üerueus en 0¥erspannen Onrustig en Slapeloos MIJNHARDT'S ZENUWTABLETTENBij Apoth cn Droglttcn ZATERDAG 18 JANUARI 1930 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT r IN HET KRAAIENNEST 1 VAN HIER EN PAAR KERKNIEUWS ff DAVERENDE DINGEN "H I GEKKE GESPREKKEN I Boek en Blad Wo e r h an en-t. r op enk olde r. Een weerhaan staat in onze samenleving niet ibijster hoog aangeschreven. Wij .be doelen natuurlijn niet liet nuttige dier, dat op torentopjes er studie van mlaakt, uit welken hoek de wind waait. Diens verheven standpunt wordt onbetwist er kend, al mogen broodetende Weerprofeten hom, soms met een schuin oog aankijken. Neen de weerhaan die wij op den korrel hebben, is de zinnebeeldige weerhaan, de maatschappelijke, politieke slim|meiing; die .mot ïle wisselende luchtstroom-en van op vatting en inzichten meedra.ait, altijd üo richting aangeeft welke de massa in wil slaan en nooit de koers aanwijst welke do massa in móet gaan. [Tropenkolder is pok een onaangename zaak. In Indië staat zijn bakermat en Eiuropeanen zijn er IbijlZonder vatbaar voor. Onder tropenkolder verstaat m'en een soort roes, welke gewoonlijk tmensclien bevangt, die van niets tot iets promoveerden en "vervolgens, verblind dloor trots en eigen waan, er geen erg. in hebben, dat zij zich zelf onmogelijk pi|akwi en degradeeren tot karakterloozen. Weerhanerij en tropenkolder zlij'n dus, ieder op zichZelve, gesteltenissen vol ver schrikking. Het Valt daarom! niet mpeilijk (te vatten, dat hot pven erg als eten paniek wordt, wanneer weerhanen dooi' tro(pen- kolder wtorden aangetast. Dit is Zondag, on gros to Utrecht' ge- .beurd. Do socialisten sloegen in de Hom-stad' aan het congresseeren over koloniale po litiek. l l i 'n Paar 'dagen eerder liaid de roode pwcs do collega's van de Labour be-applaudi- seerd, toen deze hadden verklaard, er niet voor terug te deinzen oiml opstandige vrij heidsbeweging jn Britsch-Indië krachtda dig te onderdrukken. Op het congres zelve wilde mien do bewusten leiden naar de erkenning, dat de onafhankelijkheid van Indië afhing van verschillende voorwaarden en niet direct ,was in te willigen, da,ar het anders ver keerd zou loopen in de Oost. Deze intentie was vrij verstandig. Jammer genoeg had men met weerhanen te doem en toen1 de roemzuchto bestuurderen in de galen kre gen, flat de bolsjevistische oppositie ten congresse, succ'es had met haar opruiendo taal, toen ontwaakte de weerhanenaprtl en bleken de arm© dieren ook mjat tropen kolder Ibesmët. .ll Alle goede voornemens vergetend rie pen leiders en lijders: „Indië los van Ne derland en onvoorwaardelijk.!" iWat zouden de „Labuur-collega's'1' wel denken van deze ruggegraatlooze ja- knikkenide-aschbakezeltjes pialleimiolfin- politiek? v.' I i i I i I' i UITKIJK. kan ik ni'ti hariewensch piet meer cer- vuki( zien, zoo is 't mlij misschien; moge lijk, voor ik m'n oogen sluit, de uitvoering ervan lo verzekeren. En lnj sP/Wio, de oude pastoor 1 i_i Eni nu? Hij was heengegaan. De heele parochie had den bemin den herder vergezeld naa,r z'n butste rustplaats. Allen hadden gebeden: „Heer geel zSijne ziel de eeuwige pust, en menige traan was'gestort ais tol van dankbaarheid en, warme genegenheid Le roi est mortv vive le roi. Zie. 'n krachtige figuur stond, weer yoor de dor pelingen op den preekstoel en in z'n in- ieiding' vergat de nieuwe heritor niet m|et weemoed zi',n voorganger te herdenken, die door jarenlange spaarzaamheid 't hem zl'n opvolger, haa mtaogl'iiik gemaakt met den houw eener nieuwe leerk te beginnen I, De H. Mis was uit. In groepjes verlie ten de geloovigen het Godshuis en men hoorde niets anders dan: Hedde 't gehuurd, wc krijgen 'n nieuwe kerk! 't Bleef 't onderwerp ,vangesprek, niet alleen dien Zondag, .maar nog veie ilar gen daarna en de steeds terugkx>men}la vraag was: waar zou ze 'komen? Niet op de) plaats waar nu de ,oude sfond. Door de toenemende verkeersdrukte was die pl'ek niet meer geschikt. Ja waar, (Jan? ót Werd '11 veronderstellen, 'n gissen, 'n welden zelfs. Ging de pastoor uit, dan werd hij door alle parochianen nagekeken. Er werd geloerd over de gordijntjes he.en, door een kier van de deur, van den akker af, uit den stall Die had 'n mooien tuin te koop, die 'n geschikt veld. 'n' ander vond de .plek, waarop z'n huij- stond, zoo van pas. Zoo- g,a£ ieder z'n meerling ten beste, niet steeds onzelfzuch tig, Lot eindelijk het nieuwtje van mond tol. mond ging: de Bisschop zelf komt den grond kiezen! En zoo gebeurde 't. Eerst werd -'n hoekje gemeentegrond bel'chllgd. Daarop stoni 'n huisje, sedert meer dau 70 jaar bewoond door Lenemie ('n jjfkprting vara Helena Maria). I.enemio had 'n snoepwinkeltje en was daardoor niet alleen bekend bij die school gaande jeugd, maar ook bijl de vaders eij moeders, want zoo ver de herinnering te. rug ging, stonden er voor de verweerde ruiljes hij Lenemie 'n flesch met zuurtje^, 'n jampotje met pepermuntrolleties, 'n trommeltje met verbleekte, hard geworden koekjes ien nog enkele heerlijkheden m|aer. Geen rinkelende bel kondigde 'n Mant aan!. Dat was niet noodig, want Lememie's winlkel Was tegelijk zi kamer en Kanken en dus nooit verlaten. Achter "t 'kleine, groen geverfde, toonbank,je, waarin boven op 'm gleuf was, waardoor de centen veilig* in de l'ade bela:nid|den, achter dat. toonbanikjel.' 'n ijjafelje, waarachter 'n rieten stoel'. Daar troonde sinds jaar en dag Lenemie', zakjes plakkend, van dc volle schriften, die! de meesier voor haar bewaarde', i Onveranderlijk werd iedere Klant, ou;d' of jong, ontvangen met 'n gemoedelijk: Zoo, zeddegij daor! Galo zilte. Buurt efkes. Viel ,men dan neer pp 't wahkeïej groen-geverfdü bankje, dat ondier „du etalage') stond, dan had men 'n prachtig geziclut oip den tegenovergestelden niluur, behangen, 'nilet schilderijtjes, alle afkomstig uit 'kloosters, ingelijste bidprentjes, por tretten van eerwaarde heeren 'geestelijken en, oerwaarde z|usters. 'n Vlieg, kon geen onbeztót wit gekalkt plekje vinnen1. Tegetl den miuiur tegenover de toonbank stwl ten slotte de „pièce de resistance", hut bruin.g,everfde kabinet en daarop, onder een stolp1, een Mariabeeld miet wit zlijden mantel) om en met een 'krans van fcunst- bloemen er omheen. i Meen niet, dat Lenemie 'a goedtechsch opgeruimd Brabantsch type was. Bir.eed; eit welgedaan, met den blos der gezond, heiil nog op cle wangen, had zie allerlei, meest (ingebeelde kwaaltjes, waarvan „bet ndauw J." wel1 hot meest terugkeereadci was. „Laat licht, lucht en zon in uwe woningen toe", zeggen de doktoren: doch allo geleerden ten spijt weerde Lenemie zlorgv'uldjg, door middel van groene luik jes, elk vriendelijk zonnestraaltje, dafj trachtte naar binnen te gluren, en lucht koiu alleeu tegelijk! met een klant binnen dringen. 't Tochtte gauw hij Lenemiel (Opt zekeren dag miste ik de wolbekenJld figuur in den rieten stoei. Lenemie, Lenemiel (Komijmèr hier, klonk 't kreunend uit 't vertrekje achter den winkel. Och, ziedde gijl|,;tl 'Gao z'iltel 'k Zij, toch zoo benaauwd, uen 'hillo nacht nie kunne slaope. Zoo, 'klaagde Lenemie en liet me daar door den tijd, aan 't duister te wennen eiijde omgeving 'n beetje te verkennen, 'm Dikke benauwde lucht sloeg me tegemoet. Ik ontdekte >le omtrekken van 'n ledi kant en daarin 'n lichtende plek: dat was 't gezicht van Lenemie, die voor 't overjge schuil ging onder wollen dekens, katoe nen dekens, baaien rokken en een kap mantel. D'r hoofd dat 'k me niet kon voorstellen zonder de brabantsche muts met poffer, was jjiU gedekt met 'n thee muts I Want zie.de, iedere keer ps dia deur opengaot, trekt 'tl Mag dat raampje niet open, Leiie- mie? 'z,ei ik, wijzend op 'n Klein .venstertje met 'n luik er voor. Neije i Neije! Je ligt z'oo zwaar gedekt: zal \k' dj en mantel en die rokken wegnemen? Och neije, lao mèr ligge; 'k haid van nacht' 'z'eun kaauw voelet En z|po was Lenemie,met 'n fiere Verachting voor de meest primitieve re gels der gezondheidsleer, 76 jaar ge worden. i En, zoo kermde zo.,zou ik nou, heir uit moeien! Ze zulle me d'r uit moete drage, dè vuul ik goede. Ik rnank 't niet lang mil'. Den volgenden dag werl 't bekentlj: „Rivierzicht" is aangekocht voor dc nien- kerk. „Rivierzicht", 'n mooi landgoed,! 't Huis kon worden ingericht tot pas lorie, daarnaast zio-u 't bedehuis verrij zen, met 'n processiepark qn Ti pad achter de kerk om, dat leidde tot 't kerk hof. Zoo ziou de pasioior, zonder den openbaren weg te betreden, zj'n palrochia- neu kunnen vergezellen naar hun laatste rustplaats. Opnieuw raakten de longen in. bewe ging. Waar de kerk is, daar; is del kom! der gemeente, zloo redeneerde men. En, terecht. Wie in de kom terecht kwam, glunderde, wie er uit raakte, pruilde. 'I Kwam zoo ver, dat ilen. bisschop een request werd aangeboden, waarin alle onidertcekenaar.s hun individueels bolau- gen! uiteen'ziolten. Maar wie 't request niet mee ondar- teckeiide, dat was oude Lenemie! Nauwe lijkst was 't heuglijk nieuws tot 'haar door. gedrongen, of ais bij toovers.'ag! verdwe nen al1 haar kwalen, zlelfs do benaauwd» heid, van alle de meest hardnekkige. Ei>. zij, die schuw en angs'ig: was voor alle mbderne verkeersmiddelen, niet tor kerk© durfde dan onder geleiding v!ain twee buurvrouwen, 'zii.il stond nu alls een ver keersagent nididen op den drukken rijweg Iloddo 't geheurd, de nieuwe Kerk k'oint op Rivierzicht! Fietsers werden aangehouden, motor rijders beduidde ze met haar s ok hun vaart te temperen en onveranderlijk klonk 't: Hedde 't geheurl?! Soms aangevuld met 'n: en ik kan blijve Wane! Ja, goeie ziel, 't plekje, waar je als kind gespeeld hebt, waar je a's meisje gedroomd, als vróuw gezWoegd en .ge werkt, als goedig besje geklaagd en-, ge steund hebt, dat dierbaar plekje blijft yan jj'ou, tot ze je dragon inderdaad, o, niet heel' ver, naast je s ulpje naar den d'oo- denak'kier, waar je reeds z'ooveel uren sleet, biddend voor hen, die je zliin voor gegaan, waar elk graf, elk opschrift voor jou een geschiedenis isl Dc tijdrekening in den loop der wereld geschiedenis. In het qudste verleden leerden de m-en- schen reeds den tijd indcelen naar natuur, verschijnselen. De indeeline van den lij 1 in jjaren kwam van de (schijnbaren) omloopstijd van de zon om de aarde Jhet z.g. zonnejaar). Alle oude volkeren kenden voorts het maanjaar, dus een tijdrekening, verband houdende met d«i omloopstijd van de maan. Vandaar ook, dat alic volkeren den tijd .indeelden in we ken van /.'even dagen, (een week is onge veer de duur van de verschillende schijn gestalten van de maan). Volaens anderen, was do ind'eeling in weken moer v.nn godsdienstigon aarl, naar de inslelling van zes Werkdagen en een rustdag. Reeds de oudste vokeien (o.a. de Babylonieërs en Eayptenaren) hechtten bijzonder veel' waarue aan het gejal zeven., dat oen hoogen graad van volkomenheid uitdruk te. Men kent dan ook do indeeling1 va.n jaarwekon, n.l. een tijdsverloop van zeven jaren. Vele volkeren volgen thans nog een dergelijke jaariudeelingj zooals de Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende iChineezen, Alahomouaiien, on yersciiil- lenue wilde en halfwilde s.ammen in Afri ka. Dok ae Joden kennen net mgajnjtar, cn van oudsher de week van zieven dagoti. Wij behoeven er slech.s aan te herinne ren, dat Mozos na den uittocht van de Jouen uit Egypte de week van zieven uagen (zes werkdagen en den zey.etndien. dag als rustdag) herstelde. Een van de Voornaamste gebeur-enissen, welk© ver band hielden met de tijdrekening, was Jo overname van den Egyptiscben kalender door Julius Gesar (na .voorlichting door den Romeinschen s.erreiuundige Hosige» nes) toen deze in het jaar io v. Chr. Egypte veioverdo. De Igyppenaren (ook do Cbineezen) hadden berekend, dat het jaar 365 en Vr Aag telde. Julius Cesar bepaalde hel jaar dus op 366 dageu, te beginnen met, 1 Maart, en liet om de vier jaar een dag aan .het jaar toevoegen (om den ach lei stand van 4 maal zes uui> in te halen), schrikkeljaar en schrikkel dag). Hadden, dc Romeinen het jaar vroe ger .verdeeld in tien gelijke detóen en een elfde, hieraan niet gelijk, de tweede koning Numa RompiHus verdeelde het jaar reeds in twaalf maanden, welke je der een naam kregen naar den Romieinschen veel' godendienst. De tijdrekening van Ju lius Gesar (de Juliaansche tiidrexening Ldeek in de volgende eeuwen echter on voldoende" te zijn). Men bemerkte n.l. dat de twee data, waarop dag en nacht precies aan et- kaar gelijk waren, niet meer vielen op 21 Maart en 21 September, maar elke twee eeuwen telkens twee dagen vroe ger vielen, zoodat zij in de zestiento eeuw reeds vielen op 11 Maart pn 11 Septembei. De slerrekundige Julius Scu liger, die in dezen tijffl leefd,©, vond hiervan do oorzaak. Het jaar was n.l'. vastgesteld pp 365 dagen en 6 uur, maar het bleet slechts 366 dagen, 5 uur, eu 48 minuten en 52 seconden te tellen Het Juliaansche jaar was dus ruim elf minuten te lang. In. het jaar 1682 be sloot de toen regeerenJe Paus Gregorius IX om een coirectie aan te brengen op de Juliaansche tijdrekening door in dit jaar tien dagen over te slaan, en den, dag volgende o|p 4 October te noemen 15 October; tevens stelde hij met be hulp van Scaliger een tijdrekening in, voortaan Gregorjaanscho tijdrekening ge noemd, welke in 2500 jaar juist een dag van den waren tijd ziou afwijken. Elk vierde jaar éou een dag meer tellen, eu dus een schrikfcejjjaar zlijn vaai 366 dagen. Men neemt dan bj| elk schrik keljaar ongeveer.44 minuten ie veel, het geen dus in een eeuw, bijna 28 uur te veel geeft. In het bonders,te jaar laat men den schrikkeldag: dus weg. Dit doet men ook de tweede en de derde eeuw. Met de zes uur van het vierde eeuwjaar werd! dus weer bijna oen dag gevormd. De jaren 1700, 1800 en 1900 waren uus geen schrikkeljaar, het jaar 2J0J echter zal wederom een schrikkeljaar zijn. Do Gregoriaansche tijdrekening werd in bij na geheel Europa, ingevoerd, en dus ook in do andere werelddeelen, v.oor zoover Europeesche machten, aldaar invloed had den. Ei hier ondervond deze Kalender. hervorming oo.t veel tegenstand. Wij wil len hier n.l. wijzien op den tegens'ml, geboden door de Ortholoxe kerken, maai' moeten dan voor een juist inzicht hier van iets naders medeJeel'en ,ovor d« vie ring van do Cnristelijke feestdagen, voor. namelijk over de Paaschdagen en dus ook ue Pinksterdagen. Men wist n.l'. niet precies ,op z'ekcrheia, dat dit feit om streeks An ril plaats hal. De eerste Chris tengemeenten weken daarom wel' van elkaar af in, de viering van het Paasch- feest op Ï4 Nisau (.eerste Joodsche ka lendermaand). Het Paaschfeest viel dus hij hen op een willekeurigen dag van de week. Zij beriepen zich hiervoor op1 den evangelist Johannes. Verschillende Chris tengemeenten in het westen meenden echter, dat deze dag juist de sterfdag van Christus was, en vierden daarom het Paaschfeest oji den eersten Zondag, vol- genite op dez;en datum. Daar men over deze kwestie geen overeenstemming kon krijgen, reisde Polycarpus, bisschop van Smyrna, in 160 naar Rome, om over deze kwestie te Leraadslagen, echter zonder succes. Voor do Westersche kerk ber paalde men on het Concilie van Nicea .voor goed, dat Paschcn gevierd moest worden op den eersten Zondag, volgauto op de eerste volle maan na 21 Maart. VVij. kregen dus een wisselend Paasch feest, en dus vanzelf ook een wisselend Pinksterfees'. Toen nu Gregor;us de Groo- te een torree'ie aanbracht op de Ju liaansche tijdrekening, waardoor hc, Paaschfeest 10 dagen werd verschoven, weigerde de Ortholoxe kerken hierin mede te gaan. Bij, hen bleef de oude tijdresening van Gesar, en werd dus ook geen verandering gebracht in den dalunr van het paaschfees'. In verban 1 met de fout in de Juliaansche tijdrekening kwam het Orthodoxe Paschen steeds ver- Mei' van het in het Westen geldendei Paschen af te liggen. Op het oogenblik liggen tusschen deze laaschfees'on reed's Veertien dagen. De synode vati de Griek- sehe Orthodoxe kerk tieefi intusscnen be paald, dat met ingang van het volgende jaar hun Paaschfeest met de Gregoriaan- sche lijdiekenini in overeenstemming' z;ou worden gebracht. Dit is 'ten minste een stap in de goede richting. Na de in voering van de Gregoriaatische tijdreke ning is er slechts een poging gewaag? om een andere tijdrekening, in te voeren, n.l. op het einde van de achttiende eeuw. In 1792 voerden de Fransche republi keinen n.l. een eigen tijdrekening in, weer beginnen met het 'jaar It(j22 Septemi- her). Het jaar werd verdeeld in 12 maan. den,; iedere maand in 3 decades van 10 dagen. De vijf overblijvende dagen wer den aanvanKciijfc sans culotlides genoemi, later jours cemplemenl,aires. De Zondag werd afgeschaft; de rustdag om de tien dagen zou niet kerkelijk' gevierd worden. De maanden kregen ook geheel' andere namen. Zij werden o.a, genoemd: Fructi- dor (vruchtmaand); Ventemiraire (wijn maand); Brumaire (nevelmaand); PÏu. viose (regenmaand); Prajrial'.(grasmaand); Thermidor (warmitemaand). Natuurlijk werd deze vinding van de Fransche re publikeinen door geen enkel an.l&Skmd overgenomen, en werd deze weer esnige jaren later (1806) door Napoleon inge trokken. Momenteel' staan wij echter weer aan den vooravond van groota verande ringen in do indeeling van da kalender. Of dez'o werkelijk doorgang zullen vin den? Eeuwenoude tradities zlijn anders niet altijd even gemakkelijk te veranderen. DE H. ANTONIUSl DE KLUIZENAAR j i 17 J|auuari. j_ f V De h eilige Antonius de Kluizenaar was geboortig .uit het Noordelijk deel van Egypte. Zijn ouders waren, vooraanstaande en zeer gefortuneerde personen. Met zwg echter hielden zij een ieder uit huis, die een schadelijke invloed op bun kinderen zou kunnen uitoefenen. Na den zeervro(eg- tijdigen dood zijher ouders rustte op: Antonius de uiterst Zware taak öm| een reusachtige vermogen te toeheeren, terwijl bij daarnaast nog de zorg had yan de op voeding zijner jongere zusters. Antonius, djq. een zeer godvxuehtigen aanleg bezat, kwaun 'zoo pnder dien indruk hij een predi- caiie, jmlet den aanhef: „Ga, heen, cn ver koop alles, wat U helb'li", dat hij1 d'e. op voeding v'an zijn jongere zusters over droeg aan eenige vrome da|mles, en zich uit de wereld terugtrok. In de eenz'aani'- heid had de GodvreeZende heilige zware ihekoringe.n te overwinnen. Herhaaldelijk jnoest hij zich geveeld aandoen, o|m| niet terug te keeren. Antonius leiddtei van nu af aan een zeer streng leven. Hij gebruik te slechts brood toet een weinig zout. '«Nachts sliep hij dikwijls op den grond. Vaak ook vastte hij eenigo dagen achter een, en waakte 's nachts. Op1 33-jarigen leeftijd trok Antonius zich nog verder in de wildernis terug en zag hij1 in twintig jaar slechts degenen, die hem zijn voedsel brachten. De roep zijner heiligheid ver breidde zich echter her en dier, «n tal rijken kwaonten, otnil toet hetal een afge storven leven, te leideji. Ieder vesti^ilë zich in een eigen hut. Antonius was van pllen de leidsmfeui, die hen uit da hei lige geschriften onderrichtte. Zoo ontstond het begin van het kloosterwezbn in da Christelijke Kerk. Antonius nam' .echter ook den beitel en schop ter hand, om' den grond vruchtbaar te tolaken en gaf zoo een voorbeeld aan zijn volgelingen, de (monniken, waarvoor een grpoit deel vian Europla hem dankbaar kan zijn, daar juist do mbnniken in vele gevallen de eersten 'wlaren, die in de wloeste landen van Europa het beschavingswerk aanvingen. In hel jaar 311, ton tijde Van de Christen^er-» volging door Keiler Maximiliaaa, verliet Antonius de wildernis, en begaf hij zich naar Alexiandrië olm| de Christenen tijdens do vervolging te steunen. Na de vervol ging keerde Antonius echter Weer naar de wildernis terug. Nog eenmlaal zóu hij echter do eenzaamheid verlatten. Dit ge schiedde. tijdens de opkota'st van het Aria- nismie. Mat kracht bestreed hij deza ket terij, en zag zlijn werk ruimschoots be loond door den trouw van velen aan de mloederkerk. Toen zijn taak in Alexandria voor üe tweede totaal was beëindigd, ging Antonius Weer naar zijn oude woonplaats terug, al had Athanasius helm' .gaarne in Alexandria gehouden. Zoo groot was in middels de rodm.' van Antonius geworden, dat hij een schrij'ven van Constantijn dfen .Groote mocht jontvtagen, Waarin deze zich zelf en zijn zóón in Antonius' gdbelden aau- bevi'el. Na een zegenrijk leven stierf An tonius in het jaar 356 op 105-jarigen leef tijd. i Miss ICaja-Kii.jii. Pator G-eurtjes schreef in de „Koerier" het volgende over het schoonheidsinstituut der Ka.ja-Kaja-vrouwcn, die niet van een glad satijnen velletje houden. „Zoo min als elders d'e jenever, is hier do „wati" een damesdrankje; maar voor die gelegen heid moeten zij van het wrange, bittere goedje naar binnen werken, zooveel zij -hummen, tot z'e „smbor" zijn. Dat is de Kaja-Kaja-anesthesie of verdooving. Maar al is een beschonkene niet zoo fijngevoelig, een paar helpsters oto de pjatiënte kalm' te houden, hebben toch handen vol werk. De directrice van het schoonheidsinstituut gebruikt voor vïijlml een klein, heel dun schelpje, dat ze tusschen duim' en wijs- .vinger v'astkleimt, omi Zoodoende de juiste diepte der inkervingen te kunnen bereke nen. Zoo heeft Ze het althans nog op "de •academie geleerd, Imjaiar ze gaat met haar lijd moe en gebruikte dUaroml dezten keer vde scherven van een stuk geslagen flesch. Daar kun je. ook hoe 1 aardig een satijnen velletje mee toewerken. Met Vaste hand voert zij haar kunstbewerking uit. OVer horst en orm'en, huik en dijen kerft haar zwevende, hand allerlei Zwierige figuren sl.mUe palmtakken, breede bandel miet fijne ruitjes opgevuld. Tot ver op! den rug loopen de figuren dotafc ftwme wotrden rug, enz. nog afzonderlijk behandeld, als de inspiratie der kunstenares en uithou dingsvermogen der patiënte toereikend zijn. De inkervingen worden ongeveer 2 m.M. diep genomen en zoo dicht bijeen, dat (mten op de onbewerkte deelem moeilijk een rijks-' daalder zou kunnen plaatsen Zonder een sierlijntje te raken. Hoe zoo'n schoone er 'dan uitziet, behoef ik U niet te vertellen, 't Is geen lust voor de oogen, en Vau sier lijke en gratievolle bewegingen bij! het gaan, liggen of zitten, komt ook niets te recht. Ze staat dau geweldig met haar postuur verlegen, weet zich geen houding te geven, want ze voelen zich in geen en kel opzicht toehagelijk. Intusschen slaat het zalfje voor dë wonden al gereed. Dat is asch van hoog gras en enkele andere kruiden. Dat wordt gedurende enkele da gen herhaaldelijk in de open wonden ge wreven, dan sluiten ze niet te spoedig) en voor zooverre ze aldus behoorlijk be handeld worden, komen de ingesneden fi» guren in glanzende biezen oj> de buid liggen; vooral in het begin ook iets lich ter van kleur dan de omgevende huid. Ia do litteékenvorming ver genoeg gevorderd, .dan bestrijkt men liet geheel met verzach tende kl appel-melk otn de genezing t« be spoedigen. Gedurende de geheele behande ling mag de patiënt geen jonggetrouwde vrouw zien, die nog geen kinderen heeft, want dan zouden de kervqn te heftig ont steken of effen vergroeien. Indien de kunst bewerking geslaagd wil heeten, moeten de figuren als een sierlijk en kwistig fïli- graanwerk ter dikte van een potlood; op bet- lichaam liggen. Men ziet er ook niet 'Jselden ter dikte van een vinger. Dan heeft do vlijm even geslipt of is de ontsteking een tikje buiten de peiling gegaan. Maar 'over zooiets heeft zich niemand te scha men; de armoedige kaalheid der huid is niettemin verholpen. Beslist „irn .Westen nichts NeuesT" Als men zoo eens over de wijde weréLd kijkt, dan ziet men ook de Parijsche schoon heids-chirurgen alweer schromelijk achter aan komen hinken Neen, wat ik voor mij nou een gebrek' of leemte in de natuur vind, is, dat de dames in den ^piege 1 alleen haar uiterlijk te zien krijgen anders Zouden ze wellicht met nog |mloer voortvarendheid' aan de ver fraaiing en retouche van het innerlijk (werkenj i ZOO I|S HET! „Is u de fotograaf, die deze dingen gemaakt heeft?,, „01 u te flienen, mevrouw."; 1 „Zoo, en u annonceert dat u de prach tigste lichtdrukken vervaardigt1." i „O zeker.l" „O Zeker, o zeker 1 die fotografiën op de tafel smijtend) wat is dat dan?"! „Uw man." I „Het lijkt wel een aap1." „Mevrouw, u had dat móeten beden ken vóór u hem! naimd" i I LEVENSKWESTIES. „Er zijn visschen, die alleen van sar dientjes leven." „O ja? Maar hoe krijgen die dan- tlo sardinen'Mikjes open?" EEN BRUTAALTJE. „En wat zoudt u zeggen, meisje, als ik je Wei dat Je daar juist toet den; chauf feur hebt staan praten?" „Dat u door het sleutelgat heeft ge» ken mevrouw."' I 'EXAMEN-COMMHSSIE. Gast: „Neemt mie niet kwalijk maar wat zijn dat allemlaal voor nnleisjes, iji» me zoo aanstaren." i i Bedienend meisje:! „Ja, mijnheer, wij krijgen ons eten van de Kookschool hier naast. Als u deZe pudding niet ppdet, zijn ia! deze meisjes gezzakt voor hun exalm'en." HACHELIJK OOGENBLIK. 1 Hypnotiseur: „Ik zal nu niaken, dat deze man alles vergeet.') Mijnheer uit het puibliek: „Alsjeblief niet.l. Ik heb hem' gisteren pas tien gulden geleend I" j DAT, KOMT ERVAN. i Een jonge soldaat, die niet te dikwijls uitging, had eens een kaartje voor den schouwburg gekocht. Het stuk boeide henu zóó weinig, dat hij reeds bijl de eerst» acte in slaapviel. j t Zijn dutje dluwrde ruitol een uur est toen hij wakker werd, riep één dér speel sters juist uit: „Reeds drie dagen wacht ik hier, Izbmder eenig nieuws.") j „Droto)mlels", schreeuwde onke redruuit beangst, „en ik had nilaai- vier en twintig uur verlof.') I f" Ileinrich Fcilerer. „Von Heiligen, Raiibern imd von der gcrecli- fighcif." Met 10 illustraties. Uit gaaf (van Herder te Ereuburg iml Breitgau. (Gekartonneerd 3.60 M. in linnen 4.60 M.) Een nieuw boek met verhalen, zal den talloozen vrienden en vereerders van den gevierden Duitschen priesterschrijvea- wel kom' zijn. In déze vertellingen beluisberen wij den Weldoenden ondertoon dat alleen die mienschen waarlijk groot z'ijn, dia op zijn innigst imlet God en natuiuj verbonden zijn en d'at midden onder ons, roeOnüKios en onbekend, Zulke imienschen leven als alledaagsche heiligen. Vee lis er over den H. Fransiscus Van Assisië geschreven in geleerd© eu zwaar wichtige todtoogen, miaar zooals Eederer Hem schetst, zal H'ij ons 't mjeesi) nabij! komen; zal zijn ongekunstelde levenswan del de. trekkracht van het goedq voor beeld krijgen. l

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1930 | | pagina 6