Purol bij Huiduitslag en Huidverwonding
ZATERDAG 13 OCTOBER 1928
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
VAN OVER DE GRENZEN
KERKNIEUWS
ONZE DAMRUBRIEK
"êT
Ontspanningslectuur.
De Rr u g e r millioenen.
Van tijd tot tijd brengen de dagbladen
ons bet bericht, dat een of ander avontu
rier, die 'suienschen zwakheden goed 'kent,
en daarbij op hun lichtgeloovigkeid specu
leert, erin geslaagd is met voorspiegeling
(van komend fortuin oif verborgen schatten
izich ten koste van hen te verrijken. Zijp
er menschen, die niet naar rijkdom, of ver
meerdering van bezit haken? Zoo ja, dan
Ban toch zeker geen honderdste procent
van het menschdom. In den wedloop naar
geluk laat men niets onbeproefd en talrijk
velen, ontdoen zich o, zoo gaarne, van
hun werkelijk bezit, om het in te ruilen
Stegen kansen. Op het oogenblik gaan er
(wederom wonderlijke verhalen over Ver
borgen millioenen door oom Paul zaliger
aan den schoot der aarde toevertrouwd,
iwaarvan het geheim natuurlijk den hoogst
biedende te koop wordt aangeboden. Daar
bij doet zich het eigenaardig geval voor,
Bat zooveel malen het verhaal de ronde
Boet, even zooveel malen veranderen de
fcchatten van rustplaats en van grootte.
Een oud-officier van het Zuid-Afrikaan-
Eche leger geeft omtrent den oorsprong
Btr legende daarvan in de bladen ongelveier
Be volgende lezing. „Nadat de Boeren uit
Be vechtlinie hij Macliadodorp Voor de ver-
ïnacht der Engelschen moesten wijken,
trokken zij terug op Heütorspruit om ver
volgens voor goed uit elkander te gaan.
IZoo vertrok wijlen generaal Beyers van
hieruit naar Leydsdorp terwijl de overi
gen naar Portugeesoh gebied uitweken.
!Op dit uitgangspunt nu nl. Hectorspruit
heeten de Kruger-millioenen begraven to
liggen. Beeds in 1903 werd een aanvang
gemaakt met liet doen van nasporingem.
De espeditie hiertoe uitgerust stond onder
leiding van een zekeren Olivier, voorheen
bij de artillerie werkzaam. Generaal Botha
werd om advies gevraagd, en deze deelde
mede, dat in de Krokodilrivier een en an-
Ber tot zinken was gebracht. Insnijdingen
in de hoornen wezen de bepaalde plaatsen
aan. Inderdaad kwamen eenige stukken
naar boven, zooals de Long Tom, bet
(groote kanon, dat door liet helder water
op den bodem' zichtbaar was. Elders zou
een brandkast gevuld met goud gezonken
rijn, en de sporen van bet vervoer warm
nog op het harde graniet zichtbaar. Blijk
baar was d e stroom sterker dan de brand
kast, welke als een limonaderietje wegge
spoeld bleek! De expeditie had op een
spoorwegstation overnacht, waar een Hol
lander dienst deed. Deze man scheen het
Boel van de reis te vermoeden en om
nu eens wat meer in Holland „spraakwa
ter" noemt. Toen ging bij zelf aan het
verbalen dat in den zomer van den ande
ren kant een drietal muilezelwagens dwars
Boor de streekgetrokken waren met liet-
izeltde doel. Bij onderzoek bleek zulks
waar te zijn, want in den omtrek waren
Be sporen van zwaar vervoer nog dui-
Belijk zichtbaar. Na eenigen tijd liep
Botha recht op een boom af, waarop ze
kere letters en cijfers uitgesneden waren,
'zooals 20.O, hetgeen beteakende 20 hoo
rnen Oostwaarts. Daar stond een boom
met liet markteeken 20Wi—40, doch het
resultaat der nasporingen was, dat het
aantal uitgegraven gaten werd gevonden,
Waarin leege patroonkisten, teerlappen,
enz. aangetroffen werden." Volgens eecn
andere persoon zou de aanwezige voor
raad goud nog voordat Kruger liet land
verliet, naar Duitsdhland- gezonden zijn,
om' aldaar te worden vermunt. Dit ge
schiedde kort vóór de inname van Pre
toria, door de Engelsehen. Een jonge man,
Bie thans nog een vooraanstaande positie
in Zuid-Ai'rika inneemt, verscheen toen op
order van de boerengeneraals met een
oonvooi en ontving opdracht den aanwezi
gen goudvoorraad uit de kelders van de
'Nederlandsche Bank en het Paleis te ver
voeren naar het station. Vandaar uit ging
Be zending naar Maehadodorp, ter verdere
Boorvoer. Een gedeelte werd overgebracht
naar Pelgrimsrust, waar men een tijdelijke
munt sloeg. Tegelijkertijd stuurde men
om de aandacht der Engelschen af te lei
den, kistjes, welke goud heetten te be
vatten, doch slechts de balansen inhielden
naar een Duitsche firma te Lourenoo
[Marqués. Als tweede krijgslist liet men
een bootje charteren voor een onbepaalde
reis en hoewel het een groot geheimi was,
'dat daarmede de Kruger-millioenen ver
voerd werden, kraaide men het naar alle
kanten uit. Het bootje is natuurlijk met
man en muis vergaan, en de schatten
liggen op den bodem' der zee aan de: kust
Van Zoeloeland. Toch zijn er nog men
schen, die overtuigd zijn, dat vroeg of
laat een duiker hen naar boven brengt,
üntusschen is het goud veilig in Duitsch-
land gearriveerd, waar het tot munt werd
geslagen, waarna het door een der amb
tenaren via Duitsoh West-Afrika, weer in
(Transvaal ingevoerd werd. De legende
(van de z.g. Kruger-millioenen is hier
mede voldoende weerlegd en wie geloof'
Schenkt aan de verhalen van avonturiers,
Boet wijs de handen op de zakken te
houden.
Op den Sisten Zondag na Pinksteren.
Epistel v. d. H. Paulus tot de Ephazen.
V. 15—21.
Broeders! ziet toe dat gij voorzichtig
wandelt; niet als dwazen, maar als wij-
«en; koopt den tijd af, want de dagen zlijtn
hoeszijt derhalve niet onverstandig, maar
tracht te kennen, wat de wil Gods zij.
Drinkt u ook niet dronken aan den wijn;
hierin is wulpschheidmaar wordt ver
vuld met den heiligen Geest. Onderhoudt
elkander met psalmen, lofgezangen «n
geestelijke liederenzingt ,en looft den
Heer in ,uwe hartendankt God den Va
der altoos, voor alles, in den naam' van
onzen Heer JezUs Christus. Zijt. elkander
onderdanig in de vreeze van Christus.
Evangelie, Joannes IV. 4953.
j Jn dien tijde was er een koninklijk'
hoveling, wiens zoon te Capharnaüm ziek
lag. Hij, hoorende dat Jezus uit Judea
naar Galilea was gekomen, ging naar
Hem, en verzocht Hem dat Hij wilde
komen en zijnen zoon geneizen, dewijl hij
begon te sterven. Jezus izteids lielm dan:
tenzij gij! teekenen en wonderen Ziet, zoo
gelooft ;gij niet. De hoveling zeide Hem':
Heer, kom toch, eer mijn zoon sterft.
Jezus z'eide hem: ga benen, uw zoon leeft.
De man geloofde liet woord, hetwelk Je
zus hem Zeide, en ging henen. Als hij nu
henen ging, kwamen zijne knechten hem
te gc-moet en boodschapten hem, en zeiden
dat zijn izoon leefde. Hij vraagde hun dan
het uur, waarin hij beter geworden was.
En zij antwoordden hem1: gisteren te z'even
uren heeft de koorts hem verlaten. De
vader begreep dan dat dit hetzelfde uur
was, waarin Jezius hem Zeide; uw zoon
leett. En hij geloofde en zijn geheel huise
gezin.
DAMPROBLEEM.
Een leerzame lofczel.
Zwart: 13
12 3 4
46
47
48
49
50
Wit: 13.
Wit speelde 2217 om den volgenden
slagzei uit te voeren als Zwart 1218
zou antwoordenn.l. 1711, 3731, 32x
'41, 34x1, en 40x18. Zwart's doel was
echter juist wit tot 2217 te verlokken,
want hij laat nu niet 1218 volgen,
maar '21—27!!, 17x8; 3x12; 32x21, 23x
43; 34x23, 26x17; 48x39 en 25x43!!
Correspondentie over deze rubriek wordt
niet gevoerd.
Een kleinigheid.
Lize stond in 't Kuidden van /r kamer
en keek' u's rond. Wat zoU(2fe vragen? Een
kleinigheid voor haar verjaardag imlocht ze
kiezen. Maar wat Een kussen voor 't üa-
napeetje? Nee, dat had ze zelf nog pas ge
maakt. Een bloem? Wat snoeperij?, Och
nee, 't tafodht 'n cadeautje zijn, wat blij
vends, waaraan je langer iets 'had, raen
van die kleine, gezellige dingen, waaijmjee,
,.je je pensionkalmior tot 'n eigen (thuis leunt
pnbken. Wat dan? Een kleedje hier of
daar? Ja, 'n kleedje over de (theetafel, ja,
dat was ietsGeen al te groot dadeiau, ten
minste; je kon 't or naar .kiezen. „Een
kleinigheid",, had broer gezegd. Maar och
het zat er wel aan ilbij hp|ml; het zou
best 'n Imiood dingetje worden! i
En ze schrééf. Em ze vertelde, 'aan 'r
kennissen: van broer kreeg ze 'n
tafelkleed op 'r verjai
(Toen stond ze weer in het Jmidden
van 'r kalm|er en keek 'ns .rond. Toch jam-
mier, dat 't zoo'n dood- en dn-gewoon ding
was: dat theetafeltje daar in den 'hoek.
(En zoo klein 't Mooie servies (toet de wijde
lage koppen kon er heel niet istaan
Nee, dan die theekast in de (etalage van
,,'t Woonhuis"! Vier|m|aal daags zoo heen
■en terug op den schoolweg kwa|m| ze er
langs en altijd stond dat ding daar imhar
te lokken en te lonkenHè,, dat was
iels anders! Buiimle kast op sierlijke, lage
'pootjes, Imlooie vloeiende lijn, geslepen glak
in de deuren En de kleur, van het
hout, kwalmi die niet overeen met de piano
Morgen toch nog 'ns kijken
En ze keek, en 't was izöo 1 Wiat zóu
die kosten Even binnen gaan vragen,?.
Nou ja, waarolmi niet Vragen verplicht
tot nietsze koclht hier wel 'ns mleer
De prijs viel imlee. En ja(, |ibet was 'n
pracht
Ze stond nog wat te dralen. Ja. mfooi
was-ie h'm: niet al (te duur 't Zou
wel gezellig staan; ja, als ze ipaste! Voor
het zij-raalml missdh|ien
Nou, kwa|mi 't eindelijk, als u niets
(hoort, Imiag u haar morgenmiddag brengen
dm( te zien bf-ie er staan (kan. En als
(hij past goed past, en bij de meubels
kleurt, nou, dau denk ik 'r ite houden;
en anders krijgt u 'n boodschap, dat ,u
haar weer op imloet halenGoed
Maar zeker,, juffrouw, graag, heel
graag. i
Ze stonden (miet hun tweeën midden in
de kajmiwi, zij en 'r vriendin en keken
sajmien 'ns rond. Voor hei, zijraam! stond
de theekast.
Hoe vin je haar
Ik vind 'r (mlood, èciht móói, prees
Pie,
Ja, 't valt |m|e mJee. dat-ie er staan
kan.
Zij staat er best! En kijk, dat hout,
dat kleurt precies hij je .piano. Gezellig
lijkt 't, zeg!
En Fie ging er even bij i zetten, zoo in-
gezelliig was 't.
Lize glimlachte weifelend.
Zou 'ik het doen?
Ja., kind, zei Pie, imlooi is-ie, en hij
past er best! Maar jij fmloet 't weten, jij
kijkt er tegen aan, cn 't gaat jou 'porte-
HMonnaie.
Ja,, 't is nog-al 'n uitgaaf... deed
Lies todh even bedenkelijk. Maar: imiood
as-ia, 'n pracht IKijk daar dat ouwe ding
nou 's bij: daar kan geen (behoorlijk kopje
op staan! Al imi'n mooie spulletjes) .zitten
daar in de ImiUurkast. Wiat heb' je er dan
a an1
En ,,'t Woonhuis" kreeg 'n briefje: ze
zouen de rekening pilaar sturenEn de
juffrouw van het pension kreeg 'r thee
tafeltje weer voor eigen gebruik. i
En nog eens stond ze in 't (midden van
'r fcataier en lceek 'ns rond.
O, wat 'n schrik! Ze hjad ivoor de thee
tafel 'n kleedje geviraagd, dat kon nou-
geen dienst mleer doen, nee 't |Zpu toch
ja.mimer zijn, 'n Cadeaut je te laten „knopien,
dat je niet gebruiken kon
's Avonds liep ze eens' even aan bij Ke,
wat die er wel van vond
Wel, kind, je schrijft het, heel ge
woon. Hier: 'n briefkaart... En zeg, heb
je gezien, wat ik gekregen heb van jm/n
(man? 'k Had zoo'n behoefte aan >'n flink
ruimi presenteerblad, en kijk 's, wat zeg
je daarvan
Een kuipbladschrok Lize. Prach
tig!!.-.
Ja,, rijk! 't Is ,,an" i|m|et jullie! 'n
Kostbaar ding!
Nou, Viel Pie bij, dat geloof' ik!
Kijk 'nsi
Eu even draait ze den onderkant naar
boven en wees 'n klein, vierkant papiertje.
Hjm|, hm, geen kleinigheid
Toe, drong Fie aan, schrijf nou
even je kairt, dan gaan we tze saimlen pos
ten. 'k Heb echt zin in 'n loopje...
En Lize schreef: Graag iets anders li,ad
ize; ze kocflit 'n nieuwe th|eakasb,. idus 'n
kleedje zou geen dienst kunnen doen
Wiat vraag je? Hoed en ,(m|antel ,aan
stond Pie .al klaar.
Gewooniets landei'S. Ze mbeten (Zelf
lm|aar Hezen.
-Nou, 'ko|m) 'ns hier. 1 i
En Fie na|m| de kaart en krabbelde tus-
schen de regels: „b.v. een kuipblad vindt
Lize èrg, èrg Imlooii
Jia, spotte Lies, 'n kuipblad! Broer
zal mb! „Ben kleinigheid" 'heeft ie gezegd,
Och, Vragen is vrij
Enfin, was 't besluit, hij imjoet maar
'*s wat verzinnen.
En zoo ging de briefkaart de bus in.
Ze stonden in den im|»stigen avond in 't
stralend etalage-lacht: Ldze's broer en z'n
vrouw.
Nou, nou, brolinjde hij, dat is niet m|iis!
Zooveel geld voor 'n presenteerblad.
Och, pleitte zij, wie weet, hoe ze er
op vlast! Zie heeft zoo graag 'r spuLLeljaé
gezellig in orde. En ais ze nu zelf 'n
nieuwe theelcast heeft gekocht, en dan van
ons zoo'n blad erbij, d'an is (ze ook fijntjes
(klaar. Zelf durft ze 't, nu i natiën-lijk niet te
vragen. Imaar ik' vind: als ze dat nu zóó
feraag hoéft, dat Fie erover schrijft
Allo dan maar,, voor dezen kteer,
gromde hij goedig in z'n öpgez'etten kraag-.
En samii-n stapten ze den winkel binne®.
Morgen was ze jarig en alles was' in
orde. De zilveren lepeltjes gepoetst, van
de wijnglazen, waarlmiee ha,ar kennissen
allen salinen haar vorig jaar verrast had
den opdat ze die niet meer izou hoeven te
leenen,, als ze ééns in 't jaar haar
fuifje gaf, zorgvuldig elk denkbeeldig
stofje afgewreven,, de theekast goed voor
zien, wijn, bonbons, gebak in huis, ziezoo:
de groote dag kon kolmlen
Dat is zoo'n heerlijk uur: zoo ,'s avonds
vóór 'n feest de volle .stille vreugde
van 't verwachten
Opeens door de gang de klankvolle gala*
van de deurbel en even daarna 'n klopjs
op de kaïmierdeur.
J uffrouw. 'n pak, 'n reuze-pak voor
ai van Van-Gend-en-Loos. WiiL u even tee-'
kenen
Hè, nu al?! Lize nalml ide kaart en
keek. Uit A. van broerNou, ,di© was vlug
van 't jaar. En wat 'n ireuze-pak! Wat
zou hij hebben verzonnen
Nauwelijks was ze weer alleen, of gauw,
gauw do touwtjes doorgeknipt. Een groote
stevige doos, houtwol, en v'éél, véél 'dunne
vloeipapieren en eindelijk... e«n groot
mahoniehouten blad met hoogen kuiprand
in glanzend koperen ring
i Nee, zóó was het niet getmpend! Jlie
goeierd! Hè, nu, ook stpmi van, Fie, dat
zoo te schrijven. Wjat had broer daar wel
van 'gedacht Zoo inhplig
Toen las ze den langen., hartalij'hen
brief vol goede wensdbesn jen: „ze (had
den niet geweten," wat ze moesten ver
zinnen. Maar nu Fie 'r grootsten wemsch
verraden hadvoor dezen keer den
wenk gevolgd"
Die goeierds! Hè, ze Imjoesten eens we
ten, dat het hlöelelm|aal niet zoo (bedoeld
was. Tóch was 't een 'fijn cadeau,, 'n
extra mlooi ding Wiaar zou ze het plaat
sen Op de theelcast Even zien
O nee. dat stond onta|ogelijkDat hoorde
niet bij elkaar, die twee bedierven elkaar.
Waar 't dan een plaatsje geven? Op ta
fel? Wanneer ze zoo- alleen thee. .dronk
en 't heele. servies niet gebruikte, ,'ns
kijken. O nee, nog minder, zóó was 't
ouni te (brullen I Dat groote zware blad mot
één zoo'n klein, blauw, kantig kopje,
nee, dat was bespottelijk! Moest 't dan
óók imtaar in de muurkast, voor dien éénen
keei- in 't jaar,, dat ze groote visite" had
en 'r glazen er op: kon zetten voor den
wijn? Hè, 't was toch zonde, ,zoo'n handvol
geld had 't gekost, nee
Zou ze imiaar niet ruilen? Schrijven flat
't (maar een grap was geweest van Fie?
Dat t haar he.usdh begrootte zoo'n, duur
zoo'n prachtig ding, waarvoor ze eigenlijk
geen plaats -hadMaar heel eenvoudig
Vragen, of' ze 't weeroimj-sturen mocht in
de Paaschvadantie er iets anders voor uit
zoeken? Ze wist wel ietsDat zoudeir
ze toch wel begrijpen, ja daarvoor waren
ze toch „eigen" genoeg
MaaT Imprgen -en overmorgen zou van
pdkrijven wel niets kolmlen,, dan wad ',«r
natuurlijk aanhoudend aanloop van ken
nissen. En toch mócht ze er ook niet te-
lang im|ee wachten, dan konden ze in cliien
winkel er wel eens bezwaar tegen heb
ben Kom: 't was nog vtroeg, maar
dadelijk doen
En heel tevreden op het flink .besluit
sliep Lize dien nacht gerust.
Den volgenden middag tusdchen school
tijd kwam' Fie al even aamgeloopen imat
wenschen en unlet Moepnlen. Mn ze( hporde
van het geval.
Zo was er ocht verlegen imlee.
Wiat sneu Maar duif je dat:
1 (ragen, te rujlen?
Nou ja„ wat 'mpet ik anders (pleitte
Lize, die 'r eerste zekerheid voelde glip
pen Zoo'n kostbaar ding (miaar in |de
kast te stoppen en hoogstens één keer dn
'n jaar gebruiken, is dat niet zonde? Hat
past nergens (in de kaim(er„ niet op de thee-
kast, niet op d'e tafel. Och, 't is ook
eigenlijk iets voor 'n groot gezellig gezin
in 'n ruimie woning; maar ik, (die hier
alléén woon in pension, 't is zonde
Ja. Fie begreep het wel, 't was ook
zoo; im|aar„ toch wel sneu voor i.die (broer
en schoonzus
En Ldze's stom|iniug daalde en sChorn—
mlelde om nul
Opeens'n idee van Fiien
Zeg, ga even imee naaq ,m'n huis;
dan bollen we je broer >en schoonzus op.
Misschien is de brief nog niet a anen kun
je er even over praten; even polsen, hoe
ze het vinden.
Ja,, dat wou Lies wel
Door de stille gang rinkelde, fel ;de
telefoon.
Ja, Greta, jij Broer ook (huis
Jia,, de jarige zelf... Dank ja boor, dank
ja!Maar e hadde.n za dan brief aJ
gekregen, ja Niet erg, zeg je
Heusdh niet Begrepen ze 't best
Builen heeleimlaal geen bezwaar Hè, 't
was 'n pak van 'r hart iDie kinderen
J|a,,_ dag Wiiml!Dag BietjeZó
Drink je chocolade Op tante's verjaardag?
Fijn he Daag
Niets unieer er was afgebeld.
Opgelucht stapte Lize naar h,uis en
was des avondls een vroolijke gastvrouw.
.Maar geen der kennissen kreeg het blad
te zien; en de drukste vanallen was Fie.
Den volgenden avond liep ze te red
deren en te ruimtende glazen opgeborgen,
de theekast weer op orde, de, ibijgoleende
stoelen weer teruggedragenen toen
rustte Ze even heerlijk uit ametj nog wat
nagekomen brieven.
Opeens door de stilte de klankvol(lte
galjmi van de deurbel en even 'daarna 'n
klopje op de kalmterdeuir.
Juffrouw, 'n pak, 'n reuzepak voor
U. van Van Gend Loos. Wilj [U even
teekenen
Hè. nog wat Lize na|m) de .kaart
en keek
Uit A.(, van denzel'fden winkel, waar
het blad vandaan gekomten wasVan Broer
wat zou die nu verzonnen hebben Een
reuzepak nu, 'n kist.
Gauw, gauw geteekend en het deksel
opengebroken. Houtwol, houtwol, houtwol
...en nu, wat 'n prachtig wijnglas!
De Bazel? Ting, hoor hoe'een dichte
nageltik doorzingt in de stilte En~Iioe-
veel zp'n het er wel? Twaalf? Och, laat
die elf mlaar ingepakt; er staan er nog
twaalf in de mluurkast, voor 't fuifje van
6,, 7 kennissen, ééiri per jaar! i
Artoie verjaardag! Arm Liesje!
Zou er niemand in de familie zijn, die
wat glaswerk kan gebruiken, zoo bij wijza
Van 'n kleinigheid
Ze kon er niet toe kótmlen op dit tweede
•cadeau te antwoord'en,, ze imoest er eerst 'r
genachten 'ns over laten gaan. Leergeld
genoeg betaald!
Na 'n week kwaiml er 'n (ibrietf.
Hri van imJ'n schoonzus, verwonderde
zij zich. Zeker ihfoqm|eeiren,, of da glaZeit
wel in orde ontvangen zijn.
Langzaam, trok ze de enveloppe open
en las:
(Toen je laatst die kist imlet glaswerk
kreeg, héb je zéker wel gedacht,Wiat miert
ik daar nou onëe? (Nou of!) ,Maar beste., 't
was een'misverstand (hoera!!). In ruil voor
dat bewuste blad zocht ik wat glazen uit
voor ons zelf. (Da,,s verstandigEn. 'nu
pas hooren we, dat ze naar, jou zijn ge
stuurd. Vin je ze nu èrgjmiooi, dan mag je
ze wel houden hoor(Nu, (mlercü). Maar an
dersbreng je ze mlaar mee, als je op va,-
cantie kqmlt. Dan gaan we 'ns gezellig win
kelen en koopien je iets voor (je verjaardag.
Ja,, 'n kleinigheid, zei Liziei,<jn
toen schreef ze 'n hartelijk briefje
„Geld."
DE GIL
Oorspronkelijke vertelling van een gehei(m|-
zinnig voorval, door Sirolf.
Als een onooglijk vod, grauwvaal van
ellende en wanhoop, hield de mlan ,zi;oh,
zoo klein im|ogelijk in-een-gedoken, in den
.uitersten boek van 't schemerige vertrek
weggedrukt. In zijn onrustig spiedende
oogen lag iets van den angst van een opge
jaagd beest, stotmfme radelooze angst.
(Wat deze Irofan in zijn ongetwijfeld
hachelijke pmistandigheden bezielde, zal
wel altijd een raadsel blijven, jmS-ar ihaj
betastte, imlet sidderende vingers, waarop
heel kleine zweetdruppeltjes parelden, de
bladen^ van oen oud tijdschrift, dat hij
zoo juist van een tafeltje had weggegrist,
en probeerde tm|et zijn bevende handen
de bladzijden om te slaan Wat zocht deze
impn Welk vreeselijk raadsel verborg hij
{Want in stede van te zien naar het blad,,
dat zijn klampae vingeren trillend bevoel-
Stiekeme stokers.
Wanneer iomland den moed of het ka
rakter ontbreekt tot een strijd met zijn
tegenstander, man tegen man, dan be
stookt bij helm! van een hinderlaag uit of
liij huurt een rabauw, die voor lietoi de
kastanjes uit liet vuiur haalt.
In enkele landen nam deze lafheid, nam:
dit gebrek aan zelfrespect, Zulke aflmietin-
gen aan, dat er een klasse van tnenischiein:
ontstond de bravo's die vioor zeker
bedrag, iemand op bestelling vermoordden.
In Nederland is liet gelukkig nooit
zoover gekomten; de geestelijk minderwaar
digen en eerloozen stelden iem stellen zich
tevreden met liet schrijven of dicteeren
van anonieme brieven. Ook deze methode,
hoewel minder bloedig dan de buiten-
landsehe ,'kan geniepig genoeg werken
en het slachtoffer genoeg schade aan
brengen.
Het „Alg. Handelsblad het felst anti
katholieke groobblad, weet dit al te gloed
en het schuwt deze minderwaardige prak
tijken niet, wanneer het tegen ons gaat.
J.l. Zaterdag drukte het in zijn koloimi-
inten een vermoedelijk gefingeerd, in elk
geval niet onderteekend schrijven af', van
den volgenden inlioud
„Onlangs wees men mij in een der groo
te Duitselie steden een enorm gebouw
in aanbouw en dankte mij als Nederlander
daarvoor.
Deze erkentelijkheid niet begrijpende,
vernam ik, dat het bestemd is voor
Jezuïetenklooster en onderwijsinrichtingen
van verschillenden aard, waar het onder
wijs door Jezuïeten zal worden gegeven.
Het geld daarvoor is igrootendeels van
Nederland gekomen uit de Roomseh-Ka-
tholieke kas, waarin de salarissen worden
gestort, die de Staat der Nederlanden be
taalt aan nonnen en monniken, die on
derwijs geven in Nederland.
Dit blijkt slechts één voorbeeld te zijn,
uit vele.
Wijd en zijd stroomt het Nederlandsche
belastinggeld ons land uit ten einde te
worden gebruikt voor Boomlsoh-Katholieke
inrichtingen in liet buitenland. De Staat
betaalt, naar .jnen weet, voor het onder
wijs door monniken en nonnen, hetzelfde
salaris, dat de leeken-onderwijzers ont
vangen, otsolioon kloosterlingen niet heb
ben te voorzien in hun levensonderhoud,
dat trouwens sleohts een klein onderdeel
bedraagt van dat der leeken.
Toen indertijd verschillende leden der
liberale 'meerderheid in ons parlement het
standpunt prijsgaven ,dat de Staat alleen
beboert te zorgen voor liet openbaar on
zijdig onderwijs, en bereid werden het
particuliere onderwijs met staatsbijdragen
te steunen, geschiedde dit ten gevolge van
het betoog, dat de kosten van het laatste
billijkerwijs niet geheel op de schouders
van particulieren konden rusten. Verre
echter lag de bedoeling ,om' behalve de
geheele kosten ook nqg te betalen aan
bet buitenland.
De onderwijzerssalariseen zijn berekend
naar de gemiddelde levensk'osten voor lee
ken. Dit standpunt wordt echter verlaten
zocdra het kloosterlingen geldt, want die
worden verre boven hun leyenskostsn door
den Staat bezoldigd. Bij hen wordt de
grondslag aangenomen van de waarde v'aai
den arbeid, een grondslag, die ontoepasse
lijk is, tenzij hij allerwegen wordt aan
vaard. Daardoor is het onderwijs bijl ons
veel duurder dan waar ook en zijn de
belastingen Zoo zwaar, dat men in den
vreemde voor een land, dat niet aan den
oorlog heelt deelgenomen, er de handen
van in elkaar slaat vlan verbazing.
Het is tijd, dat aan dit misbruik een
eind k'ome. Zouden onze groote vaderen
het hebben mogelijk geacht?"
Men voelt met den klomp waar het
valsche „Handelsblad" heen wil.
Omdat het de kloosters, die jaren lang
pro Deo het bijzonder onderwijs Verztxp
den geen redelijke vergoeding gunt, liegt
het of laat het liegen, dat er een B.-KJ.
kas bestaat, waarin de salarissen worden
gestort der kloosterlingen; liegt liet dus
dat de Jezuïeten (natuurlijk moesten de^e
paters er weer bij te pas komen) uit deze
kas, buitenlandsohe scholen bouwen; ver
zwijgt het dat de Jezuïeten ook uit eigen
middelen dit niet kunnen doen, daar zij in
Nederland geen lager onderwijs gewen; en
past er - om controle te voorkomen,
wel voor op, den naam der DuitsChe stai
te noemen.
Het „Handelsblad" móet noodig aet
de groote vaderen op de proppen komen'
Hoe zon een Karei V, een Geert Groote,
een Canisius over deze scribenten denke
En zou een Mic'hiel de Ruiter of een
Maarten Tromp niet spuwen op deze stie
keme stokers?
UITKIJK
den,, wierp hij voortdurend gejaagde blik
ken in de richting van de deur. Van A
deur die toegang gaf tot het .naast ge-
Jegen vertrek.
Het leed geen schijn van twijfel. De»
lm|an voelde, neen, deze man wist itó
daar naast iets was. Daarbinnen, waar a®
beklejmtmende stilte heersdhte, was iets -
of was het ielmiand? dat den man e®
ontzettende vrees dniboazetmBe. Iet®, waar
aan geen ontkopnien mogelijk meer was."
■Schichtig zag hij dan weer hlet sclhemW'
adhtige vertrek rond, keek naar de ven
sters, als im|a.t hij den afstand, die hieri
ervan scheidde of naar de dikke gordijnen
die hem wellicht zouden kunnen verber
gen. En dan weer naar de ,deur, waarachter
hij vermoedde dat
Plotseling voer hem: een schok door i
leden.
Het blad ontgleed aan zijn vingers. E
deed geen moeite het op te rapen,
te -vanbfergen, in de kamfer er naast M
iets bewogen. Een heel zacht giestonund,
nauw merkbaar, was het geweest. M4*1
de Iman had het gehoord!