zaterdag 2 maart 1920 NIEUWE 2REUWSCHE COÜRAN i in het kraaiennest Ontspanningslectuur. ALLERLEI 1 gekke gesprekken .Wte-erhaantj es-debat. Er wordt wei-eens luidruchtig of fijntjes gespot met do dogma's en da vasltoiiiilsehre- ven beginselen der katholieken», omdat zulk leergezag; den „vrijen" meiis-eh on waardig- heet. Op onze beurt kunnen we evenveel plei ster hebben, wanneer w© alen lioe andere partijen als los zand aan elkaar hangen, omdat niemand weet wat ze nu eigenlijk voorstaan en gelooven. Onlangs vi-ei het ons nog; op, koe oen socraJtiötisok blad op 'ïell-e wijze ken be streed die niets mn eenzijdige ontwape ning walden weten, terwijl twee dagen later datz-elilde mode- blad liet mil-i-tairiih11® van de .W.-eensic-be soc-iaiisten y'erdedigde, met de motieven die zij even te. voren voor idioot en onbenullig kad uitgekreten. Dezelfde Babelsicike verwarring vonden we d-e vorige weak in do boschouwingien, die de liberale bladen aan de oplossing' van de KonDtinsölie kwestie wijdden. Het Utrechtsc'he Dagbl. sctoreel ervan: „Wij juiciken dezen vrede onvoorwaar delijk toe. De mlijvjing van den Pauselijken Staat in den Italiuanschc-n eenheidsstaat was «en daad van geweld, liet herstel v,an den Paus als wereldlijk mouiajrch houdt in ziek gevat den triumpii van bjet recht. En m-en mag, m'et ons, de leer van. ket fascisme, welks volkomen knecüiting van individu en groep door don Staat, die liju- reckt indruischt tegen k|et liberaal begin sel verwerpen, en zijn praktijk, die de geestelijke schaikeei-ingien iti het volksle ven glad strijkt verafschuwen, door dit ver drag' met den Paus heeft Mussolini het recht gediend en de vrijheid' begrepen." Volgens gienoemid orgiaan is de oplos sing der betaamde kwestie dus een kolfje naar de liberale hand en. iciitelijk een uit vloeisel van den liberalen geest, die on danks alle anti-liberale ideeën, nog af en toe in de fascisten opflikkert. De vra,agrijst wel waarom de liberalen, toen zij zelf baas in Italië waren, den Pa us zijn vrijheid niet gu,nde, maar dit zal wel te wijten z-ijn geweest aan het ia-s- eistiscbe onkruid, wat, jsonder ,dat men er -erg in had, reeda toen d«| liberalen parten speelde. Uit -een geheel ander vaatje tapt echter 'het „Handelsblad". Dat raast tegen da fascisten juist om de ouderteekeiiing vau het nieuwe «anoordaat door Mussolini, „waarbij bet luafate restje van de vrij- 'heidsg-oederen, waarvoor do liberalen juist in Italië zoo. lang en fa fhebbem gestreden overboord wordt geworpen." Knoop aan zulke w-eerhaatirë-dieneorLn- g-en nu maar eens'a touwtje) vast. 'n Knap man die dit klaar; speelt Wat voor den eeuen partijgenoot wit is, geldt voor den andere als zwart. Leve de vrijheid van opvatting in het kwadraat. Geef (mij echter maar wat meer hou vast! UITKIJK. klap. noch boerterij, hetgeen nergens toe dient, maar veeleer dankzegging. iW-ciet b ch, en neemt het ter hakte, diat geen on tuchtige, noch onkuische, noch gierigaard, hetwelk afgoderij is, eenig deel aan heit rijk van Christus en van God heblbe. Niemand misleide u door ijdele woorden; want om deze, dingen komt de gramschap Gods over de wederepannige mensehen. Hebt dan niets gemeen met lien. Wan.t V orheen waart gij duisternisma,ar nu zijt gij licht in den Heer. Wandelt gelijk kinderen des lichtsde vrucht de9 lichts is alle goedheid, rechtvaardigheid en waarheid. Evangelie, Lucas XI. 1428. In dien tijd dreef1 Jeznis eene-n duivlel uit iemand die stom was. En als hij den duivel uitgedreven had, sprak de stomme.; en het volk was verwonderd. Maar eenigen zeide: hij' drijft de duivelen uit door Beëlzebub, den vorst der duivelen. En anderen., om Hem je beproeven, begelei den van Heim een toeken uit dien Hemel. Maar hij, hunne getdachten ziende, zeide hun; alle rijk, dat in zich zelf! verdeeld is, zal verwoest worden, en het eene huis zal op het andere vallen. Indien dan de satan ook tegen zich zeiven verdeeld is, hoe zal zijn Hjk blijven staan? Wijl gij zegt, dat ik door Beëlzebub 'do duivelen uitdrijf. Doch indien ik door Beëlzebub do duivelen uitdrijve, door wien drijven uwe kind-eren ze uit? Daarom zulleu die zelfs' uwe rechters zijn. Voorts, indien ik' door den Vinger Gods de duivelen uitdrijve, dan is waarlijk 't rijk' Gods tot ugek'omen. .Wanneer een sterk gewapetndle zij'n hof be waart, dan is alles wat hij bazit in rust. Maar indien «en die Bterkar dan hij is komt. en hem overwint, dlie- neemt al zijn wapenen weg, daar hij' op betrouwde, en verdeelt zijnen buit. Die meit mij niet is, is tegen mijen die met mij niet vtagadleirt, verstrooit. Als de. onzuiver© geest van den menseh uitgaat, dan wandelt hij' door watei'looze plaatsen, en zoekt rust. Maar die niet vindende, zegt hij: ik zal weder- keeren naar mijn huis, daar ben ik uitge gaan; en daar komende, "vindt hij het uitgeveegd en versierd. Dan gaat hij, en Deeimt met zich zeven and-pra geesten, die boozer zijn dan hijen zij' traden binnen en wonen daar. En het laatste van dien mensch wordt nog 'erger dan het eerste. Nu gebeurde liet, terwijl Hij deze dingen sprak'., dat eene vrouw onder het volk' h.are stem Verhief, en Hem zeidei: zalig is dp schoot die U gedragen heeft, en de borsten die Gij ge-zogen hebt! En Hij zeide: ja, zalig zijn zij, die het woord Gods hooi'en en het onderhouden. La bella Suorina. Zuster Maria Angelica schrok duchtig, toen haar patiënte het verhaal, dait ze haar juist vertellen ging,, afbrak' met het bruuske; ,„Q-eloof je d'r zélf iets van, zuster?" Zuster .Angelica was 'n eenvoudig non- neke, ziekenverpleegster in het hospitaal van Vintimiglia, van wien metn op 't eer ste gezicht niet zou zeggen, dat ze in die wereld had .gereden in oen oalèehe met vier paarden en een gravenk-rooaitje op die deur- pane-alen, noch dat haar vader een voor name post bekleedde aan 't Italiaansche hof, en al evenmin dat ze een vurige ver eerster was v-an Zuster Theresia, die toen nog niet haar snellen triomftocht naar Üe rijen der Heiligen was begonnen. Maar ze had v.an haar lieve beschermster toen reelds zóóveel gehoord, én zelf ondervon den, dat haar vertrouwen door een plech tige heiligverklaring niet licht grooter zou zijn geworden. De heilige gehoorzaamheid- had had juist een zware taak opgelegd: ze moest c.p wijkverpleging naar mevrouw Naroc- clli, weduwe van een kort geleiden gestor ven luitenant in 't Italiaamsehe lager. Ze had er -erg tegen opgezien, want dat betee- ken-de «en paar uur per dag haar' zorgen wijden aan een lastig© zieke, die er uit pure boosaardigheid genoegen in scheen te vinden, om in tegenwoordigheid van Zuster Angelica haar «enigen zesjarigen zoon de leelijkste dingen te laten zeggen over godsdienst cn andere heilige zaken. Mevr.ouw Nerocchi en haar kleine bam bino waren beiden aangetast door de toen maals heersehend© Spaansche griep, waar naar man reeds aan gestorven was. Met mevrouw zelf zag het er niet veel beter Uit on de dokter zag er niet veel goeds in. Het pijnigde zuster Angelica, dat do z'el van haar patiënte hoogstwaarschijnlijk verloren zou gaan, terwijl al haar pogin gen om de zieke tot betere (gedachten op te wekken, van a!f het begin ijdel waren gebleken. Toen, op oen da.g, dat de dokter het geval voor ernstig1 had verklaard, was ze een novene begonnen ter eer® van Zus ter Tcresia, en ze was nu a,an den achtsten dag. Ze had haar pogingen ge-on oogen- blik' gestaakt, en ie,deren koen dat ze bij de zieke kW am, probeerde ze het gesprek' te brengen op haar eeuwig heil, maar zon der resultaat. Dien eigen morgen had Be nog gezegd: „Maar Mevrouw, er zijn toch zóó veel mensehen, die vpor dat eeuwig heil alles' over hadden, en U voelt er niets voor! Zijn al die mensehen dan, zonder verstand? Ik zal u eens oen geschiedenis vertellen van oen man, die zich op zijin sterfbed hek-eerde, nadat ik' hem had aan bevolen aan Zuster Teresift. Wht Zegt u, nooit van Zuster Teresia gohoord?... Dat was een meisje, dat alles in de wereld kon hebben, wat haar hartje begeerd®: rijkdom, oer, aanzien, genot, cn die dat alles vaarwel zei om oen betere plaats in den hemel te krijgen. Hier heeft u haar portret, cn dit zal tk' bij' u laten, en als ik dan straks we,g Iben, moet U haar leven eens lezen, wat ik' hier in 't kort bi} hie heb; u kunt liet makkelijk uit hebben als ik vanavond terugkóm; -en dan zal ilk u de beloofde geschiedenis vertellen." En "toen had mevrouw Nerocchi haar gevraagd, of zo er zelf iets Van geloofde, vau dat eeuwig heil, en al dien vérderen onzin „Maar mevrouw, denkt u, als ik'er zelfs mete van aannam, dat ik dan ook de we reld verlaten zou hebben en allen die ik liefhad, om me op te sluiten in een klooster -en als «enige levenstaak' ta be schouwen den dienst aan het ziekbed, zon der eenig persoonlijk voordeel?" De zieke zweeg, getroffen. En met iets zachts, voor 't eerst, in haar stem, vroag ze: ,Welt u me, die geschiedenis mi niet vertellen, zuster? Dan beloof ik u, dat -ik het beekje ook zal lezen, terwijl u weg is." En zuster Angelica vertelde 1) van een kolonel, -die in den dienst vergrijst cn in de goddeloosheid verhard was als Btaal. Zij had hem als patiënt gekregen, toen hij in 't hospitaal -was gebracht, om daar naar alle waarschijnlijkheid te sterven. Van b-e- këering wilde hij niets weten; hij sprak' er zelf niet over, maar wilde er ook niet over hooren praten. „Ik bad voor hem, cn eens, toen een crisis loskwam legde ik ender zijn kussen een prentje van Zuster Tertsia, juist zooals u er daar een hebt. Toen er «enige verlichting! in de Crisis kwam., besloot ik hem, vertrouwend op Üe voorspraak van Teresia vau Lisieux ,tóch te spreken over z'n naderend einde. Ik' liet hem een prentje zien en zei: „Ik' heb- tij dens de crisis veel voor n gebeden tot die heilige Zuster ,en gevraagd o'f' ze voor u ->ok niet een wonder zou willen bewer ken; want dat doet ze heel veel." De koloDel antwoordde- niets en nam het pren tje van me aan en keek er een tijd maar. Teen begon hij plotseling te schreien en kustte het plaatje een paar maal vliri-g. Het leek me -onbegrijpelijk, dat in die paar minuten zoo'n verandering bij hem ingetreden was, maar ik vertrouwde mijn coren niet, toen hij om een priester vroeg en verlangde, v,óór z'n sterven bediend te worden. Maar het was Wezenlijk zoo, en na, zich met God te hebben verzoend, is hij vroom afgestorven, in zijn handen het kruisbeeld en het plaatje." Ln na dat verhaal ging zuster Ange lica weg, naar andere patiënten.... Mevrouw Nerocchi voelde zjoh juist v,riji -genoeg van hoofdpijn om de korte levensbeschrijving t van Zuster Teresia eens -te zien. Eens begonnen, ti'.óf! het haai" .zóó, dat ze niet wilde iophouden, maar in één stuk door het boekske uit las. Wat was diat aandoenlijk en mooi! De eerste H. Communie van h-ct „.kleine Koninginnetje"... -.Zij zelf haid ook haar eerste H. CamimUnie gedaan, 'maar daar was het ongeveer bij gebleven. Die -wedstrijd in "edelmoedigheid tus- °ohen den ouden v-ader, om zij'n oogappel aan God af te staan, en het meisje zelf om zich hoe -eerder zoo liever aan haar Bruidegom tei wijden... Wat had zij ooit voor «delmoedigs gedaan, Zij-, de volwas sen vrouw Dat leven vol lijden en leed, met een glimlach -gedragen, ja, dat zoeken naar nog meer lead oan Jezus took vooral niets te weigeren... .Wat was het zonderling aantrekkelijk -in dat leven, geleefd en geëindigd 'in een armoedige kloostercel. Was dat leven een droom, een leugen? Ze nam 'het prentje en keek er lang en -aan dachtig naai'. En hoe meer ze fetaarde op dat vriendelijke gelaat, den mond heel even vertrokken als van groot ingehouden lijden, das te meer voelde ze ,iets als 'n ijskorst om haar hart weigam'elten, tolt op eens ze zelf moest glimlachen. En toen barstte ze plota uit in een tranenvloed en zuchtte„Als er voor mij nog hulp is, help mij dan, 'Zuster Teresia. Neen, uw lav en was geen leugen, als er één leugen geweest is, dian was het mijn leven, als er -ooit -een booze droom gedroomd is, dan heb ik dien .gedroomd, O, mij'n God". En met de h-anden voor het gelaat zonk za achterover in de kussens, zacht snikkend. Een angstig _steini!m'etje van den kleinen jongen riep huiar nit hare gepeinzen. „Moeder, moedertje, wiat is er? Heeft die leelijke zuster je aan 't huilen gemaakt, net als de dokter, toen paatje igteitorven is? Wacht maar, als z-e straks kómt, ,zal ik ze wel een schop geven." „Stil, Pjetro, floea, dat mag je .niet zeg gen; zuster Angelica is niet leelijk, taaar erg lied', en mo-eder huilt omidiat Ze zoo blij is. D,at heeft Zuster Teresia gedaan, die hier, van dit prentje." „Oh, la bella Euo-rina," 2) juichte 'de stem v.an -den kleine. „Mag ik het hebben, moeder? Maar waarom ligt u daar met uw handen sam-en? Dat doet zuster Ange lica. o-ok en u hebt laatst gezegd.-, dat je dun gek bent als je dat doet! En tante Ginette moest -er laatst zó ponil lachen, toen iu het vertelde." Mevrouw1 Nerocolli schrok; vpor -die kinderlogioa„ zoo onmeadoog-end als ze zijn kan. had ze geen weerlegging; het Was vrucht van haar eigen werk. „Ga nu maar we-er zo-et slapen, Pietro", trachtte ze zich nit de moeilijkheid te redden. Met een zucht van v-erlichting hoorde ze de stem van zuster Angelica, die aan de concierge vroeg, hoe 't w,as met de zieken. Nu zou de zuster dadelijk binnen zijn, en zien dat ze gehuild had; en Pietro zou Be zien met het prentje, w-aar hijl nu zoet naar keek. W,at moest z-e zeggen? Ze voelde dat het op een priester-bezoek' zou uitloopen, en op bieoht-en, waar ze erg tegen op zag. Maar" meteen, hoe wist ze niet, merkkte ze in zich d-e kracht om alles te zeggen. Toen zuster Angelica binnenkwam, was mevrouw Nerochi's eerste woord: „Ik wil alles goed maken, zuster. Wilt ue zorgen voor een pri-ester en kunt u me... kunt u me vergeven ,dat ik zoo slecht tegen u ben geweest?" „O, dat heb ik nooit geunerkt," aed zuster Angelica in allen eenvoud; „maar als u een priester wilt hebben, zal ik daar direct voor zorgen. Laten w'e nu hamen wat b'd'den, dan kunt u zich voorbereiden." „Maar ik ben alles vergeten, zuster; ik ken geen Onze Vader m-eer achter elkaar opzeggen. Het is ruim twintig jaar ge leden.. dat ik' in de kerk geweest ben, cn ik heb zelfs m'n best gedaan om alles -te v erlceren." „O, dat is gauw verholpen') ik' zal u een catechismus gaven, dan kóut u binnen een paar dagen all-es weer. Eu dan kan Pietro met moeder meelezen en zien wie t eerste 't Onze Vader kent!" Pietro, .die lieelemaal z'es jaar was, gaf met 'n paar van vjader geleerde vloeken te kennen, dat hij er niets vloor Vloeide. „Ook niet om mtoeder een pledzier te doen?" „Ook' niet." „Dan voor de Bella Suorina? En zou lvij da-n niet meer zulke leslijk'a woorden zeggen en all-es doen wat moeder hem- zou zeggen?" „Ja„ als hij dan het portret v-an de Bella Suorina maar mocht houden en er een lichtje voor branden, net als hij- oom Paolo voor de Maidonna" Vier dagen later w'erd mevrouw Ne rocchi bediend, na een rouwmoedige biecht. Haar schoonzuster Gine.t-ta en haar hroor Paolo waren bij de heilige handeling aanwezig. P-a,oio was -een braaf man, (maar Ginetta niet veel beter dan haar bohoon- zuster. Echter wa-ren bei-den ev'enzeer ge roerd door de innigheid, Waarmee de zieke de, H.H. Sacramenten ontving. En op Giuetta werkte het zóózeer, dat zij- ter stond na de plechtigheid zich eveneens met God ging verzoenen. Tegen alle verwachting in werd me- vrrn-w Nerocchi beter. Na haar herstel verliet z-e Vintimiglia. Pietro is thans reeds student -op- het klein-scminarie te X'. Hij wil missionaris worden, om zegt hij. z n heele leven te blij ven staan, ondier be scherming v-an zijn „Bella Suorina," de Beschermster Van alle -missiën en Bozen- strcoister in Gods H. Kerk. 1) Dit feit is historisch. 2) O, wat e-en mooi zustertje. „Carmelrozen". Strenge winters. Het onderwerp- „strenge winters" blijft, jamlm-er genoeg, nog1 acitueel. Hier volgen nog eenjge bizomderh-eden over zulk-e winters iin vroeger tijd: In 1783 vroor het 69 dagen; in- 1795 42; in 1776 zakte de warmtemeter onder 15 graden: de mond van de Seip-o was van den -eenen oever tot dan anderen met ijs bedekt. De geschiedschrijvers habib-en bui tengewone vorsten aaing|ete-e;keiidin 763 bevroren de Zwarte Zee en de Dardanel les in 829 bevroor de Nijl, hetzelfde ge beurde de Po- en de Bhöne in' 1133, im 1216 -en 1234 of 1334; in het jaar 1433 begon de vorst te Parijs den 31s'ten' De- clem'bcr en duurde, op- 9 dagen na, 3 maan den: zij vi-el weder in op het eind van Maart en duurde toen voort tot den 17em April; in 1527 bevroor de jiaven van Marseille in hare g<e-heele uitgestrektheid. Vit het leven van een actrice. De bekende Eranscibe tooneelsclhrijver S-ardou déjeuncerde eens met den «eliouw- buirg-dirocteur Montigjny;. Deze laatste was intussoken bezig- zijn brieven te ope nen, toen hij er plotseling een met een ongeduldig gebaar wegwierp. „Wjajt is er aan d-e kand vroeg Sardou. „Ocih, ni-ets", was ket antwoord van den directeur. „Een v|an die dwaze meis jes ziet, na twee voorstellingen, van kaar eng-agiemónt af; 't is één van diegenen, welke nooit iets goeds zullen doen."- Het meisje in qua;eslie was de later zoo vermaarde Sanak Bernhardt. Omtrent do levenswijze van deze be roemde toone-elspeelster wordt o.a. liet volgende verteld: Toen zij reeds op volle Jioogte van haar carrière stond, liet zij eens een be kend fing'elBcJi geneesheer naai- Parijs ko- Jrien lpm, luar toestand te bestudeeren; zij leed n.l. voortdurend aan koorts. Hij bracllit den geheelen dag in hjaar huis door, z-ag- haar uitvliegen om- boodschap pen t e doen, thuis komen om- te lunchen, om drie uur naar de repetitie ta g-aan,# thuis kom'en om «en taalles te namen,, van japon verwisselen ,om! Jte schilderen, Weer uitgaan om te din-eereji, haar rol vervullap in den schouwburg -en tenslotte weer thuis komen, niet om' 'te rusten, -maar om vrien den te ontvang-an en met hen tot 2 uur 's mórgens te soupeeren. D-e dokter zette verbaasde oogen op en keerden den volgenden dag; naar Londen terug, nadat hij haag ernstig^ gewaar schuwd had van levenswijze te verande ren, daar zij anders geen jaar meer zou leven. Ook hij bleek' echter een valsch; profeet te zijn. Sarah Bernhardt hjeeft nog tal van jaren na dien geleefd en zij stierf in 1923 op den leeftijd van 79 jaar. Do onbekend© bezoeker. Op Zek-arcn dag" kwaml er aan liet mi nisterie van Buitenlandsc'he Zaken te Pa rijs «en eerbiedwaardig uitziend heer, waens br-eede Panamahoed een intelligent gelaat -en welverzorg'den baard beschaduw den en die zich ricintte tot 0611 kamerdie naar .van het departement met de vraag; „Zou ik ook! de ©er miog-öu hebben, door- Zijne E-xCellentiie den minister te worden ontvangen D-e bediend-e wierp een ietwat gering? schaftenden blik op hen vteemdeininig" en antwoordde „Zijne Excellentie heeft het nu te druk. U moet maar wachten". De bezoeker nam' plaats en Wachtte ge duldig-, meer dan een uur iaug. Z.E. bad het nog altijd druk. Eindelijk werd Cr een deur geopend, de beaxnlbte komt te voor schijn en vraagt: „U wcns-cht den minister te spreken? Mag ik uw naam- weten D-e bezoeker reaikto hem- bijna deemoedig een klein kaartje over. .Wanneer -ei' een vonk in een vat bus kruit was g-eslagien, bad het -effect niet grooter kunnen zijin. De kamerdienaar viel bijnja in onmacht. Het geheele departement kwam dn opschudding- en, minister Ilano- tuux kwam in eigen persoon ojn....| koning Leopold II van België in zijn kabinet te geleiden Molière. Molière was, naai' men weet ,aiet slechts blijspelschrijver, miaar ook tooneelspeler, en trad herhaaldelijk in z-ijn -eiigqn stukken op. Er was echter, -ondanks den inhoud dier stukken, veel tragisch in zijn levem en zijn persoonlijkheid. Zijn huwelijk was niet gelukkig.jpn zijin laatste optreden als acteur had onder bij zonder dr-amatisoh© omstandigheden plaats. Hij speelde, terwijl hdji zich in werke lijkheid reeds zieer ziiekj voelde, voor de vierde miaal mee bij de vertooning van „Le Malade imaginaire". Hij vervulde daarbij de hoofdrol en voelde zich zóó el lendig, dat hij zich ternauwernood staapdie kon houden. Toch speelde hij tot hjat ©inde toe mee, mhar toen waren ook zijn laatste krachten uitgeput. Hij stierf nogLdi©nzelfden avond. Een curieus geschenk. Op Nieuwjaarsdag- 1791 vertoomnde ziich de -koninklijke familie van Eramklrij'k 't was nog' vóór de vlucht, di-o te .Vai«u- nes -eindigde - in het Paviljoen d'Hor- loge aan het volk, om de hulde der Na tionale Garde i-n ontvangst te nemen. Op een gegeven oogenblik trad één der grena diers uit de gelederen -en g|af den dauphin een dominospel, 't Waren zeer bizondera steenen. Het ondersta gedeelte was' van marmer, terwijl de bovenstukken gemaakt waren van de steeman van de omverge haalde Bastille. Op' d-e doos stond' gegraveerd'„Steenen uit de muren der Bastiille, waarbinnen eens slachtoffers der willekeur z-aten op gesloten, zijn thans tot speelgoed ver werkt en worden u, monseigneur, aange boden, als een g-etuigenjis „zooiwei van de miacht, als van de liefde des volks". Hoe het mót diie liefde des volks, alblians van het revolutioninaiire gedeelte, gesteld Was, z'ou, helaas, maar al te spoedig! pp do meest o ntnuchterande en tragische wij- ie blijken. Op dien Nieuwjaarsdag! was het konink lijk gezin trouwens nog sleehts de gevan gene der Bevolutie, die de Nationale Gar de in haren dienst had, en, den koning* voortdurend haar macht deed gevoelen. Nauwelijks twee jaren later moest Lo- de-wijk XVI het schavot bestijgen -en vi-el zijn hoofd onder de guillotine. Hij onder ging zijn versicihriikk-eBjk lot m'et zelfbe- heerw'liing en gyoote waardigheid, als een vorst en als ©en christen. Van die gevoe lens gaf hij ook blijk in zijin laatste wils beschikkingen, waarin hij o.a. sd%eef: „Ik beveel mijnen zoon aan, om, indien hij het ongeluk mhg1 'hiebben van Kóning- te worden, te bedenken dat hij zich' ge heel aan het geluk zijner onderdanen moet toewijden ;dat hij allen haat en wrevel i móet vergeten en bepaaldelijk al wat be trekking heeft to(, de rampen, tot de «mart en het verdriet, welke ilk ondervind; dat hij liet geluk van Zijn volk' niet kan be werken, tenzij hij volgens de wetten re- geere": 11_ i i i 1 i Era,nullis G ossec. Op den 16en der vprige maand was het liondcrd jaar geleden, dat da Errati sche componist Gossee overleed. Het tegenwoordig! gieslanhf kent hem- nauwelijks en z'ijti muziek eetn om vangrijk oeuvre is vergeten, maar jti zijn tijd was hij' -een boroem'd man, die in zijn land groot aanzien genoot en een overwegenden invloed uitoefende. Ook werd hij .en niet zonder reden als ■een baanbreker beschouwd. Oosseie wa» yan Belgische afkomst en werd in 1734 te Verguien in' HeuiegtouWieu aan de Erunsch© grens geboren. Zijn ouders behoorden tot de volksklasse ou als kleine jongen- mloest hij dienst doen .als.... koehoeder. Zijn muzikale aanleg en z-ijn m'ooie stem waren editor oorzaak, dat gefortuneerde dorpsgienooten hem' in de gelegenheid stelden naar Antwerpen te gaan, om daar in de koraahschool der O. L. V. Kprk te worden opgeleid. Die opleiding duurde acht jaar, waarop hij, ajs 17-jarig' jongfnlensoh, Antwerpen yoor- Parijs verwisselde en daar spoedig een gxoote bekendheid verwierf. Hij werd di recteur v;an e-en orkest, en schreef oen groot aantal toonwerken. In 17.8.4 stichtte Louis XVI do „Ecol-e r-oygle de Ghant" aan Gossaci werd de dirCcti-o van die staatsm'uzieksialiool toeyertroaiiwd. Onder de B-epubli-ek werd die school omgevormd tot liet beroemde Conservatoir. Gossec schreef niet minder dan 20 symphoni-eën, talrijke strijkkwartetten <>m verschillendeo-pera'e. Een van deze laatste, ..Toinon -et Tpmofte", werd in 1772 opge voerd te Amsterdam. Voor de uitvoering v-a-n de symphoni- sche muziek stichtte hij 'liet „Concert des Amateurs", waardoor hij den grooten stool) gaf aan de orchestrate ontwikkeling in Frankrijk. D-e or-ch-esten bestondan in dien tijd slechts uit acht personen, waarvan 4 voor strijk-instrum-enten, twee voor hobo en twee voor hoorn. Dooit Gosseo'a toe doen en composities kregen zij een aan merkelijke uitbreiding. Allengs -echter werd hij door andere, meer geniale toondichters overvleugeld. .W>el plukte hij tijdens de Bevolutie, toen hij menige opdracht kreeg, zijn m-eeste lauweren, en bleef hij ocjk onder het Kei zerrijk «en gevierd man, maar zij'n eym- phoni-eën werden in de schaduw gesteld door die van Haydn, zijn opera's door* die van Gliick, cn zijn uitbundig geprezen Bequicm' werd vergeten voor dat van Moziart, terwijl -er weinig of niets bleef bewaard van zijn kamermuziek. Maar i-n ■elk geval had hij grooten invloed uitge oefend en in ruónfe mate het zijne bijge dragen tot «en breeders ontplooiing van bet m'nzikal-e leven. Hij stierf te Passy, 95 jaar oud. OOK EEN NUTTIG MEE. Meester; Jan, noemj eens een beest dat ons nut opleyert. Jan: Een koe, meester, die levert on» leer.. Meester: Heel goed. Nu jij eens,. Dirk. Dirk: Een zabra, miefister. Meester: .Wat ievert die dan? Dirk: Kladhelglaus. DE OOBZAAK- ONTDEKT. Genfo-ed-elijke landiooper; Nou gaat ma een liüht op, waarom! in den laatsten tijd Zoo verkouden ben. Andere landloop®: Wtil? Gemoedelijk© landiooper: Ja, ik zie dat ik een gat in mijn hoedj h©b- en een in mijn schoen, -en dat tocht natuurlijk. UIT SCHOTLAND-. Journalist: U is «en held, die een m'ede- m-ensc'h uit een brandend -huis redde. Bedd-ar: Ik kon het niet riskeeren. Hij had een overhemd van me aan! GOED GEZEGD-, Zeiter directeur van een (Conservato rium!, vriend vtan Goetihe, laat een jonge man ,die opera-zanger wil worden, een paai" loppj-es zingen. Dan zegt. Hij z U hebt hoeleimiaal geen stem, mijnheer. Maar ik hgb een onbed'wiingbare® drangi naar d-e plankan. W-el, mijnheer, dan moet gij- timiiii'ërma'n Worden. OPVOEDKUNDE. Moed-er: Bemoei je nou niet met het huiswerk Van Jantje, vader! Laat Jantje 't maar z'el'f! fout maken! BEZIJDEN DE ,WABEN|WET. Tk heb melk! gevraagd en u geeft me niets „als water. Pardon .m'evïouw, ik heb vergeten, er d-e m'elk bij te doen DOOESCHUNEND'. De -onderwijzer had de leerlingën Van zijn klas uitg-elgg'd ,dat alle voorwerpen wiiardoo.1' tm-en kon kijken doorzichtig waren. W-el, z-ai hij tot Tomimy Todd, kunt gij mij nu eens e&n doorsnhijluend Voor- w-er pnodmlen? Totmlniy antwoordde hierop m'et 'n glim lach: Zeker móester ,een sleutelgat. GEDACHTEN. De -eer Ineeft niet zëlden de-n nijd in 'haar gevblg. D-e voorschriften Van het Evangelie zijn voor den Christen geen grooter last, dan de vleugvls voor den adelaar; beide Ver heffen van de aard-e pp naai' dan hemel. .Wie de zaclitnii'oedig'heid bewaart wan- neer hij pijinen lijdt, do ygro-otittoedigfhaid wanneer hew gjarietilit wordt aangedaan, en den Vrede des harten, wanneer hij tegen slag ontïubet, is bijna Volmaakt.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1929 | | pagina 6