rill allerlei aan ZATERDAG 8 JUNI 1029 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT f IN HET KRAAIENNEST Land- en Tuinbouw RECHTSZAKEN I GEKKE GESPREKKEN ClemenceiaiU en de Jez'uieten. 'Ken tijd lang heeft Clemtenctou te Parijö gewoond in de 'Rue Franklin, VlaE naast het huis waar de Paters Jez'uieten woon-' den. Doch deze buurmianschap hjeeft nooit tot nauwere betrekkingen geleid, daar ieder 'zijn best deed oto de grootst mogelijke te rughoudendheid in achjt te nemten. In den tuin der Jeziuieten echter stond een boon* die door haar volle blarenfroon het licht belemmerde binnen te dringen in de werk!- klaimter van Clemienc'eau, welke uitzicht gaf sop den tuin. Clemeneeau die zba gamlaluke- Bjk kwaad werd, beklaagde zich dlaanaver lOp zekeren dag bij 'een zijner Vrienden. .Deze gaf hemi den raad o|m| een beleefd briefje te schrijven naar z'ijn buren met het verzoek.' dat z'ü den ttooml zouden laten «uoeien. „D;at is onantageïijk", antwoordde do JSerkvervolger, „want im'ijn buurlui vor men toch een Congregatie". Zijn vriend be loofde hem' echter dat h|ij ter gelegener tijd persoonlijk1 bij' de 'Jezuïeten daarov'er zou gaan spreken. Cle'mfeneeau Vond dat goed. Zoodra de Jezuieten boorden, "dat hun boolmi het lidhfb helemtmerde in de werkkamer Van Clemeneeau, lieten zij1 onJ middellijk! den boom' oimhakkcn en zoodoen de genoot Clemeneeau op zekeren dag in eens Van het Volle zonlicht. Toen zijn .vriend aan Clemeneeau vroeg wat hij' van een dergelijke handelwijze dacht, antwoord de hij: ik vind|het sdhjtterend en ik gevoel ime verplicht ami mijn buren te bedanken (Voor deze attentie. iEr o ntfjton zich toen de Volgende brief wisseling: Clemteneeau schreef aan den Superior: „Eerwaarde Vader, ik kan uniet genoeg dankba.ar zijn Voor de vriendelijke attentie die u mij bewezen hebt en waar door iu 'meer gedaan hebt dan ik! mocht Verwachten. Neemt u mo niet kwalijk, dat Ik! u aansprak met Vader, want gij 'hebt toij weer Jiet licht teruggeschenken". De Overste antwoordde gevat: j,Mijn zoon. De dienst, dien ik u bewezen heb is slechts gering in vergjelijking m'et hetgeen gij Voor Frankrijk gedaan hebt. Maar) u rnioet niet verwonderd staan over den titel .Waarmede ik u aansprak, want ik meende dat i'kl u verplicht was „m'ijn zioon" te .noemen omidiat ik door het vellen van de zen boom u weer in staat gesteld heb: den hemel te zien". Beier djan door dit typische voorvalletje, kan de gesteltenis van het grootste deel der Fi'ansohen op religieus gebied moeilijk geschetst Worden. De groote Clemeneeau, de „tijger", dio mjet ijzeren Vuist Frankrijk dwong om: den' oorlog uit te Vechten tot het bloedig- eind, de gcweldenaar-staatelban, durft geen briefje te schrijven aan een congregatie. De rillingen liepen den held zekler al over 't lijf, bij de gedachte in connectie te Wv rt"n |m«t eenige priesters. De oude 'k'erkverviolger, die voor Satan zelve niet bang heette, krijgt de bibb'eratio ivoor een zwart habijt. 1 En wanneer 'n Vriend niet wat inteer (nloied had gehad, liep „de Verschjrilklkelijke" nog als 'n koppig kind te mokken en te pruilen. Arm' land 'Waai' 't anti-dericalisme ziao'n kracht heteftj UITKIJK Het mloedertje had zich daarover nooit het hiöiöfd 'gebroken, het was nooit in liiaar .opgekomen qui er oyer na. ,te denken of dat 'wel recht,Vaardig is. Tijdens den oorlog is haar winkeltje ten gr°udo ge richt en van dien lijd af ging zij' uit wenken. Daar is altijd wat ïntee ite ver dienen, hetzij' als hulp met de groote schoonmaak of !met die wasclh, hetzij, als naaister. Een paar jaar geleden wa.el zij begonnen oonl en nog, iets anders bij. te doen, wiaamnieda zij nogal een mooi' som metje bijVeirdiend 'had, ja, d'en laatsten tijd was dat zóó goed geglaan, dat im|oe- dertje gisteren zelfs iceaikwistend werd. Maar m|off|gen was het iinlmeirs haar ver jaardag. En met ''n verjaajdlag* m|ag; amen zich toch wel een klein pleizi-er gunnen En zoo 'br,ak mloedier gisteren haar stee- nen spaarpot opien. Maanden achtereen had zij daarin bat eene kwartje 11a het andere gestopt, nu was het een kapitaal van 40 gulden geworden en van dit geld kocht moedor een inenw-en vborj,aarsman- tel Voor Friedel har,e dochter. Hij was van bruin cheviot en in de schouders zelfs met zijdte gevloerd; hij had 23 gulden en vijftig centen gekopt. Maar de rekening die bij den mantel gppakt was', had mloe- der thuis direct verscheurd. .Want anders zou Fried'el zeggen dat het Zonde Van dat geld was, want wie weet of' zij, den m'an- tel nog wel ooit zou kunnen dragen. Friedel, die to|t vorig jaar September altijd naaister was g'êweest, is nu juist niet wat m'en noemt, doodziek'; do d'oikteir bezocht heflr zoo nu en dlan eens, olmflat zij, wel wat j,e vteel hoeslbte. ©n zij heeft geen eetlust en altijd kou, en 0e is altijd moe, 'o zoo jnoe. De moeder buigit zich over d'e sola hoen, waarop Friedel ligt. Nee, zoo rustig en diep als! Michi slaapt' zij liie.t. Haar adem! is kort, af en too hio;est zij en dan keert zij zich ontet een lichten, zucht om, op de andere, zijde. Langzaam1 draait de jnloede'r dp lialmpl iuit: Zij zit wel eens graag in «en donkere •kamer 1 Ei|g|enlijik kon zo nu zelf nok wel gaan slapen, het is al laat. Door de dunne murten van het oude huis dringt een verre klokslag, van den (oren, <t' is al tien uur. Die oonda Vrouw zit daar bijl de lieve voorjaarsbloemen, die een zacihten teeren geur Vreislpreiiden, 't waren de bloemen, 'die Miclhi vpor haar mee gebracht had! Dankbaar denkt de moe der: neen, zpo heel slecht is liet mij in mijn leven toch piet gegaan. Met de handen in den schoot gevouwen luistert zij naar de ademhaling van haar twee groote kinderen en het zingen van den nachtwind in den schoorsteen. O, wat is zij, mpe! Eigenaardig, pils men in de huizen 'bij vreemde mlenstehen poetst en wasclh|t en holen uit den keldler naar boven draagt is uien pooit vermoeid. Ook' niet, al is (men reed's bijna Zestig jaar. Vermoeid zijn, daar moet men eigenlijk tijd) Voor hebben. Rijkelui, mievipuwen, die mogen moe zijn. Maar daarom behoeft mien nieit jaloerse© op hem te zij'n. Doch wanneer daarbuiten, ginds ver, de klok het eene 'kwartier na liet andere slaat en wanneer eenmaal in hot ja,ar de aviond daar is, Ü'at ook eene moeder bare kleine handen vereelt en ruw yan het Vple werken in den echoot kan leggen dan voelt zij' maar al te yeel, dat zijl morgen 59 jaar wordt, dat zij misschien al heel fepoiedig een ouide Vrouw zal zijn, die niet meer zooalis nu haar brood in vlreemde buizen verdienen kan. Michi, haar jongen, zal dan waaUstehijnlijPf wel getrouwd zijn en niet meer in poeders keuken slapen, cn Friedel De moeder staat op en gaat naar haar dochter onv met machte hand de afgegle den dekens weer Voorzichtig goed te leg gen. Friedel mag geen. kou lijden. In haar slaap hoestte ze af en toe en sprak aanhoudend allerlei wartaal. De nieuwe vloorjaarstoantcl ligt over den leunstoel. 'Friedel zou hem' aantrekken zoiodra zij weer buiten mioclht co) Volgens voorschrift 'van den dokter in de zon te gaan wandelen. Zorgvuldig strijkt de moeder een plooi glad in den mooien brui nen mantel. Ilct iis heelem'aal donker in de kamer. De nacht is koud. Allerlei gedachten bestormen haar jiu, gedachten waarv'oor zij overdag zoo weinig tijd heeft. De moeder luistert jiaar de korte, Stoo- tende ademhaling Van baar dochter. Wan neer zal Friedel piet hiaar nieuwen inlaut el weer uit kunnen gaan O, 'wat is do oude Vrouw nu inOe, haar oogen vallen dicht. In den half-slapen- de.n half wakenden toestand waarin zij nu verkeert traklken do laatste twintig jaren aan haar gesloten' oogen Voorbij', haar heele leven, niet veel vreugde, maar ook niet veel ellende, alleen werk', veel werk. Maar eigenlijk' proest men wel dankbaar zijn, dat jnen altijd werk bad'. Met werken gaat de eene dag na de and'ere voorbij'. Wanneer men er op terugziet, is het oen eentonig, pomiber geziclhit. 'Alle dagen zien er hetzelfde uit en feltilletjes aa.n ils men er oud bijl geworden. Het was oorlog, Friedel en Michi waren kleine kinderen, toen hun vader stierf. Ilij had een klein winkeltje in de vtoorlstad. Eu toen moeder piot hare kindertjes! vlan hot versA gegraven giraf huiswaarts koor de, mocht zij niet eens veel öc|hreiën. Zij, wist, wat haar te doen Blondnu Vader er niet meer was, moest zij, den kost yelr- dienen vioor Friedel en Michi! Maar Üo winkel ging slechter. Heb was oorlog:, ten er gingen toen wel. grooteire, zaken dan zloo'n arpizalig winkeltje ten gronde! Moeder moest dus naar andere ver diensten omzien. Wiasicihivrouwen en schoonmaaksters waren e.r altijd noodig. Voor vlijtige handen is er overal Werk, vooral wanneer die handen gewilligen goedkoop zijn. En oen moeder werkti on vermoeid, wanneer thuis twee aankomends kinderen wachten, die altijd honger heb ben. Michi had altijd d'en meesten honger. Hij, was toen ruim! 14 jaar cn [ging1 in de leer bij een bankwerker. Bankwerkers, zoo bewee,rde de j'ongen, moesten vOor twee eten, anders Is het niets Piet hen en wordt het ook nooit ietsi toet hen! En hij at ook voor twee, een taoöder kan immers alles, hot is heel eenvoudig. (Kin deren behoeven er niets van te mer ken, dat moeder vaak' met honger naar bed moet om hen voldoende eten te kun nen gaven. Michi werd een groote, sterke jongen, e.n toen zijn leertijd voorbij was', kwam hij in een ijzerfabriek. Hij! verdiende reeds een aardig weekloon en p®6|te goed oip. lederen Zaterdag gaf hij rijn. faeela loon aan zijn moeder af en telkens vroeg hij dan aan hef kleine vrouwtje, Üat hij al lang over het hoofd gegroeid Was Hoeveel moet ik' er nu nog bijverdienen (mioeder, opdat u niet meer uit werken hoeft te g,aan Moeder beloofde stil te gaan leven, z'oodra Friedel evenveel verdiende als Michi, maar daarvóór moest zij eerst ha-ar vak als naaister, voldoende geleerd heb ben, en dan, en dat .was inoig wel het moeilijkste in deze tijden, zij moest ook vloldoeude werk hebben, want er was tegenwoordig een overvloed van naaisters. Fried'el had minder geluk d'an Miclhi. Er gingen soms maanden voorbij, waarin zij niets verdiende. En verleden zomer moest Friedel voor de eerste maal ver schillende weken thuis blijven. Zij' begon toen ook wat te hoesten. 'Dat is niqts ongewoons vloor jonge imeisjed die al een paar jaar achtereen aan de nalaimladhine gezeten hebben. De dokter, bij wie Frie del zich liet onderzoeken, vtend eigenlijk niets buitengewoons. Een beetje vtenkóu- den meende hij. J)e longtoppen waren een weinig aangedaan. In zoo'n toestand mag men zelf .niet aan een naaimlachine denken, men gaat voor een piaar (maanden de vrije lucht in, profiteert zooveel moge lijk van de zon,, drinkt veel taelk', en laat het naaien aan anderen over. Friedel ging echter niet naai" huiten, de Zon schijnt in den zomer "immers in de vioonsitad oven goed. Maar het sciheen toch dat de zon,, die hier tusschen d'e vier-verdiepingen-lhiooge huizenrijc.n moest doordringen, eigenlijk niet de ware was! En 'nadat Friedel maandenlang) niet ge zond en niet ziek, maar altijd' Voo mloe woest was, bleef zijl op1 bed. Verder ge beurde er niets bijzonders. Zij werd alleen nog wat bleoker. En de dokter, flie haalr alle veertien dagen kwa|ni bezoeken haalde de schouders 'rip: „i'nwlicijncn behoe.ven we de juffrouw niet te geven, biet wat geduld zal alles op den d'uur Wel weer goed kamen." Zoo was het herfst e-n winter (ge worden, de lange avonden kiwam-en, en moeder mocht er nu nog minder dan in de.n zoimor aten danken, dat Zij al heel garaw een vrouw va,n 60 jaar «ou zijn, Zij wflis ear in gealaiagld om werik' te kJriqjgGjn dat zij- thuiis .Wou verrichtten en waarbij Friedel haar zelfs mee helpen klo,n, als zij een goeden dag had. Zij: maakten kleine popjes, van lappen of Btuksjes bont, die heel goedkooip te krijgen waren. Friedel had er zelfs, plezieir in, al (mioeslt zijl altüj'd te bed blijvlen, haar poppen werden hoe langer hio© kunatigter en tegen Ketrshmia verkloichilen zij zooweel van die aardige, leuke dinglen, dat Miclhi vlaak' lac|h|end zei: „Nu mioodter, hqa gaat het nu? Het zal nu toch wel niet zoo lang mleer duren, dait ge h®t 'vtegieu en poetsen in vreemde huizen er flian geeft om „glroot-indusilrieele te worden!" Nu. een kapitaal niet gauw, (vterdi-end mot het naaiten vlan poppen. Maar (stielkuim stopte mloedier telkens weea' een .paan! kwartjes in den spaarpot, "die ze gr ex pres vioiclr ge'kioohit lna-d, Zonder dat Uie anderen het wisten. Friedel zou toe'hl niet altijd ziek blijlven! Hiet voorjaar isi ww ■o,» lcomst. Friede'l za'l wcicir uit, kunnen gaan en duartvlOiC® heeft zie een nieuwen mantel noo,di|g'. Nu lag hij daar. (Uit kleine poppetjes Iwas oen m/ooie, bruine vlooir- jaansmantel ontstaan. Friedel zal er uit zien iris ©en echte dame, o, als de dokter nu itoe.li mlaur aonsi óvieir 4 of 5 wiekten zeggen (zou: „Nu, juffrouw Friedel, nu is alles weer jn orde en nu moet je mlaaj oenis .een heerlijke wandeling in het Bon netje gaan molden. i Zoo denkt, zoo, drpoiat de mbied'ea-. blie aan het bed vian hare zieke doiohtem b,ijna ingeslapen is'. In de duisternis, waarin de kamer thans geheel gehuld! i®, zit zij: stil ta luisteren. Zijl ,h,oica-t da snelle, iets of w,at onrusrige ademhaling van Friedel. 'Zij: 'hoort haar 'groote,' ge zonde jongen aelbter in de keuken snur ken. Het is zeer laat geworden. Heel zachtjes, om de kinderen niet te wekken, gaat moeder naar haar bed om) och W gaan slapen. Mprgen is het haar veï! jaardag, haar 69ste,, cn het is pok Zondag. Morgen hoeft ze niet om 5 uur ,op te staan en morgen hoeft za zi,c'h ook niet te haals' ten oim hij: (rodere m'ensdhcm te gaa.n was- edlien of het huis schoon te mialken. 1 Doodmoe sluit ize, haar ooge#. Een klean teer 'Wamlmerval geluk dloqrtrilt hiaarr oudd hart, Michi" pn „Friedel" denlkt de mJueJ der. I Buiten jaagt da wind door dte nachte-f lijjke straatjes. Hot kleine boucjuet voor- jiaarislbteeman verspreidt een zachte geul" dooa- de donkere kiameir. Em de, eentonige grauwe dagen, die voorbij zij'n, de dkgen, die nog komen, dj-ukken op een ouldd vrouw, die fcóó vermoeid is, dat zij deri slaap iiieit ika.n vatten. Kool planten. IVie in 't, najaar klooi in eigen tuin wil hebben, mloet daarvoor begin Juni reeda de no.odige maatregelen treffen. Het k'an wel iets later, mlaar alles heeft zijn vas ten tijd. Spruilklool is iets anders, die kian tot einde Juli 'worden uitgeplant, nVaar van de late planting pllukt men de spruitjes eerst in het vborjaar. Iöool vriiagt een goed bewerkten en Zwaar bemesten grond, veel water en open standplaats. Het bewerken en het bemesten moet thans reeds geschied zijn. Toch. k'an beide nu nog wel verbeteren. Men gebruikt er immers griond' voor, die gemeenlijk reeds gebruikt is en er moet dus opnieulw worden gespit. Niet zooi in grijpend als zulks in 'het vloor ja,ar is ge schied, maar toch imioet er m'et zorg wor den geiveik'l. Men geeft dus opnieuw een bemesting met klunstmtest of 'beer; het 'hangt er m|a,a,r van af', hoe de vroegere bemesting is geweest. Is er echter wat zuinig gem'es't, dan is het ookf nog! wel inlogelijlfl door het geven van superfosfaat en patentkiili den n,nodigen voorraad daarvan aan te brengen of te versterken. Per Are zou men bijvoorbeeld kunnen ge ven zes IC.Gr. zwavelzuren amlmioniak' en .gelijke hoeveelheden superfosfaat en pia- ientfcali. Maar oiml nu precies de hoeveel heden ,op, te geven voor elke soort en elke andere grond, is niet te doen. Het geven van stalmest ,of beer is niet aan te beve len, als men over kunstmest beschikken mhg, omdat de geur der mest de k'ool- vlieg kikt, die toe'h zoo, nadeelig zijn kan vioor de kool. Omld&t de Klooi Voor 90 °/o' w'ater be vat en wijl de grond in de warmte dagen veel. water verdampt, is het noodig,, dat de.' grond vochthoudend is. Droge g(ron den zijn nu eenmiaal niet gesc'hik'b vteoJ kLolbouw, temeer diaar in den aanvang vlan den groei de plant over veel water mloet IWeschiklken. Nu is het wel -waaP, dat de particulier in zijn tuintje gem'alW- jk'elijk zijn planten zoo noodig, wiait water k'an toedienen; niet alzoo in de groote v'elden. Doch wegens, ons vochtig klimlaat wordt 'hier heel best de h,a.nd toegesto ken. Kolmlt in landen, als D'uitseiüand, Amerik'a e.a., daar heeft men kostbare (b'cvlociïngs'werk'en aangelea||J, otol de iVocktigiheidsgraad van den eirond' op pieil te houden. In 't algem'een is het zeer verstandig-, dal men zelf een bedje m,et planten zaait, want, dan hebben ze minder te lijden, da.n 'w'aar men ze per post of spoor Van eldters uilqet laten kbtoten. iW,annecr m'en Klooi gaat uitplanten, d,an ialoeten de afstanden goed genoanien wlorden. De afstanden der planten Vari- eeren tussc'hen 50 en 70 e.M.„ naar ge lang 'men bloem-, roode- of Savoye-klool bouwt. ,V,an de Soorten hloemklool, die ip den herfst geoogst worden, inbeten gjenoeimid worden"; de Eclipse, Veitdh autuiml giant, ,Le cerl en Delftsdhe k|ortpool. De bloemkool wordt in het Voorjaar en half Juni uitgeplant, ev'enals de spruit- klcol, doch boerenkool kan ietó later. In het algem'een gelukt de Veiibo,uiwl van kbolplanten, ials m'en, zoo,als men het noemt, zóó tijdig heeft geplant, dat ze miet Sint Jan Vast staan of aangeslagen zijn. Dan fan m'en geven ongeveer 4 pioind' chi lis,alpeter per Are; zioo noodig kan m'en het op zandgrond nog "(éruist eend her halen, temeer daar kool eej^ liefhebber v:an stikstof is. O'p kleigrond kan men reeds vóór de.n p!,anttijd de stikstof toedienen, ömdlat het langer duurt eer deze to,t bijl de wortels is terecht gekteraten. i Kantouglereeiht te Goes'. Door den Kantonr,echter te Goes zijn veroordeeld wegemsi oVe,i-trediinig: shriaaitsclheraderiji: A. d. J., Kloetinge, f 15 of 15 d.J. O. P„ d. |W|., Oudelanide, f 10 ,of 10 d.; A. C. iV., lenseke, terug ,aan .oudetrla; I ziomder vergunning over, een epoorweg! loivloris,tekenC. N., fjoes, ontslagen van reehiteivenviolgiinjg; i istnooperiji: P'. O., .Bergen op Boom, P, R., Rooisenid'aal ,f 25 o,f 25 d.; vlalsidhen naanr opigeiven: P. R., Roosen daal, f 25 pf 50 d. z. v. toppen over giioiud mat verboden toegang: H. K., Haaisweerit, f 15 of '15 d._j met ,ean gemeukte ibfoofc viaren zonder viergunndng: ,H. IC., H:answeeii;t, f'5|ijf5d.'J te Cialijinisipilaat luidruchtig: zingenA. d. S., A. B,„ Oiolijinisptaat, f 3 of' 3 d. te Driewegen luidruchltig zingen: F. d. K., .Wpliphaartsdijik, f 10 of' 1 w. t.seh.; mleit Ham'elviaartsdag winkel geiopend hebben: H. L., Goes, i'0,50 of 1 dag; overtreding gtemeentevterordenin,q Goes II. C., Heinlkeniazand, 3 of 1 w. t.acih. ©en opanbia,ar middel tot veiryber van perlsion'cn in weffjkdng; houden: li. V. li., Kiio,etin|ge, f25 of 25 d. vee zonder Voldioende toezioht laten loo- p,en: J. V. H (Wl., Nieuwdprp, f 15 of 15 jd.;; melat vlan een wagen pp den Weg wer- Iien; A. Z., ICattendijjke, f2 of 2 d.j loy.erilrediaig paafdenwetG. II., Ove<z«n- de ,f 3 pf 3 d.j i j vuur (aanlejggeai pip korten aifsband van glopderenJ. J. J., 'Kloetinge, 1 fmaand tuchtsiclh|Oiol 'VPorwiaardelijik pret een proef tijd |V|an ,tw,ee jaren; aan noodrem .trokken zionder noodzaak J. M„ pp,eis, ylrljigesp^oken met nnotoarijituig rijdende, geen signaal ige'ven ,als de veiligheid van het Verkeer zuljkis .vjoirdert: H- P-, Goes, 2 ,tuaal f7,50 ,of 2 piiaal i6' d. met naiototrtjituig ,de Veiligheid van het verkeer in geyaaj brengenH. 'A. N., Ka- pelle, f20 pf SO d. mot een rijwiel zonder noodzaak de lin kerzijde vlan den weg blonden: C. O., Ove- aznde, C. Ji., Oudelande, K. A. V., EUe- woutsdijlk, Ï5 ,oi" 6 d.G. V„ Goes, f.3 of 3 ,d.J. d. Wj., Kiapelle, 12 of 1 w. tuclhitselhjoiol als v|or,en geen richting! aangeven: P. C. V., 's-G-ravenpolder, S maal 5 lof 2 maal 5 d.; fietsen zonder bel M. d. D., tB-Graven- p'older fl of 1 d. fietsen zonder licht: ff. C. B,., Rilland B,ath, D. 'C. v. a. V., lenseke, O. T. M. V., lenseke, f5 of 6 d.; dronkenschapG. d. P., Goes, fff of 5 d.; O. P. R., Kortgene, 15 of 15 d.B. A.V., Colijhsplaat, f 15 of 1 w. t.sdh. Weet b dit? Op het o,ogenblik zijn in Duilsteihland niet minder dan ongeveer 20000 wetten en Verordeningen van kracht, wnaryan souri- mige uit het jaar 1710. 700 jaar geleden was Helgoland 40 m,'aal grooler d'an tegenwoordig). 1 i In het jaar 18,03 was in Engeland het Verbranden van steenkolen verboden door koning Edward I, wegens rook en stank De greolsle broodetors z'ijn de Bulgaren de Fransehen, de Australiërs en de O.a- nadeezen, die ongeveer 270 E.G. brood pier jaar en per hoofd' eten. De dadelboom' heeft de bijzondere eigen schap, nooit gelijktijdig mhnnelijke en prouwclijke bloesem's te hebben. Reeds 1000 jaar geleden werd de Oe'eaan zij het rj,an o.okr m'et gebrekkigs schepten doorkruist, wat bewezen wordt uit de Verhuizing van de ïn Polynesië levende Indianen-stamimen naar Amerika. Het Vorige jaar zijn 108G30 personen auto's met ongeveer 400.000 reigers in Zwitserland geweest. Luxcl schepen dcil «iiidhelïil. Met groote belangstelling) pracht de wereld het te voorschijn hremgten van die schitterende schepen van Caligula uit het groene meer van Neani. Caligula maet, wanneer men geloof hecht, aan de ovterie- vering, een bevorderaar van de sdifceps- fcouwkunst zijn geweest, (maar hij; was, in ieder geval niet de .derate heeirsic'her der oudheid, die zich d'aardp k'an he- roeunen. 1 ti I Reeds Hieron JI van Syracuse (275f 315 vi. Christus), de zoon van Hieroeles' had e.en ibij^ojulexe liefjhehbteriji iv'oojr de selioepisbouwlkunst. Zbo liet hij o. ra', fee.n vschip bouwpn, dat in gfndatte ,en pracht zijns gelijke niet 'had. Hiet hout viriui dit vaartuig werd van den Eitna igehaald, eveneens de. beide kleine m'asltbodm'en. Üe derde grodte mast evienWel ..werd' heelem'aal uit Engeland gehaald. i Hst buitengewone schip bezat drie Var- diepingen. De vloeren bestohdon uit' prachtige mp'zaiken, welke tafereelen uit' de Iliade voorstelden. Niet alleen hevten- den zich op. het schip).verschillende, had-' g.elegenheden ten een groot dek oan' te gyranastiseeren, doch dok verschillende tempels. Die aan Venus gewijd, .was met agaat 'geplaveid, de deuren waren van ivoor en tegen de muren) stonden beelden en kestbane Vazen. Een prachtige .tuin was' aangelegd met lanen van wijnranken en klimiop.. Fonteinen spoten zoetwater» De wanden van de bibliotheekzaal warpn vervaardigd uit hout van den taxisboom; In de gewelfde zoldering waren! de ster* renbeelden aangebracht. I In h,et onderste ruim' vlan het schipl be vonden zich de luchtige stallen, waar tien prachtige paarden stonden. Boven de «tal len waren de woningen Va.ni de knechten. Het schip., dat ongeveer 4200 ton glroot zal zijn geweest, bev'atte een igjoota vijver met zeewater om de zeevislachen goed te kunnen houden. i Keukens en bakkerijen war,en ala klei ne torens aan beide zijden van het schip aangebracht. Rovcd het opperdek van het schip' verhieven zich acht grtcote torens met alle mogelijke v;erdediging)a- en belegeringsm'achines voorzien. Onder deze machines bevondt het door Archi medes gevlonden slingerwerktuig', waar door een steen, drie centenaars din» 150 'Eg. zwaar aen sjtadie (185 me ter) kan worden weggeslingerd. Hjett op- porder werd geschraagd d|Oor ,twee rijen varyathiden (vrouwenbeeld, dienende tot .Bte'unAcht [ankers bezat hat schip', vier van ijzer en viert van hteut. Dit luxe schip w'as porspirorikelijlki be stemd om granen naar .Griekenland te biv-ngen, maar we,rd (ongeveer in het jaar 250 vóór Christus), .daar geen haven vifor dit schip plaats had, door Hieron naar Egypte gezonden als, een geschenk vcor koning Pfoleta'aeus! De lading- be stond uit 60.000 maat giraan, bovendien uit visschen, ,olie en andere leVentemad- üelen, een hoogst welkom' geschenk' vteor den k'oning, wiens land door een hon gersnood werd' geteisterd. Zoo schrijft de Grieksclhe s'Qbjrijlver Athenaiois1. 1 .i RECRUTENSCBOOD. Officier: „Zeg, waarom' kan jij' niet in den 'pas loopeu? Als je o,p| het oomjmlando „Miai'seüi" imtet den linkervteet aantreedt', zooals de anderen dat doen, en dan goed in 'het tem(p!o tniardheert, kast 'f je niet dar minste imloeile om in den pas te blijVen". Reeruut: „De «©huid ligt niet aan mij', luitenant; pis ik alleen loop) ben ik altijd in den pas". MOEI) HOUDENJ, I Antiquair: „Nee, m'ev'rouw, dat iet nieta Voor 'mij. 't Ding is nog gjfeen eeuw oud'. Bewaart u het nog eens honderd jaar en Uomi dan eens terug". VERKEERD BEGREPEN. Driffier tot' drinkebroer: Alvorens ik je onderzoek', eerst een Vraag: drink je? Djrinker.: Zeer .aangenaalm', dokter, als jeblieft een glaasje ctegnacd D® TEERHARTIG®. Heer: „IE heb er altijd Verdriet van, als ik arnte kinderen met bloot© vteeten zie rondstappen". Mevi'ouw„Hoezoo Heer: „Ja, ik{ reis vloor een' schoen fabriek1". EEN ZOON VAN. FORD|„ Nioe'm. jij me een® de vier elementen op, Kees. De vier elem'enlen z'ijn: water, land', lucht, en en.... Nu, denk eens_ goed na. iWjat Veroorzaakt zooveel ongelukken? j En de auWmtebiel, meester. GELDIGE REDEN. 1 „Moeder, is dat odeur?" 1 „Neen, Jantje, dat is plakg(otoj". I „O, nou weet ik waarom ik mijn pet niet van mijn hloófd kan krijgen". 'T GEVAARLIJK SNELVERKEER. „Hebt n wel eens een autolmlobiel-onge- luW mieegemaakt „Dat wil z'eggen": ik lieb mijn' vrouw leeren kennen in een autogarage." ONM ENSCHELIJ K. Directeur, tot jongte'te bediende.: „Je weet, iSimiit, dat ik nogal vtergee,taeh|t(i(g bea." Slmiit: „Ja, mijnlreer." - Directeur: „Herinner mie Wr dan aan, dat i.k' je op. '.t .einde vam de maand je on.t(- slag moet ge.ven."- GEDACHTEN. Wie -een twietvuur aanblaast, móet' ziioh niet beklagen, als de vonkten hom' in' da oogen vliegen. Lev-ens-ernst 'ha de Voorwaarde vteor fovenagienot. i iiyiie de waarheid verzwijgt, alk da pliijclht hemi gebiedt te ^preken, is eert even groote leugenaar, als hij, "diiö etenl ön- waarhoid -spr-eekt. i "i j

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1929 | | pagina 6