STEN elefoon 362 MBINDERIJ Tweede Blad Verdelg VLIEGEN en MUGGEN met WHIZ. Een bekeerling uit onzejlagen. IWSCHE COURANT ZATERDAG 12 JULI 1930 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT De Drog. Schulte Thieme FEUILLETON 8 uur Telefoon 113 De gestolen goudmijn. ONTSPANNINGSLECTUUR WHIZ doodt absoluut vlie gen, muggen, mot ten, kakkerlakken, en andere insecten, in enkele seconden. Waar met WHIZ gespoten is,zij n geen vliegen of muggen. WHIZ is onschadelijk voor mensch en huisdier WHIZ heeft een aange name geur. WHIZ is verkrijgbaar in bussen van'/«L. f 1, ■/2 L. f 1,65, 1 L. f2.65, 4 L. flO,— Speciale spuit met 'lt L. bus vloeistof f 1,80. Spuit met reservoir en l/a L. vloeistof f2,65. En kele spuit f 1,20. In het Huis met de Roode Pilaren, Middelburg, demonstreert de Whiz-spuit gaarne voor U in haar rui- mfen winkel en geeft alle verdere inlichtingen. IV. Vilatte stelde zijn bisschop in kennis van het schrijven uit Hollahjd. Htet geVpig hiervan was, dat Lord Grafton, -die niet gaarne de goede relaties, waarin hij stond' met de -o-udkatholieken van Eurbpa, af brak, wilde door een minnelijke schikking de kwestie, die reeids ©en zeer onaaugc- namen -kant voor hem liad gekregen, op lossen. Hij stelde de qiqdikatholieke bis schoppen van Holland v-oor, Vilatte toifl zijn suffragaan-bisschop te wijden, speci aal voor het werk der oudkatholieken in Amerika. De Hollandsche bisschoppen gave» zich niet eens de moeite, op[ dit schrijven life antwoorden. Mgr. Grafton, die zich over dit stil zwijgen beleedigd gevoelde, besloot nu een einde te maken aan dit alles. Hij verplichtte Vilattie, zijne bediening neder te leggen en het land te veiiaflen. Vilatte weigert echt'er, aan den Wensch van zijn bisschop] te voldoen en 21 April 1891 richt hij het volgende openlijk hchrij- ven, dat in alle kranten werd opgeno men, tot zijn bisschop: „Monseigneur, „Nooit heb ik eene bediening waarge nomen in uwe Kerk. Uw leer en Prayer- „boek zijn mij vreemd. Nimmer heb ik „een sac'rament ontvangen of zeilt! toege diend volgens uw Ceremonieel. Gij hebt „dus geen recht, mij uit mijlne bedieining „te zetten. Ik erken geeln' enkele rechts macht van een pjnotestalnlt^ch. bisschop „over een ouid'katholiek priester. „JfJZEF BENE VILATTE, „Overste der Oud-Katholieke Kerk „in Amerika." Alhoewel de bewering van .Vilatte ge heel juist was, toch schijnt er iets geweest te zijn dat niet precies in den haak was. De oud-katholieken van DiuitschlaUd en ook van Zwitserland, waar Vilatte pries ter was gewijd, trokken partij' voor Lord Grafton, terwijl de oud-katholieken van Holland het opnamen voor Vilatte, die aan Mgr. Grafton schreef dat de Jlanse- nistische aartsbisschop van Utrecht hem alle geestelijk gezag over de oud-katho lieken, dat hij tot heden had; uitgeoefend; ontzegde. Sinds 1899 vormden de Jansenisten en oud-katholieken van Europa een kerkge nootschap, dat onder een protesthnltsch vernisje de Anglikaansche kerk zeer nabij kwam. 1 I .Vilatte noemde zich zelf altijd oud!- katholiek, nooit Jansenist, ook later tot zelfs aan zijn dood gebruikte hij! altijid den naam van oud-katholiek, ofschoon hij zeil beweerde, dat er haast geien verschil tus- schen die twee kerkgenootschappen was. Doordat men van beide zijdien niet ge aarzeld had die pbrs er bij te roepen, was de persoon van Vilatte en zijn kerkje, van welks bestaan men nauwelijks iets afwist, algemeen bekend gewordend. Mgr. Wladimir de Bussische bisschop van Alas ka, trok zich het lot van de -gemeente, ongeveer 3000 zielen, aan. To-elh hij1 ver nomen had, dat Mgr. Grafton, Vilattje de uitoefening van elke kerkelijke bediening verboden had, bracht hij het volgende ter algemeene kennnis: „Wij, Wladimir, bis schop der katholiek-ortbodoksche kerk, „-doen de geestelijkheid) dier verschillende „kristelijke kerken (weten, dat Bpne Vilat- „te, overste van een oud-katholieke kerk gemeente, onder de de bescherming van „onze Kerk staat, en wij ontzeggen een „ieder, hetzij bisschop, of priester, 't récht „genoemd priester in zijn priesterlijk ambt te schorsen." D-it schrijven droeg de goedkeuring weg van Pobedonot zelf, ppodurator der Bussisch schismatieke kerk, van den aarts priester Janschep, biechtvader der kei zerlijke f amilie, van Hollandsche bissehop!- pen en van Mgr. Alvarez, aartsbisschop op, Ceylon. Om Vilatte en zijn 'kerk geheel onaf hankelijk te maken van zijn bisschop', werd door Mgr. Alvarez voorgesteld Vi latte tot bisschop te wijden. Dit voorstel werd door het oud-katholieke kerkje met de grootste vreugde ontvangen, want het was het beste middel om een edndie fel ma ken aan alle getwist, maar het Werd te vens de bron van Veel kwaadsprekerij. De tegenstanders van Vilatte en ook zeer velen, die met dit godsdienstgeschil niets te maken hadden, geloofden algemeen dat 41 Kate keek nog steeds naar het kind en riep het bemoedigende woordjes toe. Nu .ben je zoo gered, zeide ze. Hier is lemana 'dé je komt helpe-n; voor dat je tien kunt tellen sta je weer op den gronid. Dan keek zij op en begon: Het meisje is in dien boom geklom men en Ineens hield' ze op met spreken, haar o-ogen schitterden, haar adem hield' ze in; want de man di haar kwam helpen -was „de held" bij het ongeluk van Lottie Lane. Hij was verrast, bewondering lag op haar gelaat te lezen. Een o,ogenblik zagen ze elkander in diep stilzwijgen aan. Hij Was de eerste, die begon te spre ken. Als hij d'e betoovering van zich af wilde werpen schudde hij' het hoofd en zeide: Jk zie al wat er aan de hand' is. We zullen haar gauiw uit den boom halen. Hij 'klom in den boom en greep het kind dat zijn armpjes om hem heen sloeg, stevig vast. Je hebt hier een schitterend mooi plaatsje opgezocht zeide hij; en op dat oogenblik hoorde Kate de teaderheid in zijn stem, de teaderheid van een krachtig gebouwden man, die een zwak kind te dit een politieke zet van Vilatte zelf was, ■die door een groo-te som gelds van Mgr. Alvarez had weten te verkrijgen, dat dleze zich bereid verklaarde hem dé bissChopjs- wijding te geven. In hoever dit op' waarheid berust is moeilijk te zeggen. In het leven van Vilatte zijn vele duistere ptonfen, dia nooit opgehelderd zullen -worden, en het is goed, dat vele nooit het volle d'agjMéhti zien'. 1 I Indien iemand naar de bisschoppelijke waardigheid streeft, verlangt hij maait- een goed werk zegt de heilige Paulus, want in den tijd van dén apostel Was aan de bisschoppelijke waardigheid, vervolging en meestal het martelaarschap verbonden. Of Vilatte de bisschoppelijke waardig heid gekocht heeft, Weten wij niét, maar wel is later zonneklaar gebleken, dat het hem het middel verschafte om onnoeme lijk kwaad te stichten. Jbzef Bené Vilatte ontving de 'bis schopswijding den 29sten Mei 1892 uit de handen van Mgr. Alvarez, die hierin bijgestaan werd door Mgr. Gregorios, bis schop' van Nirananz -en Mgr. Athamasius, bisschop- van Kattagan. Op- den eersten Zondag na Pinksteren ontving Mgr. Vilatte, die fot aartsbis schop was gewijd, het pallium en daags daarna reisde hij af naar Amerika, wa,ar door de kranten de meest uiteenlooip|end|é berichten aangaande zijn persoon waren verspreid. Volgens eenigen was hij- op aanklacht van Mgr. Grafton in de gevan genis te New-York opgesloten, ander© wisten met zekerheid te vertellen, dat Vilatte naar middeleeu,Wsch gebruik voor eenigen tijd naar een streng klooster was gezonden, volgens andere wedler had hij heimelijk zijin pjost verlaten, omdat hij' meende, dat zijn zaak hopteloos verloren was. i - i D-ezé praatjes, meende Mgr. Vilatte, waren door zijn tegenstanders gedurendé zijn afwezigheid uitgestrooid om een scheuring in zijn kerk te bewerken, doch die opzet mislukte geheei, want op 5 Aug. 1892 Werd' hij plechtig tei'DyOheville door zijne dioéesanen ingehaald. (Wordt voortgezet), fr. STEPH. LODIEBS- O.Cist, Ni-euwkudjk. HOOG SPEL. „Tine, ik waarschuw je nu. nog eens vorr de zooveelste maal. Hét is gevaar lijk spel dat je speelt en van-daag of mor gen wordt je er zelf' de dupe van". „Afh Grosmiitterehen, doe toch niet zoo wanhopig ouderwetst'h", riep de aan gesprokene met 'n komisch gebaar. „We leven immers in d-e verlichte twintigste eeuw. Waarom zou- ik dan toch in Gods naam de- allures van een hondérd jaar oudere generatie moeten aannemen? O, lies, so lang 'du lieben kannst", zucht te ze, met haar o-ogen smachtend' ten hemel gericht. Spoe,dig echter was ze weer in lagere regionen verzeild en ter wijl ze nonchalant op de armleuning van n fauteuil zat, met haar lange ko-use- beenen hee» en weer bengel-eind', kwam 't puntje van liaar tong guitig tussohen twee rijen hagelwitte tanden uitge.glu.urd in de richting van het andere jonge meisje. Deze zat in 'n stoel tegenover haar en was bezig met het practische werk van kousenstoppen. Ze Woonden al enkele jaren samen op kamers. Overd'ag ware-n ze op kantoor. Tine was dé jongste van de twee. „Gros miitterehen" Was de lievelingsnaam, waar mee ze haar oudere vriendin betitelde. 'n Oogehblik was het rustig in d-e ge- zelige knusse jongemeisjeskamer. Het kleine klokje op den schoorsteenmantel tikle met korte, rustige slagen voort-, ■Schuin in 'n hoek stond 'm divan, met warm-gekleürde kussens, 'n Pensachtige pop zocht met haar rug 'n steuntje, om gemakkelijk te kunnen zitten, terwijl haar lichtblauwe oogen van onder het zijden mutsje heel coquet dé kamer inkeken. Té gen n anderen muur stond een piano, glimmen,d-zwart, de bei-de meisjesgezichten vaag weerspiegelend. In vazen en vaas jes overal bloemen, rood; geel en wit, warme lichtjilekken in de reeds donke rende boeken. Ergens in d-e nabijheid zong een vogel. Dcor de losstaande ramen drong de zacht- bedwelmende geur van bloeiende anjelie ren. vermengd met het zoete, minder ster ke aroom van witte en roode rozen. In de verte riep 'n eenzame koekoek. hulp komt. 't Is hier zoo-'n mooi ple-kje, dat ik niet begrijp, waarom je weer naar benedien iw-ilt. Maar ik zal je weer op den grond zetten hoor! Je bent eigenlijk nog te jong om te klimmen. Ho« moet u haar beneden krijgen vroeg Kate met een stem, die haar zelf vreemd in 'de o-oren klonk. Niets is gemakkelijker, antwoordde hij vro-olijk; en tot Kate's verwondering sloeg hij zijn arm nog steviger om het kind', greep met zijn vrije hand ,een tak, slingerde even heen en weer en liet zich naar beneden zakken, en als was hij een eerste klas acrobaat, liet hij zich op den grond vallen. Ziezoo, daar zijn we! zeide hij'; knielde naast het kind neer en borstelde die blaren en wat boomschors van haar kleeren. En h-eb je geen pijn, zijn je -b-eenen niet stuk geschaafd J© had mij moeten zien, toen ik een boy was van jouw leef tijd. Ik. zou nou, maar ophouden met huilen en naar huis gaan. Je mag die dame -daar wel bedanken. Ze heeft mij niet geholpen, zeide iiet meisje. U heeft het gedaan. U. wil ik bedanken. Barry was nog geknield en het kleine meisje sloeg plechtig haar armpjes, om zijn hals en even plechtig kuste zijl hem; dan veegde ze nog even haar -kleer tjes ai', en Kate even aankijkend liep „Zeg Groszmütterchen, wat bedoelde je nu eigenlijk met je -wijze woorden?" lc'wam opeens Tine's plagerige stem d'e stilte verbreken, „Houd je nu maar niet zoo onnoozel. Dat weet je drommels goed," „Misschien", antwoordde de jongste terwijl ze haar wïjsvingeir padenkend te gen den rechterneusvleug-el letgdie, „mis schien wil je nog weer eens een lezing houden over onzen laatst aangekomen buurjongen." „Tine, je bent 'n rakker cn als dé kwestie niet zoo ernstig was, had ik veel zin om mee te lachen". „Lach dan, meisje. Ik zie veel liever n vroolijk, opgewekte snuit dan 'n azijn zure tronie". „Dank je. Maar nu in ernst, Tineke, je moest dat buurjongetje, zooals jijl hem gelieft te noemen, met rust laten." „Dacht je soms, dat ik achter hem aan zal hobbelen „Laat me nou 'ns uitpraten. Ik kan nog' geen vijf woorden zeggen, of je zit or fussc'heïi. Je weet heel goed; wat ik oedoel. En dat je niet achter hem aan zult hobbelen, weet ik ook wel. Maar je bent toch weer bezig je net uit te zet ten. Of dacht je soms, dat ik je niet door had, meisje! 'k Heb je al meer dan eens moth em zien loopen. ,„En waarom niet? 't.Is 'n heel bruik baar exemplaar van 't artikel ,dat men „man', pleegt te noemen." „Juist En daarom mag je je oude spel letje niet opnieuw weer gaan spelen. Daar is liij veel te goed voor," „0(h Groszmütterchen, put je maar niet uit in wijze lessen én raadgevingen. Ik oen nu eenmaal 'n ondankbare leer linge. Maar de mannen zijn immers alle maal hetzelfde. Als 't er op aankomt. Twee keeren heDben ze mij 'n poets ge bakken. Nu keeren Wé de rollen pm. Pierrotte zoekt haar Pier rent. En als ze 't dan zoover gebracht heeft, dat hij tot -ever z'n hooge puntmuts öp haar vcTliefa is cn nederig ,om haar ha[adl smeekt, dan keert ze hem lachend dén rug toe en verdwijnt vcor goed van 't tov-neel.' Yoila tout, ma dhère. C'est ran cune. „En als je zelf nu eens op hem ver liefd werd?'- „PI", daar is geen gevaar voor. De wanden van mn hart zijn gepantserd met zware ijzeren platen, waarop d'e pij len uit Amor's boog afbreken," lachte ze vroolijk, „Tine, je bent 'n reuze-spotvogel. Doch don een of anderen keer loop je je éigen ongeluk in." „Als ik jou dan maar niet meesleep, kun je gerust zijn. Girn mij! maar dat speletje van de kat en d'e muis." k Zal je maar met rust laten," zucht te Truc'e. „Er is aan jou geen eer te behalen." „Dat is 't eerste verstandige woord, cWtt ik je hoor zeggen," zei Tine, met 'n doodernstig gezicht. „Daarbij is 't een veel te schitterende avond', voor zulke zwaar wichtige problemen," wierp ze nog lachend tegen, terwijl ze met 'n sprong van de armleuning afwipte en terecht kwam op de pianokruk. In 'n dol-dwaze beweging trok ze den toetsenlooper af, rolde hem tot 'n prop in elkaar en mikta precies op 't puntje van Tru.cc d'r n-eius. Haar vlugge, geoefendé vingers roffelden een vroolijken marsch, terwijl haar krullen beweeglijk op en neer dansten op d'e maat van de- muziek. Daar vloog de looper terug en bleef als 'n sjaal om haar schouders hange'n. 'n Disson-eerende finale was 't slot van den daverenden marsch. „Wacht, jou altes Groszmütterchen, ik zal je." En ze sprong op, liep op Truoe toe, die zich achter de tafel verschanste. Toen begon 'n verwoede jacht, die hier mee eindigde, dat ze beiden doodvermoeid op den divan terecht kwamen, met de pop als vrederechter tussche-n haar in. De weken gingen. Werden maanden. De bruin-roode bladeren van den Amerikaan- schen eik prijkten trotsc'h in kleurige herfstweeldé. Truce en Tine waren bezig or haar kamer me-e „op te kalefateren", zooals d-e laatste het uitdrukte. Maar al gauw liet ze Trilde alleen begaan. Zelf ging ze als 'n spinnend poesje pp- dén divan liggen, om met hali'-toegeknepen oogen te genie ten van de gezelligheid' rondom haar. „Groszmütterchen, ik bewonder je ar tistieker) aanleg. Je bent bepaald' n' genie in 't kamers aankleeden." 'n Korte pauze, danzeg Groszmütterchen, 't is goed, dat je 't zoo gezellig maakt. Wis krijgen zie hard weg. Ee,n mooi voorbeeld- van vrouwelijke ondankbaarheidzei-de Barry en ging w'eer rechtop staan. De laatst gekomene krijgt do bedankjes; indien u niet hier was ge weest, zou het kind uit den hoorn ge vallen zijn en misschien wel haar hals gebroken hebben. i Katc zat recht op haar pa,and. Tegen haar wil voield-e ze, dat dé stem van! diezen man, zijn gelaat, zijn ogen, dan- zeltden indruk op haar maakten als op dien avond, toen ze hem voor het eerst ontmoette. 'Het is moeilijk in een rij'clostuum in een boom te klimmen; maar u zoudt toch w-el gauw hulp gehad hebben. En hij' zag haar doordringend aan. Dan in eens viel zijn .oog op Mollie. Dat is een mooi paard, zeide bij. Hé moooi beestje, en hij klopte haar o,p den hals, terwijl Mollie, anders zoo wild', hem vriendelijk aanzag, j-e bent het mopdste paard', d:a,t ik gezien heb sindso, vopr langen tijd geleden. Iéder woord, dat deze onbekend'e zeid'e, ct-ceci' een snaar in. haar hart trillen, dat gloeide en hevig bonsde, toen hij Mollie prees. Hst was, alsof de hand, die haar paard lieikposde, haar zelf aanraakte. Zij was gedwongen ook iets te zeggen en haar emetie onderdrukkend, zeide ze: Ja, h-eü is een .zeer goed paard, ik vanavond bezoek." „Bezoek Van wie „Van ons buurjongetje. Ik veronderstel, dat hij heel officieel aanzoek wil komen doen. En en De eerst opgewekte stem ging in heftig snikken over. Verwonderd keek Tonde -om. Ze sloeg haar arm om 'de- schokkende schouders van het meisje. „Wat heb je, Tineke?" „Och Truce, je zult het misschien niet gelooven, ik, ik oen gedeserteerd." „Of ik dat nog niet gemerkt had", lachte d'e oudste. „Maar begrijp je dan niet, wat d-'at voor mij oete-eke.nt Ik kan toch niet toestem men, nadat ik hem eerst zoo- leelijk De- hanaeld heb." Verbaasd keek Tradeop. Was dat de kleine, lichtzinnige Tine? D-it meisje met baar streng rechtvaardigheidsgevoel! „Meiske, ik geloof', cfat je -'t nu toc-h wel 'n beetje te ver drijft. Je geluk ligt voor 't grijpen. Waarom zou je het nu vergooien Maar 't kleine blondje schudde droevig haar korte-, blonde brullen. „Ik kan niet, Truce, 'k Zo-u 't mezelf nooit kunnen vergeven." Toen, met 'n pijnlijk glimlachje: ,,'t Spel zal nu gauw uit zijn. 't Is wel eèn d'i-epa nederlaag voor me." ,,'t Wias ook 'n hooge- inzet, Tine. En toch geloof' ik, dat 't verkeeTiü is, wat je wilt doen. Want denk er goed 'om; je maakt niet alleen jezelf, maar ook hem ongelukkig." Even wachtte ze. „Je moest hem eer lijk alles bekennen en dan „Dan zal hij' niets meer voor me voe len dan minachting." „Nee Tine, wanneer hij' veel van je Houdt, zal hij' er je slechts dés te liever om hebben. Hij zal begrijpen, dat dit 'n zware kruisweg yo-cr je is en iemand met n groot karakter kan je daar slechts om bewonderen. Ga je met m'-n voorstel ace-oord ,,'t Zal zoo- verschrikkelijk moeilijk zij'n." „Ja, t zal wel 'n zware taak voor je zijn, maar, het geluk zal des te grooter zijn" antwoordde Truce. 'n Uur later rinkelde de bel. Tine, die zenuwachtig op d-e piano zat te trom melen. hield met 'n schrillen dissonant op. Uiterlijk onverschillig stond' ze voor net raam te kijken, toen dé bezoeker binnentrad. Met "'n ,,'k zal even "n kop thee gaan zettenblies Truce den aftocht, Tine ongemerkt nog 'n bemoedigend knikje ge vend. 't Was 'n lange oiec'ht, die daar binnen gesproken werd. Maar toen Truce eindelijk weer ver scheen. had hij" het haar reeds lang ver- geven. i Vliegtuigen die voorbij snellen. Vorige week gl-eed. mijn auto op den praebtigen w-eg van Parijs naar Fontaine- Dleau, waar men, ter wille van de 100 tot 150 K.M. per uur, zoo lichtzinnig d-en dood tegemoet rijdt. Lees slechts „De Garagehouder" van eergisteren. De lucht was effen blau|w, van dat tcere blauw, -dat eigen is aan het land schap van het Il-e de France. De jo-nge kcrenaren golfden, zacht bewogen door den Zuidenwind, en zoover het oog reikte doorsneden rechte, dunne lijhen van op komend b-eetwortelgroen de bruinzwarte, vruchtbare aarde. Wij hadden juist d-e twee reusachtige ballen van de bestuurbare Orly's ac'hter den rug, toen het hemelblauw' dioor een menigte van zwarte stippen gespikkeld werd en een verwijderd' geronbel die. lucht vervulde. - Onmiddellijk -deeid ik stilhouden en be vond mij spoedig op de glooiing van den weg, naast een officii-er, die evenals ik wilde zien wat er gaande was. Het schouwspel was inderdaad'de moeite waard. In geregelde tussohenpo-ozen volg den elkaar de vlieg-eskaders, alleen in dezelfde -driehoek-formatie, middenin, d'e tweedekkers voor het bombardement, d-e ééndekkers met de vervolgers bemand, aan de beide zijden cn vóóraan als ver kenners, de snellere vliegmac'hin-es. Die gevleugelde macht ijlde met indruk wekkende snelheid, zeer hoog 'd'oor het luchtruim. Alles kwam toekijken, de landlieden stonden ,op den drempel hunner woningen, de vogels zwegen, tot zelfs de ploegossen, 'den kop tegengehouden .door het juk, de den een uiterste poging om de oorzaak te houd veel van haar. En die genegenheid is natuurlijk we- dicrkeerig, zeide Barry, Eu uw paard.... waar u juist over sprak? zeide Kate, bijna tegen haar wil. O, dat was mijn lievlingspaard een die ik zelf had groot ge-bracht, zeilde Barry. Het was een merrie, en voor ieder een behalve voor mij een 'lastige dame. Als ik naar riep, kwam ze.... Mollie ook, antwoordde Kate zac'ht- jts. Barry knikte. 'Eens.... toen ik gevochten had... we war-en in een woeste streekstond ze .naast mij, tot ik w-eer to,t bewustzijn kwam. H-e.bt u haar nog? vroeg Kate. Barry schudde hot hoofd en sloeg zijn oogen neer; en Kate kleurde, omdat ze meende een onbescheiden vraag te heb ben gesteld. Hij z-ette zijn hoed op en wilde gaan; toch bleef hij- wachten en zeide: Kunt u mij o-ok zeggen, waar we zijn Ik bedoel, weet u den weg, om hi-er uit het bosch te komen? - H-et spijt me, antwoordde Kate glimlachendik ben hier geheel onbe kend en heb niet het flauwéte vermoeden, waar ik ben, Waarlijk zeide B-arry. En een glimlach gl-eed over zijn ernstig gelaat. .Wé zijn hier net de twee kindexen in achterhalen van dat gewéldig geluid, Jat boven nen heen r:olde. De officier zag mij aan. Als 'dat eens ernst wordt, zei ik hem, boe verschrikkelijk! Een verschrikking als nooit te vo ren. Eenige ^ogenblikken zwegen wij' 'bei den. En 'toch moet het. Hebt u pad vinders in uw' parochie, mijnheer Pastoor Ja, vier afd'eelingen, Hun wapenspreuk Alt-ij'd' paraat! Welnu, 'dat moet -ook de onze wezen. Klaarblijkelijk. W,ijl liepen een eind' verder. Hij was kapitein; een geestige Fransche kop, het echte, beschaafde officiers-type. Let wel, zei hij, dat ik uw gevoelen (teel. De me-nsc'h .gaat er zich mee belasten om het aanschijn van zij'n planeet te ver nielen. Attila en de Hunnen waren nieu welingen in vernielzucht, in vergelijking van dén krijger der toekomst. De. tegenstander die het eerst ter plaatse is, zij: het slechts' één .uurtje, kan doen wat hij' wil, verpletteren, verbran den, verstikken. En al wat godsvrucht, kunst en ge nie aan meesterwerken hebben vergaard sedert de vroegste tijden? Wprdt voor niets meer geteld, noch vrouw'en, noch kinderen. Geen steden, die eerdier de g,eh-eiele menschheid' toebehooren dan aan een «nkel vclk Florence, Venetië? Voeg er gerust bij: Parij's, Mürichen, Bome. Doch u w'eet, als in oorlogstijd volk tegen volk opstaat, zie Leuven eens, B,eims. En kan d'e krijgskunst d'en aanval ler den weg versperren? Zooals tot nu to-e d'e kansen staan, néén! i i Daar aan den rand1 van d'en weg, schet ste hij mij; kort en beknopt hoe een vijan delijke aanval zic'h toe zou dragen. Eerst, is het bjjha onvermijdelijk, een zeer plotselinge -,overval. Dan, tracht u e ven vo-or te stellen, Wat nog maar 500 vliegtuigen, ieder met een bruikbare la ding van 2000 Kg. ontplofbare stoffen, kunnen uitrichten. De hoogte, die tegen woordig bereikt wordt, belet hen te zien ol te haoren. 7™ E,n het spervuur van d-e machine geweren Een grap om zenuwachtige vrouwen gerust te stellen. De oorlog der toe komst, als meinsehelijk© d'waasheid' dien ontketent, wordit uitgevochten ia dé lucht en door d'e scheikunde: alle gegevens dier ondervinding over vroegere strijd'w'eze-n worden te niet gedaan. Groi -teindeels, een onbekende factor nog. De oorlogsgassen word-en tot lieden vera-eeld veelal in 5 categoriën: Verstik kende gassen (chloprgas); Gifgassen (cjr- aa.nhydrin-gas) Xranenverwekkende-gassen (broom-gas)Ni-esprikkelend'e-gassen (Ar- seen-gas) -en Blaartrekkend'e-gas.sen (Ype- rikliet éérst door dé Duitschers gebezigd in den strijd rond Yperen). Deze scheikundige projecten worden in verscliilland-a samenstelling, pok doorloo pend aangewend' in onze vredige industrie. Het is voldio-emd-e, dloscering en pplos.- sing te wijzigen om bijlv. of' kunstzijde te verkrijgen of' het meest moorddadige bus kruit. Dus men kan in vpiortd'urende vrees leven als men wraakzuchtige pf' opgewon den volken tot naaste buren heeft, die er geen geheim van maken, het verloren of half gewonnen spel weer te willen begin nen. U ziet wel, mijnheer Pastoor, dat niettegenstaande ons verlangen naar vre de, wij genoodzaakt z-ijin met het ergste rekening te houden, - i Het! werd tijd. Ik moest een conferentie voorzitten en hij' een 'Vergadering van militairen. \Vij' drukten elkaar de hand'. Terwijl ik in de auto steeg, dacht ik aan d'e wreedheid van zulke mensohelijke kunde. Straks had ik d'e teere, fïjngetinte lucht van mijn land bewonderd en opeens werd1 het een lucht vol oorlogs-gewem-el. Ik vergat d'e zo-n en zag enkel daar omhoog, die vliegtuigen die, wat. de kapi tein genoemd had, hun bruikbare lading meevoerden, huil „nuttigen" balast. Leg den nadruk op dat woord en het worjd't gruwelijk! In welken zin is hier het bruikbare „nuttig"?! - Weer, -door d-e -ruiten van dén wagen ontrolde zich het landschap voor mijn -het bosch; zelfs de derde heeft png in den steek gelaten Maar er moet hier in d-c nabijheid' e-en dorp liggen. Om u de waarheid te zeggen, ben ik reeds •eenige uren achter elkaar aan 't wande len en zoojuist bemerkte k, dat ik ver bazend honger had. Kate voelde ziclh geheel machteloos. Zijn glimlach, de openhartige topn, waar op hij tot haar sprak, maakten een niet te beschrijven indruk op haar. Met mij is het precies eender, zeide ze. Ik wou pok, dat ik ergens in een dorp een kop thee kon drinkep maar zo-ials ik reeds zeide, ik weet beslist nic.t welke richting we uit moeten. VV -o zijn deelgenoftten in het onge luk. Hij zag eens ronjt en deed' een paar stappen. Ik gelooi', dat ik hier zoo iets van een^ pad bemerk, riep hij 'tegen haar. J ndïen u met mij' me-e wilt gaan, zulen we ouzo üniger en dorst trachten te stil len. Hij, wachtte tot ze ja knikte. Zijl deed dit niet dadelijk ,want inwendig vo-erde ze een h-ef'tigen strijd om hem ni-et te volgen; maar toch deed ze het. Mollie had- reeds vriendschap gesloten met B-arry en zoo gingen ze met z'n drieën op stap, I (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1930 | | pagina 5