ES. 3n tegen lagen prijs, CANADA I JT - LRIKA-LIJN* stelt tijdig. Do ongeziene wereld of het leven na den dood. Fort-Mystery SCHE COURANT #tel U< ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1929 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT 91s Ontvang* )eds sedert e markt is, al dien tijd ictie gelijken in met den d van be- loolste van igtoestellen. brelding on* iet evenwel bakt dat elke toestel 2511 can leveren. 130.- t VOER?? orstad 3 - GOES aardstraat 15 orteur, G0ES(Z.> 335 Kreukelmarkt 7-S COGNAC TIE NAAR H TOT DE ROTTERDAM GENTEN. iwe Eigenheimers» Blauwen, Zeeuw- TWEEDE BLAD lvii. i i FEUILLETON KERKNIEUWS ONTSPANNINGSLECTUUR De mislukte Kunstdiefstal. 91 mende reparaties, »rk. huur. Ruime stalling. Beleefd aanbeveiend. personen f 1,met i Tip-Top voor pastoto an 25-35-40 en 50 ct. dag geopend. 19595-20 ieux Leon Briand p. fl. ieux Leon Briand ieux Leon Briand 'ine Juste Mercier (ieux p. Liter Vieux p. i/s Liter Liter I 27,— «28,- 1 f3,00' -3,25' -3,10' -3,50 -3,50 -1,80 in bemande fl. 1959O-S0 DR MRNSiCB. I Zijn anslerMijkfriel. i In tmïjri. tuin i 1 Draagt 'heel hjopgl i 1 Een lelie-SIt engel 1 Sneeuw-witten Kelk I Glorieus aan De hemelen Jub'lende zóu - Stak op( een storm, i Plassende regen: Maax geen vuil Beslmfeurde do bloem: 1 Zoo weet ik Een lelie-Ziel [Te bloeien 1 Heerlijk rein, iiin Goddelijke gratie: Laat ontbranden het Donderend avónd-oak'aiap Maar géén modder Ontwijdt er de ziel! (Hubert Buyle). Het wezen iler ziel. De eerst geboren kinderen (de Engelen) i zijn geesten, Teer, imaagdelijk'-fijn, in ragg'en sldhijn gehuld Vanli etmel-waas-, gel'ijk gedachten plog'en; Hun zijn isl lo,uter z!iel, hun leven ziele- leven. In 't jeugdigier 'gteslabht (hengelde A'lVader De stof Zoo wonderlijk met geest dooreen, Dat ziele leeft verdoofd1 aan 't l'ijfbche leven E'U imienige Engel grage blikken sloeg, Toe n 't eerste Paar in reidans God' j vereerde. (Uit dr. v. Gftnneken'si vóordrachten voor niet-katiholieken). De Ziel ia onus tuf (el ijk. De, m'enstóhelijke ziel lits een ^geestelijke, onstoffelijke 'Zelftstandighetid1, d.w.z. in we zen en in werken innerlijk onafhankelijk van de stof; innerlijk, of overeenkomstig haar diepste wezen kap dus de zi;el van den tmiensclr ook buiten de stof iwerken en bestaan want Zoolang rij' hier opi alarde met een stoffelijk lichaam verbonden pp, is rij in haar werkingen wel degelijk viatn de stof afhankelijk'; immers een stoornip ih het te entraio 'hersengedeelte zal ook oen stoornis in het onstoffelijk denken ten ge volge hebben. Zoodra echter de ziel bij den dood het stoffelijk liéhuaim' verlaat zal zij voor haar voortbestaan en bij pl haai' geestelijke functies het stoffelijk ele- imtent niet meer no-odiig jliebben. Hierin verséhilt 'zij' in wezen Van het levens-beginsel v'an planten en dieren (de z.g. planten- of dierenztiel) dat buiten de verbinding van de stof noch bestaan, noch werken kan. D'e Imlenstehélijho ziel k'an ook bestapp, zonder lichaam, en zal eerst a-Is rij' daar van gescheiden is, -hap ar Volle werkZaaim1- heid ontplooien. 1 i De onzichtbare ziel bestaat uit geest en l 1 niet pit stof, Z'ia heel in ieder lidt. Het brein ver- etreckt hae-r Lof. Zij leeft in eeuwigheid en vreest nodh poeat, noch Schennis. Z'ia onbegrijpelijdk, voorzichtigheid' en kennis En deught en vrijen wil bezit ze in eilgen- i i doM> .Voor haTe majesteit, staen pile geesten iphoimj. i Dat de mtenschélijke Ziel geestelijk en onstoffelijk is leert ons bp de eerste plaats de H- Schrift en do Kerkelijke Overleve ring. 1 De H. Schrift noemlt pp verschillende plaatsen de imtensClielijke Ziet kortweg „een geest" die geestelijke werken Verr.iiöht en na den dood' blijft vóórtbestaan (Math1. XXVII-50: La 1-47 Math. X-28: 1 petr. 11-19: Ecc'l XII-7). Maar bChalvte de openbaring leert ook onsi natuurlijk! verstand dla.t wij een geeste lijke, onstoffelijke Ziel ijn ons rond dragen. Imimers dit de een van dé onv'erbiddel- lijkc uitspraken van onze gezonde rede waar een gevolg is; |mtoet ook een porzlaiaiafc' zijn: geen gevpdjgi zonder gorzaak. En de aard van dat gevólg Kei nóód- Zakelijk geproportionn-eerd- zijn, d. w. z. Roman van E. en ,R- Pinkerton. (Nadruk verboden). 77 Benedén gekoimén ging) inrevfouw1 Mor- ley recht naar de keuken. W|aar is het 'briefje ,dat meneer Rnc-hette je g,ajf v|oor hij, vertrok? vroeg ze aan Clara. Zij had! haar goede redenen onr te v'er- Imloedén, dat de meid dit briéfje had be waard1; doch dit behoorde thans tot het banale Verladen. Olara, onverschillig, ging naar haan khmer. Toen ze terugkiWa|mi pref het briefje lais -nlév'rouw Morley het do,o,r en gipg direct npar Eivélyn's kalmer, waar het meisje Zoov'eel uren doorbracht sinds lrun' terugkomst op den post. Zonder eenige inleiding, zonder na|dere uitlag, Vertelde ze haar gèheele leven op Eort-Myslcry, v'eretlde h;a,ar zelfs roteer dan aan Biruce. Zonder zelfs op te houden Verhaalde ze ook Bruce's gesohied'enis, zooals hij; ha,a.r dio verteld ha|d, hier en daar bijzonder heden bijvoegend, die hij had veTziuita'd', doch die zij' uit eigen ondervinding en meevoelen wiaar wist. Eindelijk! hield ze op en keek naar Evelyn, wier gnopte overecnsiömlmlen mét den aard Van de oor zaak, die hot geVolgj t e Voorschijn roept derhalve een stoffelijk gevólg mloet een stoffelijke oorZaak Ih-ebbon en een gees telijk gevolg een feestelijke oorzaak. [Welnu, er worden in den mlensieih twee werkingen of gevWgjen -gevónden, diie nood zakelijk boven de kraiöMt der stof g|a;an en daaréml als -géestelijkte gevolgten of geestelijke werkingen btes'chlouw'd Imbeten worden, namelijk ket d'onk'en en het willen Van den ménsteh'. Maar aaittgórieu leen gevolg zónder oorzaak niet denkbaar ais-, imoct ook hiervioor aji df11 ménsc'h een OorZa.ak woaden gezooht en Wel een oor- Zaak van denzclfdien ,a,ard alahet geviolg1, im'. a. w. een geeatelijke oorz'aak, pf m'en- scibelijke .Ziel l( i Het donken in den imensoh' ie een gees telijke werking of gevolg. Dit viodgt weer hipruit, dat de ménslch zfoli Van stoffelijke diingen onstoffelijke geestelijke begrippen kan vortm'en. Behalve die gewtone waial'nemin'g dar dingen dliie aap tmiensioh en dier gemeen is, Waprdoor rijj, beide een bepaald voorwerp imtet bepaialde lioedé,nigheden'diiit plaard, dat huis, dften Imlan 'TWaarnemon, kan do .imenseh inét befliulp) Van Zijn verstand nog verder gapn en at dezé al^dméene af!zon- derlijke voorstellingen verwerken tot al- gpmeene begripplen diaprvan, diiie niet enkel de uiterlijke hoed'anaglieden dier Voorwer pen, Uiöiar ook het innerlijk weZen djior dingen uitdrukken, Zooalsi b.v. de begrip pen: plaiard, huis, lmieinsdh„ welke niet van toepassing 'zijn o|p| ddt bfl dét bepaalde pa,ard, huis ebzt, toUai' olp de geheele wezénssooi't, op alle mk>gelp'k bestaande soort van paarden, hui'zfen, )mlensc!hen. Dc uiterlijke Zintuigen nelm'en deze be grippen n'iet waa,r; Zij' nelmén enkel be paalde afzonderlijke dingen waar. Evenmin de Verbeelding die niets an ders is dan de 'spiegel olf een eopie en ge trouwe weergave van de indrukken der Zintuigen; derhalve taloeten ze'worden toe geschreven aan een ütooger .Vermógen, dat boven de stofi uit jgaat n.l. d'e Hiel. 1 De tmensch k'a.n niet alleen onstoffelijke .begrippen Vo.Hn'en van stoiffelijke dingen, mé,ar ook b'e^-ippen Van onsitóffelijke din gen, Zooals b.v. .van recht, plicht, deugd1, Zonde, eeuwigheid, enz. Aangezien nu onstoffelijke dingen alleen door onstoffelijke heelden kunnen worden weergegeven en onstoffelijke beelden ni-et door sWffelijko vermógens kunnen wor- jden Voortgebracht, 'moet Zij".worden toege schreven ,a.a,n een onstoffelijk, ge.estelijk vermogen. Derhalve uit het geestelijk gé- Volg i denken, vplgt. een geestelijke oor zaak: de ziel; het geestelijk vermogen •waarmee de ziel haar geestelijken arhpid verricht, wen-dt Verstand' genoemd. D'e tweede geestelijke Wevking'ioif geeste lijk gfevolg is: het w(illen. Met bot dier heeft de mnenslch gemeen (hfet streven nagr ptolftfelijke 'Zinnelijke goederen, als vOodéel, rust enz. Dit streVenl is niets anders dan een drang van Zijn, stoiffelijke natuur. De ménsch echter streeft ook naar onstofflfei- lijké igeesitelijké gjoederen die bbvén het hereik der Zinnen uitgaan en niet zelden gepaaid ga.aji hibt verlies en ojpofferilng van zingenot, alsi waarheid, wetenschap, recht en deugd. I i De 'bevredigimg v'an dit' sitrevén brengt ook een geheel andere ^dldloening nïede dan de hovredigimg v.an een olf under pin- gei»t. Dit sitreVen naar, geestelijke oustof- felijke goederen isl een ,,u|i'ting< van een geestelijke 'Ziel; liimjmers waar een geeste lijke werking is taloeti ook een geestelijké weiker Zijn. Do im'eiis'chel'ijkó wil Verschilt Vervol gens van het dierlijk stree'fVertmloigen, diat de menschelijke wil met vrijheid! begaafd is, d.w.Z. geheel vriji a's oimi te bandelen of niet to liandellen, terwijl het stree'flv'er- mlogen Van het dien door een noodzakelij- Ven inwendigen dïang genoodzaakt wordt. .Welnu, stolf! en stoffelijke lu'achten mis sen alle vrijheid en werken natuurnood zakelijk; zij worden door een uitwendige kracht gericht en bewogen; Zkk| zelve richten en bewegen vermógen Zij niet (zie Prof. Dr. Beys'ons: Algelmleene Zielkunde II hea. 217: Isi. Vogels, .Vraagstukken der Zielkunde II. llioofdsitulc VI Dl. III, Hooifdat. D. Als dus (de im'enseh géh'eel vrij"! is j|ii Zijn handelingen, 'dan mloet er Ijn den menséihl een lwoger geestelijk venmlo|gen Zijn, dat van do stolf ijif 'Zinnelijke Vermógens .inner- Ven'baasde oogen haar imoeder strak aan keken. Toen stond! ze op. Omdiat je het pclsland niet ként, en d'en strijd vian het 'pelslaawl nooit hebt gev'oerd', zei haar moeder, denk' ilV, dat ik je, de mbvaal vfen dit land nietj -zal khnnen d'oen begrijpen. Diaf kan alleen een vlrouw, die inioet strijden zooals 'ik het heb móeten dioen. Het pclsland is nu eenmaal het pelsiand', en het betaöeh- tig'en der pelsen mloet z'ifn en blijven Zo-oials het thans is, zoolang al® he# suc ces v'an d'en handel aifhlangt Van du gun sten van den Indiaanschein jager. Die gunst k'an niet alleen worden Verkregen door vtoor die pelsen een lipogen prijs te betalen, noch dóór de goede kwaliteit' d'w goederen, dio Voor zijn pelsen worden geruild1. Zijn gunst móet gewonnen wor den door alle mógelijke kleine listen en niet te Voi'mfijdten teleurstellingen, judat als bij- kleine kinderen. De móeder dio Voor ha,ar prikkelbaar kindje m'et een raimlm-elaar speelt zóu jp ev'en goed' kun nen veroord'eelen. Ook het pelsiand' iZ een oud land, gc-grond'vest op feodialismé en op voor- oordeelen en vexdenkingém. E|r is 310-g niets veranderd sinds de tijden, dat ko ningen op unfaire wijze m'onopöliien ge- rand'eerden en do .m'enstehen liun retell ten tersluiks konden doen hapdhavén' en ver krijgen. Toen Frankrijk en Engeland! oml lijk niet aSihAngt, Imjaar er boven staiat en geheel onafhankelijk Van atófS en -zinne- lijli'e verinógensl kan handelen óf niet, han delen. Dat venmlogen is de Ziel. (Terwijl dusl de IcvenlOóZo en bezielde stof, planten en dieren dé willooïzte silaven zijn der na tuurwetten waaraan Zij' zich! natuurnood- zakelijk móeten onderwerpen, kan de incnsiéh Zicili hbVen dlie stoffelijke órde verheffen, unfet de koninklijke vrijheid Van heersclhcr en h;eer der schepping tot oen onafzienbaar gehlipd, oim) dgar te leVen en te arbeiden als vrijéVaZal Van djlen glodde- lïjkén Opperheer, alleen onderworpen aan de heersrfiappij der Zedenwetten, dia 'lyij wel kan m|»ar niet m'ag overtreden. Daai" op dat onafzienbaar gebied der 'vrijheid draagt de m'ens'ch de veTantwioordelijkhoid' Van Zij'n daden en vergadert hij dé on schatbare verdiensten voor de eeuwigheid, als h'ij het Voi'stelijik geschenk 'der vrij heid- goed weet te gobruliiken, im-agr be loopt onverbiddelijke straffen, als hij da,t kostbaar talent tegen den ^-oddelijkén Schenkel- 'Zal misbfuiken. Derhalve heeft de m'enseilV een onstof felijke, geesiteljjko Ziel, 1 Tbógaafd mét vol stand en vrijen wil (Potters I MZ. 039). Alkm'aar. 1 1 C. VIS, 'Rleötór. Op den llcn Zondag! na Pinksteren. Ejiistel v'. d'. H. Paul-us' tot da Gal alten. ,V. 16 24. Brócdcirs! waindclt naar <len geest, cn gijl zult dé b-eigeerlijk'hedeu des vlciosóiióis niet volbrengen. Taiouwens, hot v'leescli' begeert teigon dén g'eest, en d|o gtetó't liegen het vleosehwant zij strijden tegen el kander, zoo dat gtj' niet' idoet hebgeno gfj wel wilt. Doch, indien gij! door den geest wordt g-eleiid, zijt gijl niet onder do wét. Nu dé werken des vleesehes zjjn be-kond; zij' z(n oneerbaarheid', ontucht, onzui verheid', Wellust, afgoderij', ontucht, Vij andschap, twist, .alfgunist, gramjschap, ge krakeel, tweedracht, ketterijen, nijd, dood slagen, d'ronkenschapipien, braisiserjjetn cn dérgelijken, taxi welke ik u waa.rsc-hu(w, gelijk ik u reeds heb- igcwa.a.rschuwd, dat zij1 die zulke dingen doen, het rijk Gotds niet zullen beërven. Maar 3'e vrucht! des gee-stes is: liefdé, blijdschap, v'rade, ver duldigheid, zachtmoedigheid, getrouwheid, zedigheid, eerbaarheid, reinheid. Togen dusdanigen is de wet niet. Die Christus dan toebehooren, kruisigen hun v'leeséh met deszelfs driften en kivaile lusten. Evangelie, Mattheus. VI. 24—'33. In dien tijde zekle Jezus tot zijne Leer lingen: niomiaind1 kan- twee heoren di-eincltt; want hij zal of den eenen haten, en den anderen beminnenof hij zal den een-en v-erdragen, en den anderen versméd-en. Gij kunt God en den Maimpa'on -niet dienen. Daarom' zeg ik uweest niet bebamlmort voor uw leven, wat gij' Zult eten; noch voer uw lichiaalml, wat gij' ziu'lti aanbrelc'- koa. Is het loven niet meer dia;n hot vioedsel, en het licha,a!m! niet meer, dan de kleeding? Beschouwt de Vogelen des he mels, dewijl zij noch zaaien, noóli maaien, noch in schuren vorzalmclen: data, (ulw he- Imtelsche V-ad'er voedt ze. Zij't gij- niet veel waardiger dan zij? Maar, wie Van o kan met zijine zorg zijne len-gte een el védglrooten En wat'rijt g-ij voo.r kTeedingj bezorgd'! Beschouwt de leliën des vride, hoe zij 'groeien: zij] arb-eid'ein óf spinnen niet. En ik zeg u, dat Saloim'on zelfs in al zijho heerlijkheid' niet gekleed is ge weest, gelijk een Van. d'ie. Indien dan Godi het Veldgewas», dat 'heden "is en morgen in dén oven ge,wó.rpein, wordt, zpo- bekleedt, hoe v'eel te mfeer dan 11, 'gij kleingeloovigem! Weest Ïllaïi ni-eti bekom1- m'erd', zeglgende walt zullen( wijl eten, of w-at zullen wijj drinken, Öfl waatamfede zui len wij ons kleedén wamt de Heidenen zijn voor dit ajles bezorgd. Maar uw Voder weet dat gijl dit alles noodig hebt. Zoekt (dón eerst het rijk G-odS en zijne rechtvaardigheid, en al deza dingen zul len u toegeworpen wond'en. Op een mooie zomerochtend dooi' Pierre l'Erhili.te. Het station v'an Eajint-TiargeajUi bij aan- kombt van den avbudtrein van 7.30. Dataris en jomge méisjes nu liclhte toilet- ton Ito-men -naar mat of v:,jder ntfhalen; ehk'ele boeren sitappen uit, beambten en veel! visseliers, mét.' hun ellenlange lr?n- gels, hun schepnetjes, hjun vischhaken en JiUn Ideino emta'ersl, van 't hoofd tot fl'q een werelddeel oorlog, vloerden werd do wet vian het pelsiand! géschreven en om!- dlat dit land nogl onder geen enkel op;- zioht vérandérd is in de laatste twee eeuwen, is zijn mloraal nog steedis de zelfde. Dit is dan ook' de reden, waaróm; iedere strijdwijze in hef pelslamd wettig is. Dat is- dé reden waarom' eerlijke menschen iets d'oen, wat je als iets onontbeerlijks ibesélipuwt, zonder dat ze zitn verlagen. Do pelsen en dé pleilsliandlei móeten voor altijd! gescheiden worden van kwesties vian persoonlijken aard'. Een vrouw die dit niet kan aanneiman, (lie dit niet wil inzlien óf er nio-tl to goeder trouw !mee instemt, zal zichzelf' on-gé- luldtig maken wanneer ze v;an een 'pels handelaar houdt. E-n -daarachter,, achter den pelsüian- d'el, achter den staiijid omi de pelsen, en dé winsten vian dén pelshandel, 6faat de vrouw. Het is voor dé Vrofuiw en -h-aa.r opschik en h-aa.r ijjdélheid, dat er, miannon zijn, die zioh in den strijd, begevén. Ein o-md'-i t er virouwen zijn die verlangen naar zijde en zachtheid, ^ijn er ook' viiouwen, d'ie de slotehtóflffers van den pelshandel geworden zijn. Hierin wordt gezinspeeld, ze we(& naai- Bruce's briefje, op een legendé v-an ae pelslamden. Jk vraag je si,echts 'te willen begrijpen, diat vóoi! hen, die dit voeten gewapend opil hun eerzaam,1' bé* joep uit te oefenen. 'Ze vorm-en eon hleeió groc-p en roepen elkaar; toe; KSjk' ante eens; die pieren roept een beroemd adVoottait, tei'W^jl liiji een tinnen tro,mtaiel opent. Zit er ggen leven >11? Alle visschcrs buiigen zich over den trommel en beschouwen btegeerig een Vjies, vettig gekrioel van hét ley end gtedierte. Dat rijn vleeaehWior-ni'enj.... zegt er een.... de mïjhe hebben Moedaxmóede. Geel er mlij wat van? sméekt er een m'et een verlaji-genden blik' ata rijn oogén. .Neen, ik heb (mijn bereken-ing ge maakt en ik k|a,n er geen enkele mibBen. Een heerlijke Jfuli-'avondzón bel-ieiit dit landelijk ta-fereel; en een vïeam|deling diijo dit rustig station zóu beschouwen Van waai'uit Jangzlaaonl de Igéz'imnen fu de enke lingen door de lomtaitei'rijké lanen liujBi- waartsi kcexen, rim zeggen; Wiat 'rijln 'li toicihi allem|aa.l brave en gelukkige imcnsollien, diile Eransclhen.! Er was echter, op 't oogenblik! dat de trein rich weer in beweging wlilde zetten, iemand uit een co-upé derde klasi gesfapf. Die man zhg[ er iwlt ,aiml hij' aeiitei- dochtig was-. Zoiu 't een misdadiger rijta? Neen, met rijn wijde broek 'van g'muwe pilo, rijn j-oo- Uen ceintuur, rijn blauwe bóezenoen, zijn goedig uitzien van braVe Galliër, gééft ilij den indruk een eerlijke poldergast to rijn. Zich tegen 'den imluur 'drukkend, kijkt hij eerat naar- rechts, dm naar links, diui naar buiten. Maai' alles! is rusbi-g ro-ndóml het kleino station. Do molensiteenen gonzen regelma tig aan. den kant Van den weg bij1 de beelc' de vogels z'ing'en hun avóndjgebed iln do duoojmende groene Seine schijnt zlilclli zoo lang alsi zo is op 't weiland te willen uit rekken -oimi een goeden nacht door te bren gen en de groepjes- van de dreven rijn niets meer dan kleine stippen aap Üen horizon. Dan neemt, met een vlugge beweging, de man rijn mand op, nog 'eens1 paar alle kanten heengekeken en hij -lóópt zoo Lara hij kan don weg op, die dóór 't jonge kreupelhout naar Zijn dorp yoert. H'ij hlou nog .niet ver .gegaan rij pf dlie knónnen in leeren vesten komen op hun rijwielen aanrennen; 2'e Zien ,er wild cm móest uit. Ik' ben er Zeker van, dat hij! hier ii(3 uitgestapt^ Hij had aai Ponfchierry. Willen uitstappen. Maar hij -heeft jóuw taméikt en ging toen door. Mij, ihij 'Zou.jm|ij gezien hebben? - Ja, jóuw, ja hebt je niet genoeg voorover gebogen oyer d'e barrière, toen ia hij' teruggekropen achter |iln Zijn doiupé'. Op d'at oiogenblik lcómlt er een maipje aan met een brood' onder eiken prm. Zeg eens-, -Zus, Vroiog, de oudste, hel» je niet oen van ouZe imiak'k'ers- diiien |weg Zien opgaan - Ja, zegt ,t kind. Met een bruine broek *-—- J a. Is h'ij al ver weg? Neen, maar hij- liep Zoo haastig! Dc arbeider Wet een woesten sohroeuw hooren: - 1 "Vooruit.l 't Kleine pilaiisije, een weinig Verschrikt, z'a.g zo weer op hun fietsten sptaingen pn met moeite de sfoiiie helling oprijden. Ze hebben den poldergast ingehaald I Hij- staa tdlaur,- dloodsbleek', siddtei-end vap vrees in Zijn werklip!anspak. Noiclht,a.ns pro beert hij ze 't. Ihopfd te bieden. 1 Welnu wat |mto>eten 'jplieiZ Dat 'zul je wel zien! Ze wierpen kun rijiwiiel in de sloot. Jij, jij, getaileene verilader I. Jé weet Zeker niet, dat de 'vOslsebja'clht 't heele jaar op-en i»? '- Ik Tieb 't recht otai! te arbeiden, meen ik', wel beskbóiuwd, ben ik toch vrij We Zullen jé tailet je viijheidj Akelige vent.l De poldei'gast 'ggat togen een bóomi s-taou, z'ijta tinnen kruik in de hntaden. -Die cerate die m'e d'urft aanraden!: Dte aanVallers1 kijken ïoud als ,ólnii rich! ie vergewissen, dat 'zé plleen rijln pp1 den Weg, dan brullen Zo tegelijk1:! - Wat j'ij- Vrij 1. Jij kerell Wlateht minor eens;!. 1 1 j. En d aar wordt de ongelukkige aan gevallen door de drie tegelijk'. Ze slaap pn siehoppen hePil opii de vreeselijklste .wijze, uitroepend Hier, di,t' isi je loon|! hier, verkochte: Hier, jrerrader.l iliifii' Vosil Do ai'me ongelukkige Valt ter alarde. Dte oudste geeft héml met Z'n hak mag veen stomp Op Z'n neus onder een iievigl gevloek'. Bewusteloos ligt 'hiji daar, de poldergast, land' kennen, die legende werkelijk óm realiteit ie, want „dé lange tooM'' ibe- stoat. Jed'er, die in het Noorden kölnlt, kin er m'ed'e in aanraking kómen. Allen moeten we. ze meemaken, altijd', hoc dan ook. D-iardbor warden we, mét het leven vértrouwd'. Je hebt reeds je eerst» sïa.p- pen op dien im|o.edza|mien toc-ht gezet, en ik naop, liéffete, d'a.fc je den tooli't bij'nai vól k-acht hébt. Een oogenblik hield' ze op; cn ging toen r.p dénzcl'f'den toon verder: Ik k-eb getracht je één zaait heidér te doen inzien, napiclijk, dat, het hart vhn Bruce Hochefte goed' «ep .edel is en !tat iets onedels- -of ondnder gópkls niet-in staaf. Ik liea 'm'ezelf in je oogten Verlaagd! dooï te hand'elen, en ik' heb- je geloof in je v'ajér vernietigd. D-ocli ik heb dli't géaaan, omdat liet loven voor een vrouw niet is te leven met haar ouders-, doch mét ha;ar man, omdaf liet grootste geluk van dé vrouw Picex afhangt van de li-eil'ldo voor haar vpdter óf móeder. Het pelsiand' is eep monster. Het neemt, het neemt eteedfe, hóf neieant alles, cn gééftnooit iet® weer. Doch lie'ffete, ik sM'eoK je, lapt hef niet' d'e liefde -ron- vén, Waaropt je recht hebt! Zij' óvterhahdi-gdei Bruce's -briefje a,ap Evélyn en ging d'e kamer uit. Een half uur later werdl er typ; de deur der, kamer, waar dte gewonde rustte, zacht gètikt. badend in Z'n bloed. I- 1 1 DaD ra!a;dplegen ze, waf -ze verder zul len doen? - Laat hem1 daar nu ma,ar krepporenU zégt ei' een, terwijl hij zijn rijwiel weer gaat opZoekén. Neen, ik w-eob iets, b'etcrs'J Komi eens even hier mé helpen, ZooJ Neen, bij ito ^gjióuders en j'iji bij Z'n brtoekj Met 'Z'n drieën tilden ze ''t zware lichaam op,: 1 1 Daar, tegen dien boomi, ja, mét Z'n ceintuur, m'aajtó vapit.l nogi Vaster, zóó en dan Z'n mland onder -z'n ncMBll Ze braakten nog eenige Verwensehlipg'en uit, diie niet tol de andere dooiJbongen, 'dan sprongen ze vlug op hun fietsen pn renden weg Zoo hard ze konden. 1 Den Volgenden mlorgen kwam' een pries ter langsi den weg, die mét den treip jnócst afreizen, en benhei-kte daar dots, wat een lijk' sfheen te weZen, -mét een roioden eéin- tuui' aan een booml vastgebonden een inand er bij'. I In allerijl trachtte hij h|et lichaiaml M,if deZe posifio te verlossen:! Armé vriend.I. w'io heeft dat kunnen doen waar Zijn d'e, bapdietenl?j Geen bandieten, Zuchtte de onge lukkige. j :Wia dan? I 1 Kameraden. 1 - Maar, waarom!? Tusschen twee pijnlijke Zuchten, die zijn simarten kou verlichten, Vertelde het slachtofferI II Begrijp, ik 'héb' een aiek'c -vrouw, h kinderen. Dat npi nu pi de tweede ptailung in driie maanden, een pfstóliiuwelijk'e sta king! Men weet z'elfs niet Waaroiml. (Tpen heb ik, als, bu|itcnstaatader, den móed ge had om- to durven we-i'k'en. Wat heb je „durven" welken'! her haalde de priester, is da,t dan zoo erg.l Zoo erg! dat vijf ka|mterad'en |Van morgen hier langs rijn gekom'en, het wa ren 'toch geen slechte typen, en todf) hoeft er geen enkele 't aangedurfd -omi me fe bevrijden. O ja, vanwege de vlakvei'eeuigipg, .lispelt de ongelukkige inét een Verschrik king in Z'n blik.i 'i Terwijl de priester verder gjing in de.n heerlijken Zotaitermorgen, waairin de heele natuur ontwaakte Wij- de eersite stralen der imlcrgenzón, zeide h'ij' tot aich'zélff A.rmié mtensc'hcnl Christus hpeft den 'arbeider d-e vrijheid gegevende Kerk heeft do Roomstehe v'alkVereenigipg ppgte- rieht. Ma»ar do stooiiajlisten tnteken van 'den werkm'an een slaaf: en Wat Voor een slapfj - 1 (Naar hét -Engelsclh). Zooals, bijna elk vóoajn,ar bracht ik pok 'ditmiaal weer enkele dagen vaéaptie door bij mijn studiemakker en vriend-, die pijn ponggezellenlijd sleet in bet fraaii, villahuiis enkele uren b'uiten Londen. 1 'I Wasi o,p. den eersten avond' van (rijn Verblijf op „O.ur Hofné'^ dat mijn gastheer en ik gezellig zaten te keuvelen pudiei-i hiet genot van een goedé sa(ga|ar en een dli,toj glas wijn. Alle herinnepingen pit vroegjai'e jaren waren bij onze conversatie aap het gezéllige ouderWtetsehe JiaardVunJr, waar bij -de grepte fauteuils- dicht wiaren pap- gaiclhoven, opgehaald' en onwillekeurig stekte daarna het gtesprek eVen. 1 Op dat oogenblik werd mijn oog gtetrok- ken naar li-et kostbare s'clhilderij, dat ter rijde van d-en haard op- een gpns'tig be lichte plek king; dit .mteestepstuk' van schilderkunst 't was een echte |Velas- ^uez, vlooi-sitellende een sobere, doch- stati ge figuur van een S-piaanstelh edel!m|an 1 dat in eiojóni.et cn lijn en artistieke piitbeel- ding van onschatbare wla-apdé Was, bóej,de me steeds Weer; en -ook thaus hesélhoulwldte ik imet grooto -b'elangatelllinlgj. het fraaie werk. Plotseling -werd mijn aapdaclht ge- lnoklien óp, een nauwi mérlkblare lijn, Hie over het linnen vlak hij d-e pmiijsitiipg p,au alle vier zijden dloorliiepi. Met een uitPoep- van Verwóu'd'erlipg sprong ik overeind en m'aakte mijn gast heer optmérkzaam op) een ontdekking; men had het d'ae'kl uit de lijst gesneden. Sir Horacte glimlachte. „Inderdaad", be aamde hij, ,het situk! is bijna verloren ge weest. Ik 'dacht er niet -aan dlalt je dit niet gow-eten hebt't ia al lang g'eled'en dat ja hier het laatst wlas-, niet? Met dit sclhlil- derij héb ik al Verschillende rare dingen beleefd. Herinner, je je nog dte Nöwtónsi, JflPtós-", vervlolgde hij pein'Zend1. Ik kende Ze niet. Enfin, Newton waa olfif'i-clier hij het re giment lancliersi; een prettige, joviale ké rel, talie! wien -ik in mijn diensttijd' veel De -deur werd geopend pp 'den roep: binnen, en in Jmt volgetndte "idpigeinblik lag een goud'en hpolWjq wegjgedaken in het klissen aan zijn schouder. BrtaCe! riep- Elv'elyn uit. Je -moei me alles Vergeven. Je mpet het! Ik hiep een -Verwaand- kind geweest, ik ben h-aikl ge weest! Ik héb' mezelf als rechter willen opwerpen in zaken, wapnv-an ilc .pieto afwistik ken-dé da bijkomende prafeban- d'igheden niet eens, ik héb j'e, zpnldlei' meer, geheel onbillijk Veroordeeld! Ik wais onrechtvaardig teigepojver jo Dte sterkte v'a,n d'en gewonden .vérl-oof- dte wais, dit vond E|v-elyn, verbazend-, even verbazend' als rijn woorden onsa-menham- gend! waren. Dooh een dergelijké situa- tie heeft altijd! iets heerlijks onsamen hangende en er .'giiy^ een- poosje vóoubyl voor -Evelyn zich losmlaiaJitö en verstan dig wen-sehte te redeneeren. Nu iis alles- voorbij; liefste! riep ze. Alles is- v-eégeten, en sleeht's mijn eigen eigenwijsheid! mjoet w-o-rden Vergeven; je Zuil wel heel vlugj, weer dte oude Zijn. Vadér zjal nooit te weten kómten, wat moedér vlopr helml 'hoéft gedajm en hij zal rijn post helbh'en en wij! zullen elkan-. der hebben. Bruce! Bmt'e! Ik -ben te gelukkig 1 j' J' r-p "L (Wprdt y'erivlolgij.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1929 | | pagina 5