ril allerlei lil 1 Nerveus en Overspannen Onrustig en Slapeloos Mijnhardt's Zenuwtabletten f in het kraaiennest "vöorönziwóuwen i gekke gesprekken j ZATERDAG 8 FEBRUARI 1930 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT LANDBOUW EN VEETEELT Als 'tm'a'ar uit die Vr eemd ei kohiltl In liet verslag over de vergadering van de Kamer van Koophandel tei Mid delburg trof ons de passage, waarin een der leden, n palstaander van dfeni ouden stempel, opkwam tegen de uitlating van een mede-lidj waarin voor den landbouw1 bescherming van het eigen product werd gevraagd. De kwestie van het tarief Was wel economisch, zoo orakelde de verzietsman, doch veel meer politiek en die .landbouw organisaties moeten zioh daar buiten hou den. Terecht wierp de eerste spreker hier tegen op, dat het Zeer Verbeiejrd |was, om van de tariefkwestie politiek te ma ken en dat men toeter deed, zich. te rich ten naar de gedragingen van het buiten- Land. Zoo is het! Het is juist de landbbiuW, met zijn overproductie, die bescherming tegen het buitenland noodig heeft, van welks nukken het nu geheel! afhankelijk ij». Een vechttarief zou in dieZe zaak wonderen kunnen verrichten: Helaas men heeft er politiek van gemaakt en al wat links staat, Imioet tegen algemeen en eigen belang in, met de .handen in de zakken blijven staan.' Ja, op handels-eoonomisch terrein wag gelt Nederland nog in zijn kinderschoen- tjes en maakt geregeld Jnisstajppleni en kromme Sprongen, waartolm1 inten lachen moet, hoe treurig het eigenlijk is: Zoo imioet .een Nederlander {jet b.'v. niet inz ijn hoofd halen dm! aan een relatie in Oost-Indië een kistje met fruit te Zenden. Al zoekt hij zijin toestej appelen, rut, al verpakt hij Ze met duizend voorzor gen de Nederlanldsche .ambtenaren in Insulinde wijzen het kistje met weerzin en afgrijzen terug, wanneer er niet ipen officieel dodmnent toij gevoegd is van den pythopathiologiscken dienst in liet moederland, waarin wijdloopig en deug delijk omschreven wordt, dat de appeltjes stuk voor stuk onderzocht en vrij van plantenziekten zijn.' Zoo'n Nedierlandsch appeltje, waarin hier iedereen zonder schroom bijt, iniocht eens 'm catastrophe veroorzaken op Borneo of Sumatra,. De vrees van Neerlands staal! veran dert eohter in roekeloosheid, zoo 't maar buitenlanidsoh fruit in mag halen.' Het vraagt niet of de ibaiuamen door gezonde of ongezonde, door gewasschen of sme rige negers in de booten; worden ge stouwd; Califbrnische appelen zijn even welkom als alle mógelijke zuidvruchten; de Grieksche krenten, die van den weg uvorden opgeschapit en tóet da schoenen in ■de vaten worden getrapt legt mlen; geen stroobreed in den weg: Die waakzaamheid voor onze gezondheid 'begint pas, als de lekkernijen officieel eigendom Zijn van landgenooten: Dan is de clementie! op. Leve de éénzijdige vrijhandel! UITKIJK. den inhoud dier motie instemde, dan zeg ik zonder aarzeling, dat dit niet helt geval is. En dit niet omdat, zooals gij de vrij heid neemt te zeggen, ik „er mijl Imfat heit slappe praatje alknauk, Sat van A.-R. rijde de wereld ingezonden werd, dat hat van hunnentwege wel kon stilstaan". Neen, geachte collega, maar omdat ik tegen uwe motie het overwegende bteziwaar heb, dat zij: den eisch Gods geen reehit laat weder varen. Deze motie is, om uiw eigen tienmi- nologi te gebruiken „een slap praatje". Voor de goe-gemreeinte. Gesteld e,e|ns ,diat uwe motie wet werd1, dan zon spoor, tram en autobus stil liggen. Alle me!p- schen, die om zich te verplaatsen, daarvan gebruik moeten miaken, zouden dit niet kunnen. Dit zijn over het algemeen die minstgegoeden. Maar allen, die auto.'s be zitten. dus de gegoeden, zouden lustig reizen en trekken, zoovgel zij! wilden. Dit beteekent bevoorrechting van dia rijken dezer aarde in de gelegenheid tot overtre ding van Gods gebod. Uwe motie, geachte collega, was in het geheel niet in overeenstemming m|.|t den sl rangen eisch des gebods en daarom eena „slappe motie". .Ook hebt gij idie behandeling van dit onderwerp, dat toch waarlijk niet met een groot woord kan worden afgedaan, in het geheel niet voor bereid, zelfs over het voorbehoud der Dordtsche synode, dat van de noodzake lijkheid gewaagt, deedlt gij geen licht opgaan. Zoo behandelt men ingewikkelde en moeilijke vragen niet, als de oplos sing ernst wórdt. De overheid heeft idle beide tafelen der wet te handhaven, vöor zoover dit op haar terrrein ligt. Als naartoe stopzetting van het verkeer ble- Jioor-t, dan blijjflt deze nieit beperkt! tpt spoor, tram1 en bus, maar strekt .zij1 zich ook uit over het gabr.uik van dan publie- ken weg. Daar zit dus nogal wa.t aan vast, collega, en daarom1 dluidt het mij niet ten kwade, als ik deze los daarheen geworpen-, niet grondig doordachte mbtie vo.oi 'u zeer „slap" Staatk. Ger. pjunade- puardje lioudt. Vorder schrijft prof'. Visschcr nog het voigcnde Gij legt mij nu ten laste, daifc ik db Roomsche Kerk te veel eer hefb beiwlazan, dat ik het Protestantisme vernederd heb zo.nog allerlei dwaasheden, die uwe trawanten, die bezig zijn om' een nieuwe afscheiding van de Herv. Kerk voor te bereiden, reeds ijverig pnopagaeriem. Doch do waarheid is juist andersom1: niemand is den Roomschen mfeier welkom! dan gij, omdat zij uitstekend inzien dat. onze ver deeldheid hunne kracht is. Zij vreejZcU u ook in het geheel niet dat laaft de erva ring. Dezer dagen was het in „De Banier" te liezen., dat deze streng-Roomsehe minis ter van Defensie u tn den hieier Barth zal benoemen tot reserv'e-ülagerpiredikanit. Onpartijdig van deiZen minister, die op deze w'ijze openlijk toont, dat hij uw anti-papism® niet vreest Maar, het is wél vreemd, dlat gij1 u Voor dit baantje hebt laten vinden. Er stond in „De Banier'1, dat er wel ernstige bfezWalrteni tegen dit instituut zelf bijl u bestaan, maar gij hetot geoordeeld' „u alsnog niet te mogen onttrekken". Als een A. R. zoo iets zciid'e, ik zou er niet op leittten, wlant het is bïj, ons steeds de methode geweest met de mogelijkheden rekening te hou- houden. Wij' weten jju eenmaal, dat ons volk niiat meer bestaat als voor drie eieur w'en en dat wij' niet steeids kunnen Wat. wij' wel zouden willen. Maar gijl staat laltijd klaar met den vollen eisch der gebojlen Gods, met alle eischen van art. 36. Maar wat doet gij nu zelve? Daar gaat gij zitten in den kring der legerpirgdikan- ten, naast u de Roomsche 'aalmoezeniers en aan de andere zij|de weler mannen van andere richting dan de Gerefbwr&erdle. Waraom vordert gij niet vlan dleizen Room,'- schen Minister uitroeiing van alle ket terij uit dat instituut der legerpredikan- ten? Ja. gijl spreekt van uw beiztwiaren, „maar zult u toch niet onttrekken". Wait doet gij nu anders dan de A. R. Wij heb ben allen vele bezwaren tleigen ve|el in ons staatsleven, terwijl wij ook meenen, ons nieit te mogen onttrekken. Doch dan ko men uwe verwijten tegen daz'e „slappe meuscheu". Ziet gij jvcl, dlat het danige, dat u van de A. R. onderscheidt slechts bestaat in woorden. Uwe duiden zijn de zelfde. als het in uw1 streven te pas komlt. Gij spreekt nu nog van de onoivterbrugbaro klove Doch zandt gijl die niet op diezel'fr de wijze kunnen overbruggen als ruwe bezwaren tegen het instituut van leger- predikant? Natuurlijk, ik denk er niet a,a,n u te dringen. Maar dit is wel bekend, als de begeerte naar iets lleëilt, dan weten d'e miensc'hen ex Wel raad op. WINTERPROVISIE. Eieren in den winter is het ideaal van iederen kippenhiouider. Vóór eien dertig a veertig jiaren geleden w'anen v'e(rscha eieren Zeldzaamheden in den winter. De kippen, die 'toen onze kippenrennen en boerenerven bevplktein, trokken neit als ze tegenwoordig nog diocn van Augustus tot November een nieuw pakje aan len zetten het legapparaalt stil, toitidaiti eaniga voorjaarswiarmte en idlaaojmee gepaard gaande vioedselMermeerdlering hepu tot leg gen aanzette. De jonge kippen hioit wa ren meestal d'e beruchte oogstkuikeps waren als de winteT begon nog maar half was; ze Waren tot niets in staat dan „eten en nogmlaals eten". Sedert die dagen is er echter veel yjeir- andend, want al z'ijn de versch gelegde eieren in den winter als regel duurder dan in den zomer, ze zijn toch in bijlna elke hoeveelheid fee krijgen. H|e.t aantal in die maanden gelegde eieren loopt .zlel'f's in ons kleine land in de millioenen. De eerste stoot feat de winlterproduiotie in ons land is ontstaan door dien invoer van Wyandottes, Plymouth Rocks en Or pingtons. Deze kippen wiaren door hun dicht gevederte in sfeaalt weerstand fee bie den aan de naideelige koude, zoodot ze vroeger aan den leg gingen als de. inland- sehe kippen. Al wias het winterlegdijlfer Uer dieren niet hoog te noiemien, toch werd de roem, die Van hen uitging, oor zaak, dia,t ernstige kippienminnaars zich gingen toeleggen op vroegere eierpraduc- tie. W,at gebeurdie toen? Broedmachines waren toen n,og onbekende zaken in ons land, zoadat alle kuikens onder kloe ken nog moesten wlondien uitgebroeid. Eieu groot nadeel hiervoor wa-s, dat de aanwezige kippen echter heellemiaal niet broedsoh wilden Worden, zoodat de meeste fokkers eerst laat in belt! jiaai kuikens kregen. Ma.ar door den invoer dei zware hoenders, die velel spoedige^ broedscb werden, veramdepde de toesta,nld! heel wa.t meer, zoadat het Melen mógelijk was geworden, reeds vroeg in het voorjaar kuikens te bezitten. Die vroege kuikelns waren tegen den volgenden winter onge veer volwassen, en al ging het niet ge makkelijk, die dieren aan de,n leg te krij gen, ze begonnen toch in ieder geval met Januari r eeds en dlaardlooir Was aangetoond geworden, dat mlen ook in ons land do kippen vroeg aan den leg kon krijgen. Een veel groctare vordering Werd ge maakt door den invoer Man broedtoi'ai- ehines en kunstmloederfl. Zoodat toén niet meer afhing van broedsche kippen en kon men dus op elk gew'ild tijldstip kuikens hebben en ook in gr.oote.re massa's cm ook van allerlei soort. Hoe.wiel er een groote omkeer was ge bracht. in den tijd' van het eieaieggen, is hel ook thans nog niet aan ieder gelukt om reeds in October en latere mlaanrkn reeds volop dure eitjes te rapen ondanks dc talrijk gewórden hulpmiddelen en da nfmeor verkregen piluimMcekennis. De oor zaak is doodeenvoudig hierin gelegen óf dat die kippienhouiders niet den aange,- 1'e.eidcn weg in de; puntjes nakomtm. óf1 dat dij! in verzuim1 zijn gebleVen zioh de on misbare pluiimivieckcumis eigen te m'akcn. Ln daarom1 zal ik de voonmuaim'ste zaken, die de winterproduotie der kippen beïn vloeden in bet kort herhalen. Want. het schijnt, onmisbaar te z5j!n voor de tallooze goedwillende maar niet altijd voldoende secure haendeHbkkers. 'Wie einide October zijn eerste, eieren wil rapen moet broeden einde Maart otj April, uiterlijk tot hal'f Mei voor de lichte rassen en door uiterste reinheid1, prima voeding en zorgvuldigste verzoi'ging voor komen, dat de kuikens 111 hun groei Wor den gehinderd. Komit er een kink ih den kabel m'et den groei, dian is de kans op oen: vroegen leg Moor een groot gedeelte wieg, want dan hebben da dieren eand'a October niet den gewenschten wasdom en rijpheid bereikt en bijlna iedereen weiet bijj 'erva ring ho® móieilijk hat dan is, zelfs toet de meest mógelijke zorg dien leg to f1orde|e|- ren, de dieren zijn kortom' niet aan Üen leg te krijgen. Heel't m'en zijn kuikens zonder tegen slag grootgebracht, dan is werkelijk nieit veel noodig om Rat geweinschte resultaat ta bereiken, ja, dan mbet tolen Zelfs door een ietw'at schralere voeding den leg te genhouden. Hieruit volgt dan pok; dat een snelle, regelmatige ongestoorde groei, van liet kuiken een eerste vereischt® is voor «en goeden winterleg. Daarnaast is evenwel noodig, dat de (lieren tegen dat ze volwassen zijn, wor den ondergebracht in ecu flink, ruim1 .ver licht en goedgeventileerd hok, op dat zij beschutting kunnen vinden tegen koude, gure winden, ook buiten het hok en dat liun verzorging er pp is ingericht om! Je dieren zooveel mogelijk bezigheid' 'te ver schaffen. Door bezigheid wórdt voorkomlen, dat zij bij, koud, guur1 w'eer staan te kleumen, dat zij zich overgeven aan ondeugden ails vecrenplukken en eiereitcn; daardoor stremt het bloed' veel harder on vlraagt het lichaam mleer voedsel, wiaardoor de dieren worden aangezet tot ruinreme vaed- selopname en daardoor wbrden de ver- eischte hoeveelheid vaeiderstoüfen opgeno men voor de vorming Man eieren. Die bezigheid kan m'en op allerlei imla- nieren bevorderen. Zoo kan het graanvoeir in een krablaag in oifl buiten het nachthok worden, uitgestrooid. De aard van het krabmateriaal hindert niet, als die dieren maar flink moeten graven en krabben om hun voer machtig te worden en de bodem m'aar droog Mijiflt. Ook door middel van groenvoer kan m'en zijn hoenders bezigheid gevien. Een prachtig middel daartoe zijh bij gebrek aan boerenkool, voederbieten of rapen. In den beginne kijken de dieren weleiens wa,t vreemd a,an tegen de biet, doch door het indrukken va.n eenige haver- en miaiskor- rels zal de kip, door naar deze te pikken, heel gemakkelijk iets van de biet of' ralap meienem'en, waardoor ze den smaak fee; pak ken krijgt en de aangehechte biet ,aan spij1- kor of touw zial in den verMolge in een korte spanne feijds Worden verorberd. Heel sterk moet. weirden aangeraden, giroifl Zand in de ren ot' er buiten neer fee werpen wairyan de dieren naar believ'en kumnien opnemen. Het is zóó best voor de spijs vertering dat schelpen er niet Moer in ae plaats behoeven te konten. Wie deiz'e eenvoudige middeltjes te b'aat n^eimlt, Zal ongetwijfeld suCoccs hebben en zich ver blijden mot het rapen van moer eitjes dan vroeger in de korte dagen. I Nog heviger kan men den leg forceer,en d.vir het gebruik maken van kunstdicht gedurende de lafee avornld- nf vroege mor genuren. Dat is ongetwijfeld een zeer miooi werk maar dat eischt wederomi vakkennis, groo- te ervaring en algeheels liefde vöor d|en hocnderstapel van den verzorgeir alsmede de beschikb'aarheid van gemlakkelijk kunstlicht dat groote resultaten voor een ieaer niet zijn weggelegd in dit opzicht, omldat dieze kunstmatige mcfehoide niet „des hoensis, d. w. z. het strijdt mét de na tuur van het hoen, wat niet: het geMal is mlet dc gewone werkwij'Ze. Ontegenzeggelijk zijn mot de mlodeme voedering beste resultaten fee krijgen, als mien nleen let op den leg, mlaar heelemhal niet op den verderen opfok. sa Hoc Aniierika zija verkerpsters uitzoekt. In de groote zaken in Amerika heelft m'en een zeer origineMle mlelthoidle. bij' aanne ming van personeel ingövloerd. I11 de miaeste zakein heeift m'en voor elke af'dlele1- ling ,een "inspebtride, die de aanvragen behandelt. Veel sollicitanten vaUen direelt als ongesdhikt uit. Aan de anderen wordt eien vragenlijist Voorgelegd'; verschillende vragen zijn zeer eenvoudig, andere daar entegen ingewikkeld'. De meisjes krijgen 20 minuten tijd om' 32 vragen in te vul len. Dit is veel te weinig en geien enkel meisje kan dit klaarspelen, mlaar het Wordt a.ls „slim" beschouwd, als zij' de vragen doorlezen, -ein beginnen met de genfakke- lijkc vragen te beantwoorden. Na. 20 mi nuten worden de lijsten opgehaald en op eictot Amerilnaansche manier is het nakij:- kon 111 een kwartier gereed. De meisjes, dira de vragen op een bevredigende* manier hebben ingevuld, Wordtn vervolgens door eien dokter onderzocht, die d® m'eïsjes sor teert in ongeschikt, half geschikt en ge schikt. De onigeschikten vallen natuurlijk ul't de half geisc'hiktiau worden aange nomen voor halve dagen m'et 20 minuten rusttijd; de gesc'hikteu werken van ,9 ifeot 6 uur, mleit tweemaal een korten rusttijd. Bet is in Amerika, niets bijlzondexs als m'eisjes van goede familie als verkoopl sfcer in dienst gaan; het gebeurt ook wel, dat meisjes, die mót goed gevolg dn Universiteit hébbeu gevolgd bij' he;t toetsen als ongeschikt uitvallen. Mugcu onze kinderen soldaatje spelen? Deze vraag heelft reeds menig ouder met pacifistische gevoelens zich gesteld. Een verstandig antwoord hierop geeft Pi. F. v. Overbeeke in „Hólt Kind", wanneer liiji zegt: Al zullen wijl onzen kinderen geen soldaatjes en kanonnetjes als speel goed geven, toch lijkt het mie niet zoo'n groot gevaar, als zij <la,ar tacih mee in aanraking komen, en ik geloolf zelfs, dat heit beter is voor eien jongen 'eèn houten sa,ból te mftkén, als hij dien hevig begeert', dan hem dien te jgoith,ouden, als het be geerde daardoor voor hem' nog meer be geer,enswaaxd zou kvptn,en wiordten. Hot voor kinderen zoo indrukwekkend gezicht van een troep mareheerenda soldaten (Maai mat mluziek oif1 proto(mötela.g) kunnen we hen toch vaak niet doem omtloopen. En ik geloop dat dit ook niet noodig is: het spelen mót soldaatjes, het zien van alles, wöt mót het mliiibaarismta te maken heeffit, oorlogsverhalen op laiteren leeftijd, de on- menschelijke oorlog zelf, zijln die beste propaganda, voor pacifisme-, zijn als vbor- stelling in elk geval nfJOidig tot helt Ivor- m'en van onze begrippen hieroimltrent. Hoe zal een moeder haar kimt sprookjes vertellen?! In zijn'boekje„Das Kind" zegt Rudbi'S Mayer: „Luistert mm naar de taal del sprookjeswereld, dan hoort m'en vaak diepe bezorgdheid in die eenvoudige wöoridlan beven: bezorgdheid oMer het lot der kin* dcrziel." Hoe heerlijk is het, w'ann'eer men het kind1 sterkende kr.aöhten m'en geven kan, 3öpr het te vertellen. Welken levensweg heit in werkelijkheid doorschrij den zal. Goede geesten zullen het in moeilijke oogenlblikken kunnen stemnem, wanneer het zulke beelden in zic'h mocht opnemen. Dit alles kan slechts een op wekking zijn, om1 een verloren wereld weer te ontdekken en vöor het kind toe gankelijk te maken: een welkom) tegen* wiiahit vopr de onviermijldelijlke meidanodioos Elan moeder, aldus lezen wij! in „Het Kind'kan slechts mót vrudht sprookjes vertellen, wanneer haar althans dó hoofd inhoud tot waarheid is geworden, wanneer zijl ontdekkingen heeft gedaan, die haar oogein doen stralen bijl het vertellen en, d eklank van ha,ar stem v[exleven|digen. Want leven wil de vertelling in het kind. De Mals. Bij de ontdekking van Amerika w'arcn er over dit land de wonderlijkste verha len in omloop. Men sprak van goud en edelgesteenten, en meendie, dat het .nieuw ontdekte gebied mlet kostba,arhedlen was overladen. De eerste Zeevaarders, din Amerika hadden bezocht, verbelden v'an een graansoort, welke zijl er .gezien hatfh d'en, die wel zes voet lang wlas cn ,een gouden korrel ha,d, mót lange aren. Dit „wondergraan'' w,as het m|aïs of Turk-, sche koren. Al spoedig Werd het maïs overgebracht naar Spanje en Vandaar ook in Frankrijk ingevoerd. Later wierd de verbouwing Van maïs zeer algemteen en thans wördt bijna in geheel Europa deze graansoort gekweekt. De mlaïs is een -ziecr nuttige plant, daar nagenoeg alle deden gebruikt kunnen worden. De halmen en bladeren zijn in vexschen toestand een uitstekend veevöcdsel m ^gedroogd zijn zij, een gezonde en zachte ligging. H|et graan van de miaïs is een zeer goed Voed sel en licht verteerbaar. Een graat ge deelte der bevolking Va,n Azië, Afrika en Amerika gebruiken mlaïs als hoofldvoed- sci. In Amerika wordt mlaïs veel als vee voeder gebruikt; het maakt die ossen spoe dig vet, alsook d'e varkens, konijnen, kalkoenen, ganzen en kippen, vooral wan neer men het m'arsmieel vooraf' ta|e,t warm water aangelengd heeft. Het vleesc'h der m'et maïsmeel gemöste dierjn krijgt een fijneren smaak. De verbouwing van m'aï^ is zeer eenvoudig; daar deze graansoort in alle landen opkomt. Op een lossen, «enigs zins vochtigen bodem' .groeit mlaïs eoh ter het best. Hiet is echter nieit aan te raden twee jaren achtereen heb land niet maïs te bezaaien, daar het den grond sterk uitput. Het land 'dat m'et im|aïs b'e- z'et zal worden, Wordt gewoonlijk twee maal geploegd; een keer vow of gediu- renao den winter; de tweede m'aal in de lente, kort voor het z'aaien. nl het Z'ui- den van Frankrijk wórdt in begin April gezaaid; in meer Noordelijke streken wordt hiermede gewacht bot het einde van die m'aand, daar de minste vorst de opko mende plant zou vernietigen. Men zaait op verschillende wijlzen. Somimige land bouwers volgen de ploeg en werpen op gelijke afstanden het graan; anlderen trek ken in de lengte en breedte van het land voreno,p de kruising van tw'ee Monen worden dan eenige korrels m'aïs gelegd, Welke t erstond met aardie worden bedekt. ijl of zes dagen na het zaaien komt de plant, op. Zoodra de halmen ongeveer 4 c-M. hong zijn, wordt het veld gewied on worden de zwakke, scheuten verwijderd; deze. bewerking Wordt herhaald als de hal men ee.n voet hoog zijn. Als hot jm'aïs rijp is, zijn de bladeren geel en beginnen de aren los te. gaan. De aren wórden dlan geplukt en op, vochtvrije plaats bewaard. Élke aar kan 7 tot 800 graankorrels opleveren. Er bestaan cein aantal soorten maïs, welke zoowel in kleur als in dikte van elkander Zijn te onderscheiden. De beste soort is wel de witte m'aïs. Laar aar is langer en zwla.ar.derde kor rels zijn breeder en op acht rijen ge schaard. Deze soort is ook vruchtbaarder -dan de andere en wórdt ongeveer Veertien dagen vroeger rijp. Een greep uil de lijkleushislorie der Ro.nieiuscke Slaven. Alle volken van Oud Griekenland heb ben hun slaven gehaddc Thessaliërs had den hun P,(nesten; de bewoners van Creta hun Clarotende 'inwoners van Argos huin worstelaarsdie van Sycion hun Ooryne- phoren en de. Laoedem'oniërs hun Iloten; enz. De-ze ongelukkigen maakten vroeger afzonderlijke volksstammen uit, mlaar had den in den oorlog die nederlaag gele|dlen en Waren overgegeven aan dó willekeur Man den overwinnaar. Te jRomó wiaren slavten van verschillende naties, van wie die mleest|e krijgsgevangenen wóren gema,akt bijl dé verschillende volkeren, die dioor dia repu bliek beurteling wenden aangevallen. De oorlog was evenwlel niet de eepigc oorzaak van de slavernij; de overloopers, verraders en weerspanngien werdten volgens de wet ook wel met slaveruiji gestraft. De voor naamste bepalingen dier Romeinsche wet geving aangaande de slaven luidden als volgt: „Een sLaaifi is geen persoon, maar een zaak. Eien slaaft kan geen bezitting hebben, daar hij zelf het eigendom van men ander is. Een slaaifl kan geen a|amspraak maken op burgerlijke rechten. Zijn ge tuigenis wordt in rechten nidt aanvaard; hij kan niemand in rechten betrekken. Een slaaf kan geen uitersten wil maken; zijln móester is zijin wettige erfgenaam; zijn meester erft in zijri plaats, wanneer hij in eenig j>eistam'ent wordt bedacht. Da eigendom van een slaaf kan verdeeld wor den Een slaaf kan geen belecdiging wor den aangedaan; zijn meester ^edft Eet recht, zioh in zijln plaats als den blelee- uigdc te beschouwen." Te Romó beoefen den dé slaven bijna lalle takken van nijver heid zi Jwnren geneeskundigen, bouiw1- meesters, toonkunstenaars, notarissen, of 'dreven handel vöor rekening van hun meesters. Bijina allien, die kantoren oï winkels hielden, waren slaven of vrij gemaakte slaven. Ontstond er twist over den verkoop, dan werden de meesteTa aangeklaagd, hoewel de overeenkomst mót ■de bedienden was gesloten. De slaven der rijke burgers werkten in de huizen van hum móester; de voortbrengselen van hun werkzaamheid' werden ten voordeele vlan den meester verkocht. Soimls was het aantal slaven zoo groot, dat er „nomen- cJlatores niaamnocmiers, w'erden benoe|m!d. wier bezigheid bestond iu het opschrijven en onthouden v,an do nam'en der slaiven. Atbeneus noemt enkele personen op,, dia 20.000 en meer slaven bezaten. P'liniua verhaalt, dat Claudius Isidores bij tes tament verklaarde, dat hij, na Veel in da burgeroorlogen verloren te hebben, slechts 4116 slaven, 3600 paar ossen, 250.00Q stuks klein vee en 600 millioen sesteul- ciën naliet. De slaaf, van wien men zich wilde ontdoen, wend ter markt gebracht; do bouwmeesters bevolen, dat, Wanneer men een slaaf ter m'arkt bïaeht, anón ham een bord aan den hals zou hangen, wnarop zijn goéde hoedanigheden en zijln gebreken waren te lezen. De vreemde slaven, dia men niet genoeg kamde, worden aan han den cn voeten gebonden en m'et eien soort muts op het hooiftï, pifeus genaamd, ten toongesteld. De prijlzen der slaven waren vastgesteld vólgens een tarief; een genees kundige werd betaald met zestig gouden stuivers; een notaris met vijftig; enz. Eir waren verschillende soorten Man sla ven, zoo,als lamdslaMen, huisslaven en ste delijke slaven. De landslaven werden naar een of andere door de republiek veroverde land,streek gezonden om dlaar het land ta bebouwen. Dikwijls behoorden zijl tot den grond, w'elke zij! bebouwden otP tot het erf, wtaarbij zijl woonden; zij werden kolo nisten genoemid. Eien onderaardsch gewielf, waar het licht Hechts schaars binmei^ drong, diende hun tot wloning; hun voed sel bestond voornamelijk uit graan, teut en groenten. De slaaf mócht zioh niet zelf een vrouw kiezen; deze werd' hetn toegeh wezen dbor zijln meester; ook had hiji geen recht op zijin kinderen, daar zij eveneens liet eigendóm van zijn toe,ester waren. Het lot der huisslaven wlas nog bekliagemswlaatr- diger, dan dat der kolonisten. De huis slaven waren overgeleverd1 aan de wille keur van hun meesters, die hen dikwijls zonder redien tot bloedens toe mishandelt den en hen m'eermlalen van honger liieit omkomen. MISVERSTAND. I 1 „Mijn vrouw heeft een pan meti soe|pi over haar hoofd gekregen? Walt zou dlaar nog aan te 'dóen Z'ijn Ti I 1 l „Ik weet ',t niet. Ik ken niets Van koken.''- DE GOEDE VROUW: I „Manlief, hier heb ik twee hoedien .uit gekozen dez'e hier vind ik 't mooist, m'aar als jij liever de andere' ziet wil ik ae wel allebei nem'en.'' NIET OP GEREKEND. 1 Jan: Eet je Donderdkg ergens? Paul (die opi een goed toaal hoj^pJtjjW Donderdag, laat eens kijken: .Maandag, Dinsdag, Woensdag, Donderdag neen, Donderdag eet ik nergens. Jan: Zoo, nu dan zal je Vrijdag wel honger hebben beste jongen ELECTRISCHE VERLICHTING: Zomergast: „U adverteert dat er hier „eleetrisch licht" aanwezig is. Waai', is dat dan?" Kamerverhurende bóer: „Stien, gao jij jens dat eUektrieke zaklantaorntje. hoajU'n, d'a zé v'erlien joar bic ons heb loafn liggen.'' 1 1 OP SCHOOL. De schoolopziener hracht een hbzóek n.an de school en da móester had dien jon gens goed op 'li hart gedrukt} „Ante woordt niet als je niet bijna) zeker hlenti dat je antwoord goed is.'" Dó school1-1 opziener vroeg geschiedenis: „Vertel me eens, wie Was de moeder van den vader des vaderlands, WilleUm den Zwijger?" Hij richtte de Vraag tot den jongen op de eerste rij, dan tot de heele klas: Geen antwoord. Eindelijk het hart van den meester zwol Van vreugde daar ging 'n vinger omhoog: „Wel, mijn jongen','1, zei diet schoolop ziener aanmoedigend, „wie wia,s het?'?! „Juffrouw de Zwijger, meneer". Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Glazen Buisje 75 cent. Bij Apoth. en Drogisten

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1930 | | pagina 6