ril allerlei lil 1
Nerveus en Overspannen
Onrustig en Slapeloos
Mijnhardt's Zenuwtabletten
f in het kraaiennest
"vöorönziwóuwen
i gekke gesprekken j
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1930
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
LANDBOUW EN VEETEELT
Als 'tm'a'ar uit die Vr eemd ei kohiltl
In liet verslag over de vergadering
van de Kamer van Koophandel tei Mid
delburg trof ons de passage, waarin een
der leden, n palstaander van dfeni ouden
stempel, opkwam tegen de uitlating van
een mede-lidj waarin voor den landbouw1
bescherming van het eigen product werd
gevraagd.
De kwestie van het tarief Was wel
economisch, zoo orakelde de verzietsman,
doch veel meer politiek en die .landbouw
organisaties moeten zioh daar buiten hou
den. Terecht wierp de eerste spreker hier
tegen op, dat het Zeer Verbeiejrd |was,
om van de tariefkwestie politiek te ma
ken en dat men toeter deed, zich. te rich
ten naar de gedragingen van het buiten-
Land.
Zoo is het! Het is juist de landbbiuW,
met zijn overproductie, die bescherming
tegen het buitenland noodig heeft, van
welks nukken het nu geheel! afhankelijk
ij». Een vechttarief zou in dieZe zaak
wonderen kunnen verrichten: Helaas men
heeft er politiek van gemaakt en al wat
links staat, Imioet tegen algemeen en eigen
belang in, met de .handen in de zakken
blijven staan.'
Ja, op handels-eoonomisch terrein wag
gelt Nederland nog in zijn kinderschoen-
tjes en maakt geregeld Jnisstajppleni en
kromme Sprongen, waartolm1 inten lachen
moet, hoe treurig het eigenlijk is:
Zoo imioet .een Nederlander {jet b.'v. niet
inz ijn hoofd halen dm! aan een relatie in
Oost-Indië een kistje met fruit te Zenden.
Al zoekt hij zijin toestej appelen, rut,
al verpakt hij Ze met duizend voorzor
gen de Nederlanldsche .ambtenaren in
Insulinde wijzen het kistje met weerzin
en afgrijzen terug, wanneer er niet ipen
officieel dodmnent toij gevoegd is van
den pythopathiologiscken dienst in liet
moederland, waarin wijdloopig en deug
delijk omschreven wordt, dat de appeltjes
stuk voor stuk onderzocht en vrij van
plantenziekten zijn.' Zoo'n Nedierlandsch
appeltje, waarin hier iedereen zonder
schroom bijt, iniocht eens 'm catastrophe
veroorzaken op Borneo of Sumatra,.
De vrees van Neerlands staal! veran
dert eohter in roekeloosheid, zoo 't maar
buitenlanidsoh fruit in mag halen.' Het
vraagt niet of de ibaiuamen door gezonde
of ongezonde, door gewasschen of sme
rige negers in de booten; worden ge
stouwd; Califbrnische appelen zijn even
welkom als alle mógelijke zuidvruchten;
de Grieksche krenten, die van den weg
uvorden opgeschapit en tóet da schoenen in
■de vaten worden getrapt legt mlen; geen
stroobreed in den weg: Die waakzaamheid
voor onze gezondheid 'begint pas, als de
lekkernijen officieel eigendom Zijn van
landgenooten: Dan is de clementie! op.
Leve de éénzijdige vrijhandel!
UITKIJK.
den inhoud dier motie instemde, dan zeg
ik zonder aarzeling, dat dit niet helt geval
is. En dit niet omdat, zooals gij de vrij
heid neemt te zeggen, ik „er mijl Imfat heit
slappe praatje alknauk, Sat van A.-R. rijde
de wereld ingezonden werd, dat hat van
hunnentwege wel kon stilstaan". Neen,
geachte collega, maar omdat ik tegen uwe
motie het overwegende bteziwaar heb, dat
zij: den eisch Gods geen reehit laat weder
varen. Deze motie is, om uiw eigen tienmi-
nologi te gebruiken „een slap praatje".
Voor de goe-gemreeinte. Gesteld e,e|ns ,diat
uwe motie wet werd1, dan zon spoor,
tram en autobus stil liggen. Alle me!p-
schen, die om zich te verplaatsen, daarvan
gebruik moeten miaken, zouden dit niet
kunnen. Dit zijn over het algemeen die
minstgegoeden. Maar allen, die auto.'s be
zitten. dus de gegoeden, zouden lustig
reizen en trekken, zoovgel zij! wilden. Dit
beteekent bevoorrechting van dia rijken
dezer aarde in de gelegenheid tot overtre
ding van Gods gebod.
Uwe motie, geachte collega, was in
het geheel niet in overeenstemming m|.|t
den sl rangen eisch des gebods en daarom
eena „slappe motie". .Ook hebt gij idie
behandeling van dit onderwerp, dat toch
waarlijk niet met een groot woord kan
worden afgedaan, in het geheel niet voor
bereid, zelfs over het voorbehoud der
Dordtsche synode, dat van de noodzake
lijkheid gewaagt, deedlt gij geen licht
opgaan. Zoo behandelt men ingewikkelde
en moeilijke vragen niet, als de oplos
sing ernst wórdt. De overheid heeft idle
beide tafelen der wet te handhaven, vöor
zoover dit op haar terrrein ligt. Als
naartoe stopzetting van het verkeer ble-
Jioor-t, dan blijjflt deze nieit beperkt! tpt
spoor, tram1 en bus, maar strekt .zij1 zich
ook uit over het gabr.uik van dan publie-
ken weg. Daar zit dus nogal wa.t aan
vast, collega, en daarom1 dluidt het mij
niet ten kwade, als ik deze los daarheen
geworpen-, niet grondig doordachte mbtie
vo.oi 'u zeer „slap" Staatk. Ger. pjunade-
puardje lioudt.
Vorder schrijft prof'. Visschcr nog het
voigcnde
Gij legt mij nu ten laste, daifc ik db
Roomsche Kerk te veel eer hefb beiwlazan,
dat ik het Protestantisme vernederd heb
zo.nog allerlei dwaasheden, die uwe
trawanten, die bezig zijn om' een nieuwe
afscheiding van de Herv. Kerk voor te
bereiden, reeds ijverig pnopagaeriem. Doch
do waarheid is juist andersom1: niemand
is den Roomschen mfeier welkom! dan gij,
omdat zij uitstekend inzien dat. onze ver
deeldheid hunne kracht is. Zij vreejZcU u
ook in het geheel niet dat laaft de erva
ring. Dezer dagen was het in „De Banier"
te liezen., dat deze streng-Roomsehe minis
ter van Defensie u tn den hieier Barth
zal benoemen tot reserv'e-ülagerpiredikanit.
Onpartijdig van deiZen minister, die op
deze w'ijze openlijk toont, dat hij uw
anti-papism® niet vreest Maar, het is
wél vreemd, dlat gij1 u Voor dit baantje
hebt laten vinden. Er stond in „De
Banier'1, dat er wel ernstige bfezWalrteni
tegen dit instituut zelf bijl u bestaan,
maar gij hetot geoordeeld' „u alsnog niet
te mogen onttrekken". Als een A. R. zoo
iets zciid'e, ik zou er niet op leittten, wlant
het is bïj, ons steeds de methode geweest
met de mogelijkheden rekening te hou-
houden. Wij' weten jju eenmaal, dat ons
volk niiat meer bestaat als voor drie eieur
w'en en dat wij' niet steeids kunnen Wat. wij'
wel zouden willen. Maar gijl staat laltijd
klaar met den vollen eisch der gebojlen
Gods, met alle eischen van art. 36.
Maar wat doet gij nu zelve? Daar gaat
gij zitten in den kring der legerpirgdikan-
ten, naast u de Roomsche 'aalmoezeniers
en aan de andere zij|de weler mannen van
andere richting dan de Gerefbwr&erdle.
Waraom vordert gij niet vlan dleizen Room,'-
schen Minister uitroeiing van alle ket
terij uit dat instituut der legerpredikan-
ten? Ja. gijl spreekt van uw beiztwiaren,
„maar zult u toch niet onttrekken". Wait
doet gij nu anders dan de A. R. Wij heb
ben allen vele bezwaren tleigen ve|el in ons
staatsleven, terwijl wij ook meenen, ons
nieit te mogen onttrekken. Doch dan ko
men uwe verwijten tegen daz'e „slappe
meuscheu". Ziet gij jvcl, dlat het danige,
dat u van de A. R. onderscheidt slechts
bestaat in woorden. Uwe duiden zijn de
zelfde. als het in uw1 streven te pas komlt.
Gij spreekt nu nog van de onoivterbrugbaro
klove Doch zandt gijl die niet op diezel'fr
de wijze kunnen overbruggen als ruwe
bezwaren tegen het instituut van leger-
predikant? Natuurlijk, ik denk er niet a,a,n
u te dringen. Maar dit is wel bekend, als
de begeerte naar iets lleëilt, dan weten d'e
miensc'hen ex Wel raad op.
WINTERPROVISIE.
Eieren in den winter is het ideaal van
iederen kippenhiouider. Vóór eien dertig
a veertig jiaren geleden w'anen v'e(rscha
eieren Zeldzaamheden in den winter. De
kippen, die 'toen onze kippenrennen en
boerenerven bevplktein, trokken neit als
ze tegenwoordig nog diocn van Augustus
tot November een nieuw pakje aan len
zetten het legapparaalt stil, toitidaiti eaniga
voorjaarswiarmte en idlaaojmee gepaard
gaande vioedselMermeerdlering hepu tot leg
gen aanzette. De jonge kippen hioit wa
ren meestal d'e beruchte oogstkuikeps
waren als de winteT begon nog maar
half was; ze Waren tot niets in staat dan
„eten en nogmlaals eten".
Sedert die dagen is er echter veel yjeir-
andend, want al z'ijn de versch gelegde
eieren in den winter als regel duurder
dan in den zomer, ze zijn toch in bijlna
elke hoeveelheid fee krijgen. H|e.t aantal in
die maanden gelegde eieren loopt .zlel'f's in
ons kleine land in de millioenen.
De eerste stoot feat de winlterproduiotie
in ons land is ontstaan door dien invoer
van Wyandottes, Plymouth Rocks en Or
pingtons. Deze kippen wiaren door hun
dicht gevederte in sfeaalt weerstand fee bie
den aan de naideelige koude, zoodot ze
vroeger aan den leg gingen als de. inland-
sehe kippen. Al wias het winterlegdijlfer
Uer dieren niet hoog te noiemien, toch
werd de roem, die Van hen uitging, oor
zaak, dia,t ernstige kippienminnaars zich
gingen toeleggen op vroegere eierpraduc-
tie. W,at gebeurdie toen? Broedmachines
waren toen n,og onbekende zaken in ons
land, zoadat alle kuikens onder kloe
ken nog moesten wlondien uitgebroeid.
Eieu groot nadeel hiervoor wa-s, dat de
aanwezige kippen echter heellemiaal
niet broedsoh wilden Worden, zoodat de
meeste fokkers eerst laat in belt! jiaai
kuikens kregen. Ma.ar door den invoer
dei zware hoenders, die velel spoedige^
broedscb werden, veramdepde de toesta,nld!
heel wa.t meer, zoadat het Melen mógelijk
was geworden, reeds vroeg in het voorjaar
kuikens te bezitten. Die vroege kuikelns
waren tegen den volgenden winter onge
veer volwassen, en al ging het niet ge
makkelijk, die dieren aan de,n leg te krij
gen, ze begonnen toch in ieder geval met
Januari r eeds en dlaardlooir Was aangetoond
geworden, dat mlen ook in ons land do
kippen vroeg aan den leg kon krijgen.
Een veel groctare vordering Werd ge
maakt door den invoer Man broedtoi'ai-
ehines en kunstmloederfl. Zoodat toén niet
meer afhing van broedsche kippen en kon
men dus op elk gew'ild tijldstip kuikens
hebben en ook in gr.oote.re massa's cm ook
van allerlei soort.
Hoe.wiel er een groote omkeer was ge
bracht. in den tijd' van het eieaieggen, is
hel ook thans nog niet aan ieder gelukt
om reeds in October en latere mlaanrkn
reeds volop dure eitjes te rapen ondanks
dc talrijk gewórden hulpmiddelen en da
nfmeor verkregen piluimMcekennis. De oor
zaak is doodeenvoudig hierin gelegen óf
dat die kippienhouiders niet den aange,-
1'e.eidcn weg in de; puntjes nakomtm. óf1 dat
dij! in verzuim1 zijn gebleVen zioh de on
misbare pluiimivieckcumis eigen te m'akcn.
Ln daarom1 zal ik de voonmuaim'ste zaken,
die de winterproduotie der kippen beïn
vloeden in bet kort herhalen. Want. het
schijnt, onmisbaar te z5j!n voor de tallooze
goedwillende maar niet altijd voldoende
secure haendeHbkkers.
'Wie einide October zijn eerste, eieren
wil rapen moet broeden einde Maart otj
April, uiterlijk tot hal'f Mei voor de lichte
rassen en door uiterste reinheid1, prima
voeding en zorgvuldigste verzoi'ging voor
komen, dat de kuikens 111 hun groei Wor
den gehinderd. Komit er een kink ih den
kabel m'et den groei, dian is de kans op oen:
vroegen leg Moor een groot gedeelte wieg,
want dan hebben da dieren eand'a October
niet den gewenschten wasdom en rijpheid
bereikt en bijlna iedereen weiet bijj 'erva
ring ho® móieilijk hat dan is, zelfs toet
de meest mógelijke zorg dien leg to f1orde|e|-
ren, de dieren zijn kortom' niet aan Üen
leg te krijgen.
Heel't m'en zijn kuikens zonder tegen
slag grootgebracht, dan is werkelijk nieit
veel noodig om Rat geweinschte resultaat
ta bereiken, ja, dan mbet tolen Zelfs door
een ietw'at schralere voeding den leg te
genhouden.
Hieruit volgt dan pok; dat een snelle,
regelmatige ongestoorde groei, van liet
kuiken een eerste vereischt® is voor «en
goeden winterleg.
Daarnaast is evenwel noodig, dat de
(lieren tegen dat ze volwassen zijn, wor
den ondergebracht in ecu flink, ruim1 .ver
licht en goedgeventileerd hok, op dat zij
beschutting kunnen vinden tegen koude,
gure winden, ook buiten het hok en dat
liun verzorging er pp is ingericht om! Je
dieren zooveel mogelijk bezigheid' 'te ver
schaffen.
Door bezigheid wórdt voorkomlen, dat
zij bij, koud, guur1 w'eer staan te kleumen,
dat zij zich overgeven aan ondeugden ails
vecrenplukken en eiereitcn; daardoor
stremt het bloed' veel harder on vlraagt
het lichaam mleer voedsel, wiaardoor de
dieren worden aangezet tot ruinreme vaed-
selopname en daardoor wbrden de ver-
eischte hoeveelheid vaeiderstoüfen opgeno
men voor de vorming Man eieren.
Die bezigheid kan m'en op allerlei imla-
nieren bevorderen. Zoo kan het graanvoeir
in een krablaag in oifl buiten het nachthok
worden, uitgestrooid. De aard van het
krabmateriaal hindert niet, als die dieren
maar flink moeten graven en krabben
om hun voer machtig te worden en de
bodem m'aar droog Mijiflt.
Ook door middel van groenvoer kan
m'en zijn hoenders bezigheid gevien. Een
prachtig middel daartoe zijh bij gebrek
aan boerenkool, voederbieten of rapen. In
den beginne kijken de dieren weleiens wa,t
vreemd a,an tegen de biet, doch door het
indrukken va.n eenige haver- en miaiskor-
rels zal de kip, door naar deze te pikken,
heel gemakkelijk iets van de biet of' ralap
meienem'en, waardoor ze den smaak fee; pak
ken krijgt en de aangehechte biet ,aan spij1-
kor of touw zial in den verMolge in een
korte spanne feijds Worden verorberd. Heel
sterk moet. weirden aangeraden, giroifl Zand
in de ren ot' er buiten neer fee werpen
wairyan de dieren naar believ'en kumnien
opnemen. Het is zóó best voor de spijs
vertering dat schelpen er niet Moer in
ae plaats behoeven te konten. Wie deiz'e
eenvoudige middeltjes te b'aat n^eimlt, Zal
ongetwijfeld suCoccs hebben en zich ver
blijden mot het rapen van moer eitjes dan
vroeger in de korte dagen. I
Nog heviger kan men den leg forceer,en
d.vir het gebruik maken van kunstdicht
gedurende de lafee avornld- nf vroege mor
genuren.
Dat is ongetwijfeld een zeer miooi werk
maar dat eischt wederomi vakkennis, groo-
te ervaring en algeheels liefde vöor d|en
hocnderstapel van den verzorgeir alsmede
de beschikb'aarheid van gemlakkelijk
kunstlicht dat groote resultaten voor een
ieaer niet zijn weggelegd in dit opzicht,
omldat dieze kunstmatige mcfehoide niet „des
hoensis, d. w. z. het strijdt mét de na
tuur van het hoen, wat niet: het geMal is
mlet dc gewone werkwij'Ze.
Ontegenzeggelijk zijn mot de mlodeme
voedering beste resultaten fee krijgen, als
mien nleen let op den leg, mlaar heelemhal
niet op den verderen opfok.
sa
Hoc Aniierika zija verkerpsters uitzoekt.
In de groote zaken in Amerika heelft
m'en een zeer origineMle mlelthoidle. bij' aanne
ming van personeel ingövloerd. I11 de
miaeste zakein heeift m'en voor elke af'dlele1-
ling ,een "inspebtride, die de aanvragen
behandelt. Veel sollicitanten vaUen direelt
als ongesdhikt uit. Aan de anderen wordt
eien vragenlijist Voorgelegd'; verschillende
vragen zijn zeer eenvoudig, andere daar
entegen ingewikkeld'. De meisjes krijgen
20 minuten tijd om' 32 vragen in te vul
len. Dit is veel te weinig en geien enkel
meisje kan dit klaarspelen, mlaar het Wordt
a.ls „slim" beschouwd, als zij' de vragen
doorlezen, -ein beginnen met de genfakke-
lijkc vragen te beantwoorden. Na. 20 mi
nuten worden de lijsten opgehaald en op
eictot Amerilnaansche manier is het nakij:-
kon 111 een kwartier gereed. De meisjes,
dira de vragen op een bevredigende* manier
hebben ingevuld, Wordtn vervolgens door
eien dokter onderzocht, die d® m'eïsjes sor
teert in ongeschikt, half geschikt en ge
schikt. De onigeschikten vallen natuurlijk
ul't de half geisc'hiktiau worden aange
nomen voor halve dagen m'et 20 minuten
rusttijd; de gesc'hikteu werken van ,9 ifeot
6 uur, mleit tweemaal een korten rusttijd.
Bet is in Amerika, niets bijlzondexs als
m'eisjes van goede familie als verkoopl
sfcer in dienst gaan; het gebeurt ook
wel, dat meisjes, die mót goed gevolg dn
Universiteit hébbeu gevolgd bij' he;t toetsen
als ongeschikt uitvallen.
Mugcu onze kinderen soldaatje spelen?
Deze vraag heelft reeds menig ouder
met pacifistische gevoelens zich gesteld.
Een verstandig antwoord hierop geeft Pi.
F. v. Overbeeke in „Hólt Kind", wanneer
liiji zegt: Al zullen wijl onzen kinderen
geen soldaatjes en kanonnetjes als speel
goed geven, toch lijkt het mie niet zoo'n
groot gevaar, als zij <la,ar tacih mee in
aanraking komen, en ik geloolf zelfs, dat
heit beter is voor eien jongen 'eèn houten
sa,ból te mftkén, als hij dien hevig begeert',
dan hem dien te jgoith,ouden, als het be
geerde daardoor voor hem' nog meer be
geer,enswaaxd zou kvptn,en wiordten. Hot
voor kinderen zoo indrukwekkend gezicht
van een troep mareheerenda soldaten (Maai
mat mluziek oif1 proto(mötela.g) kunnen we
hen toch vaak niet doem omtloopen. En ik
geloop dat dit ook niet noodig is: het
spelen mót soldaatjes, het zien van alles,
wöt mót het mliiibaarismta te maken heeffit,
oorlogsverhalen op laiteren leeftijd, de on-
menschelijke oorlog zelf, zijln die beste
propaganda, voor pacifisme-, zijn als vbor-
stelling in elk geval nfJOidig tot helt Ivor-
m'en van onze begrippen hieroimltrent.
Hoe zal een moeder haar kimt
sprookjes vertellen?!
In zijn'boekje„Das Kind" zegt Rudbi'S
Mayer: „Luistert mm naar de taal del
sprookjeswereld, dan hoort m'en vaak diepe
bezorgdheid in die eenvoudige wöoridlan
beven: bezorgdheid oMer het lot der kin*
dcrziel." Hoe heerlijk is het, w'ann'eer
men het kind1 sterkende kr.aöhten m'en
geven kan, 3öpr het te vertellen. Welken
levensweg heit in werkelijkheid doorschrij
den zal. Goede geesten zullen het in
moeilijke oogenlblikken kunnen stemnem,
wanneer het zulke beelden in zic'h mocht
opnemen. Dit alles kan slechts een op
wekking zijn, om1 een verloren wereld
weer te ontdekken en vöor het kind toe
gankelijk te maken: een welkom) tegen*
wiiahit vopr de onviermijldelijlke meidanodioos
Elan moeder, aldus lezen wij! in „Het
Kind'kan slechts mót vrudht sprookjes
vertellen, wanneer haar althans dó hoofd
inhoud tot waarheid is geworden, wanneer
zijl ontdekkingen heeft gedaan, die haar
oogein doen stralen bijl het vertellen en,
d eklank van ha,ar stem v[exleven|digen.
Want leven wil de vertelling in het kind.
De Mals.
Bij de ontdekking van Amerika w'arcn
er over dit land de wonderlijkste verha
len in omloop. Men sprak van goud en
edelgesteenten, en meendie, dat het .nieuw
ontdekte gebied mlet kostba,arhedlen was
overladen. De eerste Zeevaarders, din
Amerika hadden bezocht, verbelden v'an
een graansoort, welke zijl er .gezien hatfh
d'en, die wel zes voet lang wlas cn ,een
gouden korrel ha,d, mót lange aren. Dit
„wondergraan'' w,as het m|aïs of Turk-,
sche koren. Al spoedig Werd het maïs
overgebracht naar Spanje en Vandaar ook
in Frankrijk ingevoerd. Later wierd de
verbouwing Van maïs zeer algemteen en
thans wördt bijna in geheel Europa deze
graansoort gekweekt. De mlaïs is een -ziecr
nuttige plant, daar nagenoeg alle deden
gebruikt kunnen worden. De halmen en
bladeren zijn in vexschen toestand een
uitstekend veevöcdsel m ^gedroogd zijn
zij, een gezonde en zachte ligging. H|et
graan van de miaïs is een zeer goed Voed
sel en licht verteerbaar. Een graat ge
deelte der bevolking Va,n Azië, Afrika en
Amerika gebruiken mlaïs als hoofldvoed-
sci. In Amerika wordt mlaïs veel als vee
voeder gebruikt; het maakt die ossen spoe
dig vet, alsook d'e varkens, konijnen,
kalkoenen, ganzen en kippen, vooral wan
neer men het m'arsmieel vooraf' ta|e,t warm
water aangelengd heeft. Het vleesc'h der
m'et maïsmeel gemöste dierjn krijgt een
fijneren smaak. De verbouwing van m'aï^
is zeer eenvoudig; daar deze graansoort in
alle landen opkomt. Op een lossen, «enigs
zins vochtigen bodem' .groeit mlaïs eoh
ter het best. Hiet is echter nieit aan te
raden twee jaren achtereen heb land niet
maïs te bezaaien, daar het den grond
sterk uitput. Het land 'dat m'et im|aïs b'e-
z'et zal worden, Wordt gewoonlijk twee
maal geploegd; een keer vow of gediu-
renao den winter; de tweede m'aal in de
lente, kort voor het z'aaien. nl het Z'ui-
den van Frankrijk wórdt in begin April
gezaaid; in meer Noordelijke streken
wordt hiermede gewacht bot het einde van
die m'aand, daar de minste vorst de opko
mende plant zou vernietigen. Men zaait
op verschillende wijlzen. Somimige land
bouwers volgen de ploeg en werpen op
gelijke afstanden het graan; anlderen trek
ken in de lengte en breedte van het land
voreno,p de kruising van tw'ee Monen
worden dan eenige korrels m'aïs gelegd,
Welke t erstond met aardie worden bedekt.
ijl of zes dagen na het zaaien komt de
plant, op. Zoodra de halmen ongeveer 4
c-M. hong zijn, wordt het veld gewied on
worden de zwakke, scheuten verwijderd;
deze. bewerking Wordt herhaald als de hal
men ee.n voet hoog zijn. Als hot jm'aïs rijp
is, zijn de bladeren geel en beginnen de
aren los te. gaan. De aren wórden dlan
geplukt en op, vochtvrije plaats bewaard.
Élke aar kan 7 tot 800 graankorrels
opleveren. Er bestaan cein aantal soorten
maïs, welke zoowel in kleur als in dikte
van elkander Zijn te onderscheiden.
De beste soort is wel de witte m'aïs.
Laar aar is langer en zwla.ar.derde kor
rels zijn breeder en op acht rijen ge
schaard. Deze soort is ook vruchtbaarder
-dan de andere en wórdt ongeveer Veertien
dagen vroeger rijp.
Een greep uil de lijkleushislorie
der Ro.nieiuscke Slaven.
Alle volken van Oud Griekenland heb
ben hun slaven gehaddc Thessaliërs had
den hun P,(nesten; de bewoners van Creta
hun Clarotende 'inwoners van Argos huin
worstelaarsdie van Sycion hun Ooryne-
phoren en de. Laoedem'oniërs hun Iloten;
enz. De-ze ongelukkigen maakten vroeger
afzonderlijke volksstammen uit, mlaar had
den in den oorlog die nederlaag gele|dlen en
Waren overgegeven aan dó willekeur Man
den overwinnaar. Te jRomó wiaren slavten
van verschillende naties, van wie die mleest|e
krijgsgevangenen wóren gema,akt bijl dé
verschillende volkeren, die dioor dia repu
bliek beurteling wenden aangevallen. De
oorlog was evenwlel niet de eepigc oorzaak
van de slavernij; de overloopers, verraders
en weerspanngien werdten volgens de wet
ook wel met slaveruiji gestraft. De voor
naamste bepalingen dier Romeinsche wet
geving aangaande de slaven luidden als
volgt: „Een sLaaifi is geen persoon, maar
een zaak. Eien slaaft kan geen bezitting
hebben, daar hij zelf het eigendom van men
ander is. Een slaaifl kan geen a|amspraak
maken op burgerlijke rechten. Zijn ge
tuigenis wordt in rechten nidt aanvaard;
hij kan niemand in rechten betrekken.
Een slaaf kan geen uitersten wil maken;
zijln móester is zijin wettige erfgenaam;
zijn meester erft in zijri plaats, wanneer
hij in eenig j>eistam'ent wordt bedacht. Da
eigendom van een slaaf kan verdeeld wor
den Een slaaf kan geen belecdiging wor
den aangedaan; zijn meester ^edft Eet
recht, zioh in zijln plaats als den blelee-
uigdc te beschouwen." Te Romó beoefen
den dé slaven bijna lalle takken van nijver
heid zi Jwnren geneeskundigen, bouiw1-
meesters, toonkunstenaars, notarissen, of
'dreven handel vöor rekening van hun
meesters. Bijina allien, die kantoren oï
winkels hielden, waren slaven of vrij
gemaakte slaven. Ontstond er twist over
den verkoop, dan werden de meesteTa
aangeklaagd, hoewel de overeenkomst mót
■de bedienden was gesloten. De slaven der
rijke burgers werkten in de huizen van
hum móester; de voortbrengselen van hun
werkzaamheid' werden ten voordeele vlan
den meester verkocht. Soimls was het
aantal slaven zoo groot, dat er „nomen-
cJlatores niaamnocmiers, w'erden benoe|m!d.
wier bezigheid bestond iu het opschrijven
en onthouden v,an do nam'en der slaiven.
Atbeneus noemt enkele personen op,, dia
20.000 en meer slaven bezaten. P'liniua
verhaalt, dat Claudius Isidores bij tes
tament verklaarde, dat hij, na Veel in da
burgeroorlogen verloren te hebben, slechts
4116 slaven, 3600 paar ossen, 250.00Q
stuks klein vee en 600 millioen sesteul-
ciën naliet. De slaaf, van wien men zich
wilde ontdoen, wend ter markt gebracht;
do bouwmeesters bevolen, dat, Wanneer
men een slaaf ter m'arkt bïaeht, anón ham
een bord aan den hals zou hangen, wnarop
zijn goéde hoedanigheden en zijln gebreken
waren te lezen. De vreemde slaven, dia
men niet genoeg kamde, worden aan han
den cn voeten gebonden en m'et eien soort
muts op het hooiftï, pifeus genaamd, ten
toongesteld. De prijlzen der slaven waren
vastgesteld vólgens een tarief; een genees
kundige werd betaald met zestig gouden
stuivers; een notaris met vijftig; enz.
Eir waren verschillende soorten Man sla
ven, zoo,als lamdslaMen, huisslaven en ste
delijke slaven. De landslaven werden naar
een of andere door de republiek veroverde
land,streek gezonden om dlaar het land ta
bebouwen. Dikwijls behoorden zijl tot den
grond, w'elke zij! bebouwden otP tot het
erf, wtaarbij zijl woonden; zij werden kolo
nisten genoemid. Eien onderaardsch gewielf,
waar het licht Hechts schaars binmei^
drong, diende hun tot wloning; hun voed
sel bestond voornamelijk uit graan, teut
en groenten. De slaaf mócht zioh niet zelf
een vrouw kiezen; deze werd' hetn toegeh
wezen dbor zijln meester; ook had hiji geen
recht op zijin kinderen, daar zij eveneens
liet eigendóm van zijn toe,ester waren. Het
lot der huisslaven wlas nog bekliagemswlaatr-
diger, dan dat der kolonisten. De huis
slaven waren overgeleverd1 aan de wille
keur van hun meesters, die hen dikwijls
zonder redien tot bloedens toe mishandelt
den en hen m'eermlalen van honger liieit
omkomen.
MISVERSTAND. I 1
„Mijn vrouw heeft een pan meti soe|pi
over haar hoofd gekregen? Walt zou dlaar
nog aan te 'dóen Z'ijn Ti I 1 l
„Ik weet ',t niet. Ik ken niets Van
koken.''-
DE GOEDE VROUW: I
„Manlief, hier heb ik twee hoedien .uit
gekozen dez'e hier vind ik 't mooist, m'aar
als jij liever de andere' ziet wil ik
ae wel allebei nem'en.''
NIET OP GEREKEND. 1
Jan: Eet je Donderdkg ergens?
Paul (die opi een goed toaal hoj^pJtjjW
Donderdag, laat eens kijken: .Maandag,
Dinsdag, Woensdag, Donderdag neen,
Donderdag eet ik nergens.
Jan: Zoo, nu dan zal je Vrijdag wel
honger hebben beste jongen
ELECTRISCHE VERLICHTING:
Zomergast: „U adverteert dat er hier
„eleetrisch licht" aanwezig is. Waai', is
dat dan?"
Kamerverhurende bóer: „Stien, gao jij
jens dat eUektrieke zaklantaorntje. hoajU'n,
d'a zé v'erlien joar bic ons heb loafn
liggen.'' 1 1
OP SCHOOL.
De schoolopziener hracht een hbzóek
n.an de school en da móester had dien jon
gens goed op 'li hart gedrukt} „Ante
woordt niet als je niet bijna) zeker hlenti
dat je antwoord goed is.'" Dó school1-1
opziener vroeg geschiedenis: „Vertel me
eens, wie Was de moeder van den vader
des vaderlands, WilleUm den Zwijger?"
Hij richtte de Vraag tot den jongen op
de eerste rij, dan tot de heele klas: Geen
antwoord. Eindelijk het hart van den
meester zwol Van vreugde daar ging
'n vinger omhoog:
„Wel, mijn jongen','1, zei diet schoolop
ziener aanmoedigend, „wie wia,s het?'?!
„Juffrouw de Zwijger, meneer".
Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende
Glazen Buisje 75 cent. Bij Apoth. en Drogisten