17. GOES
I
OL GOES.
Roosendaal
LEEN
ENIERSBEOIENDEN
r
N
DE WIT
IENTUIN.
NVAN GALEN
lo verdere producten
Ijzerhandel - GOES
SCHE COURANT
jrestigd sedert 1908
teland"
Bankwerker^
Rijwielhersteller.
53 wormpoeders
wormolie
te Goes,
ZATERDAG 15 FEBRUARI 1930
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
oud.
37. Tel. 230
CONGREGATIE
EN H. ALOYSIUS (Ver-
UIS) te OUDENBOSCH,
schedQk 1, OUDENBOSCH
TWEEDE BLAD
De ongeziene wereld of het leven
na den dood.
FEUILLETON
De brief van den dood
IF DAVERENDE DINGEN "H
ONTSPANNINGSLECTUUR
jren van donkerrood
dit jaar rijkbloeiend,
ilER- of BLOEM-
j alle kleuren, 15 ct.,
ïGONIA'S 5 ct.;
fen, 100 st. 11,-
per stuk 1 ct.
tRDLELIES 3 ct.,
TEN voor SNIJ-
1,25; VIOLEN 25
21008-64
door geheel Nederland.
voor den aanleg van
aties, Electromotoren,
enz, enz.
21029-30.
radio-Bureau
reg 30, Goes,Tel. 365
pari bestaat er gelegenheid
de vakken
ioolgebouw, West wal, eiken
305 uur. Zaterdags van
kt de Directeur. Bij de
st Rijksinkomstenbelasting
1 dat de zes klassen der
bewijs dat men niet meer
20891-42
Jrmen, zoowel bij volwas-
i f 0,85 per doos. Wormolie
j Apothekers en Drogisten
nair in Effecten.
(RICHTING.
nde do markturen zlttlno In hst
tomende Bank- en Effectanzake*
SR BILLIJK. 18174-80
beter.
ichoppelijko toestemming
;gen. Schuldbekentenissen
an het bedrag onmiddellijk
»p den dag van ontvangst.
*T
bekend.
vooruitzichten. Schriftelijk©
lichtingen, aan den heer A.
m.
HET HYSTERIE VAN DIEN DOOI).
De dood gaat over de bloeiend® laludcn:
Een ijzige huiver ia t warme bestaan,
Hij strekt naar het leven zijn knokige
handen,
Die 'doen er de bloesems der leute vergaan.
En wahr hij' de harten van jmssio iziet
I branden,
Raakt hij met ij's-konden vinger die Juin;
En toch is ons loven een eindeloos smach
ten,
En is er maai één, die ons troost in 't
gekwel'
Va.n de mensehen, die steeds orn ons leed
wezen lachten
I>e dood is onzie trouwe geZel.
De maakt ons Vrij uit de knellende haaiden,
Die 't m'ensöhelijk leven ons aan heeft
gedaan,
Hij voert onze ziel uit d'omsluitotiide wan-
i den
Van ruimte en van tijd, op do guldene
'baan,
Die leidt naar der eeuwigheid lokkende
Janden
De dood is het zilverlicht leven djer
Maan.
Hij is onze trooster in slaoploozo nachten,
Hij is de Van zaligheid stroomende wel,
Die lafenis foioctb aan het leed der. ge
slachten.
De dood is onze trouwe gezel.
I (Anton van Duinkerken).
O, ik lidb hot raadsel vlaii dén, dood in
het aangezicht geschouwd, het is Ver
schrikkelijk duist®, Zegt Piet® van dier
Meer in zijn Dlaghioek. i
Luister eens hoe hij ons het sterven v;an
zijn moeder verhaalt.
13 April. Moed® is 'dood. Zij is vanmid
dag gestorven om half twee. Wij; waren «r
alleen bij, haar kinderen, wij1 vieren.
Zij lag op het bod, rustig, id® öMgem
open en langzaam p,deinOnd.
Herkende zij ons? Hoeft zij de vier
mensehen, die haar kinderen zijn, bij1 haar
geknield zien liggen
Heeft zij onze zachte woorden van
innige liefde gehoord en ons dringicoid
smeeken oui nog éénimhal haren blik naar
ons te rioliten 1
Heeft zij onze warme handen gevoeld
om haar "koude bleeke handen en pmzft
lippen, die' haar koude voorhoofd kusten?
De jaren zijn nu van Mijl afgevallen,
ik 'ben weer een knaap, die naar izijn
moeder Verlangt en die nu Zoo bittor al
leen is nadat zij is heengegaan. Ik ben
geschokt tot in het diepst van mijn
wezen 1 Iemand zien stervWn. het is aan
grijpend! i
'O, ik he!b hot raajdsel Van den, dood in
liet aangezicht geschouwd, het is ver
schrikkelijk duister I
Het liöhaalm adcmlde langzaam1, met 'tel
kens langere tussehenjpoozen. Groote tru
ncal gleden traag uft de open oogfen,'
langs de wangen. Een sterVcnd® Weent 1
Waarom Wlat gebeurt er toch in het
zichtbare? Waarom is da ziel van een
stervtenlde (bedroefd? i V
O, ik voel zóo hevig, dat niott. alles wat
gebeurt, wij zien Met onze lidhalmjelïjke
oogen. Wij staan in de schemering en vlak
voor ons en naar alle zjjdon donkert' de
do nacht1
En juist in dien naicht gebeurt hot
wezenlijke.
Ik ben voortdurend bij moeder geble
ven.. i. het was mij of ik gebogen stond
boven een duizelingwekkende diepte en ik
vermocht niets te onderscheiden.
De 'dood is een onmetelijk groot® gebeur
tenis en moet toch iets Wonderbaar een
voudigs Zijn
Ilct ademen was onm'erkbaar geworden,
met hevigheid keek ik ha,ar aanhet
oogenblik naderde. En plotseling was hot
of een hand, de hand Van den Dtood, over
het gelaat streek; zij sloot de oogen, het
gezicht werd doodsbleek, de trekken ont
spanden zich, het hoofd zbnk dietpfer in de
kussens, toen werd alles onbeweeglijk en
doodstil...'., ik (begreep dat het geëindigd
was. Wij vouwden haar handen te Zam'en
op de borst; wij kusten het steenkoude,
blanke voorhoofd en stonden weer recht.
Ik kon mijn oogen niet verzaden aan
den aanblik v,an d'e doode. Kalm, met de
trekken in volkomen vrede, lag hot gelaat
open naar teven. Ik wilde do beeltenis
van dit zuivere gezicht in mij prenten,
voor altijd. Ik bleef haar aankijken, en
door A. FIELDING.
(Nadruk' varboden).
71)
„Is het een persoonlijke zaak Een blad-
wraak veronderstelde do prefffoct.
„We weten het niet", was het' ant
woord. „Het is een zeer geheimzinnig
geval, dat is zeker. Nu zou het voor ons
van groot belang wezen, a,ls u den inloord
nog eenigen tijld stilhield. Zoud'ü n de rail's
kunnen verzegelen m het lijk daar laten
liggen bijvoorbeeld. In ieder gev'al is
Toni geheel onschuldig, daar sta ik borg
vo: r. Doch ar is een erfeniskwestie bij de
zaak betrokken en dlat is misschien do
grondoorzaak voor de twee inbonden. Dit
plekje van de wereld is er oml bekend', dat
er no'-'t misdaden gebeuren."
„Smokkelaars zijn er hier zooveel als
vliegen op de honing", mbimipelde de pre
fect; toeh was hij wiel gevleid, door 't
geien Pointer gezegd had.
„Maar ik sprak van ernstige misdaden",
antwoordde deze. „Nu vind ik, dlat de
goede naam van (Tir de Altp Adige niet
mtrokken behoort te worden bij' een mis-
a5i!' t^e *n v©rband staat miet voorvallen
in. EugeHnd en mogelijk in andere landen,
wonderlijk, liet deed mij' 'wel, het gaf mij
vrede, het'gaf mij' een vastheid, een steun
punt in den chaos v,an het loVen. llit
sehioone, 'doode gelaat.
Daar lag,.nu het lichaam onbeweeglijk,
levenloos, zoinder ziel; in de woning jv'as
het laatste licht gedoofd, de nacht Vulde
het nu ganschelijk. Maar w.at Was er
gebeurd
O, ik weet nu, dat er oen ziel bestalat.
op welke wijze kan ik niet Zegen, kan ik
mij niet voorstellen, vermlag ik niet te be
grijpen, maar do ziel is onsterfelijk, is
eeuwig, is goddelijk I Ik gevoel het, het
kan niet anders. Het mysterie bestatit'.
Maar hoe jammerlijk tasten wij rond in
duisternis 1
Nu ligt het döode lichaam gelaten en
eenzaam in de donkere kamer benoden in
liet huisik zit hier en Waak.
Het is een geurige Zwart® lentenacht en
ik hoor het hartstachelijk fluiten dei- nach
tegalen in den tuin uit de verte. Ik zie
van hier, met voor mij de lente-nacht en
de groote, zwaïte stilte, do miense'hen en
het leven en het dood» lichaam van mijn
moeder en liet duizelt mijbet is imliji niet
mogelijk de raadselen te verwerpen en het
leven te namen, als ware het gewoon en
zonder Mysterie. I I
Nu is liet diep in dan nacht oen
zacht blauwe hemel hangt te schijnen
boven de nog kale, maar gezwollen takken
der booin'en; de struiken dragen reeds den
tooi Van helgroene blaadjes. Het is lente,
Doodstil staat do Enting rond mij en in
écne karoer daar ligt db doode, de oogen
toe onder de groóte leden. Wat zien zij
nu? Naar welke werelden is nu haar blik
gekoerd. Niemand, niamiand, kan mij zeg
gen, waar zij is. Is zij nog hier? Kan zij
mij zien of rust zij' in onzegbare) oorden,
waarvan geen mcnschelijke verbeelding
zich een voorstelling ka,n maken?
Er groeit een bange spanning ,in «nijn
wezen. Ik zit hier,, een verloren, a.nn
mensch, wiens moeder stierf on ik voel do
grondelooze oneindigheid .aan alle kanten
om mij heen. I
AVaar is God? AVpiar is de ziel' mijner
doode Mysterie
i 1 i
Wat heeft de groote Priester-dicht®
Guido Gezelle dat mysterie van dien dood
ook diep aangevoeld
Wat zijn het roerende verzen, die hij
neerschreef ma con eenZaltne wandeling
over het kerkhof.
Luister eens naiar stille, meditatie, die hij
houdt over het mysterie, het ontztelH endfe
mysterie van den dood;
•L
Ik wandelde, ik .wlapdeldle nlelen,
Ik wandelde en sprak tot den Ilejetr-J
Hij sprak ên jk hoorde, en Illijl hoorde en
ik sprak,
En ik wandelde en 'k sprak tot don Holelr.
I
Wie leedd'e, wie loodde er mijn sohrwên?
Waar leedden mijn sóhredon naartoe?
'k En wete m'aar 't loodde me| ont'wie cn
ik ging.
En ik stond op het kerkhof alleen.
i
Hier legde ik een Vriend in lipt giraf,
Ik legde en hij slaapt in| het graf
En Jezus, die waakt in zijn heilige tent,
Waakt neffens hem, neff'ens hot graf.
Waar, zegt mij', o, zwijgende veld',
Waar ligt hij begraven Alhier
Waar is 't Idjat ik weenend mijn oogen ver-
terg
En Zeide„Vaarwel, o Vaai-weE'
i
Een steni'm'e, geen anidlere' n sprak,
Een stemlmie, geen andere' geen oen:
,.,Kömt hier", Zei een stem'mle, a.an 't
kruis, „hij ligt hier:!
Komt hier," Zei een stemlmie, aan het kruis.
Alkmaar.
C. VIS, Rector.
VAN OVER DE GRENZEN
De Pa ssiespel en te
O b' eaïn'iml er g a u.
De beroemde passiespelen, Welke, "dit
;air wedermnl te Oberajmknergau zullen
plaats hebben, zullen opgevoerd Worden
in een geheel nieuw theater. Dit getouw
is ontworpen door Professor Linnebach
en daar zijln oorsprong heeft. Maar zou
ik de lijst der zaken van Maandagmorgen
even mogen zien?"
De papieren werden pointer voorgelegd.
Hij' vernam! er uit, dat op Maandag het
volgende gebeurd was:
1. Een wielrijder bekeurd voor ïietsen
op het voetpad.
2. Een winkelruit gebroken.
3. Een straatongeluk.
Dat was geen hoopvolle lijst voor twee
liïorac-n. De gebroken winkelruit was van
een koekjeswinkel. Twje.e kleinjei jongens
waran do daders. Er bleef dus liet onge
luk op straat over.
Ben welgestelde Biulgaarscha lieer, eon
rozenkweeker uit Kazanlik, was over
reden door een kar met ©en hollend paard
er voor. Hij' was in het ziekenhuis .of
even eerder ovlexleden. BOeit lichaam' werd
hartelijk opgevraagd en door Zijiu Vrien-
t#en mteegeiuamEn naar huis.
Pointer stond op. Dit was zijn laatste
hoop. Als die in rook vervloog, bleetfl er
alleen nog een zaar toevallige onfcmbe.ting
of een verdwaalde brief oyer, omi heimi
op het spoor te helpen.
De Bulgaar was in het ecnige zieken
huis n Bolza.no opgenomen. Daar ging
Pointer liee,n en informeerde verdien naar
d'en heer Drinof'f, zoo heattJa het slachtof
fer.
Dö zuster, die dienst (had, aan zonder
en wordt getouwd door een broer van den
vroegeren Christus-vertolker Anton Lang.
Het theater zal aan ruim' 5200 bezoekers
plaats kunnen bieden en kost de enorme
som van 1.800.000 Mark, waarvan hot
to on eel alleen bijna 1 milli-oen nilark heeft
gekost. De rol van Christus is voor dit
jaar opgedragen aan Alois Lang, eon (fa
milielid van den bekenden Antoui Lang.
Reeds bij de laatste passiespelen in 1922,
was Alois Laug een ernstig mededinger
naar de Christus-rol, mlaar had bij de ver
kiezingen één stem te weinig. Hlelm' werd
toen, naast de red van Naithanael, opge
dragen om' da Christus-rol in te sbudeerem
om zo onood'i'g voor Anton Lang te kun
nen invallen. Daar Anton Lang in 1922
geen enkele maal heeft ontbroken, heeft
Alois goon gelegenheid gehad! die rol te
spel om. Alois Lang is 38 jaar oud' pn
beeldmsnijder van beroep. In don oorlog
diende hij bij1 de veldartillerie, en in 1914
wOTcl hij bij Maaiquvillers in do heup ge-
wind; na zijn herstel ging hij! terug naar
heit l'ront als Alpenjager'. Hiji is liet
type van een Euiid'-Tyroler ïaet smal
olijfkleurig gelaat en lang krullend hoofd
haar. Hij is gehuwd, dooh heeft geen
kinderenin zijn vrijen tijd wSjjdt hij zich
bij voprkaur aan de bijienteelt en in zijn
goed verzorgden tuilu heeft hij' abt min
der dan 40 korven staan, waarop hij zeer
trotsck is. In zij% werkpl'aaits heeft 'hij
een leveaisgroat kruis vervaardigd, hat-
we,!k hij bij' de spelen zal gebruiken. An
ton Laug, de beroemde Christusvertoüker
van do jaren 1900, 1910 cn 1922, heeft
wegens zijn gevorderden l'edfltijd, bij. is
thans 55 jaar oud, voor zijln liavelingsroi
moeten bedanken. Hijl heelflt hat echte
Christus-type, zooials d'e groote schilders
dat weergeveneen regel'miatig, 'fijn Kelsne-
den gelaat, blauwe oogen en blond' gol
vend li aar' cn ba,a,rd. Hij' voeilfle zich
echter tegenover de lichamelijke inspan
ning, Weilke do Christus-rol rn'eit zich me
debrengt, niet meer opgewassen, en henaf't
gemeend deze aan, een jongene kracht te
moeiten overlaten. Dit jaar zal hijl Mj! elke
verandering van tooneel dan pToloog zeg
gen. Voor de rol van Maria is dit jaap ge
kozen de 23-jarige Anni Rutz, dochter
van een weduwe, die m'et haar antoedler in
i.wec jongere zusj.es een klein huisje te
genover liet stadhuis bewoont. Zij' is
een slank, donkerblond, meisje, een echte
Oborainlmtergausehe. Zij kreeg haar opvoe
ding in verschillende kloostexsoholemeerst
vier jaar lang in het Emgelsche instifcujult'
te Passing en daarna in het St. Anna;-pen.
sioniat te' Müuohen. Reeds in 1910 .en
1922 speHde zij in de Passiespietlon als
volkskind roede, docii toon zij) in 1927
op het oefen tontel' als Ma.gdlalena in het
b'ijb'C'lsehe stuk „Meister des Lebens" op-
fcr-iu, ontdekte men in haar een Waar fa-
lont. Johanna Preisinger, gew'oonlijk
H.ansi genaamd, is da Magdoiena van dit
jaa.r. Zij is de dochter van den waiaa:d ,ui;t
die .Alto Plost'" en (23 jaar oud. Zij is mle't
veel toineel talent begaafd en voelt1 zich
op de plankeii tost thuis. Hansi Preisin
ger was ook een ernstige candidate' voor
de Ateria-rol; in 1922 zong zijj in hot koor.
De. Johannes-rol zal gespoeld worden door
Hans Lang, een zoon van den dorpsge-
neesheer, dr. Anton Lang. Hijl is 23 jaar
een flinke slanke figuur van 1.80 M.
lengte, en golvend blond haar. In 1922
werkte hij' roede als Jodenkind, doch dlaal
hij niet, zooals de ainderei Oberaan|m|er-
ga.ucr jeugd' op het oCffantoonaei haeft ge
speeld, is er van zijn spelerstalent niet
veel bekend. Zijn vader, dr. Anton Lang,
was in 1922 de plaatsvervanger Van
tians Mayr, in de rolt van Pilatus ©n (daar
deze reeds in Juni ziek wierd, heel|ü
hij tot het einide mat zeer vaal talent ide
rol van Pilatus vervuld. '(Wilhelm! Lang,
de vaaer van den. Christus-vertolker Alois,
'■s de rol vau Niaodamius toebedeeld; even
als in 1922. De andere voomame krollen
zijn in handen van Anton LeOhner, dio
Jeu lloogapriester Annas zal spelen; Pe
ter Rend! als apostel P,etrus en Melchior
Dreitsamter als Pilatus. Melchior Bneits-
amter, dio een eenvoudig tiimlmiermlan is,
heeft in 1922 de ral van Johannes op
voartreifiëlijke wijze uitgebeeld. De hoofd
regie is in goede handen, zijl w|ird:t n.l. ge-
voer 1 daar den beeldhouwer Johann,Georg.
Lang, met assistentie van Haas Mayr, dio
tevens cLe rol van Herodes op zich nsemlt.
Door den bekenden kunstschilder (Prof.
Zcno Dieroer, aükonilstig uit Ob'eramm'er-
gau, is aan de m)uziek van het passiespel
die oorspronkelijke zetting, welke in den
loop der tijden was verloren gegaan, te
ruggegeven. De laesrepetitites zijin reeds
ine.t Kerstmis begonnen en in Maart ,a.s.
vangen de repetities op. de planken aan.
ling, lïleiu menschje in liaiar vreelmlde klae-
ren, keek alles vooi' d'en dlatcCtive na. Er
Waran geen bijzondere omstandigheden op
to merken. De man was dood, toen hij
aankwam en werd dan ook dadelijk naar
de doodenkaipal gebracht. Eeaiige van zijn
vrienden waren iets later gekomen en had
den hem opgeëiiseht. Zij', haidden hein) inis-
schien nïfeo teruggenomen naar RulgarijC.
Als Pointer datums wilde weten, zou Doc
tor S'anftl hem! wel kunnen helpen. Hij
had eerst nog gedacht, dan m'an in leven
le houden, dloch w'M'ra b'leelc, dat d)e
wan reeds dood wa.s. H|qo laat het gebleiur1
die J uist voor hot ctem,, ongev|aex Ctfl juur,
oil misschien holltf twaalf. De zusters aiteu
om twaalf uur; ze hadden dus niet veel
gelegenheid voor den mlaaltij|d' geliald.
Was hij vergezeld Van aen vrilelnld, toen
hij brancn gebracht werd?" vroeg Pointer.
Geen vriend slechts cien vriendielijkcHn
voorbijganger.
Een andere Bulgaar, die haal goed
Duitsch sprak.
„Was hij soms lang, mlager cn audlaCh-
lig vroeg Pointer op goed geluk af?
„Juist! Lang, m'ager en ouidachtig. Eren
soort professor, te oor.d'eelen naiar zijn
ec-nijgszins WötcnschaippeJijk gezicht", was
het antwoord.
Wist ze zeker diaii" heb geen Eiiigelsch-
man geweest w^as
Neen, zekerheid had Ze daaromtrent
Natie Moesson.'
(Weer locs ik in de krant: „In verband
niet het' uitblijven van den regen, zijln do
vooruitzichten in hot Madoercesch» on
gunstig. Er heerscht vooral groot gebrek
a au veevoeder. Biaidscliiebanide bodmie»,
vooral vruchtibooinen, werden luea: en. daar
weer geplunderd', teneinide het v|eie in leven
ts kunnen houiden. Reeds lielbben ve!|ei des-
sain'ensc'hen hot grootste deel van belt vpa
van de hand gedaan om' zel'fl te kunnen
laven, hotgeeu achter eerst geschiedde
nadat alles wht wlaiarde had in heit pand
huis was gebracht. Olfsclohooiu de nood' nog
niet overal tot het hoogste is gestagen,
moet, de toestand, vooral op Oost-Madoera,
aus kritiek worden beschouwd."
Zulk een bericht zoiui in vroeg® dagen
het hevigste medelijden hebben Verwekt.
Op het ministerie van Koloniën zou men
de kopipen bij elkaar "hebban gestoken om
in a'lerijl te beraadslagen, Wat het Moe
derland in zulk een droevige aangelegcin-
hei'i aan hulp zou moeten bieden. Er zou
eau kabinetsraad zijn gehouden miet als re
sultaat het aanhangig ronken, in de Ka
mers van een droogtewetje, waardoor een
bedrag zou Worden gevoteerd teir bestrij
ding van do droogte in. Indië on (i|at wetje
zou zoo spoedig mogelijk in |mhkr dan
anderhalf ja,ar door de beide Kamers
zijn licengesloëpt. .Wie spoedig helpt,
helpt dubbel, nietwaar 1 Nu is zooi iets
een peuleschil.I Elfen paar Weken na het
versChrjmcn van zulk een bericht in de
bladen, komt do Minister van. Koloniën
toevallig even zijln departement 'binnen
stappen. En terwijl de hoogste opper-
arobienaar 's ministers jas en hoed aan
neemt, ontwikkelt zich het volgende ge
sprek „Eaoellentie, weet u van <to droog
te in Indië?" „Wat zou dat". „Al sinds
een paai' w'eken, .Excellentie, .d'e toestand
wordt eritick'". „Wat Jiablb u gedaan om
hulp te brengen?". „Niets Excellentie!".
„Niets???'?" „Ja toch, Excellentie, op u
gewacht". „Weet u dan (niet, da|b we
tegenwoordig regen kunnen bestellen 3"
„Veraart, Excellentie?" „Natuurlijk, bel
hem maar even op!". „Uitstekend, ExceJ-
Uentie. uitstekend!" De telelibniseho Ver
binding wordt tot stand gebracht en da
hoogste opperamibtenaar neam't bij helt rin
kelen van de bel de hoorn van de haak.
„Hallo, mot Veraart?". !U spreekt met het
departement van Koloniën. U weet zeker
wel iets af van de droogte in In|dië!l"
„Juist is daar ook iets tegen te doem?".
„Ja wilt u voor ons wat regenbuien no-
toerem Ja, juist, boven Oost Madoe-
r.at. Wat is de prijs? Wat zegt u, |f! 1,98.
Ipc: vierkante Meter? nogal dluiurl O, is
dat een speciale uitverkoopiprij's J'.uist,
juist niet radluütie bij! afnonne van stort
regen. Nu, we hebben zoo ongeveer 200
vierkante Kilometer noodig. Wat denkt
u er van? Juist, een speciale reductie dus
van 50 ciants per vierkante Meter. Uitste
kend', natoert u maar 200 vierkante K.M."
„\Vat zegt u? De titel van Hofleveran
cier „No:u, ik weet niet pifl dat gaan
zal „Neen, d-e minister kunt u niet spre
ken. Heellt hot te druk. Dag mijnheer
Veraart". „In orde, Excellentie, dr komt
minstens een natte moesson". „Mooi zoo,
adieu' De minister kleedt zidh en ver
dwijnt. Aldus in den jare '1930. Als de
proeven tenminste eindelijk willen slagem.
REIJNOUT.
De tweede moeder.
Koel was de avond na een heete dag: er
iiing nu een lichte nevel orver de Weiden en
friseh woei er 'n kalme 'bries, Zoodat' het
water van de sloot oven golfde. En, daar
aan merkte hij ook pias eens dat het laat
begon te worden. Doen 't dien middag nog
heet was en alles gloeide en. trilde van de
felle zon, was hij hierheen giekomen, omldaib
hij 't e«ns rustig wilde hebben en afleiding
zocht te geven aan z'n sombere gedachten
Maar liij bemerkte nu, dat hij zichzelf niet
had kunnen ontvluchten, en dat hij vanaf
het eerste oogenblik, dat hij zich hier had
neergelegd tusschen 't hooge riet, tot nu
toe, a,an niets anders had gedacht, dan
juist a,an datgene, waarvan hij zich had
willen verlossen.
Dom, duwde hij Zichzelf toe, eigenlijk
ben ik toch een idioot, wat heeft 't imij nu
geholpen. Maar hij was zich zelf heel goëd
bewust, dat hij niets anders had gekund,
hoe hij er ook tegen gestreden had'.
Hij was ook nog te jong ernst 14
jaar om die kalme onverschilligheid' eai
niet. Ze had' den rolan, nooit eerder gezien
e,n daar het bleek, (iat hot con vraemdeliing
was, Meld ze 't voor uitgemaakt, zonder
eenigen grond eigenlijk, dat hat een Bul
gaar moest wezen. Doch Doctor San'flhL
zou het wel m'et zekerheid wetem, want
die had een lang gesprek mleit den. vreem
deling gehad.
Kon Pointer d'en dokt® te spreken
krijgen
Hij was niat meer aan het ziekenhuis
verbanden. Pas een w'aek geiedlem ver
trok hij naar het Mariahüïl-'Ziekenhuis te
lnnsbrück. Men zou heml oohter kunnen
schrijven om1 inlichtingen.
Pointer dacht even ma, "dooh w'as al
gauw besloten om liever zelf naar Inns-
briiuk te gaan en. wel miet d'en eersten dein
b'esten trein.
De zuster verbelde he|ml verder nog, dat
Dodtor Sanf'tl ze® met don ouden vreeiml-
deüimg ingemoMlen geweest Was. Hij had
hem ook gevraagd', in den »a|mtLcldag terug
te komen, daar Hij! bqml iets wilde laten
zien, doch alls ze zich goed herinnerde,
had de vraetakteling aan dit verzoek niet
kunnen voldoen, daar hiji een uitstapje
.wilde maken en eenige ruïnen bezichtigen.
Nadat Pointer het ziekenhuis verlaten
had, nam hij den e®sten trein, dale naar
Innshrüok vertrok, over den (Brenner-pas.
Den volgenden morgen röed hijl naar het
ziekenhuis ,dat buiten de stad lag. Het
gelatenheid te IbeZitjJcn, (lie hot eigendom'
zijn van rijpere jaren. Wanneer h»m iets
tegenstond, d'an Verzetjp lrij zich miet ei
de hartstocht en t döaorZelitiiDgsVerimogen
aan de jeugd eigen en Hij helmj door niets
getemperd, en zoo moest hij Wel dikwijls
aaustooten en aanbotsen tegen die ruwa
wcrkeljjk v'an het leven, die zoo dikwijls
anders is, dan 't gedroomde ideaal.
Vier jaar w.as liet nu al geleden, dat
zijn moeder stierf, en nog hacl hij| niet in
haar vmlics kunnen berusten. Toch was
z'n verdriet tot wooir kort bijna ingeslui
merd, hij was ibijna aan den toestand) ge
wend geraakt en had roods 'n zioh weten
te schikken ,als onvermijdelijk voor zich
gezien. I 1 I
Maar nu w.as do smia,rt ow liaan ver
lies i neens weer herleefd' in al Z'n felheid
en dieptehij had van z'n Vad®, gchaudicin,
innig met al do geestdrift van een jon
gen en des te moer natemlate "hij bijl hemf
'n steun had en mooie h®inneringoni vloind
aan z'n. gestorven, moeder, roaar dezte was
nu hertrouwd en de groote sympathie \v,as
Werandtod in 'n bijna even groote afkeer.
Toch beschouwde hij heta nog niet als
de ergste oorzaak Van alles Wat ar gebeurd
was: z'n tweede moeder ptond'nogverder
van hem af. Hij vond geen geluk en vrede
meer in huis nu zij was: alles stond
hem tegen: de mteest gezellige hoekjes wa
ren niet mesr veilg voor hem: elk oogen
blik kon zij komen, en hij' wilde haar niet
zien en niet door haar gezien Woirdien.
't Ergste nog van alles vond hij', dat ze
lief tegen hem' probeerde te zijn, dat Zij
hem voor zich wilde winnen. Iedere stap
van toenadering in haar richting vond hij
verraad van zijn kamt en hij wilda sterk
staan en geen stap afwijken van z'ijn geko
zen standpunft i
Nu cn dan w®d 't hem ta miaohtig in
huis en kon hij' 't er niet (m'o® tdthoildlen
h,ij vluchtte dan weg en wilde an.n Zijn
gedachten over haar ontkomen, m'aar even
min als nu, was hij er in geslaagd', dat te
bereiken.
En nu moest Hij weer naar huis; lek»
avond kwiam in vreemde sohnmloring .ovoi-
de onbeweeglijke velden en over de roeke-
hoze slooten met kuin pm'Zooiming van
hoogwuivend riet. Hij had) oen gevloel Van
onzegbare verlatenheid on de tranen dron
gen hem naar de oogen: hij had) languit
gelegen in het hooge gras, on gestaard
naar de wolklooZe lucht, maar nu ging hij
z'n hoofdi n z'n arm' verbergen en snikte
't uit: „Vader, waarom heb je niet aan
mij gedacht, ik had 'je ;Zoo niooldig.i''
Maar hij schaamde er zich wat over: die
gevoeligheid was Zoo kinder,ajchtig .en hij
was nu toch waarachtig al Veertien jaar.
Hij sprong op en slenterde langZaapi' dooi
de weiden naar het m'ulle ZanldwOggetje,
dat na,ar die voorstajd leidde, waarin dto
villa stond, die zijn vader 'bewoonde.
Nu zou ze hem zeker w'cor opWalchhen.
„Karei, waar heb je toch gezeten, zóó
lang, ik maakte Me echt ongerust ov'er
je, Zon jo t ovortaam niet e®s1j Zegen, als
je .uitgaat en vertollen, waar je heen
gaat Maar hij wist ook wel, Wa,t liij' zou
antwoorden: „,0'ch, dlat deed: ik bij mloeder
ook niet.' Dlat zoiu ze voelen en. Öa,n
meteen weten, d'at Mj' niets met haar te
■doen wilde lielbben. 't Werd nu al (Wat
drukker en de mulle Zandweg Was in' n
drukker en 'de m'ulle zandweg was in 'n
klinkerstraat overgegaan: er schoten eeni
ge auto's Voorbij en ook mlotorfSletselu
raasden kletterend over den weg.
Hij was onvoorzichtig en lette niet op:
z'n gedachten waren weg en zóo mlolest
't wel gebeuren, dat Mj, bij' 't voorbij'gaiam
van een zijstraat, niet fijdig genoeg kon
uitwijken voor eem auto', die er uit te voor
schijn schoot. Hij werd anagereden, nZóó
ernstig, dat hij tuimelde en 'n gedeelte van
't achterwiel ov® 't lichaam kreeg. Hij
hleef liggen, verdoofd vau den söhok en do
pijn. Dadelijk was 'n kring van belang
stellenden rond hemi gevormd; Men nam
hem op en droeg „'m een huis binnen. Hij
wist nog ..steeds niet, wat er gebeurd was
<m kon niet zeggen, waar hij woonde, maar
een der omstamters kende hem'.
'n Dokt® uit do ibuurt .verbond' hemi en
'n ziekenauto reed hem naar huis. Nog was
hy niet geheel en al tot Z'n volle bewust
zijn gekomen: Mj' vbelde alleen 'n ste-
kmide gruwelijke pïjn aan d'e schouders en
aan het dijbeen en dat nam' al Zijn aan
dacht in beslag. Hij sloot die oogen weer:
ja, dat w.as toeh hier thuis; hij lag opi z'ijn
eigen bed esn kendla alles rond' hero heen,
maar later zou Mj er wel 'ns aan gaan
denken, wa.t er gebeurd wias: hij kon nu
miet: o, die pijn, als oen golf trok het
door zijn lichaam, en wat 'brandde hem'
de dorst I j 1 I i
was een somber gebouw an grijs van h'et
stol'.
„Een viend Van Professor Charteiris,
van den professor, die zooVeel belangrijke
vragen deed ova- chemische aiffiniteiten?"
riep Doctor Sam'f'tl verrast uit. „Grüss
Gotten hij schudde P|oimter hairtlelijlc
do hand.
„"Wat kan ik voor u doen?" ging hij
vendor. „Niets ,'te oordael'en naalr uw
uiterlijk; toch hebt go den laatsten tajid
zorgen over iets."
Pointer, die zijn taak steeds zej® ernstig
opnam', was verwonderd óver de sdherp-
zinnigheid van den gnoofen, ïkn-seken roan.
J,a, hij' w;as bezorgd gewfaesl, pver
den professor. Men haid niets van hem:
verno'nien, simde hiji te Bolzano aaugeko-
roen was. Koai 'do dokter miet steülighiei'd
beweren,d' a'.t de overlieden Bulgaar cn die
professor elkaar volkomlen v|ree|m|d gelWesst
waren
De dok ter was er zek® van.
„Waar zijn mijin aanteek'eningcn Over
liet geval o, ik herinn® 't me al. Zie
zijin in Bolzano", sprak hij'.
„De zuster zei vam niet", braolit Poinjter
in het midden.
„Welke zuster? Met dte hietldara oogen
en tamelijk scherpen, gebogen neus?"
i (Wordlt Vervdlgld.)