De ongeziene wereld of het leven
na den dood.
ZATERDAG 29 MAART 1930
(Tweede Blad)
FEUILLETON
De brief vari den dood
VAN HIER EN DAAR
ONTSPANNINGSLECTUUR
De woorden des eeuwigen Levens.
„Niemand valt als bloesem in
uwe handen, niemand meer als een
traan in uw baard; allen mloet-en
wij gelouterd worden en gewassohen
in vuur.
„Lieve Vader vertabrzel ons ge-
mbedi tusscihen uwe hand-palmen;
do© ons vlees bleek worden van
uwie vrees en maak onze oogen
koel als duiven.
„Telken Morgen opstanding uit
den slaap en geestelijke Verrijzenis
in umijn hart sterk en stil als
een gewijde vlam, blijrood 111 liet
witte licht; koel water in de hol
ten mijner handenin mij1 iets als
©en bloemi die langzaam opengaat
,en van mijn lippen twee ronde,
gouden droppelen klank: „oGod"!"
Jac. Schre.urs; Reflexen).
BB CHRISTUS.
Zij» persoon.
Het gebeurde vóór 2000 jaar op een
eenzamen stoi'figen weg die naar Caesa-
rea voerde, een stadje in de bergen rond
Gallrlea, dat een Joodsdhe Rabbi, die
Jezus werd genoemd, aan enkele arme
v'sscbers, die zich 'tot zijn volgelingen
baclden verklaard, de vraiag stekte, wat
de mensc'hen tocli wel van Heul zeiden.
Wie zeggen de m'enschen, dat dei M-en-
seben-Zflon is? (Math. XVI 13 28).
Verschillende m-eeninge® Werden geop
perd, tot Petrus, Jonas' zoon naar vo
ren trad met de begeesterendla "bekentenis:
Gij' zijt de Christus, de Zoon van den
levenden God!
,\Vat dunkt u van den ChristusZie
daar de groote vraag die door duizen
den en millioenen de eeuwesrw door her
haald is; de groote levensvraag die een
mensChenhart tot in zijin diepste vezels
roert, omdat het antwoord op deze vraag
beslist over tijd en eeuwigheid.
He groote vraag die ook wij1 hier eerst
zullen moeten beantwoorden Voor wij ons
beroepen op Zijn gezag, op Zijn woord
en Zijn beloften, die ons belove® een
eeuwig geluk of dreigen niet een eeuwige
verwerping.
.Wat dunkt u van den Christus?
Aan den driesprong der wereldgeschie-
dews staat het Beeld van den Gekruiste
als een wegwijzer der m-ensc'hheid
Een eindeloos lange stoet van alle ran
gen en standen is in derf loop der eeuwen
aan den zacht en. rustigen blik van den
Christus voorbijgeschr-eden! Uit alle Win
gewesten der aarde togen stammen cm ras
sen en geslachten die Beeltenis voorbij
'trotsche geleerden met ©en- hoonenden
spotlach om de lippen, die spottend' hun
schouders ophaalden voor dien Leeraar
van Nazareth en kleinen en eenvoudige®,
die nederig voor Hem' de vereelte handen
vouwen.
Ja, in het hart der wereldgeschiedenis
staat het stralende beeld van den Chris
tus, en in de stage opeenvlolgimg van ge
slacht na geslacht zijn de eeuwen er langs
getrokken, geloovend, hopend, bemfimn-emd
en aanbiddend.
Zijn naam) zegt Papini, voor het eerst
genoemd door een onbebepde maagd, is
zegenend en richtend door de werelld) ge
gaan; Zijn doorboorde handen hebben de
aarde uit haar voegen gelicht; Zijp. ge
boorte in een verlaten stal ia d'a datum)
geworden, waarnaar de nrensdhheijd haar
jaren telt; het foltertuig waaraan Hijj den
slavendood stierf, blinkt hoog op' de torens'
van kerken en kathedralen; boVe® graf
en legerstede; bet prijkt opi die toppen dier
bergen, op de hoeken d'er straten en langs
de oevers der z&eiën; in huiskaimfar en
kloostercel; in vergader- en schoollokaal;
op het bureau; van den geleerd© en opi d!s
werktafel van den arbeiderop 'da borst
van den Kardinaal, onder de wapenrok
van den soldaat en aan den gordel van
de liefdezuster.
Wat. men ook doet, aldus Papini. in
zijn „Storia di Christ»", Christus is ©en
begin en een einde; een afgrond1 van god
delijke geheimen tussöben twteie dieielen Van
89)
dóór A. FIELDING.
(Nadirnk1 verboden).
„En de papieren van Miss Charteris
die heb't n toch niet genomen, veronderstel
ik zei Pointer.
„Ik Dat zal de politie wel gedaan heb
ben", was het antwoord. „Ik Moet' beken
nen, dat ik ze wel eerst dborgezié® heb,
om; te weten, of' er ook brieven van mijn
zoon bij' waren. Hij' was een beetje vterliiefd
op mijn nichtje.
Doch een ding heeft m!e getroffen, Poin
ter. Ik vond namelijk geen leijtef Van
haar vader tusschen de papieren' van Rose.
Ik had al d© brieven, die de professor aan
mij 'zond in mijn safe in de stad opgebor
gen, -doch wat er van de brieven, die hij
aan zijn dochter gestuurd heeft, geworden
-s, dat kan ik m'e eenvoudig niet inden
ken."
Pointer kon dat wel. Hjj' wist er alles
■van. Hij' ging echter tot een ander onder
werp' over en vroeg opstaande:
„En Lady Maxwell? Waarom) deedt m,
tt schrok, toen iu op ,den dag Van d«
werd*?"1"8 ^Senw»°rdigheid gewaar
Kolenel Sdarlett antwoordde op 'Huis
de geschiedenis der m'enschheid (XIV).
Caesar heeft in zijne dagen mter ge
rucht gemaakt dan Jezus, en Plata on
derwees meer wetenschappen dan Christus.
Zoowel van den eerste als van den tweedjr
spreekt men nu nog, maai' wie maakt
zich warm' om een vóór of' tegen Caesar
Napoleon, die. eens hcerschte ovter pen
halve wereld, schreef, toen hij gevangen
zat op de kale ritsen van St. Helena,
eens dit treffend getuigenis neer ovier
Jezus van Nazareth; „De grootste Heer-
scher, die de wereld ooit gekend helei't, is
Jezus van Nazareth, omdat Hij het hart
van de m'enschen blijvend veroverd heeft.
Wat de vader tevergeefs vraagt aan den
zoon, de bruid a,an den bruidegom) fl'e
vriend aan den vriend, wordt a,am Hem)
gebracht, nl. de blijvende liefde der inien-
sdhen
„Ik, Napoleon, heb eens de massa be
geesterd op een wtenk van nfijh baarden
gingen duizenden dein doo|dl in, mlaar daar-
v oor was noodig mijd tegenwoordigheid, da
kracht van mijn stem, de m'aeht van
mijn persoon. Maar nu ik hier gekluisterd
zit aan deze kale .rotsen, wie strijdt er
nu nog voor Napoleon en wie sterft er inu
voir hem? Wie zal na mijn dood nog
zijn leven voor mij veil hebben!
„Dit. nu is de groote trinmf' van Jezus
Over het mensohenhart, dat hij' 2000 jaar
na Zijn dood nog benjin-d wordt, dbor
millioenen!"
Tegenover den Christus bestaat geen
neutraliteit!
Er is een hartstocht onf Christus te
dienen en een andere om1 Hiean' t)9 vernie
tigen. En het woeden .yam zoaveten, die
tegen Hem zijn, zegt reeds dat Hij niet
uood is (Papini O. C. XV).
Nauwelijks scheen zijn doodstrijd op
Golgotha te zijn overgegaan in 't laatste
gereutel van een stervende., nauw|elijks had
Hij. het hoofd gebogen en .den laatste®
adem) uitgeblazen, of een leger Va® Chris
tus-haters trad naar voren en eisc'hte op
nieuw' Zijn dood
Nog nooit was er een tijd, die zoo ver
deeld was, zegt Papini oM den Christus,
als de. onze: nog nooit stonden de twee
partijen Van Christus' vrienden en vij
anden met hun vlammende leuzen vóór of
tegen Henr, zo» brandend scherp tegenover
elkander als in onze dagen.
Voor w'ij' ons gaan beroepen op Zijn
woord, dat over onze eeuwige besttem1-
ming zal beslissen, willen wij' den lezer
eerst deze eeuWen-oudie vraag voorleggen:
wat dunkt n- v'an den Christus?
Aan het antwoord op deze vraag hangt
de. tijici en d eeeuwigbeid, want wij zeggen
het den Limb'urgschen dichter na.:
Alle klokken van Limburg luiden in mijn
har.t oml ,U,
Alle tuinen van Limburg bloeien in mijn
vleesch
Er is klank v'an fonteinen in mij)
En reuk van rijp fruit voor U
Alle zonnen zijn in mij opgegaan voor U,
Witte vanen wapperen in mijn oogen!
Konli tot mij en wees welkom in (nij,
Niemand is zooals Gijc'andidus et
rubi-ciundus,
Niemand leeft als Gij, en zegent mij,
Nie'm'and bemint als Gij' en vervult mij
geheel en al;
O, gloeiende glorie van Uw Bloed!
O, bloeiende blankheid van Uw Vleiescih, -
O, Leven van m'ijn leven, kom' tot mij iin
De sterren vallen al in 't koren
Er is geen vrees in mij!, geen huivering
voor U,
Maar alle blijdschap pen
Alle kleuren, die ik ooit aanschouwd heb
in U,
Alle klanken die ik ooit hoorde,
Alle zoetheid die ik ooit gesmaakt heb
voor U,
Alle klaarheid, die gij gem|aakt hebt in mij.
Alle stilte die Gij; gezaaid heb't in mij,
En alle licht.
Mijn liefde en begeerten gaat tot U uit
In éénen lofzang éémen vloed'.
Als e,en bruidstoet van Engelen em m'en
schen
Booten beginnen te orgelen,
terenden toon: i
„Tusschen ons gezegd, als het Mogelijk
was, dat een vronw een mtoi kon trou
wen tegen zijd zin, da® zou ik hertrouwd
wezen. Begrepen
Pointer begreep er alles van.
„Daar komt nog bij", verklaarde da
kolonel verder, „dat ik er niet zeker van
was, dat ze niets gezien of' gehoord' had,
dien Donderdag avond."
„En Miss Sdarlett, weet zij ergens
van
„Zon ik een jong mteisje op de hoogte
stellen van feiten, die de gehtejele toekomst
v'an haar broer konden ruïneer©®? Mijn
grootste angst, deze laatste dagen was
het vermoeiden, dat ze iets omtrent d'e
waarheid giste. Ik Was er doodsbang voor
ik mag u zeker niet vragen, hoe 't ter
wereld mogelijk is, dat u overal achter
gekomen bent?"
„O, dlat was routine-werk, mijnheer",
verzekerde Pointer, „ofschoon die gebroken
bloempotten me den eersten tijd raadsel
achtig gebleVe® zijn. U hadt beter gedaan,
ons van het begin af aan in vertrouwen
te nemen, hoewel ik bekennen mö|st, dat
dit in uw omstandigheden wel zeer moei
lijk was."
„Moeilijk Het was onmogelijk. Ik be
grijp nog niet, hoe u opi de hoogte kwam'
v'an mijn zo-on's verblijf in Europa, daar
de bladen uit Nairobi iedere wieek artikels
Mijn ziel is bleek en stil en vol onme
telijke- liefde,
De. wereld wierookt als één offerande
V'an smeltend zoeten reuk
Mijn bruidstooi is niet veel:
Luttel vierige siersels;
Maar m'ijn kleed' is rein als water,
Mijn lichaam als gewasschen in melk,
En m'ijn drempel gevloerd
Met het goud der av'ond-zonnen.
Kont tot mij in, mijn liefde gaat tot u
uit en
Mijn begeerten beven bij de nadering Uwler
b'azuinan
Alle klokken van Limburg luiden in mlj]n
hart voor U,
.Witte vanen wapperen in mijn oogen.
(Joh. Schreurs).
Alkmaar. C. VIS, Rector.
(Wordt vervolgd.)
Edele stcicntjes.
In liet „Kompas" schrijft J. de Vries
Jiet volgende interessante opstel:
Het zijn heel kleine, Wonderlijke steen
tjes, die ik bedoel, zóó klein, dat z'e met
het bloote oog haast niet zijn Waar te
nemen en toch zijn z'e van ontzaglijke
bete-ekenis voor hciel de levende natuur.
Ook hier zien we Weer het merkwaar
dige verschijnsel, dat juist het kleine en
voor het oog geringe v'an zo-o'n m&chtig
grooten invloed is. ImlinJers niets vian alles
wat leeft, ook de m'enseh niet, zou in. staat
zijn z'n evenwicht te 'beWlaren ©n zfn
ligging of stand vast te stellen wanneer
hij deze mieroscbpisch kleine steentjes
miste. Stel u een visch of ander waterdier
voor, zonder die kostbare steentjes, het
arme diesr zon te beklagen zijn en wias er
werkelijk jamlmterlij'k aan toe. Het zou
niet weten in w'elken stand of' richting
liet voortzwoin, of' het z'n rug of buik
naar moedor :aarde toekeerde, in één wooï'd
met die steentjes zou het ook z'n even
wicht verloren hebben.
Maar wat voor steentjes zij® dat dan
toch Elk dier, hoe klein of' groot het ook
moge zijn en de (m'enseh in'cluis, heeft een
of meer van die kleine orgaantjes, die Jiem!
in staat stellen „evenwichtig" dbor het
-leven te gaan, waardbon hij in staat is zïj'n
houding of stand te .'bepalen, i
En hoe. zien die orgaantjes er dam uit?
O zoo eenvoudig en toch zo;o ontzettend
fijn en doeltreffend.
Het zijn kleine ronde zakjes of' blaasjes
(statocysten, gehoorblaasjes) Melt een fijn
behaard1 wandje bekleed; en op' die fijne
haartjes rust een klein, kalkachtig steentje
(statolith, gehoorsteentje). Bet zak j el w,aftr
in het steentje zit is gevuld miet een wa
terachtige vloeistof'. DeZe fijule organen
(statische organen rf evenwichtsorganen')
bezit ook de mtenscih. In liet inwendige vam
het oor vindt anten een doolhof' vian gain'gen
(het labyrinth geheeten en in die gangen
die ook gevuld zijn Met een vloeistof' (het
endolymphe) treft imten diezte wonderlijke
steentjes aan. Bij dte dieren zitten deze
evenwichtsorganen op verschillende plaat
sen, soms aan de oppjervlakte van het li
chaam, som's meer inwendig; soms in de
hersenen, soms in de achterpootten, ja,
waar niet .al.
En nu wilt ge natuurlijk weiten, hoe die
steentjes werken.
Wonderlijk eir toch zoo eenvoudig.
Het evenwichtssteentje drukt door zijn
zwaarte op dit gedeelte v]am het zakje, dat
het laagst ligt die drukking wordt door
middel van de daar aanwezige haardjes,
langs zenuwdraden, overgabtr|a|eht op de
hersenen en het dier krijgt kennis van
z'n houding in de ruimte.
Verandert het dier van houding, dan
rolt het steentje op' andere haartjes en
het dier voelt nu dat heit scheef' ligt en
zal natuurlijk ajlles in het werk stellen oan
straks weer in norjmaie houding te komlen,
wat dan pas gebeurt, als heit steentje weer
op de juiste p|lek in het zhkj'e ligt.
Nu zijn er dieren Ibij1 wie dat blaasje
een opening of kanaaltje heieft haar de
buitenwereld. Zou zulk een dier dat fijne
steentje nu niet eens kunnen verliezteai
O ja! j:
leder kent de sierlijke garnalen. Deze
diertjes vervellen telkens, en (bij iedere
bevatten over zijn vorderingen in dien
om'trek van Momlbassa."
„Dat heb ik in de stad vernomen, van
een nran, di© ook in de verplegingsinrieh-
ting van Sir Martineau opgenomen werd"
verklaard© Pointer.
De kolonel heeft nooit geweten, diaf
Pointer's oogen open gingen bijl het vter-
lia.,1 van den ziekenoppasser, toen dia ver
telde, hoe mts. Lane op straat gekust
werd. Voor di't feit had da detective m'aai'
één aannemelijke vterklarimg kunnen vinden.
Hij was er zeker van, dat er nooit
liefde bestaan had tusschen den kolonel
en mrs. Lane. Als hij1 haar dus kuste,
nadat ze samen een zwaar gewondten m'an
naar een ziekenhuis gebracht hadden, dan
kon daar slechts een reden voor zijn: hij
kuste haar uit dankbaarheid, uit een plot
seling opkomtende behoefte, haar zijin dank
baarheid te toone®, voor eerlijk betoonde
hulp. Nu had Scarlett geen andere manne
lijke - betrekkingen, dan zijn zoon. Het'
kon dus die zoon geweest zijn, 'dien ze
weggebracht hadden. Zeker was dit even
wel niet. De overige feiten sloten echter
precies aan elkaar- De operatie veronder
stelde een gebrek aan de heraelns. Daar
konden epileptische aanvallen uit voort
vloeien, die de eigenaardige mianiei Ver
klaarden, waarop de planken afgeibtoke®
waren. leta'andi had op de steenan Mj! het
zomerhuisje gelegen 'en mOest Met araten
vervelling v'eiliezten zte ook de steentjes;
imtmters het zakje 'zit zbo dicht aa® de
opipeiwl-akte, dat het tobde vteïVelt en het
dier is z'n steentje en dus ook Z'n even
wicht kwijt I
Geen nood Met haar schapen btrengt
de garnaal nieuwe steentjes in de® vorm'
van zandkorreltjes in de Haasjes en bij
.iedere vervelling deleft ze dat Weer1.
Maar, zult ge 'Zeggen, hoe weten We
dit alles
Men heeft eens in 'n vischglas een
paar garnalen gedaan, die plas Verv'eld
waren. Inplaaits van ziand deed' Me® otpl
den bodem van het glas ijzervijlsel. Dit
«topten de garnalen nu in hun evenwichts
organen. Men kon nu de taak van deZe
organen schitterend a,antlodn;en. Imfmeirs,
wel drukten die ijzerkorreltj.es d'oop hun
zwaarte loodrecht naar 'beneden 'en ver
vulden Ze hun taak uitstekendmlaar,
men behoefde slechts «ven m'et 'n flinke
magneet bij het vischglas te kotm-en en
men was in staat, d'e diertjes alleafjei
houdingen te doen -aannemten,, die jn'en
wenschte. Met dez'e proef wias de taak
rlezer organen vastgesteld. Werkelijk, het
waren evenwiehts-organen eta g'cen gehoor
organen, Zooals mien vroegen, mteende.
Nog veel zbu Van deze -Sronlderlljke
steentjes te vertellen zijn, bïj'v. hoe ze
uit lagen bestaan en hoe mlen, laveuals
uit de jaarringen der hoosn'en, ook uit
dnt aantal lagen den leeftijd van som
mige lagere dieren kan 'bepalen (natuur
lijk niet bij' de garnalen!).
IV# zullen eindigen bij den mtetnsch.
Ook de m'enseh bezit -Zooals We zagen
dit evenwiehts-orgaan. Heeft de mtensoh
het dan ook noodig Kan hij dan niet,
zelfs met de oogen dicht, zich een nauw
keurige voorstelling ervan maken, of hij
staat of ligt en hoe hij dait doet? Zeker,
dank zij het evenwichtsorgaan, kan hij
dat IGelukkig dat de mensoh dit „edel"-
steentje niet Verliiez'en kan, daartoe zit
het te veel Verborgen. We m'erken echter
aan storingen, die in die orgaantjes optoe-
d"en, dat we ze wel degelijk bezitten en Ze
volstrekt niet kunnen missen. Men her-
innere zich, dat men 's nachts weieens
wakker geworden is en eten klort oogenhlik
niet wist hoe het b:ed stond of' waar het
raam wias. Uw evenwichtssteentje wasTioht!
gestoord in de uitoefening van zijn nuttig
werk
Wordt het steentje gekwtet-t' door ont
steking van het middenoor b'.v., dan is een
jamlmterlijke toestand -daarvan het gevolg,
waarin de zieke niet Meter z'n evenwicht
kan honden, zich onophoudelijk duizelig
gevoelt en zelfs niet tot loopien in staat is.
.Werkelijk, dez'e wonderlijfeie steentjes be
hoeven, hoe klein ze ook zijn, tot de eiele
gesteenten der natuur.
De Perzik.
De wittebroodsweken waren aan den
gang. Er was een bovenhuis mtet de rood
ste der nieuwe karpetten, gloed-ni|e|uwla
gordijnen en zes blauwe bordjes opi oen
rekje aan den mluur. Het was voor hen.
De bruid zat in de leunstoelhaar
hoofdje zwevend in dp hoogste sferen, haar
voeten rustend op de oud,e wtereld. Zij' was
verzonken in rose droom ten en «en peignoir
van dezelfde kleur. Zij: vroeg zich af w'at
d© m'enschen In Groenland, Hindjustan en
Perzi-ë tot elkaar zouden zeggen over haar
huwelijk ïn'et „Kid" Garry. Niet dat liet
eenig verschil voor haar mteakte, o neen,
want zij wist mhar al te goed, dalt er geen
tweede zwaargewicht bokser bestond, djia
't vier ronden lang tegen haar bruidegom'
zou kunnen uithouden.
Nu was hij sedert drie Weken d|e har© pn
één wenk van haar pink was voldoende
omi hem aan haar voeten te brengen, of
schoon de vuist van een 100-kilo-bbkser
hem; nooit zoo ver zou krijgen!
Liefde is slechts een andere naa-lM voor
zelf-kastijding en opoffering, althans wan
neer het onszelf betreft.
Als het de m'enschen aan den ovlerkant
der straat betreft, is liefde een andl®
woord voor verwaandheid: en zelf-béwu&t-
heid.
De bruid kruiste haar armlen en k-eek
droom'erig naar de engeltjes op 't jlaibn^.
en bteenen in het rcund' gezwaaid
Pointer trok de aanwezigheid' Van den
zaakgelastigde, in Uganda in twijfel en
"droeg het onderzoek daarnaar aan anderen
cp. Di't onderzoek vjond plaats tijdens
zijn verblijf in Italië en uit he-t rappfort',
dat hij te Parijs ontving, vernajn' hij, Halt
hij1 zich niet vergist had.
Zoo was dan nu de oplossing van het
geheim nabij'. Pointer's hart begon sneller
te kloppen, toen hij: de middelste kamter
weer binnentrad.
„Vertel ons eens, hoe de zaken nu
staan stelde de hoofdctoMknissaris voor.
„Laat ons allen weer gaJan zitten, mijine
heeren en luisteren naar wat d>3 hoofd
inspecteur ons te vertellen heeft."
„Meerdere bijzonderheden bointen later
nog, mijnheer" begon PointeT, „ik zal
u echter den loop' deT dingen Vertellen, tot
zoover als we op heden zijn."
„Miss Oharteris had dien Donderdag
avond een afspraak mtet Mr. Bellaars in
zijn atelier. Hij was bezig, haar portret te
schilderen. Graaf di Monti waren die be
zoeken ter core gekomlemen hij!"Verscheen
onverwachts. Miss Charteris wist te ont
snappen, waarbij' een vriendin haar hielp,
terwijl tusschen den graaf' en Mr. Bellairs
een hevige twist ontstond."
De beide m'annen wilden den spreker in
de rede vallen, doch een blik' van P|»inter
hield hen in "bedwang.
Zeldzaam', sprak zij' meifc het air v'an
Cleopatra, toen zij' Antonins vroeg Rom'a
in een papiert je te passen e® bïj haar thuis
te brengen, ik geloof', dat ik echt trek in
een perzik heb'.
Kid re,es op uit zijn stoel, trok zijn jas
aan en zatte een hoed op. Hij' was lernslig,
gladgeschoren en vlug.
-In orde, antwoorddp hij kalm', alsof
hij slechts ©ed contralet te-ekendia om' Pief
van der Veer te zullen bekanilpte®; ik zal
even naar buiten loop-en en cr cpn voor je
meebrengen.
Blijf niet zoo lang weg, fluisterde de
bruid, ik zal 'rn'iji zoo eenzaam voelen zon
der mijn kl-eine deugniet! Breng ja «an
lekkere rijpe mtee
Na een serie afscheidskussen, w'elke: be
ter bïj «en reis naar verre landen zou beib-
lic-n gepast, ging de bokser naar beneden.
Hier bleef hij' ©ven aarzelend st-aa®, Want
het was nog m'aar vroege lento en ar was
slechts een héél klein kansje, dat ergens
in die stille winkels en lcille straiten «c-p
perzik te vin-den was.
Bij- liet i'ruittentje op den hoek keek hij'
rond tusschen d-e in vloeipapier gepalette
sinaasappels, de zonnehongerige bapapen
en de opgepoetste appels.
Heb je perziken vroeg Kid.
Ach n«en, zuchtte de venter. Pas
over een maand komen er perziken. U b(ept
te vroeg. Maar ik heb: mooie sinaasappe
len. Moet u -een sinaasappel
Ontevreden liep Kid -w-eer dpor, slenter
de even het ciafe'tje -binnen van zijp vrirpd
Tom, die juist bezig wias door zijn zaak te
wandelen op zoek naar gebreken.
Ik he'b direct -een perzik noodig. ver
telde Kid hem!. Mijn oudjj-e wil een perzik'
hebben en ik m'oet er Voor zorgen. Als .jij;
er nu misschien een hebt, Tom, geef dat
ding dan gauw hier, want ik dpe er een
mtoord voor. Ik eiseh hem van je en 'des
noods nog meer als je ze in meervoudige
kwantum's mocht hebben.
Mijn huis staat voor je open, sprak
Tom. Maar een perzik is er niet in. Je
bent veel te vroeg, mian. Ik geloof zelfs
niet, dat je ze in de fijnste winkels uit
de stad zou kunnen krijgen. Maar nu zie
je w'at trouwen is, hè? Als oen vrouw
trek in iets krijgt hang jij dan je maag
maar a,an den kapstok! Het is nu ook al
te laat om verder de sfa,d, in t-e g-alan, Kid.
Maar als je vrouw een paar fijne sinaas
appels zou lusten, ik heb' hier
Dank j'a wel, Tom'. Het is heel
vriendelijk van je, ma,ar het gaaf nu een
maal om perziken. Ik zal het een eindje
verder nog eens probeeren ep apders ip de
stad.
Inet was bijna middernacht toen Kid
ten slotte in de heitere buurt gekomi-1® was.
Slechts heel weinig-winkels waren nog ge
opend en overal was men verrast door
het hooren van „Heb' je perziken?"
Maar op haar -bovenhuis Wachtte de
bruid geduldig en vol vertrouwen op haar
geliefd fruit. Ah, ©en kaïmlpioen zwaar
gewicht zon geen perzik kunnen bemach
tigen Zon hij ni-et de seizo-enep en de
maanden en winde® en .alles kunne® over
winnen onii een vruicht mee te brengen
voor zijn eigenste scha-ttepopije? Zoo daoht
het kleine bruidje in haar lennstoel en
middelerwijl liep Kid de eindelooze stra
ten door tot hij' heel in de verte «en ver
licht raam) zag waar alle kleuren van moe
der natuur schitterden. Maar het licht
ging plotseling uit en Kid zette er een
vaart in. Hij' kwam' juist op tijd om den
winkelier bezig te vinden zijin deur te
sluiten.
Perziken riep hij) aan groote wan
hoop ten prooi.
.Welnee, meneer. Niet voor oVer ©en
weck of vier. Ik heb' geen flauw idee,
waar u -die zou kunnen krijgen. Misschien
dat er in de fijn© hotels of sociëteiten «en
paar uit de kassen zijh, mlaar die krijg j'«
natuurlijk niet te pakken en ze zijin boven
dien niet te betalen. Ik heb wel prachtige
sinaasappelen voor u. Wilt u er daarvan
niet een paar m'eenemien
De Kid bleef' eenige oogenblikke® aarze
lend wachten; toen richtte hij' zijn schre
den naar een paar groene licihten, die de
poert van een groot g©bou-w flankeerde®.
Is de commissaris aanwezig? vroeg
hij, den wachtenden agent van politie.
Juist op dat oogenhlik kwapf de ©öm-
De detective vervolgde; „Nu napf da
graal', als bewijs van haar tegenwoordig
heid in het atelier, een brief wieg, wfelke
miss Rose bijl ha.ar vlnc-ht achtergelaten
hart.
Het was de bijlage, welke haar vader
ingesloten had in den brief', dien ze Don
derdagmiddag van hem' on-tving. 'Toen
graaf di Monti later hoorde van het on
geluk, zoo als het genoemd werd, gaf hi|
de bijlage aan ©en broed-er van zijn vriend
Mee, die Vrijdagmorgen naar Italië zou
vertrekken. Zoo werd het docpmient te
Milaan weer gepost en ontvangen op pro-
i'essor Charteris' club. Toen Miss Rose
in haar kam'er teruggekeerd was, miste
ze de bijlage oogenblikkelijk. Zie ging
naar het platte dak van heit tomerhuisje,
om; er met u over te spreken, Mr. Bellairs.
Ze> had- n gevraagd, haar daar te ontmloe-
ten, zoo ga,uw dat m'aar eenigszina mo
gelijk was. .Waarschijnlijk had een Van u
bei'den de on-fcm|oeting daar op tien uur
bepaald. Ik vermoed, d'a.t ze u gevraagd
heel'-t, haar dan te vertellen, hoe hat tus
schen n en graai' di Monti aTgeloopen
was. Ze was er zeker vhn, dat u getwist
zoudt hebben. U besloot echter, niet) te
gaan."
Een schok v|oer door di Monti, toen hij
uitriep
„Ik besloot voor hemT' l
(Wordt vmvolgfl.^