17. GOES I OL GOES. Roosendaal LEEN ENIERSBEOIENDEN r N DE WIT IENTUIN. NVAN GALEN lo verdere producten Ijzerhandel - GOES SCHE COURANT jrestigd sedert 1908 teland" Bankwerker^ Rijwielhersteller. 53 wormpoeders wormolie te Goes, ZATERDAG 15 FEBRUARI 1930 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT oud. 37. Tel. 230 CONGREGATIE EN H. ALOYSIUS (Ver- UIS) te OUDENBOSCH, schedQk 1, OUDENBOSCH TWEEDE BLAD De ongeziene wereld of het leven na den dood. FEUILLETON De brief van den dood IF DAVERENDE DINGEN "H ONTSPANNINGSLECTUUR jren van donkerrood dit jaar rijkbloeiend, ilER- of BLOEM- j alle kleuren, 15 ct., ïGONIA'S 5 ct.; fen, 100 st. 11,- per stuk 1 ct. tRDLELIES 3 ct., TEN voor SNIJ- 1,25; VIOLEN 25 21008-64 door geheel Nederland. voor den aanleg van aties, Electromotoren, enz, enz. 21029-30. radio-Bureau reg 30, Goes,Tel. 365 pari bestaat er gelegenheid de vakken ioolgebouw, West wal, eiken 305 uur. Zaterdags van kt de Directeur. Bij de st Rijksinkomstenbelasting 1 dat de zes klassen der bewijs dat men niet meer 20891-42 Jrmen, zoowel bij volwas- i f 0,85 per doos. Wormolie j Apothekers en Drogisten nair in Effecten. (RICHTING. nde do markturen zlttlno In hst tomende Bank- en Effectanzake* SR BILLIJK. 18174-80 beter. ichoppelijko toestemming ;gen. Schuldbekentenissen an het bedrag onmiddellijk »p den dag van ontvangst. *T bekend. vooruitzichten. Schriftelijk© lichtingen, aan den heer A. m. HET HYSTERIE VAN DIEN DOOI). De dood gaat over de bloeiend® laludcn: Een ijzige huiver ia t warme bestaan, Hij strekt naar het leven zijn knokige handen, Die 'doen er de bloesems der leute vergaan. En wahr hij' de harten van jmssio iziet I branden, Raakt hij met ij's-konden vinger die Juin; En toch is ons loven een eindeloos smach ten, En is er maai één, die ons troost in 't gekwel' Va.n de mensehen, die steeds orn ons leed wezen lachten I>e dood is onzie trouwe geZel. De maakt ons Vrij uit de knellende haaiden, Die 't m'ensöhelijk leven ons aan heeft gedaan, Hij voert onze ziel uit d'omsluitotiide wan- i den Van ruimte en van tijd, op do guldene 'baan, Die leidt naar der eeuwigheid lokkende Janden De dood is het zilverlicht leven djer Maan. Hij is onze trooster in slaoploozo nachten, Hij is de Van zaligheid stroomende wel, Die lafenis foioctb aan het leed der. ge slachten. De dood is onze trouwe gezel. I (Anton van Duinkerken). O, ik lidb hot raadsel vlaii dén, dood in het aangezicht geschouwd, het is Ver schrikkelijk duist®, Zegt Piet® van dier Meer in zijn Dlaghioek. i Luister eens hoe hij ons het sterven v;an zijn moeder verhaalt. 13 April. Moed® is 'dood. Zij is vanmid dag gestorven om half twee. Wij; waren «r alleen bij, haar kinderen, wij1 vieren. Zij lag op het bod, rustig, id® öMgem open en langzaam p,deinOnd. Herkende zij ons? Hoeft zij de vier mensehen, die haar kinderen zijn, bij1 haar geknield zien liggen Heeft zij onze zachte woorden van innige liefde gehoord en ons dringicoid smeeken oui nog éénimhal haren blik naar ons te rioliten 1 Heeft zij onze warme handen gevoeld om haar "koude bleeke handen en pmzft lippen, die' haar koude voorhoofd kusten? De jaren zijn nu van Mijl afgevallen, ik 'ben weer een knaap, die naar izijn moeder Verlangt en die nu Zoo bittor al leen is nadat zij is heengegaan. Ik ben geschokt tot in het diepst van mijn wezen 1 Iemand zien stervWn. het is aan grijpend! i 'O, ik he!b hot raajdsel Van den, dood in liet aangezicht geschouwd, het is ver schrikkelijk duister I Het liöhaalm adcmlde langzaam1, met 'tel kens langere tussehenjpoozen. Groote tru ncal gleden traag uft de open oogfen,' langs de wangen. Een sterVcnd® Weent 1 Waarom Wlat gebeurt er toch in het zichtbare? Waarom is da ziel van een stervtenlde (bedroefd? i V O, ik voel zóo hevig, dat niott. alles wat gebeurt, wij zien Met onze lidhalmjelïjke oogen. Wij staan in de schemering en vlak voor ons en naar alle zjjdon donkert' de do nacht1 En juist in dien naicht gebeurt hot wezenlijke. Ik ben voortdurend bij moeder geble ven.. i. het was mij of ik gebogen stond boven een duizelingwekkende diepte en ik vermocht niets te onderscheiden. De 'dood is een onmetelijk groot® gebeur tenis en moet toch iets Wonderbaar een voudigs Zijn Ilct ademen was onm'erkbaar geworden, met hevigheid keek ik ha,ar aanhet oogenblik naderde. En plotseling was hot of een hand, de hand Van den Dtood, over het gelaat streek; zij sloot de oogen, het gezicht werd doodsbleek, de trekken ont spanden zich, het hoofd zbnk dietpfer in de kussens, toen werd alles onbeweeglijk en doodstil...'., ik (begreep dat het geëindigd was. Wij vouwden haar handen te Zam'en op de borst; wij kusten het steenkoude, blanke voorhoofd en stonden weer recht. Ik kon mijn oogen niet verzaden aan den aanblik v,an d'e doode. Kalm, met de trekken in volkomen vrede, lag hot gelaat open naar teven. Ik wilde do beeltenis van dit zuivere gezicht in mij prenten, voor altijd. Ik bleef haar aankijken, en door A. FIELDING. (Nadruk' varboden). 71) „Is het een persoonlijke zaak Een blad- wraak veronderstelde do prefffoct. „We weten het niet", was het' ant woord. „Het is een zeer geheimzinnig geval, dat is zeker. Nu zou het voor ons van groot belang wezen, a,ls u den inloord nog eenigen tijld stilhield. Zoud'ü n de rail's kunnen verzegelen m het lijk daar laten liggen bijvoorbeeld. In ieder gev'al is Toni geheel onschuldig, daar sta ik borg vo: r. Doch ar is een erfeniskwestie bij de zaak betrokken en dlat is misschien do grondoorzaak voor de twee inbonden. Dit plekje van de wereld is er oml bekend', dat er no'-'t misdaden gebeuren." „Smokkelaars zijn er hier zooveel als vliegen op de honing", mbimipelde de pre fect; toeh was hij wiel gevleid, door 't geien Pointer gezegd had. „Maar ik sprak van ernstige misdaden", antwoordde deze. „Nu vind ik, dlat de goede naam van (Tir de Altp Adige niet mtrokken behoort te worden bij' een mis- a5i!' t^e *n v©rband staat miet voorvallen in. EugeHnd en mogelijk in andere landen, wonderlijk, liet deed mij' 'wel, het gaf mij vrede, het'gaf mij' een vastheid, een steun punt in den chaos v,an het loVen. llit sehioone, 'doode gelaat. Daar lag,.nu het lichaam onbeweeglijk, levenloos, zoinder ziel; in de woning jv'as het laatste licht gedoofd, de nacht Vulde het nu ganschelijk. Maar w.at Was er gebeurd O, ik weet nu, dat er oen ziel bestalat. op welke wijze kan ik niet Zegen, kan ik mij niet voorstellen, vermlag ik niet te be grijpen, maar do ziel is onsterfelijk, is eeuwig, is goddelijk I Ik gevoel het, het kan niet anders. Het mysterie bestatit'. Maar hoe jammerlijk tasten wij rond in duisternis 1 Nu ligt het döode lichaam gelaten en eenzaam in de donkere kamer benoden in liet huisik zit hier en Waak. Het is een geurige Zwart® lentenacht en ik hoor het hartstachelijk fluiten dei- nach tegalen in den tuin uit de verte. Ik zie van hier, met voor mij de lente-nacht en de groote, zwaïte stilte, do miense'hen en het leven en het dood» lichaam van mijn moeder en liet duizelt mijbet is imliji niet mogelijk de raadselen te verwerpen en het leven te namen, als ware het gewoon en zonder Mysterie. I I Nu is liet diep in dan nacht oen zacht blauwe hemel hangt te schijnen boven de nog kale, maar gezwollen takken der booin'en; de struiken dragen reeds den tooi Van helgroene blaadjes. Het is lente, Doodstil staat do Enting rond mij en in écne karoer daar ligt db doode, de oogen toe onder de groóte leden. Wat zien zij nu? Naar welke werelden is nu haar blik gekoerd. Niemand, niamiand, kan mij zeg gen, waar zij is. Is zij nog hier? Kan zij mij zien of rust zij' in onzegbare) oorden, waarvan geen mcnschelijke verbeelding zich een voorstelling ka,n maken? Er groeit een bange spanning ,in «nijn wezen. Ik zit hier,, een verloren, a.nn mensch, wiens moeder stierf on ik voel do grondelooze oneindigheid .aan alle kanten om mij heen. I AVaar is God? AVpiar is de ziel' mijner doode Mysterie i 1 i Wat heeft de groote Priester-dicht® Guido Gezelle dat mysterie van dien dood ook diep aangevoeld Wat zijn het roerende verzen, die hij neerschreef ma con eenZaltne wandeling over het kerkhof. Luister eens naiar stille, meditatie, die hij houdt over het mysterie, het ontztelH endfe mysterie van den dood; •L Ik wandelde, ik .wlapdeldle nlelen, Ik wandelde en sprak tot den Ilejetr-J Hij sprak ên jk hoorde, en Illijl hoorde en ik sprak, En ik wandelde en 'k sprak tot don Holelr. I Wie leedd'e, wie loodde er mijn sohrwên? Waar leedden mijn sóhredon naartoe? 'k En wete m'aar 't loodde me| ont'wie cn ik ging. En ik stond op het kerkhof alleen. i Hier legde ik een Vriend in lipt giraf, Ik legde en hij slaapt in| het graf En Jezus, die waakt in zijn heilige tent, Waakt neffens hem, neff'ens hot graf. Waar, zegt mij', o, zwijgende veld', Waar ligt hij begraven Alhier Waar is 't Idjat ik weenend mijn oogen ver- terg En Zeide„Vaarwel, o Vaai-weE' i Een steni'm'e, geen anidlere' n sprak, Een stemlmie, geen andere' geen oen: ,.,Kömt hier", Zei een stem'mle, a.an 't kruis, „hij ligt hier:! Komt hier," Zei een stemlmie, aan het kruis. Alkmaar. C. VIS, Rector. VAN OVER DE GRENZEN De Pa ssiespel en te O b' eaïn'iml er g a u. De beroemde passiespelen, Welke, "dit ;air wedermnl te Oberajmknergau zullen plaats hebben, zullen opgevoerd Worden in een geheel nieuw theater. Dit getouw is ontworpen door Professor Linnebach en daar zijln oorsprong heeft. Maar zou ik de lijst der zaken van Maandagmorgen even mogen zien?" De papieren werden pointer voorgelegd. Hij' vernam! er uit, dat op Maandag het volgende gebeurd was: 1. Een wielrijder bekeurd voor ïietsen op het voetpad. 2. Een winkelruit gebroken. 3. Een straatongeluk. Dat was geen hoopvolle lijst voor twee liïorac-n. De gebroken winkelruit was van een koekjeswinkel. Twje.e kleinjei jongens waran do daders. Er bleef dus liet onge luk op straat over. Ben welgestelde Biulgaarscha lieer, eon rozenkweeker uit Kazanlik, was over reden door een kar met ©en hollend paard er voor. Hij' was in het ziekenhuis .of even eerder ovlexleden. BOeit lichaam' werd hartelijk opgevraagd en door Zijiu Vrien- t#en mteegeiuamEn naar huis. Pointer stond op. Dit was zijn laatste hoop. Als die in rook vervloog, bleetfl er alleen nog een zaar toevallige onfcmbe.ting of een verdwaalde brief oyer, omi heimi op het spoor te helpen. De Bulgaar was in het ecnige zieken huis n Bolza.no opgenomen. Daar ging Pointer liee,n en informeerde verdien naar d'en heer Drinof'f, zoo heattJa het slachtof fer. Dö zuster, die dienst (had, aan zonder en wordt getouwd door een broer van den vroegeren Christus-vertolker Anton Lang. Het theater zal aan ruim' 5200 bezoekers plaats kunnen bieden en kost de enorme som van 1.800.000 Mark, waarvan hot to on eel alleen bijna 1 milli-oen nilark heeft gekost. De rol van Christus is voor dit jaar opgedragen aan Alois Lang, eon (fa milielid van den bekenden Antoui Lang. Reeds bij de laatste passiespelen in 1922, was Alois Laug een ernstig mededinger naar de Christus-rol, mlaar had bij de ver kiezingen één stem te weinig. Hlelm' werd toen, naast de red van Naithanael, opge dragen om' da Christus-rol in te sbudeerem om zo onood'i'g voor Anton Lang te kun nen invallen. Daar Anton Lang in 1922 geen enkele maal heeft ontbroken, heeft Alois goon gelegenheid gehad! die rol te spel om. Alois Lang is 38 jaar oud' pn beeldmsnijder van beroep. In don oorlog diende hij bij1 de veldartillerie, en in 1914 wOTcl hij bij Maaiquvillers in do heup ge- wind; na zijn herstel ging hij! terug naar heit l'ront als Alpenjager'. Hiji is liet type van een Euiid'-Tyroler ïaet smal olijfkleurig gelaat en lang krullend hoofd haar. Hij is gehuwd, dooh heeft geen kinderenin zijn vrijen tijd wSjjdt hij zich bij voprkaur aan de bijienteelt en in zijn goed verzorgden tuilu heeft hij' abt min der dan 40 korven staan, waarop hij zeer trotsck is. In zij% werkpl'aaits heeft 'hij een leveaisgroat kruis vervaardigd, hat- we,!k hij bij' de spelen zal gebruiken. An ton Laug, de beroemde Christusvertoüker van do jaren 1900, 1910 cn 1922, heeft wegens zijn gevorderden l'edfltijd, bij. is thans 55 jaar oud, voor zijln liavelingsroi moeten bedanken. Hijl heelflt hat echte Christus-type, zooials d'e groote schilders dat weergeveneen regel'miatig, 'fijn Kelsne- den gelaat, blauwe oogen en blond' gol vend li aar' cn ba,a,rd. Hij' voeilfle zich echter tegenover de lichamelijke inspan ning, Weilke do Christus-rol rn'eit zich me debrengt, niet meer opgewassen, en henaf't gemeend deze aan, een jongene kracht te moeiten overlaten. Dit jaar zal hijl Mj! elke verandering van tooneel dan pToloog zeg gen. Voor de rol van Maria is dit jaap ge kozen de 23-jarige Anni Rutz, dochter van een weduwe, die m'et haar antoedler in i.wec jongere zusj.es een klein huisje te genover liet stadhuis bewoont. Zij' is een slank, donkerblond, meisje, een echte Oborainlmtergausehe. Zij kreeg haar opvoe ding in verschillende kloostexsoholemeerst vier jaar lang in het Emgelsche instifcujult' te Passing en daarna in het St. Anna;-pen. sioniat te' Müuohen. Reeds in 1910 .en 1922 speHde zij in de Passiespietlon als volkskind roede, docii toon zij) in 1927 op het oefen tontel' als Ma.gdlalena in het b'ijb'C'lsehe stuk „Meister des Lebens" op- fcr-iu, ontdekte men in haar een Waar fa- lont. Johanna Preisinger, gew'oonlijk H.ansi genaamd, is da Magdoiena van dit jaa.r. Zij is de dochter van den waiaa:d ,ui;t die .Alto Plost'" en (23 jaar oud. Zij is mle't veel toineel talent begaafd en voelt1 zich op de plankeii tost thuis. Hansi Preisin ger was ook een ernstige candidate' voor de Ateria-rol; in 1922 zong zijj in hot koor. De. Johannes-rol zal gespoeld worden door Hans Lang, een zoon van den dorpsge- neesheer, dr. Anton Lang. Hijl is 23 jaar een flinke slanke figuur van 1.80 M. lengte, en golvend blond haar. In 1922 werkte hij' roede als Jodenkind, doch dlaal hij niet, zooals de ainderei Oberaan|m|er- ga.ucr jeugd' op het oCffantoonaei haeft ge speeld, is er van zijn spelerstalent niet veel bekend. Zijn vader, dr. Anton Lang, was in 1922 de plaatsvervanger Van tians Mayr, in de rolt van Pilatus ©n (daar deze reeds in Juni ziek wierd, heel|ü hij tot het einide mat zeer vaal talent ide rol van Pilatus vervuld. '(Wilhelm! Lang, de vaaer van den. Christus-vertolker Alois, '■s de rol vau Niaodamius toebedeeld; even als in 1922. De andere voomame krollen zijn in handen van Anton LeOhner, dio Jeu lloogapriester Annas zal spelen; Pe ter Rend! als apostel P,etrus en Melchior Dreitsamter als Pilatus. Melchior Bneits- amter, dio een eenvoudig tiimlmiermlan is, heeft in 1922 de ral van Johannes op voartreifiëlijke wijze uitgebeeld. De hoofd regie is in goede handen, zijl w|ird:t n.l. ge- voer 1 daar den beeldhouwer Johann,Georg. Lang, met assistentie van Haas Mayr, dio tevens cLe rol van Herodes op zich nsemlt. Door den bekenden kunstschilder (Prof. Zcno Dieroer, aükonilstig uit Ob'eramm'er- gau, is aan de m)uziek van het passiespel die oorspronkelijke zetting, welke in den loop der tijden was verloren gegaan, te ruggegeven. De laesrepetitites zijin reeds ine.t Kerstmis begonnen en in Maart ,a.s. vangen de repetities op. de planken aan. ling, lïleiu menschje in liaiar vreelmlde klae- ren, keek alles vooi' d'en dlatcCtive na. Er Waran geen bijzondere omstandigheden op to merken. De man was dood, toen hij aankwam en werd dan ook dadelijk naar de doodenkaipal gebracht. Eeaiige van zijn vrienden waren iets later gekomen en had den hem opgeëiiseht. Zij', haidden hein) inis- schien nïfeo teruggenomen naar RulgarijC. Als Pointer datums wilde weten, zou Doc tor S'anftl hem! wel kunnen helpen. Hij had eerst nog gedacht, dan m'an in leven le houden, dloch w'M'ra b'leelc, dat d)e wan reeds dood wa.s. H|qo laat het gebleiur1 die J uist voor hot ctem,, ongev|aex Ctfl juur, oil misschien holltf twaalf. De zusters aiteu om twaalf uur; ze hadden dus niet veel gelegenheid voor den mlaaltij|d' geliald. Was hij vergezeld Van aen vrilelnld, toen hij brancn gebracht werd?" vroeg Pointer. Geen vriend slechts cien vriendielijkcHn voorbijganger. Een andere Bulgaar, die haal goed Duitsch sprak. „Was hij soms lang, mlager cn audlaCh- lig vroeg Pointer op goed geluk af? „Juist! Lang, m'ager en ouidachtig. Eren soort professor, te oor.d'eelen naiar zijn ec-nijgszins WötcnschaippeJijk gezicht", was het antwoord. Wist ze zeker diaii" heb geen Eiiigelsch- man geweest w^as Neen, zekerheid had Ze daaromtrent Natie Moesson.' (Weer locs ik in de krant: „In verband niet het' uitblijven van den regen, zijln do vooruitzichten in hot Madoercesch» on gunstig. Er heerscht vooral groot gebrek a au veevoeder. Biaidscliiebanide bodmie», vooral vruchtibooinen, werden luea: en. daar weer geplunderd', teneinide het v|eie in leven ts kunnen houiden. Reeds lielbben ve!|ei des- sain'ensc'hen hot grootste deel van belt vpa van de hand gedaan om' zel'fl te kunnen laven, hotgeeu achter eerst geschiedde nadat alles wht wlaiarde had in heit pand huis was gebracht. Olfsclohooiu de nood' nog niet overal tot het hoogste is gestagen, moet, de toestand, vooral op Oost-Madoera, aus kritiek worden beschouwd." Zulk een bericht zoiui in vroeg® dagen het hevigste medelijden hebben Verwekt. Op het ministerie van Koloniën zou men de kopipen bij elkaar "hebban gestoken om in a'lerijl te beraadslagen, Wat het Moe derland in zulk een droevige aangelegcin- hei'i aan hulp zou moeten bieden. Er zou eau kabinetsraad zijn gehouden miet als re sultaat het aanhangig ronken, in de Ka mers van een droogtewetje, waardoor een bedrag zou Worden gevoteerd teir bestrij ding van do droogte in. Indië on (i|at wetje zou zoo spoedig mogelijk in |mhkr dan anderhalf ja,ar door de beide Kamers zijn licengesloëpt. .Wie spoedig helpt, helpt dubbel, nietwaar 1 Nu is zooi iets een peuleschil.I Elfen paar Weken na het versChrjmcn van zulk een bericht in de bladen, komt do Minister van. Koloniën toevallig even zijln departement 'binnen stappen. En terwijl de hoogste opper- arobienaar 's ministers jas en hoed aan neemt, ontwikkelt zich het volgende ge sprek „Eaoellentie, weet u van <to droog te in Indië?" „Wat zou dat". „Al sinds een paai' w'eken, .Excellentie, .d'e toestand wordt eritick'". „Wat Jiablb u gedaan om hulp te brengen?". „Niets Excellentie!". „Niets???'?" „Ja toch, Excellentie, op u gewacht". „Weet u dan (niet, da|b we tegenwoordig regen kunnen bestellen 3" „Veraart, Excellentie?" „Natuurlijk, bel hem maar even op!". „Uitstekend, ExceJ- Uentie. uitstekend!" De telelibniseho Ver binding wordt tot stand gebracht en da hoogste opperamibtenaar neam't bij helt rin kelen van de bel de hoorn van de haak. „Hallo, mot Veraart?". !U spreekt met het departement van Koloniën. U weet zeker wel iets af van de droogte in In|dië!l" „Juist is daar ook iets tegen te doem?". „Ja wilt u voor ons wat regenbuien no- toerem Ja, juist, boven Oost Madoe- r.at. Wat is de prijs? Wat zegt u, |f! 1,98. Ipc: vierkante Meter? nogal dluiurl O, is dat een speciale uitverkoopiprij's J'.uist, juist niet radluütie bij! afnonne van stort regen. Nu, we hebben zoo ongeveer 200 vierkante Kilometer noodig. Wat denkt u er van? Juist, een speciale reductie dus van 50 ciants per vierkante Meter. Uitste kend', natoert u maar 200 vierkante K.M." „\Vat zegt u? De titel van Hofleveran cier „No:u, ik weet niet pifl dat gaan zal „Neen, d-e minister kunt u niet spre ken. Heellt hot te druk. Dag mijnheer Veraart". „In orde, Excellentie, dr komt minstens een natte moesson". „Mooi zoo, adieu' De minister kleedt zidh en ver dwijnt. Aldus in den jare '1930. Als de proeven tenminste eindelijk willen slagem. REIJNOUT. De tweede moeder. Koel was de avond na een heete dag: er iiing nu een lichte nevel orver de Weiden en friseh woei er 'n kalme 'bries, Zoodat' het water van de sloot oven golfde. En, daar aan merkte hij ook pias eens dat het laat begon te worden. Doen 't dien middag nog heet was en alles gloeide en. trilde van de felle zon, was hij hierheen giekomen, omldaib hij 't e«ns rustig wilde hebben en afleiding zocht te geven aan z'n sombere gedachten Maar liij bemerkte nu, dat hij zichzelf niet had kunnen ontvluchten, en dat hij vanaf het eerste oogenblik, dat hij zich hier had neergelegd tusschen 't hooge riet, tot nu toe, a,an niets anders had gedacht, dan juist a,an datgene, waarvan hij zich had willen verlossen. Dom, duwde hij Zichzelf toe, eigenlijk ben ik toch een idioot, wat heeft 't imij nu geholpen. Maar hij was zich zelf heel goëd bewust, dat hij niets anders had gekund, hoe hij er ook tegen gestreden had'. Hij was ook nog te jong ernst 14 jaar om die kalme onverschilligheid' eai niet. Ze had' den rolan, nooit eerder gezien e,n daar het bleek, (iat hot con vraemdeliing was, Meld ze 't voor uitgemaakt, zonder eenigen grond eigenlijk, dat hat een Bul gaar moest wezen. Doch Doctor San'flhL zou het wel m'et zekerheid wetem, want die had een lang gesprek mleit den. vreem deling gehad. Kon Pointer d'en dokt® te spreken krijgen Hij was niat meer aan het ziekenhuis verbanden. Pas een w'aek geiedlem ver trok hij naar het Mariahüïl-'Ziekenhuis te lnnsbrück. Men zou heml oohter kunnen schrijven om1 inlichtingen. Pointer dacht even ma, "dooh w'as al gauw besloten om liever zelf naar Inns- briiuk te gaan en. wel miet d'en eersten dein b'esten trein. De zuster verbelde he|ml verder nog, dat Dodtor Sanf'tl ze® met don ouden vreeiml- deüimg ingemoMlen geweest Was. Hij had hem ook gevraagd', in den »a|mtLcldag terug te komen, daar Hij! bqml iets wilde laten zien, doch alls ze zich goed herinnerde, had de vraetakteling aan dit verzoek niet kunnen voldoen, daar hiji een uitstapje .wilde maken en eenige ruïnen bezichtigen. Nadat Pointer het ziekenhuis verlaten had, nam hij den e®sten trein, dale naar Innshrüok vertrok, over den (Brenner-pas. Den volgenden morgen röed hijl naar het ziekenhuis ,dat buiten de stad lag. Het gelatenheid te IbeZitjJcn, (lie hot eigendom' zijn van rijpere jaren. Wanneer h»m iets tegenstond, d'an Verzetjp lrij zich miet ei de hartstocht en t döaorZelitiiDgsVerimogen aan de jeugd eigen en Hij helmj door niets getemperd, en zoo moest hij Wel dikwijls aaustooten en aanbotsen tegen die ruwa wcrkeljjk v'an het leven, die zoo dikwijls anders is, dan 't gedroomde ideaal. Vier jaar w.as liet nu al geleden, dat zijn moeder stierf, en nog hacl hij| niet in haar vmlics kunnen berusten. Toch was z'n verdriet tot wooir kort bijna ingeslui merd, hij was ibijna aan den toestand) ge wend geraakt en had roods 'n zioh weten te schikken ,als onvermijdelijk voor zich gezien. I 1 I Maar nu w.as do smia,rt ow liaan ver lies i neens weer herleefd' in al Z'n felheid en dieptehij had van z'n Vad®, gchaudicin, innig met al do geestdrift van een jon gen en des te moer natemlate "hij bijl hemf 'n steun had en mooie h®inneringoni vloind aan z'n. gestorven, moeder, roaar dezte was nu hertrouwd en de groote sympathie \v,as Werandtod in 'n bijna even groote afkeer. Toch beschouwde hij heta nog niet als de ergste oorzaak Van alles Wat ar gebeurd was: z'n tweede moeder ptond'nogverder van hem af. Hij vond geen geluk en vrede meer in huis nu zij was: alles stond hem tegen: de mteest gezellige hoekjes wa ren niet mesr veilg voor hem: elk oogen blik kon zij komen, en hij' wilde haar niet zien en niet door haar gezien Woirdien. 't Ergste nog van alles vond hij', dat ze lief tegen hem' probeerde te zijn, dat Zij hem voor zich wilde winnen. Iedere stap van toenadering in haar richting vond hij verraad van zijn kamt en hij wilda sterk staan en geen stap afwijken van z'ijn geko zen standpunft i Nu cn dan w®d 't hem ta miaohtig in huis en kon hij' 't er niet (m'o® tdthoildlen h,ij vluchtte dan weg en wilde an.n Zijn gedachten over haar ontkomen, m'aar even min als nu, was hij er in geslaagd', dat te bereiken. En nu moest Hij weer naar huis; lek» avond kwiam in vreemde sohnmloring .ovoi- de onbeweeglijke velden en over de roeke- hoze slooten met kuin pm'Zooiming van hoogwuivend riet. Hij had) oen gevloel Van onzegbare verlatenheid on de tranen dron gen hem naar de oogen: hij had) languit gelegen in het hooge gras, on gestaard naar de wolklooZe lucht, maar nu ging hij z'n hoofdi n z'n arm' verbergen en snikte 't uit: „Vader, waarom heb je niet aan mij gedacht, ik had 'je ;Zoo niooldig.i'' Maar hij schaamde er zich wat over: die gevoeligheid was Zoo kinder,ajchtig .en hij was nu toch waarachtig al Veertien jaar. Hij sprong op en slenterde langZaapi' dooi de weiden naar het m'ulle ZanldwOggetje, dat na,ar die voorstajd leidde, waarin dto villa stond, die zijn vader 'bewoonde. Nu zou ze hem zeker w'cor opWalchhen. „Karei, waar heb je toch gezeten, zóó lang, ik maakte Me echt ongerust ov'er je, Zon jo t ovortaam niet e®s1j Zegen, als je .uitgaat en vertollen, waar je heen gaat Maar hij wist ook wel, Wa,t liij' zou antwoorden: „,0'ch, dlat deed: ik bij mloeder ook niet.' Dlat zoiu ze voelen en. Öa,n meteen weten, d'at Mj' niets met haar te ■doen wilde lielbben. 't Werd nu al (Wat drukker en de mulle Zandweg Was in' n drukker en 'de m'ulle zandweg was in 'n klinkerstraat overgegaan: er schoten eeni ge auto's Voorbij en ook mlotorfSletselu raasden kletterend over den weg. Hij was onvoorzichtig en lette niet op: z'n gedachten waren weg en zóo mlolest 't wel gebeuren, dat Mj, bij' 't voorbij'gaiam van een zijstraat, niet fijdig genoeg kon uitwijken voor eem auto', die er uit te voor schijn schoot. Hij werd anagereden, nZóó ernstig, dat hij tuimelde en 'n gedeelte van 't achterwiel ov® 't lichaam kreeg. Hij hleef liggen, verdoofd vau den söhok en do pijn. Dadelijk was 'n kring van belang stellenden rond hemi gevormd; Men nam hem op en droeg „'m een huis binnen. Hij wist nog ..steeds niet, wat er gebeurd was <m kon niet zeggen, waar hij woonde, maar een der omstamters kende hem'. 'n Dokt® uit do ibuurt .verbond' hemi en 'n ziekenauto reed hem naar huis. Nog was hy niet geheel en al tot Z'n volle bewust zijn gekomen: Mj' vbelde alleen 'n ste- kmide gruwelijke pïjn aan d'e schouders en aan het dijbeen en dat nam' al Zijn aan dacht in beslag. Hij sloot die oogen weer: ja, dat w.as toeh hier thuis; hij lag opi z'ijn eigen bed esn kendla alles rond' hero heen, maar later zou Mj er wel 'ns aan gaan denken, wa.t er gebeurd wias: hij kon nu miet: o, die pijn, als oen golf trok het door zijn lichaam, en wat 'brandde hem' de dorst I j 1 I i was een somber gebouw an grijs van h'et stol'. „Een viend Van Professor Charteiris, van den professor, die zooVeel belangrijke vragen deed ova- chemische aiffiniteiten?" riep Doctor Sam'f'tl verrast uit. „Grüss Gotten hij schudde P|oimter hairtlelijlc do hand. „"Wat kan ik voor u doen?" ging hij vendor. „Niets ,'te oordael'en naalr uw uiterlijk; toch hebt go den laatsten tajid zorgen over iets." Pointer, die zijn taak steeds zej® ernstig opnam', was verwonderd óver de sdherp- zinnigheid van den gnoofen, ïkn-seken roan. J,a, hij' w;as bezorgd gewfaesl, pver den professor. Men haid niets van hem: verno'nien, simde hiji te Bolzano aaugeko- roen was. Koai 'do dokter miet steülighiei'd beweren,d' a'.t de overlieden Bulgaar cn die professor elkaar volkomlen v|ree|m|d gelWesst waren De dok ter was er zek® van. „Waar zijn mijin aanteek'eningcn Over liet geval o, ik herinn® 't me al. Zie zijin in Bolzano", sprak hij'. „De zuster zei vam niet", braolit Poinjter in het midden. „Welke zuster? Met dte hietldara oogen en tamelijk scherpen, gebogen neus?" i (Wordlt Vervdlgld.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1930 | | pagina 5