ZATERDAG 20 JULI 1029
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
ONTSPANNINGSLECTUUR
Apologetische Vragenbus
GEKKE GESPREKKEN
Be
BÜltE
felTTl
Fort-I
natuurlijk in een kast, met z.gl vliegen-
gaas en waar het een beMje „trekt", waar
du» een luchtstroom1 is. la het bestemd
oni| gekookt te worden, dan is1 het "ver
standig om het even gedeeltelijk te ko
ken ,ten einde de kiemen van bedierf te
dooden. Ook houdt mien vleesehj i'i;i>sclb,
dóór het al te borstelen met 'een zwakko
oplossing 'van azijn in water en er daar
na «n paar stukjes uit over 'le strooien.
.Vóór het koken de ui dan v exwijderen
en het vloesch goed' afwassclhen, opdat er
geen azijnsmaak aan blijft hangen.
En de melk? Daarvoor zijn vele mid
deltjes. iEén daarvan is de melk' dladle-
lijk koken en op zeer heete, broeierige da
gen ov'.erdjag nog een paar keer 'koken.
Ook houdt men melk' langen goed. wan
neer ze in een ruime ondiepe koon! be-'
waard wordt, dan ia «n nauwe melk
kan Een andere manier is' jveer, de
melkkan in ieen kom water te zetten, en
over Vlo kan een nebeldoeksohe lap, dubbel
opgevouwen te leggan, zóó, dat de uitein
den in het water hangen en z'óó vocht op
zuigen. Al» m,en dan nog de heele zaak
op een koele plaats in den tocht zet,
heelt mien de meeste kans do melk goed1
te houden. Al' en to'e het water bijvullen,
daar net z,eer spoedig verdaimlpt. Fles-
K'fien m,elk zet men wel in koud water,
uit de kraan getapt. M aa.r Jin veel ver-
si,andiger methode iis, ze in zaagsel te be
graven, dat, houdt ze veel beter koel.
Een voornaam ding is ook, dat mpn wijde,
goed en gemakkelijk te reinigen melkkan
nen gebruikt, en de kannen ook heel goed
schoonhoudt. 'Want e,en van de meest
voorkomende oorzaken van liet zuur wor
den aan -melk is het niet voIdoen|dó
schoonmaken van de kan.
Een mooie legende.
't Is een 'heel oud boek', dat ik' ze vond
die imwiie legende dat eenvoudige en
vrome verhaal va.n (het Dieve HeerenJ
'beestje: 'warimmi dat schoone diertje d'ioa
sólfvonen naam verwierf', en boe 'hpt
kt|mlt, 'dhl, de Jnensöhen dat teere scheg-
■steltje Gods geen leed doen.
't, Wa-s in den tijd, toen de vorsten ol
hoeren nog naar willekeur beschikten over
'het leven va,n hun onderdanen dl' onder-
hporigen.
Nu, geschiedde het eens in zeker land,
dat op) zekeren dag des vórsten broeder
werd gevonden in een open veld' ver
móórd....
Groot was' de droefheid van den vorst
bij' het vernemien v'an de wreede tijding,
die hem) (hot Verlies 'melddte van een bemin
den bloedverwant, die helmi tevens een
•trouw raadsman was bij! liet besturen van
zij|n rijk op, krachtige en redvtvaardigje,
.wijze. Onverwijld gelastte hij 'zijn dienaren
den moordenaar te zoeken en vóór jieml te
brengen, opdat deze een welverdiende strati
Vow zijn snoode daad zóu ontvangen.
lEin zie reeds1 den volgenden dagj^ver-
Sdheen de aanvoerder Van 'sKonings lijf
wacht vóór ji'ijh heer, met de m'ededeeling,
dat hij'ld en'moordenaar a.l 'had gevonden,
en dat hij' dezen, Zo,o het den .Vorst be
haagde, onmiddellijk hierhjeeu zón laten
vloeren.
„J aJ men leidde heta' terstond' vóór (ui'iji'
spjrak de Vorst, „opdat ieder van mijn on
derdanen wete en zie, hoe in Mijn land
geen 'meelij' o'il erbarmingl kan gelden voor
den pjeger van zulk een misdaad."
Snel 'gaifl Carlio dat was de naam' van
'«Kcmingsi eersten dienaar een teeken
aan twee mannen van zijn lij'i'wapht, en
weldra 'keerden dezen terug, m'et zich voe
rend een .armen iboer, die nauw vóór
den vorst geleid' pip de knieën zonk, en
t.meekcrid uitriep„Heer genade.! ertoar-
mingj ik hen onschuldig pan de vreesellijke
daad, waarvan men mij' /beticht.!"
Zeer verbaasd keek de [Vorst ditschauiw-
spel aan. Hoef zou, die m'au, wiens' heele
wezen kalmte, eenvoud en onschuld lee-
kende, toit een imiaord' in Staat Zijn ge
weest
Doó'h Carlo zoui gewis niet ooiiberaden
t« werk z'ij'n gegaan 'hem' werd du,s ge
last te .bewijzen, <lat. hier inderdaad de
moordenaar z'ij'ns broeders' vóór hem' op
de k nieën lag. 1
,,'t Bewijzen valt niet Moeilijk, Heer!"
sprak Oaria. „Zie slechts die vlekken op
ja» en broek van den onverlaat: 't zijn
vlekken bloed». I'kf heb' den sehiuik1 zóó
spoedig weten te achterhalen, dat hjjjl g[een
Het bestuur van Goes tijdens
de Republiek der Vereenigde
Nederlanden (1581-1795).
Hoe de verkiezingen va.11 de
Magistraat plaats hadden.
(Slot.)
,W;at te Goes gebeurd was, n.l. dal, d'e
stadsbesturen hunne m'acht voortdurend'
venrgootten, zag men door geheel Neder
land. De macht der regenten wSs aange
groeid, maar het vaderland' voer ar niet
beier bij. De belastingen waren hoog.
Nagenoeg alles was belast, zelfe de nood
zakelijkste levensmiddelen, zooals brood'.
En toch was overal de schatkist ledig,
zoowel in de provinciën als ter generali
teit. Wie geld moest hebben, moest dik
wijls jaren wachten. Er werd! over ge
klaagd, dat men bjj' aanbestedingen geen
inschrijvers kon krijgen dan onder voor
waarde, dat een gedeelte .(fan penningen
•zou betaald worden bijl het begin v'an het
werk. D'at had men dan toch. Wianneer
de rest zou komen, moest men afwachten.
Dat daarmede rekening igehoud'en wer|d' bij
de inschrij)ving, gevoelt iedereen. Waar
bleef dan dat geldl? Niet vóór het leger en
de vloot werf het uitgegeven. Beid'o
werden schandelijk verwaarloosd'. Oijize
vloot, waar.Oi plons vaderland in d'e 17d'e
eeuw zoo fier had' kunnen zijn, beteekende
niets meer. Maar waar bleef dan het
geld Dat was, juist do r.cd'en, waarom' het
volk zoo afkeerig werd van de regenten.
.Vooreerst naim'en de bèstuurspersonen da
lij'd had ze te verwijderen. Bovendien
word door mijn vlug en taktvol handelen
voorkómen, dat deze bewij'z'en werden
weggevoerd, die ik in zijn woning yónd',
eu die u, Heer! wel volkomen van de
schvld van dezen man Zuilen overtuigen.
Ik vond ze weggeborgen in een g'eheilMe
ade van een kast, die in zijn huiskamer
staat."
Dit zeggende, toonde Carlo, den koning
een beurs ein een ring, welke deze terstond
herkende alk behoorendo aan kjpl arme
slachtoffer.
HelaasJ peinsde de vorst, terwijl liïj'
weer olp den armen Iboer blikte, die. da,ar
nog steeds op de knieën lag zoo heeft
dan de hebzucht zich( in een onbewaakt
ogenblik van dien m'an mieester gtevnlaakt
en beirv Vlaai een eenviomdigen, braven kerel
tot z'ulk een snoodaard verlaagd I Want dil
bewijzen Waa-en te duidelijk, om' aan gijn
opnieuw herhaalde betuigingen van Zijn
onschuld te kunnen galooven...
En do vorst siprafc nn z'ij'n Vonnis uit.
Reeds den volgenden mórgen zóu de boos
wicht sterven. Op dezelfde pielt, waar
(men 'het lijk van! den vermóórde had ge
vonden, zou bijl tot (afschrikwekkend voor
beeld voor iedereen naar de g,a.lgl iworden
(gevloerd, die daar terstond imoeslt worden
opgericht. Ein op dien dood kon hij' zidhj
voorbereiden in den kerker, waarheen hij'
nu onmiddellijk verwezen werd.
Een blijde glans vertoonde 'zich bij deze
uitspraak op het gelaat van Carlo. Dn
vorst, dit ziende, wasi ten tweeden plaid
verbaasd. Vanwaar die vreugde bij' z'ijn
eersten dienaar vreugde wegens, bet |V«B
jiemen van een Schrikkelijk] vonnis; dat
hier mioest worden geveld P Van een Vonj
nis, dat toch een toedeniens'C'h een gruiw-
z'am'en dood bracht
Nochtans sprak de koning Jgeen woord
meer. Hij gaf! het teeken tot het ii.itvloP.ren
van zijn bevelen, doell besloot, den Loop:
der zaken Zorgvol to bespieden....
Het wreede nieuws' ging] Weldra dioior do
ganSche streek. Ein de bewoners Zeiden tot
elkaar
„Boe? die anmó boel" gevangen en ver*
oordeeld I)ie brave m|an, ons allen be
kend als een toonbeeld Van deuigd, recht
vaardigheid en vrede Die een-voudigp,
stille zwoeger tevreden (mót z'ij'n arme
lijk 'jjeslaan, die Man „die geen vliegje
kwaad z'al doen": h'iji Zloiu een niódeMenBWh
van het lev'en hebben 'beroofd, en op zoó
wreede w'ijlze? Neenl hier 'z'u.dht een pm-
§ehulilige in den kerker en (mórgen I o!
dat mag niet zijn.!"
En z'óó zeker wist Men den tlrtn'en
kerel van* eenige wandaad' Vrij', da.t eeni-
gen het waagden, den Vorst uitstel te
gaan timeeken van het Vonnis, opdat inten
den werkelijke» moordenaar klon opsporen
- en zeker zóut vinden, wijl de reclht-i
vaardige God niet, zoui toelaten, dat r.en
onschuldig slachtoillfer lijst leven Voor een
booswicht liet....
'I Was verg'eefbóli.... wijl Carlo da,au
was, toen mien: de bede oto' |uitstel tot den
koning richtte, en hijl za.g], dat z'ijn h|eer
geneigd was' tot medelijden en verliworing,
„Heer!" riepl hijl z'ijn móester toe
„men wil dat uitstel! slechts verw'erv'en,
om als» het lijk van «iwl broeder aan de
aarde is toevertrouwd) 11, het groot ver
lies en liet, aó'hrikkelïjkl 'feit te doen ver»
gelen, on mW edel gjeaped le IbqWrtgbn tot
vergeving en genade. Men kent uw goed
heid. Maar bedenk wel, o Heer! d'at dan
de 'misdaad vrijr speli krijgt in uw rijk
En deze laatste woorden d'eden den Vorst
opschrikken I
„Neen, neendat zal niet z'ij'n I dat' mag
niet z'ij'n Zoolang ik leef: zullen recht en
orde in milij'n rijk heers'ehen en elk
vergrijp daartegen Zal. z'ij'n gerechte straf
erlangen.!
„Gaat heen!" Zooi klonk liet n» tot
de (anderen „gaat heen! Geen uitstel
geef ik de bewij'zen v'an de misdaad
van dien huichelaar zijn klaar. Mijn yton-
nia blijft gestand. Wij zullen morgen too-
lien, hoe in mlij'11 land de misdaad wordt
gestraft.1 r
Men ging. En toen de Vorst daar
weer alleen iwjaS gezeten, kwaim' voor de
derde maal de verbazing, wat, toch Z'ijn
dienaar bewoog, het vonnis zoo gie'Zwiud
te willen doen voltrekken en mèt de
verbazing kwalml thans! ook twijfel in pijn
geef: ik de bewijzen» Van de misdaad
hart
Ja! Wél had Carter ha,apt, dat de zaak
spóedig bereght werd en daarmede in het
vergeetboek geraakte. H'iji was de móior-
denaar!
vrijheid, om zich zelf en anderen, d'ie zij
wilden hevoorfeelen, van d'e meeste be
lastingen vrij' le stellen. Daairdoor, vie
len er juist de rijlksten buiten. N11; denke
men eens aan eene plaata als Goes, tóen
hall' zoo bevolkt als tegenwoordig. Wiat
ging er niet verloren, door in eene be
trekkelijk kleine plaats de 21 raden, d'. i.
21 der aanizi.onlij,lósten, virïjl te stellen. On
gerekend nog de vele anderen, Bfe ^Zelf
de voordooien genoten.
Maar dat was jfog het ergste niet.
Veel leelijk'er was heli, dat lang niet al
het opgebrachte geld in de schatkist
li wam. Er word zelfs beweerd, dat slechts
een vierde der belaslingpenningem d'e
plaats zijner 'bestemming bereikte. A1
het andere bleef aan do vingers- liangejn
Hoeveel dat was, is niet met juistheid te
zeggen, want van hetgeen achtergehou
den werd legde men natuurlijk' geena
boaken over. Het vólk' gevoelde, wat
omging, en vandaar de afkeer tegen
regenten.
Men had zich' in die eeuw voorgenomen,
zich buiten eiken oorlog le houden. Voor
zeker een loffelijk voornemen als men
liet kan volbrengen.
Ma'ar in 1747 bleek' het, dat men ook
legen zijn wil in oorlog kan kómen
Do Fransehen vielen in Staats'-Vlaaude-
ren (nu Zrouwsch-Vlaanderen!, en namen
de eene plaats na de and'ere. Nu kkPam
eerst goed aan dpn id'aig, hoe ffiep het wan-
bewind ons land had' idben zinken. Eén
middel kon dóór het v'olk! bepr|oef|dl wor
de
's Koningsi broeder hacf lieimt reeds
eenige mlalen op oneerlijkheid en ontrouw
betrapt en toen hiji eindelijk werf be
dreigd 'met ni'edcdeelingl v;an z'ijn Slechte
daden aan z'ijn Vorst toen kwaiml het
'hokche p(lnn in litem, op, den gevaarlijken
tegenstander u,it. den weg to ruimen.... en
het plan kwaii» tot de daad'...
Op Izekeren dla-g v-plg hij: 111 een veld dien
armen boer aan Zijn arbeid en daar
ginder, bij' een haag, lag des arbeiders
zak, waarin z'ijii spiijsi en dnank. In dien
drank wierp bij! ongemerkt en gezwind
een poeder, d'at onzen man straka in eenf
diepen slaap zóu doen geraken.
Zoodm de landm'an 111 z'ijn rusttijd van
z'ijn drank gedronken had, en onmiddellijk!
in verdoavingi viel, gjimg1 Carlo tot des
Vorsten 'broeder en hijl wist dezen ie be
wegen, hem naar hij zeide Voor Jifct
doen v|an eenige 'belangrijke |g!eheiimie mled'e-
deelingen naar het veld te vlolgien. Fm
daar viel liet olflfer V'aji zijn wraak.
De Moordenaar had Zijn plan goed voor
bereid. Haastig werd in het vergiqten Moed
een (doek gedoopt, waarmee de kleeren van
den armlen boer, dia nog steeda in diepen
slaap lag, werden 'besmeurd. Toen werden
doek en mes, waarmee de booze daad ge-
Jjjlegg'd was, in den ggond b'egfaven en
het laatste bedrijf! was'; de beurs en den
ring van tl en doode te gaan bergen in de
woning van den landman1
Het uur v'an de terechtstelling was
aangebroken. Dicht h'iji de plek, waai" de
gaLg| was opgericht, had de Vorst plaats
genolmlen, oimg;even door Zijh edelwaeht
hoofdman Carlo vlak naast rijn z'etel.
Plots klinkt een luid gemompel uit da
menigte, die saamlgasitroiomld was naair de
plaat» Van roiulwe ^whnt ziet! d'a;ar
komt de „nitoordenaar", geboeid, tuisótóhen
een tweetal g^reclhtsldienaarsi. D|oc!li. 't_ is nu
niet Meel- de doodelijk-verschrikte, fi,ug-
stig-smieekcnde: bet gtelaat is wel z'eer
bleek, maar van angst pif! vreest is gjeen
sppake. Integendeel: 't ist o'f een bllijde
glimlach zich vertoont op; 't aanschlijh
des geboeiden.
Het treilt den Vorst, weer kopit de
vraag in hem' opj: .zioiui waarlijk die mlain
schuldig wez'en
Daar staat dó Veroordeelde met opgehe
ven liooi'd vóór 's Vorsten zetel. Als deze
naar oud gebruik hem vraagjt, oC
hij' pog een laatste gjunst te (vei'zloeken
heeft, dan spfeekt hiji, luid en Hinlr, aoo-
d|at de omgeving; hem.1 goed Verstaat:
„Ik Sterf onschuldig, Heer! Als laatste
giunst vraag' ik' ,11, eein kort en laatst ge
bed ten Hemel t.e Mogen opizenden
een gebed, dat God genade schenke nan
Mijt en aan hen, die rn'ij belaagden
dat Hiji hun vargevle, tg/elijlc ik hun ver
geef uit heel mlijn harlj"
H,oa ontrowden deze woorden de «M-
standers, die ize hoorden! Ook de Vorst
die, een slnellen Iblik qp! Carlo wierp, en
zag, hoe dezfe alleen Van geen pntroeiing,
pnaar wel van drift de duidelijkste blijken
gaft
Nu gaf de koning last, den boer van
zijn boeien ie ontdoen, opidat hij' rijn ge
bed zo,11 storten.
Aandachtig keek' de Vorst toe, en
wat zag hij' da,ar - miet .velen van het
.publiek? Jlij zag, hoe de arlme kerel',
toen hij knielen ging), een klein, g'oudvleu-
geligj dierije, dat daar zat juist pp de
.plek, waar li'ij' 'de knie wilde buigen 1
voorzichtig opnam, en 'het een plaatsje
gaf, waar 't veilig) was.
„Kan die man een Moordenaar wezen?
pfinsde de Vorst opnieuw en het.
klonk heiml weer in de ooren, dat geluigje-
nisi van de mlannen, die gisteren zijn. Vrij -
spraak vroegen: „een die geen vliegje
kwaad zal doen. 1
Inmiddels wagi het diertje opgevlogen,
en.... dia,ar strijkt het neer ,op; Carlo's lin
kerhand fin de Vorst zag nu, hoe de
hobfdfman terstond, misschien spjelend, of
wellicht in zijn drift, met een der vingers
vian de andere hand het 'beestje tot 'bloed
en pulver drukte....
De iboer 'had zijn gebed geëindigd. De
dienaars naderden mót de boeien....
„Laat af!' klinkt het opleens luid' en
krachtig uit 's Vorsten mond.
Doodsehe stiltej, Wat ging er nu ge
beuren
Daar stond de Vorst, vol waardigheid
en ernst, en hij! sprak:
„Ik zag dien man, die .een weerljooS
diertje val I,cederheid spaarde voor een
wisSien dood. ;D'ie Ma® kan ïiiet de inlooir-
denaar mïj'ns broeders zijn! Die m'an is
ongetwijfeld valsch besWhuldigj!.!"
den om daarin voramdtering te brengen,
n.l. weer een stadhouder aan te stellen.
En zoo geschiedde. Het eerst kWaim',
evenals 111 11572, het volk te Veere op de
Leen. Daar werden 's naehtsl de regenten
opgeklapt en gedwongen, naar het stad
huis te komen en daar te besluiten,
dal zij to Middelburg zoiu|d'en aandrin
gen op de aanstelling van een stadhouder.
Nauwelijks wa-s dat in de and'ere^teden
vernomen, of de aandrang Van het volk
was onweerstaanbaar, en zoo Zag men
in den kortst mogielijik'en tijd d'e zes) ste
den, o, vi er al met eenparigheid van stem
men. besluiten, aan Willem' IVi het stad
houderschap op he dragen. Den 26 April
"werd, op voorstiel van Middelburg, d'at
besluit namiens Zeeland in de Staten ge
nomen. Enkele dagen daarop Volgden
Holland en die and'ere gewesten.
I11 vele plaatsen was het nemen van
dat nesluit niet Zonder tumulft gegaan.
In Zierik'Z'Pe hebben vele regenten zelfs
een «ogenblik' in ernstig leven,4;eva,ar
verkeerd. De landlieden in £uild'-Beve
lend, Tholen en vooral Schouwen waren
nog me,er gebeten op de regenten dier ste
den ,dan d'e s te|d'elingen.
Aan 'Willem IV 'was eene veel grioo
tere macht, gegeven, dan zijne vóorgan
gers bezeten hadden. Zoo kreeg hij; .ju
Goes het recht, burgemeesters, schepenen
en raden uit eene Voordracht te benoemen.
Hierdoor had Goes afstand! gejdlaam v|an
het recht n.l. van zijn eigen bestuur Ie
kiezen, zonder inmenging vaar hooger
„Maar, Heer)" -- riep Carlo haajstig
„gij' hebt todli de 'bówijzen? iWie an
ders zoui de moordenaar kunnen Zijn...?"
„Wie anders?" antwoordde de koning
weer op luiden toon. „Wie anders? Hoor,
wat ik verder zagl Ik zag een mnderen
man, die datzelfde argelooz'e diertje, toen
het op zijh hand vloog, met de anderó
hand verpletterde. Die andere man z'ijt
gij Zoudt gij wellicht do moordenaar'
zijn? Zie daar op uw hand die bloed
vlek. Zij teekent uw wreedheid. Teekient
zij! ook niet den Man, die voor bloedlv'er-
giplen niet terugdeinst?"
Zóó plotseling zloó g'eheei onver
wacht kwamen dezte woorden, dat Carlo
in een staat geraakte, die hem) wèl duide
lijk als den dader aanwees. Op 's Vorsten
streng bevel: „Beken uw schuld.!" Volgjde
nan ook dra in afgebroken woorden het
ganSc'he verkaal, den lezer reed» bekend'.
Nn smeekte Carlo om' genade het
mocht niet batenj Geen die hem! bijstond
geen die nu voor henn de vrijheid of
's Vorsten erb'armdng kwam! vragen, dan....
de arnió 'boer, die als onschuldig oflfer
ware gevallen, zoo niet de Heer Zijn
Almacht had getoond door middel Van een
Zijner nietigste selhepjselendat kleine,
teere, sehoone goudvieugelijre diertje...,
Toen h et vonnis a.an den hoofdman wan
voltrokken, k'waM iu rijn plaats in flunoti»
de brave boer, die ook in ,'sKjonings' dienst
Zio'h trouw en eerlijk toonde, en liefde en
achting bij' groot en klein verwierf.
En 't landvolk bleef het wondere ge
beuren gedenken. Het sprak van dat lieVe
•beestje, dior den Heer gezonden oM d»
onschuld tegen het kwaad te hescherm'en.
En liet gaf! het beestje den naaiml v:an
Lieve-Heerenbeestje, on wanneer het zich
vertoonde, sp|rak mien:
„Zie da,ar is des Heeren bode, ge
zonden ter bescherming van hetgeen dooar
den 'bcoze wordt belaagd. We zullen ons
wèl wachten, dat lieve .diertje eenig kwaad
te doen. Als 't Lieve-Heerenibeesitjo zlicfh
aan onze blikken vertoont, dan 'kömlt het
ons herinneren aan Gods Almacht en
Liefde, die alom en in deze eeuwigheid
Meet zijn geprezen)"
Vragen worden ingewacht bij de redactie.
Vraag: In den eersten Retrusbrief'
staat: „Hij, zijnde wel gedood naar het
vleesch, maar levend gemaakt- 11 aa.r den
geest.Het komt me voor, dat hier van
een geestelijke opislamdiiing sprake .is. fin
als dat zoo is, wordt dan niet dtoon het
gewicht van deze getuigenis elke andere
te niet gedaan IJan er dan nog wel spra
ke zijn Van een lichamelijke opstanding!
van Christus;?
A n t w.Uw Vra-ag is een duidelijke il
lustratie v'an de wijsheid onzer Moeder,
de Katholieke Kerk, waarmee ze wensciht,
dat hare kinderen den Bjjbel lezen, als
deze van verklarende aanteekenimgón
voorzien is. ^.nderq kan een jiiet ge
schoold lezer hr ongeveer van allesl uit
halen. De H. Petrus zegt zelf in zijn
tweeden brief III, 16, dal er, in da brieven
van iSint Paulus dingen voorkomen, Aio
moeilijk te verstaan zjjn en door ongeleer
de mensehen verkeerd worden uitgelegd',
tot hun eigen Verderf.''
Daarom is het zo,o rgaar: „iedere 'ketter
heeft zjjn letter". Met den B-ijbelrin do
hand las de een er uit, dat er geen Sacra
menten zijn, dat er geen eeuwige straf isl;
een ander, "dat Christus geen God is. Da
Moimonen, die de polygamie vborstaan,
lezen dait nota .bene in den Bijbel! Dus da
[Bijbel niet in de handen van ongeschool
den; niet de Bijbel alleen als geloofsbron,
maar de Bijbel plus de Ovterleroringl ,en
beide verklaard door het levende leergezag
der onfeilbare K-eyk. Anders gebeuren er
ongelukken. -Nu uw Schriftuurplaats.
Ged de Zoon nam bij, Ziijn goddelijke na
tuur n'agj een mpnscbelijke natuur aan
(catechismus 88), dus een mensehel-ijke
ziel en een nveuschelij'k lichaam (cateclh.
92). Die menschelijke ziel van Christus
was, -evenals bij.' ons, gebonden aan d.ai
menschelijke lichaam. B^jj Zijn dood' aan
het kruis- scheidde, evenals bijl onzen dood',
de. ziel van het lichaam. Maar de God
heid bleef èn met de Ziel èn met: het
Lichaam v'ereenigd (eatech. 113)-. Bij
Christus' dood stierf dus het' Lichaam,
maar de Ziel werd nu las van den
lichamelijiken band en deelde nu onmid
dellijk in de vólle on'belemerde glorie
der Godheid. En meer staat er in
hind. Gedeeltelijk hadden dp regenten
daarin toegestemd, o,m aan den aandrang
der burgerij te v'oldoen. Maan Voor hen
zeiven leverde het ook' dit voordeel op,
d it. net volk nu in hen de mannen moest
zien, die door d'en staldlhoudipr op die
plaats gesteld waren.
Op dezelfde wijjze als Vroeger werf'
■er nu telken jar.e eene vtaorflr.acht van
20 opgemaakt. Daarmee werd iemand
naar den stadhouder afgevaardigd, en
deze zond d'e namien der! dbor hem, ge
kozenen (Tan den baljuw. Als altijd kwam
het stadsbestuur met Sint Jan samen,
nu niet meer om' een burgemeester en
vier of' vijf schepenen te kiezen, maar
om van den baljuw te hooren, wie door
den stadhouder gekozen waren.
iemand met eene voordracht af' ,te
zenden naar Den Hapg of waar de stad
houder zich bevond, joeg d'e stad' natuur
lijk op kosten. Den 16 Januari 1751 werd
besloten, „dat alle onkosten die voort
aan gemaakt zullen worfen, oom fen momD
natie van Burgemeester, Schepenen of
Raad naar VHage le zenden omi dlaar
uit eein-e electie te bekanten, voorlaan
zullejn warden gedragen door d'ien heer
dio aangesteld wordt, except die ordinaire
der magistraat, die tem kóstte van de eltad
blijv en
Voor de wetsvermakitttg op 24 Juni
zou dus iemamd op kosten d'er stad! haar
dein stadhouder gaan. Maar wanneer tus-
sc'hantijds door sterven of' bedanken eene
plaats openviel, dan waren de kosten voor
don door u laomgiehaalden tekist niiet. D[US
vian de verrijizeniis is absoluut geen spra
ke. Petrus zc|gt dims, wiat op Goeden
Va'ijdag gelbeuirfe bij! Christus' dood!: Zijn
Lichaam stierf en werd levenloos van het
kruis afgenomen; wat Zijn geest, Zijn
Ziel aang/aat, deze deelde onmid|dleJlijk
in de vólle glorie der Godheid', omdjat Zo
1111 niet meer] aan een; sterfelijk lichaam)
gebonden was. Bijbellezen is dus goed,
maar met coMmentarén, anders wordt het
vóór ongeschoolde mensóhen gevaarlijk.
Goed is ,de z0ogeniaam.de Hollandisphe
Plrofïenbijbel, heel goed ia de editie B,ey-
art, te Bruigge aiitgegeven. Beide .uitgaven
zijn nog :al prijizig vóior bescheiden poirte-
monnaies. B,uitenlands|cho uitgaven, zijm
veel goedikboper, omda.t ze grooter afzet
gebied Ui ebben. Voor wie Franach) ver
staan, is buitengewoon goed' en goed
koop La Sainte Bible, par Crampon, door
eiken R.-K. Boekhandel te bekomen, in
linnen band f 4,80.
Vraag: Kjan men aan het kerkelijk
gebod, om op Zon- en geboden Feestda
gen Mis te hooren, voldoen in oen Kapel
bij perw. Zusters?
A n t w.Zeker, want Canon 1249. van
het Kerkelijk Wetboek zegt, dat men aan
dat gebod kan voldoen ten eerste in
openbare bedeplaatsen, waar de "toeglamg
vtaor iedereen openstaat; en ten tweede in
balf-openbare bedeplaatsen, waar de toe
gang niet voor iedereen openslaat, inge
richt ten behoeve van een of' ander Igenoot-
schap, geestelijik' of wereldlijk. [Tot die
hal'f-openbare bedeplaatsen behoo-ren de
Kapellen onzer eerw'. Broeders en Zus
ters. Men kan aan dat gebod' niet vol
doen in een particuliere kapel, bijlvl. in
een grafelijk kasteel. Daar v'oldoen al
leen d-e grafelijke familie en het petiso
neel.
GROOT GELIJK.
Ik houd niet van die mensehen, dia
achter iemands rug wat van ham' te
ezggen hebben, zei de zakkenroller, toen
de politie-agent „Houdt den dief!" reip.
DE ALPENTOURIST.
Boer: „Zoo, ben j,e .al twee dagen den
weg kwijt? Nou maar op het oogenblik
ben je w,eer waar ja wezen moet. Ho
tel „De gouden leeuw", waar je ge
logeerd w.a», staat daar achter die hoo
rnen m;aar het ia juist vannacht af
gebrand."
HET MEERVOUD.
Onderwijzer„W;at is het meervoud
v]an man?"
Henk: „Mannen!"
Ondier,wijiaerGoed, en nu het meer
vond vkn kind!"
„Tweeling", was het antwoord.
DINGEN DIE, GEBEUREN.
„Hoe oud ben je, beste jongen?"
„Ik weet 't niet. Mijn móeder vya3
z,es-en-t,wintig, toen ik geboren werf, en
nou is z,e vier-en-twintig."
DE EEUWIGE EVA.
Hiji: „En yat zei de vi-o-uw-elijke dok
ter
Zij„D;at ik er zieier bleek uit zagl en
uiterst vloorizichtig moest zijn in heit kie
zen V|an kleuren voor mytn nieiuwe cós-
tunMs."
GALGENHUMOR.
Zakkenroller, die door agent vergeefs
gefouilleerd is': „M;a,ax dat ia Verschrik
kelijk, agent-, 'dan zijn ze u. jrióór ge
weest!"
BIJ PASGETROUWDEN.
„Jg, uw -cadeautje staat daar op d'en
s'choorsteenim]antel, maar ,om u de waar
heid te zeggen, wij gebruiken het niet
veel, Want de eieren worden toch altijd!
te hard-"
„Eieren? 'M[a,ar ^t is 'n antiek vuur-
glais!"
AAN 'T STRAND.
„U heeft d!a,ar een flmke hond, die
zoo goed op uw kleeren past." 1
„Een flinke hond is 't, en op- de kleeren'
past hij goed. Maar 't is Mijn Ijond niet.
Ik probeer al 'n half uur tevergeefs oM
bij mijn Jdoeren te komen,"
demgene, dje benoemd' werf. Nu,-d(at kon
er wel op overschieten.
De vp.rw,ac'hting, dat het aanstellen van
een stadhouder dó verkeerdhed(en in het
bestmir zou wegnemen, is niet verwe
zenlijkt. De burgerij w,as van allen in
vloed uitgesloten. Die eenigen ,die be
voegd waren om veranderingen aan te
brengen, de regenten, vónden den toestan)!
nog zoo biecht niet. Zij! vloenen er wol
bij. Het gevólg was, dat het volk' zich nu
tegen den staidhoujdler kcerlde. En zoo zag
mem onder stadhouder Willem V Ae oiud|a
partijschappen v'an staatsgezinden -en
prinsgezind'en, nn onder den naam! van
patriotten en oranjeklanten, met nieuwe
woede herleven. Die patriotten namen
daarbij, het ongelukkige besluit, steun
te zo-eken bij de republikeinen in Frank
rijk, waar kóming Lodewijk XVffi eerst
van zijne macht beroofd, daarna afgezet,
-en ten slotte onthoofd was. Die republi
keinen prezen allerwegen hunne vrijheid,
gelrkh-eid en b r oed rs cl{:a.paan, nog
erger dam c,en j,ood op d'e mark't zijnie
koopwaar. Die republikeinen zijn geiko-
m -"li 01/1 ons' te „helpen".
Fe,n toen de Frans'chcn in, 1795 ons
land binnendrongen, 'moest Willem, V.
dc wijk nemen en v'iel de bes'tuunsvóipm
der Republiek Van zelf in elkaar.
De f'almilieregeering had een roemloos
•"iinde genomen.
Bureaux van Re
Telefoon Interlc
Bijkantoor MID
L. DE KOK.
SROOTEWAARDE
WAK PUBLICITEIT
Wiegetas _giriOO»i>ein
temties moesten enk
ken tot ,een vrfgei
legd warden.
DUITS'
Dc rijk
Naai" Wolff uit
Rijkskanselier Müli
den -aan ontsteking
doctoren zijn gist'
operatie ovferigeigaia
veriaopen.
De toestand va)
al zeer ernstig te
OOST
.Een
Donderdag tegóu
non geruchten de^
moordaanslag op 1
Miklas.
Spoedig bleek e
mfolükte poging; is,
Voor liet gebouv
waar zoowel bond
do bondskanselier,
bureaux hebben,
rfju revolver trok
dr. Stroruwitz hei
zich in z'ijn. auto te
Gelukkig ketste
dienstdoeude ibewal
don Man toe, die
het ohofd wierp)
De Man werd gea
de politie verklaar/
gezel te z'ijn, die di
bondsinspedeur de
xigen toestand wild
De man Maakt d<
zijn.
Indien de aansla
dr. Miklas, die m»j]
aanwezig is, g/elukl
witz het siadhtoffi
FRAr
Het ratificatie
De IvaMer lieefl
ring vian Zaterdag
tegen 292 stemmen
ficatie- van de An
ovóreenkomst goedj
Hat ontwenp be
overeenkómlst meit
gens bij handüpsteJ
Ch
Het
De opperibeivelhe
tiecbe troepen maa
heeft een manifest
troepen, waayto tij
staan tegen, het
China's souvereine
Het manifest v'ei
fing- jier ongelijke
wezenlijjking der n
heid de belangTijiks
heit Chineescli revt
da.t elk officier en
tionalistisc'he leger.
zjjn lev£n te gevei]
king hiexyain.
De aanmatigende
tegenover onze r.ej
tem, aldus het Mar
oog worden verlo
anders hopen, dat
dragen zullen wor,
onze eigen plaats i
zullen herwinnen.
De regeering is
laten vernederen,
perialisiisehe bedoe
niet naar een oorJi
rechten moeten wij
Vereenigen wij,
Roman van K
(Nadru!
Toch praatte E
tal van dingen,
Staan met 't gel
duidelijk, de dpmi
printen uitkomen,
dien hij in andere
hebben willen vól
zichzelf uitermate
der resultaat; wa
gericht op het
uitdrukking was
was er gesproken
Toen Bruce ein<
ken, gaf de klein
mannen met de g
wacht te houden,
gen slapen in h
Gedurende een p
wachters op, terw:
'hield met het bi
om te vluchten. I
bedacht, steeds e
Goes'..