NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT TWEEDE BLAD De ongeziene wereld of het leven na den dood. feuilleton Fort-Mystery VOOR ONZE VROUWEN 'kerknieuws' ONTSPANNINGSLECTUUR 1 LI. DE WERKEN DES DUIVELS. 0et Spiritisme. I, Verklaring der versébijlnscleii. ,2e. De D aemenen-Theorie. Verschillende spiritistische verseh)ijns'c- len, die niet natuurlijk Verklaard! kunnen werden, moeten worden toegeschreven aan de tueschenkcmst yan gevallen Engelen. Onder de [buiten-natuurlijke, onsrtoflelijlk- Ciorzaken, kunnen wijl onderscheiden: God. Maar het zóu; een blaöphamie zij'n een godslastering, de spiritistische ver schijnselen aan Oud toe tö schrijven, om dat ze in stüjd rijk moet zijn diepste wez-en en eigenSchiapiplen, vooral mot Zijn heilig heid, waarachtigheid en rechtvaardigheid1. Hoe z!ou ;God kunnen dulden, dat de ge wone loop der natuur paar 's menschen grillen zoo maar zonder eenig hooge|B motief dikwijls enkel uit -mlensehelijko nieuwsgierigheid en sensatielust of andere itom'oreele doeleinden, gewij'zigd' wordt? Dc zielen der afgestorvenen. Maar in on9 vorig artikel hebhen wij1 .uitvoerig aangetoond dat hef dezen hiertoe zoowel aan kennis als aan (macht ontbreekt. De .goede Engelen. Ofschoon de goedo Engelen de anladht 'bezitten zulke ver schijnselen teweeg te brengen, tong toon toch niet veronderstellen, dat zijl nis die naren van Gods rechtvaardigheid enhei ligheid hunne (medewerking gullen verleo- ncn tot praktijken die geheel indruisdhen tegen deze goddelijke eigenSchappjen. De gevallen Engelen. Er blijft »ju® nog maai' ééne oplossing mógelijk'. De spiriti-si- tischo verschijnselen (moeten, voor zoov'er ze niet door bedrog of natuurlijke oorza ken verklaard kunnen worden, aan Üe tussohenkomst der gevallen Engelen wor den toegeschreven, die op deze manier er naar streven het Rijk van G,od, dien fc'e haten met onverzoenlij'ken haat, in de zie len 'der levenden t e vernietigen oM zoo liet rjjk van 'den Satan nit te breiden. (Welnu-, we hebben in onze vorige arti kelen aangetoond, welk een uitgebreide macht de katholieke leer aan de engelen toekent over de stoffelijke elementen ü-ezér wereld en over 's menschen zinnelijke cai redelijke natuur m!et al 'haar vertmjogens; hoe hun kennis die van hpt meest vol- miaakte 'm'ensclhenverstand oinmetelijkl ver te boven gaatwelk een (uitgebreide kén- nis zjjj bezitten van heb lieden, 'hjet ver leden en de toekopilst. Hun kunnen en weten oan'vat een ontzaglijk geibied fn overtreft in zoo hooge tolate alle®, wat wijl iveten aanga,ande de ki-aóht en de natuur der phyaieke oorz'aken, dab wij ons nooit een juist b'egrip kunnen vormen van alles, wat de engelen vermogen. Dit, geldt ztotowel voor de goede als de slechte engelen. "Het schijnbaar spontane voortbrengen van licht en duisternis; het verplaatsen en hewegen Van allerlei liöhaiinen; de .voorstelling van ,^lle mogelijke phanlas- tisthe beelden; de automatische vorm'ing van gearticuleerde Ihjlanken en leesbaar Schrift; de productie van levende planten en dieren; de Worteling van toensdhelïjk'e lichamen toet alle verschijnselen van leven en beweging; de openbaring van allerlei verborgen en ver verwijderde dingen; jhiet spreken Van onbekende of vreemde (talen al deze verschljhselen gaan de nnacht der engelen niet te boven en kunnen der halve aan hen worden toegeschreven Ivoor zioover natuurlijke oorzaken, bedrog of suggestie 'geen voldoende verklaring géVen Reeds ITertullianus wijlst in zijn „Apologe tica" op 'de uitgebreide toaebt der gevallen engelen en de sluwheid, waarmee zij] die aanwenden, om den m'enSch te verderven. ,(Ap». Cap) XXII). Vervolgens héb-bén wij aangetoond, dat de Engelen hun gedachten ook aan ons kunnen rnededeelen, derhalve kunnen de ougelen op .de Spiritistische séances (als bemiddelaar optreden tussrihen ons en de zielen der overledenen. Dit geldt natuurlijk enkel de gévallen engelen, want ofschoon de goede engelen het wel kunnen kracihtens hjun natuur, is het onaannemelijk, diat zij' rich 'Üaartoa ooit zullen leenen, zooals vroeger reeds 19 gezegd. f j De gevallen engelen kunnen echter cm® geen mededeelingen doen van zielen, die de eeuwige zaligheid genieten, IretzijEze reeds in den hemel zijn, hetzij nog jboeten lil het v;ageviijiu\ iWat de medium)® derhalve op| de spjiri Roman van K. en R. Pink'erton. r (Nadruk Verboden). 54 'Wjacht, zei mevrouw MoTley. Het L,! tó6' da,t verhaal vloltooi. Dan zult ,iu alles bqgrijlpen. dnnf^T' 008611 stoll,Jen vól tranen, ein het duurde een paan minuten vóoir, riji verder-, Yv-fn ce kuMhtte in die emktele ogenblikken verband te leggen tusschen alles wat hij reeds gehoord hald en ^Ues wa/t JlSji sinds zilTL 'klrvTTVerf- m D ar had zien gebe^n Fwt"My^ - In dien tussentijd wend jEvielya geboren, Vervolgde ze eindelijk. Ik) was Zr i ^f^erd en htad haar daar achtergelaten. Ik kon haar nieit hier houden; ik'mócht niet' om'honden hebben, wat me Zou hebben kunnen be lemmeren™ de taak Mie ik op mij) gteo, nemen. Wjant ik zég 'duidelijkj dart Hér- bert tharis' succes (móest hebben, wilden we t.en minste hém virijiwaren vooj- de ge volgen van zjjh eigen takórtkomlingén, NiJ ginigj geheel op in den pelslhandeil. Hij geloofde 'dat de Hudson's Bay Coto- pany bijha iertsi góddelijlfcs was. Wanneer tistisohe séances tohdedeelen als open baringen van heilige personen, is eenvou dig leugen en bedrog. Hun to|acht reikt niet "verder dan die der gevallen engelen, die op hun beurt slechts toet verdoemde zielen eoimtoiuniqartie hebben. Dit blijkt uit de 'katlioliéke leer oVer de eindibestemt- ■raing (der jm'enscihelijke ziel, waarover latei-. De zielen der zaligen die óf reeds in den hemel, óf nog in het Vagevuur Ver toeven, kunnen niet door bemiddeling van gevallen engelen fcp de spiritistische 6é- unces worden voorgesteld. Deze heilige zielen, die LrodlS b'ijlzondei'o vriendschap genieten staan onder den xeohlstreekschen invloed van God, en kunnen enkel door bemiddeling Van de goede engelen op uitdrukkelijk bevel van God in onze 'wereld verschijnen (zie Lepi- c.ier o.c. iblz1. 221). lhoewel de gevallen engelen op de spiri tistische séances ons wel (toet de zielen der verdoemden in verbinding kunnen stellen, rijh dio openbaringen in werkelijkheid' jte beschouwen als sluw bedrog. De mogelijkheid bestaat dat dc zielen der vordoemden door kiisschenkomst van gevallen engelen zich op 'de spiritistische péances openbaren. Imlmers, "die zullen hun gedachten aan de gevallen engelen openbaren die op hun beurt z'c weer aan ions kunnen rnededeelen. Maar nu de werkelijkheid? Prao'lisdK is t. onmogelijk hierototront aibsolute zeker heid te krij'gon. Alles, wat van de spiritis tische séances ons hier over wordt mede gedeeld draagt het ktdmlpel van list en be drog. Openbaringen van verdoemden, op] ,zich mogelijk, hebben in werkelijkheid door tusschcnkblmist van gevallen engelen niet plaats. ffien eersteomidat !b ijl die openbaringen meestal goen onderscheid wordt gemaakt tusschen Zalige en verdoemde zielen, hoe wel toch de personen, die worden oplgeroe- pien, de to'eest verschillende - levcnswijlzU geleid heb'b'en, hetgeen op| zich ,.al voor bedrog pleit. Ten tweede: de verklaringen zelve dier zielen zijn maar al te dikwijls gebleken, leugen en bedrog- te zijn. iT.en derdetafeb (welk doel zou da,ar do duivel moeten optreden als woordvoer der van een verdloetode ziel? ffloCfo niet oto ions iaf te houden van de Bonden, waarin Wij' 'z'elf (b ehagen Vindt of om- ons t.e tb-ehoeden Voor het verlies van d'e eeuwige 'zialigheid, Waaropl hjj Zelf zoo afgunstig is Of misschien om' ons dich ter te brengen bijl Gioid, dien hij hu-ut met onverz'oenbaren haat Blijft n,oig de vraagKunnen de ge- Vallen engelen <So|mlt'ij!ds op (bevel v'an Gotl mededeelingen en openbaringen van over ledenen doen? En w'ijl antwoordenhet is niet onmloge l'ijk, 'dat daemloncn tót eigen sk-lhando en onderrichting yjan de mens'chen op uit drukkelijk bevel van God, hun onherstel baar verlies békend mioeten toalten, Oto daardoor anderen v'an de zbnden pf te houden, of in de hand Van God dienst te doen pis „instrumentutoj gratiae" als in strument van genade. Zulk oen gebeurtenis zloiu dan een echt wonder 'zijn en ka.n dan alleen plapita hebben .onder zUlke omlstandiglheden, waar bij alle mogelijkheid' Van bedrog is' uit gc-sloten. i Zulk een geval is m.i. de wonderbare bekeeringSgeschiedenis Van Mevr. Mink- Jnlien die we hier in 't kort laten volgen Mevrouw Mink-Jiulien werd v,an huis uit z'oo verhaalt Zijl in haar b-ekeeringsige- schiedenis: „Les Vbies de Dieu".,, opge voed in volkomen atheïstatein „la Jhuine terrible du pcêtre" en alles wat m'et .dienst en kerk in betrekking s(ond'. Z'iji liuwdé te Parijs met een jong'en advocaat, H'. Jmlien, ook een ivollbloed Godloochenaar en liet haai- drie kinderen niet doopén. In Tokin tnad! 'haar man pis officier in 'militairen dienst en Werd er gevaarlijk ziek'. In een gcmakk'elijken leuningstoel ligt toevï'. Mink-JMlien naast hot ziekbed van haai- lm|an te slapén, Vermiooid door de rus tel, ooze .verpleging. In een langstigen Üroo|in ziet zijl haar toan z'n igi-af gravenopeens echter richt hjijl zich opi en vraagt hiapir; „Waarolm. weent gij'? Ik ben itomers' nog niet dtcod? Verblijd u, liefste, ik zal eerst na twee jaar sterven." 's Avonds stellen de geneesheeren vast, da.t de ziekte een onverhoopte iweuding heeft genom'enalle gevaar is geweken twee jaar daarna) stierf Jjulien. Na z'ijn jjood' ging mevr. Jlulien te Hanoï een dam'e-mediujm' raadplegen. Op haar vi'nag, wie do geest Was, met wien z'e spkak Kreeg ze ten antwoord: „Hena-i uw overleden imian." De geest) sprak haar ever God, miaanda haai- a,an zich te be- keoren en voor hiaar en haar vier kin deren het Doopsel te vragen. Als zij' over onoverkomelijke moeilijkheden sprak, -Kreeg ze telkens hetzelfde antwoord:- „De, ziel van Maurice Zal daar Zijn, oiml u te ondersteunen." MaiUli-oe Julien was pries ter en een broer van thaan' overleden echtgenoot. (Boen m'evr. Julien te Parijé (uit den trein stapte, kwam' de zluster van haiar mianin ï-cuwkleeren haar tegemoet: -Mau rice was' tijdons haar reis overleden. Mc-vr. Julien liet zich daarna in den katholieken godsdienst onderrichten en werd na. ihevigen Strijd toet 'haar vier kin deren gedoopt door haar zielbeStuurder, kanunnik Maugis, die haar lauWaadde deZo wondere 'bekeerings'ges'clhiedenis te hbejf te stollen hetgeen z'e zeven jaar later ook werkelijk heeft gedaan in genoemd boek: Les Vioies de Dieu. D,at die Ibekeering in laatste instantie een werk 'Van Gods genade is geweest, die deze ziel juist door de 'dwaling heeft wil len brenger, tot de waarheid, Zal wel nie mand betwijfelen. God laat toe, dat deSatan als gevallen Engel misbruik toaaik't van z'ijn na.tuu.r- lijko Krachten, om do menSchen te mis leiden, die moedwillig tegen de waarschu wingen en het verbod der korK in deel namen aan spiritistische séances. Ze vin den in dit duivellbedrog reeds hun straf, de dwazen, vioor hun zondig bijgeloof of ongeloof. Maar niettegenstaande dit, blijft de duivel toch altijd in .alles als ge schapen geest aan God onderworpen, en als zoodanig kan God hom! dwingen een werktuig ten 'goede te worden in Zijn hand. Zoo deed Jahwe, Israels God, eens Balaiiim', 'den waarzegger of Magiër, ilie door Balak was geroepen ami het volk van Israël te vloeken, woorden van zé gen en 'heil daarover uitspreken. (Nufn XXIH). iWa,arolm zlou God in sloimlmdge, '.zeld zame gevallen den duivel niet kunnen verplichten in plaats van Vloek, izegen te brengen; in pllaata Van een ziel te ver derven een (ziel te redden, (en zóó den geest Vian leugentaal dwingen voor de waarheid te getuigen? Derhalve lm|oeten we cloncluideeren-, dat de spiritistische pjiaKtijken ons dbor be middeling van de gevallen engelen niet in verbinding stellen met de zielen der- zaligen, 't -Zij! in den hemel of in het vage vuur vertoevend' en evenmin mét de zie len dor verdoemden, een bepaald1 ;!béyel van God ,uitgezk>nderd. Deze manifestaties en openbaringen, in zooverre zij yowgevén ons in Verbinding te stellen 'm'et de zielen der overledenen, zijn Zonder twijfel niets anders, dan oen sluw bedoeld' middel Van die 'gevallen geesten, om onder Valsche inbeeldingen de vreeselijke werkelijkheid! te ycrborgcn van hun Zondigen opstand (Lcpicier o.c. 227). Laten w'ijl eindigen toet een japatleel over dit interessante onderwerp van den grooten bekeerling Dr. Fr. v. Ecden, die ■opi het vierdo internationale Congres van Psychologie te Parijs in 1901 aan het sluit van z'ijn voordracht zijn jmeeniDg hierover aldus samenvatte; „V,oor het, oogenbliK mioet ik! .eindigen toet 'de ibenlérking, dat wijf in het ondor- werp thans onder behandeling, een Veld Voor ons hébhén dat nog nauwelijks ver kend is, vol van zakèn, die de hoogste belangstelling verdienen en Zonder zicht hare grenzen. Op dit gëbied bestaan mogelijkheden van waarneming en yan proefondervinde lijk onderz'oek langs wethodisclhen en we- teivschappelïjken weg, maar er bestajan ook (Kansen op dwaling, veel ernstiger dan op eenig ander1 wetenschappelijkl terrein,', kansen niet alleen op wotenscihappelïjlk'e en intellectueele Itoaar ook op zedelijke dw'alingen. JiuiSt deze overweging wioe-t ons voorziöbiig tmiaken zelfs tot overdrijl- ■vens toe. En dit ia juist het punt dat de orthodoxe glodsdiensten scbijUt te redtyt- vaaraigen in hunne veroordeeling Van het oiplroepen der geesten als iim'mloreel, ien als inbreuk mlak'end op geh-eimén door 4eu .Eeuwige Voor den toenSch verborgen." Alltmaar. p. VIS;, Rector. hij! ha,d gefaald 'zlou zijn gees'tKnaclht ge broken, zou zijii leven v'ejrnietigd| zijn. Ik had getracht heto te doen zien, waarin hij) verkeerd had gehandeld', dlocbi hij! be greep, het niet. Ik' totoesjt thans zèll' han delen. Beglrjjp me niet verkeej-d, Brucé, zei ze, terwijl zie ziidh na;am -heurij oVephoog, alsóf ze een beroep op. hemi wilde doen. Herbert is een gloed echtgenoot vooj mie geweest, een m-ensch met een iïjp be snaard gam|oed, een werkelijk beminnens waardig m'ens'c'h1. Deze hoedanigheden zul len u tdjjdens- iuw verblijf -hier wel ni-ef zijn ontgaan. Doc'h hij! wasl geen pels handelaar en het zóu heim| gebroken heh'i ben als hiji 'dit hadl ontdekt. Ik1 tobcht hem' dit niet laite-n blijjken. Ik leerde gron dig di-Cree- -en Ojibwatalen, terwijl Her- bert na Korten tijd de studie daarvan op gaf. Ook nu kent hij die talen nog) nieit. IK stelde ook veel belang in het geestes leven yam den Indiaan, in rijn grioof', in zijn m'entaliteit., in z'ijn hijgelbovigheden. Ik schafte one boeken aan over 'de Al-go<- cjuinvólkcren en ik maakte me grondig vertrouwd met hjun legenden en met huil geloof. Ik werkte, overwoog rnfn, verdere plannen, cm toen Herbert ten slotte hier heen, na-ar Bound Lake, werd overge plaatst, bracht iK mijn plan ten uiivper. Br h-a-d een vporgevtoel, dat, wanneer Goede manieren. iWjj', vrouwen, hebben al heel .weinig Herbert hier thans geen sucte'eu Zou- heb ben, Jalt voor heimi het einde zou zijn. Hij' was reeds zoo vaak overgeplaatst, Wad dat de beteekenis' van deze overplaatsing steeds met zoo weinig succes) gewerkt, hem' niet kon ontjgujan. Het wals, mijn laat ste kans. De Indianen hier zijn uiterst primi tief; ze behbören tot de meest noordelijke stapimen der Ojiibwa's en zijn een géïso- keren ziet. De cultureele ontwikkeling korte zomerperiode iets van andere vol leerd, alleenstaand volk!, dat alleen in d'e van de zuidelijke Oji'bwa's toonde g'rpote tekorten. Talrijke mythen waren bij' dit volk in vergetelheid geraakt. Vóór ik| hier kwam] leerde ik za allen. Ook' was' het volk door en door 'ibijf geloovig. Dit was grootcndoels te danken, dat meen ik te mogen aannemen ten min-, ste aan een legende, waarv'an u zeen 'zékéj- reeds zult hebben gehoond. Da Indianen geloovcn er aan en dat heeft jui'st mijn arbeid hier gemak'beiijlkey gemaakt dan ik onder andere omstandigheden Jiafl! moge-n hopen. De legende komt hierop, neer, da't oip zekeren dag een aantal jagemsl heslo- "ten hun pelsen te gaan verkoopen aan eetn anderen vrijlhandelaar vèr in h,et Zuiden. Ik vermoed dat het gebeurd is- in d'en tijd der oude Xorth-West-Company De gebouwen waren gelegen vér- goede manieren. O neen, natuurlijk', .ik wil Volstrekt niet Zeggen, d)a,ti |U geen ma nieren heeft, u i9 vóltaaakt op de hoogte, hoc u te gedragen onder .alle toogelijlko cmlstandigheden des levens, ui weet, Wie en wanneer een handl te geven, wannéér uw kandis'c'hoenen uiti to trekken of aam te houden, u weet perfecl, pi die wonder lijke afkortingen, die de imensichen opj hun visitekaartjes zetten -bij die gelegenlïadten, waarop het noodig en nuttig geoordeeld wordt elkaar een dergelijke „hartelijk heid" te 'betuigen, Maar dat oppervlak kige vernisje van fatsoen tel iK heele- maal niet toee. Onder goede manieren versta ik nog iets meer en heel iets. anders, imecnt !W!. R. in de K. ,V Tegenwoordig doen de datoes veel din gen, die vroeger aan de jheeren wto-d'en overgelaten en in die z'aken, de gewone wereldsche alled'aagsche dingen, dauar hjeb- ben wij, met een zékere onafhankelijk heid, nog niet' geleerd een Mjbtehoorend!a beleeldhcid aan te passen. Wil ik het met een paar voorbeeldjes u, even duide lijk imlaken? IK reis nog al veel, niet alleen voor plezier, maar méér uit nood zaak. En als" ik dan op een morgen er op uittrek, dan is dikwijls mijn heele dag al bedorven op) het Station door de lomp heid van mijn medeménSdheu. Er is nog tijd genoeg) vöor de kaartjesném'erij'. Ik Sta rustig, in wat' wij) een queue imeimen, orni eens eeu Hollandséh' woord' 'te ge- bruinen. En dan komt er pen s-tevigo da,me aanptuffen, dringt haastiglijk door dq kronkelende menschen slang door toit vlak voor liet lok'et en neemt een kaartje tegen alle regeleu van orde in. Dan kun je je opzwellen en protesteeren, maar daar bereik je toch niets rn'ee, ,als regel, jo kunt je ook zwijgend staan ergeren, en daar bereik je óók niets moe. Nu vraag ik, is dat beleefd' en welgemanierd. Waar- ami doen vrouwen zto iets1 bij'.voorkeur Omdat z'iji nog lang zoo goed niet nis do miannen hot idee van eerlijkheid machtig zijn, misschien pok omdat rij door dom me brutaliteit aanvullen, wat hen kan kracht ontbreekt. O, ik weet wel, mannen doen het ook, maar help eens kijken, pf het niet gnootcndeels de leden van ons geslacht zijn in dergelijke gevalletjes Én dan in den trein, ik sta er op, dat e:r één raampje tenminste op een kier open staat. Dit voor de frisschigheid, en ter vioorkoming vfln 't gev'aar, dat je, ,ajs je uit een boute coupé 9ta.pt, .een stevige kou vat in dit ons ongestadig klimaat. Maar de mcesto veldslagen, die ik over dat raampje 'gevoerd' heb, is geweest mét dames, die het zelfs opj warme dagen potdicht wilden houden. En als je voet bij- stuk houdt, krijg je (altijd gelijk, want Volgens het spporwegreglamient mlag er altijd het venster aan de niet-windz'ijde opien, nis maar één van de reizigers liet wensclit. Maar ik ben een vredelievende ziel, en vcrinijd alle botsingen zelfs ten koste van mijn humeur en gezondheid. Ik Jidb wel eens strijdlustige diagen, dat ik dóórzet, maar dan Voel ik mleestal later spijt, dat ik zóó- stijfhoofdig geweest ben: Ook .weer is het waar,'($at er soms miannen in de oppositie zijn, hoewel zij dooi' meerdere ervaring gewoonlijk wel weten, dat het toch gebeuren moet, en ook weer, cmida.t zij! meer ontzag hebben voor be- palingen en reglementen. iWant 'daar hebben de datoes opk oen handje van, olmi dé wet te ontduiken. Als vr geen toezicht is, doen ze als- school kinderen, gauw uithalen, wat niet miag. Gelooft u het niet? Weer een voor beeldje. Zonder licht rijden, als er geen agent in 't zicht is' en afstappen, zoodrai er een in het Vizier kómt. Of bloemen plukken, -als -de parltwaichter buiten schort is, of links loop-en, tortd'afc de politie toét de harde hand m-.oet optrekken (eenigen tyd' geleden ziagl ik in de hoofdstad een damë, die absoluut en onvoorwaardelijk weigerde de straat over te steken en ptot den stroom toee te loopen; zij werd onder heftig ptotest de straat overgesleurd en mee naar dén politiepost. (Het bero, zeg gen de Amlsterdamtoers). En in winkels, wie zijn er als Üe kippen b'ij' om voor hun beurt geholpen te wil len warden. Wie dringen -het hardst, als er een sliert menschen voor een of ander tciket staan te wa,dhten. Wie zijn woedend b-cos; als zé na Veelj gezeur aan Üe beurt kamend Imterken, -dat ze het verkeerde bokje te pakken hebben, wie stappen toet groole regelmatigheid veffkeerd uit de tram en trein enfoeteren, als het dan miet goed uitkamt Eu Üan onze w'iukeltoanieren. Treulrig, Eerst drijven we den bediende tot de grens van wanhoop, door zóowat het ljfeele vak te laten uitpakken, en zeggen 'dan dat er -geen keus bij) is, of we nemen een meer subtiele mlethode van marteling en kiezen iels uit, en veranderen op) het klaatsto oogenblik negenmaal van opinie, of ook wel, we blijven hangen tussdhei; twee dessins en kunnen toaar niet beslui ten, en bl'ij'ven een klein half uur weife len, en zeggen dan eerst onzen m'au pf huisgenoot of een dergelijke fictieve auto riteit te zullen clonslulteeren. Dot een bediende dan zachtmoedig blijft en de heele affaire niet naar ons hoofd gooit, heeft ook al weer zijn eigenaardige en diep; liggende redenen. Dit alles sluit ik in b'ij goede manieren. Een beter woord was misschien hoffelijk heid. Maar dat heeft een ietwat ouder- wetüéhen klank, en alles, wat ouder- wetscih is, is uit 'den 'booz'e. Maar geef mij najaar de goede oude hoffelijke gewoonten terug. De gewoonte om' te 'denken aan de gevoelens val' (minderen en gelijken, het denken taan de behoeften van anderen, het zich moeite geven olm' anderen kleine ge makken te verschaffen, vooral het niet noodeloos pjtagen van degenen, die op een of andere wij'z'e ons dienstbaar, zijn. Op dén Oden Zondag na Pinksteren. Epistel v. d. IJ. Papliup aian de Romeinen, yi. 3 11. Buoedeirsl wij) allen, d-ie in Jezus- Chris tus rijn gedóopt, zijn in Zijnen dood gedoopt. '.Wij zijn dan door) dén jdjoop, me,t Hgm° begraven olm te eteiryen, opdat, gelijik Christus dooi' de glorie des, Vaid'eirs is venrez-en van den dood, wij) obh d'uS Wandelen in een nieuw lelvem. Want in dien wij, in Hem rijn ing-eplapit door de gelijklvórimigheid aan zijnen dood, dus zul len wij -Jiet ook! "dooi- de gebjk'vbilmtgheid a,an zijne Veraijizenis zijn. Dpap wij w-eitep, dart onze 'oude mcnsohi met Heto ip ge kruisigd, opdat -het lichaam) dei' zond'e te niet zoude gedaan worden, en wiji de Zonde niet meer dienen. ,W|a)n;t die gestor ven is, is van da Zonde gereohtvaairdigid'. Indien wij; nu met Christus zijn g-esitorVan, zoo geloovcn wiji, dat wijl ook met Chris tus 31'ifllen leven. Wiji weten to-oh, d,at C'h.rjis|tus, die Van dc doodén is veryezenj niet toeer. sterft, en de dood BVtep Hem geene heer,schappij; me-er hebben zal. Want d'at Hij gestorven -is-, is) Hij slechts eens gestorven vkn de zonde, mjaair, dat Hij leeft, leeft Hij; voor God- D-us ook gdji ,a,c'h]t u gestorivén voor de zonde, mlaar le ven-de voor God in Jezus C-hirisitius, onzen Heer. i Ev'angelic, Mlua-cus. VIII. 19. In dien tajjde, wanneer ee|ni glrioate to-e- nig)to biji Jezius was, eni ziji niet ta eten hadd-en, rjicpi Hij! zijne Leelrlingen te z'a'mém en Zeiide hunik 'lieb toeêdoog|en met hert vólk; want riet, ziji rijn reeds drie dagen bij- onliji, en zijl hebben nieit te eten: en -zoo ik hem oiig|eislpdj|s'd naar jhiuis laait gaan, -dairt zulllien rij, op den vscg) bezwijken; wamt eenigen van hen jpjm van verre gakbtoen. En zijne Leeaflangien anrtwoorddein Heml: v]an waar zal' iemand' hen hier *5n de woestijn toert brood kunnen verzaden.? Ein Hij, vraagde hun: hoe vele brooden hebt gij Eïjl zèidten: zeven. En 'hij' gebood het Vplk op de a arde neder te zitten. En -Hij( naim! -de zeven brooden, dankte, br,ak, er» ga,f ze iaan zijne Leerlingen, oml voor te zetten; en zij| z-ertten ze a<an het) volk voor. Eij| hadden ook weinige viaöhjes', dei Hij ook zegende en gebood vloor te zetten. En rij) alten, en yarden veirlzadi(gdeni rij) n,a|m'en zöu'an manden op met brokk'elin- gen, dfe overschoten. En dia gegeten hadden waren omtrent viey duizend) enj Hij Hielt ze gaian. L l i i DB VIOOL». door Frans Enke. Mousfeul• B-eritin stond in een winkel op den 'boulevard' Edgar Quinst en keek met aandacht naar een ouda viool. Hert Wiae ougietwijféld een geheel bijlzonder kunstwerk. G&iteren wa® ar een jong cohrtpoiar bij; hem' gekomen met een groiote kist met dllerlei curiositeiten: beeldjes, gravtorss, hoSiifs'uijWftJ'ikem, oude handschrif ten, alles te satoQn 'n hoop -dingen, die bij; nadar onderzoek vjrijiyel wawdeloas bleken te z^jm. Maar de vrouw droeg) een vioolkist onder- den airpil. Te^wijf zie deze kiist open-dc, dislcihite rij) een .geschie denis o-p-, waar-in zij- vj^rtelde, dait ham kortgeleden een erfenis wiafe- ten deel g|e- viallcn, wawondor rich ook de oude viool bavónd. Daar- zij, noehl haar m'an ook maar het minste vieris-liand1 van zulke dingen hadden en men hun vejiteldte, |l|a|t s-cillende mlijllen v'an het meer en den eersten nacht, na laat afgereisd] te zijn, kampeerden dc jager,s bij een klein meer tje in de nabij(heid. Weken Darter werd het kamp door h,un eigen volk aangetrpffe-n alle jagers waren gestorven. Het' „Doo- denkalmpi" wordt die plaats' sindhldïcn ge noemd. Er waren geen sporen vhn geweld, doch men viond een berkenscirors-ketel, waarin heete steenen waren geworpen. Eooals u weet is dit de priimdnieve kook1- m-etliode. Graatresten toonden aan, dat men v-is-clh had gegeten. En zoo ontstond do legende, dat de een of and'erc s'terk-e geest vergramd was gewonden door' hun besluit om- de Hudson's Bay Company den rug toe te keeren en hij oml hen te. str.aiffe-n de v-isch in het m'eer had ver giftigd. Sindsdien hebben dé Indianen geen vis-clh meer uit het meer gegoten. Ik had v'an -deze legende gepiooiidl e.n ik' kwato naar Bound Lake Fort Mystery, zjooals het thans heet bereid mij van die legende en haar gevolgen [te bedienen, ofe'choon het langen tijd geduurd' heeft voor ik een zeer eenvoudige (verkla ring vond voor den dood) diep Indianen, De rotsen, die het „Meer aan liet Dooden-i kamp-" omringen, bevatten sommige mine ralen of' scheikundige sjtoffen, die biji ver hitting worden opgelost en vergiften zijinj zoodart die jagers) zich géheel pnwetend hebben vergÏE'tigid. i Om te bereiken wat ik1 wilde, nam ik van een anderen posltl hierheen, eerst als gewoon 'bediende, een Indiaan Ne,e, Nee-dai-lboy geheeten. Tot op zekere hopg- te was hij, nog al handig) eu ik) wist, dat ik hem in mijn macht had. Vóór hij) in Round Laike kWalml, h(ad ilkl hem de noo- d'ige ins|tr;uctie.s vloor zij;n gedj-agi alhier gegeven. Er bestaat bijl de 'OjibWafü zooiets als een soort gehedltoe godsdienstige secte, genaamd „medewilwin" -en hert is weiik'elijk! een sioort priesterschap met viett graden. Een onderzoeker, een zekére Hoffman, die werkte voor de regeering) der Yei-eenigda S;t;aten, had alle geheimén, riten, inwij-- dingsformule's, kórtom alle bijizonderpMd611 .aangaande die se-cite acfhterhaiald en ik bezat een ciopie. van rijn roppoirt. Tal van uurtjes warden door mij besteed aan d'e inwijding van Nee-d'a-boy tot ik eand-elSjk' mijn moeite bekroond' z|ag «n hiji kon doorgaan als een „medewiwin" vhn den vierden graad. Bij de OjibWa's bestaat er geen toaefatager m-edicdjnmian. (Wtordt Vervolgd.) V

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1929 | | pagina 5