UWEELEN TOFFEN E, GOES „NOTRE DAME" gt bij ons! iterlaan - GOES N en KACHELS ROZEMOND lyp. 10-jarige leening leden Uit het Wetboek der Vreugde. KERKNIEUWS 5 AK<cris Abdijsiroop., JWSCHE COURANT ,52«<e Staatsloterij. briefjes verkrijg- loofdagent AAROM? Aanbevelend. U elders koopt ihtzending aan. CHE NETTEN leelige prijzen. fSTRAAT 53 75.000.- ÖJAAR MET 102 pet. IMMISSIEBANK, N.V. ZATERDAG >2 OCTOBER 1929 (TWEEDE BLAD) 3 FEUILLETON De brief van den dood iLjnn—of HCinkhoesh IF DAVERENDE DINGEN 1 ONTSPANNINGSLECTUUR 19996-75 at I 200 en llDDELBURG I 191 ijzen zeer concurreerend. bezichtiging in de ruime, azijnen, een keuze uit de lakkelijkt. Een 25-jarige rborgt een goed fabrikaat. )or elk merk afzonderlijk rAan de FORNUIZEN ant in Duitschland groote 19881-62 mm lend van het Kanunnikessen van den DGERSZEG- (Hongarije) it bij haar, alsmede bij at 22 en 's-Heerenhoek. JANSSENS, Hulst en lemde uitgifte is opengesteld van 98'/, pet. ar i,— f500,— en 1100,— >etaalbaar zonder aftrek van listige Hongaarsche belasting, oor een le hypotgeek, inge- >p het Zusterklooster „Notre van de waarde ruim driemaal inkomsten waarborgen een >bben op 21 October a.s. 3 pet. loopende rente komen itus en inschrrjvingsbiljetten 19977-120 )ENBARNEVELDSTR. 21 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT i j .VatloinccVm, onze levensgezellin. I 1 Das Licht, dlap du dort gesehien, j I Umglanzt ditihj mild auf! flinstem I iWegen. i Het lie)h|t, dat ge dja&r hebt 'j a^inseihkxiiwd1, Besélhij'ne II. o® donkere wegen. i j: (Uhland) Zoo zijn we dan nal 'n langetoi tocht aangekomen in het belopïd© land» waar de vreugde zingt: I [Wie herrli-dh lac/fyt i iMir die Naturj i 'iWie glanzt die Sonne, iWie leuchtet der Flur! En dTingen- Blüten i I Aus jedern Zweig. .Dnd tausend Stimmen aus demi GestreiclhJ Hoe heerlijk lacht 1 i 1 L_ Boerde natuur! i i_' Hoe straalt, de zon, Hoe blinkt de bbdem ij j Knoppen Zwellen l i Uit alle twijgen, En duizend stemm'en uit iedere/ struik) Es üreue sich iWer da atmet imi rosigen Lidhti Bij1 juicjhe, die ademt in 't rozige lichtj (Schiller) (Welaan dan, zet nu wijd open alle deuren van alle kamers in uw1 hart en laat de vreugde binnen, de war© sterke .vreugde om alles wat God' u o Verzendt! [Want geen mensdhi kan goed' en geluH hig zijn, die de vreugde sluit buiten do deur- Geen arbeid kan blijvend© vrucht dragen, die niet met blijheid geschiedt. (Niet de oppervlakkige uitgelaten vroo- lijkheid, die den ernst des levens miskent, en de diepe beteekenis van zorg en leed voorbij wil zien, neen, de waarachtige •blijheid om *t leven zelf, die zelfs in de uren der zwaarste beproevingen niet ster- yeD kan, wijl zijl Vast in Gods waaralchL' tigo suhopuheid en goedheid gegrondvest staat. Daarom zegt ook' Sint Paulus, dat wij ialtijd blij moeten zijn. „Ik zeg u? ver heugt u altijd maar in den Heer." iWe moeten de-vreugde niet verstaan als een toespijs voor Zon- en feestdagen of ala een Paasch-best costuum, dat we dra weer uitschieten zopdra 't gewone leven weer begint. Neen, juist ons gewone leven 'en onze werkdag met al z'n liéfen leed, z'n zorgen en kommer en z'n duizend zware lasteJfinoet met vreugde dodrdve- zemd. Niet enkel een blij gezicht zletten als 't Zondag is en heel mooi weer, maar ook' op Maandagmorgen en gieen möoi weer. Niet enkel Mij' en opgewekt buiten ons gezin en buiten eigen dagtaak, maar ook in eigen kring altijd vreugdeboodschap' pen!. Een vriend' met 'n bHj en lacjhfend gezicht is zulk' een troost opi pmnigt don ker padHoeveel miserie jaagt dat niet weg aldhter de poorten der vergfetelhiedid 1 'Hoeveel blijde levensvreugde hkalt 'dat niet triomfantelijk binnen. Eein lachend Oog. en blijde glimlach! vaagft! de wolken $"an ontstemming weg en zet soms plot-- seling (onzen donkeren zietenrhtemd woetr !ïn stralenden middaggloedi 'k, Vond eens oF 'n gedadhtenlslpllaatje dit lieve versje van een vloor mij' on bekenden dicht er, dat 'k hier wil over schrijven omd'at het zooveel leyenswajar- beid behelst. .Het was slechts een zonnige 'glimlach, Het was slechts een vriendelijk woord, Maar 't vecdlreef! toch' droevige neevle» 'En 't heeft sombere gedachten ver- i stooird. Het was slechts een hartelijk knikje, De troostende druk van een hand, r (Co-eb 'was 't als 'n bóo-g in de wolken, Die hemel en aarde omspant, !Eén ghmlaichj kan smhrten verzachten, 1 Een woord kan bevrijden Van druk, Eén handdruk kan zonden verhihd'ren, i (Vernieuwen geloof en geluk. - 't Kost soms zoo weinig te geven iWoord, glimlach! en helpende hfand, Dodhj arm en k>ud is een leven, i i iWaar nooit Zulk een trooster belandt! door A. FIELDING. (Nadruk ■verboden), i t[ 19) i j Maar wat hij het laatste opmerkte, toen hij nog eens goed rondkeek', was wel het vreemdst van alles. Twee: paar hoef-, ïjzervormige teekens zaten op hef grij'ze laken, waarmee de auto gestoffeerd was; een paar boven een- raam', maar. een. beetje °P_zii een paar boven in. den wa,eten. Pointer onderzocht de teek ene. Zij! "war. ren roodbruin van, kleur. Hij vermoedde dat ze aangebracht waren door, de hakken- T&n &6n p&aj* mannensciioeiLm Bezien onder zijn vergrootglas blaken ze te bestaan uit 'datzelfde afgrijselijke méngjsel van bloed en niest, 'b welk hij| op bet paklinnen had aangetroffen «d, waar van hij ook gehoofde, daf het aan het watje zat, waarmee hiji langs de wond ih Hose's hoofd had gewreven. 1 In beide gevallen wanen hef twee tee- kens naast) elkaar. Dat moest iets bietee- kenen. De 'detective maakte er uit op, 'dat de Voeten van den' man aan elkaar gabon" den geweest waren. Dat zou ook wol het 6«val geweest! zijn m|et zijn handen, want E-n dan moet 'k hier ook' even denken aan den leefregel dien 'k eens vond bij een verren vriend', dien ik zou willen sdh'rijven boVyen iedere deur van ieder kuis Waar mens'dhen in en uit gaan, menschen, die zelf blijl ijillen zijn en ook anderen blij willen maken. Hij' draagt als opschrift; weldaden die niets kosten en todh' zoo, kostbaar zijn! „Een vriendelijke lach bij de eentonig heid van het alledaagsere werk 'Een woord! van waardeering en lof voor bet goede van onzen eyenm'ensclh. Een kleine dienst, bewezen aan anderen, die dienstbaar zijn. Een Vriendelijk, goed woord vlooir de lievelingen v'an God, de kinderen! Een warme handdruk' voor hen, die veel leed dragen! Ben -geduldig verdragten van lastigén en ongedhldligen Een blik van -medelijden met hén, die in 't verborgen ljjden. Een Woord v'an opwekking en' troost a:an ben, die in nood' verkeeren. - Een 'goede raad van een verren vriend. Een hartelijke groet aan den mindere of! onbekenden, vreemdeling Een eerlijke bekentenis Van het be gane onrecht aan een onschuldige. Eeu belijdenis van eigen zwakheid a,a» den gevallene en versfcoo.ten schuldige Een beilwensch aan den blijde «n ge lukkige. Gods zegen en liefdé aan den jvijkad van eigen buis! Zijn vrede en verzoening, aan den gram storige! iW-elnu, Voor wij' Scheiden deze af scheidsgroet: Vaart wel; weest blij), weest vroolijfc, weest opgewekt en blijmoedig „Ha.al de Vlag Van uw diepzinnige blij heid- koog in top! - „Laat Uitwaaien den kleurigen wimpel van uw Vroo!ijkh>eid' langs mond en lip pen; ontplopif opj uw vragen de wapp perende banen van uw frisschén lustigiep, lach! - „Haat' uw blijde ziel, uW juichend' hart op uw gezicht naar buiten ZVdexen (tot een VlaïUménde banier vtoor allen, die (voorbijgaan." (Dr. J.acl Van Ginnek'en). Haat de vreugde stralen uit uw oogent vlammen op uw voorhoofd gloeien en uw handen bloeien in uw h'art, branden: in uw ziel en kingen in uw, huis Zingt luid' en Mij! 't juichende lied van uw noomsche WKjSje'id'! Fierheid en blïjheicL doorglanst ons leven, Wij' $jh Van adel en cjiristelijken stam. Moesten w' in strijd of in lijden sneven, Niem'and, die ooit ons de blijdschap- l ontnam'. Fierheid in 't oog, blijheid van binnen, Fier in 't strijden, blijde bij 't winnen, Jezus, dé, zege van oudsher voorspeld). Andren met ons ook de vreuglde ■geschonken, In Jezus' naaïn' der aarde toe gezieid. i Jezus, de vreugde, bfijidsclhkp der' I volkeren, 't Ruische steeds breeder 't wereldruim' door. Eens ga, uw kruis, als 't verschljht op d'e wolken, Ons Roomfeche strijders in vreug-jubel voor Alkm'aar. C. VIS, Reetbr. Op den 21 sten Zondag na PinksHeren. 1 Epistel v. d. H'. Paufufl tot de Elphezen." VI. 10—17. Broeders Jwondt versterkt in den Heer, en door de kracht zijner, sterkte. Doet de wapenrusting Gods aan, o-pdat ghl tegen de listige lagen des duivels staande blijftwant onze strijd is niet tegen vleesch en bloed, maar tegen de over-he-' den, tegen de machten, tegen de meos%ra Van de duistere wereld, tegen de booze geesten in de lucht. Neemt derhalve de wapenrusting Gods aan, opdat gij; in den kwaden dag m|oogt wederstaan, en in alles volkomen staande blijven. Staat dus vast, omigordt uwe lenden met waarheid, ge kleed met het harnas dér rechtvaardige deze stuipachtige bewegingen, waarmede de persoon zich- had willen bevrijden; waarmede hij! het raampje open wou trapt- pen of de zoldering-van den wagen, dejdjein vermoeden, dat hij! ook wel eenige- kussend vernield zou hébben, als hijj zij-ni handen vrij gehad had. Doch daarvan geen spoor. Vlak bij- de deur vond Pointer nogj -eenige bloedvlekken, zeer Hein, maar vochtig. Te oordeelen naar de hoogte van! de hak afdrukken, mbesf de man, die- in de aflito vervoerd was, vin ongeveer dezelfde leng}- te geweest zijn ,als degene, die in- het buitenhuisje op het bed' had' gelegen. i Pointer's polsen begonnen speller te kloppen. Elvenals een gped' renpaard! niet meer te houden is wanneer het een hoogp heg mbet nemen, even zoo voelde do de tective, dat hij zichzelf haast niet Imieer bedwing,en kon, om! hals oiver, kop tot de oplossing van dit puzzle over! te gaan. En toch 'kon voorbarigheid! in dit geval schaden. Hij1 "Slaagde er dan ook in zjöh Voor het oogenblik in toorn! te hbuden. Hij dacht aan het heen en weer rijden van- den kleinen wagen in Üe laan- Aan genomen, dat een groote wagén, zoo een als deze, eersti de laan uitgereden was( en dat een kleine auto, zooals hij eenige mi nuten geleden in de garage van dep koke nd had zien staan en waarvan hij! alle bijzonderheden in zijn aanteekepboek' had hedi, en uwe vpet'en ges.dhbeid, opdat gij tot het Evangelie des vredes, zij-t voorbcf reid. Neemjt vporal het sdhild des geldofs', waarop gij' alle vhri-ge pijlen van dep böo- zen vijand kunt uitdoorvenneemt ook den helm! der zaligheid a.an, en hef zwaard 'des' geestes, dat is: hét wóórd Gods. Evangelie, Mattheus. XVIII. 2335. In dien tijde zeide Jezus aan zijne teer lingen deze gelijkenis: het! rijk der he melen is gelijk een-en koning, die rekening met zijne dienaren wilde houden; en aid hij begop rekening- te houden,, werd er een voor hem' gebracht, die hem' tien duizend ponden schuldig was. Maar, dp- wijl bij- nietsi had om te betalen, gebood zijn heer, dat m,en hem en zijne vrouw en kinderen en al wat hij had, zoude ver- koopen, en betaling doen. Maar de knec-ht' viel neder, bad hem! en zeide; heb geduld! met mij-, en ik zal u alles betalen. Dan, (d-a heer kreeg meêdoo-gien met, dien kne.cht, liet hemi gaan en scholdj hem1 de söhbld kwijt. Maar die knecht uitgaande, vond een van zijne medekneohten, die hem hop-j derd tienlingen sc-huldig wasen hiji greep hem' aan, wrong hem de keel en zeide; betaal hetgene gij' schuldig zijt. En zijne medekneeht viel neder, bad hem ea_zeicte: heb geduld met mij', en ik' zal ui alles betalen. Doch hij' wilde niet; maar hij brood!" De redactie gaf mij1 het adres' van Troubadour -,fn landhuisje in den Póel en den-zelfden- middag toog ik op weg. Mijn vrouw had gewild, dat ik die broek aantrok, maar dat wilde ik niet. Dat ding kleedt me niet en dichters! hebben teere zenuwen; zoo-'n man kón er iets van krijgen als' hiji me onverwachts zoo zag. Ik pakte het monster dus behoorlijk in en toog blijl van hart naar da 'binnen landen der Poiel. Halverwege een stort bui als een watterhoos. 't P'akpapier werd week en scheurde; de -broek Zoog water als Tn spons, werd zwaar als lood. Meer dood dan levend bereikte ik het il&chterlijlk landhuis- en lachte miuiz'aam' tegen den grooten troubadour. „Uw kaart pntvan- gen en hier ben ik mi et d© -broekl". 'n Gezicht als 'n vraagteeken. Begrijp eens-, de man wist van niets'. Valsldhe handteekening. Paniek'. Ontroier-epde dis cussies. De dichter voelde en iets] v-oor van zulke mens'chen, mag men alias verwachten maar mevr. Troubadour paste er voor. „We zijn toch al zoo klein behuisd", zei ze, „en nu hiet daglicht al séhaarseher wordt, moet iedere poging om- dit te onderscheppen energiek! onder drukt worden." Ik; stelde nog Voor het kleedingstuik alleen buitenshuis te dragen. Dit gjng bij jltó BenauwdUeid op de bord vson Uw klcire behandel!: gy Kct bed nr»et (Adv, in Blokschrift) ging henen en wierp hem! in de gevapges nis', tot dat hiji -da schuld' betaalde. En zijne medekneohten, ziende hetgeen ier, ge schiedde, werden zeer bedroefd En zij kwamen en verhaalden- hunnep heer wat er geschied was. Toen riep zijn hoer hemi, en zeide hem|: gij' boo-za knecht, ik heib u de geheels schuld kwijt) gescholden, omdat gij' -mij gebeden, hebtmoest gjj] dan ook geen medeljjden met) uwen medley knecht hebben, gelijk ik medelijden met u geha^' heb? E® zijn heer vergramd zijnde, gaf hem' over aan de beulen-, tot dath ij! de geheele schuld zoufte betalen. Zoo zal mijn hemelscfie Vader ook met ut doen, .zoo gij1, een ieder zijn-en b^oedter, Mijn golibroek (U). Lazers van de Nieuwe Zeeuw1,.ik' ben conipleet woest o® U. Eigenlijk slechitó op één uwer, pilaar omdat ik dien snooti daard niet ken, stort ik de fiolen van mïjjn toorn maar over iedereen uit^ dan tref ik vast den schuldige. Daar heeft m-en mij! een Btreek* gebak ken,zóó infaam-, zóó driedubbeldoorgewin- terd pervers, dat ik geen woorden weet, heet genoeig, oïni de schanddaad) te brandt merken. Dit is weer een van die ge vallen waarvan met recht geizegd) wordt: als mem er 'goed in komt-, loopt men er kwaad uit. Ik zal u evenwel in volgorde mijin We derwaardigheden vertellen. Dinsdagavond heb ik ,n®ar.' p, Weet, mïjh golfbroek te koop aangeboden. Tkl wilde van dit ding af, want dragen durfde ik hemi niet meer indertijd behjofda ik mijn vader een onberispelijkten levens wandel en mijn vrouw bedankte ervoor om baar halve huishoudgeld voor kamfer- balletjes uit te geven; 7t) ,,mót"-regjein|t) af en toe in mijn kleererikast, ziet u- U begrijpt dus hoe'n juichkreet er in mïju gezin opsteeg, toen de altijd actour-at-a redactie van dit blad mij een prachtige ansichtkaart aanbood Van niemand minder dan onzen bekenden Troubadour, die daar op mededeelde mijn golfbroek te willen overnemen. Geen oogenblik' twijfelde ik' aan de waarheid daarvan: van' dichter kan je altijd de zotste dingen verwachten en bovendien- droeg de ansichtkaart h©t devies van zijn laatste poëma: „Eet meer opgeschreven, hemi gevolgd was, dan zou het zeer good mógelijk wezen, dat de kleine auto had moeten dienen, oinl de sporen van den) gfooten in de zachte aarde uit te wisschen. Ja, waarom! niet. De detective vond zijn veronderstelling zeer aannemelijk. Toen Thornton naar Red Gateó (terugl- g er eden kwant, vond hij dieni raren mist- lukkeling van een prentendrukker wach tend op den drejnjpel met een hps ver welkte sleutelbloemen in zijhi band. Sajnen gangen .ze naar binnen en op een vragend-en- blik in de waterige oogen van Brown jsloot Thornton het venster- „Nu zijn er nog] veel dingen, die ik Ui bij', gebrek aan tijd nog) niet heb kunnen vragen, mijnheer", begon. Pointer. „Hoe is het toch! eigenlijk gekomen, dat miss Charterie mét haar oom samen woonde T' Thornton legjde het geval uit. Daar de kolonel arinl was' en de professjor WeJi-- g-esteld, had de laatste van ziju zwager een vleugel van het kuis overgenomen en hemi ook verder financieel bijgestaan. Dat ging zoo él eehige jaren en, naar het scheen, tot genoegen van beide par tijen. Thornton zelf was een vriend van den professor en waszoodoende in de gelegenheid gieweest Red Gates voor eeni- gen' tdjd te betrekken. Pointer, ging tot den vorigien dag.te- nadere besc'houwing'.heelémaal niet. „Ziet u'-, fluisterde Troubadour, „die rukwinden iu de Poel zdju niet te yertrouwenik ben tenger en zou. -ongetwijfeld een boogje vlucht nemen, maar even ze-er een smia- delijken val ondergaan". „Ja", snikte mevrouw, „ik1 vind het nu. al vreeselijk wanneer pe zeggen: jé man ziet ze vliegen, maar, ik overleefde het niet meer wanneer ze mijl alarmieeren kwatn'en met de kreetwe zien h-em) zelf vliégen zonder motor. Ik aanvaardde den terugwég. iWe.er regen. ?t Golfde op ons neer. Na vijf honderd sdhreden miet mijn centenaansi- last, 'heb ik hemi van mijn schouders! voorzichtig in de slopi laten glijden. Daar holde het ding op en dijido uit tot een gevaarte. (Zoo er een walvisclbvaarder ge- j&sseerd was dan zjoiu hiji -fn harpoen heb ben uitgeworpen). Eenzaam! -ben ik ver der gewandeld. Met weemoed: d(enken|d aan het geleden verlies. Verzekering dekt niet de schade. Ik hoop dus dat mijn belager zooveel gewetensknaging) krijgt, dat hij een flinke vergoeding zendt aan REIJNOUT. COLLEGA BALDWIN Uit de herinneringen van 'n kam-erzanger. In iederen vriendenkring is er mental een die men voor den gek moet ho-uden, omdat hij alle mógelijke en onmogelijke dwaasheden gelooft en er pp in gaat. In 't begin van mfijn kuustenaaxisloopr baan zat ik zoo vol streken, dat hij| er haast iederen dag aan moest groeven. Mijn collega, het gewone slachtoffer, laten we hem! Baldwin noemen was! een buitengewoon aardige, onnppzel-e ke,- rel. j Zoo-'n onwaarschijnlijk iets kon men hem- niet vertellen of hij nam het voor goede mtant aan. Van hemi wil ik nu een en anderl ver tellen. En ik kan het gerust doen, want er is niemland, die ook maar, ye-rm-oedén kan, wie hiji is'. In dp muziekgeschiedenis was hij nm juist niet zoo góed- -thuis ,hijj whst er fei telijk totaal nieté van. (We hadden „Armida" van Gluck pas ingestudeerd. Op zekeren dag bracht ik een ouden heer met langten witten baard op, het toor rug, dan laatsten dag van Eoee's korte leven en Thornton moest hem) alles pre cies vertellen, wat er gjebeurd' was. Tot in de kleinste bijzonderheden. Vooral het gerucht van schieten in den laten avond boeide den detective buitengewóón. „Als ik het dus goed begrijp", sprak bij, „dan hebt) ,u met zTn vieren zitten kaarten van negen ujur tot vlak: bij1 twaal ven." Thornton knikte. I i „Whist of bridge, veronderstel ik F' „Een deel van den tij-ei mahjong «n bridge de rest van den avond'." „Zoudt ge nog ongeveer weten, tot-hoe lang het mahjongspel durde? Ui ziet, ik heb' gTaag zelfs! de kleinste bijizonderf heden helder in mijn hoofd, vooral waat hef de tijdl betreft. Als er dan later nieuwe feiten bijkomen, weet ik ze góed te rangbóhikken." (Weer knikte Thornton. - 1 i „Wij! hielden even voor tienen to-et mlaüjjongi op. Het .sloeg juist tien ytfar, toen we de kaarten uitdeelden.'' j,En waren er gisteren beslistj geen andere bezoekers op Stillwater als alleen lady Maxwell „Neen, ik zou niet weten wie. Ik zag] niemand bi| de maaltijden." „Is die lady Maxwell hier, al eerder ge* weest ff* I ,i neel, het was na db groote ajia Van Rinaldo. - „Mijn beste Baldwin, laat mij je Voore stellenMijnheier Gluck de componist.f* Gluck dankte hem met enthousiaste Woorden votor de heerlijke vertolking van zijn werk. Baldwin straalde van vreug)-: de en vertelde den volgenden 'ding in het' kofïiehuié ,dat Gluck gisteren bijl hjpml was en hemi zijne bewondering, te kenp nen gegevten had. Schaterend gelach aan d'e stamtafel. Toen kWaiml Baldwin eindelijk tte wetep dat Gluck reeds eeuwen dood is Toen kwam' de opera „Bajazzoi' pp! Wet programma. Baldwin zong de Caino. i Meester Leoncavallo, ,die zich juist op doorreis in onze stad beyond en in da Loge van den directeur de voorstelling] bijwoonde verlangde naar het' toone.el gep bracht te worden oml Baldwin zijn óotm|-_ p-lim-'ent te m.aken. Een vloed van Italiaansehe lofprij'zinr gen werd over Baldwin uitgestort. j Deze bekijkt h-em, echter wantrouwig eh vraagt dan eindelijk: „Wie b'enti u dan eigenlijk fl" Leonca,vallo, die zeer verbaasd was- dafi men hem' niet h-erkende zegt: „Sono maestro Leoncavallo!'" „Nu móester Leoncavollo, als UI maar weet dat ik m'e niet vpor den giek laat houden!" roept Baldwin woed-en-d, „wie weet, hoeveel eeuwen u- reede dood isl'* Hij liet den meester staan en begaf zich naar zijn garderobe Twee uur nachts. Ik kon niet sla» pen. Baldwin had zijlntelefoon' cjp het' nachttafeltje staan ik' de mijne... i Ik belde. „Waf voor den duivel jd _er aan de hand?)" I „Hallo, hier Lord Mixpichel, Hotel Bristol, ik zou gaarne weten of mister, Baldwin Zondag Lohengrin zingt?" i „O zeker, ja, ja, ik zing- Zondag L'op hengrinj" „Wel... o, daf is jammer, ik' dachf dat Mister Slezak zou zingen, die doet het immersl zoo heerlijk.;-' Onder een vloed yao sehimtpwoorflen, waarin ik met zekerheid inijn naafnoj meende te hooren, btelde hij' af. Voldaan sliep ik in. We kregen een nieuwen collega, Brrav1 ner genaamd, de zoon van een brouwtefl in OlmUtz. Ik.stond met enkele vrienden in den corridor' der opera; te piraten en daar hoorden- we de stem! van Baldwin. Hij zong toonladdersmi-miino-mo mü-mo. Wij' besloten, hem) er tusschen te nemen. Hoe we dat aan zouden leggen, wistfen' we nog niet, m'aar om tijd te winnen, be gonnen we zeer öpgewondten te gjesti-: culeeren dat het eigenlijk ongepermitj" teerd was en dat we niet van plan wanen om ons zopiete te laten welgevallen. Nieuwsgierig vroeg Jialdwun. terstond1, wat er toch aan de hand was- en wtaaroml wij zoo opgewonden waren. Daar ik heelemaal niet wist Wiat er op te antwoorden, riep ik hem) toe: „Go weet' het even gojd ale, wij1, stel je zoo m'aar niet aan!'' Eerst nadat Baldwin gezworen had, dat hij heelemaal niet wist waarover het ging, geloofden wijf hepi-. j lntusschen schoot me plotseling iets door het hoofd. 1 -j „Nn mijn'beste Baldwin, omdat' we, op grond van deze verzekeringen en mlef het oog op je eed fot de overtuiging] gekomen zijh dati je nog niets' webt, luis ter dan: de jongste, d-e Benjamin die pas drie weken bij' ons) is Brunner, heeft de Erans-Jozef-orde gekregen" De uitwerking,, was fataal. Baldwin werd zoo bleek als Louise in „Kabale und' Liebe". Verward sta;: m'elde hiji .„Neen". Ik: „Ja!" -1 i" Hij „Neen." i J j i Zoo verliepen eenige angpfcige eeOon< den. i l öp djpp g ekt enkten too n, zeido ik) daf ik voor mlezielf heelemaal geen aanspraak mhakte op deze hooge onderscheiding, want' ze kwamJ hem', die zooveel' ouder; was ze kwaml Baldwin toch' zeker op „Op Stillwater House Niet zoolang als ik hier bendaf is nu, ongeVeer zes maanb den." i i i „Kent u 'haar 'li Thornton lachte cynisch. I i „O, hemel ,ja! Zijl is) de weduwe Van den een of anderen baronet. Heel -bekenid1. Boven alle verdenking verheven, aau| ik zeggen, hoofdinspecteur!" Pointer Btaarde naar de neuzen van' zijn schoenen. „Brown, jstu,blieft, mijnheer, ook als de kamer leeg is, zooals nu. Ik' veroudert etel, dat u den laatsten tijd nidtai bijzonH ders opgemterkf hebt op Stillwater House. NietB dat in eenig opzakht afweek van dan' gewonen gang van zaken? Kolonel Sdar« lett, bijvoorbeeld, om! bij1 hem! te "Wini-- nenf' Thornton leek niet op zijn gemhk. Hiji poetste zijn brilleglazen op. I ,^et is een tamelijk vervelend gevoel1, can over iete' zoo belangrijks ondervraagd te worden. Ik bedoel, een verkeerde inn druk mijnerzijds zofui tot zoo onvoorziene gevoltrekkingen hunnen leideln." Pointer, bad inwendig pief. 'li I CWprdt' vervolgd,);

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1929 | | pagina 5