ZATERDAG 20 JULI 1029 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT ONTSPANNINGSLECTUUR Apologetische Vragenbus GEKKE GESPREKKEN Be BÜltE felTTl Fort-I natuurlijk in een kast, met z.gl vliegen- gaas en waar het een beMje „trekt", waar du» een luchtstroom1 is. la het bestemd oni| gekookt te worden, dan is1 het "ver standig om het even gedeeltelijk te ko ken ,ten einde de kiemen van bedierf te dooden. Ook houdt mien vleesehj i'i;i>sclb, dóór het al te borstelen met 'een zwakko oplossing 'van azijn in water en er daar na «n paar stukjes uit over 'le strooien. .Vóór het koken de ui dan v exwijderen en het vloesch goed' afwassclhen, opdat er geen azijnsmaak aan blijft hangen. En de melk? Daarvoor zijn vele mid deltjes. iEén daarvan is de melk' dladle- lijk koken en op zeer heete, broeierige da gen ov'.erdjag nog een paar keer 'koken. Ook houdt men melk' langen goed. wan neer ze in een ruime ondiepe koon! be-' waard wordt, dan ia «n nauwe melk kan Een andere manier is' jveer, de melkkan in ieen kom water te zetten, en over Vlo kan een nebeldoeksohe lap, dubbel opgevouwen te leggan, zóó, dat de uitein den in het water hangen en z'óó vocht op zuigen. Al» m,en dan nog de heele zaak op een koele plaats in den tocht zet, heelt mien de meeste kans do melk goed1 te houden. Al' en to'e het water bijvullen, daar net z,eer spoedig verdaimlpt. Fles- K'fien m,elk zet men wel in koud water, uit de kraan getapt. M aa.r Jin veel ver- si,andiger methode iis, ze in zaagsel te be graven, dat, houdt ze veel beter koel. Een voornaam ding is ook, dat mpn wijde, goed en gemakkelijk te reinigen melkkan nen gebruikt, en de kannen ook heel goed schoonhoudt. 'Want e,en van de meest voorkomende oorzaken van liet zuur wor den aan -melk is het niet voIdoen|dó schoonmaken van de kan. Een mooie legende. 't Is een 'heel oud boek', dat ik' ze vond die imwiie legende dat eenvoudige en vrome verhaal va.n (het Dieve HeerenJ 'beestje: 'warimmi dat schoone diertje d'ioa sólfvonen naam verwierf', en boe 'hpt kt|mlt, 'dhl, de Jnensöhen dat teere scheg- ■steltje Gods geen leed doen. 't, Wa-s in den tijd, toen de vorsten ol hoeren nog naar willekeur beschikten over 'het leven va,n hun onderdanen dl' onder- hporigen. Nu, geschiedde het eens in zeker land, dat op) zekeren dag des vórsten broeder werd gevonden in een open veld' ver móórd.... Groot was' de droefheid van den vorst bij' het vernemien v'an de wreede tijding, die hem) (hot Verlies 'melddte van een bemin den bloedverwant, die helmi tevens een •trouw raadsman was bij! liet besturen van zij|n rijk op, krachtige en redvtvaardigje, .wijze. Onverwijld gelastte hij 'zijn dienaren den moordenaar te zoeken en vóór jieml te brengen, opdat deze een welverdiende strati Vow zijn snoode daad zóu ontvangen. lEin zie reeds1 den volgenden dagj^ver- Sdheen de aanvoerder Van 'sKonings lijf wacht vóór ji'ijh heer, met de m'ededeeling, dat hij'ld en'moordenaar a.l 'had gevonden, en dat hij' dezen, Zo,o het den .Vorst be haagde, onmiddellijk hierhjeeu zón laten vloeren. „J aJ men leidde heta' terstond' vóór (ui'iji' spjrak de Vorst, „opdat ieder van mijn on derdanen wete en zie, hoe in Mijn land geen 'meelij' o'il erbarmingl kan gelden voor den pjeger van zulk een misdaad." Snel 'gaifl Carlio dat was de naam' van '«Kcmingsi eersten dienaar een teeken aan twee mannen van zijn lij'i'wapht, en weldra 'keerden dezen terug, m'et zich voe rend een .armen iboer, die nauw vóór den vorst geleid' pip de knieën zonk, en t.meekcrid uitriep„Heer genade.! ertoar- mingj ik hen onschuldig pan de vreesellijke daad, waarvan men mij' /beticht.!" Zeer verbaasd keek de [Vorst ditschauiw- spel aan. Hoef zou, die m'au, wiens' heele wezen kalmte, eenvoud en onschuld lee- kende, toit een imiaord' in Staat Zijn ge weest Doó'h Carlo zoui gewis niet ooiiberaden t« werk z'ij'n gegaan 'hem' werd du,s ge last te .bewijzen, <lat. hier inderdaad de moordenaar z'ij'ns broeders' vóór hem' op de k nieën lag. 1 ,,'t Bewijzen valt niet Moeilijk, Heer!" sprak Oaria. „Zie slechts die vlekken op ja» en broek van den onverlaat: 't zijn vlekken bloed». I'kf heb' den sehiuik1 zóó spoedig weten te achterhalen, dat hjjjl g[een Het bestuur van Goes tijdens de Republiek der Vereenigde Nederlanden (1581-1795). Hoe de verkiezingen va.11 de Magistraat plaats hadden. (Slot.) ,W;at te Goes gebeurd was, n.l. dal, d'e stadsbesturen hunne m'acht voortdurend' venrgootten, zag men door geheel Neder land. De macht der regenten wSs aange groeid, maar het vaderland' voer ar niet beier bij. De belastingen waren hoog. Nagenoeg alles was belast, zelfe de nood zakelijkste levensmiddelen, zooals brood'. En toch was overal de schatkist ledig, zoowel in de provinciën als ter generali teit. Wie geld moest hebben, moest dik wijls jaren wachten. Er werd! over ge klaagd, dat men bjj' aanbestedingen geen inschrijvers kon krijgen dan onder voor waarde, dat een gedeelte .(fan penningen •zou betaald worden bijl het begin v'an het werk. D'at had men dan toch. Wianneer de rest zou komen, moest men afwachten. Dat daarmede rekening igehoud'en wer|d' bij de inschrij)ving, gevoelt iedereen. Waar bleef dan dat geldl? Niet vóór het leger en de vloot werf het uitgegeven. Beid'o werden schandelijk verwaarloosd'. Oijize vloot, waar.Oi plons vaderland in d'e 17d'e eeuw zoo fier had' kunnen zijn, beteekende niets meer. Maar waar bleef dan het geld Dat was, juist do r.cd'en, waarom' het volk zoo afkeerig werd van de regenten. .Vooreerst naim'en de bèstuurspersonen da lij'd had ze te verwijderen. Bovendien word door mijn vlug en taktvol handelen voorkómen, dat deze bewij'z'en werden weggevoerd, die ik in zijn woning yónd', eu die u, Heer! wel volkomen van de schvld van dezen man Zuilen overtuigen. Ik vond ze weggeborgen in een g'eheilMe ade van een kast, die in zijn huiskamer staat." Dit zeggende, toonde Carlo, den koning een beurs ein een ring, welke deze terstond herkende alk behoorendo aan kjpl arme slachtoffer. HelaasJ peinsde de vorst, terwijl liïj' weer olp den armen Iboer blikte, die. da,ar nog steeds op de knieën lag zoo heeft dan de hebzucht zich( in een onbewaakt ogenblik van dien m'an mieester gtevnlaakt en beirv Vlaai een eenviomdigen, braven kerel tot z'ulk een snoodaard verlaagd I Want dil bewijzen Waa-en te duidelijk, om' aan gijn opnieuw herhaalde betuigingen van Zijn onschuld te kunnen galooven... En do vorst siprafc nn z'ij'n Vonnis uit. Reeds den volgenden mórgen zóu de boos wicht sterven. Op dezelfde pielt, waar (men 'het lijk van! den vermóórde had ge vonden, zou bijl tot (afschrikwekkend voor beeld voor iedereen naar de g,a.lgl iworden (gevloerd, die daar terstond imoeslt worden opgericht. Ein op dien dood kon hij' zidhj voorbereiden in den kerker, waarheen hij' nu onmiddellijk verwezen werd. Een blijde glans vertoonde 'zich bij deze uitspraak op het gelaat van Carlo. Dn vorst, dit ziende, wasi ten tweeden plaid verbaasd. Vanwaar die vreugde bij' z'ijn eersten dienaar vreugde wegens, bet |V«B jiemen van een Schrikkelijk] vonnis; dat hier mioest worden geveld P Van een Vonj nis, dat toch een toedeniens'C'h een gruiw- z'am'en dood bracht Nochtans sprak de koning Jgeen woord meer. Hij gaf! het teeken tot het ii.itvloP.ren van zijn bevelen, doell besloot, den Loop: der zaken Zorgvol to bespieden.... Het wreede nieuws' ging] Weldra dioior do ganSche streek. Ein de bewoners Zeiden tot elkaar „Boe? die anmó boel" gevangen en ver* oordeeld I)ie brave m|an, ons allen be kend als een toonbeeld Van deuigd, recht vaardigheid en vrede Die een-voudigp, stille zwoeger tevreden (mót z'ij'n arme lijk 'jjeslaan, die Man „die geen vliegje kwaad z'al doen": h'iji Zloiu een niódeMenBWh van het lev'en hebben 'beroofd, en op zoó wreede w'ijlze? Neenl hier 'z'u.dht een pm- §ehulilige in den kerker en (mórgen I o! dat mag niet zijn.!" En z'óó zeker wist Men den tlrtn'en kerel van* eenige wandaad' Vrij', da.t eeni- gen het waagden, den Vorst uitstel te gaan timeeken van het Vonnis, opdat inten den werkelijke» moordenaar klon opsporen - en zeker zóut vinden, wijl de reclht-i vaardige God niet, zoui toelaten, dat r.en onschuldig slachtoillfer lijst leven Voor een booswicht liet.... 'I Was verg'eefbóli.... wijl Carlo da,au was, toen mien: de bede oto' |uitstel tot den koning richtte, en hijl za.g], dat z'ijn h|eer geneigd was' tot medelijden en verliworing, „Heer!" riepl hijl z'ijn móester toe „men wil dat uitstel! slechts verw'erv'en, om als» het lijk van «iwl broeder aan de aarde is toevertrouwd) 11, het groot ver lies en liet, aó'hrikkelïjkl 'feit te doen ver» gelen, on mW edel gjeaped le IbqWrtgbn tot vergeving en genade. Men kent uw goed heid. Maar bedenk wel, o Heer! d'at dan de 'misdaad vrijr speli krijgt in uw rijk En deze laatste woorden d'eden den Vorst opschrikken I „Neen, neendat zal niet z'ij'n I dat' mag niet z'ij'n Zoolang ik leef: zullen recht en orde in milij'n rijk heers'ehen en elk vergrijp daartegen Zal. z'ij'n gerechte straf erlangen.! „Gaat heen!" Zooi klonk liet n» tot de (anderen „gaat heen! Geen uitstel geef ik de bewij'zen v'an de misdaad van dien huichelaar zijn klaar. Mijn yton- nia blijft gestand. Wij zullen morgen too- lien, hoe in mlij'11 land de misdaad wordt gestraft.1 r Men ging. En toen de Vorst daar weer alleen iwjaS gezeten, kwaim' voor de derde maal de verbazing, wat, toch Z'ijn dienaar bewoog, het vonnis zoo gie'Zwiud te willen doen voltrekken en mèt de verbazing kwalml thans! ook twijfel in pijn geef: ik de bewijzen» Van de misdaad hart Ja! Wél had Carter ha,apt, dat de zaak spóedig bereght werd en daarmede in het vergeetboek geraakte. H'iji was de móior- denaar! vrijheid, om zich zelf en anderen, d'ie zij wilden hevoorfeelen, van d'e meeste be lastingen vrij' le stellen. Daairdoor, vie len er juist de rijlksten buiten. N11; denke men eens aan eene plaata als Goes, tóen hall' zoo bevolkt als tegenwoordig. Wiat ging er niet verloren, door in eene be trekkelijk kleine plaats de 21 raden, d'. i. 21 der aanizi.onlij,lósten, virïjl te stellen. On gerekend nog de vele anderen, Bfe ^Zelf de voordooien genoten. Maar dat was jfog het ergste niet. Veel leelijk'er was heli, dat lang niet al het opgebrachte geld in de schatkist li wam. Er word zelfs beweerd, dat slechts een vierde der belaslingpenningem d'e plaats zijner 'bestemming bereikte. A1 het andere bleef aan do vingers- liangejn Hoeveel dat was, is niet met juistheid te zeggen, want van hetgeen achtergehou den werd legde men natuurlijk' geena boaken over. Het vólk' gevoelde, wat omging, en vandaar de afkeer tegen regenten. Men had zich' in die eeuw voorgenomen, zich buiten eiken oorlog le houden. Voor zeker een loffelijk voornemen als men liet kan volbrengen. Ma'ar in 1747 bleek' het, dat men ook legen zijn wil in oorlog kan kómen Do Fransehen vielen in Staats'-Vlaaude- ren (nu Zrouwsch-Vlaanderen!, en namen de eene plaats na de and'ere. Nu kkPam eerst goed aan dpn id'aig, hoe ffiep het wan- bewind ons land had' idben zinken. Eén middel kon dóór het v'olk! bepr|oef|dl wor de 's Koningsi broeder hacf lieimt reeds eenige mlalen op oneerlijkheid en ontrouw betrapt en toen hiji eindelijk werf be dreigd 'met ni'edcdeelingl v;an z'ijn Slechte daden aan z'ijn Vorst toen kwaiml het 'hokche p(lnn in litem, op, den gevaarlijken tegenstander u,it. den weg to ruimen.... en het plan kwaii» tot de daad'... Op Izekeren dla-g v-plg hij: 111 een veld dien armen boer aan Zijn arbeid en daar ginder, bij' een haag, lag des arbeiders zak, waarin z'ijii spiijsi en dnank. In dien drank wierp bij! ongemerkt en gezwind een poeder, d'at onzen man straka in eenf diepen slaap zóu doen geraken. Zoodm de landm'an 111 z'ijn rusttijd van z'ijn drank gedronken had, en onmiddellijk! in verdoavingi viel, gjimg1 Carlo tot des Vorsten 'broeder en hijl wist dezen ie be wegen, hem naar hij zeide Voor Jifct doen v|an eenige 'belangrijke |g!eheiimie mled'e- deelingen naar het veld te vlolgien. Fm daar viel liet olflfer V'aji zijn wraak. De Moordenaar had Zijn plan goed voor bereid. Haastig werd in het vergiqten Moed een (doek gedoopt, waarmee de kleeren van den armlen boer, dia nog steeda in diepen slaap lag, werden 'besmeurd. Toen werden doek en mes, waarmee de booze daad ge- Jjjlegg'd was, in den ggond b'egfaven en het laatste bedrijf! was'; de beurs en den ring van tl en doode te gaan bergen in de woning van den landman1 Het uur v'an de terechtstelling was aangebroken. Dicht h'iji de plek, waai" de gaLg| was opgericht, had de Vorst plaats genolmlen, oimg;even door Zijh edelwaeht hoofdman Carlo vlak naast rijn z'etel. Plots klinkt een luid gemompel uit da menigte, die saamlgasitroiomld was naair de plaat» Van roiulwe ^whnt ziet! d'a;ar komt de „nitoordenaar", geboeid, tuisótóhen een tweetal g^reclhtsldienaarsi. D|oc!li. 't_ is nu niet Meel- de doodelijk-verschrikte, fi,ug- stig-smieekcnde: bet gtelaat is wel z'eer bleek, maar van angst pif! vreest is gjeen sppake. Integendeel: 't ist o'f een bllijde glimlach zich vertoont op; 't aanschlijh des geboeiden. Het treilt den Vorst, weer kopit de vraag in hem' opj: .zioiui waarlijk die mlain schuldig wez'en Daar staat dó Veroordeelde met opgehe ven liooi'd vóór 's Vorsten zetel. Als deze naar oud gebruik hem vraagjt, oC hij' pog een laatste gjunst te (vei'zloeken heeft, dan spfeekt hiji, luid en Hinlr, aoo- d|at de omgeving; hem.1 goed Verstaat: „Ik Sterf onschuldig, Heer! Als laatste giunst vraag' ik' ,11, eein kort en laatst ge bed ten Hemel t.e Mogen opizenden een gebed, dat God genade schenke nan Mijt en aan hen, die rn'ij belaagden dat Hiji hun vargevle, tg/elijlc ik hun ver geef uit heel mlijn harlj" H,oa ontrowden deze woorden de «M- standers, die ize hoorden! Ook de Vorst die, een slnellen Iblik qp! Carlo wierp, en zag, hoe dezfe alleen Van geen pntroeiing, pnaar wel van drift de duidelijkste blijken gaft Nu gaf de koning last, den boer van zijn boeien ie ontdoen, opidat hij' rijn ge bed zo,11 storten. Aandachtig keek' de Vorst toe, en wat zag hij' da,ar - miet .velen van het .publiek? Jlij zag, hoe de arlme kerel', toen hij knielen ging), een klein, g'oudvleu- geligj dierije, dat daar zat juist pp de .plek, waar li'ij' 'de knie wilde buigen 1 voorzichtig opnam, en 'het een plaatsje gaf, waar 't veilig) was. „Kan die man een Moordenaar wezen? pfinsde de Vorst opnieuw en het. klonk heiml weer in de ooren, dat geluigje- nisi van de mlannen, die gisteren zijn. Vrij - spraak vroegen: „een die geen vliegje kwaad zal doen. 1 Inmiddels wagi het diertje opgevlogen, en.... dia,ar strijkt het neer ,op; Carlo's lin kerhand fin de Vorst zag nu, hoe de hobfdfman terstond, misschien spjelend, of wellicht in zijn drift, met een der vingers vian de andere hand het 'beestje tot 'bloed en pulver drukte.... De iboer 'had zijn gebed geëindigd. De dienaars naderden mót de boeien.... „Laat af!' klinkt het opleens luid' en krachtig uit 's Vorsten mond. Doodsehe stiltej, Wat ging er nu ge beuren Daar stond de Vorst, vol waardigheid en ernst, en hij! sprak: „Ik zag dien man, die .een weerljooS diertje val I,cederheid spaarde voor een wisSien dood. ;D'ie Ma® kan ïiiet de inlooir- denaar mïj'ns broeders zijn! Die m'an is ongetwijfeld valsch besWhuldigj!.!" den om daarin voramdtering te brengen, n.l. weer een stadhouder aan te stellen. En zoo geschiedde. Het eerst kWaim', evenals 111 11572, het volk te Veere op de Leen. Daar werden 's naehtsl de regenten opgeklapt en gedwongen, naar het stad huis te komen en daar te besluiten, dal zij to Middelburg zoiu|d'en aandrin gen op de aanstelling van een stadhouder. Nauwelijks wa-s dat in de and'ere^teden vernomen, of de aandrang Van het volk was onweerstaanbaar, en zoo Zag men in den kortst mogielijik'en tijd d'e zes) ste den, o, vi er al met eenparigheid van stem men. besluiten, aan Willem' IVi het stad houderschap op he dragen. Den 26 April "werd, op voorstiel van Middelburg, d'at besluit namiens Zeeland in de Staten ge nomen. Enkele dagen daarop Volgden Holland en die and'ere gewesten. I11 vele plaatsen was het nemen van dat nesluit niet Zonder tumulft gegaan. In Zierik'Z'Pe hebben vele regenten zelfs een «ogenblik' in ernstig leven,4;eva,ar verkeerd. De landlieden in £uild'-Beve lend, Tholen en vooral Schouwen waren nog me,er gebeten op de regenten dier ste den ,dan d'e s te|d'elingen. Aan 'Willem IV 'was eene veel grioo tere macht, gegeven, dan zijne vóorgan gers bezeten hadden. Zoo kreeg hij; .ju Goes het recht, burgemeesters, schepenen en raden uit eene Voordracht te benoemen. Hierdoor had Goes afstand! gejdlaam v|an het recht n.l. van zijn eigen bestuur Ie kiezen, zonder inmenging vaar hooger „Maar, Heer)" -- riep Carlo haajstig „gij' hebt todli de 'bówijzen? iWie an ders zoui de moordenaar kunnen Zijn...?" „Wie anders?" antwoordde de koning weer op luiden toon. „Wie anders? Hoor, wat ik verder zagl Ik zag een mnderen man, die datzelfde argelooz'e diertje, toen het op zijh hand vloog, met de anderó hand verpletterde. Die andere man z'ijt gij Zoudt gij wellicht do moordenaar' zijn? Zie daar op uw hand die bloed vlek. Zij teekent uw wreedheid. Teekient zij! ook niet den Man, die voor bloedlv'er- giplen niet terugdeinst?" Zóó plotseling zloó g'eheei onver wacht kwamen dezte woorden, dat Carlo in een staat geraakte, die hem) wèl duide lijk als den dader aanwees. Op 's Vorsten streng bevel: „Beken uw schuld.!" Volgjde nan ook dra in afgebroken woorden het ganSc'he verkaal, den lezer reed» bekend'. Nn smeekte Carlo om' genade het mocht niet batenj Geen die hem! bijstond geen die nu voor henn de vrijheid of 's Vorsten erb'armdng kwam! vragen, dan.... de arnió 'boer, die als onschuldig oflfer ware gevallen, zoo niet de Heer Zijn Almacht had getoond door middel Van een Zijner nietigste selhepjselendat kleine, teere, sehoone goudvieugelijre diertje..., Toen h et vonnis a.an den hoofdman wan voltrokken, k'waM iu rijn plaats in flunoti» de brave boer, die ook in ,'sKjonings' dienst Zio'h trouw en eerlijk toonde, en liefde en achting bij' groot en klein verwierf. En 't landvolk bleef het wondere ge beuren gedenken. Het sprak van dat lieVe •beestje, dior den Heer gezonden oM d» onschuld tegen het kwaad te hescherm'en. En liet gaf! het beestje den naaiml v:an Lieve-Heerenbeestje, on wanneer het zich vertoonde, sp|rak mien: „Zie da,ar is des Heeren bode, ge zonden ter bescherming van hetgeen dooar den 'bcoze wordt belaagd. We zullen ons wèl wachten, dat lieve .diertje eenig kwaad te doen. Als 't Lieve-Heerenibeesitjo zlicfh aan onze blikken vertoont, dan 'kömlt het ons herinneren aan Gods Almacht en Liefde, die alom en in deze eeuwigheid Meet zijn geprezen)" Vragen worden ingewacht bij de redactie. Vraag: In den eersten Retrusbrief' staat: „Hij, zijnde wel gedood naar het vleesch, maar levend gemaakt- 11 aa.r den geest.Het komt me voor, dat hier van een geestelijke opislamdiiing sprake .is. fin als dat zoo is, wordt dan niet dtoon het gewicht van deze getuigenis elke andere te niet gedaan IJan er dan nog wel spra ke zijn Van een lichamelijke opstanding! van Christus;? A n t w.Uw Vra-ag is een duidelijke il lustratie v'an de wijsheid onzer Moeder, de Katholieke Kerk, waarmee ze wensciht, dat hare kinderen den Bjjbel lezen, als deze van verklarende aanteekenimgón voorzien is. ^.nderq kan een jiiet ge schoold lezer hr ongeveer van allesl uit halen. De H. Petrus zegt zelf in zijn tweeden brief III, 16, dal er, in da brieven van iSint Paulus dingen voorkomen, Aio moeilijk te verstaan zjjn en door ongeleer de mensehen verkeerd worden uitgelegd', tot hun eigen Verderf.'' Daarom is het zo,o rgaar: „iedere 'ketter heeft zjjn letter". Met den B-ijbelrin do hand las de een er uit, dat er geen Sacra menten zijn, dat er geen eeuwige straf isl; een ander, "dat Christus geen God is. Da Moimonen, die de polygamie vborstaan, lezen dait nota .bene in den Bijbel! Dus da [Bijbel niet in de handen van ongeschool den; niet de Bijbel alleen als geloofsbron, maar de Bijbel plus de Ovterleroringl ,en beide verklaard door het levende leergezag der onfeilbare K-eyk. Anders gebeuren er ongelukken. -Nu uw Schriftuurplaats. Ged de Zoon nam bij, Ziijn goddelijke na tuur n'agj een mpnscbelijke natuur aan (catechismus 88), dus een mensehel-ijke ziel en een nveuschelij'k lichaam (cateclh. 92). Die menschelijke ziel van Christus was, -evenals bij.' ons, gebonden aan d.ai menschelijke lichaam. B^jj Zijn dood' aan het kruis- scheidde, evenals bijl onzen dood', de. ziel van het lichaam. Maar de God heid bleef èn met de Ziel èn met: het Lichaam v'ereenigd (eatech. 113)-. Bij Christus' dood stierf dus het' Lichaam, maar de Ziel werd nu las van den lichamelijiken band en deelde nu onmid dellijk in de vólle on'belemerde glorie der Godheid. En meer staat er in hind. Gedeeltelijk hadden dp regenten daarin toegestemd, o,m aan den aandrang der burgerij te v'oldoen. Maan Voor hen zeiven leverde het ook' dit voordeel op, d it. net volk nu in hen de mannen moest zien, die door d'en staldlhoudipr op die plaats gesteld waren. Op dezelfde wijjze als Vroeger werf' ■er nu telken jar.e eene vtaorflr.acht van 20 opgemaakt. Daarmee werd iemand naar den stadhouder afgevaardigd, en deze zond d'e namien der! dbor hem, ge kozenen (Tan den baljuw. Als altijd kwam het stadsbestuur met Sint Jan samen, nu niet meer om' een burgemeester en vier of' vijf schepenen te kiezen, maar om van den baljuw te hooren, wie door den stadhouder gekozen waren. iemand met eene voordracht af' ,te zenden naar Den Hapg of waar de stad houder zich bevond, joeg d'e stad' natuur lijk op kosten. Den 16 Januari 1751 werd besloten, „dat alle onkosten die voort aan gemaakt zullen worfen, oom fen momD natie van Burgemeester, Schepenen of Raad naar VHage le zenden omi dlaar uit eein-e electie te bekanten, voorlaan zullejn warden gedragen door d'ien heer dio aangesteld wordt, except die ordinaire der magistraat, die tem kóstte van de eltad blijv en Voor de wetsvermakitttg op 24 Juni zou dus iemamd op kosten d'er stad! haar dein stadhouder gaan. Maar wanneer tus- sc'hantijds door sterven of' bedanken eene plaats openviel, dan waren de kosten voor don door u laomgiehaalden tekist niiet. D[US vian de verrijizeniis is absoluut geen spra ke. Petrus zc|gt dims, wiat op Goeden Va'ijdag gelbeuirfe bij! Christus' dood!: Zijn Lichaam stierf en werd levenloos van het kruis afgenomen; wat Zijn geest, Zijn Ziel aang/aat, deze deelde onmid|dleJlijk in de vólle glorie der Godheid', omdjat Zo 1111 niet meer] aan een; sterfelijk lichaam) gebonden was. Bijbellezen is dus goed, maar met coMmentarén, anders wordt het vóór ongeschoolde mensóhen gevaarlijk. Goed is ,de z0ogeniaam.de Hollandisphe Plrofïenbijbel, heel goed ia de editie B,ey- art, te Bruigge aiitgegeven. Beide .uitgaven zijn nog :al prijizig vóior bescheiden poirte- monnaies. B,uitenlands|cho uitgaven, zijm veel goedikboper, omda.t ze grooter afzet gebied Ui ebben. Voor wie Franach) ver staan, is buitengewoon goed' en goed koop La Sainte Bible, par Crampon, door eiken R.-K. Boekhandel te bekomen, in linnen band f 4,80. Vraag: Kjan men aan het kerkelijk gebod, om op Zon- en geboden Feestda gen Mis te hooren, voldoen in oen Kapel bij perw. Zusters? A n t w.Zeker, want Canon 1249. van het Kerkelijk Wetboek zegt, dat men aan dat gebod kan voldoen ten eerste in openbare bedeplaatsen, waar de "toeglamg vtaor iedereen openstaat; en ten tweede in balf-openbare bedeplaatsen, waar de toe gang niet voor iedereen openslaat, inge richt ten behoeve van een of' ander Igenoot- schap, geestelijik' of wereldlijk. [Tot die hal'f-openbare bedeplaatsen behoo-ren de Kapellen onzer eerw'. Broeders en Zus ters. Men kan aan dat gebod' niet vol doen in een particuliere kapel, bijlvl. in een grafelijk kasteel. Daar v'oldoen al leen d-e grafelijke familie en het petiso neel. GROOT GELIJK. Ik houd niet van die mensehen, dia achter iemands rug wat van ham' te ezggen hebben, zei de zakkenroller, toen de politie-agent „Houdt den dief!" reip. DE ALPENTOURIST. Boer: „Zoo, ben j,e .al twee dagen den weg kwijt? Nou maar op het oogenblik ben je w,eer waar ja wezen moet. Ho tel „De gouden leeuw", waar je ge logeerd w.a», staat daar achter die hoo rnen m;aar het ia juist vannacht af gebrand." HET MEERVOUD. Onderwijzer„W;at is het meervoud v]an man?" Henk: „Mannen!" Ondier,wijiaerGoed, en nu het meer vond vkn kind!" „Tweeling", was het antwoord. DINGEN DIE, GEBEUREN. „Hoe oud ben je, beste jongen?" „Ik weet 't niet. Mijn móeder vya3 z,es-en-t,wintig, toen ik geboren werf, en nou is z,e vier-en-twintig." DE EEUWIGE EVA. Hiji: „En yat zei de vi-o-uw-elijke dok ter Zij„D;at ik er zieier bleek uit zagl en uiterst vloorizichtig moest zijn in heit kie zen V|an kleuren voor mytn nieiuwe cós- tunMs." GALGENHUMOR. Zakkenroller, die door agent vergeefs gefouilleerd is': „M;a,ax dat ia Verschrik kelijk, agent-, 'dan zijn ze u. jrióór ge weest!" BIJ PASGETROUWDEN. „Jg, uw -cadeautje staat daar op d'en s'choorsteenim]antel, maar ,om u de waar heid te zeggen, wij gebruiken het niet veel, Want de eieren worden toch altijd! te hard-" „Eieren? 'M[a,ar ^t is 'n antiek vuur- glais!" AAN 'T STRAND. „U heeft d!a,ar een flmke hond, die zoo goed op uw kleeren past." 1 „Een flinke hond is 't, en op- de kleeren' past hij goed. Maar 't is Mijn Ijond niet. Ik probeer al 'n half uur tevergeefs oM bij mijn Jdoeren te komen," demgene, dje benoemd' werf. Nu,-d(at kon er wel op overschieten. De vp.rw,ac'hting, dat het aanstellen van een stadhouder dó verkeerdhed(en in het bestmir zou wegnemen, is niet verwe zenlijkt. De burgerij w,as van allen in vloed uitgesloten. Die eenigen ,die be voegd waren om veranderingen aan te brengen, de regenten, vónden den toestan)! nog zoo biecht niet. Zij! vloenen er wol bij. Het gevólg was, dat het volk' zich nu tegen den staidhoujdler kcerlde. En zoo zag mem onder stadhouder Willem V Ae oiud|a partijschappen v'an staatsgezinden -en prinsgezind'en, nn onder den naam! van patriotten en oranjeklanten, met nieuwe woede herleven. Die patriotten namen daarbij, het ongelukkige besluit, steun te zo-eken bij de republikeinen in Frank rijk, waar kóming Lodewijk XVffi eerst van zijne macht beroofd, daarna afgezet, -en ten slotte onthoofd was. Die republi keinen prezen allerwegen hunne vrijheid, gelrkh-eid en b r oed rs cl{:a.paan, nog erger dam c,en j,ood op d'e mark't zijnie koopwaar. Die republikeinen zijn geiko- m -"li 01/1 ons' te „helpen". Fe,n toen de Frans'chcn in, 1795 ons land binnendrongen, 'moest Willem, V. dc wijk nemen en v'iel de bes'tuunsvóipm der Republiek Van zelf in elkaar. De f'almilieregeering had een roemloos •"iinde genomen. Bureaux van Re Telefoon Interlc Bijkantoor MID L. DE KOK. SROOTEWAARDE WAK PUBLICITEIT Wiegetas _giriOO»i>ein temties moesten enk ken tot ,een vrfgei legd warden. DUITS' Dc rijk Naai" Wolff uit Rijkskanselier Müli den -aan ontsteking doctoren zijn gist' operatie ovferigeigaia veriaopen. De toestand va) al zeer ernstig te OOST .Een Donderdag tegóu non geruchten de^ moordaanslag op 1 Miklas. Spoedig bleek e mfolükte poging; is, Voor liet gebouv waar zoowel bond do bondskanselier, bureaux hebben, rfju revolver trok dr. Stroruwitz hei zich in z'ijn. auto te Gelukkig ketste dienstdoeude ibewal don Man toe, die het ohofd wierp) De Man werd gea de politie verklaar/ gezel te z'ijn, die di bondsinspedeur de xigen toestand wild De man Maakt d< zijn. Indien de aansla dr. Miklas, die m»j] aanwezig is, g/elukl witz het siadhtoffi FRAr Het ratificatie De IvaMer lieefl ring vian Zaterdag tegen 292 stemmen ficatie- van de An ovóreenkomst goedj Hat ontwenp be overeenkómlst meit gens bij handüpsteJ Ch Het De opperibeivelhe tiecbe troepen maa heeft een manifest troepen, waayto tij staan tegen, het China's souvereine Het manifest v'ei fing- jier ongelijke wezenlijjking der n heid de belangTijiks heit Chineescli revt da.t elk officier en tionalistisc'he leger. zjjn lev£n te gevei] king hiexyain. De aanmatigende tegenover onze r.ej tem, aldus het Mar oog worden verlo anders hopen, dat dragen zullen wor, onze eigen plaats i zullen herwinnen. De regeering is laten vernederen, perialisiisehe bedoe niet naar een oorJi rechten moeten wij Vereenigen wij, Roman van K (Nadru! Toch praatte E tal van dingen, Staan met 't gel duidelijk, de dpmi printen uitkomen, dien hij in andere hebben willen vól zichzelf uitermate der resultaat; wa gericht op het uitdrukking was was er gesproken Toen Bruce ein< ken, gaf de klein mannen met de g wacht te houden, gen slapen in h Gedurende een p wachters op, terw: 'hield met het bi om te vluchten. I bedacht, steeds e Goes'..

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1929 | | pagina 6