ZATERDAG 16 DECEMBER 1928
NIEUWE ZEEUWSCHE COURAW
Ontspanningslectuur.
NZE" DA MRU BR 1 EK
'ALLERLEI
i Gekke gesprekken j
bracht naar den Heanel. De priester
draaft de witte stool. W,el heeft ook de
besprenkeling met wijwater plaats, maar
deze heeft niet de beteakenis van een
gebed voor de ziel ernst, maar is enkel
een betuiging van eerbied tegenover het
liehaaim als tempel yan den B. Gieest.
Haar ideaal bereikt.
Di het lichte avondjaponnetje, mat de
effen 'fluweelen ceintuur oml haar slanke
taille, beeldde zich haar jong, lenig
lic'haaim teer uit, onder do soepele wollige
witheid van 't losse kleed, 't Donkere
hoofd letunde sitralk tegen de hooge kussens
va,n de sofa.
Ze was nu hier alleen op dezen pradh-
tigen dag. Die heldere winterzon brak even
door, tusschen de halfdichte jaLoaziën. Ze
had ze expres neergelaten. Ze wilde 't
nu, niet zien, dat volle licht, Jiieit lioorem
de wildklinkende ai-rotsleeën en vroolijke
stemmen onder haar raam. 't Stemde haar
droevig
Al twieo keer was ze aan het violette
velletje begonnen, dat daar lag, op het
hooge schrijfbureau, 't vlotte niet.
Ze kon niet schrijven, na dien ontzet-
tenden brief van liaor moeder die tl'r niet
begreep en haar nooit zou. begrijpen. Ze
voelde 't weer opnieuw de schrijnende
smart van een groot verlies vian een
droeve alleen verlatenheid. Ze wist het:
alleen stond ze, geheel alleen.
Als klein kind had ze haar MaMia
verloren. D'r tweede, moeder kende het
eigenaardige kind niet, mat haar wereldje
vol heerlijke idialeu. Ze begreep niet vkael
van het hoogere, wait in ha.ar kinderzieltje
verborgen lag.
Nooit had de kleine, de echte teedere
moederliefde gekend, nooit dien diepen blik
gevoeld van reime moederzorgen. Nooit
had ze haar hoofdje vertrouwelijk telgen
der aangevleiid en aan haar borst haar
groot kinderleed mogen uitschreien. En
als de avond kwaM drukte haar geen
kus de oogen dicht of wekte haar des
morgens uit haar droomon. Ze wak istug
en gesloten 'geworden. Vroetger was ze
heter geweest, heel vroeger toen haar
e.iigen lief Moedertje nog leefde. Nu ook
wüde „Moeder" haar niet begrijpen, maar
zo ging toch weg. Ze wilde liaar eigen
edele hooge roeping volgen.
Jaren had ze zich aan de kuost ge
geven en opgeofferd. Nu ging! 20 zich
zeiven geven aam haar aUmet medezusters
in SurinaMe> de ongelukkige, nrelaiatschen
die door de buitenwereld verstootem wor
den.
Doch haar moeder wilde het niet hooren
zij de Echoone, de gevierde, haar dochter
non, weggevoerd uit de Concertzalen, ha'ar
naaim niet meer in de dagbladen? Zij het
geboren genie, met liaa'r wilden hartstocht,
opgesloten in een klooster? Nooit zou ze
voor zulke dwaasheid haar toestemming
geven.
Ze had haar nog eens herinnerd aan do
grootc feesten die haar toen ter eape warvln
gegeven hoe ze tusschen dc bloetm'en in
het rijtuig was thuisgebracht, aan do
kranten die haar aangeboren talenten pre
zen. Ze had haar herinnerd aan tie groote
heerlijke toekomst, die haar wiadhtte, aan
de Vele rijke joongelui, die. naar haar hand
dongen. Daarnaast had ze het eentonige
kloosterleven geschilderd, afgesloten van
de wereld, waar ze haar Mooi, jong leven
gnig begraven, wamr niem'and haar zou
kennen. Ver van hare hekenden in een on
bekend land waar ze het akelige kreu
nen en kermen zou liooren van ondank
bare zieken, waar ze de rottende Wonden
kon Uitwassdhem en verbinden, totdat haar
zelf ook eens een besmetting zou treffen
en ze het slachtoffer werd vain een dwaze
ingebeelde venpleegstersliefde.
Ze had h'im nog eions doorlezen,, flien
brief: even doortrilde, 't haar zonderling.
Toch schrikte het haar niet terug, ze weird
niet week; sterk' was ze; ze droeg diep
in zich een ongekende kracht, groot als een
oplaaiende vlajn, die ze niet meer kon
blusschen. Wiat wais haar de eer? Die ver
vloog. 't Maakte haar niet blij. ,t Gaf
haar geen zieLevree en intens genot.
Uit de Kerkgeschiedenis van
Walcheren en Zuid-Beveland.
SINT WILLIBRORDUS EN
WALCHEREN.
Als een tengere icn nog, onvolgroeide
plant ging in de 7de eeuw 't christendom'
op Walcheren door de koude kilheid van
't heidendom geheel 'ten onder; 't uitge
strooide zaad van Christus' leer w'erd floor
't nog vaLe onkruid van den heiideinschlen
godsdienst totaal verstikt; na 't vertrek'
der missionarissen laaide weer feller op
de. rassenhaat, die de Frankische priesters
deed zien als voorloopers dar legers Van
de aartsvijanden, de 'iFraniken, en dia op
komende strijd in dc Zielen der pas-be
keerden tusschen den Christus, en Wodan
werd ten gunste van den afgod beslist.
Zoo dan was Wlaldheren reeds 0|Mtrent 't
jaar 700 weer volop hoidenschopr Wo-
dans beeld kwam! weer da bevolking in
bange vrees te zamen en de priester-schaar
bradht opnieuw offers-van menschem en
(lieren om den wïeeden god gunstig Voor
zich te stemmen.
Een krachtiger prediking en ean betere
vorming izouden noodig zijn; meer gebed
Maast gestart en meer lijden geofferd wor
den am op' WalCherpn met Gods geuadë-
liulp 't heidendom voor goed uit te roeien.
Dc overwinning op 't dwaze heidendom
van de bewoners van Walcheren is be
vochten door den grooten apostel der F.rie-
zen, Sant Wlillibrordus.
Voordat wij u echter zijn wierk op Wal
cheren g'aan verhalen, willen wij u In
grove trekken bekend Makten met zijn
grootsch werk onder de Fyiiesehe stamtalen
in onze landen om' beter en juister te 'be-
sseitlen dc groote weldaad, dóe God onze
voorvaderen bewees door Sint Wiillibrord
ook tot hen te zenden.
Daar voor d'r iin 't bugeau had ze haar
dagboek gesloten. Daarin stonden ze, da
berinneringen aan de jaren, dia vervlogen
waren als een korte droom, waarin ze
niets goeds verricht had en toch zooveel
had kunnen doen.
Gisteren had ze haar laatste concert ge
geven in diezelfde juhk die ze nog aata
had. Haar kamer lag nog overvol Vaar de
bloemen, kranten en felicitaties die ge
komen waren van menschen, dia zei zelfs
niet kepde, die. haar talent stil aanbadan en,
bewonderden. Voor 't laatst had ze fle ju
belende harten opgeheven, liooger en altijd
hooger.
Toen, even de roerend-levende stilte van
't oogenblik, plots een daverend applaus.
Wieg was ze geijld uit de bezwangerde
bloemen-aroma's naar het rijtuig dat bui
len wachtte. Ze had geschreid, bitter ge
schreid, waarom wist ze zelf niet, taaar
't had haar goed gediaan. Inniger dlan an
ders, was ze 's avonds voor 't grooto
kruisbeeld op haar- kamer neergeknield en
had nogmaals aan Jezus voeten haar ta
lenten geotterd, en haar jong haat heele-
inaal aan Hem, en aan Hem alleen ge
geven.
Als jong meisje had ze het broze geluk
met haar beide armen omstrengeld, 't iWas
naar baar toegekomen, eerst met wanker
lende onzekere pasjes van een klein kind:
toen naderhand groot als een averstroor
uring bij donkercai nacht het geluk', het
groote geluk, waar ze e-ans hunkerend naar
verlaagd had. En toch, ze was niet ge
lukkig. Als ze 's avonds haar Jnioe hool'd
in de donzige witheid neerlegde en do
ravenzwarte wimjpers haar grooto pogen
rieten, dan doordroomde haar telkens die
eene groote gedachte dan dacht ze tot
laat nn den naciht on streed. Zo wisltl nis
ze nn wegging, moest ze haar talent
v ear wel zegge n. Ze zou spoedig vergeten
zijn in de ruime wijdte kiringen, waar zo
zich in bewoog. Ze was bekend in de
artistenwereld. Een vertrouwde bekend
heid.
Maar nu, nu, zou ze haar. zwervend
verlangen bevredigd zien? Zou ze hem
alleen hier achter moeten laten, hem, den
trouwen speelmakker uit haar zonlooze,
treurige jeugd, die ze als een broeder liel'
had? Hij kon niet meer zonder haar ley en,
had hij haar laatst eens gezegd.
Verschrikt had ze hem! aangestaard,
plotseling begrijpende zijn sterke liefde.
Hij nad baar dus meer lief dan een Zuster
en Icoh, zij had in hem een broeder gezien.
Nu voelde ze hoe wreed, beun1 tie scheiding
zou treilen. In zijn arm! leven was zij' Üe
weldoende kracht geworden, zij" do sterke,
'de onafhankelijke die zich alleen gebonden
achtte door haar kunst. Hij, zwak en min
der moedig had zich vastgegrepen aan
haar, het leven verschrikt en vernederde
hem. En dat zou nu moeten eindigen? Hij
zon weer teruggeslagen worden in de Mis
lukkingen waarvan zij liem juist had ge
red? Zij zou weer haar sterken Weg gaan,
lier, ongedeerd.
Hij kende haar grootsehe idealen, maar
dat 't nu reeds gebeuren, ging, nu, nu. hij
met zoekende vingers het geluk even bad
omvat met ontroerde handen het wondere
van baar nabijheid gevoeld, dat wist hij
nog niet. Vaak had hij baar den kaatsten
tijd betrapt, dal zij zijln vnagep Verstrooid
beantwoordde, en weg was met haar ge
dachten, waar hij d'r niet kon gtenaken.
Ze vertelde he|m wonderlijke verhalen
van ginds ver aan de groote zee, .waar
ie blinkende zon op de golven streek', idaar,
daar was baar hart begraven. Daw waren
arme menschen, daar was ongeluk en ge
brek.
Als kind droeg ze 't 0111 ïn haar groot
harf zich opofferen vioor anderen en ster
ker. krachtiger was haar hunkerend ver
langen gewonden. In haar rijke gedachten-
wereld stapelde zich haar drootageluk op,
blij maken die arme ongelukkige mela,at-
schen!
Zc heelden veel van muziek. Zo Zou
zingen en voor hen spreken, en een lich
tend zonnestraaltje in hun arm leven bren
gen: da.t leven, waar ze niets 111 eer van te
verwachten hadden. Ze waren voor eeu
wig veroordeeld, ze wisten dat ze ge
bracht werden op de Sit. Gerardus-Majeilla
Stichting, en 't zware knarsende hek' bch-
ter hen neerviel, dat dan die poort nooit
A. ;Sint Willibrordus; de groote
Apostel der Friezen.
In 't jaar 691 na Christus, Zette in ons
land, bij Katwijk een 33-jariigo priester
van Angel-saksische blo-ede den vaat aan
wal. Hij was vol vertrouwen op God duet
gezellen naar deze laaiden uit 't ïerscho
klooster van Rathmtelsiigi k'omen afvaren
otn 't stoute plan de Friezen aan Chris
tus! dat hij reeds lang in zijn ijlverigo
ziel ronddroeg, te gaan verwezenlijken.
De,ze Angelsaksische priester 't was
Sint Wiillibrord is er inderdaad in ge
slaagd de Friezen voor deai Christus te
winnen; zijn gastaag wenken, zijn vurig
gebed -en zijn blij offer hebben Met Gods
hulp 't hooge ideaal vap zijn jeugdige
priester-.ziel werkelijkheid doen worden.
Van de noodlige volmachten, te Rome
den Heilige door paus Sergius T zelf ter
hand gesteld, voorzien en gesteund door
den machtigen Frankisohen Hofmeier, De-
pijn van Herstal, wtend in 't jaar 692 m.et
de uitvoering van 't, stoute pilan begonnen
en predikte Sint Wiillibrord niet zijn hei
lige Gezellen gedurende 2 jaren in de
hoidendsuhe omstreken van Tie], Bommel,
Heusdem en Wijknbij-Dnursiteide. Rijkelijk
zegende God aldaar 't stoere wierik' van zijn
vol-ijv enigen .apostel en dienst trouwe ge
zellen; en vele hetideaien kwaimten tot den
waren Godsdienst.
Als Pe.pijn van Herstal, na, in 't jaar
695 hij Wijk-bij-Duurstede (Dorestad) een
groote zege op den Friezenkoning Rad
boud, den verwoeden tegenstander van 't
christendom1, te hebben bevochten, den Hei
lige ontmoette en hoorde van 't heerlijke
succes, wilde hij dat Sint AVillibrord naar
Rome gaan zou om zich tot Aartsbisschop
der Friezen te laten wijden.
Sint Wlillibrordus zelf wilde er niets van
weten, maar èn de Hofmeier èn zijn Ge-
meer geopend werd, dan om hun Verbrok
keld lichaam weg t e dragen naar 't (z|warte
kerkhof waarheen er Teeds zoovelen waren
voorafgegaan. Doch zij was jongen krach
tig. Ze had van God talenten gekregen-
Ze zou haar tot-nu-toe gesloten karakter
openen. Openen haar hart an ziich geven
uit volle onbaatzuchtige liefde. Ze zou
zich opofferen voor hen, die geen liefde,
geen blijdschap kenden. Ze wilde licht
brengen in hnu zwaren donkeretn nacht.
Ze zou koesteren die anme kinderen zooals
ee haar tauzick koesterde., zacht en teeder
gelijk een moeder haar k'indja troetelt en
vleit en 't broze lijfje onstuimig tegen
d'r aandrukt.
Morgen de groote avond, de gewichtige
avond vol lieve gedachten en groote ver
langens. Kerstmis! wanneer hij ook zon
komen, dan zou ze 't hem zeggen, 't Moest
nu, ze zou heur vaarwel zeggen Voor kor
ten tijd, liierb-oven hoopte ze heira immers
terug te zien.
De blije zonnige Lente, als de teere ver
scholen knoppen openbea-sten en het eerste,
teerste groen heelt aan rillende takken, als
.eder verlangend hart dat hetopt, blij1 is,
de gulden lachende Lente was aangeko
men. Licht, als de melkblauwe meeuw,
bewoog zich het ranke vaartuig over bo
gende golven. Op 't, dek tusschen al die
warrelende menschen stond oen krachtige,
grcotsche, donkere gestalte, de fr.iissrtio
eneiigieke oogen gericht naar 't land, dat
achter haar langzaam wegzonk, doch geen
traan beefde in die oogen. Met bnzioldo
blikken rustten haar oogen op 't kleine
'kruis, dat op haar borst hing, en dat 'zo
met lraar zachte hand omklemde.
Voor Hejm' ging Om haren Brui
degom nog beter te leerear kennen om on
der Zijn zoeten adflm en liefdevolle zachte
'blikken te werken, en Zijn voetstappen te
volgen naar Gethsemianie, waar Hij haar
geleid en gevoea-d had. E11 buiten de stad,
langs he.t Zeekanaal, liisp hij kampend -ter
gen den wilden zeewind, die joeg door zijn
blondeh aren.
En 'telkens herhaalde hij die laatste., al
les brakende woorden: „Vaarwel tot la
ter, 'hierboven!"
En in den zachten lenteminid g|in|gen die
woorden als donkere, angstig fladderende
vogels.
DiAMPiROBLEEM,
Zwart: 9.
1 2 3 4 5
Wlilt: :9
Oplossing vorig probleem.
De diaigraunstand in cijfers was: Zwart
11 schijven op '2, 7, 14, 15, 17, 19, 20,
22, 27, 28 en 32. W|it 11 schijven pp 26,
29, 31, 34, 35, 37, 39—43. 'Wiit speelt
hier eenvoudig, maar toch geestig: 39
33!, zwart 27x49 gledw. Wjit 2621 (28x
30), 35x13 (49x8), 21x3 (32x41), 29—24
(20x29), en 3x1 wint!
Correspondentie over deze rubriek wordt
niet gevoerd.
De Katholieken in 1848-
Het eerste paugrata, dat van katholieke
fc'ijde in one land werd opgesteld',; dlateert
zelleai èn zijn dierbaar christenvolk dron
gen ca- zoo kradhtig, op aan, dat de Beiir
Lijge zieh ten slotte miet dat do-el naar
Rome begaf.
Vol eerbiedige vreugde ontving Paus
Sci-giius I. doo-r God zelf van .Wiilli
brord'a komst verwittigd don Heilige,
wijdde zelf hem op den 21sten November
tot Aartsbisschop der Friezen en schonk
hem: al de. gunsten ,die. Hij voor zijn mis
sieland vroeg.
Door zijn verheffing zoo mpgelijk' nog
met meer ijver bezield en in 't besef van die
groote verantwoordelijkheid, die zijn hooge
Waardigheid roeit zich bracht, keerde Wil
librord spoedig weer naar 't Friezen-volk
terug en koos Utrecht, als middelpunt van
't land, ter bearbeiding uit met het doel
om eenmaal vandaaruiit het christendom te
verspreiden over de nog beidensche stre
ken van ons land.
Het succes te Utrecht was, dank fcij
Gods bijzondere hulp, schitterend en wel
dra had de stud maast twee Bedehuizen (de
Kerk v. d. Verlosser en de Martinus-kerk)
ook oen klooster, waar Sant Wlillibrordus
uit de nieiuw-bekeerdee arbeiders ontving,
ow hen te vormen tot apostolische- mannen
en hen uit te zenden tot bevestiging van
zijn eigen prediking.
Vanuit dit centrum vingen dan aan lie
groote missie-reizen onder 't volk dep Frie
zen en achtereenvolgens vinden wij den
Geloofsheld in Zuid- cn Noord-Holland,
langs den Rijn in Duitschland cn zelfs in
Helgoland, overal predikend door woord en
voorbeeld de leer van Christus, terwijl hij
bij zijn heengaan uit die streken één van
zijn Gezellen achterliet om zulk oen land
streek verder voor 't Geloof' te bearbeiden.
Grootsch was 't Werk wat Sint Wiilli
brord hier tot stand bracht. Vanuit
Utrecht ging de Heilige met een vaartuig
van het veelbtewDgien jaar 1848, het jaar-
der grondwetsherziening. Het was geen
pai'tijvprogram, zooals er in 1883 een door
idr. Seihaepmtan werd ontworpen, en wij; er
sinds 1,896 een kennen, maar einkel een
formuleering van eischen, met het doel de
ctanimiissie-Thorbteoke, welke toen haar
werk begon, van voorlichting te dienen.
Het werd samengesteld door mgr. Sprits,
pn overleg met o.a. den toenmaligen presi
dent (later Bisschop van Haarlem) Van
Vree, den geestelijken mentor- vian die Tijd;
en verscheen in het numlmjar van dat blad)
van 21 Maart onder het opschrift „Onze
Vorderingen". In die Vorderingen werd
telkens de nadruk gelegd op- de vrijheid.
..Vrijheid en gelijkheid! vioor de wet"
zoo luidde de eisdh. „Hij behoort tot .andere
tijden die nu nog inkrimpende of aindea-e
bepalingen wil heblben ingevoerd in strijd
met de vrijheid.... Vrijheid van godsdienst.
Wij hebhten recht op- vrijheid van belijde
nis en «eredienst.... iedere «eredienst moot
overigens de vrijheid hébben om1 zich te
nrganiseeren .elk naar haren bij'zonderein
aard. Gelijke beschertaing van alle gods
dienstige gezindten. Dia bescherming zij
nooit preventief; imjmers, eene preventieve
beschertaing is, of ontaardt in overbeey-
•sching. Daarota zi| het d'en Staat nooit
vergund Zich te mengen in da belangen
van eenige gezindheid... Vrijheid van on
derwijs. Het is een ongerijmdheid, dat ia
«en land, waai; vrijheid heerscht de Staat
alleen het recht ziou hebben van onderwijs
te geven.... Vrijheiiid' van assoüiatiei."
Daarna vol^t een reeks zMiver poli
tieke eischen, waarna ten slotte weer- het
vrijheidsbeginsel op> den voorgrond' wordt
gesteld
Eindelijk wij Vordteren, dat in die Grond
wet eene b'&palingj worde gevoegd', waar
door het beginsel wordt uitgedrukt, dat
tegen het taikbruik der door du grondwet
gewaarborgde vrijheden geen preventieve
wetten uitgevaardigd of disposition mtogeii
genoMen worden".
Er ontbrak, zboals uit deZe eischen
blijkt, destijds nog heel wat aait de vrij1-
bcid der Nederlandsche katholieken. .Weg
met het plaflet, weg moeft heb onderwijs-
monopolie v.an den Staat, vrije ontwikke
ling der kloosters, waren de leuzen in die
.dag'en, nog slechts Vier; vijfden van een
.eeuw geleden. En er moest nog hard wor
den gevochten, olni dia eischen verwezten-
lijkt te zien.
Hoezeer het toen ook mlet da achteruit
zetting, welke nog lang zbu aaoihouden
getuigt een voornamelijk door dr. Cra
mer opgemaakte statistiek, hierop neer-
koMendie, dat bij" een bevolking van 2 ka
tholieken tegen 3 n'iet-katholieiken, die vter-
'houding in de ambten was: in het Rijk
2 tegen 25, on in da gewestelijke 'bestu
ren 2 tegen 15.
Loon voor geestelijken arbeid.
Het is bekend, dat geestelijke arbeid,
kunst en wetenschap voorop, dikwijls
slecht wordt beloond. Dit is altijd' zoo
geweest, vroeger z'elfs erger dan nu. In
vorige eeuwen werd hij betaald met ware
hongerloonen. Men staat eigenlijk ver
baasd, dat da geestelijke urb'eidcr in (lie
dagen -wanneeri hij' geen vorstelijken
steun genoot niet van honger, omkwam'.
Alleen Met do geneedhieeren ging' het
doorgaans wat beter. Maar de cöncurrentifli
was in die dagen veel kleiner! dan tegen
woordig. In 1554 waren er te Wieenen bijv.
slechts z'even geneesheer en, in de provin
cie was -er; gleen enkele.
De Woens'che arts dn-. Johannes .Ti
chel deelt in zijn dagboek mede,; dat hij
reeds in bet eerste jaar van zijln prak
tij,k; (—in het jaar 1477 27 pond, 14
Hongaarsebe en !5 Rijnsche guldens had
ontvangen. Bovendien vooral iln oorlogs
jaren, als baar geld schraal wasi kreeg
de dokter voor zijh visdties welkom'e gaven
voor keuken en kelder.
Dez'elfde dr. Tichel bericht, dlat hij van
zijn dankbare patiënten twee zwijne|n, wild,
gevogelte, vissehen, vet- eieren, worst,
brood, Meel griesmee], fruit specerijen enz:
kreeg. Ook wijn in Verschillende soorten
gaf' m'en den geneesheer, cadeau. Maai
de geneesheeren waren dan ook de efinige
groep van „inbellecitueelen", die rond kon
den kaMen
den Rijn af cn kwam dan nan te Vlaar-
dingen, waar Hij ma een succesvolle pre
diking- liet eerste, klerkje van Zuid-Holland
stichtte.
Langs de Vliet voer de heilige zendeling
van 't Maasland naar 't Rijnland en kwam
langs Voorburg en Leiden naai' Oeigst-
giaest. Geruim en tijd weerklonk ook hier
zijn herscheppend woord en vernieuwde
't aanschijn dezer streek. In nabijheid van
een heilig wond bouwde hij op oen kleine
verhevenheid, die wellicht een heidensehe
offerheuvel was geweest, een houten kerk
je voor zijn nieuw-bekeerden.
Daarna koos St. Willibrord liet be-
roemlde Kennemerland tot zijn arbeidsveld
en haid gedurende drie janen zijn hoofdver
blijf te Velzen, waar de apostel eveneens
een kerkje bouwde niet ver van de gele
duinen. S,t. Willibrordus droeg hie<r ide
zra-g over op aan den H. Engelmtundus.
Op een zijner missie-roedZeu door 't Kan-
neaneirlaiid werd ook Heiiloo, blazodht. Hier
deed God op 't gebad van zijn geilieifden
Zoon een bron ontspringen, die nog btéeds
bekeoid is onder den naaml va,n tie „Willi-
brordus-put".
Dit groote wonder bracht de heidtmlein
aan Willibrordus voeten en ook hier Vlejr-
rees een Kerkgebouw evenals '«enigen tijd
later te Petten.
Na al deze succesvolle iieizan, ging IWil-
librord er toe over om! in een christelijk
gewest buiten de pas gestichte Missie zich
een veilige verblijfplaats te vors «haffen
wa,ar en rust en orde de vookomlstigo misi-
sionnarissen konden worden gevorjnd;
waar de kranke en afgewerkte zendelingen
zich konden herstellen van hun arbeid;
waar in tijd van vervolging de hoop der
toekomst in veiligheid zou kunnen worden
gebracht.
Hij slaagde er in door de gulle aanbie-
De dwaze wol zin.
George IV van Engeland nam alfl re
gent (18.11'20) het niet zoo nauwi met
de etiquette. Fm zoo kon heit gebeuren, dat
bij' met Sheridan een weddenschap1 durfde
aangaan, da,t hij in zijn eerstvolgende troon
rede een allerdwaasten, volzin zou inlas-
schen, zonder dat dit door icMandj werd
gemerkt of cenige consternatie teweeg ge
bracht. Do regent wilde met deze wedden
schap aantoonen, boe weinig aandacht er
eigenlijk door da heeran leden der Volks
vertegenwoordiging aan de voorlezing der
Troonrede werd geschonken.
De regent kwam! met Sheridan over
een, dat hij tusschen twee zinnen 4®r
Troonrede Zou inlasschen: „Bè, bè, zwart
schaap."
De weddenschap ging oto) 100 gui
nea's. .Wanneer er ook Maar één was,
zei de regent, die verbaasd keek of schrok,
had hij de weddenschap verloren.
George. IV won echter do weddenschap.
Na een allergewichtigste verklaring, met
zorg door Liverpool opgesteld, schraapte
de regent even zijh keel en zei: „Bè, bè,
zwart schaap" en ging verder zonder da.t
iemand de dwaze opmerking scheen opge
merkt te hebben....
Sheridan Moest zijn 100 guinea's be
talen.
Kiort daarop vertelde deze aan Can
ning de weddenschap en vroeg heanl of
hij niets Van het „bè, bè, Zwart schaap"
had gehoord.
„Wel zeker, heb ik dat gehoord!" zhi1
Canning, „uraar daar Zijn Koninklijke
Hoogheid u zoo steak in heb gelaat keek,
dacht ik, dat het persoonlijk aan uw adres
was gericht, cu wellevendheid verbood mij
toen er nadere opheldering van te vragen".
■■■an ■■■■mi
IUIMH
'N GELUKSKIND.
Eerste 'marktkoopmanZeg, die oude
Mazes 'is dood!
Tweede dito: Tja, da's ja(mMer. Die
man heeft anders een geluk gehad. Hij
kon niets aanraken, of het veranderde in
geld. Z'n huis had-ie verzekerd een
maand later brandde 't af. Verzekerde ie
zich teigein ongelukken dan brak ie
binnen de week Z'n aojm1- Ging ia verleden
week -in een begrafenisfonds en niu ia bi
er al tussichem uiit. Dat noaml ja boffen?
'N ZIEKTE VAN DEZEN TIJD.
Ziekenhuis-oppasser (dia een bezoeker
rondleidt)„Dat is de zaal voor motoajrij-
ders, die ,zeoiuw'ziek zijn."
Bezoeker: „Zoo, mhar waar zijn ze dan?"
Oppasser„U kunt ze niet zien. Ze zit
ten allen onder hun beddetn defecten te
zoeken."
T IS MAAR 'N VRAG.
Onbeschofte giast (redaaneerend over zijn
baim)„Hé, juffrouw hoe noem je dit soort
varkensvleesdh
De juffrouw: „Aan welk eind van de
vork bedoelt u?"
DE ORGELIST.
Is er misschien iemand onder te,
vroeg de dominee,, nadat hij den kansel in
de dorpskerk had beklommen, is «r Mis
schien iemand onder u, die het orgel kan
bediemen: De organist die dit gewoonlijk
doet is ongesteld geworden.
Een der boeren uit zijn gehoor bood
zieh aan en klopi naar boven.
De prediker ging voort, met den dienst;
toen er echter gfazongen ziou worden, liet
zilch 'geen orgeltoon hooren. M'en wachtte
en wachtte, doch er kwam ge'en feeluikl.
Eindelijk klonk er een st'etM van achter
het orgel
Domiiné, ik kan neigens den slinger
vinden.
ALTIJD HELDER.
De heer des huizes struikelde ear viel
van alle trappen met 'n ontzettend geraas.
Hulpeloos lag-ie beneden, en z'n vrouw-
kwam aanhollen:
Och heimel, Jan, je bebt Zeker 'n tree
gemist hé?
Gemist? zei Jan woedend: Sakker
loot, ik heb ze allemaal gehad, een voor
een, en met m'n hoofd nog Wed!
ding van een dame, die den Heilige haar
Luitanverblijf te Eehtermach schonk voor
zijn bedoelde kloosterstichting. Gewinnen
tijd bleef' hier de heilige; en wijdde aldaar
twee nieuwe kerken in, terwijl Iianina
zoo heette de Milde geefster die hui
zen des Heeren van gouden en Zilveren
sieraden voorzag.
Vandaar uit wilde Sint Willibrord nog
oen poging wagen om1 koning! Radboud
voor 't christendom, te winnen, maar zijn
lange reis naar Helgoland bleef zonder
succes.
Na dit alles zult gij begrijpen, waarom
wij Sint Wlillibrordus noemden den grooten
ajicstel der Friezen. Op vele plaatsen
in 't Friezenland was door zijn arbeid do
droeve duisternis van 't heidendom gewe
ken voor de stralende zon der iWlaarhieid;
door zijn bidden en offeren was een groot
deel van 't Friezen-volk herboren door Üe
wateren deè doopsels, geworden tot Kinde
ren des Lichts. Hij was geworden tier
Friezen hader in Christus.
Veel arbeid was er verricht, Maar Zoo
lang er nog heideinsche strefben waren on
der t volk 'der Friezen, kende fle Heilige
geen rusten, daar Hij 't zich tot e«n duren
plicht rekende, voortvloeiend uit zijn vrij
willig aanvaard' ambt, rekende om overal,
waar Friezen woonden, ma,ar zijn beste ver
mogen 't christendom te verbreiden.
Toen clan de Heilige op Helgoland (bet
Fositen-eiland) door de ruwe wederspan-
nigheid van koning Radboud zijn pre(di-
Vng moest opgeven, liet Hij koers zetten
naar 't eiland Walcheren, waar, zoo wiat
Hij, nog Friezen waren die recht hadden
op zijn Vaderlijke zorgen.
Zijn arbeid op Walcheren zullen wij U
een volgende keer verhalen.