UWEELEN
TOFFEN
E, GOES
„NOTRE DAME"
gt bij ons!
iterlaan - GOES
N en KACHELS
ROZEMOND
lyp. 10-jarige
leening
leden
Uit het Wetboek der Vreugde.
KERKNIEUWS
5 AK<cris Abdijsiroop.,
JWSCHE COURANT
,52«<e Staatsloterij.
briefjes verkrijg-
loofdagent
AAROM?
Aanbevelend.
U elders koopt
ihtzending aan.
CHE NETTEN
leelige prijzen.
fSTRAAT 53
75.000.-
ÖJAAR MET 102 pet.
IMMISSIEBANK, N.V.
ZATERDAG >2 OCTOBER 1929
(TWEEDE BLAD)
3
FEUILLETON
De brief van den dood
iLjnn—of HCinkhoesh
IF DAVERENDE DINGEN 1
ONTSPANNINGSLECTUUR
19996-75
at I 200 en
llDDELBURG
I 191
ijzen zeer concurreerend.
bezichtiging in de ruime,
azijnen, een keuze uit de
lakkelijkt. Een 25-jarige
rborgt een goed fabrikaat.
)or elk merk afzonderlijk
rAan de FORNUIZEN
ant in Duitschland groote
19881-62
mm
lend
van het
Kanunnikessen van den
DGERSZEG- (Hongarije)
it bij haar, alsmede bij
at 22 en 's-Heerenhoek.
JANSSENS, Hulst en
lemde uitgifte is opengesteld
van 98'/, pet.
ar
i,— f500,— en 1100,—
>etaalbaar zonder aftrek van
listige Hongaarsche belasting,
oor een le hypotgeek, inge-
>p het Zusterklooster „Notre
van de waarde ruim driemaal
inkomsten waarborgen een
>bben op 21 October a.s.
3 pet. loopende rente komen
itus en inschrrjvingsbiljetten
19977-120
)ENBARNEVELDSTR. 21
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
i j .VatloinccVm, onze levensgezellin.
I 1 Das Licht, dlap du dort gesehien,
j I Umglanzt ditihj mild auf! flinstem
I iWegen.
i Het lie)h|t, dat ge dja&r hebt
'j a^inseihkxiiwd1,
Besélhij'ne II. o® donkere wegen. i
j: (Uhland)
Zoo zijn we dan nal 'n langetoi tocht
aangekomen in het belopïd© land» waar
de vreugde zingt: I
[Wie herrli-dh lac/fyt i
iMir die Naturj i
'iWie glanzt die Sonne,
iWie leuchtet der Flur!
En dTingen- Blüten i I
Aus jedern Zweig.
.Dnd tausend Stimmen aus demi GestreiclhJ
Hoe heerlijk lacht 1 i 1 L_
Boerde natuur! i i_'
Hoe straalt, de zon,
Hoe blinkt de bbdem ij j
Knoppen Zwellen l i
Uit alle twijgen,
En duizend stemm'en uit iedere/ struik)
Es üreue sich
iWer da atmet imi rosigen Lidhti
Bij1 juicjhe, die ademt in 't rozige lichtj
(Schiller)
(Welaan dan, zet nu wijd open alle
deuren van alle kamers in uw1 hart en
laat de vreugde binnen, de war© sterke
.vreugde om alles wat God' u o Verzendt!
[Want geen mensdhi kan goed' en geluH
hig zijn, die de vreugde sluit buiten do
deur- Geen arbeid kan blijvend© vrucht
dragen, die niet met blijheid geschiedt.
(Niet de oppervlakkige uitgelaten vroo-
lijkheid, die den ernst des levens miskent,
en de diepe beteekenis van zorg en leed
voorbij wil zien, neen, de waarachtige
•blijheid om *t leven zelf, die zelfs in de
uren der zwaarste beproevingen niet ster-
yeD kan, wijl zijl Vast in Gods waaralchL'
tigo suhopuheid en goedheid gegrondvest
staat.
Daarom zegt ook' Sint Paulus, dat wij
ialtijd blij moeten zijn. „Ik zeg u? ver
heugt u altijd maar in den Heer." iWe
moeten de-vreugde niet verstaan als een
toespijs voor Zon- en feestdagen of ala
een Paasch-best costuum, dat we dra
weer uitschieten zopdra 't gewone leven
weer begint. Neen, juist ons gewone leven
'en onze werkdag met al z'n liéfen leed,
z'n zorgen en kommer en z'n duizend
zware lasteJfinoet met vreugde dodrdve-
zemd. Niet enkel een blij gezicht zletten
als 't Zondag is en heel mooi weer, maar
ook' op Maandagmorgen en gieen möoi
weer.
Niet enkel Mij' en opgewekt buiten ons
gezin en buiten eigen dagtaak, maar ook
in eigen kring altijd vreugdeboodschap'
pen!. Een vriend' met 'n bHj en lacjhfend
gezicht is zulk' een troost opi pmnigt don
ker padHoeveel miserie jaagt dat niet
weg aldhter de poorten der vergfetelhiedid 1
'Hoeveel blijde levensvreugde hkalt 'dat
niet triomfantelijk binnen. Eein lachend
Oog. en blijde glimlach! vaagft! de wolken
$"an ontstemming weg en zet soms plot--
seling (onzen donkeren zietenrhtemd woetr
!ïn stralenden middaggloedi
'k, Vond eens oF 'n gedadhtenlslpllaatje
dit lieve versje van een vloor mij' on
bekenden dicht er, dat 'k hier wil over
schrijven omd'at het zooveel leyenswajar-
beid behelst.
.Het was slechts een zonnige 'glimlach,
Het was slechts een vriendelijk woord,
Maar 't vecdlreef! toch' droevige neevle»
'En 't heeft sombere gedachten ver-
i stooird.
Het was slechts een hartelijk knikje,
De troostende druk van een hand, r
(Co-eb 'was 't als 'n bóo-g in de wolken,
Die hemel en aarde omspant,
!Eén ghmlaichj kan smhrten verzachten, 1
Een woord kan bevrijden Van druk,
Eén handdruk kan zonden verhihd'ren, i
(Vernieuwen geloof en geluk. -
't Kost soms zoo weinig te geven
iWoord, glimlach! en helpende hfand,
Dodhj arm en k>ud is een leven, i
i iWaar nooit Zulk een trooster belandt!
door A. FIELDING.
(Nadruk ■verboden), i t[
19) i j
Maar wat hij het laatste opmerkte, toen
hij nog eens goed rondkeek', was wel het
vreemdst van alles. Twee: paar hoef-,
ïjzervormige teekens zaten op hef grij'ze
laken, waarmee de auto gestoffeerd was;
een paar boven een- raam', maar. een. beetje
°P_zii een paar boven in. den wa,eten.
Pointer onderzocht de teek ene. Zij! "war.
ren roodbruin van, kleur. Hij vermoedde
dat ze aangebracht waren door, de hakken-
T&n &6n p&aj* mannensciioeiLm
Bezien onder zijn vergrootglas blaken
ze te bestaan uit 'datzelfde afgrijselijke
méngjsel van bloed en niest, 'b welk hij| op
bet paklinnen had aangetroffen «d, waar
van hij ook gehoofde, daf het aan het
watje zat, waarmee hiji langs de wond
ih Hose's hoofd had gewreven.
1 In beide gevallen wanen hef twee tee-
kens naast) elkaar. Dat moest iets bietee-
kenen. De 'detective maakte er uit op, 'dat
de Voeten van den' man aan elkaar gabon"
den geweest waren. Dat zou ook wol het
6«val geweest! zijn m|et zijn handen, want
E-n dan moet 'k hier ook' even denken
aan den leefregel dien 'k eens vond bij
een verren vriend', dien ik zou willen
sdh'rijven boVyen iedere deur van ieder
kuis Waar mens'dhen in en uit gaan,
menschen, die zelf blijl ijillen zijn en
ook anderen blij willen maken. Hij' draagt
als opschrift; weldaden die niets kosten
en todh' zoo, kostbaar zijn!
„Een vriendelijke lach bij de eentonig
heid van het alledaagsere werk
'Een woord! van waardeering en lof
voor bet goede van onzen eyenm'ensclh.
Een kleine dienst, bewezen aan anderen,
die dienstbaar zijn.
Een Vriendelijk, goed woord vlooir de
lievelingen v'an God, de kinderen!
Een warme handdruk' voor hen, die
veel leed dragen!
Ben -geduldig verdragten van lastigén
en ongedhldligen
Een blik van -medelijden met hén, die
in 't verborgen ljjden.
Een Woord v'an opwekking en' troost
a:an ben, die in nood' verkeeren. -
Een 'goede raad van een verren vriend.
Een hartelijke groet aan den mindere
of! onbekenden, vreemdeling
Een eerlijke bekentenis Van het be
gane onrecht aan een onschuldige.
Eeu belijdenis van eigen zwakheid a,a»
den gevallene en versfcoo.ten schuldige
Een beilwensch aan den blijde «n ge
lukkige.
Gods zegen en liefdé aan den jvijkad
van eigen buis!
Zijn vrede en verzoening, aan den gram
storige!
iW-elnu, Voor wij' Scheiden deze af
scheidsgroet: Vaart wel; weest blij), weest
vroolijfc, weest opgewekt en blijmoedig
„Ha.al de Vlag Van uw diepzinnige blij
heid- koog in top! -
„Laat Uitwaaien den kleurigen wimpel
van uw Vroo!ijkh>eid' langs mond en lip
pen; ontplopif opj uw vragen de wapp
perende banen van uw frisschén lustigiep,
lach! -
„Haat' uw blijde ziel, uW juichend' hart
op uw gezicht naar buiten ZVdexen (tot
een VlaïUménde banier vtoor allen, die
(voorbijgaan." (Dr. J.acl Van Ginnek'en).
Haat de vreugde stralen uit uw oogent
vlammen op uw voorhoofd gloeien en
uw handen bloeien in uw h'art, branden:
in uw ziel en kingen in uw, huis
Zingt luid' en Mij! 't juichende lied van
uw noomsche WKjSje'id'!
Fierheid en blïjheicL doorglanst ons leven,
Wij' $jh Van adel en cjiristelijken stam.
Moesten w' in strijd of in lijden sneven,
Niem'and, die ooit ons de blijdschap-
l ontnam'.
Fierheid in 't oog, blijheid van binnen,
Fier in 't strijden, blijde bij 't winnen,
Jezus, dé, zege van oudsher voorspeld).
Andren met ons ook de vreuglde
■geschonken,
In Jezus' naaïn' der aarde toe gezieid. i
Jezus, de vreugde, bfijidsclhkp der'
I volkeren,
't Ruische steeds breeder 't wereldruim'
door.
Eens ga, uw kruis, als 't verschljht op
d'e wolken,
Ons Roomfeche strijders in vreug-jubel
voor
Alkm'aar.
C. VIS, Reetbr.
Op den 21 sten Zondag na PinksHeren. 1
Epistel v. d. H'. Paufufl tot de Elphezen."
VI. 10—17.
Broeders Jwondt versterkt in den Heer,
en door de kracht zijner, sterkte. Doet
de wapenrusting Gods aan, o-pdat ghl
tegen de listige lagen des duivels staande
blijftwant onze strijd is niet tegen
vleesch en bloed, maar tegen de over-he-'
den, tegen de machten, tegen de meos%ra
Van de duistere wereld, tegen de booze
geesten in de lucht. Neemt derhalve de
wapenrusting Gods aan, opdat gij; in den
kwaden dag m|oogt wederstaan, en in alles
volkomen staande blijven. Staat dus vast,
omigordt uwe lenden met waarheid, ge
kleed met het harnas dér rechtvaardige
deze stuipachtige bewegingen, waarmede
de persoon zich- had willen bevrijden;
waarmede hij! het raampje open wou trapt-
pen of de zoldering-van den wagen, dejdjein
vermoeden, dat hij! ook wel eenige- kussend
vernield zou hébben, als hijj zij-ni handen
vrij gehad had. Doch daarvan geen spoor.
Vlak bij- de deur vond Pointer nogj -eenige
bloedvlekken, zeer Hein, maar vochtig.
Te oordeelen naar de hoogte van! de hak
afdrukken, mbesf de man, die- in de aflito
vervoerd was, vin ongeveer dezelfde leng}-
te geweest zijn ,als degene, die in- het
buitenhuisje op het bed' had' gelegen. i
Pointer's polsen begonnen speller te
kloppen. Elvenals een gped' renpaard! niet
meer te houden is wanneer het een hoogp
heg mbet nemen, even zoo voelde do de
tective, dat hij zichzelf haast niet Imieer
bedwing,en kon, om! hals oiver, kop tot de
oplossing van dit puzzle over! te gaan.
En toch 'kon voorbarigheid! in dit geval
schaden. Hij1 "Slaagde er dan ook in zjöh
Voor het oogenblik in toorn! te hbuden.
Hij dacht aan het heen en weer rijden
van- den kleinen wagen in Üe laan- Aan
genomen, dat een groote wagén, zoo een
als deze, eersti de laan uitgereden was( en
dat een kleine auto, zooals hij eenige mi
nuten geleden in de garage van dep koke
nd had zien staan en waarvan hij! alle
bijzonderheden in zijn aanteekepboek' had
hedi, en uwe vpet'en ges.dhbeid, opdat gij
tot het Evangelie des vredes, zij-t voorbcf
reid. Neemjt vporal het sdhild des geldofs',
waarop gij' alle vhri-ge pijlen van dep böo-
zen vijand kunt uitdoorvenneemt ook
den helm! der zaligheid a.an, en hef zwaard
'des' geestes, dat is: hét wóórd Gods.
Evangelie, Mattheus. XVIII. 2335.
In dien tijde zeide Jezus aan zijne teer
lingen deze gelijkenis: het! rijk der he
melen is gelijk een-en koning, die rekening
met zijne dienaren wilde houden; en aid
hij begop rekening- te houden,, werd er
een voor hem' gebracht, die hem' tien
duizend ponden schuldig was. Maar, dp-
wijl bij- nietsi had om te betalen, gebood
zijn heer, dat m,en hem en zijne vrouw en
kinderen en al wat hij had, zoude ver-
koopen, en betaling doen. Maar de knec-ht'
viel neder, bad hem! en zeide; heb geduld!
met mij-, en ik zal u alles betalen. Dan, (d-a
heer kreeg meêdoo-gien met, dien kne.cht,
liet hemi gaan en scholdj hem1 de söhbld
kwijt. Maar die knecht uitgaande, vond
een van zijne medekneohten, die hem hop-j
derd tienlingen sc-huldig wasen hiji greep
hem' aan, wrong hem de keel en zeide;
betaal hetgene gij' schuldig zijt. En zijne
medekneeht viel neder, bad hem ea_zeicte:
heb geduld met mij', en ik' zal ui alles
betalen. Doch hij' wilde niet; maar hij
brood!" De redactie gaf mij1 het adres' van
Troubadour -,fn landhuisje in den Póel
en den-zelfden- middag toog ik op weg.
Mijn vrouw had gewild, dat ik die broek
aantrok, maar dat wilde ik niet. Dat
ding kleedt me niet en dichters! hebben
teere zenuwen; zoo-'n man kón er iets
van krijgen als' hiji me onverwachts zoo
zag. Ik pakte het monster dus behoorlijk
in en toog blijl van hart naar da 'binnen
landen der Poiel. Halverwege een stort
bui als een watterhoos. 't P'akpapier werd
week en scheurde; de -broek Zoog water
als Tn spons, werd zwaar als lood. Meer
dood dan levend bereikte ik het il&chterlijlk
landhuis- en lachte miuiz'aam' tegen den
grooten troubadour. „Uw kaart pntvan-
gen en hier ben ik mi et d© -broekl".
'n Gezicht als 'n vraagteeken. Begrijp
eens-, de man wist van niets'. Valsldhe
handteekening. Paniek'. Ontroier-epde dis
cussies. De dichter voelde en iets] v-oor
van zulke mens'chen, mag men alias
verwachten maar mevr. Troubadour
paste er voor. „We zijn toch al zoo klein
behuisd", zei ze, „en nu hiet daglicht al
séhaarseher wordt, moet iedere poging
om- dit te onderscheppen energiek! onder
drukt worden."
Ik; stelde nog Voor het kleedingstuik
alleen buitenshuis te dragen. Dit gjng bij
jltó BenauwdUeid op de bord vson Uw
klcire behandel!: gy Kct bed nr»et
(Adv, in Blokschrift)
ging henen en wierp hem! in de gevapges
nis', tot dat hiji -da schuld' betaalde. En
zijne medekneohten, ziende hetgeen ier, ge
schiedde, werden zeer bedroefd En zij
kwamen en verhaalden- hunnep heer wat
er geschied was. Toen riep zijn hoer hemi,
en zeide hem|: gij' boo-za knecht, ik heib
u de geheels schuld kwijt) gescholden,
omdat gij' -mij gebeden, hebtmoest gjj] dan
ook geen medeljjden met) uwen medley
knecht hebben, gelijk ik medelijden met
u geha^' heb? E® zijn heer vergramd
zijnde, gaf hem' over aan de beulen-, tot
dath ij! de geheele schuld zoufte betalen.
Zoo zal mijn hemelscfie Vader ook met ut
doen, .zoo gij1, een ieder zijn-en b^oedter,
Mijn golibroek (U).
Lazers van de Nieuwe Zeeuw1,.ik' ben
conipleet woest o® U. Eigenlijk slechitó
op één uwer, pilaar omdat ik dien snooti
daard niet ken, stort ik de fiolen van mïjjn
toorn maar over iedereen uit^ dan tref
ik vast den schuldige.
Daar heeft m-en mij! een Btreek* gebak
ken,zóó infaam-, zóó driedubbeldoorgewin-
terd pervers, dat ik geen woorden weet,
heet genoeig, oïni de schanddaad) te brandt
merken. Dit is weer een van die ge
vallen waarvan met recht geizegd) wordt:
als mem er 'goed in komt-, loopt men er
kwaad uit.
Ik zal u evenwel in volgorde mijin We
derwaardigheden vertellen.
Dinsdagavond heb ik ,n®ar.' p, Weet, mïjh
golfbroek te koop aangeboden. Tkl wilde
van dit ding af, want dragen durfde
ik hemi niet meer indertijd behjofda
ik mijn vader een onberispelijkten levens
wandel en mijn vrouw bedankte ervoor
om baar halve huishoudgeld voor kamfer-
balletjes uit te geven; 7t) ,,mót"-regjein|t)
af en toe in mijn kleererikast, ziet u-
U begrijpt dus hoe'n juichkreet er in
mïju gezin opsteeg, toen de altijd actour-at-a
redactie van dit blad mij een prachtige
ansichtkaart aanbood Van niemand minder
dan onzen bekenden Troubadour, die daar
op mededeelde mijn golfbroek te willen
overnemen. Geen oogenblik' twijfelde ik'
aan de waarheid daarvan: van' dichter
kan je altijd de zotste dingen verwachten
en bovendien- droeg de ansichtkaart h©t
devies van zijn laatste poëma: „Eet meer
opgeschreven, hemi gevolgd was, dan zou
het zeer good mógelijk wezen, dat de
kleine auto had moeten dienen, oinl de
sporen van den) gfooten in de zachte aarde
uit te wisschen.
Ja, waarom! niet. De detective vond
zijn veronderstelling zeer aannemelijk.
Toen Thornton naar Red Gateó (terugl-
g er eden kwant, vond hij dieni raren mist-
lukkeling van een prentendrukker wach
tend op den drejnjpel met een hps ver
welkte sleutelbloemen in zijhi band.
Sajnen gangen .ze naar binnen en op
een vragend-en- blik in de waterige oogen
van Brown jsloot Thornton het venster-
„Nu zijn er nog] veel dingen, die ik Ui
bij', gebrek aan tijd nog) niet heb kunnen
vragen, mijnheer", begon. Pointer. „Hoe
is het toch! eigenlijk gekomen, dat miss
Charterie mét haar oom samen woonde T'
Thornton legjde het geval uit. Daar
de kolonel arinl was' en de professjor WeJi--
g-esteld, had de laatste van ziju zwager
een vleugel van het kuis overgenomen
en hemi ook verder financieel bijgestaan.
Dat ging zoo él eehige jaren en, naar
het scheen, tot genoegen van beide par
tijen. Thornton zelf was een vriend van
den professor en waszoodoende in de
gelegenheid gieweest Red Gates voor eeni-
gen' tdjd te betrekken.
Pointer, ging tot den vorigien dag.te-
nadere besc'houwing'.heelémaal niet. „Ziet
u'-, fluisterde Troubadour, „die rukwinden
iu de Poel zdju niet te yertrouwenik ben
tenger en zou. -ongetwijfeld een boogje
vlucht nemen, maar even ze-er een smia-
delijken val ondergaan".
„Ja", snikte mevrouw, „ik1 vind het
nu. al vreeselijk wanneer pe zeggen: jé
man ziet ze vliegen, maar, ik overleefde
het niet meer wanneer ze mijl alarmieeren
kwatn'en met de kreetwe zien h-em) zelf
vliégen zonder motor.
Ik aanvaardde den terugwég. iWe.er
regen. ?t Golfde op ons neer. Na vijf
honderd sdhreden miet mijn centenaansi-
last, 'heb ik hemi van mijn schouders!
voorzichtig in de slopi laten glijden. Daar
holde het ding op en dijido uit tot een
gevaarte. (Zoo er een walvisclbvaarder ge-
j&sseerd was dan zjoiu hiji -fn harpoen heb
ben uitgeworpen). Eenzaam! -ben ik ver
der gewandeld. Met weemoed: d(enken|d aan
het geleden verlies. Verzekering dekt niet
de schade. Ik hoop dus dat mijn belager
zooveel gewetensknaging) krijgt, dat hij
een flinke vergoeding zendt aan
REIJNOUT.
COLLEGA BALDWIN
Uit de herinneringen van 'n kam-erzanger.
In iederen vriendenkring is er mental
een die men voor den gek moet ho-uden,
omdat hij alle mógelijke en onmogelijke
dwaasheden gelooft en er pp in gaat.
In 't begin van mfijn kuustenaaxisloopr
baan zat ik zoo vol streken, dat hij| er
haast iederen dag aan moest groeven.
Mijn collega, het gewone slachtoffer,
laten we hem! Baldwin noemen was!
een buitengewoon aardige, onnppzel-e ke,-
rel. j
Zoo-'n onwaarschijnlijk iets kon men
hem- niet vertellen of hij nam het voor
goede mtant aan.
Van hemi wil ik nu een en anderl ver
tellen. En ik kan het gerust doen, want
er is niemland, die ook maar, ye-rm-oedén
kan, wie hiji is'.
In dp muziekgeschiedenis was hij nm
juist niet zoo góed- -thuis ,hijj whst er fei
telijk totaal nieté van.
(We hadden „Armida" van Gluck pas
ingestudeerd.
Op zekeren dag bracht ik een ouden
heer met langten witten baard op, het toor
rug, dan laatsten dag van Eoee's korte
leven en Thornton moest hem) alles pre
cies vertellen, wat er gjebeurd' was. Tot
in de kleinste bijzonderheden. Vooral het
gerucht van schieten in den laten avond
boeide den detective buitengewóón.
„Als ik het dus goed begrijp", sprak
bij, „dan hebt) ,u met zTn vieren zitten
kaarten van negen ujur tot vlak: bij1 twaal
ven."
Thornton knikte. I i
„Whist of bridge, veronderstel ik F'
„Een deel van den tij-ei mahjong «n
bridge de rest van den avond'."
„Zoudt ge nog ongeveer weten, tot-hoe
lang het mahjongspel durde? Ui ziet,
ik heb' gTaag zelfs! de kleinste bijizonderf
heden helder in mijn hoofd, vooral waat
hef de tijdl betreft. Als er dan later
nieuwe feiten bijkomen, weet ik ze góed
te rangbóhikken."
(Weer knikte Thornton. - 1 i
„Wij! hielden even voor tienen to-et
mlaüjjongi op. Het .sloeg juist tien ytfar,
toen we de kaarten uitdeelden.''
j,En waren er gisteren beslistj geen
andere bezoekers op Stillwater als alleen
lady Maxwell
„Neen, ik zou niet weten wie. Ik zag]
niemand bi| de maaltijden."
„Is die lady Maxwell hier, al eerder ge*
weest ff* I ,i
neel, het was na db groote ajia Van
Rinaldo. -
„Mijn beste Baldwin, laat mij je Voore
stellenMijnheier Gluck de componist.f*
Gluck dankte hem met enthousiaste
Woorden votor de heerlijke vertolking van
zijn werk. Baldwin straalde van vreug)-:
de en vertelde den volgenden 'ding in het'
kofïiehuié ,dat Gluck gisteren bijl hjpml
was en hemi zijne bewondering, te kenp
nen gegevten had.
Schaterend gelach aan d'e stamtafel.
Toen kWaiml Baldwin eindelijk tte wetep
dat Gluck reeds eeuwen dood is
Toen kwam' de opera „Bajazzoi' pp! Wet
programma. Baldwin zong de Caino. i
Meester Leoncavallo, ,die zich juist op
doorreis in onze stad beyond en in da
Loge van den directeur de voorstelling]
bijwoonde verlangde naar het' toone.el gep
bracht te worden oml Baldwin zijn óotm|-_
p-lim-'ent te m.aken.
Een vloed van Italiaansehe lofprij'zinr
gen werd over Baldwin uitgestort. j
Deze bekijkt h-em, echter wantrouwig eh
vraagt dan eindelijk: „Wie b'enti u dan
eigenlijk fl"
Leonca,vallo, die zeer verbaasd was- dafi
men hem' niet h-erkende zegt: „Sono
maestro Leoncavallo!'"
„Nu móester Leoncavollo, als UI maar
weet dat ik m'e niet vpor den giek laat
houden!" roept Baldwin woed-en-d, „wie
weet, hoeveel eeuwen u- reede dood isl'*
Hij liet den meester staan en begaf
zich naar zijn garderobe
Twee uur nachts. Ik kon niet sla»
pen. Baldwin had zijlntelefoon' cjp het'
nachttafeltje staan ik' de mijne... i
Ik belde.
„Waf voor den duivel jd _er aan de
hand?)" I
„Hallo, hier Lord Mixpichel, Hotel
Bristol, ik zou gaarne weten of mister,
Baldwin Zondag Lohengrin zingt?" i
„O zeker, ja, ja, ik zing- Zondag L'op
hengrinj"
„Wel... o, daf is jammer, ik' dachf
dat Mister Slezak zou zingen, die doet
het immersl zoo heerlijk.;-'
Onder een vloed yao sehimtpwoorflen,
waarin ik met zekerheid inijn naafnoj
meende te hooren, btelde hij' af.
Voldaan sliep ik in.
We kregen een nieuwen collega, Brrav1
ner genaamd, de zoon van een brouwtefl
in OlmUtz. Ik.stond met enkele vrienden
in den corridor' der opera; te piraten en
daar hoorden- we de stem! van Baldwin.
Hij zong toonladdersmi-miino-mo
mü-mo.
Wij' besloten, hem) er tusschen te nemen.
Hoe we dat aan zouden leggen, wistfen'
we nog niet, m'aar om tijd te winnen, be
gonnen we zeer öpgewondten te gjesti-:
culeeren dat het eigenlijk ongepermitj"
teerd was en dat we niet van plan wanen
om ons zopiete te laten welgevallen.
Nieuwsgierig vroeg Jialdwun. terstond1,
wat er toch aan de hand was- en wtaaroml
wij zoo opgewonden waren.
Daar ik heelemaal niet wist Wiat er op
te antwoorden, riep ik hem) toe: „Go
weet' het even gojd ale, wij1, stel je zoo
m'aar niet aan!''
Eerst nadat Baldwin gezworen had, dat
hij heelemaal niet wist waarover het ging,
geloofden wijf hepi-. j
lntusschen schoot me plotseling iets
door het hoofd. 1 -j
„Nn mijn'beste Baldwin, omdat' we,
op grond van deze verzekeringen en mlef
het oog op je eed fot de overtuiging]
gekomen zijh dati je nog niets' webt, luis
ter dan: de jongste, d-e Benjamin die
pas drie weken bij' ons) is Brunner,
heeft de Erans-Jozef-orde gekregen"
De uitwerking,, was fataal.
Baldwin werd zoo bleek als Louise
in „Kabale und' Liebe". Verward sta;:
m'elde hiji .„Neen".
Ik: „Ja!" -1 i"
Hij „Neen." i J j i
Zoo verliepen eenige angpfcige eeOon<
den. i l
öp djpp g ekt enkten too n, zeido ik) daf
ik voor mlezielf heelemaal geen aanspraak
mhakte op deze hooge onderscheiding,
want' ze kwamJ hem', die zooveel' ouder;
was ze kwaml Baldwin toch' zeker op
„Op Stillwater House Niet zoolang als
ik hier bendaf is nu, ongeVeer zes maanb
den." i i i
„Kent u 'haar 'li
Thornton lachte cynisch. I i
„O, hemel ,ja! Zijl is) de weduwe Van
den een of anderen baronet. Heel -bekenid1.
Boven alle verdenking verheven, aau| ik
zeggen, hoofdinspecteur!"
Pointer Btaarde naar de neuzen van'
zijn schoenen.
„Brown, jstu,blieft, mijnheer, ook als
de kamer leeg is, zooals nu. Ik' veroudert
etel, dat u den laatsten tijd nidtai bijzonH
ders opgemterkf hebt op Stillwater House.
NietB dat in eenig opzakht afweek van dan'
gewonen gang van zaken? Kolonel Sdar«
lett, bijvoorbeeld, om! bij1 hem! te "Wini--
nenf'
Thornton leek niet op zijn gemhk. Hiji
poetste zijn brilleglazen op. I
,^et is een tamelijk vervelend gevoel1,
can over iete' zoo belangrijks ondervraagd
te worden. Ik bedoel, een verkeerde inn
druk mijnerzijds zofui tot zoo onvoorziene
gevoltrekkingen hunnen leideln."
Pointer, bad inwendig pief. 'li
I
CWprdt' vervolgd,);