rill allerlei aan
ZATERDAG 8 JUNI 1029
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
f IN HET KRAAIENNEST
Land- en Tuinbouw
RECHTSZAKEN
I GEKKE GESPREKKEN
ClemenceiaiU en de Jez'uieten.
'Ken tijd lang heeft Clemtenctou te Parijö
gewoond in de 'Rue Franklin, VlaE naast
het huis waar de Paters Jez'uieten woon-'
den. Doch deze buurmianschap hjeeft nooit
tot nauwere betrekkingen geleid, daar ieder
'zijn best deed oto de grootst mogelijke te
rughoudendheid in achjt te nemten. In den
tuin der Jeziuieten echter stond een boon*
die door haar volle blarenfroon het licht
belemmerde binnen te dringen in de werk!-
klaimter van Clemienc'eau, welke uitzicht gaf
sop den tuin. Clemeneeau die zba gamlaluke-
Bjk kwaad werd, beklaagde zich dlaanaver
lOp zekeren dag bij 'een zijner Vrienden.
.Deze gaf hemi den raad o|m| een beleefd
briefje te schrijven naar z'ijn buren met
het verzoek.' dat z'ü den ttooml zouden laten
«uoeien.
„D;at is onantageïijk", antwoordde do
JSerkvervolger, „want im'ijn buurlui vor
men toch een Congregatie". Zijn vriend be
loofde hem' echter dat h|ij ter gelegener
tijd persoonlijk1 bij' de 'Jezuïeten daarov'er
zou gaan spreken. Cle'mfeneeau Vond dat
goed. Zoodra de Jezuieten boorden, "dat
hun boolmi het lidhfb helemtmerde in de
werkkamer Van Clemeneeau, lieten zij1 onJ
middellijk! den boom' oimhakkcn en zoodoen
de genoot Clemeneeau op zekeren dag in
eens Van het Volle zonlicht. Toen zijn
.vriend aan Clemeneeau vroeg wat hij' van
een dergelijke handelwijze dacht, antwoord
de hij: ik vind|het sdhjtterend en ik gevoel
ime verplicht ami mijn buren te bedanken
(Voor deze attentie.
iEr o ntfjton zich toen de Volgende brief
wisseling: Clemteneeau schreef aan den
Superior: „Eerwaarde Vader, ik kan uniet
genoeg dankba.ar zijn Voor de vriendelijke
attentie die u mij bewezen hebt en waar
door iu 'meer gedaan hebt dan ik! mocht
Verwachten. Neemt u mo niet kwalijk, dat
Ik! u aansprak met Vader, want gij 'hebt
toij weer Jiet licht teruggeschenken".
De Overste antwoordde gevat: j,Mijn
zoon. De dienst, dien ik u bewezen heb is
slechts gering in vergjelijking m'et hetgeen
gij Voor Frankrijk gedaan hebt. Maar) u
rnioet niet verwonderd staan over den titel
.Waarmede ik u aansprak, want ik meende
dat i'kl u verplicht was „m'ijn zioon" te
.noemen omidiat ik door het vellen van de
zen boom u weer in staat gesteld heb: den
hemel te zien".
Beier djan door dit typische voorvalletje,
kan de gesteltenis van het grootste deel
der Fi'ansohen op religieus gebied moeilijk
geschetst Worden.
De groote Clemeneeau, de „tijger", dio
mjet ijzeren Vuist Frankrijk dwong om: den'
oorlog uit te Vechten tot het bloedig- eind,
de gcweldenaar-staatelban, durft geen
briefje te schrijven aan een congregatie.
De rillingen liepen den held zekler al over
't lijf, bij de gedachte in connectie te Wv
rt"n |m«t eenige priesters.
De oude 'k'erkverviolger, die voor Satan
zelve niet bang heette, krijgt de bibb'eratio
ivoor een zwart habijt.
1 En wanneer 'n Vriend niet wat inteer
(nloied had gehad, liep „de Verschjrilklkelijke"
nog als 'n koppig kind te mokken en te
pruilen.
Arm' land 'Waai' 't anti-dericalisme ziao'n
kracht heteftj
UITKIJK
Het mloedertje had zich daarover nooit
het hiöiöfd 'gebroken, het was nooit in
liiaar .opgekomen qui er oyer na. ,te denken
of dat 'wel recht,Vaardig is. Tijdens den
oorlog is haar winkeltje ten gr°udo ge
richt en van dien lijd af ging zij' uit
wenken. Daar is altijd wat ïntee ite ver
dienen, hetzij' als hulp met de groote
schoonmaak of !met die wasclh, hetzij, als
naaister. Een paar jaar geleden wa.el zij
begonnen oonl en nog, iets anders bij. te
doen, wiaamnieda zij nogal een mooi' som
metje bijVeirdiend 'had, ja, d'en laatsten
tijd was dat zóó goed geglaan, dat im|oe-
dertje gisteren zelfs iceaikwistend werd.
Maar m|off|gen was het iinlmeirs haar ver
jaardag. En met ''n verjaajdlag* m|ag; amen
zich toch wel een klein pleizi-er gunnen
En zoo 'br,ak mloedier gisteren haar stee-
nen spaarpot opien. Maanden achtereen
had zij daarin bat eene kwartje 11a het
andere gestopt, nu was het een kapitaal
van 40 gulden geworden en van dit geld
kocht moedor een inenw-en vborj,aarsman-
tel Voor Friedel har,e dochter. Hij was
van bruin cheviot en in de schouders zelfs
met zijdte gevloerd; hij had 23 gulden en
vijftig centen gekopt. Maar de rekening
die bij den mantel gppakt was', had mloe-
der thuis direct verscheurd. .Want anders
zou Fried'el zeggen dat het Zonde Van dat
geld was, want wie weet of' zij, den m'an-
tel nog wel ooit zou kunnen dragen.
Friedel, die to|t vorig jaar September
altijd naaister was g'êweest, is nu juist
niet wat m'en noemt, doodziek'; do d'oikteir
bezocht heflr zoo nu en dlan eens, olmflat
zij, wel wat j,e vteel hoeslbte. ©n zij heeft
geen eetlust en altijd kou, en 0e is altijd
moe, 'o zoo jnoe. De moeder buigit zich
over d'e sola hoen, waarop Friedel ligt.
Nee, zoo rustig en diep als! Michi slaapt'
zij liie.t. Haar adem! is kort, af en too
hio;est zij en dan keert zij zich ontet een
lichten, zucht om, op de andere, zijde.
Langzaam1 draait de jnloede'r dp lialmpl iuit:
Zij zit wel eens graag in «en donkere
•kamer 1 Ei|g|enlijik kon zo nu zelf nok wel
gaan slapen, het is al laat. Door de
dunne murten van het oude huis dringt
een verre klokslag, van den (oren, <t'
is al tien uur. Die oonda Vrouw zit daar
bijl de lieve voorjaarsbloemen, die een
zacihten teeren geur Vreislpreiiden, 't waren
de bloemen, 'die Miclhi vpor haar mee
gebracht had! Dankbaar denkt de moe
der: neen, zpo heel slecht is liet mij in
mijn leven toch piet gegaan. Met de
handen in den schoot gevouwen luistert
zij naar de ademhaling van haar twee
groote kinderen en het zingen van den
nachtwind in den schoorsteen. O, wat is
zij, mpe! Eigenaardig, pils men in de huizen
'bij vreemde mlenstehen poetst en wasclh|t en
holen uit den keldler naar boven draagt
is uien pooit vermoeid. Ook' niet, al is
(men reed's bijna Zestig jaar. Vermoeid
zijn, daar moet men eigenlijk tijd) Voor
hebben. Rijkelui, mievipuwen, die mogen
moe zijn. Maar daarom behoeft mien nieit
jaloerse© op hem te zij'n. Doch wanneer
daarbuiten, ginds ver, de klok het eene
'kwartier na liet andere slaat en wanneer
eenmaal in hot ja,ar de aviond daar is, Ü'at
ook eene moeder bare kleine handen
vereelt en ruw yan het Vple werken
in den echoot kan leggen dan voelt zij'
maar al te yeel, dat zijl morgen 59 jaar
wordt, dat zij misschien al heel fepoiedig
een ouide Vrouw zal zijn, die niet meer
zooalis nu haar brood in vlreemde buizen
verdienen kan. Michi, haar jongen, zal
dan waaUstehijnlijPf wel getrouwd zijn en
niet meer in poeders keuken slapen, cn
Friedel
De moeder staat op en gaat naar haar
dochter onv met machte hand de afgegle
den dekens weer Voorzichtig goed te leg
gen. Friedel mag geen. kou lijden.
In haar slaap hoestte ze af en toe en
sprak aanhoudend allerlei wartaal. De
nieuwe vloorjaarstoantcl ligt over den
leunstoel. 'Friedel zou hem' aantrekken
zoiodra zij weer buiten mioclht co) Volgens
voorschrift 'van den dokter in de zon te
gaan wandelen. Zorgvuldig strijkt de
moeder een plooi glad in den mooien brui
nen mantel. Ilct iis heelem'aal donker
in de kamer. De nacht is koud. Allerlei
gedachten bestormen haar jiu, gedachten
waarv'oor zij overdag zoo weinig tijd heeft.
De moeder luistert jiaar de korte, Stoo-
tende ademhaling Van baar dochter. Wan
neer zal Friedel piet hiaar nieuwen inlaut el
weer uit kunnen gaan
O, 'wat is do oude Vrouw nu inOe, haar
oogen vallen dicht. In den half-slapen-
de.n half wakenden toestand waarin zij
nu verkeert traklken do laatste twintig
jaren aan haar gesloten' oogen Voorbij',
haar heele leven, niet veel vreugde, maar
ook niet veel ellende, alleen werk', veel
werk. Maar eigenlijk' proest men wel
dankbaar zijn, dat jnen altijd werk bad'.
Met werken gaat de eene dag na de and'ere
voorbij'. Wanneer men er op terugziet, is
het oen eentonig, pomiber geziclhit. 'Alle
dagen zien er hetzelfde uit en feltilletjes
aa.n ils men er oud bijl geworden.
Het was oorlog, Friedel en Michi waren
kleine kinderen, toen hun vader stierf.
Ilij had een klein winkeltje in de vtoorlstad.
Eu toen moeder piot hare kindertjes! vlan
hot versA gegraven giraf huiswaarts koor
de, mocht zij niet eens veel öc|hreiën.
Zij, wist, wat haar te doen Blondnu Vader
er niet meer was, moest zij, den kost yelr-
dienen vioor Friedel en Michi! Maar Üo
winkel ging slechter. Heb was oorlog:, ten
er gingen toen wel. grooteire, zaken dan
zloo'n arpizalig winkeltje ten gronde!
Moeder moest dus naar andere ver
diensten omzien. Wiasicihivrouwen en
schoonmaaksters waren e.r altijd noodig.
Voor vlijtige handen is er overal Werk,
vooral wanneer die handen gewilligen
goedkoop zijn. En oen moeder werkti on
vermoeid, wanneer thuis twee aankomends
kinderen wachten, die altijd honger heb
ben. Michi had altijd d'en meesten honger.
Hij, was toen ruim! 14 jaar cn [ging1 in de
leer bij een bankwerker. Bankwerkers,
zoo bewee,rde de j'ongen, moesten vOor
twee eten, anders Is het niets Piet hen
en wordt het ook nooit ietsi toet hen! En
hij at ook voor twee, een taoöder kan
immers alles, hot is heel eenvoudig. (Kin
deren behoeven er niets van te mer
ken, dat moeder vaak' met honger naar
bed moet om hen voldoende eten te kun
nen gaven.
Michi werd een groote, sterke jongen,
e.n toen zijn leertijd voorbij was', kwam
hij in een ijzerfabriek. Hij! verdiende
reeds een aardig weekloon en p®6|te goed
oip. lederen Zaterdag gaf hij rijn. faeela
loon aan zijn moeder af en telkens vroeg
hij dan aan hef kleine vrouwtje, Üat hij
al lang over het hoofd gegroeid Was
Hoeveel moet ik' er nu nog bijverdienen
(mioeder, opdat u niet meer uit werken
hoeft te g,aan
Moeder beloofde stil te gaan leven,
z'oodra Friedel evenveel verdiende als
Michi, maar daarvóór moest zij eerst ha-ar
vak als naaister, voldoende geleerd heb
ben, en dan, en dat .was inoig wel het
moeilijkste in deze tijden, zij moest ook
vloldoeude werk hebben, want er was
tegenwoordig een overvloed van naaisters.
Fried'el had minder geluk d'an Miclhi.
Er gingen soms maanden voorbij, waarin
zij niets verdiende. En verleden zomer
moest Friedel voor de eerste maal ver
schillende weken thuis blijven. Zij' begon
toen ook wat te hoesten. 'Dat is niqts
ongewoons vloor jonge imeisjed die al een
paar jaar achtereen aan de nalaimladhine
gezeten hebben. De dokter, bij wie Frie
del zich liet onderzoeken, vtend eigenlijk
niets buitengewoons. Een beetje vtenkóu-
den meende hij. J)e longtoppen waren
een weinig aangedaan. In zoo'n toestand
mag men zelf .niet aan een naaimlachine
denken, men gaat voor een piaar (maanden
de vrije lucht in, profiteert zooveel moge
lijk van de zon,, drinkt veel taelk', en laat
het naaien aan anderen over.
Friedel ging echter niet naai" huiten,
de Zon schijnt in den zomer "immers in
de vioonsitad oven goed. Maar het sciheen
toch dat de zon,, die hier tusschen d'e
vier-verdiepingen-lhiooge huizenrijc.n moest
doordringen, eigenlijk niet de ware was!
En 'nadat Friedel maandenlang) niet ge
zond en niet ziek, maar altijd' Voo mloe
woest was, bleef zijl op1 bed. Verder ge
beurde er niets bijzonders. Zij werd alleen
nog wat bleoker. En de dokter, flie haalr
alle veertien dagen kwa|ni bezoeken haalde
de schouders 'rip: „i'nwlicijncn behoe.ven
we de juffrouw niet te geven, biet wat
geduld zal alles op den d'uur Wel weer
goed kamen."
Zoo was het herfst e-n winter (ge
worden, de lange avonden kiwam-en, en
moeder mocht er nu nog minder dan
in de.n zoimor aten danken, dat Zij al heel
garaw een vrouw va,n 60 jaar «ou zijn,
Zij wflis ear in gealaiagld om werik' te kJriqjgGjn
dat zij- thuiis .Wou verrichtten en waarbij
Friedel haar zelfs mee helpen klo,n, als zij
een goeden dag had. Zij: maakten kleine
popjes, van lappen of Btuksjes bont, die
heel goedkooip te krijgen waren. Friedel
had er zelfs, plezieir in, al (mioeslt zijl altüj'd
te bed blijvlen, haar poppen werden hoe
langer hio© kunatigter en tegen Ketrshmia
verkloichilen zij zooweel van die aardige,
leuke dinglen, dat Miclhi vlaak' lac|h|end
zei: „Nu mioodter, hqa gaat het nu? Het
zal nu toch wel niet zoo lang mleer duren,
dait ge h®t 'vtegieu en poetsen in vreemde
huizen er flian geeft om „glroot-indusilrieele
te worden!"
Nu. een kapitaal niet gauw, (vterdi-end
mot het naaiten vlan poppen. Maar (stielkuim
stopte mloedier telkens weea' een .paan!
kwartjes in den spaarpot, "die ze gr ex
pres vioiclr ge'kioohit lna-d, Zonder dat Uie
anderen het wisten. Friedel zou toe'hl niet
altijd ziek blijlven! Hiet voorjaar isi ww
■o,» lcomst. Friede'l za'l wcicir uit, kunnen
gaan en duartvlOiC® heeft zie een nieuwen
mantel noo,di|g'. Nu lag hij daar. (Uit kleine
poppetjes Iwas oen m/ooie, bruine vlooir-
jaansmantel ontstaan. Friedel zal er uit
zien iris ©en echte dame, o, als de dokter
nu itoe.li mlaur aonsi óvieir 4 of 5 wiekten
zeggen (zou: „Nu, juffrouw Friedel, nu
is alles weer jn orde en nu moet je mlaaj
oenis .een heerlijke wandeling in het Bon
netje gaan molden. i
Zoo denkt, zoo, drpoiat de mbied'ea-. blie
aan het bed vian hare zieke doiohtem
b,ijna ingeslapen is'. In de duisternis,
waarin de kamer thans geheel gehuld! i®,
zit zij: stil ta luisteren. Zijl ,h,oica-t da
snelle, iets of w,at onrusrige ademhaling
van Friedel. 'Zij: 'hoort haar 'groote,' ge
zonde jongen aelbter in de keuken snur
ken. Het is zeer laat geworden. Heel
zachtjes, om de kinderen niet te wekken,
gaat moeder naar haar bed om) och W
gaan slapen. Mprgen is het haar veï!
jaardag, haar 69ste,, cn het is pok Zondag.
Morgen hoeft ze niet om 5 uur ,op te staan
en morgen hoeft za zi,c'h ook niet te haals'
ten oim hij: (rodere m'ensdhcm te gaa.n was-
edlien of het huis schoon te mialken. 1
Doodmoe sluit ize, haar ooge#. Een klean
teer 'Wamlmerval geluk dloqrtrilt hiaarr oudd
hart, Michi" pn „Friedel" denlkt de mJueJ
der. I
Buiten jaagt da wind door dte nachte-f
lijjke straatjes. Hot kleine boucjuet voor-
jiaarislbteeman verspreidt een zachte geul"
dooa- de donkere kiameir. Em de, eentonige
grauwe dagen, die voorbij zij'n, de dkgen,
die nog komen, dj-ukken op een ouldd
vrouw, die fcóó vermoeid is, dat zij deri
slaap iiieit ika.n vatten.
Kool planten.
IVie in 't, najaar klooi in eigen tuin wil
hebben, mloet daarvoor begin Juni reeda
de no.odige maatregelen treffen. Het k'an
wel iets later, mlaar alles heeft zijn vas
ten tijd. Spruilklool is iets anders, die
kian tot einde Juli 'worden uitgeplant,
nVaar van de late planting pllukt men de
spruitjes eerst in het vborjaar.
Iöool vriiagt een goed bewerkten en
Zwaar bemesten grond, veel water en
open standplaats. Het bewerken en het
bemesten moet thans reeds geschied zijn.
Toch. k'an beide nu nog wel verbeteren.
Men gebruikt er immers griond' voor, die
gemeenlijk reeds gebruikt is en er moet
dus opnieulw worden gespit. Niet zooi in
grijpend als zulks in 'het vloor ja,ar is ge
schied, maar toch imioet er m'et zorg wor
den geiveik'l. Men geeft dus opnieuw een
bemesting met klunstmtest of 'beer; het
'hangt er m|a,a,r van af', hoe de vroegere
bemesting is geweest. Is er echter wat
zuinig gem'es't, dan is het ookf nog! wel
inlogelijlfl door het geven van superfosfaat
en patentkiili den n,nodigen voorraad
daarvan aan te brengen of te versterken.
Per Are zou men bijvoorbeeld kunnen ge
ven zes IC.Gr. zwavelzuren amlmioniak' en
.gelijke hoeveelheden superfosfaat en pia-
ientfcali. Maar oiml nu precies de hoeveel
heden ,op, te geven voor elke soort en elke
andere grond, is niet te doen. Het geven
van stalmest ,of beer is niet aan te beve
len, als men over kunstmest beschikken
mhg, omdat de geur der mest de k'ool-
vlieg kikt, die toe'h zoo, nadeelig zijn kan
vioor de kool.
Omld&t de Klooi Voor 90 °/o' w'ater be
vat en wijl de grond in de warmte dagen
veel. water verdampt, is het noodig,, dat
de.' grond vochthoudend is. Droge g(ron
den zijn nu eenmiaal niet gesc'hik'b vteoJ
kLolbouw, temeer diaar in den aanvang
vlan den groei de plant over veel water
mloet IWeschiklken. Nu is het wel -waaP,
dat de particulier in zijn tuintje gem'alW-
jk'elijk zijn planten zoo noodig, wiait water
k'an toedienen; niet alzoo in de groote
v'elden. Doch wegens, ons vochtig klimlaat
wordt 'hier heel best de h,a.nd toegesto
ken. Kolmlt in landen, als D'uitseiüand,
Amerik'a e.a., daar heeft men kostbare
(b'cvlociïngs'werk'en aangelea||J, otol de
iVocktigiheidsgraad van den eirond' op pieil
te houden.
In 't algem'een is het zeer verstandig-,
dal men zelf een bedje m,et planten zaait,
want, dan hebben ze minder te lijden, da.n
'w'aar men ze per post of spoor Van eldters
uilqet laten kbtoten.
iW,annecr m'en Klooi gaat uitplanten,
d,an ialoeten de afstanden goed genoanien
wlorden. De afstanden der planten Vari-
eeren tussc'hen 50 en 70 e.M.„ naar ge
lang 'men bloem-, roode- of Savoye-klool
bouwt.
,V,an de Soorten hloemklool, die ip den
herfst geoogst worden, inbeten gjenoeimid
worden"; de Eclipse, Veitdh autuiml giant,
,Le cerl en Delftsdhe k|ortpool.
De bloemkool wordt in het Voorjaar en
half Juni uitgeplant, ev'enals de spruit-
klcol, doch boerenkool kan ietó later.
In het algem'een gelukt de Veiibo,uiwl van
kbolplanten, ials m'en, zoo,als men het
noemt, zóó tijdig heeft geplant, dat ze miet
Sint Jan Vast staan of aangeslagen zijn.
Dan fan m'en geven ongeveer 4 pioind' chi
lis,alpeter per Are; zioo noodig kan m'en
het op zandgrond nog "(éruist eend her
halen, temeer daar kool eej^ liefhebber
v:an stikstof is.
O'p kleigrond kan men reeds vóór de.n
p!,anttijd de stikstof toedienen, ömdlat het
langer duurt eer deze to,t bijl de wortels
is terecht gekteraten.
i
Kantouglereeiht te Goes'.
Door den Kantonr,echter te Goes zijn
veroordeeld wegemsi oVe,i-trediinig:
shriaaitsclheraderiji: A. d. J., Kloetinge,
f 15 of 15 d.J. O. P„ d. |W|., Oudelanide,
f 10 ,of 10 d.; A. C. iV., lenseke, terug ,aan
.oudetrla; I
ziomder vergunning over, een epoorweg!
loivloris,tekenC. N., fjoes, ontslagen van
reehiteivenviolgiinjg; i
istnooperiji: P'. O., .Bergen op Boom, P,
R., Rooisenid'aal ,f 25 o,f 25 d.;
vlalsidhen naanr opigeiven: P. R., Roosen
daal, f 25 pf 50 d.
z. v. toppen over giioiud mat verboden
toegang: H. K., Haaisweerit, f 15 of '15 d._j
met ,ean gemeukte ibfoofc viaren zonder
viergunndng: ,H. IC., H:answeeii;t, f'5|ijf5d.'J
te Cialijinisipilaat luidruchtig: zingenA. d.
S., A. B,„ Oiolijinisptaat, f 3 of' 3 d.
te Driewegen luidruchltig zingen: F. d.
K., .Wpliphaartsdijik, f 10 of' 1 w. t.seh.;
mleit Ham'elviaartsdag winkel geiopend
hebben: H. L., Goes, i'0,50 of 1 dag;
overtreding gtemeentevterordenin,q Goes
II. C., Heinlkeniazand, 3 of 1 w. t.acih.
©en opanbia,ar middel tot veiryber van
perlsion'cn in weffjkdng; houden: li. V. li.,
Kiio,etin|ge, f25 of 25 d.
vee zonder Voldioende toezioht laten loo-
p,en: J. V. H (Wl., Nieuwdprp, f 15 of 15 jd.;;
melat vlan een wagen pp den Weg wer-
Iien; A. Z., ICattendijjke, f2 of 2 d.j
loy.erilrediaig paafdenwetG. II., Ove<z«n-
de ,f 3 pf 3 d.j i j
vuur (aanlejggeai pip korten aifsband van
glopderenJ. J. J., 'Kloetinge, 1 fmaand
tuchtsiclh|Oiol 'VPorwiaardelijik pret een proef
tijd |V|an ,tw,ee jaren;
aan noodrem .trokken zionder noodzaak
J. M„ pp,eis, ylrljigesp^oken
met nnotoarijituig rijdende, geen signaal
ige'ven ,als de veiligheid van het Verkeer
zuljkis .vjoirdert: H- P-, Goes, 2 ,tuaal f7,50
,of 2 piiaal i6' d.
met naiototrtjituig ,de Veiligheid van het
verkeer in geyaaj brengenH. 'A. N., Ka-
pelle, f20 pf SO d.
mot een rijwiel zonder noodzaak de lin
kerzijde vlan den weg blonden: C. O., Ove-
aznde, C. Ji., Oudelande, K. A. V., EUe-
woutsdijlk, Ï5 ,oi" 6 d.G. V„ Goes, f.3
of 3 ,d.J. d. Wj., Kiapelle, 12 of 1 w.
tuclhitselhjoiol
als v|or,en geen richting! aangeven: P.
C. V., 's-G-ravenpolder, S maal 5 lof 2
maal 5 d.;
fietsen zonder bel M. d. D., tB-Graven-
p'older fl of 1 d.
fietsen zonder licht: ff. C. B,., Rilland
B,ath, D. 'C. v. a. V., lenseke, O. T. M. V.,
lenseke, f5 of 6 d.;
dronkenschapG. d. P., Goes, fff of 5
d.; O. P. R., Kortgene, 15 of 15 d.B.
A.V., Colijhsplaat, f 15 of 1 w. t.sdh.
Weet b dit?
Op het o,ogenblik zijn in Duilsteihland
niet minder dan ongeveer 20000 wetten en
Verordeningen van kracht, wnaryan souri-
mige uit het jaar 1710.
700 jaar geleden was Helgoland 40
m,'aal grooler d'an tegenwoordig). 1 i
In het jaar 18,03 was in Engeland het
Verbranden van steenkolen verboden door
koning Edward I, wegens rook en stank
De greolsle broodetors z'ijn de Bulgaren
de Fransehen, de Australiërs en de O.a-
nadeezen, die ongeveer 270 E.G. brood
pier jaar en per hoofd' eten.
De dadelboom' heeft de bijzondere eigen
schap, nooit gelijktijdig mhnnelijke en
prouwclijke bloesem's te hebben.
Reeds 1000 jaar geleden werd de Oe'eaan
zij het rj,an o.okr m'et gebrekkigs schepten
doorkruist, wat bewezen wordt uit de
Verhuizing van de ïn Polynesië levende
Indianen-stamimen naar Amerika.
Het Vorige jaar zijn 108G30 personen
auto's met ongeveer 400.000 reigers in
Zwitserland geweest.
Luxcl schepen dcil «iiidhelïil.
Met groote belangstelling) pracht de
wereld het te voorschijn hremgten van die
schitterende schepen van Caligula uit het
groene meer van Neani. Caligula maet,
wanneer men geloof hecht, aan de ovterie-
vering, een bevorderaar van de sdifceps-
fcouwkunst zijn geweest, (maar hij; was,
in ieder geval niet de .derate heeirsic'her
der oudheid, die zich d'aardp k'an he-
roeunen. 1 ti I
Reeds Hieron JI van Syracuse (275f
315 vi. Christus), de zoon van Hieroeles'
had e.en ibij^ojulexe liefjhehbteriji iv'oojr de
selioepisbouwlkunst. Zbo liet hij o. ra', fee.n
vschip bouwpn, dat in gfndatte ,en pracht
zijns gelijke niet 'had. Hiet hout viriui dit
vaartuig werd van den Eitna igehaald,
eveneens de. beide kleine m'asltbodm'en.
Üe derde grodte mast evienWel ..werd'
heelem'aal uit Engeland gehaald. i
Hst buitengewone schip bezat drie Var-
diepingen. De vloeren bestohdon uit'
prachtige mp'zaiken, welke tafereelen uit'
de Iliade voorstelden. Niet alleen hevten-
den zich op. het schip).verschillende, had-'
g.elegenheden ten een groot dek oan' te
gyranastiseeren, doch dok verschillende
tempels. Die aan Venus gewijd, .was met
agaat 'geplaveid, de deuren waren van
ivoor en tegen de muren) stonden beelden
en kestbane Vazen. Een prachtige .tuin
was' aangelegd met lanen van wijnranken
en klimiop.. Fonteinen spoten zoetwater»
De wanden van de bibliotheekzaal warpn
vervaardigd uit hout van den taxisboom;
In de gewelfde zoldering waren! de ster*
renbeelden aangebracht. I
In h,et onderste ruim' vlan het schipl be
vonden zich de luchtige stallen, waar tien
prachtige paarden stonden. Boven de «tal
len waren de woningen Va.ni de knechten.
Het schip., dat ongeveer 4200 ton glroot
zal zijn geweest, bev'atte een igjoota
vijver met zeewater om de zeevislachen
goed te kunnen houden. i
Keukens en bakkerijen war,en ala klei
ne torens aan beide zijden van het schip
aangebracht. Rovcd het opperdek van
het schip' verhieven zich acht grtcote
torens met alle mogelijke v;erdediging)a-
en belegeringsm'achines voorzien. Onder
deze machines bevondt het door Archi
medes gevlonden slingerwerktuig', waar
door een steen, drie centenaars din»
150 'Eg. zwaar aen sjtadie (185 me
ter) kan worden weggeslingerd. Hjett op-
porder werd geschraagd d|Oor ,twee rijen
varyathiden (vrouwenbeeld, dienende tot
.Bte'unAcht [ankers bezat hat schip',
vier van ijzer en viert van hteut.
Dit luxe schip w'as porspirorikelijlki be
stemd om granen naar .Griekenland te
biv-ngen, maar we,rd (ongeveer in het
jaar 250 vóór Christus), .daar geen haven
vifor dit schip plaats had, door Hieron
naar Egypte gezonden als, een geschenk
vcor koning Pfoleta'aeus! De lading- be
stond uit 60.000 maat giraan, bovendien
uit visschen, ,olie en andere leVentemad-
üelen, een hoogst welkom' geschenk' vteor
den k'oning, wiens land door een hon
gersnood werd' geteisterd.
Zoo schrijft de Grieksclhe s'Qbjrijlver
Athenaiois1. 1 .i
RECRUTENSCBOOD.
Officier: „Zeg, waarom' kan jij' niet in
den 'pas loopeu? Als je o,p| het oomjmlando
„Miai'seüi" imtet den linkervteet aantreedt',
zooals de anderen dat doen, en dan goed
in 'het tem(p!o tniardheert, kast 'f je niet dar
minste imloeile om in den pas te blijVen".
Reeruut: „De «©huid ligt niet aan mij',
luitenant; pis ik alleen loop) ben ik altijd
in den pas".
MOEI) HOUDENJ, I
Antiquair: „Nee, m'ev'rouw, dat iet nieta
Voor 'mij. 't Ding is nog gjfeen eeuw oud'.
Bewaart u het nog eens honderd jaar en
Uomi dan eens terug".
VERKEERD BEGREPEN.
Driffier tot' drinkebroer: Alvorens ik je
onderzoek', eerst een Vraag: drink je?
Djrinker.: Zeer .aangenaalm', dokter, als
jeblieft een glaasje ctegnacd
D® TEERHARTIG®.
Heer: „IE heb er altijd Verdriet van,
als ik arnte kinderen met bloot© vteeten
zie rondstappen".
Mevi'ouw„Hoezoo
Heer: „Ja, ik{ reis vloor een' schoen
fabriek1".
EEN ZOON VAN. FORD|„
Nioe'm. jij me een® de vier elementen op,
Kees.
De vier elem'enlen z'ijn: water, land',
lucht, en en....
Nu, denk eens_ goed na. iWjat Veroorzaakt
zooveel ongelukken? j
En de auWmtebiel, meester.
GELDIGE REDEN. 1
„Moeder, is dat odeur?" 1
„Neen, Jantje, dat is plakg(otoj". I
„O, nou weet ik waarom ik mijn pet
niet van mijn hloófd kan krijgen".
'T GEVAARLIJK SNELVERKEER.
„Hebt n wel eens een autolmlobiel-onge-
luW mieegemaakt
„Dat wil z'eggen": ik lieb mijn' vrouw
leeren kennen in een autogarage."
ONM ENSCHELIJ K.
Directeur, tot jongte'te bediende.: „Je
weet, iSimiit, dat ik nogal vtergee,taeh|t(i(g
bea."
Slmiit: „Ja, mijnlreer." -
Directeur: „Herinner mie Wr dan aan,
dat i.k' je op. '.t .einde vam de maand je on.t(-
slag moet ge.ven."-
GEDACHTEN.
Wie -een twietvuur aanblaast, móet'
ziioh niet beklagen, als de vonkten hom' in'
da oogen vliegen.
Lev-ens-ernst 'ha de Voorwaarde vteor
fovenagienot. i
iiyiie de waarheid verzwijgt, alk da
pliijclht hemi gebiedt te ^preken, is eert
even groote leugenaar, als hij, "diiö etenl ön-
waarhoid -spr-eekt. i "i j