STEN
elefoon 362
MBINDERIJ
Tweede Blad
Verdelg VLIEGEN en
MUGGEN met WHIZ.
Een bekeerling uit onzejlagen.
IWSCHE COURANT
ZATERDAG 12 JULI 1930
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
De Drog. Schulte Thieme
FEUILLETON
8 uur Telefoon 113
De gestolen goudmijn.
ONTSPANNINGSLECTUUR
WHIZ doodt absoluut vlie
gen, muggen, mot
ten, kakkerlakken,
en andere insecten,
in enkele seconden.
Waar met WHIZ
gespoten is,zij n geen
vliegen of muggen.
WHIZ is onschadelijk voor
mensch en huisdier
WHIZ heeft een aange
name geur.
WHIZ is verkrijgbaar in
bussen van'/«L. f 1,
■/2 L. f 1,65, 1 L.
f2.65, 4 L. flO,—
Speciale spuit met
'lt L. bus vloeistof
f 1,80. Spuit met
reservoir en l/a L.
vloeistof f2,65. En
kele spuit f 1,20.
In het Huis met de Roode
Pilaren, Middelburg,
demonstreert de Whiz-spuit
gaarne voor U in haar rui-
mfen winkel en geeft alle
verdere inlichtingen.
IV.
Vilatte stelde zijn bisschop in kennis
van het schrijven uit Hollahjd. Htet geVpig
hiervan was, dat Lord Grafton, -die niet
gaarne de goede relaties, waarin hij stond'
met de -o-udkatholieken van Eurbpa, af
brak, wilde door een minnelijke schikking
de kwestie, die reeids ©en zeer onaaugc-
namen -kant voor hem liad gekregen, op
lossen. Hij stelde de qiqdikatholieke bis
schoppen van Holland v-oor, Vilatte toifl
zijn suffragaan-bisschop te wijden, speci
aal voor het werk der oudkatholieken in
Amerika.
De Hollandsche bisschoppen gave» zich
niet eens de moeite, op[ dit schrijven life
antwoorden.
Mgr. Grafton, die zich over dit stil
zwijgen beleedigd gevoelde, besloot nu
een einde te maken aan dit alles. Hij
verplichtte Vilattie, zijne bediening neder
te leggen en het land te veiiaflen.
Vilatte weigert echt'er, aan den Wensch
van zijn bisschop] te voldoen en 21 April
1891 richt hij het volgende openlijk hchrij-
ven, dat in alle kranten werd opgeno
men, tot zijn bisschop:
„Monseigneur,
„Nooit heb ik eene bediening waarge
nomen in uwe Kerk. Uw leer en Prayer-
„boek zijn mij vreemd. Nimmer heb ik
„een sac'rament ontvangen of zeilt! toege
diend volgens uw Ceremonieel. Gij hebt
„dus geen recht, mij uit mijlne bedieining
„te zetten. Ik erken geeln' enkele rechts
macht van een pjnotestalnlt^ch. bisschop
„over een ouid'katholiek priester.
„JfJZEF BENE VILATTE,
„Overste der Oud-Katholieke Kerk
„in Amerika."
Alhoewel de bewering van .Vilatte ge
heel juist was, toch schijnt er iets geweest
te zijn dat niet precies in den haak was.
De oud-katholieken van DiuitschlaUd en
ook van Zwitserland, waar Vilatte pries
ter was gewijd, trokken partij' voor Lord
Grafton, terwijl de oud-katholieken van
Holland het opnamen voor Vilatte, die
aan Mgr. Grafton schreef dat de Jlanse-
nistische aartsbisschop van Utrecht hem
alle geestelijk gezag over de oud-katho
lieken, dat hij tot heden had; uitgeoefend;
ontzegde.
Sinds 1899 vormden de Jansenisten en
oud-katholieken van Europa een kerkge
nootschap, dat onder een protesthnltsch
vernisje de Anglikaansche kerk zeer nabij
kwam. 1 I
.Vilatte noemde zich zelf altijd oud!-
katholiek, nooit Jansenist, ook later tot
zelfs aan zijn dood gebruikte hij! altijid den
naam van oud-katholiek, ofschoon hij zeil
beweerde, dat er haast geien verschil tus-
schen die twee kerkgenootschappen was.
Doordat men van beide zijdien niet ge
aarzeld had die pbrs er bij te roepen, was
de persoon van Vilatte en zijn kerkje,
van welks bestaan men nauwelijks iets
afwist, algemeen bekend gewordend. Mgr.
Wladimir de Bussische bisschop van Alas
ka, trok zich het lot van de -gemeente,
ongeveer 3000 zielen, aan. To-elh hij1 ver
nomen had, dat Mgr. Grafton, Vilattje de
uitoefening van elke kerkelijke bediening
verboden had, bracht hij het volgende ter
algemeene kennnis: „Wij, Wladimir, bis
schop der katholiek-ortbodoksche kerk,
„-doen de geestelijkheid) dier verschillende
„kristelijke kerken (weten, dat Bpne Vilat-
„te, overste van een oud-katholieke kerk
gemeente, onder de de bescherming van
„onze Kerk staat, en wij ontzeggen een
„ieder, hetzij bisschop, of priester, 't récht
„genoemd priester in zijn priesterlijk ambt
te schorsen."
D-it schrijven droeg de goedkeuring
weg van Pobedonot zelf, ppodurator der
Bussisch schismatieke kerk, van den aarts
priester Janschep, biechtvader der kei
zerlijke f amilie, van Hollandsche bissehop!-
pen en van Mgr. Alvarez, aartsbisschop
op, Ceylon.
Om Vilatte en zijn 'kerk geheel onaf
hankelijk te maken van zijn bisschop',
werd door Mgr. Alvarez voorgesteld Vi
latte tot bisschop te wijden. Dit voorstel
werd door het oud-katholieke kerkje met
de grootste vreugde ontvangen, want het
was het beste middel om een edndie fel ma
ken aan alle getwist, maar het Werd te
vens de bron van Veel kwaadsprekerij.
De tegenstanders van Vilatte en ook zeer
velen, die met dit godsdienstgeschil niets
te maken hadden, geloofden algemeen dat
41
Kate keek nog steeds naar het kind en
riep het bemoedigende woordjes toe.
Nu .ben je zoo gered, zeide ze. Hier
is lemana 'dé je komt helpe-n; voor dat je
tien kunt tellen sta je weer op den gronid.
Dan keek zij op en begon:
Het meisje is in dien boom geklom
men en
Ineens hield' ze op met spreken, haar
o-ogen schitterden, haar adem hield' ze
in; want de man di haar kwam helpen
-was „de held" bij het ongeluk van Lottie
Lane. Hij was verrast, bewondering lag
op haar gelaat te lezen. Een o,ogenblik
zagen ze elkander in diep stilzwijgen
aan. Hij Was de eerste, die begon te spre
ken. Als hij d'e betoovering van zich
af wilde werpen schudde hij' het hoofd
en zeide:
Jk zie al wat er aan de hand' is. We
zullen haar gauiw uit den boom halen.
Hij 'klom in den boom en greep het
kind dat zijn armpjes om hem heen sloeg,
stevig vast.
Je hebt hier een schitterend mooi
plaatsje opgezocht zeide hij; en op dat
oogenblik hoorde Kate de teaderheid in
zijn stem, de teaderheid van een krachtig
gebouwden man, die een zwak kind te
dit een politieke zet van Vilatte zelf was,
■die door een groo-te som gelds van Mgr.
Alvarez had weten te verkrijgen, dat dleze
zich bereid verklaarde hem dé bissChopjs-
wijding te geven.
In hoever dit op' waarheid berust is
moeilijk te zeggen. In het leven van
Vilatte zijn vele duistere ptonfen, dia
nooit opgehelderd zullen -worden, en het
is goed, dat vele nooit het volle d'agjMéhti
zien'. 1 I
Indien iemand naar de bisschoppelijke
waardigheid streeft, verlangt hij maait- een
goed werk zegt de heilige Paulus, want
in den tijd van dén apostel Was aan de
bisschoppelijke waardigheid, vervolging en
meestal het martelaarschap verbonden.
Of Vilatte de bisschoppelijke waardig
heid gekocht heeft, Weten wij niét, maar
wel is later zonneklaar gebleken, dat het
hem het middel verschafte om onnoeme
lijk kwaad te stichten.
Jbzef Bené Vilatte ontving de 'bis
schopswijding den 29sten Mei 1892 uit
de handen van Mgr. Alvarez, die hierin
bijgestaan werd door Mgr. Gregorios, bis
schop' van Nirananz -en Mgr. Athamasius,
bisschop- van Kattagan.
Op- den eersten Zondag na Pinksteren
ontving Mgr. Vilatte, die fot aartsbis
schop was gewijd, het pallium en daags
daarna reisde hij af naar Amerika, wa,ar
door de kranten de meest uiteenlooip|end|é
berichten aangaande zijn persoon waren
verspreid. Volgens eenigen was hij- op
aanklacht van Mgr. Grafton in de gevan
genis te New-York opgesloten, ander©
wisten met zekerheid te vertellen, dat
Vilatte naar middeleeu,Wsch gebruik voor
eenigen tijd naar een streng klooster was
gezonden, volgens andere wedler had hij
heimelijk zijin pjost verlaten, omdat hij'
meende, dat zijn zaak hopteloos verloren
was. i - i
D-ezé praatjes, meende Mgr. Vilatte,
waren door zijn tegenstanders gedurendé
zijn afwezigheid uitgestrooid om een
scheuring in zijn kerk te bewerken, doch
die opzet mislukte geheei, want op 5
Aug. 1892 Werd' hij plechtig tei'DyOheville
door zijne dioéesanen ingehaald.
(Wordt voortgezet),
fr. STEPH. LODIEBS- O.Cist,
Ni-euwkudjk.
HOOG SPEL.
„Tine, ik waarschuw je nu. nog eens
vorr de zooveelste maal. Hét is gevaar
lijk spel dat je speelt en van-daag of mor
gen wordt je er zelf' de dupe van".
„Afh Grosmiitterehen, doe toch niet
zoo wanhopig ouderwetst'h", riep de aan
gesprokene met 'n komisch gebaar. „We
leven immers in d-e verlichte twintigste
eeuw. Waarom zou- ik dan toch in Gods
naam de- allures van een hondérd jaar
oudere generatie moeten aannemen? O,
lies, so lang 'du lieben kannst", zucht
te ze, met haar o-ogen smachtend' ten
hemel gericht. Spoe,dig echter was ze
weer in lagere regionen verzeild en ter
wijl ze nonchalant op de armleuning van
n fauteuil zat, met haar lange ko-use-
beenen hee» en weer bengel-eind', kwam 't
puntje van liaar tong guitig tussohen
twee rijen hagelwitte tanden uitge.glu.urd
in de richting van het andere jonge
meisje. Deze zat in 'n stoel tegenover
haar en was bezig met het practische
werk van kousenstoppen.
Ze Woonden al enkele jaren samen op
kamers. Overd'ag ware-n ze op kantoor.
Tine was dé jongste van de twee. „Gros
miitterehen" Was de lievelingsnaam, waar
mee ze haar oudere vriendin betitelde.
'n Oogehblik was het rustig in d-e ge-
zelige knusse jongemeisjeskamer. Het
kleine klokje op den schoorsteenmantel
tikle met korte, rustige slagen voort-,
■Schuin in 'n hoek stond 'm divan, met
warm-gekleürde kussens, 'n Pensachtige
pop zocht met haar rug 'n steuntje, om
gemakkelijk te kunnen zitten, terwijl haar
lichtblauwe oogen van onder het zijden
mutsje heel coquet dé kamer inkeken. Té
gen n anderen muur stond een piano,
glimmen,d-zwart, de bei-de meisjesgezichten
vaag weerspiegelend. In vazen en vaas
jes overal bloemen, rood; geel en wit,
warme lichtjilekken in de reeds donke
rende boeken.
Ergens in d-e nabijheid zong een vogel.
Dcor de losstaande ramen drong de zacht-
bedwelmende geur van bloeiende anjelie
ren. vermengd met het zoete, minder ster
ke aroom van witte en roode rozen. In
de verte riep 'n eenzame koekoek.
hulp komt. 't Is hier zoo-'n mooi ple-kje,
dat ik niet begrijp, waarom je weer naar
benedien iw-ilt. Maar ik zal je weer op den
grond zetten hoor! Je bent eigenlijk nog
te jong om te klimmen.
Ho« moet u haar beneden krijgen
vroeg Kate met een stem, die haar zelf
vreemd in 'de o-oren klonk.
Niets is gemakkelijker, antwoordde
hij vro-olijk; en tot Kate's verwondering
sloeg hij zijn arm nog steviger om het
kind', greep met zijn vrije hand ,een
tak, slingerde even heen en weer en liet
zich naar beneden zakken, en als was hij
een eerste klas acrobaat, liet hij zich op
den grond vallen.
Ziezoo, daar zijn we! zeide hij';
knielde naast het kind neer en borstelde
die blaren en wat boomschors van haar
kleeren.
En h-eb je geen pijn, zijn je -b-eenen
niet stuk geschaafd J© had mij moeten
zien, toen ik een boy was van jouw leef
tijd. Ik. zou nou, maar ophouden met
huilen en naar huis gaan. Je mag die
dame -daar wel bedanken.
Ze heeft mij niet geholpen, zeide
iiet meisje. U heeft het gedaan. U. wil ik
bedanken.
Barry was nog geknield en het kleine
meisje sloeg plechtig haar armpjes, om
zijn hals en even plechtig kuste zijl hem;
dan veegde ze nog even haar -kleer
tjes ai', en Kate even aankijkend liep
„Zeg Groszmütterchen, wat bedoelde
je nu eigenlijk met je -wijze woorden?"
lc'wam opeens Tine's plagerige stem d'e
stilte verbreken,
„Houd je nu maar niet zoo onnoozel.
Dat weet je drommels goed,"
„Misschien", antwoordde de jongste
terwijl ze haar wïjsvingeir padenkend te
gen den rechterneusvleug-el letgdie, „mis
schien wil je nog weer eens een lezing
houden over onzen laatst aangekomen
buurjongen."
„Tine, je bent 'n rakker cn als dé
kwestie niet zoo ernstig was, had ik veel
zin om mee te lachen".
„Lach dan, meisje. Ik zie veel liever
n vroolijk, opgewekte snuit dan 'n azijn
zure tronie".
„Dank je. Maar nu in ernst, Tineke,
je moest dat buurjongetje, zooals jijl hem
gelieft te noemen, met rust laten."
„Dacht je soms, dat ik achter hem aan
zal hobbelen
„Laat me nou 'ns uitpraten. Ik kan
nog' geen vijf woorden zeggen, of je zit
or fussc'heïi. Je weet heel goed; wat ik
oedoel. En dat je niet achter hem aan
zult hobbelen, weet ik ook wel. Maar je
bent toch weer bezig je net uit te zet
ten. Of dacht je soms, dat ik je niet door
had, meisje! 'k Heb je al meer dan eens
moth em zien loopen.
,„En waarom niet? 't.Is 'n heel bruik
baar exemplaar van 't artikel ,dat men
„man', pleegt te noemen."
„Juist En daarom mag je je oude spel
letje niet opnieuw weer gaan spelen. Daar
is liij veel te goed voor,"
„0(h Groszmütterchen, put je maar
niet uit in wijze lessen én raadgevingen.
Ik oen nu eenmaal 'n ondankbare leer
linge. Maar de mannen zijn immers alle
maal hetzelfde. Als 't er op aankomt.
Twee keeren heDben ze mij 'n poets ge
bakken. Nu keeren Wé de rollen pm.
Pierrotte zoekt haar Pier rent. En als
ze 't dan zoover gebracht heeft, dat hij
tot -ever z'n hooge puntmuts öp haar
vcTliefa is cn nederig ,om haar ha[adl
smeekt, dan keert ze hem lachend dén
rug toe en verdwijnt vcor goed van 't
tov-neel.' Yoila tout, ma dhère. C'est ran
cune.
„En als je zelf nu eens op hem ver
liefd werd?'-
„PI", daar is geen gevaar voor. De
wanden van mn hart zijn gepantserd
met zware ijzeren platen, waarop d'e pij
len uit Amor's boog afbreken," lachte
ze vroolijk,
„Tine, je bent 'n reuze-spotvogel. Doch
don een of anderen keer loop je je éigen
ongeluk in."
„Als ik jou dan maar niet meesleep,
kun je gerust zijn. Girn mij! maar dat
speletje van de kat en d'e muis."
k Zal je maar met rust laten," zucht
te Truc'e. „Er is aan jou geen eer te
behalen."
„Dat is 't eerste verstandige woord, cWtt
ik je hoor zeggen," zei Tine, met 'n
doodernstig gezicht. „Daarbij is 't een veel
te schitterende avond', voor zulke zwaar
wichtige problemen," wierp ze nog lachend
tegen, terwijl ze met 'n sprong van de
armleuning afwipte en terecht kwam op
de pianokruk. In 'n dol-dwaze beweging
trok ze den toetsenlooper af, rolde hem
tot 'n prop in elkaar en mikta precies
op 't puntje van Tru.cc d'r n-eius. Haar
vlugge, geoefendé vingers roffelden een
vroolijken marsch, terwijl haar krullen
beweeglijk op en neer dansten op d'e maat
van de- muziek.
Daar vloog de looper terug en bleef
als 'n sjaal om haar schouders hange'n.
'n Disson-eerende finale was 't slot van
den daverenden marsch.
„Wacht, jou altes Groszmütterchen, ik
zal je." En ze sprong op, liep op Truoe
toe, die zich achter de tafel verschanste.
Toen begon 'n verwoede jacht, die hier
mee eindigde, dat ze beiden doodvermoeid
op den divan terecht kwamen, met de pop
als vrederechter tussche-n haar in.
De weken gingen. Werden maanden. De
bruin-roode bladeren van den Amerikaan-
schen eik prijkten trotsc'h in kleurige
herfstweeldé.
Truce en Tine waren bezig or haar
kamer me-e „op te kalefateren", zooals d-e
laatste het uitdrukte. Maar al gauw liet
ze Trilde alleen begaan. Zelf ging ze als
'n spinnend poesje pp- dén divan liggen,
om met hali'-toegeknepen oogen te genie
ten van de gezelligheid' rondom haar.
„Groszmütterchen, ik bewonder je ar
tistieker) aanleg. Je bent bepaald' n' genie
in 't kamers aankleeden." 'n Korte pauze,
danzeg Groszmütterchen, 't is goed,
dat je 't zoo gezellig maakt. Wis krijgen
zie hard weg.
Ee,n mooi voorbeeld- van vrouwelijke
ondankbaarheidzei-de Barry en ging w'eer
rechtop staan. De laatst gekomene krijgt
do bedankjes; indien u niet hier was ge
weest, zou het kind uit den hoorn ge
vallen zijn en misschien wel haar hals
gebroken hebben. i
Katc zat recht op haar pa,and. Tegen
haar wil voield-e ze, dat dé stem van!
diezen man, zijn gelaat, zijn ogen, dan-
zeltden indruk op haar maakten als op
dien avond, toen ze hem voor het eerst
ontmoette.
'Het is moeilijk in een rij'clostuum
in een boom te klimmen; maar u zoudt
toch w-el gauw hulp gehad hebben. En
hij' zag haar doordringend aan. Dan in
eens viel zijn .oog op Mollie. Dat is een
mooi paard, zeide bij. Hé moooi beestje,
en hij klopte haar o,p den hals, terwijl
Mollie, anders zoo wild', hem vriendelijk
aanzag, j-e bent het mopdste paard', d:a,t
ik gezien heb sindso, vopr langen
tijd geleden.
Iéder woord, dat deze onbekend'e zeid'e,
ct-ceci' een snaar in. haar hart trillen, dat
gloeide en hevig bonsde, toen hij Mollie
prees.
Hst was, alsof de hand, die haar paard
lieikposde, haar zelf aanraakte. Zij was
gedwongen ook iets te zeggen en haar
emetie onderdrukkend, zeide ze:
Ja, h-eü is een .zeer goed paard, ik
vanavond bezoek."
„Bezoek Van wie
„Van ons buurjongetje. Ik veronderstel,
dat hij heel officieel aanzoek wil komen
doen. En en
De eerst opgewekte stem ging in heftig
snikken over.
Verwonderd keek Tonde -om. Ze sloeg
haar arm om 'de- schokkende schouders van
het meisje.
„Wat heb je, Tineke?"
„Och Truce, je zult het misschien niet
gelooven, ik, ik oen gedeserteerd."
„Of ik dat nog niet gemerkt had",
lachte d'e oudste.
„Maar begrijp je dan niet, wat d-'at voor
mij oete-eke.nt Ik kan toch niet toestem
men, nadat ik hem eerst zoo- leelijk De-
hanaeld heb."
Verbaasd keek Tradeop. Was dat de
kleine, lichtzinnige Tine? D-it meisje met
baar streng rechtvaardigheidsgevoel!
„Meiske, ik geloof', cfat je -'t nu toc-h
wel 'n beetje te ver drijft. Je geluk ligt
voor 't grijpen. Waarom zou je het nu
vergooien
Maar 't kleine blondje schudde droevig
haar korte-, blonde brullen.
„Ik kan niet, Truce, 'k Zo-u 't mezelf
nooit kunnen vergeven." Toen, met 'n
pijnlijk glimlachje: ,,'t Spel zal nu gauw
uit zijn. 't Is wel eèn d'i-epa nederlaag
voor me."
,,'t Wias ook 'n hooge- inzet, Tine.
En toch geloof' ik, dat 't verkeeTiü is, wat
je wilt doen. Want denk er goed 'om; je
maakt niet alleen jezelf, maar ook hem
ongelukkig."
Even wachtte ze. „Je moest hem eer
lijk alles bekennen en dan
„Dan zal hij' niets meer voor me voe
len dan minachting."
„Nee Tine, wanneer hij' veel van je
Houdt, zal hij' er je slechts dés te liever
om hebben. Hij zal begrijpen, dat dit 'n
zware kruisweg yo-cr je is en iemand met
n groot karakter kan je daar slechts
om bewonderen. Ga je met m'-n voorstel
ace-oord
,,'t Zal zoo- verschrikkelijk moeilijk zij'n."
„Ja, t zal wel 'n zware taak voor je
zijn, maar, het geluk zal des te grooter
zijn" antwoordde Truce.
'n Uur later rinkelde de bel. Tine, die
zenuwachtig op d-e piano zat te trom
melen. hield met 'n schrillen dissonant
op. Uiterlijk onverschillig stond' ze voor
net raam te kijken, toen dé bezoeker
binnentrad.
Met "'n ,,'k zal even "n kop thee gaan
zettenblies Truce den aftocht, Tine
ongemerkt nog 'n bemoedigend knikje ge
vend.
't Was 'n lange oiec'ht, die daar binnen
gesproken werd.
Maar toen Truce eindelijk weer ver
scheen. had hij" het haar reeds lang ver-
geven. i
Vliegtuigen die voorbij snellen.
Vorige week gl-eed. mijn auto op den
praebtigen w-eg van Parijs naar Fontaine-
Dleau, waar men, ter wille van de 100
tot 150 K.M. per uur, zoo lichtzinnig d-en
dood tegemoet rijdt. Lees slechts „De
Garagehouder" van eergisteren.
De lucht was effen blau|w, van dat
tcere blauw, -dat eigen is aan het land
schap van het Il-e de France. De jo-nge
kcrenaren golfden, zacht bewogen door
den Zuidenwind, en zoover het oog reikte
doorsneden rechte, dunne lijhen van op
komend b-eetwortelgroen de bruinzwarte,
vruchtbare aarde.
Wij hadden juist d-e twee reusachtige
ballen van de bestuurbare Orly's ac'hter
den rug, toen het hemelblauw' dioor een
menigte van zwarte stippen gespikkeld
werd en een verwijderd' geronbel die. lucht
vervulde. -
Onmiddellijk -deeid ik stilhouden en be
vond mij spoedig op de glooiing van den
weg, naast een officii-er, die evenals ik
wilde zien wat er gaande was.
Het schouwspel was inderdaad'de moeite
waard. In geregelde tussohenpo-ozen volg
den elkaar de vlieg-eskaders, alleen in
dezelfde -driehoek-formatie, middenin, d'e
tweedekkers voor het bombardement, d-e
ééndekkers met de vervolgers bemand,
aan de beide zijden cn vóóraan als ver
kenners, de snellere vliegmac'hin-es.
Die gevleugelde macht ijlde met indruk
wekkende snelheid, zeer hoog 'd'oor het
luchtruim.
Alles kwam toekijken, de landlieden
stonden ,op den drempel hunner woningen,
de vogels zwegen, tot zelfs de ploegossen,
'den kop tegengehouden .door het juk, de
den een uiterste poging om de oorzaak te
houd veel van haar.
En die genegenheid is natuurlijk we-
dicrkeerig, zeide Barry,
Eu uw paard.... waar u juist over
sprak? zeide Kate, bijna tegen haar wil.
O, dat was mijn lievlingspaard
een die ik zelf had groot ge-bracht, zeilde
Barry. Het was een merrie, en voor ieder
een behalve voor mij een 'lastige dame.
Als ik naar riep, kwam ze....
Mollie ook, antwoordde Kate zac'ht-
jts.
Barry knikte.
'Eens.... toen ik gevochten had... we
war-en in een woeste streekstond ze
.naast mij, tot ik w-eer to,t bewustzijn
kwam.
H-e.bt u haar nog? vroeg Kate.
Barry schudde hot hoofd en sloeg zijn
oogen neer; en Kate kleurde, omdat ze
meende een onbescheiden vraag te heb
ben gesteld.
Hij z-ette zijn hoed op en wilde gaan;
toch bleef hij- wachten en zeide:
Kunt u mij o-ok zeggen, waar we
zijn Ik bedoel, weet u den weg, om
hi-er uit het bosch te komen?
- H-et spijt me, antwoordde Kate
glimlachendik ben hier geheel onbe
kend en heb niet het flauwéte vermoeden,
waar ik ben,
Waarlijk zeide B-arry. En een
glimlach gl-eed over zijn ernstig gelaat.
.Wé zijn hier net de twee kindexen in
achterhalen van dat gewéldig geluid, Jat
boven nen heen r:olde.
De officier zag mij aan.
Als 'dat eens ernst wordt, zei ik
hem, boe verschrikkelijk!
Een verschrikking als nooit te vo
ren.
Eenige ^ogenblikken zwegen wij' 'bei
den.
En 'toch moet het. Hebt u pad
vinders in uw' parochie, mijnheer Pastoor
Ja, vier afd'eelingen,
Hun wapenspreuk
Alt-ij'd' paraat!
Welnu, 'dat moet -ook de onze wezen.
Klaarblijkelijk.
W,ijl liepen een eind' verder.
Hij was kapitein; een geestige Fransche
kop, het echte, beschaafde officiers-type.
Let wel, zei hij, dat ik uw gevoelen
(teel. De me-nsc'h .gaat er zich mee belasten
om het aanschijn van zij'n planeet te ver
nielen. Attila en de Hunnen waren nieu
welingen in vernielzucht, in vergelijking
van dén krijger der toekomst.
De. tegenstander die het eerst ter
plaatse is, zij: het slechts' één .uurtje, kan
doen wat hij' wil, verpletteren, verbran
den, verstikken.
En al wat godsvrucht, kunst en ge
nie aan meesterwerken hebben vergaard
sedert de vroegste tijden?
Wprdt voor niets meer geteld, noch
vrouw'en, noch kinderen.
Geen steden, die eerdier de g,eh-eiele
menschheid' toebehooren dan aan een «nkel
vclk Florence, Venetië?
Voeg er gerust bij: Parij's, Mürichen,
Bome. Doch u w'eet, als in oorlogstijd
volk tegen volk opstaat, zie Leuven eens,
B,eims.
En kan d'e krijgskunst d'en aanval
ler den weg versperren?
Zooals tot nu to-e d'e kansen staan,
néén!
i i
Daar aan den rand1 van d'en weg, schet
ste hij mij; kort en beknopt hoe een vijan
delijke aanval zic'h toe zou dragen.
Eerst, is het bjjha onvermijdelijk,
een zeer plotselinge -,overval. Dan, tracht
u e ven vo-or te stellen, Wat nog maar 500
vliegtuigen, ieder met een bruikbare la
ding van 2000 Kg. ontplofbare stoffen,
kunnen uitrichten. De hoogte, die tegen
woordig bereikt wordt, belet hen te zien
ol te haoren.
7™ E,n het spervuur van d-e machine
geweren
Een grap om zenuwachtige vrouwen
gerust te stellen. De oorlog der toe
komst, als meinsehelijk© d'waasheid' dien
ontketent, wordit uitgevochten ia dé lucht
en door d'e scheikunde: alle gegevens dier
ondervinding over vroegere strijd'w'eze-n
worden te niet gedaan.
Groi -teindeels, een onbekende factor
nog. De oorlogsgassen word-en tot lieden
vera-eeld veelal in 5 categoriën: Verstik
kende gassen (chloprgas); Gifgassen (cjr-
aa.nhydrin-gas) Xranenverwekkende-gassen
(broom-gas)Ni-esprikkelend'e-gassen (Ar-
seen-gas) -en Blaartrekkend'e-gas.sen (Ype-
rikliet éérst door dé Duitschers gebezigd
in den strijd rond Yperen).
Deze scheikundige projecten worden in
verscliilland-a samenstelling, pok doorloo
pend aangewend' in onze vredige industrie.
Het is voldio-emd-e, dloscering en pplos.-
sing te wijzigen om bijlv. of' kunstzijde te
verkrijgen of' het meest moorddadige bus
kruit.
Dus men kan in vpiortd'urende vrees
leven als men wraakzuchtige pf' opgewon
den volken tot naaste buren heeft, die er
geen geheim van maken, het verloren of
half gewonnen spel weer te willen begin
nen. U ziet wel, mijnheer Pastoor, dat
niettegenstaande ons verlangen naar vre
de, wij genoodzaakt z-ijin met het ergste
rekening te houden,
- i
Het! werd tijd. Ik moest een conferentie
voorzitten en hij' een 'Vergadering van
militairen. \Vij' drukten elkaar de hand'.
Terwijl ik in de auto steeg, dacht ik
aan d'e wreedheid van zulke mensohelijke
kunde. Straks had ik d'e teere, fïjngetinte
lucht van mijn land bewonderd en opeens
werd1 het een lucht vol oorlogs-gewem-el.
Ik vergat d'e zo-n en zag enkel daar
omhoog, die vliegtuigen die, wat. de kapi
tein genoemd had, hun bruikbare lading
meevoerden, huil „nuttigen" balast. Leg
den nadruk op dat woord en het worjd't
gruwelijk! In welken zin is hier het
bruikbare „nuttig"?!
-
Weer, -door d-e -ruiten van dén wagen
ontrolde zich het landschap voor mijn
-het bosch; zelfs de derde heeft png in
den steek gelaten Maar er moet hier
in d-c nabijheid' e-en dorp liggen. Om u
de waarheid te zeggen, ben ik reeds
•eenige uren achter elkaar aan 't wande
len en zoojuist bemerkte k, dat ik ver
bazend honger had.
Kate voelde ziclh geheel machteloos.
Zijn glimlach, de openhartige topn, waar
op hij tot haar sprak, maakten een niet
te beschrijven indruk op haar.
Met mij is het precies eender,
zeide ze. Ik wou pok, dat ik ergens in
een dorp een kop thee kon drinkep
maar zo-ials ik reeds zeide, ik weet beslist
nic.t welke richting we uit moeten.
VV -o zijn deelgenoftten in het onge
luk. Hij zag eens ronjt en deed' een paar
stappen.
Ik gelooi', dat ik hier zoo iets van
een^ pad bemerk, riep hij 'tegen haar.
J ndïen u met mij' me-e wilt gaan, zulen we
ouzo üniger en dorst trachten te stil
len.
Hij, wachtte tot ze ja knikte. Zijl deed
dit niet dadelijk ,want inwendig vo-erde
ze een h-ef'tigen strijd om hem ni-et te
volgen; maar toch deed ze het. Mollie
had- reeds vriendschap gesloten met B-arry
en zoo gingen ze met z'n drieën op stap,
I (Wordt vervolgd).