NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
TWEEDE BLAD
De ongeziene wereld of het leven
na den dood.
feuilleton
Fort-Mystery
VOOR ONZE VROUWEN
'kerknieuws'
ONTSPANNINGSLECTUUR
1 LI.
DE WERKEN DES DUIVELS.
0et Spiritisme. I,
Verklaring der versébijlnscleii.
,2e. De D aemenen-Theorie.
Verschillende spiritistische verseh)ijns'c-
len, die niet natuurlijk Verklaard! kunnen
werden, moeten worden toegeschreven aan
de tueschenkcmst yan gevallen Engelen.
Onder de [buiten-natuurlijke, onsrtoflelijlk-
Ciorzaken, kunnen wijl onderscheiden:
God. Maar het zóu; een blaöphamie zij'n
een godslastering, de spiritistische ver
schijnselen aan Oud toe tö schrijven, om
dat ze in stüjd rijk moet zijn diepste wez-en
en eigenSchiapiplen, vooral mot Zijn heilig
heid, waarachtigheid en rechtvaardigheid1.
Hoe z!ou ;God kunnen dulden, dat de ge
wone loop der natuur paar 's menschen
grillen zoo maar zonder eenig hooge|B
motief dikwijls enkel uit -mlensehelijko
nieuwsgierigheid en sensatielust of andere
itom'oreele doeleinden, gewij'zigd' wordt?
Dc zielen der afgestorvenen. Maar in
on9 vorig artikel hebhen wij1 .uitvoerig
aangetoond dat hef dezen hiertoe zoowel
aan kennis als aan (macht ontbreekt.
De .goede Engelen. Ofschoon de goedo
Engelen de anladht 'bezitten zulke ver
schijnselen teweeg te brengen, tong toon
toch niet veronderstellen, dat zijl nis die
naren van Gods rechtvaardigheid enhei
ligheid hunne (medewerking gullen verleo-
ncn tot praktijken die geheel indruisdhen
tegen deze goddelijke eigenSchappjen.
De gevallen Engelen. Er blijft »ju® nog
maai' ééne oplossing mógelijk'. De spiriti-si-
tischo verschijnselen (moeten, voor zoov'er
ze niet door bedrog of natuurlijke oorza
ken verklaard kunnen worden, aan Üe
tussohenkomst der gevallen Engelen wor
den toegeschreven, die op deze manier er
naar streven het Rijk van G,od, dien fc'e
haten met onverzoenlij'ken haat, in de zie
len 'der levenden t e vernietigen oM zoo liet
rjjk van 'den Satan nit te breiden.
(Welnu-, we hebben in onze vorige arti
kelen aangetoond, welk een uitgebreide
macht de katholieke leer aan de engelen
toekent over de stoffelijke elementen ü-ezér
wereld en over 's menschen zinnelijke cai
redelijke natuur m!et al 'haar vertmjogens;
hoe hun kennis die van hpt meest vol-
miaakte 'm'ensclhenverstand oinmetelijkl ver
te boven gaatwelk een (uitgebreide kén-
nis zjjj bezitten van heb lieden, 'hjet ver
leden en de toekopilst. Hun kunnen en
weten oan'vat een ontzaglijk geibied fn
overtreft in zoo hooge tolate alle®, wat
wijl iveten aanga,ande de ki-aóht en de
natuur der phyaieke oorz'aken, dab wij
ons nooit een juist b'egrip kunnen vormen
van alles, wat de engelen vermogen. Dit,
geldt ztotowel voor de goede als de slechte
engelen.
"Het schijnbaar spontane voortbrengen
van licht en duisternis; het verplaatsen
en hewegen Van allerlei liöhaiinen; de
.voorstelling van ,^lle mogelijke phanlas-
tisthe beelden; de automatische vorm'ing
van gearticuleerde Ihjlanken en leesbaar
Schrift; de productie van levende planten
en dieren; de Worteling van toensdhelïjk'e
lichamen toet alle verschijnselen van leven
en beweging; de openbaring van allerlei
verborgen en ver verwijderde dingen; jhiet
spreken Van onbekende of vreemde (talen
al deze verschljhselen gaan de nnacht
der engelen niet te boven en kunnen der
halve aan hen worden toegeschreven Ivoor
zioover natuurlijke oorzaken, bedrog of
suggestie 'geen voldoende verklaring géVen
Reeds ITertullianus wijlst in zijn „Apologe
tica" op 'de uitgebreide toaebt der gevallen
engelen en de sluwheid, waarmee zij] die
aanwenden, om den m'enSch te verderven.
,(Ap». Cap) XXII).
Vervolgens héb-bén wij aangetoond, dat
de Engelen hun gedachten ook aan ons
kunnen rnededeelen, derhalve kunnen de
ougelen op .de Spiritistische séances (als
bemiddelaar optreden tussrihen ons en de
zielen der overledenen.
Dit geldt natuurlijk enkel de gévallen
engelen, want ofschoon de goede engelen
het wel kunnen kracihtens hjun natuur, is
het onaannemelijk, diat zij' rich 'Üaartoa
ooit zullen leenen, zooals vroeger reeds
19 gezegd. f j
De gevallen engelen kunnen echter cm®
geen mededeelingen doen van zielen, die
de eeuwige zaligheid genieten, IretzijEze
reeds in den hemel zijn, hetzij nog jboeten
lil het v;ageviijiu\
iWat de medium)® derhalve op| de spjiri
Roman van K. en R. Pink'erton.
r (Nadruk Verboden).
54
'Wjacht, zei mevrouw MoTley. Het
L,! tó6' da,t verhaal
vloltooi. Dan zult ,iu alles bqgrijlpen.
dnnf^T' 008611 stoll,Jen vól tranen, ein het
duurde een paan minuten vóoir, riji verder-,
Yv-fn ce kuMhtte in die emktele
ogenblikken verband te leggen tusschen
alles wat hij reeds gehoord hald en ^Ues
wa/t JlSji sinds zilTL 'klrvTTVerf- m D ar
had zien gebe^n Fwt"My^
- In dien tussentijd wend jEvielya
geboren, Vervolgde ze eindelijk. Ik) was
Zr i ^f^erd en htad haar
daar achtergelaten. Ik kon haar nieit
hier houden; ik'mócht niet' om'honden
hebben, wat me Zou hebben kunnen be
lemmeren™ de taak Mie ik op mij) gteo,
nemen. Wjant ik zég 'duidelijkj dart Hér-
bert tharis' succes (móest hebben, wilden
we t.en minste hém virijiwaren vooj- de ge
volgen van zjjh eigen takórtkomlingén,
NiJ ginigj geheel op in den pelslhandeil.
Hij geloofde 'dat de Hudson's Bay Coto-
pany bijha iertsi góddelijlfcs was. Wanneer
tistisohe séances tohdedeelen als open
baringen van heilige personen, is eenvou
dig leugen en bedrog. Hun to|acht reikt
niet "verder dan die der gevallen engelen,
die op hun beurt slechts toet verdoemde
zielen eoimtoiuniqartie hebben. Dit blijkt
uit de 'katlioliéke leer oVer de eindibestemt-
■raing (der jm'enscihelijke ziel, waarover latei-.
De zielen der zaligen die óf reeds in
den hemel, óf nog in het Vagevuur Ver
toeven, kunnen niet door bemiddeling van
gevallen engelen fcp de spiritistische 6é-
unces worden voorgesteld.
Deze heilige zielen, die LrodlS b'ijlzondei'o
vriendschap genieten staan onder den
xeohlstreekschen invloed van God, en
kunnen enkel door bemiddeling Van de
goede engelen op uitdrukkelijk bevel van
God in onze 'wereld verschijnen (zie Lepi-
c.ier o.c. iblz1. 221).
lhoewel de gevallen engelen op de spiri
tistische séances ons wel (toet de zielen der
verdoemden in verbinding kunnen stellen,
rijh dio openbaringen in werkelijkheid' jte
beschouwen als sluw bedrog.
De mogelijkheid bestaat dat dc zielen
der vordoemden door kiisschenkomst van
gevallen engelen zich op 'de spiritistische
péances openbaren. Imlmers, "die zullen
hun gedachten aan de gevallen engelen
openbaren die op hun beurt z'c weer aan
ions kunnen rnededeelen.
Maar nu de werkelijkheid? Prao'lisdK is
t. onmogelijk hierototront aibsolute zeker
heid te krij'gon. Alles, wat van de spiritis
tische séances ons hier over wordt mede
gedeeld draagt het ktdmlpel van list en be
drog. Openbaringen van verdoemden, op]
,zich mogelijk, hebben in werkelijkheid
door tusschcnkblmist van gevallen engelen
niet plaats.
ffien eersteomidat !b ijl die openbaringen
meestal goen onderscheid wordt gemaakt
tusschen Zalige en verdoemde zielen, hoe
wel toch de personen, die worden oplgeroe-
pien, de to'eest verschillende - levcnswijlzU
geleid heb'b'en, hetgeen op| zich ,.al voor
bedrog pleit.
Ten tweede: de verklaringen zelve dier
zielen zijn maar al te dikwijls gebleken,
leugen en bedrog- te zijn.
iT.en derdetafeb (welk doel zou da,ar do
duivel moeten optreden als woordvoer
der van een verdloetode ziel? ffloCfo niet
oto ions iaf te houden van de Bonden,
waarin Wij' 'z'elf (b ehagen Vindt of om- ons
t.e tb-ehoeden Voor het verlies van d'e
eeuwige 'zialigheid, Waaropl hjj Zelf zoo
afgunstig is Of misschien om' ons dich
ter te brengen bijl Gioid, dien hij hu-ut met
onverz'oenbaren haat
Blijft n,oig de vraagKunnen de ge-
Vallen engelen <So|mlt'ij!ds op (bevel v'an Gotl
mededeelingen en openbaringen van over
ledenen doen?
En w'ijl antwoordenhet is niet onmloge
l'ijk, 'dat daemloncn tót eigen sk-lhando en
onderrichting yjan de mens'chen op uit
drukkelijk bevel van God, hun onherstel
baar verlies békend mioeten toalten, Oto
daardoor anderen v'an de zbnden pf te
houden, of in de hand Van God dienst te
doen pis „instrumentutoj gratiae" als in
strument van genade.
Zulk oen gebeurtenis zloiu dan een echt
wonder 'zijn en ka.n dan alleen plapita
hebben .onder zUlke omlstandiglheden, waar
bij alle mogelijkheid' Van bedrog is' uit
gc-sloten. i
Zulk een geval is m.i. de wonderbare
bekeeringSgeschiedenis Van Mevr. Mink-
Jnlien die we hier in 't kort laten volgen
Mevrouw Mink-Jiulien werd v,an huis
uit z'oo verhaalt Zijl in haar b-ekeeringsige-
schiedenis: „Les Vbies de Dieu".,, opge
voed in volkomen atheïstatein „la Jhuine
terrible du pcêtre" en alles wat m'et
.dienst en kerk in betrekking s(ond'.
Z'iji liuwdé te Parijs met een jong'en
advocaat, H'. Jmlien, ook een ivollbloed
Godloochenaar en liet haai- drie kinderen
niet doopén. In Tokin tnad! 'haar man pis
officier in 'militairen dienst en Werd er
gevaarlijk ziek'.
In een gcmakk'elijken leuningstoel ligt
toevï'. Mink-JMlien naast hot ziekbed van
haai- lm|an te slapén, Vermiooid door de rus
tel, ooze .verpleging. In een langstigen Üroo|in
ziet zijl haar toan z'n igi-af gravenopeens
echter richt hjijl zich opi en vraagt hiapir;
„Waarolm. weent gij'? Ik ben itomers' nog
niet dtcod? Verblijd u, liefste, ik zal eerst
na twee jaar sterven."
's Avonds stellen de geneesheeren vast,
da.t de ziekte een onverhoopte iweuding
heeft genom'enalle gevaar is geweken
twee jaar daarna) stierf Jjulien.
Na z'ijn jjood' ging mevr. Jlulien te
Hanoï een dam'e-mediujm' raadplegen. Op
haar vi'nag, wie do geest Was, met wien
z'e spkak Kreeg ze ten antwoord: „Hena-i
uw overleden imian." De geest) sprak haar
ever God, miaanda haai- a,an zich te be-
keoren en voor hiaar en haar vier kin
deren het Doopsel te vragen. Als zij' over
onoverkomelijke moeilijkheden sprak, -Kreeg
ze telkens hetzelfde antwoord:- „De, ziel
van Maurice Zal daar Zijn, oiml u te
ondersteunen." MaiUli-oe Julien was pries
ter en een broer van thaan' overleden
echtgenoot.
(Boen m'evr. Julien te Parijé (uit den
trein stapte, kwam' de zluster van haiar
mianin ï-cuwkleeren haar tegemoet: -Mau
rice was' tijdons haar reis overleden.
Mc-vr. Julien liet zich daarna in den
katholieken godsdienst onderrichten en
werd na. ihevigen Strijd toet 'haar vier kin
deren gedoopt door haar zielbeStuurder,
kanunnik Maugis, die haar lauWaadde deZo
wondere 'bekeerings'ges'clhiedenis te hbejf te
stollen hetgeen z'e zeven jaar later ook
werkelijk heeft gedaan in genoemd boek:
Les Vioies de Dieu.
D,at die Ibekeering in laatste instantie
een werk 'Van Gods genade is geweest, die
deze ziel juist door de 'dwaling heeft wil
len brenger, tot de waarheid, Zal wel nie
mand betwijfelen.
God laat toe, dat deSatan als gevallen
Engel misbruik toaaik't van z'ijn na.tuu.r-
lijko Krachten, om do menSchen te mis
leiden, die moedwillig tegen de waarschu
wingen en het verbod der korK in deel
namen aan spiritistische séances. Ze vin
den in dit duivellbedrog reeds hun straf,
de dwazen, vioor hun zondig bijgeloof of
ongeloof. Maar niettegenstaande dit, blijft
de duivel toch altijd in .alles als ge
schapen geest aan God onderworpen, en
als zoodanig kan God hom! dwingen een
werktuig ten 'goede te worden in Zijn
hand. Zoo deed Jahwe, Israels God, eens
Balaiiim', 'den waarzegger of Magiër, ilie
door Balak was geroepen ami het volk
van Israël te vloeken, woorden van zé
gen en 'heil daarover uitspreken. (Nufn
XXIH).
iWa,arolm zlou God in sloimlmdge, '.zeld
zame gevallen den duivel niet kunnen
verplichten in plaats van Vloek, izegen te
brengen; in pllaata Van een ziel te ver
derven een (ziel te redden, (en zóó den geest
Vian leugentaal dwingen voor de waarheid
te getuigen?
Derhalve lm|oeten we cloncluideeren-, dat
de spiritistische pjiaKtijken ons dbor be
middeling van de gevallen engelen niet
in verbinding stellen met de zielen der-
zaligen, 't -Zij! in den hemel of in het vage
vuur vertoevend' en evenmin mét de zie
len dor verdoemden, een bepaald1 ;!béyel
van God ,uitgezk>nderd.
Deze manifestaties en openbaringen, in
zooverre zij yowgevén ons in Verbinding
te stellen 'm'et de zielen der overledenen,
zijn Zonder twijfel niets anders, dan oen
sluw bedoeld' middel Van die 'gevallen
geesten, om onder Valsche inbeeldingen
de vreeselijke werkelijkheid! te ycrborgcn
van hun Zondigen opstand (Lcpicier o.c.
227).
Laten w'ijl eindigen toet een japatleel
over dit interessante onderwerp van den
grooten bekeerling Dr. Fr. v. Ecden, die
■opi het vierdo internationale Congres van
Psychologie te Parijs in 1901 aan het
sluit van z'ijn voordracht zijn jmeeniDg
hierover aldus samenvatte;
„V,oor het, oogenbliK mioet ik! .eindigen
toet 'de ibenlérking, dat wijf in het ondor-
werp thans onder behandeling, een Veld
Voor ons hébhén dat nog nauwelijks ver
kend is, vol van zakèn, die de hoogste
belangstelling verdienen en Zonder zicht
hare grenzen.
Op dit gëbied bestaan mogelijkheden
van waarneming en yan proefondervinde
lijk onderz'oek langs wethodisclhen en we-
teivschappelïjken weg, maar er bestajan
ook (Kansen op dwaling, veel ernstiger dan
op eenig ander1 wetenschappelijkl terrein,',
kansen niet alleen op wotenscihappelïjlk'e
en intellectueele Itoaar ook op zedelijke
dw'alingen. JiuiSt deze overweging wioe-t
ons voorziöbiig tmiaken zelfs tot overdrijl-
■vens toe. En dit ia juist het punt dat de
orthodoxe glodsdiensten scbijUt te redtyt-
vaaraigen in hunne veroordeeling Van het
oiplroepen der geesten als iim'mloreel, ien als
inbreuk mlak'end op geh-eimén door 4eu
.Eeuwige Voor den toenSch verborgen."
Alltmaar. p. VIS;, Rector.
hij! ha,d gefaald 'zlou zijn gees'tKnaclht ge
broken, zou zijii leven v'ejrnietigd| zijn.
Ik had getracht heto te doen zien, waarin
hij) verkeerd had gehandeld', dlocbi hij! be
greep, het niet. Ik' totoesjt thans zèll' han
delen.
Beglrjjp me niet verkeej-d, Brucé,
zei ze, terwijl zie ziidh na;am -heurij oVephoog,
alsóf ze een beroep op. hemi wilde doen.
Herbert is een gloed echtgenoot vooj mie
geweest, een m-ensch met een iïjp be
snaard gam|oed, een werkelijk beminnens
waardig m'ens'c'h1. Deze hoedanigheden zul
len u tdjjdens- iuw verblijf -hier wel ni-ef
zijn ontgaan. Doc'h hij! wasl geen pels
handelaar en het zóu heim| gebroken heh'i
ben als hiji 'dit hadl ontdekt. Ik1 tobcht
hem' dit niet laite-n blijjken. Ik leerde gron
dig di-Cree- -en Ojibwatalen, terwijl Her-
bert na Korten tijd de studie daarvan op
gaf. Ook nu kent hij die talen nog) nieit.
IK stelde ook veel belang in het geestes
leven yam den Indiaan, in rijn grioof', in
zijn m'entaliteit., in z'ijn hijgelbovigheden.
Ik schafte one boeken aan over 'de Al-go<-
cjuinvólkcren en ik maakte me grondig
vertrouwd met hjun legenden en met huil
geloof. Ik werkte, overwoog rnfn, verdere
plannen, cm toen Herbert ten slotte hier
heen, na-ar Bound Lake, werd overge
plaatst, bracht iK mijn plan ten uiivper.
Br h-a-d een vporgevtoel, dat, wanneer
Goede manieren.
iWjj', vrouwen, hebben al heel .weinig
Herbert hier thans geen sucte'eu Zou- heb
ben, Jalt voor heimi het einde zou zijn. Hij'
was reeds zoo vaak overgeplaatst, Wad
dat de beteekenis' van deze overplaatsing
steeds met zoo weinig succes) gewerkt,
hem' niet kon ontjgujan. Het wals, mijn laat
ste kans.
De Indianen hier zijn uiterst primi
tief; ze behbören tot de meest noordelijke
stapimen der Ojiibwa's en zijn een géïso-
keren ziet. De cultureele ontwikkeling
korte zomerperiode iets van andere vol
leerd, alleenstaand volk!, dat alleen in d'e
van de zuidelijke Oji'bwa's toonde g'rpote
tekorten. Talrijke mythen waren bij' dit
volk in vergetelheid geraakt. Vóór ik|
hier kwam] leerde ik za allen.
Ook' was' het volk door en door 'ibijf
geloovig. Dit was grootcndoels te danken,
dat meen ik te mogen aannemen ten min-,
ste aan een legende, waarv'an u zeen 'zékéj-
reeds zult hebben gehoond. Da Indianen
geloovcn er aan en dat heeft jui'st mijn
arbeid hier gemak'beiijlkey gemaakt dan ik
onder andere omstandigheden Jiafl! moge-n
hopen. De legende komt hierop, neer, da't
oip zekeren dag een aantal jagemsl heslo-
"ten hun pelsen te gaan verkoopen aan eetn
anderen vrijlhandelaar vèr in h,et Zuiden.
Ik vermoed dat het gebeurd is- in d'en
tijd der oude Xorth-West-Company
De gebouwen waren gelegen vér-
goede manieren. O neen, natuurlijk', .ik
wil Volstrekt niet Zeggen, d)a,ti |U geen ma
nieren heeft, u i9 vóltaaakt op de hoogte,
hoc u te gedragen onder .alle toogelijlko
cmlstandigheden des levens, ui weet, Wie
en wanneer een handl te geven, wannéér
uw kandis'c'hoenen uiti to trekken of aam
te houden, u weet perfecl, pi die wonder
lijke afkortingen, die de imensichen opj hun
visitekaartjes zetten -bij die gelegenlïadten,
waarop het noodig en nuttig geoordeeld
wordt elkaar een dergelijke „hartelijk
heid" te 'betuigen, Maar dat oppervlak
kige vernisje van fatsoen tel iK heele-
maal niet toee. Onder goede manieren
versta ik nog iets meer en heel iets.
anders, imecnt !W!. R. in de K. ,V
Tegenwoordig doen de datoes veel din
gen, die vroeger aan de jheeren wto-d'en
overgelaten en in die z'aken, de gewone
wereldsche alled'aagsche dingen, dauar hjeb-
ben wij, met een zékere onafhankelijk
heid, nog niet' geleerd een Mjbtehoorend!a
beleeldhcid aan te passen. Wil ik het
met een paar voorbeeldjes u, even duide
lijk imlaken? IK reis nog al veel, niet
alleen voor plezier, maar méér uit nood
zaak. En als" ik dan op een morgen er
op uittrek, dan is dikwijls mijn heele dag
al bedorven op) het Station door de lomp
heid van mijn medeménSdheu. Er is nog
tijd genoeg) vöor de kaartjesném'erij'. Ik
Sta rustig, in wat' wij) een queue imeimen,
orni eens eeu Hollandséh' woord' 'te ge-
bruinen. En dan komt er pen s-tevigo
da,me aanptuffen, dringt haastiglijk door
dq kronkelende menschen slang door toit
vlak voor liet lok'et en neemt een kaartje
tegen alle regeleu van orde in. Dan kun
je je opzwellen en protesteeren, maar daar
bereik je toch niets rn'ee, ,als regel, jo
kunt je ook zwijgend staan ergeren, en
daar bereik je óók niets moe. Nu vraag
ik, is dat beleefd' en welgemanierd. Waar-
ami doen vrouwen zto iets1 bij'.voorkeur
Omdat z'iji nog lang zoo goed niet nis do
miannen hot idee van eerlijkheid machtig
zijn, misschien pok omdat rij door dom
me brutaliteit aanvullen, wat hen kan
kracht ontbreekt. O, ik weet wel, mannen
doen het ook, maar help eens kijken, pf
het niet gnootcndeels de leden van ons
geslacht zijn in dergelijke gevalletjes
Én dan in den trein, ik sta er op, dat e:r
één raampje tenminste op een kier open
staat. Dit voor de frisschigheid, en ter
vioorkoming vfln 't gev'aar, dat je, ,ajs je
uit een boute coupé 9ta.pt, .een stevige
kou vat in dit ons ongestadig klimaat.
Maar de mcesto veldslagen, die ik over
dat raampje 'gevoerd' heb, is geweest mét
dames, die het zelfs opj warme dagen
potdicht wilden houden. En als je voet
bij- stuk houdt, krijg je (altijd gelijk, want
Volgens het spporwegreglamient mlag er
altijd het venster aan de niet-windz'ijde
opien, nis maar één van de reizigers liet
wensclit. Maar ik ben een vredelievende
ziel, en vcrinijd alle botsingen zelfs ten
koste van mijn humeur en gezondheid.
Ik Jidb wel eens strijdlustige diagen, dat
ik dóórzet, maar dan Voel ik mleestal later
spijt, dat ik zóó- stijfhoofdig geweest ben:
Ook .weer is het waar,'($at er soms miannen
in de oppositie zijn, hoewel zij dooi'
meerdere ervaring gewoonlijk wel weten,
dat het toch gebeuren moet, en ook weer,
cmida.t zij! meer ontzag hebben voor be-
palingen en reglementen.
iWant 'daar hebben de datoes opk oen
handje van, olmi dé wet te ontduiken. Als
vr geen toezicht is, doen ze als- school
kinderen, gauw uithalen, wat niet miag.
Gelooft u het niet? Weer een voor
beeldje. Zonder licht rijden, als er geen
agent in 't zicht is' en afstappen, zoodrai
er een in het Vizier kómt. Of bloemen
plukken, -als -de parltwaichter buiten schort
is, of links loop-en, tortd'afc de politie toét
de harde hand m-.oet optrekken (eenigen
tyd' geleden ziagl ik in de hoofdstad een
damë, die absoluut en onvoorwaardelijk
weigerde de straat over te steken en ptot
den stroom toee te loopen; zij werd onder
heftig ptotest de straat overgesleurd en
mee naar dén politiepost. (Het bero, zeg
gen de Amlsterdamtoers).
En in winkels, wie zijn er als Üe kippen
b'ij' om voor hun beurt geholpen te wil
len warden. Wie dringen -het hardst, als
er een sliert menschen voor een of ander
tciket staan te wa,dhten. Wie zijn woedend
b-cos; als zé na Veelj gezeur aan Üe beurt
kamend Imterken, -dat ze het verkeerde
bokje te pakken hebben, wie stappen toet
groole regelmatigheid veffkeerd uit de
tram en trein enfoeteren, als het dan miet
goed uitkamt
Eu Üan onze w'iukeltoanieren. Treulrig,
Eerst drijven we den bediende tot de
grens van wanhoop, door zóowat het ljfeele
vak te laten uitpakken, en zeggen 'dan
dat er -geen keus bij) is, of we nemen een
meer subtiele mlethode van marteling en
kiezen iels uit, en veranderen op) het
klaatsto oogenblik negenmaal van opinie,
of ook wel, we blijven hangen tussdhei;
twee dessins en kunnen toaar niet beslui
ten, en bl'ij'ven een klein half uur weife
len, en zeggen dan eerst onzen m'au pf
huisgenoot of een dergelijke fictieve auto
riteit te zullen clonslulteeren.
Dot een bediende dan zachtmoedig blijft
en de heele affaire niet naar ons hoofd
gooit, heeft ook al weer zijn eigenaardige
en diep; liggende redenen.
Dit alles sluit ik in b'ij goede manieren.
Een beter woord was misschien hoffelijk
heid. Maar dat heeft een ietwat ouder-
wetüéhen klank, en alles, wat ouder-
wetscih is, is uit 'den 'booz'e. Maar geef mij
najaar de goede oude hoffelijke gewoonten
terug. De gewoonte om' te 'denken aan de
gevoelens val' (minderen en gelijken, het
denken taan de behoeften van anderen, het
zich moeite geven olm' anderen kleine ge
makken te verschaffen, vooral het niet
noodeloos pjtagen van degenen, die op een
of andere wij'z'e ons dienstbaar, zijn.
Op dén Oden Zondag na Pinksteren.
Epistel v. d. IJ. Papliup aian de Romeinen,
yi. 3 11.
Buoedeirsl wij) allen, d-ie in Jezus- Chris
tus rijn gedóopt, zijn in Zijnen dood
gedoopt. '.Wij zijn dan door) dén jdjoop,
me,t Hgm° begraven olm te eteiryen, opdat,
gelijik Christus dooi' de glorie des, Vaid'eirs
is venrez-en van den dood, wij) obh d'uS
Wandelen in een nieuw lelvem. Want in
dien wij, in Hem rijn ing-eplapit door de
gelijklvórimigheid aan zijnen dood, dus zul
len wij -Jiet ook! "dooi- de gebjk'vbilmtgheid
a,an zijne Veraijizenis zijn. Dpap wij w-eitep,
dart onze 'oude mcnsohi met Heto ip ge
kruisigd, opdat -het lichaam) dei' zond'e
te niet zoude gedaan worden, en wiji de
Zonde niet meer dienen. ,W|a)n;t die gestor
ven is, is van da Zonde gereohtvaairdigid'.
Indien wij; nu met Christus zijn g-esitorVan,
zoo geloovcn wiji, dat wijl ook met Chris
tus 31'ifllen leven. Wiji weten to-oh, d,at
C'h.rjis|tus, die Van dc doodén is veryezenj
niet toeer. sterft, en de dood BVtep Hem
geene heer,schappij; me-er hebben zal. Want
d'at Hij gestorven -is-, is) Hij slechts eens
gestorven vkn de zonde, mjaair, dat Hij
leeft, leeft Hij; voor God- D-us ook gdji
,a,c'h]t u gestorivén voor de zonde, mlaar le
ven-de voor God in Jezus C-hirisitius, onzen
Heer. i
Ev'angelic, Mlua-cus. VIII. 19.
In dien tajjde, wanneer ee|ni glrioate to-e-
nig)to biji Jezius was, eni ziji niet ta eten
hadd-en, rjicpi Hij! zijne Leelrlingen te z'a'mém
en Zeiide hunik 'lieb toeêdoog|en met hert
vólk; want riet, ziji rijn reeds drie dagen
bij- onliji, en zijl hebben nieit te eten: en -zoo
ik hem oiig|eislpdj|s'd naar jhiuis laait gaan, -dairt
zulllien rij, op den vscg) bezwijken; wamt
eenigen van hen jpjm van verre gakbtoen.
En zijne Leeaflangien anrtwoorddein Heml:
v]an waar zal' iemand' hen hier *5n de
woestijn toert brood kunnen verzaden.? Ein
Hij, vraagde hun: hoe vele brooden hebt
gij Eïjl zèidten: zeven. En 'hij' gebood het
Vplk op de a arde neder te zitten. En -Hij(
naim! -de zeven brooden, dankte, br,ak, er»
ga,f ze iaan zijne Leerlingen, oml voor
te zetten; en zij| z-ertten ze a<an het) volk
voor. Eij| hadden ook weinige viaöhjes', dei
Hij ook zegende en gebood vloor te zetten.
En rij) alten, en yarden veirlzadi(gdeni rij)
n,a|m'en zöu'an manden op met brokk'elin-
gen, dfe overschoten. En dia gegeten
hadden waren omtrent viey duizend) enj
Hij Hielt ze gaian. L l i i
DB VIOOL».
door Frans Enke.
Mousfeul• B-eritin stond in een winkel
op den 'boulevard' Edgar Quinst en keek
met aandacht naar een ouda viool. Hert
Wiae ougietwijféld een geheel bijlzonder
kunstwerk. G&iteren wa® ar een jong
cohrtpoiar bij; hem' gekomen met een groiote
kist met dllerlei curiositeiten: beeldjes,
gravtorss, hoSiifs'uijWftJ'ikem, oude handschrif
ten, alles te satoQn 'n hoop -dingen, die
bij; nadar onderzoek vjrijiyel wawdeloas
bleken te z^jm. Maar de vrouw droeg)
een vioolkist onder- den airpil. Te^wijf zie
deze kiist open-dc, dislcihite rij) een .geschie
denis o-p-, waar-in zij- vj^rtelde, dait ham
kortgeleden een erfenis wiafe- ten deel g|e-
viallcn, wawondor rich ook de oude
viool bavónd. Daar- zij, noehl haar m'an
ook maar het minste vieris-liand1 van zulke
dingen hadden en men hun vejiteldte, |l|a|t
s-cillende mlijllen v'an het meer en den
eersten nacht, na laat afgereisd] te zijn,
kampeerden dc jager,s bij een klein meer
tje in de nabij(heid. Weken Darter werd het
kamp door h,un eigen volk aangetrpffe-n
alle jagers waren gestorven. Het' „Doo-
denkalmpi" wordt die plaats' sindhldïcn ge
noemd.
Er waren geen sporen vhn geweld,
doch men viond een berkenscirors-ketel,
waarin heete steenen waren geworpen.
Eooals u weet is dit de priimdnieve kook1-
m-etliode. Graatresten toonden aan, dat
men v-is-clh had gegeten. En zoo ontstond
do legende, dat de een of and'erc s'terk-e
geest vergramd was gewonden door' hun
besluit om- de Hudson's Bay Company
den rug toe te keeren en hij oml hen te.
str.aiffe-n de v-isch in het m'eer had ver
giftigd. Sindsdien hebben dé Indianen
geen vis-clh meer uit het meer gegoten.
Ik had v'an -deze legende gepiooiidl
e.n ik' kwato naar Bound Lake Fort
Mystery, zjooals het thans heet bereid
mij van die legende en haar gevolgen [te
bedienen, ofe'choon het langen tijd geduurd'
heeft voor ik een zeer eenvoudige (verkla
ring vond voor den dood) diep Indianen,
De rotsen, die het „Meer aan liet Dooden-i
kamp-" omringen, bevatten sommige mine
ralen of' scheikundige sjtoffen, die biji ver
hitting worden opgelost en vergiften zijinj
zoodart die jagers) zich géheel pnwetend
hebben vergÏE'tigid. i
Om te bereiken wat ik1 wilde, nam
ik van een anderen posltl hierheen, eerst
als gewoon 'bediende, een Indiaan Ne,e,
Nee-dai-lboy geheeten. Tot op zekere hopg-
te was hij, nog al handig) eu ik) wist, dat
ik hem in mijn macht had. Vóór hij) in
Round Laike kWalml, h(ad ilkl hem de noo-
d'ige ins|tr;uctie.s vloor zij;n gedj-agi alhier
gegeven.
Er bestaat bijl de 'OjibWafü zooiets
als een soort gehedltoe godsdienstige secte,
genaamd „medewilwin" -en hert is weiik'elijk!
een sioort priesterschap met viett graden.
Een onderzoeker, een zekére Hoffman, die
werkte voor de regeering) der Yei-eenigda
S;t;aten, had alle geheimén, riten, inwij--
dingsformule's, kórtom alle bijizonderpMd611
.aangaande die se-cite acfhterhaiald en ik
bezat een ciopie. van rijn roppoirt. Tal van
uurtjes warden door mij besteed aan d'e
inwijding van Nee-d'a-boy tot ik eand-elSjk'
mijn moeite bekroond' z|ag «n hiji kon
doorgaan als een „medewiwin" vhn den
vierden graad. Bij de OjibWa's bestaat er
geen toaefatager m-edicdjnmian.
(Wtordt Vervolgd.)
V