen pp. toe
spraken van ,den grootcn Leeraar uit
Nazareth op het perkament-blad vastge
legd, vóór hel verhaal zijner lotgevallen,
daden en wonderwerken door de Evange
listen daaraan werd toegevoegd?
Ziedaar allerlei vragen, waarop de ge
schiedenis geen zeker antwoord geeft. We
mogen echter met recht ve.ronderstiell'en,
dat onder de velen, lelie Jlezusf woord
50 i
Plotseling danste een paartje tegen hen
op. Kate wankelde en scheen te vallen.
Barry sloeg zijn arm om haar heen en
hield haar vast, zooals het kind, dat hij
uit den boom gehaald had.
Wat ben ik toch dom! zeide Barry
oinnensmonds.
De zaal is te vol, zeide Kate zachb-
jes. Wie kunnen zoo niet dansen. Zullen
we gaan zitten
Hij leidde haar naar een rustig hoekje
in de groote 'balzaal. Barry kon bijna
niet spreken en Kate zag naar den grond
ol recht voor zich uit.
Ik schijn alle manieren te ziijln
vergeten, zeide hij ten slotte. Ik bein
ook zoo lang weg geweest. Wil je mis;-
schien een glas ijs of iets anders
Geef mij'maar wat water, zeide ze.
Dadelijk ging hij liet halen, en Kate
liep naar Lady Summers. Iels in haar
binnenste zeide haar, dat dit heter was.
Wjel, meisje, zeide de oude damn
met een grijnslach, die hij haar altijd
een glimlach moest verbeelden, wat zie
je toch bleek, vermoeid
Een beetje, zeide Kate.
Barry kwam juist met een glas water
aandragen, Kate lachte tegen hem en
dankte hem met fluisterende stem. De
oude dame keek van den eep naar Je
hadden aanhoord, wellicht enkelen de bter
hoet'te hebb'en gevoeld, om dooi' opteekte-
ning een blijvende herinnering tp bewaren
aan den goddelijken Wonderdoener, die
sprak tot de scharen zooals nog nooit vóór
Ilem iemand had gesproken. Deze ver
onderstelling wordt bevestigd door den
aanhef van Lucas' Evangelie, die zijn
vriend Thcophilus aldus aanspreekt
„Daar reeds velen ondernomen hebben
een verhaal samen te steïfon vlan de ge
beurtenissen, die onder ons zijn gosehijed',
en zo.oals ze ons door d'e eerste ooggetui
gen en bedienaars van het Woord zijn
overgeleverd; kwam het ook mij wtensehic-
lijk voor, hoste Theopliilus, na alles van
den aanvang af nauwkeurig te hebben on
derzocht, liet ordelijk voor u te beschrij
ven om u dé waarachtigheid' te doen
zien van de leer, waarin gij onderwezen
zijt. (Luc. I—15).
11 oc dan ook, voor ons 'vkatholiekéfu
staat absoluut vast, dat Jezus' woord',
ouvervalscht en onbedorven, zonder mis
verstand oE menschelijke feilbaarheid' tot
■ons gekomen is, daar de H. Geest zelf
hun zwakke schrijfstift heeft geleid, be
stuurd en gericht, al behoeft men nietj
aan te nemen, dat hierdoor d'e Evange
listen de woorden dés Heeriem, Wat den
vorm betreft letterlijk of v'olfcdig weer
gegeven hebben. Het is niiet waarschijn
lijk. dat ook maar oen enkele rede vnm
den Meester ons in haar geheel ongerept
en letterlijk is bewaard. Het is zeen' goed
denkbaar, dat woorden, bij verschillende
gelegenheden gesprokén, S'oor de Evange
listen tot één geheel zijn verbonden, of
omgekeerd, dat d'e twee dleelen van ééno
■oorspronkelijke rede op verschillende blad
zijden worden teruggevondenzelfs het
Opzc Vader en de instellingswoorden vap
het heilig altaar-Sacrament tlreff'en wij
bij de verschillende Evangelisten in Ver
schillenden vorm aan. (Zie y. Kastoren:
Iloe Jezus predikte).
Wat daar ook vau zij, dit staaitl buiten
allen (wijfe'l vast: de vier tij'dlgcnoot'en van
Christus, nagenoeg van denzclfden 'leef
tijd als hun Meester, hebben allen, ieder
op zijne wijze, ieder Zelfstandig, het leven
van Jezus te boek gesteld. Want; of
schoon het waarschijnlijk is, dat de Evan
gelisten elkanders werk gekend' en benut
hebben, toch hebben zij geheel zelfstandig
werk geleverd én schreven blijkbaar on
afhankelijk van elkander. Dit blijkt ook
hieruit, dat ieder van 'hen hun goddelij
ken Held onder een „bijzonder opzicht''
beschouwt en ieder een „spe|riaal doel!"
beoogt. Mattheius schreef zijn Evangelio
bepaaldelijk voor de Joden en daarom
stelde hij zich tot dpel den Christus te
doen kennen als hun beloofden; Messias.
Welnu, reeds ■eeuwen vóór de komst van
dien beloofden Messias, is Hij dóór do
Profeten in al zijn levensomstandigheden
van kribbe tot kruis Voorspeld en daarom
wijst Mattheus voortjdurend op die- profc-'
(ieën, die in Christus vervuld zijn. Op
haast iedere bladzijde ontmoeten wij„op
dat vervuld zou worden, wat door de
Profeten (Isaias, Jlcremias) enz. over Hem
is voorspeld. Hij haalt niet minjder dan 44
teksten der oude Profeten aan. Hij weet!
heel goed, dat de Joden, ondanks al die
profetieën, een geheel verkeieii'de opvat
ting van den Messias hadden, dat zij zich
den Messias droomden als oen machtig
veroveraar, die Israël ivau het sla|vén-
jult dei' Romeinen zou komen vertos
sen en hun knellende bodem breken ^zou,
daarom toont hij hun uitdrukkelijk aan,
dat die arme kleine ju de naakte kribbe
te Betlehem toch de. Zoon van David is
(I 17), dat koningen zijn wieg omring
den met koninklijke geschenken (II1
12), dat lichtende Engelen Hem die
nend omgeven (IVII).
Marcus schrce fzijn Evangelie Voor de
licht zinnige Bomeinen, Zij moeten als cm
Sanlus, in hun trotschen eigenwaan, door
het verblindend licht van zijn Godheid,
ter aarde geworpen Wordenhun hei-
densche afgoden van hout en steen moe-
ton door de glansrijke iwondér-maeht van
den Godmensch aan duizend .Jukken val
Ion evenals de Egyptische goden-beelden,
die neerstortten van hun Voetstuk, toen
het goddelijk kind voorbijging. Daarom
legt Marcus een bijzonderen nadruk' op de
wonderen van Christus en wel Vooral op
andere, maar Barry nam op dat moment
van haar geen notitie; zijn oouig verlan
gen bestond slechts hierin, nog eons met
haar te dansen.
Is er nog cenige kans voor mij
vroeg hij, zich over haar heenbuigend.
Maar Kate schudde haar kopje; nu niet
meer. 1
Even later verliet Baray de balzaal.
Het is niet moeilijk te raden wat Biarry
toen dacht. Uren achter elkaar, ha,alde
hij, stevig rookend, alles in zijln hoofd.
Den volgenden morgen vertrok hij naar
Birmingham en nog andere provincie
steden, waar hij zaken te doen had. Hij
trachtten lies uit zijn hooild te zetten,
te vergeten voor goed. De eerste brief,
die hij na zijlu terugkeer in Londen lais,
was een tfitnoodiging vain Sir Felix om
dien avond bij hem te komen dineeren.
Barry besloot een beleefde weigering te
schrijven.... maar in den brief, dien hij'
wegzond, ston;d geschreven dat hij cle
uitnoodiging aannam.
Stanley Carrasford, de toekomstige
groote staatsman, was in Templefbrd
ianger opgehouden, dan hij eerst gcr
meend had. Ook hij keerde dien morgon
naar Londen terug.
Kate trachtte zich wijs te maken, dat
ze blij was hem weer terug te zien en
probeerde opgeruimd te schijnen; of
schoon ze zijne liefkozingen aannam, kon
ze die toch niet beantwoorden. Hij kon
slechts korten tijd blijven en sprak na
tuurlijk over zich zelf en 11e gebeuyter
dc duivel-uitdrijvingen (I. 39) om aldus
zijn opperste hoersehapjpjij' over de boozp
geesten te doen uitkomen pn t'e toonen'
dat Hij waarlijk kVas, wat de romeinseho
Hoofdman, Longinus, van Hem getuigde
onder het kruis: de Zoon van God (XVi
-39). .1
Lucas schreef meer voor „bekteeirlin-
gen" zoowel uit Jodendom als 'Heiden
dom. Hij vermijdt angstvallig wat den
'Jioodschen couvertiet zou kunnen kwet
sen en stelt Christus' Jecr den hcidenschien
bekeerling zoo aantrekkelijk mogelijk voor
en laat vooral zijn grenzelooize barm
hartigheid voor d'e zondaars stralend uit
komen in allerlei roerende parabijten.
(XV -3—32. XyiII—1—14). VV.o,or
Jood en Heiden is de Messias: „het heil
dat God heeft bereid voor de oogen al
ler volkeren," (11—30).)
Een geheel ander d'oel heioogt Joan
nes, Hij schreef zijn Evangelie .uitslui
tend voor „Clulstenen", die (reeds omgeven
zijn door kettersche leerstellingen, d!ie de
godheid van den Meester tooeheniein. Hij
vult aan. wat in de andere EWamgeliën!
ontbreekt en steiti jlaarom vooral „de
Godheid van Christusf' in liet licht, dio
hij bewijst, uit schitterende wiondfer-weir-
lcen, onder de oogen der Jloden W'
richtuit, bevestigingen van den Meestjcr
zelf over zijn Godheid, en uit talrijke
dispuut en hieromtrent met! de. Leioiraren
der Wet. (V—1—16; IX—1—38; XI— 1
-46). I I
Alkmaar. C. VIS, Beotor.
B ij de s t c r v e li s s p o 11 d^e vau
n v e r d w ij n e n d m e s c li e 11, r a s
Het is met een gevoel van deernis en.
wellicht ;ook schaamte, alls men de geschie
denis leest van een .v,olk, dat in histori
sche tijden leefde, maar nu, bijna geheel
van den aardbodem verdwenen is. Diat de
reusachtige diersoorten uit vroeger tijden
zijn verdwenen, tengevolge van natuur*
catastrofen, vuur of water, js te betreu
ren, maar dat een volk, eeW groot Volks
deel diOior do evenmenschiqu uit hebzucht
is ten ondergebracht of uit haaf, zijn ver
moord, is oen schande. Is dit echter niet
het geval geweest met die Inka's in Z.
Amerika, die ofschoon zij een boegen trap
van beschaving hadden bereikt, tenslotto
gevankelijk zijn weggevoerd Is dit ook
niet liet geval geweest meif de Azteken en
de Roodhuiden, wier ondergang door geen
middelen kan worden gekeerd'? ft Autoch
tone volk der Roodhuiden is waarschijn
lijk afkomstig uit Azië en is in de oude
tijden van daar over de B.eiringstraat naar
Amerika gekomen waar het zich heeft
gevestigd. Zij hebben met de Mongol|cin
de voor ons typisch vrouwelijke trekken
gemeen en munten daarenboven .uit door
een zeldzame leejlijkheid. Do Roodhuiden
zijn over het algemeen zepr sluw van
aanlog en bezitten 6® taaiiep lichaams
kracht. Men heeft dit op een zqer preg
nante wijze trachten uit te drukken door
te. zeggen, dat een Indiaan eyepveel Rod
in zijn lichaam kan verdragen als een
buffel, waarmede dan bedoeld wordt, dat
men den Indiaan, eerst in het hart moef
troffen om hem te dooden. Menjjkan ech
ter de taaiheid, wilskracht en geestjes-
sterkte van den Roodhuid roemen zoo
veel men wil, zijn geestesadjel is niet zeer
hoog; alle pogingen om hem op een hoo*
ger peil te brengen zijn tot nog toe mis
lukt hetgeen echter wellicht hierin zijn
oorzaak vindt, d'at men dén Indiaan eerst
zijn wilskracht en vernuft had ontnomen
en nadat hij bedorven was, ging pro'bee-
ren hem weer op te wqi'ken. Het is bc«
kond, hoe dé Roodhuiden ook op de hoogte
waren van de anatomie van het monsche-
- lij k lichaam; zij wisten om zoo te zeggen
precies, hoeveel sneden, houwen en korven
een mensch kan verduren om nog in le|v]en
te blijven. De Roodhuiden Waren, enorm
goed thuis in de primitieve krijgskunde,
zoodat het den blanken heel wat moeitp
heeft gekost tegen deze vechtersbazen den
strijd vol te houden en het rechtmatige
gebied hun afhandig te maken ten koste
van vele menschenleVens. Dle Manken heb
ben zich in dezen krijg van licel wat
unfaire practijkem bediend', wijl dénken
allee» reeds aan liet verkoope.n van scal
pen. De prijzen welke door die blanken
werden betaald voor de scalp van een
roodhuid bedroegen 100 dollar voor die
van een man, 50 dollar voor die van een
vrouw en 25 voor do sc'aip van een kind:.
nissen in Templcford.
Ik denk, dat ik hij de verkiezingen
slagen zal, liefste, zeide hij. Uw vader
heeft mij goed geholpen. Je moot ook
naar Templcford komen, Kate, om me
te. helpen. 1
Dat zal ik 'gaarne doen, zeide ze.
Dan ben 'ik zeker van de over
winning verzekerde hij haar teejar.
Kom jic bij ons dineeren vroeg ze,
toen hij wegging. Eir komt vanavond nog
iemand..... 1
Carrasford keek op zijn horloge, zag
dat. het reeds laat was, antwoordde op
haar vraag bevestigend en dacht er niet
aan naar den naam vain dep anderen giast
te vragoin. 1
Kate zag eenige oogenblikkan droevig
naar buiten, toein Carrasfond het huis
had verlate®, eu een gevoel van onte
vredenheid kwam over haar.
Tóch voelde ze, ziclh niet zoo droevig
gestemd als Barry. Iemand, die door een
ongeluk in groot gevaar geraakt, verf
dient dien medelijdenmaar liijl die zich
vrijwillig aan groote gevaran bloot stelt
verdiént verachting en geen meideilijldan.
Diepe minachting koasterde Barry diem
avond voor zichzelf, toen hij' ziclh naai'
de Audley Street begaf, 't Is vreemd,
maar hij had eon voorgevoel dat hem ean
groote teleurstelling wachtte. Terwijl do
huisknecht zijn jas en hoed «aannam,
hoorde Barry stemmen in den salon, en
een er van, een mannenstem, scheep hij
vroeger al eens gehoord te hebbiem.
Dat de roodhuiden den strijd npg zoolang
hebben kunnen volhouden is voorname
lijk te danken aan d(e paarden, die hun
zoo menigmaal in den strijd hebben gered'.
De roodhuid en zijn paard' zijln één; men
kon deze beide zoo langzamerhand' ver
eenzelvigen, daar ale Indianen béste rui
ters waren; zelfs de vrouwen muntten
in de rijkunst uit. Het zwakke pu'nitj
van den Indiaan is steeds geweest zijn'
liefde voor den alcohol, waaraan het vplk
eindelijk is ten gronde gegaan. .Wiel is
waar heeft het .^.merikaajisclk Congres
van 1832 den verkoop vah Iv'uurWatei' aap
Indianen verboden, maar het was toen
eerstens reeds veel te laat en tlwecdëns
bestond er zulk een sléchte clo|ntrol!e, op
de naleving van het verbod, dat hot
kwaad even erg Voor bleef woekiëiremt
Het euvel der drank komt in Ujm regpjl
niet allee®, hetgeen ook bij de Indianen
geconstateerd kon worden. De vrouw, die
steeds meer of min als slavin .beschouwd
werd, is tenslotte geheel in onteer ge
raakt, hetgeen natuurlijk ook do verzwak
king van het nageslacht tengevjolge hqeff
gehad. Tot op het einde der vorige eeuw
heeft deze toenemielmdo achteruitgang ge
duurd. Thans bestaat aan' liet Departe
ment van Bininenlandsche zaken; te Was
hington een kantoor voor Indianen, welke
het volk, dat eerst door de vlooroud'ers
der Amerikanen wend ten gronde ge
richt, nu do helpemdje hand toesteekt.
Vanuit dit kantoor worden aan de In
dianen levensmiddelen, klqeren en geld
verschaft. Op de begrooting komt jaar
lijks een post va:n ettelijke miUliotenteu
voor om de Indianen te ondersteunen. Dé
onbeperkte rust, welke de Indianlen in
vroeger tijden genoten, gaat [thans ge
heel verloren door d'en apnllog v'an steeds
weer nieuwe spoorwegen. Het is ook niet
prettig voor de Roodhuiden te moefen
wonen in huizen, welke zij zelf niet ge
bouwd hebben en het land' te moetfeta
bebouwen, dat hun wordt toegewezen
door het volk dat hun datzelfde gebied
heeft ontroofd. Het is een wegstjervend
ras. I11 1916 waren ep nog 333.700 Rood
huiden over van dé millioonên, die daar
vroeger woonden ;j jaarlijks noemt hun
aantal, naar men schat, met 5000 af,
waarvan de. moesten,; sterven als in e.en
gevangenis. 1
3 Augustus 1 65 0 werd een ver
mag gestoten tusschen de stad Amster
dam en den stadhouder Prins Wiillem II.
Toen deze Oranjetelg aan het bewind
kwam, weigerden de Staten van Holland
hem te erkennen. Bovendien ontstond er
een zeer ernstige Olie-enigheid ovor do
vraag, ol' men om de 140 millioen oorlogst
schuld de troepen zou afdanken. H,oL
land stond hierin tegenover do Staten'-
generaal en den Stadhouder. Derhalve
trok eerst Willem Frederik en vervolgens
d" Prins zeil' legen Amsterdam op, die,
DBducht dat door het beleg de handjel
zou verloop®, toen in onderhandeling
tlad met den prins, waarbij' weald be
paald, dat de stad zich zou schikken,
naar het gevoelen der StateniGoneraal
wal betreft de afdanking der troepen.
1 Augustus 1 7 9 5 overleed Neder
lands vermaarde natuurkundige Ftonen-
tius Martinet. Deze geleerde werd gebo
ren te Deurne in 1729, welk plaatsje ge
legen is in de Meijerij. Door zijn vroeg
ontwikkeld verstand mocht hij erin slagen
op reeds zeer jeugdigen leertijd die La-
tijnscho scholen te voleindigen. Na ver
volgens nog eenigen tijd onderricht te
hebben genoten van enkele hoogleprarem
te den Bosch, vertrok hij' haar Leiden,
waar hij aan do Universiteit verder1 stu
deerde in de Wiskunde en er tegelijk oudlj
talen bijs-ludeerde. Tien slotte eveinlwel
bepaalde liij: zich tot de wetenschap der
godgeleerdheid en werd in heit jaar 1752
prefl'kaut. In 1735 doctoreerde hij' in dé
wijsbegeerte op een proefschrift over do
ademhaling van de insecten. Dit werk,
dat. ook word uitgegeven, beleefde don-
tweeden druk. lu deze jaren jnoet ook
zijn verzameling van planten en dieren
zijn oegonnen. In dein ouderdom van 66
jaren overleed hij te Amsterdam, terwijl
hij bezig was met proefnemingen met
clectrieitcit.
5 Augustus 1815 werd de vereeni-
ging' van Ziwedcn met Noorwegen te
Stockholm geratificeerd. Noorwegen wend
toen door een personeels unie jvefleiemigd
Mi'. Wynton, kondigde de huist
knecht hem aan en Barry liep op Kate
toe, om haar te groeten. Toen hij' vlak
bij haar was, zag hij' verrast najini den
man, die was opgestaan, toen hij bin
nentrad. Katie en Sir Eelix keken van
den een naar den anjer. Kate bemerkte.,
dat ze élkander niet alleen herkenidien,
maar ook dat Stanley CarrajsffoaJd plot
seling bleek werd. Natuuylij'k duurde dit
alles sléchts een oogenblik. Barry ven-
brak de stilte en zijn hapd naar Gartra,sr-
i'ora uitstekend riep hij verwondend 'en
verheugd ujt:
Carrasford
Carrasford herstelde zich spoedig van
zijn schrik een glimlach gleed over zijln
nog steeds bleek gelaat als hij' zeide:
Wyntonen hij' schudde, Barry's
hand hartelijk. Dit is werkelijk een groo
te verrassing voor piij. Ik had niet
het flauwste vermoeden, dat je in En
geland vertoefde. Ben je hier al weer
lang? Waarom heb je mij niet opgezocht?
-- Voordat Barry nog kon antwoorden
zeide Sir Felix
Jullie kent elkaar!
Ja. zeide Barry opgeruimd. Ik heb
alle. reden om hierom blij te zijh. Mt.
Carrasford nedde mij het leven in Britsch
Columbia.
Kate stond daar nog steeds als een
standbeeld en zag van den een naar den
ander. Bij de woorden van Banry kreeg
ze een kleur, dan werd ze heet btoak.
Hare oogen rustten op hem, hare lippen
met Zweden en kwam onder het bestuur
van Karei XIII Deze toestand lieert on
geveer 100 jaar geduurd.
6 Augustus 1 5 88 brachten 8 ÏEn-
gelsche branders de geheele onoverwin
nelijke vloot in verwarring en deden
haar met verlies van vele schepen de
wijle nemen. Reeds den 30 Juli begon de
strijd tusschen de twee machten. Bajl'dez©
'gelegenheid viel een galjoen onder Duiiij-
kerken in handen van enkele piraten,
die voeren op het schip van Jonker van
der Does. Do Spaansche wimpel, welke
werd bemachtigd, hing men op in. de kerk
te Leiden.
7 Augustus 1573 werd Oudewater
uoor de Spanjaarden ingenomen. Dit was
een vau de eerste veroveringen pan -Af-
va s opvolger Don Luis Requesens. Want
ol schoon deze den gespannen toestand in
vreac wilde regelen, kon hij 'dit vooit-
nemen niet ten uitvoer leggen, omdat da
Hollanders eischen steMen, welke Philips
nimmer wilde inwilligen. De krijgsbedrijl-
vcn werden daarom voortgezet.
8 Augustus 1 7 9 7 werd de nieuwe
staatsregeling aan het volk van Neder
land ter goedkeuring voorgelegd. Sinds
de Nederlanden een Bataafsche republiek
geworden was, moesten zij een 'hieuwe
constitutie hebben. Deze ontwierp do Na
tionale vergadering, welke den len JMoart
1796 voor het eerst bijeenkwam. "Na
een heiligen strijd dreven de fed'eralistein
door. dat de zelfstandigheid! 'der provin
ciën zou gehandhaafd blijven. De pnt-
wcrp-constitutie welke volgens het be
ginsel van dezen groep werd vervaain-
uigd, verwierp de grondvergadering van
het Nedcrlanclschc volk.
9 Augustus 162 9 werd onder ko
lonel Otto van Gent, heer van Diejen, do
stad Wezel, waar de vereenigde Spaansch-
Duitscbe legers hun voorraadschuren had
den gevestigd, ingenomen. Hierdoor her
werkte Frederik Hendrik, dat die vijandpm
zich uit ons land moesten terugtrekken en
den Bosch zich den 14en September van
dat jaar moest overgeven.
Meester Janeke
('11 Schoolselhets uit den ouden tijd.)
Meester Janelce!...
'1 Gaat bij de halve eeuw voorbij' zijn,
maar het staat me nog zoo kwiklevend
vóór oogendat kort, sterk, j driftig
baasje met grijzen stoppelbaard, en,
helaas! met een wisje...
School werd gedaan in de achterbuurt
van zijn huis, en wo zaten daar veel
en klein, op kleine en vele bankjes.
Tegen den wand hing een 'Kruis, een
11. Maagd, een TI. Hart en een oude
gele plaat, waarop het alfabet, 'groot
ióvmuat en klein formaat, zwart geschil
derd stond.
Bij dit meester Janeke heeft onze
generatie haar eerste, ondeajwije genoten.
Wiant zoo noemen zo 't wel, nie'waar?..
g c 11 0 t c n
Voor de kleinsten, de allerkleinsten,
werd met fantasie gewerkt: bolleke nul,
eentje beentje, zwaantje twee, krollefcé
drie, kapmes vieren zoo omhoog in
de komptabiliteit. E11 wat cle methodo
logie van de. letters betreft:
A Al wat kwaad is zult ge mijden,
B Bidden zult ge te allen tijde;
C Christen zijt ge, naar ge weet;
1) Doe uw naaste nimmer leed.
E Eten moet ge met manieren
Enz.t
E'11 het lezen? Ik zie mijn boekje nóg:
een ruw grauw kaft, en op bladzijde zoo
veel stond te lezen: „een ylcind is nog
geen man, maar het zal een man worden".
Eoodal wij op allerprilste® ouderdom reed's
ingewijd werden in de stralenidle ge,d(aelite
van WiordsiworthThe child is father oï
the man. (Het kind is de vader van d'en
mail).
Wiij kregen ook geschiedeniseerst en
vooral de gewijde; en Janeke vertelde
van de kindjes: kindje Abel, kindje Sa
muel, kindje Jezus. En we moesten ons
boost doen om ze na te doen, zei Ja
neke. Maar 't lukte niet altijd. Toch,
ge ziet wel: aan goeien raad heeft het
ons niet ontbroken.
Eu die andere geschiedenis, van d'e
profane menschen. Janelce sprak van
Breydel, Godfried van Bouillon, Karei
den Groote, Keizer Karei. Meetr niet.
Want we waren klassieker dan we 't zelf
waren vast opeen geklemd, en ze adèmdo
moeilijk.
Je hebt mij nooit over Carrasfbir,d
gesproken, zeide Sir Felix.
Ik wist niet, dat u hem kende, ant
woordde Barry koel.
Dat is vreemd, merkte Sir Felix op
■en zijn gelaat zag streng. Wist je dan
niet dat mijn dochter met Carrasfond
verloofd is? 1
Wat gebeurde er met het licht. Het
scheen Barry dat het plotseling in de ka
mer duister werd en hij kreeg ejen gevoel
over zich, alsof men hem met een zwaar
voorwerp een slag op het hoofd had ge
geven. Maar het licht kwam weer terug
en hij zag het gelaat van Kate. ZSjtstonid
daar als een doode, vaal bleek, haire
oogen zagen hem met een vreemde uit
drukking aan. Hare lippen bewogen als
om te spreken zeide zij, hard en koud:
Ik geloof niet dat een van ons bei
den het Mr. Wynton verteld heeft, vader.
Haar stem had een uitwerking op zijn
geschokte zenuwen als een kou,de dou|ciho
hij moest al ziijin wilskracht aanw*in|den
om zich te overwinnen en met een pijnlij
ken glimlach reikte hij Carrasford do
hand en zeide:
Ik wensch je geluk!
Het is tijd om te dineeren, zeide Sir
Felix. Je moet ons alles vertellen -van
Carrasford's koene daad, Wjynton. Heeft
liii je het leven gered? Hoorde je het
Kate?
(Wordt vervolgd.)