ES.
3n tegen lagen prijs,
CANADA
I
JT -
LRIKA-LIJN*
stelt tijdig.
Do ongeziene wereld of het leven
na den dood.
Fort-Mystery
SCHE COURANT
#tel U<
ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1929
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
91s Ontvang*
)eds sedert
e markt is,
al dien tijd
ictie gelijken
in met den
d van be-
loolste van
igtoestellen.
brelding on*
iet evenwel
bakt dat elke
toestel 2511
can leveren.
130.-
t VOER??
orstad 3 - GOES
aardstraat 15
orteur, G0ES(Z.>
335 Kreukelmarkt 7-S
COGNAC
TIE NAAR
H TOT DE
ROTTERDAM
GENTEN.
iwe Eigenheimers»
Blauwen, Zeeuw-
TWEEDE BLAD
lvii. i i
FEUILLETON
KERKNIEUWS
ONTSPANNINGSLECTUUR
De mislukte Kunstdiefstal.
91
mende reparaties,
»rk.
huur. Ruime stalling.
Beleefd aanbeveiend.
personen f 1,met
i Tip-Top voor pastoto
an 25-35-40 en 50 ct.
dag geopend. 19595-20
ieux Leon Briand p. fl.
ieux Leon Briand
ieux Leon Briand
'ine Juste Mercier
(ieux p. Liter
Vieux p. i/s Liter
Liter I 27,—
«28,- 1
f3,00'
-3,25'
-3,10'
-3,50
-3,50
-1,80
in bemande fl.
1959O-S0
DR MRNSiCB.
I Zijn anslerMijkfriel. i
In tmïjri. tuin
i 1 Draagt 'heel hjopgl
i 1 Een lelie-SIt engel
1 Sneeuw-witten Kelk
I Glorieus aan
De hemelen
Jub'lende zóu
- Stak op( een storm,
i Plassende regen:
Maax geen vuil
Beslmfeurde do bloem:
1 Zoo weet ik
Een lelie-Ziel
[Te bloeien
1 Heerlijk rein, iiin
Goddelijke gratie:
Laat ontbranden het
Donderend avónd-oak'aiap
Maar géén modder
Ontwijdt er de ziel!
(Hubert Buyle).
Het wezen iler ziel.
De eerst geboren kinderen (de Engelen)
i zijn geesten,
Teer, imaagdelijk'-fijn, in ragg'en sldhijn
gehuld
Vanli etmel-waas-, gel'ijk gedachten plog'en;
Hun zijn isl lo,uter z!iel, hun leven ziele-
leven.
In 't jeugdigier 'gteslabht (hengelde A'lVader
De stof Zoo wonderlijk met geest dooreen,
Dat ziele leeft verdoofd1 aan 't l'ijfbche
leven
E'U imienige Engel grage blikken sloeg,
Toe n 't eerste Paar in reidans God'
j vereerde.
(Uit dr. v. Gftnneken'si vóordrachten
voor niet-katiholieken).
De Ziel ia onus tuf (el ijk.
De, m'enstóhelijke ziel lits een ^geestelijke,
onstoffelijke 'Zelftstandighetid1, d.w.z. in we
zen en in werken innerlijk onafhankelijk
van de stof; innerlijk, of overeenkomstig
haar diepste wezen kap dus de zi;el van
den tmiensclr ook buiten de stof iwerken en
bestaan want Zoolang rij' hier opi alarde
met een stoffelijk lichaam verbonden pp,
is rij in haar werkingen wel degelijk viatn
de stof afhankelijk'; immers een stoornip
ih het te entraio 'hersengedeelte zal ook oen
stoornis in het onstoffelijk denken ten ge
volge hebben. Zoodra echter de ziel bij
den dood het stoffelijk liéhuaim' verlaat
zal zij voor haar voortbestaan en bij pl
haai' geestelijke functies het stoffelijk ele-
imtent niet meer no-odiig jliebben.
Hierin verséhilt 'zij' in wezen Van het
levens-beginsel v'an planten en dieren (de
z.g. planten- of dierenztiel) dat buiten de
verbinding van de stof noch bestaan, noch
werken kan.
D'e Imlenstehélijho ziel k'an ook bestapp,
zonder lichaam, en zal eerst a-Is rij' daar
van gescheiden is, -hap ar Volle werkZaaim1-
heid ontplooien.
1 i
De onzichtbare ziel bestaat uit geest en
l 1 niet pit stof,
Z'ia heel in ieder lidt. Het brein ver-
etreckt hae-r Lof.
Zij leeft in eeuwigheid en vreest nodh
poeat, noch Schennis.
Z'ia onbegrijpelijdk, voorzichtigheid' en
kennis
En deught en vrijen wil bezit ze in eilgen-
i i doM>
.Voor haTe majesteit, staen pile geesten
iphoimj.
i Dat de mtenschélijke Ziel geestelijk en
onstoffelijk is leert ons bp de eerste plaats
de H- Schrift en do Kerkelijke Overleve
ring. 1
De H. Schrift noemlt pp verschillende
plaatsen de imtensClielijke Ziet kortweg „een
geest" die geestelijke werken Verr.iiöht en
na den dood' blijft vóórtbestaan (Math1.
XXVII-50: La 1-47 Math. X-28: 1 petr.
11-19: Ecc'l XII-7).
Maar bChalvte de openbaring leert ook
onsi natuurlijk! verstand dla.t wij een geeste
lijke, onstoffelijke Ziel ijn ons rond dragen.
Imimers dit de een van dé onv'erbiddel-
lijkc uitspraken van onze gezonde rede
waar een gevolg is; |mtoet ook een porzlaiaiafc'
zijn: geen gevpdjgi zonder gorzaak.
En de aard van dat gevólg Kei nóód-
Zakelijk geproportionn-eerd- zijn, d. w. z.
Roman van E. en ,R- Pinkerton.
(Nadruk verboden).
77
Benedén gekoimén ging) inrevfouw1 Mor-
ley recht naar de keuken.
W|aar is het 'briefje ,dat meneer
Rnc-hette je g,ajf v|oor hij, vertrok? vroeg
ze aan Clara.
Zij had! haar goede redenen onr te v'er-
Imloedén, dat de meid dit briéfje had be
waard1; doch dit behoorde thans tot het
banale Verladen. Olara, onverschillig,
ging naar haan khmer.
Toen ze terugkiWa|mi pref het briefje
lais -nlév'rouw Morley het do,o,r en gipg
direct npar Eivélyn's kalmer, waar het
meisje Zoov'eel uren doorbracht sinds lrun'
terugkomst op den post. Zonder eenige
inleiding, zonder na|dere uitlag, Vertelde
ze haar gèheele leven op Eort-Myslcry,
v'eretlde h;a,ar zelfs roteer dan aan Biruce.
Zonder zelfs op te houden Verhaalde ze
ook Bruce's gesohied'enis, zooals hij; ha,a.r
dio verteld ha|d, hier en daar bijzonder
heden bijvoegend, die hij had veTziuita'd',
doch die zij' uit eigen ondervinding en
meevoelen wiaar wist. Eindelijk! hield ze
op en keek naar Evelyn, wier gnopte
overecnsiömlmlen mét den aard Van de oor
zaak, die hot geVolgj t e Voorschijn roept
derhalve een stoffelijk gevólg mloet een
stoffelijke oorZaak Ih-ebbon en een gees
telijk gevolg een feestelijke oorzaak.
[Welnu, er worden in den mlensieih twee
werkingen of gevWgjen -gevónden, diie nood
zakelijk boven de kraiöMt der stof g|a;an
en daaréml als -géestelijkte gevolgten of
geestelijke werkingen btes'chlouw'd Imbeten
worden, namelijk ket d'onk'en en het willen
Van den ménsteh'. Maar aaittgórieu leen
gevolg zónder oorzaak niet denkbaar ais-,
imoct ook hiervioor aji df11 ménsc'h een
OorZa.ak woaden gezooht en Wel een oor-
Zaak van denzclfdien ,a,ard alahet geviolg1,
im'. a. w. een geeatelijke oorz'aak, pf m'en-
scibelijke .Ziel l( i
Het donken in den imensoh' ie een gees
telijke werking of gevolg.
Dit viodgt weer hipruit, dat de ménslch
zfoli Van stoffelijke diingen onstoffelijke
geestelijke begrippen kan vortm'en.
Behalve die gewtone waial'nemin'g dar
dingen dliie aap tmiensioh en dier gemeen is,
Waprdoor rijj, beide een bepaald voorwerp
imtet bepaialde lioedé,nigheden'diiit plaard,
dat huis, dften Imlan 'TWaarnemon, kan do
.imenseh inét befliulp) Van Zijn verstand nog
verder gapn en at dezé al^dméene af!zon-
derlijke voorstellingen verwerken tot al-
gpmeene begripplen diaprvan, diiie niet enkel
de uiterlijke hoed'anaglieden dier Voorwer
pen, Uiöiar ook het innerlijk weZen djior
dingen uitdrukken, Zooalsi b.v. de begrip
pen: plaiard, huis, lmieinsdh„ welke niet van
toepassing 'zijn o|p| ddt bfl dét bepaalde
pa,ard, huis ebzt, toUai' olp de geheele
wezénssooi't, op alle mk>gelp'k bestaande
soort van paarden, hui'zfen, )mlensc!hen.
Dc uiterlijke Zintuigen nelm'en deze be
grippen n'iet waa,r; Zij' nelmén enkel be
paalde afzonderlijke dingen waar.
Evenmin de Verbeelding die niets an
ders is dan de 'spiegel olf een eopie en ge
trouwe weergave van de indrukken der
Zintuigen; derhalve taloeten ze'worden toe
geschreven aan een ütooger .Vermógen, dat
boven de stofi uit jgaat n.l. d'e Hiel.
1 De tmensch k'a.n niet alleen onstoffelijke
.begrippen Vo.Hn'en van stoiffelijke dingen,
mé,ar ook b'e^-ippen Van onsitóffelijke din
gen, Zooals b.v. .van recht, plicht, deugd1,
Zonde, eeuwigheid, enz.
Aangezien nu onstoffelijke dingen alleen
door onstoffelijke heelden kunnen worden
weergegeven en onstoffelijke beelden ni-et
door sWffelijko vermógens kunnen wor-
jden Voortgebracht, 'moet Zij".worden toege
schreven ,a.a,n een onstoffelijk, ge.estelijk
vermogen. Derhalve uit het geestelijk gé-
Volg i denken, vplgt. een geestelijke oor
zaak: de ziel; het geestelijk vermogen
•waarmee de ziel haar geestelijken arhpid
verricht, wen-dt Verstand' genoemd.
D'e tweede geestelijke Wevking'ioif geeste
lijk gfevolg is: het w(illen. Met bot dier
heeft de mnenslch gemeen (hfet streven nagr
ptolftfelijke 'Zinnelijke goederen, als vOodéel,
rust enz. Dit streVenl is niets anders dan
een drang van Zijn, stoiffelijke natuur. De
ménsch echter streeft ook naar onstofflfei-
lijké igeesitelijké gjoederen die bbvén het
hereik der Zinnen uitgaan en niet zelden
gepaaid ga.aji hibt verlies en ojpofferilng
van zingenot, alsi waarheid, wetenschap,
recht en deugd. I i
De 'bevredigimg v'an dit' sitrevén brengt
ook een geheel andere ^dldloening nïede
dan de hovredigimg v.an een olf under pin-
gei»t. Dit sitreVen naar, geestelijke oustof-
felijke goederen isl een ,,u|i'ting< van een
geestelijke 'Ziel; liimjmers waar een geeste
lijke werking is taloeti ook een geestelijké
weiker Zijn.
Do im'eiis'chel'ijkó wil Verschilt Vervol
gens van het dierlijk stree'fVertmloigen, diat
de menschelijke wil met vrijheid! begaafd
is, d.w.Z. geheel vriji a's oimi te bandelen of
niet to liandellen, terwijl het stree'flv'er-
mlogen Van het dien door een noodzakelij-
Ven inwendigen dïang genoodzaakt wordt.
.Welnu, stolf! en stoffelijke lu'achten mis
sen alle vrijheid en werken natuurnood
zakelijk; zij worden door een uitwendige
kracht gericht en bewogen; Zkk| zelve
richten en bewegen vermógen Zij niet (zie
Prof. Dr. Beys'ons: Algelmleene Zielkunde
II hea. 217: Isi. Vogels, .Vraagstukken der
Zielkunde II. llioofdsitulc VI Dl. III,
Hooifdat. D.
Als dus (de im'enseh géh'eel vrij"! is j|ii Zijn
handelingen, 'dan mloet er Ijn den menséihl
een lwoger geestelijk venmlo|gen Zijn, dat
van do stolf ijif 'Zinnelijke Vermógens .inner-
Ven'baasde oogen haar imoeder strak aan
keken. Toen stond! ze op.
Omdiat je het pclsland niet ként,
en d'en strijd vian het 'pelslaawl nooit hebt
gev'oerd', zei haar moeder, denk' ilV, dat ik
je, de mbvaal vfen dit land nietj -zal
khnnen d'oen begrijpen. Diaf kan alleen
een vlrouw, die inioet strijden zooals 'ik
het heb móeten dioen. Het pclsland is
nu eenmaal het pelsiand', en het betaöeh-
tig'en der pelsen mloet z'ifn en blijven
Zo-oials het thans is, zoolang al® he# suc
ces v'an d'en handel aifhlangt Van du gun
sten van den Indiaanschein jager. Die
gunst k'an niet alleen worden Verkregen
door vtoor die pelsen een lipogen prijs te
betalen, noch dóór de goede kwaliteit'
d'w goederen, dio Voor zijn pelsen worden
geruild1. Zijn gunst móet gewonnen wor
den door alle mógelijke kleine listen en
niet te Voi'mfijdten teleurstellingen, judat
als bij- kleine kinderen. De móeder dio
Voor ha,ar prikkelbaar kindje m'et een
raimlm-elaar speelt zóu jp ev'en goed' kun
nen veroord'eelen.
Ook het pelsiand' iZ een oud land,
gc-grond'vest op feodialismé en op voor-
oordeelen en vexdenkingém. E|r is 310-g
niets veranderd sinds de tijden, dat ko
ningen op unfaire wijze m'onopöliien ge-
rand'eerden en do .m'enstehen liun retell ten
tersluiks konden doen hapdhavén' en ver
krijgen. Toen Frankrijk en Engeland! oml
lijk niet aSihAngt, Imjaar er boven staiat en
geheel onafhankelijk Van atófS en -zinne-
lijli'e verinógensl kan handelen óf niet, han
delen. Dat venmlogen is de Ziel. (Terwijl
dusl de IcvenlOóZo en bezielde stof, planten
en dieren dé willooïzte silaven zijn der na
tuurwetten waaraan Zij' zich! natuurnood-
zakelijk móeten onderwerpen, kan de
incnsiéh Zicili hbVen dlie stoffelijke órde
verheffen, unfet de koninklijke vrijheid Van
heersclhcr en h;eer der schepping tot oen
onafzienbaar gehlipd, oim) dgar te leVen en
te arbeiden als vrijéVaZal Van djlen glodde-
lïjkén Opperheer, alleen onderworpen aan
de heersrfiappij der Zedenwetten, dia 'lyij
wel kan m|»ar niet m'ag overtreden. Daai"
op dat onafzienbaar gebied der 'vrijheid
draagt de m'ens'ch de veTantwioordelijkhoid'
Van Zij'n daden en vergadert hij dé on
schatbare verdiensten voor de eeuwigheid,
als h'ij het Voi'stelijik geschenk 'der vrij
heid- goed weet te gobruliiken, im-agr be
loopt onverbiddelijke straffen, als hij da,t
kostbaar talent tegen den ^-oddelijkén
Schenkel- 'Zal misbfuiken.
Derhalve heeft de m'enseilV een onstof
felijke, geesiteljjko Ziel, 1 Tbógaafd mét vol
stand en vrijen wil (Potters I MZ. 039).
Alkm'aar. 1 1 C. VIS, 'Rleötór.
Op den llcn Zondag! na Pinksteren.
Ejiistel v'. d'. H. Paul-us' tot da Gal alten.
,V. 16 24.
Brócdcirs! waindclt naar <len geest, cn
gijl zult dé b-eigeerlijk'hedeu des vlciosóiióis
niet volbrengen. Taiouwens, hot v'leescli'
begeert teigon dén g'eest, en d|o gtetó't liegen
het vleosehwant zij strijden tegen el
kander, zoo dat gtj' niet' idoet hebgeno gfj
wel wilt. Doch, indien gij! door den geest
wordt g-eleiid, zijt gijl niet onder do wét.
Nu dé werken des vleesehes zjjn be-kond;
zij' z(n oneerbaarheid', ontucht, onzui
verheid', Wellust, afgoderij', ontucht, Vij
andschap, twist, .alfgunist, gramjschap, ge
krakeel, tweedracht, ketterijen, nijd, dood
slagen, d'ronkenschapipien, braisiserjjetn cn
dérgelijken, taxi welke ik u waa.rsc-hu(w,
gelijk ik u reeds heb- igcwa.a.rschuwd, dat
zij1 die zulke dingen doen, het rijk Gotds
niet zullen beërven. Maar 3'e vrucht! des
gee-stes is: liefdé, blijdschap, v'rade, ver
duldigheid, zachtmoedigheid, getrouwheid,
zedigheid, eerbaarheid, reinheid. Togen
dusdanigen is de wet niet. Die Christus
dan toebehooren, kruisigen hun v'leeséh
met deszelfs driften en kivaile lusten.
Evangelie, Mattheus. VI. 24—'33.
In dien tijde zekle Jezus tot zijne Leer
lingen: niomiaind1 kan- twee heoren di-eincltt;
want hij zal of den eenen haten, en den
anderen beminnenof hij zal den een-en
v-erdragen, en den anderen versméd-en. Gij
kunt God en den Maimpa'on -niet dienen.
Daarom' zeg ik uweest niet bebamlmort
voor uw leven, wat gij' Zult eten; noch
voer uw lichiaalml, wat gij' ziu'lti aanbrelc'-
koa. Is het loven niet meer dia;n hot
vioedsel, en het licha,a!m! niet meer, dan de
kleeding? Beschouwt de Vogelen des he
mels, dewijl zij noch zaaien, noóli maaien,
noch in schuren vorzalmclen: data, (ulw he-
Imtelsche V-ad'er voedt ze. Zij't gij- niet
veel waardiger dan zij? Maar, wie Van o
kan met zijine zorg zijne len-gte een el
védglrooten En wat'rijt g-ij voo.r kTeedingj
bezorgd'! Beschouwt de leliën des vride,
hoe zij 'groeien: zij] arb-eid'ein óf spinnen
niet. En ik zeg u, dat Saloim'on zelfs in
al zijho heerlijkheid' niet gekleed is ge
weest, gelijk een Van. d'ie. Indien dan
Godi het Veldgewas», dat 'heden "is en
morgen in dén oven ge,wó.rpein, wordt, zpo-
bekleedt, hoe v'eel te mfeer dan 11, 'gij
kleingeloovigem! Weest Ïllaïi ni-eti bekom1-
m'erd', zeglgende walt zullen( wijl eten, of
w-at zullen wijj drinken, Öfl waatamfede zui
len wij ons kleedén wamt de Heidenen
zijn voor dit ajles bezorgd. Maar uw
Voder weet dat gijl dit alles noodig hebt.
Zoekt (dón eerst het rijk G-odS en zijne
rechtvaardigheid, en al deza dingen zul
len u toegeworpen wond'en.
Op een mooie zomerochtend
dooi' Pierre l'Erhili.te.
Het station v'an Eajint-TiargeajUi bij aan-
kombt van den avbudtrein van 7.30.
Dataris en jomge méisjes nu liclhte toilet-
ton Ito-men -naar mat of v:,jder ntfhalen;
ehk'ele boeren sitappen uit, beambten en
veel! visseliers, mét.' hun ellenlange lr?n-
gels, hun schepnetjes, hjun vischhaken en
JiUn Ideino emta'ersl, van 't hoofd tot fl'q
een werelddeel oorlog, vloerden werd do
wet vian het pelsiand! géschreven en om!-
dlat dit land nogl onder geen enkel op;-
zioht vérandérd is in de laatste twee
eeuwen, is zijn mloraal nog steedis de
zelfde.
Dit is dan ook' de reden, waaróm;
iedere strijdwijze in hef pelslamd wettig
is. Dat is- dé reden waarom' eerlijke
menschen iets d'oen, wat je als iets
onontbeerlijks ibesélipuwt, zonder dat ze
zitn verlagen. Do pelsen en dé pleilsliandlei
móeten voor altijd! gescheiden worden van
kwesties vian persoonlijken aard'. Een
vrouw die dit niet kan aanneiman, (lie
dit niet wil inzlien óf er nio-tl to goeder
trouw !mee instemt, zal zichzelf' on-gé-
luldtig maken wanneer ze v;an een 'pels
handelaar houdt.
E-n -daarachter,, achter den pelsüian-
d'el, achter den staiijid omi de pelsen, en dé
winsten vian dén pelshandel, 6faat de
vrouw. Het is voor dé Vrofuiw en -h-aa.r
opschik en h-aa.r ijjdélheid, dat er, miannon
zijn, die zioh in den strijd, begevén. Ein
o-md'-i t er virouwen zijn die verlangen naar
zijde en zachtheid, ^ijn er ook' viiouwen,
d'ie de slotehtóflffers van den pelshandel
geworden zijn.
Hierin wordt gezinspeeld, ze we(&
naai- Bruce's briefje, op een legendé v-an
ae pelslamden. Jk vraag je si,echts 'te
willen begrijpen, diat vóoi! hen, die dit
voeten gewapend opil hun eerzaam,1' bé*
joep uit te oefenen. 'Ze vorm-en eon hleeió
groc-p en roepen elkaar; toe;
KSjk' ante eens; die pieren roept een
beroemd adVoottait, tei'W^jl liiji een tinnen
tro,mtaiel opent. Zit er ggen leven >11?
Alle visschcrs buiigen zich over den
trommel en beschouwen btegeerig een Vjies,
vettig gekrioel van hét ley end gtedierte.
Dat rijn vleeaehWior-ni'enj.... zegt er
een.... de mïjhe hebben Moedaxmóede.
Geel er mlij wat van? sméekt er een
m'et een verlaji-genden blik' ata rijn oogén.
.Neen, ik heb (mijn bereken-ing ge
maakt en ik k|a,n er geen enkele mibBen.
Een heerlijke Jfuli-'avondzón bel-ieiit dit
landelijk ta-fereel; en een vïeam|deling diijo
dit rustig station zóu beschouwen Van
waai'uit Jangzlaaonl de Igéz'imnen fu de enke
lingen door de lomtaitei'rijké lanen liujBi-
waartsi kcexen, rim zeggen;
Wiat 'rijln 'li toicihi allem|aa.l brave en
gelukkige imcnsollien, diile Eransclhen.!
Er was echter, op 't oogenblik! dat de
trein rich weer in beweging wlilde zetten,
iemand uit een co-upé derde klasi gesfapf.
Die man zhg[ er iwlt ,aiml hij' aeiitei-
dochtig was-.
Zoiu 't een misdadiger rijta? Neen, met
rijn wijde broek 'van g'muwe pilo, rijn j-oo-
Uen ceintuur, rijn blauwe bóezenoen, zijn
goedig uitzien van braVe Galliër, gééft ilij
den indruk een eerlijke poldergast to rijn.
Zich tegen 'den imluur 'drukkend, kijkt hij
eerat naar- rechts, dm naar links, diui
naar buiten.
Maai' alles! is rusbi-g ro-ndóml het kleino
station. Do molensiteenen gonzen regelma
tig aan. den kant Van den weg bij1 de beelc'
de vogels z'ing'en hun avóndjgebed iln do
duoojmende groene Seine schijnt zlilclli zoo
lang alsi zo is op 't weiland te willen uit
rekken -oimi een goeden nacht door te bren
gen en de groepjes- van de dreven rijn
niets meer dan kleine stippen aap Üen
horizon.
Dan neemt, met een vlugge beweging,
de man rijn mand op, nog 'eens1 paar alle
kanten heengekeken en hij -lóópt zoo
Lara hij kan don weg op, die dóór 't jonge
kreupelhout naar Zijn dorp yoert.
H'ij hlou nog .niet ver .gegaan rij pf dlie
knónnen in leeren vesten komen op hun
rijwielen aanrennen; 2'e Zien ,er wild cm
móest uit.
Ik' ben er Zeker van, dat hij! hier ii(3
uitgestapt^ Hij had aai Ponfchierry. Willen
uitstappen. Maar hij -heeft jóuw taméikt
en ging toen door.
Mij, ihij 'Zou.jm|ij gezien hebben?
- Ja, jóuw, ja hebt je niet genoeg
voorover gebogen oyer d'e barrière, toen
ia hij' teruggekropen achter |iln Zijn doiupé'.
Op d'at oiogenblik lcómlt er een maipje
aan met een brood' onder eiken prm.
Zeg eens-, -Zus, Vroiog, de oudste, hel»
je niet oen van ouZe imiak'k'ers- diiien |weg
Zien opgaan -
Ja, zegt ,t kind.
Met een bruine broek
*-—- J a.
Is h'ij al ver weg?
Neen, maar hij- liep Zoo haastig!
Dc arbeider Wet een woesten sohroeuw
hooren: - 1
"Vooruit.l
't Kleine pilaiisije, een weinig Verschrikt,
z'a.g zo weer op hun fietsten sptaingen pn
met moeite de sfoiiie helling oprijden.
Ze hebben den poldergast ingehaald I
Hij- staa tdlaur,- dloodsbleek', siddtei-end vap
vrees in Zijn werklip!anspak. Noiclht,a.ns pro
beert hij ze 't. Ihopfd te bieden. 1
Welnu wat |mto>eten 'jplieiZ
Dat 'zul je wel zien!
Ze wierpen kun rijiwiiel in de sloot.
Jij, jij, getaileene verilader I. Jé weet
Zeker niet, dat de 'vOslsebja'clht 't heele jaar
op-en i»?
'- Ik Tieb 't recht otai! te arbeiden, meen
ik', wel beskbóiuwd, ben ik toch vrij
We Zullen jé tailet je viijheidj
Akelige vent.l
De poldei'gast 'ggat togen een bóomi
s-taou, z'ijta tinnen kruik in de hntaden.
-Die cerate die m'e d'urft aanraden!:
Dte aanVallers1 kijken ïoud als ,ólnii rich!
ie vergewissen, dat 'zé plleen rijln pp1 den
Weg, dan brullen Zo tegelijk1:!
- Wat j'ij- Vrij 1. Jij kerell Wlateht minor
eens;!. 1 1 j.
En d aar wordt de ongelukkige aan
gevallen door de drie tegelijk'. Ze slaap
pn siehoppen hePil opii de vreeselijklste .wijze,
uitroepend
Hier, di,t' isi je loon|! hier, verkochte:
Hier, jrerrader.l iliifii' Vosil
Do ai'me ongelukkige Valt ter alarde.
Dte oudste geeft héml met Z'n hak mag
veen stomp Op Z'n neus onder een iievigl
gevloek'.
Bewusteloos ligt 'hiji daar, de poldergast,
land' kennen, die legende werkelijk óm
realiteit ie, want „dé lange tooM'' ibe-
stoat. Jed'er, die in het Noorden kölnlt,
kin er m'ed'e in aanraking kómen. Allen
moeten we. ze meemaken, altijd', hoc dan
ook. D-iardbor warden we, mét het leven
vértrouwd'. Je hebt reeds je eerst» sïa.p-
pen op dien im|o.edza|mien toc-ht gezet, en ik
naop, liéffete, d'a.fc je den tooli't bij'nai vól
k-acht hébt.
Een oogenblik hield' ze op; cn ging toen
r.p dénzcl'f'den toon verder:
Ik k-eb getracht je één zaait heidér
te doen inzien, napiclijk, dat, het hart vhn
Bruce Hochefte goed' «ep .edel is en !tat
iets onedels- -of ondnder gópkls niet-in staaf.
Ik liea 'm'ezelf in je oogten Verlaagd! dooï
te hand'elen, en ik' heb- je geloof in
je v'ajér vernietigd. D-ocli ik heb dli't
géaaan, omdat liet loven voor een vrouw
niet is te leven met haar ouders-, doch
mét ha;ar man, omdaf liet grootste geluk
van dé vrouw Picex afhangt van de li-eil'ldo
voor haar vpdter óf móeder.
Het pelsiand' is eep monster. Het
neemt, het neemt eteedfe, hóf neieant alles,
cn gééftnooit iet® weer. Doch lie'ffete,
ik sM'eoK je, lapt hef niet' d'e liefde -ron-
vén, Waaropt je recht hebt!
Zij' óvterhahdi-gdei Bruce's -briefje a,ap
Evélyn en ging d'e kamer uit. Een half
uur later werdl er typ; de deur der, kamer,
waar dte gewonde rustte, zacht gètikt.
badend in Z'n bloed. I- 1 1
DaD ra!a;dplegen ze, waf -ze verder zul
len doen? -
Laat hem1 daar nu ma,ar krepporenU
zégt ei' een, terwijl hij zijn rijwiel weer
gaat opZoekén.
Neen, ik w-eob iets, b'etcrs'J Komi eens
even hier mé helpen, ZooJ Neen, bij ito
^gjióuders en j'iji bij Z'n brtoekj
Met 'Z'n drieën tilden ze ''t zware
lichaam op,: 1 1
Daar, tegen dien boomi, ja, mét Z'n
ceintuur, m'aajtó vapit.l nogi Vaster, zóó en
dan Z'n mland onder -z'n ncMBll
Ze braakten nog eenige Verwensehlipg'en
uit, diie niet tol de andere dooiJbongen,
'dan sprongen ze vlug op hun fietsen pn
renden weg Zoo hard ze konden. 1
Den Volgenden mlorgen kwam' een pries
ter langsi den weg, die mét den treip jnócst
afreizen, en benhei-kte daar dots, wat een
lijk' sfheen te weZen, -mét een roioden eéin-
tuui' aan een booml vastgebonden een inand
er bij'. I
In allerijl trachtte hij h|et lichaiaml M,if
deZe posifio te verlossen:!
Armé vriend.I. w'io heeft dat kunnen
doen waar Zijn d'e, bapdietenl?j
Geen bandieten, Zuchtte de onge
lukkige. j
:Wia dan? I 1
Kameraden. 1 -
Maar, waarom!?
Tusschen twee pijnlijke Zuchten, die zijn
simarten kou verlichten, Vertelde het
slachtofferI II
Begrijp, ik 'héb' een aiek'c -vrouw, h
kinderen. Dat npi nu pi de tweede ptailung
in driie maanden, een pfstóliiuwelijk'e sta
king! Men weet z'elfs niet Waaroiml. (Tpen
heb ik, als, bu|itcnstaatader, den móed ge
had om- to durven we-i'k'en.
Wat heb je „durven" welken'! her
haalde de priester, is da,t dan zoo erg.l
Zoo erg! dat vijf ka|mterad'en |Van
morgen hier langs rijn gekom'en, het wa
ren 'toch geen slechte typen, en todf) hoeft
er geen enkele 't aangedurfd -omi me fe
bevrijden.
O ja, vanwege de vlakvei'eeuigipg,
.lispelt de ongelukkige inét een Verschrik
king in Z'n blik.i 'i
Terwijl de priester verder gjing in de.n
heerlijken Zotaitermorgen, waairin de heele
natuur ontwaakte Wij- de eersite stralen
der imlcrgenzón, zeide h'ij' tot aich'zélff
A.rmié mtensc'hcnl Christus hpeft den
'arbeider d-e vrijheid gegevende Kerk
heeft do Roomstehe v'alkVereenigipg ppgte-
rieht. Ma»ar do stooiiajlisten tnteken van
'den werkm'an een slaaf: en Wat Voor een
slapfj - 1
(Naar hét -Engelsclh).
Zooals, bijna elk vóoajn,ar bracht ik pok
'ditmiaal weer enkele dagen vaéaptie door
bij mijn studiemakker en vriend-, die pijn
ponggezellenlijd sleet in bet fraaii, villahuiis
enkele uren b'uiten Londen. 1
'I Wasi o,p. den eersten avond' van (rijn
Verblijf op „O.ur Hofné'^ dat mijn gastheer
en ik gezellig zaten te keuvelen pudiei-i hiet
genot van een goedé sa(ga|ar en een dli,toj
glas wijn. Alle herinnepingen pit vroegjai'e
jaren waren bij onze conversatie aap het
gezéllige ouderWtetsehe JiaardVunJr, waar
bij -de grepte fauteuils- dicht wiaren pap-
gaiclhoven, opgehaald' en onwillekeurig
stekte daarna het gtesprek eVen. 1
Op dat oogenblik werd mijn oog gtetrok-
ken naar li-et kostbare s'clhilderij, dat ter
rijde van d-en haard op- een gpns'tig be
lichte plek king; dit .mteestepstuk' van
schilderkunst 't was een echte |Velas-
^uez, vlooi-sitellende een sobere, doch- stati
ge figuur van een S-piaanstelh edel!m|an 1
dat in eiojóni.et cn lijn en artistieke piitbeel-
ding van onschatbare wla-apdé Was, bóej,de
me steeds Weer; en -ook thaus hesélhoulwldte
ik imet grooto -b'elangatelllinlgj. het fraaie
werk. Plotseling -werd mijn aapdaclht ge-
lnoklien óp, een nauwi mérlkblare lijn, Hie
over het linnen vlak hij d-e pmiijsitiipg p,au
alle vier zijden dloorliiepi.
Met een uitPoep- van Verwóu'd'erlipg
sprong ik overeind en m'aakte mijn gast
heer optmérkzaam op) een ontdekking;
men had het d'ae'kl uit de lijst gesneden.
Sir Horacte glimlachte. „Inderdaad", be
aamde hij, ,het situk! is bijna verloren ge
weest. Ik 'dacht er niet -aan dlalt je dit niet
gow-eten hebt't ia al lang g'eled'en dat ja
hier het laatst wlas-, niet? Met dit sclhlil-
derij héb ik al Verschillende rare dingen
beleefd. Herinner, je je nog dte Nöwtónsi,
JflPtós-", vervlolgde hij pein'Zend1.
Ik kende Ze niet.
Enfin, Newton waa olfif'i-clier hij het re
giment lancliersi; een prettige, joviale ké
rel, talie! wien -ik in mijn diensttijd' veel
De -deur werd geopend pp 'den roep:
binnen, en in Jmt volgetndte "idpigeinblik
lag een goud'en hpolWjq wegjgedaken in
het klissen aan zijn schouder.
BrtaCe! riep- Elv'elyn uit. Je -moei me
alles Vergeven. Je mpet het! Ik hiep een
-Verwaand- kind geweest, ik ben h-aikl ge
weest! Ik héb' mezelf als rechter willen
opwerpen in zaken, wapnv-an ilc .pieto
afwistik ken-dé da bijkomende prafeban-
d'igheden niet eens, ik héb j'e, zpnldlei'
meer, geheel onbillijk Veroordeeld! Ik wais
onrechtvaardig teigepojver jo
Dte sterkte v'a,n d'en gewonden .vérl-oof-
dte wais, dit vond E|v-elyn, verbazend-, even
verbazend' als rijn woorden onsa-menham-
gend! waren. Dooh een dergelijké situa-
tie heeft altijd! iets heerlijks onsamen
hangende en er .'giiy^ een- poosje vóoubyl
voor -Evelyn zich losmlaiaJitö en verstan
dig wen-sehte te redeneeren.
Nu iis alles- voorbij; liefste! riep ze.
Alles is- v-eégeten, en sleeht's mijn eigen
eigenwijsheid! mjoet w-o-rden Vergeven; je
Zuil wel heel vlugj, weer dte oude Zijn.
Vadér zjal nooit te weten kómten, wat
moedér vlopr helml 'hoéft gedajm en hij
zal rijn post helbh'en en wij! zullen elkan-.
der hebben. Bruce! Bmt'e! Ik -ben te
gelukkig 1 j' J' r-p
"L
(Wprdt y'erivlolgij.)