üerueus en 0¥erspannen
Onrustig en Slapeloos
MIJNHARDT'S ZENUWTABLETTENBij Apoth cn Droglttcn
ZATERDAG 18 JANUARI 1930
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
r IN HET KRAAIENNEST 1
VAN HIER EN PAAR
KERKNIEUWS
ff DAVERENDE DINGEN "H
I GEKKE GESPREKKEN I
Boek en Blad
Wo e r h an en-t. r op enk olde r.
Een weerhaan staat in onze samenleving
niet ibijster hoog aangeschreven. Wij .be
doelen natuurlijn niet liet nuttige dier,
dat op torentopjes er studie van mlaakt,
uit welken hoek de wind waait. Diens
verheven standpunt wordt onbetwist er
kend, al mogen broodetende Weerprofeten
hom, soms met een schuin oog aankijken.
Neen de weerhaan die wij op den korrel
hebben, is de zinnebeeldige weerhaan, de
maatschappelijke, politieke slim|meiing; die
.mot ïle wisselende luchtstroom-en van op
vatting en inzichten meedra.ait, altijd üo
richting aangeeft welke de massa in wil
slaan en nooit de koers aanwijst welke do
massa in móet gaan.
[Tropenkolder is pok een onaangename
zaak. In Indië staat zijn bakermat en
Eiuropeanen zijn er IbijlZonder vatbaar voor.
Onder tropenkolder verstaat m'en een soort
roes, welke gewoonlijk tmensclien bevangt,
die van niets tot iets promoveerden en
"vervolgens, verblind dloor trots en eigen
waan, er geen erg. in hebben, dat zij zich
zelf onmogelijk pi|akwi en degradeeren tot
karakterloozen.
Weerhanerij en tropenkolder zlij'n dus,
ieder op zichZelve, gesteltenissen vol ver
schrikking. Het Valt daarom! niet mpeilijk
(te vatten, dat hot pven erg als eten paniek
wordt, wanneer weerhanen dooi' tro(pen-
kolder wtorden aangetast.
Dit is Zondag, on gros to Utrecht' ge-
.beurd.
Do socialisten sloegen in de Hom-stad'
aan het congresseeren over koloniale po
litiek. l l i
'n Paar 'dagen eerder liaid de roode pwcs
do collega's van de Labour be-applaudi-
seerd, toen deze hadden verklaard, er niet
voor terug te deinzen oiml opstandige vrij
heidsbeweging jn Britsch-Indië krachtda
dig te onderdrukken.
Op het congres zelve wilde mien do
bewusten leiden naar de erkenning, dat
de onafhankelijkheid van Indië afhing van
verschillende voorwaarden en niet direct
,was in te willigen, da,ar het anders ver
keerd zou loopen in de Oost. Deze intentie
was vrij verstandig. Jammer genoeg had
men met weerhanen te doem en toen1 de
roemzuchto bestuurderen in de galen kre
gen, flat de bolsjevistische oppositie ten
congresse, succ'es had met haar opruiendo
taal, toen ontwaakte de weerhanenaprtl
en bleken de arm© dieren ook mjat tropen
kolder Ibesmët. .ll
Alle goede voornemens vergetend rie
pen leiders en lijders: „Indië los van Ne
derland en onvoorwaardelijk.!"
iWat zouden de „Labuur-collega's'1' wel
denken van deze ruggegraatlooze ja-
knikkenide-aschbakezeltjes pialleimiolfin-
politiek? v.' I i i I i I' i
UITKIJK.
kan ik ni'ti hariewensch piet meer cer-
vuki( zien, zoo is 't mlij misschien; moge
lijk, voor ik m'n oogen sluit, de uitvoering
ervan lo verzekeren. En lnj sP/Wio, de
oude pastoor 1 i_i
Eni nu? Hij was heengegaan.
De heele parochie had den bemin
den herder vergezeld naa,r z'n butste
rustplaats. Allen hadden gebeden: „Heer
geel zSijne ziel de eeuwige pust, en menige
traan was'gestort ais tol van dankbaarheid
en, warme genegenheid
Le roi est mortv vive le roi. Zie. 'n
krachtige figuur stond, weer yoor de dor
pelingen op den preekstoel en in z'n in-
ieiding' vergat de nieuwe heritor niet m|et
weemoed zi',n voorganger te herdenken,
die door jarenlange spaarzaamheid 't hem
zl'n opvolger, haa mtaogl'iiik gemaakt met
den houw eener nieuwe leerk te beginnen I,
De H. Mis was uit. In groepjes verlie
ten de geloovigen het Godshuis en men
hoorde niets anders dan:
Hedde 't gehuurd, wc krijgen 'n
nieuwe kerk!
't Bleef 't onderwerp ,vangesprek, niet
alleen dien Zondag, .maar nog veie ilar
gen daarna en de steeds terugkx>men}la
vraag was: waar zou ze 'komen? Niet op
de) plaats waar nu de ,oude sfond. Door
de toenemende verkeersdrukte was die
pl'ek niet meer geschikt. Ja waar, (Jan?
ót Werd '11 veronderstellen, 'n gissen, 'n
welden zelfs. Ging de pastoor uit, dan
werd hij door alle parochianen nagekeken.
Er werd geloerd over de gordijntjes he.en,
door een kier van de deur, van den
akker af, uit den stall Die had 'n mooien
tuin te koop, die 'n geschikt veld. 'n'
ander vond de .plek, waarop z'n huij-
stond, zoo van pas. Zoo- g,a£ ieder z'n
meerling ten beste, niet steeds onzelfzuch
tig, Lot eindelijk het nieuwtje van mond
tol. mond ging: de Bisschop zelf komt
den grond kiezen!
En zoo gebeurde 't. Eerst werd -'n
hoekje gemeentegrond bel'chllgd. Daarop
stoni 'n huisje, sedert meer dau 70 jaar
bewoond door Lenemie ('n jjfkprting vara
Helena Maria).
I.enemio had 'n snoepwinkeltje en was
daardoor niet alleen bekend bij die school
gaande jeugd, maar ook bijl de vaders eij
moeders, want zoo ver de herinnering te.
rug ging, stonden er voor de verweerde
ruiljes hij Lenemie 'n flesch met zuurtje^,
'n jampotje met pepermuntrolleties, 'n
trommeltje met verbleekte, hard geworden
koekjes ien nog enkele heerlijkheden m|aer.
Geen rinkelende bel kondigde 'n Mant
aan!. Dat was niet noodig, want Lememie's
winlkel Was tegelijk zi kamer en Kanken en
dus nooit verlaten. Achter "t 'kleine, groen
geverfde, toonbank,je, waarin boven op 'm
gleuf was, waardoor de centen veilig* in
de l'ade bela:nid|den, achter dat. toonbanikjel.'
'n ijjafelje, waarachter 'n rieten stoel'.
Daar troonde sinds jaar en dag Lenemie',
zakjes plakkend, van dc volle schriften,
die! de meesier voor haar bewaarde', i
Onveranderlijk werd iedere Klant, ou;d'
of jong, ontvangen met 'n gemoedelijk:
Zoo, zeddegij daor! Galo zilte. Buurt
efkes.
Viel ,men dan neer pp 't wahkeïej
groen-geverfdü bankje, dat ondier „du
etalage') stond, dan had men 'n prachtig
geziclut oip den tegenovergestelden niluur,
behangen, 'nilet schilderijtjes, alle afkomstig
uit 'kloosters, ingelijste bidprentjes, por
tretten van eerwaarde heeren 'geestelijken
en, oerwaarde z|usters. 'n Vlieg, kon geen
onbeztót wit gekalkt plekje vinnen1. Tegetl
den miuiur tegenover de toonbank stwl
ten slotte de „pièce de resistance", hut
bruin.g,everfde kabinet en daarop, onder
een stolp1, een Mariabeeld miet wit zlijden
mantel) om en met een 'krans van fcunst-
bloemen er omheen.
i Meen niet, dat Lenemie 'a goedtechsch
opgeruimd Brabantsch type was. Bir.eed;
eit welgedaan, met den blos der gezond,
heiil nog op cle wangen, had zie allerlei,
meest (ingebeelde kwaaltjes, waarvan „bet
ndauw J." wel1 hot meest terugkeereadci
was. „Laat licht, lucht en zon in uwe
woningen toe", zeggen de doktoren: doch
allo geleerden ten spijt weerde Lenemie
zlorgv'uldjg, door middel van groene luik
jes, elk vriendelijk zonnestraaltje, dafj
trachtte naar binnen te gluren, en lucht
koiu alleeu tegelijk! met een klant binnen
dringen. 't Tochtte gauw hij Lenemiel
(Opt zekeren dag miste ik de wolbekenJld
figuur in den rieten stoei.
Lenemie, Lenemiel
(Komijmèr hier, klonk 't kreunend uit
't vertrekje achter den winkel. Och, ziedde
gijl|,;tl 'Gao z'iltel 'k Zij, toch zoo benaauwd,
uen 'hillo nacht nie kunne slaope.
Zoo, 'klaagde Lenemie en liet me daar
door den tijd, aan 't duister te wennen
eiijde omgeving 'n beetje te verkennen, 'm
Dikke benauwde lucht sloeg me tegemoet.
Ik ontdekte >le omtrekken van 'n ledi
kant en daarin 'n lichtende plek: dat was
't gezicht van Lenemie, die voor 't overjge
schuil ging onder wollen dekens, katoe
nen dekens, baaien rokken en een kap
mantel. D'r hoofd dat 'k me niet kon
voorstellen zonder de brabantsche muts
met poffer, was jjiU gedekt met 'n thee
muts I
Want zie.de, iedere keer ps dia deur
opengaot, trekt 'tl
Mag dat raampje niet open, Leiie-
mie? 'z,ei ik, wijzend op 'n Klein .venstertje
met 'n luik er voor.
Neije i Neije!
Je ligt z'oo zwaar gedekt: zal \k' dj en
mantel en die rokken wegnemen?
Och neije, lao mèr ligge; 'k haid van
nacht' 'z'eun kaauw voelet
En z|po was Lenemie,met 'n fiere
Verachting voor de meest primitieve re
gels der gezondheidsleer, 76 jaar ge
worden.
i En, zoo kermde zo.,zou ik nou, heir
uit moeien! Ze zulle me d'r uit moete
drage, dè vuul ik goede. Ik rnank 't niet
lang mil'.
Den volgenden dag werl 't bekentlj:
„Rivierzicht" is aangekocht voor dc nien-
kerk. „Rivierzicht", 'n mooi landgoed,!
't Huis kon worden ingericht tot pas
lorie, daarnaast zio-u 't bedehuis verrij
zen, met 'n processiepark qn Ti pad
achter de kerk om, dat leidde tot 't kerk
hof. Zoo ziou de pasioior, zonder den
openbaren weg te betreden, zj'n palrochia-
neu kunnen vergezellen naar hun laatste
rustplaats.
Opnieuw raakten de longen in. bewe
ging. Waar de kerk is, daar; is del kom!
der gemeente, zloo redeneerde men. En,
terecht. Wie in de kom terecht kwam,
glunderde, wie er uit raakte, pruilde. 'I
Kwam zoo ver, dat ilen. bisschop een
request werd aangeboden, waarin alle
onidertcekenaar.s hun individueels bolau-
gen! uiteen'ziolten.
Maar wie 't request niet mee ondar-
teckeiide, dat was oude Lenemie! Nauwe
lijkst was 't heuglijk nieuws tot 'haar door.
gedrongen, of ais bij toovers.'ag! verdwe
nen al1 haar kwalen, zlelfs do benaauwd»
heid, van alle de meest hardnekkige. Ei>.
zij, die schuw en angs'ig: was voor alle
mbderne verkeersmiddelen, niet tor kerk©
durfde dan onder geleiding v!ain twee
buurvrouwen, 'zii.il stond nu alls een ver
keersagent nididen op den drukken rijweg
Iloddo 't geheurd, de nieuwe Kerk
k'oint op Rivierzicht!
Fietsers werden aangehouden, motor
rijders beduidde ze met haar s ok hun
vaart te temperen en onveranderlijk klonk
't: Hedde 't geheurl?! Soms aangevuld
met 'n: en ik kan blijve Wane!
Ja, goeie ziel, 't plekje, waar je als
kind gespeeld hebt, waar je a's meisje
gedroomd, als vróuw gezWoegd en .ge
werkt, als goedig besje geklaagd en-, ge
steund hebt, dat dierbaar plekje blijft yan
jj'ou, tot ze je dragon inderdaad, o, niet
heel' ver, naast je s ulpje naar den d'oo-
denak'kier, waar je reeds z'ooveel uren
sleet, biddend voor hen, die je zliin voor
gegaan, waar elk graf, elk opschrift voor
jou een geschiedenis isl
Dc tijdrekening in den loop der wereld
geschiedenis.
In het qudste verleden leerden de m-en-
schen reeds den tijd indcelen naar natuur,
verschijnselen. De indeeline van den lij 1
in jjaren kwam van de (schijnbaren)
omloopstijd van de zon om de aarde
Jhet z.g. zonnejaar). Alle oude volkeren
kenden voorts het maanjaar, dus een
tijdrekening, verband houdende met d«i
omloopstijd van de maan. Vandaar ook,
dat alic volkeren den tijd .indeelden in we
ken van /.'even dagen, (een week is onge
veer de duur van de verschillende schijn
gestalten van de maan). Volaens anderen,
was do ind'eeling in weken moer v.nn
godsdienstigon aarl, naar de inslelling
van zes Werkdagen en een rustdag. Reeds
de oudste vokeien (o.a. de Babylonieërs
en Eayptenaren) hechtten bijzonder veel'
waarue aan het gejal zeven., dat oen
hoogen graad van volkomenheid uitdruk
te. Men kent dan ook do indeeling1 va.n
jaarwekon, n.l. een tijdsverloop van zeven
jaren. Vele volkeren volgen thans nog
een dergelijke jaariudeelingj zooals de
Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende
iChineezen, Alahomouaiien, on yersciiil-
lenue wilde en halfwilde s.ammen in Afri
ka. Dok ae Joden kennen net mgajnjtar,
cn van oudsher de week van zieven dagoti.
Wij behoeven er slech.s aan te herinne
ren, dat Mozos na den uittocht van de
Jouen uit Egypte de week van zieven
uagen (zes werkdagen en den zey.etndien.
dag als rustdag) herstelde. Een van de
Voornaamste gebeur-enissen, welk© ver
band hielden met de tijdrekening, was Jo
overname van den Egyptiscben kalender
door Julius Gesar (na .voorlichting door
den Romeinschen s.erreiuundige Hosige»
nes) toen deze in het jaar io v. Chr.
Egypte veioverdo. De Igyppenaren (ook
do Cbineezen) hadden berekend, dat het
jaar 365 en Vr Aag telde. Julius Cesar
bepaalde hel jaar dus op 366 dageu, te
beginnen met, 1 Maart, en liet om de vier
jaar een dag aan .het jaar toevoegen (om
den ach lei stand van 4 maal zes uui>
in te halen), schrikkeljaar en schrikkel
dag). Hadden, dc Romeinen het jaar vroe
ger .verdeeld in tien gelijke detóen en
een elfde, hieraan niet gelijk, de tweede
koning Numa RompiHus verdeelde het
jaar reeds in twaalf maanden, welke je der
een naam kregen naar den Romieinschen
veel' godendienst. De tijdrekening van Ju
lius Gesar (de Juliaansche tiidrexening
Ldeek in de volgende eeuwen echter on
voldoende" te zijn).
Men bemerkte n.l. dat de twee data,
waarop dag en nacht precies aan et-
kaar gelijk waren, niet meer vielen op
21 Maart en 21 September, maar elke
twee eeuwen telkens twee dagen vroe
ger vielen, zoodat zij in de zestiento
eeuw reeds vielen op 11 Maart pn 11
Septembei. De slerrekundige Julius Scu
liger, die in dezen tijffl leefd,©, vond
hiervan do oorzaak. Het jaar was n.l'.
vastgesteld pp 365 dagen en 6 uur, maar
het bleet slechts 366 dagen, 5 uur,
eu 48 minuten en 52 seconden te tellen
Het Juliaansche jaar was dus ruim elf
minuten te lang. In. het jaar 1682 be
sloot de toen regeerenJe Paus Gregorius
IX om een coirectie aan te brengen op
de Juliaansche tijdrekening door in dit
jaar tien dagen over te slaan, en den,
dag volgende o|p 4 October te noemen
15 October; tevens stelde hij met be
hulp van Scaliger een tijdrekening in,
voortaan Gregorjaanscho tijdrekening ge
noemd, welke in 2500 jaar juist een
dag van den waren tijd ziou afwijken.
Elk vierde jaar éou een dag meer
tellen, eu dus een schrikfcejjjaar zlijn vaai
366 dagen. Men neemt dan bj| elk schrik
keljaar ongeveer.44 minuten ie veel, het
geen dus in een eeuw, bijna 28 uur te
veel geeft. In het bonders,te jaar laat men
den schrikkeldag: dus weg. Dit doet men
ook de tweede en de derde eeuw. Met de
zes uur van het vierde eeuwjaar werd!
dus weer bijna oen dag gevormd. De
jaren 1700, 1800 en 1900 waren uus
geen schrikkeljaar, het jaar 2J0J echter
zal wederom een schrikkeljaar zijn. Do
Gregoriaansche tijdrekening werd in bij
na geheel Europa, ingevoerd, en dus ook
in do andere werelddeelen, v.oor zoover
Europeesche machten, aldaar invloed had
den. Ei hier ondervond deze Kalender.
hervorming oo.t veel tegenstand. Wij wil
len hier n.l. wijzien op den tegens'ml,
geboden door de Ortholoxe kerken, maai'
moeten dan voor een juist inzicht hier
van iets naders medeJeel'en ,ovor d« vie
ring van do Cnristelijke feestdagen, voor.
namelijk over de Paaschdagen en dus
ook ue Pinksterdagen. Men wist n.l'. niet
precies ,op z'ekcrheia, dat dit feit om
streeks An ril plaats hal. De eerste Chris
tengemeenten weken daarom wel' van
elkaar af in, de viering van het Paasch-
feest op Ï4 Nisau (.eerste Joodsche ka
lendermaand). Het Paaschfeest viel dus
hij hen op een willekeurigen dag van de
week. Zij beriepen zich hiervoor op1 den
evangelist Johannes. Verschillende Chris
tengemeenten in het westen meenden
echter, dat deze dag juist de sterfdag
van Christus was, en vierden daarom het
Paaschfeest oji den eersten Zondag, vol-
genite op dez;en datum. Daar men over
deze kwestie geen overeenstemming kon
krijgen, reisde Polycarpus, bisschop van
Smyrna, in 160 naar Rome, om over deze
kwestie te Leraadslagen, echter zonder
succes. Voor do Westersche kerk ber
paalde men on het Concilie van Nicea
.voor goed, dat Paschcn gevierd moest
worden op den eersten Zondag, volgauto
op de eerste volle maan na 21 Maart.
VVij. kregen dus een wisselend Paasch
feest, en dus vanzelf ook een wisselend
Pinksterfees'. Toen nu Gregor;us de Groo-
te een torree'ie aanbracht op de Ju
liaansche tijdrekening, waardoor hc,
Paaschfeest 10 dagen werd verschoven,
weigerde de Ortholoxe kerken hierin
mede te gaan. Bij, hen bleef de oude
tijdresening van Gesar, en werd dus ook
geen verandering gebracht in den dalunr
van het paaschfees'. In verban 1 met de
fout in de Juliaansche tijdrekening
kwam het Orthodoxe Paschen steeds ver-
Mei' van het in het Westen geldendei
Paschen af te liggen. Op het oogenblik
liggen tusschen deze laaschfees'on reed's
Veertien dagen. De synode vati de Griek-
sehe Orthodoxe kerk tieefi intusscnen be
paald, dat met ingang van het volgende
jaar hun Paaschfeest met de Gregoriaan-
sche lijdiekenini in overeenstemming' z;ou
worden gebracht. Dit is 'ten minste een
stap in de goede richting. Na de in
voering van de Gregoriaatische tijdreke
ning is er slechts een poging gewaag?
om een andere tijdrekening, in te voeren,
n.l. op het einde van de achttiende eeuw.
In 1792 voerden de Fransche republi
keinen n.l. een eigen tijdrekening in,
weer beginnen met het 'jaar It(j22 Septemi-
her). Het jaar werd verdeeld in 12 maan.
den,; iedere maand in 3 decades van 10
dagen. De vijf overblijvende dagen wer
den aanvanKciijfc sans culotlides genoemi,
later jours cemplemenl,aires. De Zondag
werd afgeschaft; de rustdag om de tien
dagen zou niet kerkelijk' gevierd worden.
De maanden kregen ook geheel' andere
namen. Zij werden o.a, genoemd: Fructi-
dor (vruchtmaand); Ventemiraire (wijn
maand); Brumaire (nevelmaand); PÏu.
viose (regenmaand); Prajrial'.(grasmaand);
Thermidor (warmitemaand). Natuurlijk
werd deze vinding van de Fransche re
publikeinen door geen enkel an.l&Skmd
overgenomen, en werd deze weer esnige
jaren later (1806) door Napoleon inge
trokken. Momenteel' staan wij echter weer
aan den vooravond van groota verande
ringen in do indeeling van da kalender.
Of dez'o werkelijk doorgang zullen vin
den? Eeuwenoude tradities zlijn anders
niet altijd even gemakkelijk te veranderen.
DE H. ANTONIUSl DE KLUIZENAAR
j i 17 J|auuari. j_ f V
De h eilige Antonius de Kluizenaar was
geboortig .uit het Noordelijk deel van
Egypte. Zijn ouders waren, vooraanstaande
en zeer gefortuneerde personen. Met zwg
echter hielden zij een ieder uit huis, die
een schadelijke invloed op bun kinderen
zou kunnen uitoefenen. Na den zeervro(eg-
tijdigen dood zijher ouders rustte op:
Antonius de uiterst Zware taak öm| een
reusachtige vermogen te toeheeren, terwijl
bij daarnaast nog de zorg had yan de op
voeding zijner jongere zusters. Antonius,
djq. een zeer godvxuehtigen aanleg bezat,
kwaun 'zoo pnder dien indruk hij een predi-
caiie, jmlet den aanhef: „Ga, heen, cn ver
koop alles, wat U helb'li", dat hij1 d'e. op
voeding v'an zijn jongere zusters over
droeg aan eenige vrome da|mles, en zich
uit de wereld terugtrok. In de eenz'aani'-
heid had de GodvreeZende heilige zware
ihekoringe.n te overwinnen. Herhaaldelijk
jnoest hij zich geveeld aandoen, o|m| niet
terug te keeren. Antonius leiddtei van nu
af aan een zeer streng leven. Hij gebruik
te slechts brood toet een weinig zout.
'«Nachts sliep hij dikwijls op den grond.
Vaak ook vastte hij eenigo dagen achter
een, en waakte 's nachts. Op1 33-jarigen
leeftijd trok Antonius zich nog verder in
de wildernis terug en zag hij1 in twintig
jaar slechts degenen, die hem zijn voedsel
brachten. De roep zijner heiligheid ver
breidde zich echter her en dier, «n tal
rijken kwaonten, otnil toet hetal een afge
storven leven, te leideji. Ieder vesti^ilë
zich in een eigen hut. Antonius was
van pllen de leidsmfeui, die hen uit da hei
lige geschriften onderrichtte. Zoo ontstond
het begin van het kloosterwezbn in da
Christelijke Kerk. Antonius nam' .echter
ook den beitel en schop ter hand, om' den
grond vruchtbaar te tolaken en gaf zoo
een voorbeeld aan zijn volgelingen, de
(monniken, waarvoor een grpoit deel vian
Europla hem dankbaar kan zijn, daar juist
do mbnniken in vele gevallen de eersten
'wlaren, die in de wloeste landen van Europa
het beschavingswerk aanvingen. In hel
jaar 311, ton tijde Van de Christen^er-»
volging door Keiler Maximiliaaa, verliet
Antonius de wildernis, en begaf hij zich
naar Alexiandrië olm| de Christenen tijdens
do vervolging te steunen. Na de vervol
ging keerde Antonius echter Weer naar
de wildernis terug. Nog eenmlaal zóu hij
echter do eenzaamheid verlatten. Dit ge
schiedde. tijdens de opkota'st van het Aria-
nismie. Mat kracht bestreed hij deza ket
terij, en zag zlijn werk ruimschoots be
loond door den trouw van velen aan de
mloederkerk. Toen zijn taak in Alexandria
voor üe tweede totaal was beëindigd, ging
Antonius Weer naar zijn oude woonplaats
terug, al had Athanasius helm' .gaarne in
Alexandria gehouden. Zoo groot was in
middels de rodm.' van Antonius geworden,
dat hij een schrij'ven van Constantijn dfen
.Groote mocht jontvtagen, Waarin deze zich
zelf en zijn zóón in Antonius' gdbelden aau-
bevi'el. Na een zegenrijk leven stierf An
tonius in het jaar 356 op 105-jarigen leef
tijd. i
Miss ICaja-Kii.jii.
Pator G-eurtjes schreef in de „Koerier"
het volgende over het schoonheidsinstituut
der Ka.ja-Kaja-vrouwcn, die niet van een
glad satijnen velletje houden. „Zoo min
als elders d'e jenever, is hier do „wati"
een damesdrankje; maar voor die gelegen
heid moeten zij van het wrange, bittere
goedje naar binnen werken, zooveel zij
-hummen, tot z'e „smbor" zijn. Dat is de
Kaja-Kaja-anesthesie of verdooving. Maar
al is een beschonkene niet zoo fijngevoelig,
een paar helpsters oto de pjatiënte kalm' te
houden, hebben toch handen vol werk.
De directrice van het schoonheidsinstituut
gebruikt voor vïijlml een klein, heel dun
schelpje, dat ze tusschen duim' en wijs-
.vinger v'astkleimt, omi Zoodoende de juiste
diepte der inkervingen te kunnen bereke
nen. Zoo heeft Ze het althans nog op "de
•academie geleerd, Imjaiar ze gaat met haar
lijd moe en gebruikte dUaroml dezten keer
vde scherven van een stuk geslagen flesch.
Daar kun je. ook hoe 1 aardig een satijnen
velletje mee toewerken. Met Vaste hand
voert zij haar kunstbewerking uit. OVer
horst en orm'en, huik en dijen kerft haar
zwevende, hand allerlei Zwierige figuren
sl.mUe palmtakken, breede bandel miet
fijne ruitjes opgevuld. Tot ver op! den
rug loopen de figuren dotafc ftwme wotrden
rug, enz. nog afzonderlijk behandeld, als
de inspiratie der kunstenares en uithou
dingsvermogen der patiënte toereikend zijn.
De inkervingen worden ongeveer 2 m.M.
diep genomen en zoo dicht bijeen, dat (mten
op de onbewerkte deelem moeilijk een rijks-'
daalder zou kunnen plaatsen Zonder een
sierlijntje te raken. Hoe zoo'n schoone er
'dan uitziet, behoef ik U niet te vertellen,
't Is geen lust voor de oogen, en Vau sier
lijke en gratievolle bewegingen bij! het
gaan, liggen of zitten, komt ook niets te
recht. Ze staat dau geweldig met haar
postuur verlegen, weet zich geen houding
te geven, want ze voelen zich in geen en
kel opzicht toehagelijk. Intusschen slaat
het zalfje voor dë wonden al gereed. Dat
is asch van hoog gras en enkele andere
kruiden. Dat wordt gedurende enkele da
gen herhaaldelijk in de open wonden ge
wreven, dan sluiten ze niet te spoedig)
en voor zooverre ze aldus behoorlijk be
handeld worden, komen de ingesneden fi»
guren in glanzende biezen oj> de buid
liggen; vooral in het begin ook iets lich
ter van kleur dan de omgevende huid. Ia
do litteékenvorming ver genoeg gevorderd,
.dan bestrijkt men liet geheel met verzach
tende kl appel-melk otn de genezing t« be
spoedigen. Gedurende de geheele behande
ling mag de patiënt geen jonggetrouwde
vrouw zien, die nog geen kinderen heeft,
want dan zouden de kervqn te heftig ont
steken of effen vergroeien. Indien de kunst
bewerking geslaagd wil heeten, moeten de
figuren als een sierlijk en kwistig fïli-
graanwerk ter dikte van een potlood; op
bet- lichaam liggen. Men ziet er ook niet
'Jselden ter dikte van een vinger. Dan heeft
do vlijm even geslipt of is de ontsteking
een tikje buiten de peiling gegaan. Maar
'over zooiets heeft zich niemand te scha
men; de armoedige kaalheid der huid is
niettemin verholpen.
Beslist „irn .Westen nichts NeuesT" Als
men zoo eens over de wijde weréLd kijkt,
dan ziet men ook de Parijsche schoon
heids-chirurgen alweer schromelijk achter
aan komen hinken
Neen, wat ik voor mij nou een gebrek'
of leemte in de natuur vind, is, dat de
dames in den ^piege 1 alleen haar uiterlijk
te zien krijgen anders Zouden ze wellicht
met nog |mloer voortvarendheid' aan de ver
fraaiing en retouche van het innerlijk
(werkenj i
ZOO I|S HET!
„Is u de fotograaf, die deze dingen
gemaakt heeft?,,
„01 u te flienen, mevrouw."; 1
„Zoo, en u annonceert dat u de prach
tigste lichtdrukken vervaardigt1." i
„O zeker.l"
„O Zeker, o zeker 1 die fotografiën
op de tafel smijtend) wat is dat dan?"!
„Uw man." I
„Het lijkt wel een aap1."
„Mevrouw, u had dat móeten beden
ken vóór u hem! naimd" i I
LEVENSKWESTIES.
„Er zijn visschen, die alleen van sar
dientjes leven."
„O ja? Maar hoe krijgen die dan- tlo
sardinen'Mikjes open?"
EEN BRUTAALTJE.
„En wat zoudt u zeggen, meisje, als
ik je Wei dat Je daar juist toet den; chauf
feur hebt staan praten?"
„Dat u door het sleutelgat heeft ge»
ken mevrouw."' I
'EXAMEN-COMMHSSIE.
Gast: „Neemt mie niet kwalijk maar
wat zijn dat allemlaal voor nnleisjes, iji»
me zoo aanstaren." i i
Bedienend meisje:! „Ja, mijnheer, wij
krijgen ons eten van de Kookschool hier
naast. Als u deZe pudding niet ppdet,
zijn ia! deze meisjes gezzakt voor hun
exalm'en."
HACHELIJK OOGENBLIK. 1
Hypnotiseur: „Ik zal nu niaken, dat
deze man alles vergeet.')
Mijnheer uit het puibliek: „Alsjeblief
niet.l. Ik heb hem' gisteren pas tien gulden
geleend I" j
DAT, KOMT ERVAN. i
Een jonge soldaat, die niet te dikwijls
uitging, had eens een kaartje voor den
schouwburg gekocht. Het stuk boeide henu
zóó weinig, dat hij reeds bijl de eerst»
acte in slaapviel. j t
Zijn dutje dluwrde ruitol een uur est
toen hij wakker werd, riep één dér speel
sters juist uit: „Reeds drie dagen wacht
ik hier, Izbmder eenig nieuws.") j
„Droto)mlels", schreeuwde onke redruuit
beangst, „en ik had nilaai- vier en twintig
uur verlof.') I f"
Ileinrich Fcilerer. „Von Heiligen,
Raiibern imd von der gcrecli-
fighcif." Met 10 illustraties. Uit
gaaf (van Herder te Ereuburg iml
Breitgau. (Gekartonneerd 3.60 M.
in linnen 4.60 M.)
Een nieuw boek met verhalen, zal den
talloozen vrienden en vereerders van den
gevierden Duitschen priesterschrijvea- wel
kom' zijn. In déze vertellingen beluisberen
wij den Weldoenden ondertoon dat alleen
die mienschen waarlijk groot z'ijn, dia op
zijn innigst imlet God en natuiuj verbonden
zijn en d'at midden onder ons, roeOnüKios
en onbekend, Zulke imienschen leven als
alledaagsche heiligen.
Vee lis er over den H. Fransiscus Van
Assisië geschreven in geleerd© eu zwaar
wichtige todtoogen, miaar zooals Eederer
Hem schetst, zal H'ij ons 't mjeesi) nabij!
komen; zal zijn ongekunstelde levenswan
del de. trekkracht van het goedq voor
beeld krijgen. l