ZATERDAG 16 DECEMBER 1928 NIEUWE ZEEUWSCHE COURAW Ontspanningslectuur. NZE" DA MRU BR 1 EK 'ALLERLEI i Gekke gesprekken j bracht naar den Heanel. De priester draaft de witte stool. W,el heeft ook de besprenkeling met wijwater plaats, maar deze heeft niet de beteakenis van een gebed voor de ziel ernst, maar is enkel een betuiging van eerbied tegenover het liehaaim als tempel yan den B. Gieest. Haar ideaal bereikt. Di het lichte avondjaponnetje, mat de effen 'fluweelen ceintuur oml haar slanke taille, beeldde zich haar jong, lenig lic'haaim teer uit, onder do soepele wollige witheid van 't losse kleed, 't Donkere hoofd letunde sitralk tegen de hooge kussens va,n de sofa. Ze was nu hier alleen op dezen pradh- tigen dag. Die heldere winterzon brak even door, tusschen de halfdichte jaLoaziën. Ze had ze expres neergelaten. Ze wilde 't nu, niet zien, dat volle licht, Jiieit lioorem de wildklinkende ai-rotsleeën en vroolijke stemmen onder haar raam. 't Stemde haar droevig Al twieo keer was ze aan het violette velletje begonnen, dat daar lag, op het hooge schrijfbureau, 't vlotte niet. Ze kon niet schrijven, na dien ontzet- tenden brief van liaor moeder die tl'r niet begreep en haar nooit zou. begrijpen. Ze voelde 't weer opnieuw de schrijnende smart van een groot verlies vian een droeve alleen verlatenheid. Ze wist het: alleen stond ze, geheel alleen. Als klein kind had ze haar MaMia verloren. D'r tweede, moeder kende het eigenaardige kind niet, mat haar wereldje vol heerlijke idialeu. Ze begreep niet vkael van het hoogere, wait in ha.ar kinderzieltje verborgen lag. Nooit had de kleine, de echte teedere moederliefde gekend, nooit dien diepen blik gevoeld van reime moederzorgen. Nooit had ze haar hoofdje vertrouwelijk telgen der aangevleiid en aan haar borst haar groot kinderleed mogen uitschreien. En als de avond kwaM drukte haar geen kus de oogen dicht of wekte haar des morgens uit haar droomon. Ze wak istug en gesloten 'geworden. Vroetger was ze heter geweest, heel vroeger toen haar e.iigen lief Moedertje nog leefde. Nu ook wüde „Moeder" haar niet begrijpen, maar zo ging toch weg. Ze wilde liaar eigen edele hooge roeping volgen. Jaren had ze zich aan de kuost ge geven en opgeofferd. Nu ging! 20 zich zeiven geven aam haar aUmet medezusters in SurinaMe> de ongelukkige, nrelaiatschen die door de buitenwereld verstootem wor den. Doch haar moeder wilde het niet hooren zij de Echoone, de gevierde, haar dochter non, weggevoerd uit de Concertzalen, ha'ar naaim niet meer in de dagbladen? Zij het geboren genie, met liaa'r wilden hartstocht, opgesloten in een klooster? Nooit zou ze voor zulke dwaasheid haar toestemming geven. Ze had haar nog eens herinnerd aan do grootc feesten die haar toen ter eape warvln gegeven hoe ze tusschen dc bloetm'en in het rijtuig was thuisgebracht, aan do kranten die haar aangeboren talenten pre zen. Ze had haar herinnerd aan tie groote heerlijke toekomst, die haar wiadhtte, aan de Vele rijke joongelui, die. naar haar hand dongen. Daarnaast had ze het eentonige kloosterleven geschilderd, afgesloten van de wereld, waar ze haar Mooi, jong leven gnig begraven, wamr niem'and haar zou kennen. Ver van hare hekenden in een on bekend land waar ze het akelige kreu nen en kermen zou liooren van ondank bare zieken, waar ze de rottende Wonden kon Uitwassdhem en verbinden, totdat haar zelf ook eens een besmetting zou treffen en ze het slachtoffer werd vain een dwaze ingebeelde venpleegstersliefde. Ze had h'im nog eions doorlezen,, flien brief: even doortrilde, 't haar zonderling. Toch schrikte het haar niet terug, ze weird niet week; sterk' was ze; ze droeg diep in zich een ongekende kracht, groot als een oplaaiende vlajn, die ze niet meer kon blusschen. Wiat wais haar de eer? Die ver vloog. 't Maakte haar niet blij. ,t Gaf haar geen zieLevree en intens genot. Uit de Kerkgeschiedenis van Walcheren en Zuid-Beveland. SINT WILLIBRORDUS EN WALCHEREN. Als een tengere icn nog, onvolgroeide plant ging in de 7de eeuw 't christendom' op Walcheren door de koude kilheid van 't heidendom geheel 'ten onder; 't uitge strooide zaad van Christus' leer w'erd floor 't nog vaLe onkruid van den heiideinschlen godsdienst totaal verstikt; na 't vertrek' der missionarissen laaide weer feller op de. rassenhaat, die de Frankische priesters deed zien als voorloopers dar legers Van de aartsvijanden, de 'iFraniken, en dia op komende strijd in dc Zielen der pas-be keerden tusschen den Christus, en Wodan werd ten gunste van den afgod beslist. Zoo dan was Wlaldheren reeds 0|Mtrent 't jaar 700 weer volop hoidenschopr Wo- dans beeld kwam! weer da bevolking in bange vrees te zamen en de priester-schaar bradht opnieuw offers-van menschem en (lieren om den wïeeden god gunstig Voor zich te stemmen. Een krachtiger prediking en ean betere vorming izouden noodig zijn; meer gebed Maast gestart en meer lijden geofferd wor den am op' WalCherpn met Gods geuadë- liulp 't heidendom voor goed uit te roeien. Dc overwinning op 't dwaze heidendom van de bewoners van Walcheren is be vochten door den grooten apostel der F.rie- zen, Sant Wlillibrordus. Voordat wij u echter zijn wierk op Wal cheren g'aan verhalen, willen wij u In grove trekken bekend Makten met zijn grootsch werk onder de Fyiiesehe stamtalen in onze landen om' beter en juister te 'be- sseitlen dc groote weldaad, dóe God onze voorvaderen bewees door Sint Wiillibrord ook tot hen te zenden. Daar voor d'r iin 't bugeau had ze haar dagboek gesloten. Daarin stonden ze, da berinneringen aan de jaren, dia vervlogen waren als een korte droom, waarin ze niets goeds verricht had en toch zooveel had kunnen doen. Gisteren had ze haar laatste concert ge geven in diezelfde juhk die ze nog aata had. Haar kamer lag nog overvol Vaar de bloemen, kranten en felicitaties die ge komen waren van menschen, dia zei zelfs niet kepde, die. haar talent stil aanbadan en, bewonderden. Voor 't laatst had ze fle ju belende harten opgeheven, liooger en altijd hooger. Toen, even de roerend-levende stilte van 't oogenblik, plots een daverend applaus. Wieg was ze geijld uit de bezwangerde bloemen-aroma's naar het rijtuig dat bui len wachtte. Ze had geschreid, bitter ge schreid, waarom wist ze zelf niet, taaar 't had haar goed gediaan. Inniger dlan an ders, was ze 's avonds voor 't grooto kruisbeeld op haar- kamer neergeknield en had nogmaals aan Jezus voeten haar ta lenten geotterd, en haar jong haat heele- inaal aan Hem, en aan Hem alleen ge geven. Als jong meisje had ze het broze geluk met haar beide armen omstrengeld, 't iWas naar baar toegekomen, eerst met wanker lende onzekere pasjes van een klein kind: toen naderhand groot als een averstroor uring bij donkercai nacht het geluk', het groote geluk, waar ze e-ans hunkerend naar verlaagd had. En toch, ze was niet ge lukkig. Als ze 's avonds haar Jnioe hool'd in de donzige witheid neerlegde en do ravenzwarte wimjpers haar grooto pogen rieten, dan doordroomde haar telkens die eene groote gedachte dan dacht ze tot laat nn den naciht on streed. Zo wisltl nis ze nn wegging, moest ze haar talent v ear wel zegge n. Ze zou spoedig vergeten zijn in de ruime wijdte kiringen, waar zo zich in bewoog. Ze was bekend in de artistenwereld. Een vertrouwde bekend heid. Maar nu, nu, zou ze haar. zwervend verlangen bevredigd zien? Zou ze hem alleen hier achter moeten laten, hem, den trouwen speelmakker uit haar zonlooze, treurige jeugd, die ze als een broeder liel' had? Hij kon niet meer zonder haar ley en, had hij haar laatst eens gezegd. Verschrikt had ze hem! aangestaard, plotseling begrijpende zijn sterke liefde. Hij nad baar dus meer lief dan een Zuster en Icoh, zij had in hem een broeder gezien. Nu voelde ze hoe wreed, beun1 tie scheiding zou treilen. In zijn arm! leven was zij' Üe weldoende kracht geworden, zij" do sterke, 'de onafhankelijke die zich alleen gebonden achtte door haar kunst. Hij, zwak en min der moedig had zich vastgegrepen aan haar, het leven verschrikt en vernederde hem. En dat zou nu moeten eindigen? Hij zon weer teruggeslagen worden in de Mis lukkingen waarvan zij liem juist had ge red? Zij zou weer haar sterken Weg gaan, lier, ongedeerd. Hij kende haar grootsehe idealen, maar dat 't nu reeds gebeuren, ging, nu, nu. hij met zoekende vingers het geluk even bad omvat met ontroerde handen het wondere van baar nabijheid gevoeld, dat wist hij nog niet. Vaak had hij baar den kaatsten tijd betrapt, dal zij zijln vnagep Verstrooid beantwoordde, en weg was met haar ge dachten, waar hij d'r niet kon gtenaken. Ze vertelde he|m wonderlijke verhalen van ginds ver aan de groote zee, .waar ie blinkende zon op de golven streek', idaar, daar was baar hart begraven. Daw waren arme menschen, daar was ongeluk en ge brek. Als kind droeg ze 't 0111 ïn haar groot harf zich opofferen vioor anderen en ster ker. krachtiger was haar hunkerend ver langen gewonden. In haar rijke gedachten- wereld stapelde zich haar drootageluk op, blij maken die arme ongelukkige mela,at- schen! Zc heelden veel van muziek. Zo Zou zingen en voor hen spreken, en een lich tend zonnestraaltje in hun arm leven bren gen: da.t leven, waar ze niets 111 eer van te verwachten hadden. Ze waren voor eeu wig veroordeeld, ze wisten dat ze ge bracht werden op de Sit. Gerardus-Majeilla Stichting, en 't zware knarsende hek' bch- ter hen neerviel, dat dan die poort nooit A. ;Sint Willibrordus; de groote Apostel der Friezen. In 't jaar 691 na Christus, Zette in ons land, bij Katwijk een 33-jariigo priester van Angel-saksische blo-ede den vaat aan wal. Hij was vol vertrouwen op God duet gezellen naar deze laaiden uit 't ïerscho klooster van Rathmtelsiigi k'omen afvaren otn 't stoute plan de Friezen aan Chris tus! dat hij reeds lang in zijn ijlverigo ziel ronddroeg, te gaan verwezenlijken. De,ze Angelsaksische priester 't was Sint Wiillibrord is er inderdaad in ge slaagd de Friezen voor deai Christus te winnen; zijn gastaag wenken, zijn vurig gebed -en zijn blij offer hebben Met Gods hulp 't hooge ideaal vap zijn jeugdige priester-.ziel werkelijkheid doen worden. Van de noodlige volmachten, te Rome den Heilige door paus Sergius T zelf ter hand gesteld, voorzien en gesteund door den machtigen Frankisohen Hofmeier, De- pijn van Herstal, wtend in 't jaar 692 m.et de uitvoering van 't, stoute pilan begonnen en predikte Sint Wiillibrord niet zijn hei lige Gezellen gedurende 2 jaren in de hoidendsuhe omstreken van Tie], Bommel, Heusdem en Wijknbij-Dnursiteide. Rijkelijk zegende God aldaar 't stoere wierik' van zijn vol-ijv enigen .apostel en dienst trouwe ge zellen; en vele hetideaien kwaimten tot den waren Godsdienst. Als Pe.pijn van Herstal, na, in 't jaar 695 hij Wijk-bij-Duurstede (Dorestad) een groote zege op den Friezenkoning Rad boud, den verwoeden tegenstander van 't christendom1, te hebben bevochten, den Hei lige ontmoette en hoorde van 't heerlijke succes, wilde hij dat Sint AVillibrord naar Rome gaan zou om zich tot Aartsbisschop der Friezen te laten wijden. Sint Wlillibrordus zelf wilde er niets van weten, maar èn de Hofmeier èn zijn Ge- meer geopend werd, dan om hun Verbrok keld lichaam weg t e dragen naar 't (z|warte kerkhof waarheen er Teeds zoovelen waren voorafgegaan. Doch zij was jongen krach tig. Ze had van God talenten gekregen- Ze zou haar tot-nu-toe gesloten karakter openen. Openen haar hart an ziich geven uit volle onbaatzuchtige liefde. Ze zou zich opofferen voor hen, die geen liefde, geen blijdschap kenden. Ze wilde licht brengen in hnu zwaren donkeretn nacht. Ze zou koesteren die anme kinderen zooals ee haar tauzick koesterde., zacht en teeder gelijk een moeder haar k'indja troetelt en vleit en 't broze lijfje onstuimig tegen d'r aandrukt. Morgen de groote avond, de gewichtige avond vol lieve gedachten en groote ver langens. Kerstmis! wanneer hij ook zon komen, dan zou ze 't hem zeggen, 't Moest nu, ze zou heur vaarwel zeggen Voor kor ten tijd, liierb-oven hoopte ze heira immers terug te zien. De blije zonnige Lente, als de teere ver scholen knoppen openbea-sten en het eerste, teerste groen heelt aan rillende takken, als .eder verlangend hart dat hetopt, blij1 is, de gulden lachende Lente was aangeko men. Licht, als de melkblauwe meeuw, bewoog zich het ranke vaartuig over bo gende golven. Op 't, dek tusschen al die warrelende menschen stond oen krachtige, grcotsche, donkere gestalte, de fr.iissrtio eneiigieke oogen gericht naar 't land, dat achter haar langzaam wegzonk, doch geen traan beefde in die oogen. Met bnzioldo blikken rustten haar oogen op 't kleine 'kruis, dat op haar borst hing, en dat 'zo met lraar zachte hand omklemde. Voor Hejm' ging Om haren Brui degom nog beter te leerear kennen om on der Zijn zoeten adflm en liefdevolle zachte 'blikken te werken, en Zijn voetstappen te volgen naar Gethsemianie, waar Hij haar geleid en gevoea-d had. E11 buiten de stad, langs he.t Zeekanaal, liisp hij kampend -ter gen den wilden zeewind, die joeg door zijn blondeh aren. En 'telkens herhaalde hij die laatste., al les brakende woorden: „Vaarwel tot la ter, 'hierboven!" En in den zachten lenteminid g|in|gen die woorden als donkere, angstig fladderende vogels. DiAMPiROBLEEM, Zwart: 9. 1 2 3 4 5 Wlilt: :9 Oplossing vorig probleem. De diaigraunstand in cijfers was: Zwart 11 schijven op '2, 7, 14, 15, 17, 19, 20, 22, 27, 28 en 32. W|it 11 schijven pp 26, 29, 31, 34, 35, 37, 39—43. 'Wiit speelt hier eenvoudig, maar toch geestig: 39 33!, zwart 27x49 gledw. Wjit 2621 (28x 30), 35x13 (49x8), 21x3 (32x41), 29—24 (20x29), en 3x1 wint! Correspondentie over deze rubriek wordt niet gevoerd. De Katholieken in 1848- Het eerste paugrata, dat van katholieke fc'ijde in one land werd opgesteld',; dlateert zelleai èn zijn dierbaar christenvolk dron gen ca- zoo kradhtig, op aan, dat de Beiir Lijge zieh ten slotte miet dat do-el naar Rome begaf. Vol eerbiedige vreugde ontving Paus Sci-giius I. doo-r God zelf van .Wiilli brord'a komst verwittigd don Heilige, wijdde zelf hem op den 21sten November tot Aartsbisschop der Friezen en schonk hem: al de. gunsten ,die. Hij voor zijn mis sieland vroeg. Door zijn verheffing zoo mpgelijk' nog met meer ijver bezield en in 't besef van die groote verantwoordelijkheid, die zijn hooge Waardigheid roeit zich bracht, keerde Wil librord spoedig weer naar 't Friezen-volk terug en koos Utrecht, als middelpunt van 't land, ter bearbeiding uit met het doel om eenmaal vandaaruiit het christendom te verspreiden over de nog beidensche stre ken van ons land. Het succes te Utrecht was, dank fcij Gods bijzondere hulp, schitterend en wel dra had de stud maast twee Bedehuizen (de Kerk v. d. Verlosser en de Martinus-kerk) ook oen klooster, waar Sant Wlillibrordus uit de nieiuw-bekeerdee arbeiders ontving, ow hen te vormen tot apostolische- mannen en hen uit te zenden tot bevestiging van zijn eigen prediking. Vanuit dit centrum vingen dan aan lie groote missie-reizen onder 't volk dep Frie zen en achtereenvolgens vinden wij den Geloofsheld in Zuid- cn Noord-Holland, langs den Rijn in Duitschland cn zelfs in Helgoland, overal predikend door woord en voorbeeld de leer van Christus, terwijl hij bij zijn heengaan uit die streken één van zijn Gezellen achterliet om zulk oen land streek verder voor 't Geloof' te bearbeiden. Grootsch was 't Werk wat Sint Wiilli brord hier tot stand bracht. Vanuit Utrecht ging de Heilige met een vaartuig van het veelbtewDgien jaar 1848, het jaar- der grondwetsherziening. Het was geen pai'tijvprogram, zooals er in 1883 een door idr. Seihaepmtan werd ontworpen, en wij; er sinds 1,896 een kennen, maar einkel een formuleering van eischen, met het doel de ctanimiissie-Thorbteoke, welke toen haar werk begon, van voorlichting te dienen. Het werd samengesteld door mgr. Sprits, pn overleg met o.a. den toenmaligen presi dent (later Bisschop van Haarlem) Van Vree, den geestelijken mentor- vian die Tijd; en verscheen in het numlmjar van dat blad) van 21 Maart onder het opschrift „Onze Vorderingen". In die Vorderingen werd telkens de nadruk gelegd op- de vrijheid. ..Vrijheid en gelijkheid! vioor de wet" zoo luidde de eisdh. „Hij behoort tot .andere tijden die nu nog inkrimpende of aindea-e bepalingen wil heblben ingevoerd in strijd met de vrijheid.... Vrijheid van godsdienst. Wij hebhten recht op- vrijheid van belijde nis en «eredienst.... iedere «eredienst moot overigens de vrijheid hébben om1 zich te nrganiseeren .elk naar haren bij'zonderein aard. Gelijke beschertaing van alle gods dienstige gezindten. Dia bescherming zij nooit preventief; imjmers, eene preventieve beschertaing is, of ontaardt in overbeey- •sching. Daarota zi| het d'en Staat nooit vergund Zich te mengen in da belangen van eenige gezindheid... Vrijheid van on derwijs. Het is een ongerijmdheid, dat ia «en land, waai; vrijheid heerscht de Staat alleen het recht ziou hebben van onderwijs te geven.... Vrijheiiid' van assoüiatiei." Daarna vol^t een reeks zMiver poli tieke eischen, waarna ten slotte weer- het vrijheidsbeginsel op> den voorgrond' wordt gesteld Eindelijk wij Vordteren, dat in die Grond wet eene b'&palingj worde gevoegd', waar door het beginsel wordt uitgedrukt, dat tegen het taikbruik der door du grondwet gewaarborgde vrijheden geen preventieve wetten uitgevaardigd of disposition mtogeii genoMen worden". Er ontbrak, zboals uit deZe eischen blijkt, destijds nog heel wat aait de vrij1- bcid der Nederlandsche katholieken. .Weg met het plaflet, weg moeft heb onderwijs- monopolie v.an den Staat, vrije ontwikke ling der kloosters, waren de leuzen in die .dag'en, nog slechts Vier; vijfden van een .eeuw geleden. En er moest nog hard wor den gevochten, olni dia eischen verwezten- lijkt te zien. Hoezeer het toen ook mlet da achteruit zetting, welke nog lang zbu aaoihouden getuigt een voornamelijk door dr. Cra mer opgemaakte statistiek, hierop neer- koMendie, dat bij" een bevolking van 2 ka tholieken tegen 3 n'iet-katholieiken, die vter- 'houding in de ambten was: in het Rijk 2 tegen 25, on in da gewestelijke 'bestu ren 2 tegen 15. Loon voor geestelijken arbeid. Het is bekend, dat geestelijke arbeid, kunst en wetenschap voorop, dikwijls slecht wordt beloond. Dit is altijd' zoo geweest, vroeger z'elfs erger dan nu. In vorige eeuwen werd hij betaald met ware hongerloonen. Men staat eigenlijk ver baasd, dat da geestelijke urb'eidcr in (lie dagen -wanneeri hij' geen vorstelijken steun genoot niet van honger, omkwam'. Alleen Met do geneedhieeren ging' het doorgaans wat beter. Maar de cöncurrentifli was in die dagen veel kleiner! dan tegen woordig. In 1554 waren er te Wieenen bijv. slechts z'even geneesheer en, in de provin cie was -er; gleen enkele. De Woens'che arts dn-. Johannes .Ti chel deelt in zijn dagboek mede,; dat hij reeds in bet eerste jaar van zijln prak tij,k; (—in het jaar 1477 27 pond, 14 Hongaarsebe en !5 Rijnsche guldens had ontvangen. Bovendien vooral iln oorlogs jaren, als baar geld schraal wasi kreeg de dokter voor zijh visdties welkom'e gaven voor keuken en kelder. Dez'elfde dr. Tichel bericht, dlat hij van zijn dankbare patiënten twee zwijne|n, wild, gevogelte, vissehen, vet- eieren, worst, brood, Meel griesmee], fruit specerijen enz: kreeg. Ook wijn in Verschillende soorten gaf' m'en den geneesheer, cadeau. Maai de geneesheeren waren dan ook de efinige groep van „inbellecitueelen", die rond kon den kaMen den Rijn af cn kwam dan nan te Vlaar- dingen, waar Hij ma een succesvolle pre diking- liet eerste, klerkje van Zuid-Holland stichtte. Langs de Vliet voer de heilige zendeling van 't Maasland naar 't Rijnland en kwam langs Voorburg en Leiden naai' Oeigst- giaest. Geruim en tijd weerklonk ook hier zijn herscheppend woord en vernieuwde 't aanschijn dezer streek. In nabijheid van een heilig wond bouwde hij op oen kleine verhevenheid, die wellicht een heidensehe offerheuvel was geweest, een houten kerk je voor zijn nieuw-bekeerden. Daarna koos St. Willibrord liet be- roemlde Kennemerland tot zijn arbeidsveld en haid gedurende drie janen zijn hoofdver blijf te Velzen, waar de apostel eveneens een kerkje bouwde niet ver van de gele duinen. S,t. Willibrordus droeg hie<r ide zra-g over op aan den H. Engelmtundus. Op een zijner missie-roedZeu door 't Kan- neaneirlaiid werd ook Heiiloo, blazodht. Hier deed God op 't gebad van zijn geilieifden Zoon een bron ontspringen, die nog btéeds bekeoid is onder den naaml va,n tie „Willi- brordus-put". Dit groote wonder bracht de heidtmlein aan Willibrordus voeten en ook hier Vlejr- rees een Kerkgebouw evenals '«enigen tijd later te Petten. Na al deze succesvolle iieizan, ging IWil- librord er toe over om! in een christelijk gewest buiten de pas gestichte Missie zich een veilige verblijfplaats te vors «haffen wa,ar en rust en orde de vookomlstigo misi- sionnarissen konden worden gevorjnd; waar de kranke en afgewerkte zendelingen zich konden herstellen van hun arbeid; waar in tijd van vervolging de hoop der toekomst in veiligheid zou kunnen worden gebracht. Hij slaagde er in door de gulle aanbie- De dwaze wol zin. George IV van Engeland nam alfl re gent (18.11'20) het niet zoo nauwi met de etiquette. Fm zoo kon heit gebeuren, dat bij' met Sheridan een weddenschap1 durfde aangaan, da,t hij in zijn eerstvolgende troon rede een allerdwaasten, volzin zou inlas- schen, zonder dat dit door icMandj werd gemerkt of cenige consternatie teweeg ge bracht. Do regent wilde met deze wedden schap aantoonen, boe weinig aandacht er eigenlijk door da heeran leden der Volks vertegenwoordiging aan de voorlezing der Troonrede werd geschonken. De regent kwam! met Sheridan over een, dat hij tusschen twee zinnen 4®r Troonrede Zou inlasschen: „Bè, bè, zwart schaap." De weddenschap ging oto) 100 gui nea's. .Wanneer er ook Maar één was, zei de regent, die verbaasd keek of schrok, had hij de weddenschap verloren. George. IV won echter do weddenschap. Na een allergewichtigste verklaring, met zorg door Liverpool opgesteld, schraapte de regent even zijh keel en zei: „Bè, bè, zwart schaap" en ging verder zonder da.t iemand de dwaze opmerking scheen opge merkt te hebben.... Sheridan Moest zijn 100 guinea's be talen. Kiort daarop vertelde deze aan Can ning de weddenschap en vroeg heanl of hij niets Van het „bè, bè, Zwart schaap" had gehoord. „Wel zeker, heb ik dat gehoord!" zhi1 Canning, „uraar daar Zijn Koninklijke Hoogheid u zoo steak in heb gelaat keek, dacht ik, dat het persoonlijk aan uw adres was gericht, cu wellevendheid verbood mij toen er nadere opheldering van te vragen". ■■■an ■■■■mi IUIMH 'N GELUKSKIND. Eerste 'marktkoopmanZeg, die oude Mazes 'is dood! Tweede dito: Tja, da's ja(mMer. Die man heeft anders een geluk gehad. Hij kon niets aanraken, of het veranderde in geld. Z'n huis had-ie verzekerd een maand later brandde 't af. Verzekerde ie zich teigein ongelukken dan brak ie binnen de week Z'n aojm1- Ging ia verleden week -in een begrafenisfonds en niu ia bi er al tussichem uiit. Dat noaml ja boffen? 'N ZIEKTE VAN DEZEN TIJD. Ziekenhuis-oppasser (dia een bezoeker rondleidt)„Dat is de zaal voor motoajrij- ders, die ,zeoiuw'ziek zijn." Bezoeker: „Zoo, mhar waar zijn ze dan?" Oppasser„U kunt ze niet zien. Ze zit ten allen onder hun beddetn defecten te zoeken." T IS MAAR 'N VRAG. Onbeschofte giast (redaaneerend over zijn baim)„Hé, juffrouw hoe noem je dit soort varkensvleesdh De juffrouw: „Aan welk eind van de vork bedoelt u?" DE ORGELIST. Is er misschien iemand onder te, vroeg de dominee,, nadat hij den kansel in de dorpskerk had beklommen, is «r Mis schien iemand onder u, die het orgel kan bediemen: De organist die dit gewoonlijk doet is ongesteld geworden. Een der boeren uit zijn gehoor bood zieh aan en klopi naar boven. De prediker ging voort, met den dienst; toen er echter gfazongen ziou worden, liet zilch 'geen orgeltoon hooren. M'en wachtte en wachtte, doch er kwam ge'en feeluikl. Eindelijk klonk er een st'etM van achter het orgel Domiiné, ik kan neigens den slinger vinden. ALTIJD HELDER. De heer des huizes struikelde ear viel van alle trappen met 'n ontzettend geraas. Hulpeloos lag-ie beneden, en z'n vrouw- kwam aanhollen: Och heimel, Jan, je bebt Zeker 'n tree gemist hé? Gemist? zei Jan woedend: Sakker loot, ik heb ze allemaal gehad, een voor een, en met m'n hoofd nog Wed! ding van een dame, die den Heilige haar Luitanverblijf te Eehtermach schonk voor zijn bedoelde kloosterstichting. Gewinnen tijd bleef' hier de heilige; en wijdde aldaar twee nieuwe kerken in, terwijl Iianina zoo heette de Milde geefster die hui zen des Heeren van gouden en Zilveren sieraden voorzag. Vandaar uit wilde Sint Willibrord nog oen poging wagen om1 koning! Radboud voor 't christendom, te winnen, maar zijn lange reis naar Helgoland bleef zonder succes. Na dit alles zult gij begrijpen, waarom wij Sint Wlillibrordus noemden den grooten ajicstel der Friezen. Op vele plaatsen in 't Friezenland was door zijn arbeid do droeve duisternis van 't heidendom gewe ken voor de stralende zon der iWlaarhieid; door zijn bidden en offeren was een groot deel van 't Friezen-volk herboren door Üe wateren deè doopsels, geworden tot Kinde ren des Lichts. Hij was geworden tier Friezen hader in Christus. Veel arbeid was er verricht, Maar Zoo lang er nog heideinsche strefben waren on der t volk 'der Friezen, kende fle Heilige geen rusten, daar Hij 't zich tot e«n duren plicht rekende, voortvloeiend uit zijn vrij willig aanvaard' ambt, rekende om overal, waar Friezen woonden, ma,ar zijn beste ver mogen 't christendom te verbreiden. Toen clan de Heilige op Helgoland (bet Fositen-eiland) door de ruwe wederspan- nigheid van koning Radboud zijn pre(di- Vng moest opgeven, liet Hij koers zetten naar 't eiland Walcheren, waar, zoo wiat Hij, nog Friezen waren die recht hadden op zijn Vaderlijke zorgen. Zijn arbeid op Walcheren zullen wij U een volgende keer verhalen.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1928 | | pagina 6