0 AZIJN Blad. GOES IG. I Co. Ijken bij: flinken wagen, iedere tie prijzen. iAT no. 20. De ongeziene wereld of het leven na den dood. eboden: ;he couRAN r rmantels, in Kinderjurken, korting. ï-Artikelen oenen, Shawls, 's etc. EN. itschappij van 1824, IEDEREN. lank te Goes, PEL-ROOIER, G0ES.Telef.329 ZATERDAG 28 JULI 1928 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT feuilleton Jonkvrouw Louisa. KERKNIEUWS"' Voor onze vrouwen. Ontspanningslectuur. GOES. IQ Juli, onze limen REELING. korting. 16947-135 jegeven worden. 16931-100 EEK, onderling als tegen een I door 15783-28 een geleverd kan worden, ninadorp 1923. itrijd Middelharnis ïodellen van ander fa- m <m merk „ANKER, ir trekken, Prija f 400. leverd. 16941-30 TELEFOON 167 IX. i GOD DE VERGELDER. Een Mik iu liet atelier van den goddelijkfen Kunstenaar. Men verhaalt dat Edi&on, dei geniale ont dekker eens, staande op de, Eiftfeltoren te Parijs hulde 'bracht a,ali God den grootsten Ingenieur van heel de wereld, zooals ,hij Hiern noemde. tWelnu Ifcüj de uitzetting van het teleolo gisch Godslbewijs d.i. het bewijs getrokken ,uit de doeltafetigbeid liu de natuur, zullen wij een Mik! slaan in hiel Laboratorium' .van dien genialeu Ingenieur eu 'n bezödk1 bren gen aan ,'t atelier ivjan dien goddel. Kun stenaar en dan zullen we zieu uilet welk' ben wijs Ibpleid en ondoorgrondelijk ver stand de Schepper, aller dingen alles na,ai (wetten en regelen h»eft geschapen; toe Zijn (Wijsheid „attingit ïioittlilteir, a ilinie ,us- que ad finetai" alles 'kkiaclhtig heeft geleid van doelt ot doel „et disponit o'tania sua- .viter" en zacht regelt. Eaat ons beginnen tnajet een vluchtig overzicht van heel Zijn wondere weide plaats o-in daarna eenige afzónderlijke af' Ueelingen wat taeer van naderbij te bezien. fi'en eerste om! ta hleginnen met ons zcl- tven, dat pnaehtwer!kr_onslidhaalm(! W,at'nr meesterwerk' van samenstelling! In dien voortrefflelijklen s'atatenhang tusischen alle deelen onderling tafet het geheelIn die mi- autiejis-juiste wisselwerking kunnen we toeh niet loochenen de sporen van e,ew scheppende, alwijsheid: Wlat is de kunstigst vervaardigde optie sdhe lens, vergeleken Wij 't lulenschelijk oog? .Waar W.v. een door mleusohenhanden vervaardigde lens, Ibïjhet doorlaten der lichtstralen, daarvan on'eennalen 33 °/o en nog inteer voor 't te jybrmen lidhtibteeld laat verloren gaan, verliest ons oog nauwelijks 3 Is het wonder dat een groote oogarts eens zteide: als 'ik! niet reeds in God geloof de, zou de studie van het oog mij o.p dn k'nieen dwingen ota Item te aanbidden! Dan khmten de drie wondere rijken de,r 'natuur: het del'fstolflften-, planten en dieren rijk'! I I i Wat schittert Gods heerlijkheid ons ïte] en klaar tegen uit het glanzende rijk der kristallen Wht is het leven in planten en dieren- rij'k' 'Alle mógelijke verklaringen hee|!t Men er van tralchten te geven I Telkèlta dacht, mien het raadsel van het leven te hebben op,gelost, miaar telktens wierrd men opnieuw teleurgesteld. Men meende in do groote labbratoria yan de wijzen der we reld de fclcjne levende cel wel te, kunnen nabouwen. Het was 'n kunstig© taladhine zegt Liébta'ann imnislch, van ingewikkel- den houw, ta'aar zij miste alle en nog mla,ar een heel klein haakje; d'a.t h|a|ar altijd in be weging zou brengen. Ja wat is' het leven Het samenwerken van natuurkundige om scheikundige krachten, zul I ge zeggen, welkte "hlehecrscht worden door een alles Ueheersehende dotainante". Maa.r wie of wat is dan die geheimlzimmigo dominante En 'mioet niet te.n slotte achter allo domi nanten een „Dbtainator" een „Bbminatoi' Dotaiuus" staan We]kr een prachtig geordende wisselwer kingen vinden we1 niet in, het plantenrijk! Het gehteüm! der natuur in den hlouw cn bevruchting van een Moéta. Is het instinkt der dieren niet altijd een der grootste x'aadsels geweest zoowel voor philosophic als natuurkunde,? Het dier Kfent precies dc voot hem1 scha- delijkte en goede voeding; de holen en nies ten der dieren zijn vaak" kunstwerken vlan architectuur. Hierop Motaen we later nog uitvoerig terug. 1 1 Men heeft van alles g-ep'robeicrd ota1 het instinkt der dieren te vorklaren. Men heeft tensktte oen „dierenverstand" aangcndmlaU dat het dier zoo doelmfe-tig laat handelen. Ja als dat ztel'f'de „verstandige" dier m!a,ar niet zoo „domi" was onder veranderde omstandigheden. De hen die dadelijk "eel* roofvogel ontdekt en herkent, iS niet in- staat een ceht ei te onderscheiden van een gi'psei, dat ze kalm- tracht nit te broeden. 'Eien vogel, die den weg k!an vinden Vaai Si berië naar Egypte kan ztelfls door het een voudig valdeurtje niet uit zijn Hooi! ont snappen! I 1 Eu wie zich ooit verdiepte in de onein dige sterren velden vol grootstehe, pracht en ongestoorde harmionie, weet, dat onme telijke hemelbollen met reuzenkracht door de oneindige ruimten geslingerd worden wat vreeselijkte katastrofen zouden er niet moeten plaats hebben als niet die wondere regelmatigheid was gelegd in die, Igfrenzte- looz'e neveltnassa's en hun razende' vlujcht Ja, die. is ook nog al rood, antwoord de de baron, een vreeselijkja snoever, ntaar een van de lui, die harder blaffen! dan bij ten. Ha, ha, lachte hij harteKj'k, ja smid Jacbto Bi-unneek, ik zie je roes gaat veir' over de grenzen van ons dorp. De gebeurtenissen der laatste wqen had den Louisa tot nadenken gebracht. Op het slot teruggekeerd, volgde zij haan vader naar diens kajn'er en zeide, terwijl ze li|dV kbizanid den a-rml otor fcïjn hals sloeg: Niet waar vadertje, u vergeet toch niet, n deze arme lui aan, te trekken? Het is mij, als kan ik niets meer van wit mij aangelbot- den wordt, met rust genieten,, als ik den ken mtaet dat anderen daarom! gebrek lijden. De baron streek' de rozige wangen van zijn kind', terwijl hij) antwoordde.Wiees rustig, kleintje, ik zal ondenzóekén. ,alles zal naar redht, en gerechtigheid g&beurpu. Laat de, zaak' je anderbussehen niet Zóó ter harte, gaan. God' heeft ons allen, den arbeid opgelegd, de een in dezen, den an deren in genen, vorm, wij1 m'-ogen, pns als christenen in geen enkelen Bitand aaJU die niet in vaste Vanen werd gestuurd? Ziehier 'n algeiureen beeld v,an de won derwerkten van den goddelijken kunstenaar wiens bestaan wij straks zullen gaan be- wijz'en uit de volmaakte orde en r®gel- m'aat die zijn werken kenmerkten! Nu 'n Mik' in enkele afzonderlijke afde.clingen Het plantenrijke In zTn „Apologetica" geeïlt de Wekfendo Apologeet Pater Benisklorp,'n prachtig voior' beeld van doelmhtiglieid in de plantenwe reld. Hiet is Voor imkinöchen, dieren planten e nvoor de ge'heiele wie,rcldorde van groot belang, dat liun sioort blijft voortWe9taian. Zien we nu eeus hoe vernuftig zij, hoe wel van ve^tand ten overleg, bteroofd, daarvoor zorgen. Zooals iedereen die mlaar «enigszins is ingewijd in het rijk' der natuur weet, is li'oit den planten eigen, alvorens vrucht of zaad ■Voort te brengen, eerst te blocien. De Moe stem! ztetton 'zich tot vrucht. Maar niet alle bloom'en z'ijn bestemd oml 'z'ieli tot vrucht te zetten. Aan vele planten he'eflt mten twee soorten van bloemlein n.l. maunelijkle en vrouwelijkede eene stort draagt het stuif mteel, dat bevestigd is aan de helmkhopjeis aan rt uiteinde der jmeo'draden, dit zijn de m'annelijk'e1. De andere toorii^ de- vrouwelijkfe is btesteimid tot het voortbron- gen van Vrucht o'f zaad. Doch daartoe mbc- te.n 'zij eerst het stuif'mleel van de andero soort in zich opnc'mten. Zitten nu de Moe- talen, die bet Btuüftnteel voortbrengen en de bloeta'en, die stuifmeel mbcten ontvangen kortom' de in'annelijktei en vrouwelijke, Moe- (mten, niet aa-n een maar aan twee. verschil lende planten, dan noemt men dezte ,t,wee- liuizige" planten. Het stuïfm'eel wordt ii? dit geval van de eme Moenfstorfc op de andere overgebracht door den wind of' door insecten. Maar hoe etaiat liet nn tatet de V,allisne- ria? Dit plantje groeit zooals' wij reeds verlmleldden, onder water; de wind kifn daar dus het stuifmeel niet overbrengen. Het water 'misschien: Ook niet, want liet stuifmteel is niet bestand legen water. Hoe dan Hier jnheten wij wel eerbiedig Bewonderen de wijzte beschikking van den stehe'pper Begint de ValliSneria fte bloeien dan be vinden zich aan de knoppen der vrouwe lijke t'lo'olmten, die het stuifmeel moeten ontvangen, zteor lange stelen die echter zijn opgerold bij wlj'zte van een kurken trekker. Kio'm't nn de tijd dat de bloemen zieli zullen openen dan rekken de, stelern z'idli uit en de Moeta' opent zielli niet voor z'ij de opteprvlaï'te van het water heeft htereikt: daar boven 't water hedft zij gelegenheid o'nr 't stuifmeel in zioh op te nemen. 'En d'e m'annelijkte bloemsborten dan die 't stuifmteel voortbrengen Deze, hebben de lange stelen niet van de vrouwelijke bloem hoort en zitten diep onder het water. Wat- (gebeurt nu Als de, tijd nadert olm' te ont-< luiken, laten de iMoeimlen zich los va.n lw,rten; korten stengel en drijven op, het water, waar zij zich openen. Terwijl zij1 zóó tus-' ischen de lang gestoelde vrouwelijkte-soort' ronddrijven, hee'ft het stui'ftnteel alle ge legenheid ota' z,Tn WevruohtingSjirooes te beginnen. Zoodra 3c vrouwelijkfe sioort het stuibmleel 'heeft opigtenomen dan sluit zich de bloem', de lange stengel trekt zich weer gelijk de k'urkentrcklmr Saimien en de bloran' zinkt naar de diepte, onder water, w,üia,T zij het rijkfe blocmlzaad in den gi'ou'd strooit voor nieuwe planten. iWie. ziet in heel dit Orlunstig protees niet een nauwkfe,uri,g overlegd nastreven Van 'it kpeeiaal doel n.l. de, instandhouding Van de soort? Daarop is alles gericht! Man waar dit doelbewust overleg? Planton hebben toch geen verstand! Moet hier ge^n ver standelijke kracht in 't spel zijn die heel dit wondere beVruchtingsproetes juist hee'ft gericht en geleid tot dat ecnig 'dool dat zoo angstvallig juist bereikt wordt? Wjite dit niet, inziet h* blinder dan een mol! C. VIS, Rector te GoeS. Op den negenden Zondag na Pinksteren: Eipistel van den II. Paulus lot die, vanr Oorinthen X 613. Broeders)! laat ons geene begeerte heb ben tot het kwaad, gelijk zij hegeerlijk zijn geweest. Wjordt ook geene, afgodendie naars, gelijk >eenigen van bon, zioo ,als er 'geschreven staat: het volk! zlat te eten cn te drinken,«p zij stonden op om te spe len. Laat ons' geen ontucht 'bedrijven, gelyk «enigen van hen ontucht hedreveu wet onttrekken. Verschil in stand is er' echter altijd geweest, en zal er oioki imknfe» zijn, hoeiz'eer er ook jn'et gelijkheid en, wijk hciid jnag geschermd worden. Maa-r zijn wij, als werkgever, dan niet verplicht het werken dien1 menscteu te verlichten en^iaar verdiensten te he idenen Zeker, zijn wij dat, mijn dochter, het moet het str.even van ieder rechtvaardig denkend anlensc'h zijn. Maar geloof imij„ dat de arbeid van hen, die aart het roelrr van den staat zijn en da,g eni nacht bedanken, hoe deze vragen op te loss,en zijn, geloof 'mij, dat bun arbeid dikwijls zwaarder, is,, dan die van dan eenvaadigen; arbeider, die nadat zijn dagwerk' verricht is, rus,tig sla- I'eu gaat, zonder zich' over het algemeen welzijn ihet hoofd te breken. Maar de staatsjm'an behoeft todh nie(ts te durven. Hij heeft zic'h het lot, dat hij draagt vrijwillig gekozen, morkte Louisa op. Toch slechts, in zekere m'ate. De hoo gtere ontwikkeling, waanme.de sinds; eeuwen zijn voorouders z'ijn begiftigd; de stand; waarin ihij geboren word, dringen hem) in zijn loophaan. Of meent ge, dat er velen zijn, de kloosterlingen,, die vrijwillig den arbeid verktezen, uitgezonderd, die zich hebben, waarom) or drie «n twintig, du|itóend op; eenen dag gedood zijn. Laat ons' Chris tus niet tergten, gelijk «enigen van hen H'em getergd hebben, en door de slangen aijn omgekomen. Wilt ook niet morren, gelijk «enigen van hen geimlord hebben, en door den verderfengel zijn verslagen. Dit alles is hun tot eene afbeelding ge schied, en ter onzer onderrichting geschre ven, die de laatste tijden 'Beleven. Hij der halve die meent dat hij staalt, zie toe dat hij niet valle. Geene 'fclejkforing, dan die tateirsldhelij'k is, grijpei u aan. Dio'dli God is getrouw; Hij zal niet toelaten dat gij bo ven uw vermogen wordt bekoord, inaar imtet de Ifekforing ook uitkomst geven, opdat gij die kunt verdragen. Evangelie, Luteas XIX' 41—47 In dien tijde, als Jezus Jeruzalem! na derde en de stad zag, weenc[e, Hij over luw en zeideach, dat gij nog op dezlen uwen «dag erkendet, hetgene ,u tot vrede sterkt; ta'aar het is nu voor uwe oogen vea-hbiv geuwant do dagen zullen ovteir w kbtaein, dat uwe vijanden iu, tatet eeuou wal zullen ota'ringen cn u belegeren cn van alle .Wan ten benauwen; en dat z'ij u, on uwe, kin deren in u, ten gronde zullen vicrdelgau en in ,u den eenen .steen o,p den aüdórc'f niet laten, omidat gij don tijd uwer L'te- zoeking niet gekend bobt. En in dein tem pel 'koutende, begon Hij degenen die daar verkochten en kochten ,er uit te drijven, en zeide hun: daar sta,a,t gesehrovcnm'ijn lv'uis is oen huis des gel,«;ds: uilaar gij lu-ht ar oen roofnest van geta'aakt. Eh Hij leerdo dagelijks in den telmpol. Onze slaapkamers in den zomer. De last dei- zomerhitte doet ziclh dikwijls nog m'eer 's nachts dan over dag gevoelen. Dit is des te pijnlijker omdat de mensch voor zijn lichamelijk en geestelijk' welzijln een gezonden, rnstigen slaap noodig heeft. Nn kan een verkwikkende slaap geen plaats vinden als er in de kamer een, overmatige zoele hitte heeuseht. En mees tal vinid'b mien in het wapma jaargetijde juist in die .slaapkamers een hooigere tempe ratuur dan in de woon- of eietkamera. Dit komt daarvan, d,at men in dezle vertrekken altijd vensters 's nachts of' tem mins|W 's morgens vroeg, als hlet buiten nog koel is, laat openstaan ein er toclht in kaïn spe len, wat nooit gebeurt iu slaapkamers. Om dus de. hoogea-e temperatuur, in do slaapkamers te verminderen is het raad zaam, :d#n, gch'eelen dag, van deü vroegen morgen zoodra men bet bed heeft verlatep, tot 's avonds de. venstea-s niet alleen van onderen maar ook van boven te openen. Zooals m'en weet Stijgt de wanne lucht in de kamers in de hoogte en verzam'elti tStb dan bij het' plaEbnd. Waniieeii- nu do koelere hudtenluicht deze niet bereikt en haar na.a,r huiten verdrijft, dan blijft zij) in het bovengedeelte dar kamer hangen en alleen door de onderste vensteropeningen toestiroomendo lucht koelt den vloer en de kamer tot opl nauwelijks kamerhoogte af en wordt dan 's nachts van uur tot uu,r warmer, zoadat ten slotte, een warme zwoele temperatuur door de heele kamer kamer heersclit. Het is dus aap te beve len de ram'en zoo in te richten dat ze van boven tot 'beneden geheel geopend kunnen worden. Ook het plaatsen van 1 a 2 koude kommen water op hooige «nieuibels is gedurende den naelht aan te raden. Da heete luöht koelt zich daaraan af en wordt t,en minste iets frissdher. Is de slaapkamer aan, de zonnezijde gele gen, dan is het beste gordijncm te laten zakken en natte' lakens voor dia ramen te hangen die telkens wrErischt wonden. Om' een huis en kamers koel te ho,uide.n is het verder aan te raden op de Wiarmlo zomerdagen niet op het koökfbrnuis jn'aar op gas te. koken. In gesloten winningen dringt toch altijd ie.ts van dn k'aclhelhillite, zelfs als de keukendeur geslotau is, in de andere kamteis door. Ten slotte nog een opmerking: verban alle veea-en bedden en warme, dekens. Dik ke dekens werpt men toch in hitte van ziieih ai' en bezorgt zioh daardoor lidhit een ver koudheid. Wat ,cni mi'aii van zijn vrouw' Wicnisclit. 1. Ziet er thuis altijd voor mij' pven behaaglijk' uit, als wannaeir g'e bezoek' ver-' wacht. 2. Wees niet jaloei-seh a.fe hetl je vrien dinnen beter- gaat dag, jezelf. 3. Zet niet alle fraaie voorwerpen, die ik voor je huishouden kocht, weg tot dat er bezoek' k'ojn't. 4. Neeta! je beroep als huisvrouw even ernstig op, als' ik het mijne. 5. Zorgt er voor, dat de mWItijd g:es reed is wanneer ik fhluislkolm!. Hongeff m'aakt den .man lni(mig. zonder verlies vanihiunae tevredenhiei'd vaai al deze voordeelen zouden kunnen ont doen? Neen lieve vader, jn'en zegt, arm' zijn valt zwaar, doch vcro.rpien nog veel er ger. Maar zijn wij, bezitters dan niet ver plicht, niet slechts1 van onze stoffelijke goederen mee te deielen, maar oold van onze idealen? Zijn wij niet tot' medewer king van volksontwikkeling verplicht? Natuurlijk zijn wïji dat. Volksontwik keling het is zoio'n geim'alddijk) woord, maar ze is Zoo moeilijk'. tot( werkelijkheid ta maken. De godsdienst moet daarin steeds onze beste leei-mieiester zijn. Do volksontwikkeling mloet een zacht neder- vallcnden, vruchtbaren regen gelijken, niiet op een wolkbreuk, welke het mie!) zooveel moeite .bebouwde land zon vernielen en wegspoelen. Weet ge niet, mijn kind, hoe veel van onze wilde rozenstruiken steeds ten gronde gaan, wanmeer we trachten ze te veredelen? Louisa zweeg eeniigen tijd, zij herinnerde zich plotseling het gesprek mlet Walter on der de linden. Vader, zeide ze, wanmoiat- denkt ii wedeir terug te keorien? Oveirin'orgen, kind. O, ik' smeek' u, neem unie dan mee. Bevalt het je hier niet? vroeg de 6. Vertrouw al je zorgen en bekommer nissen alleen aan mij toe, emi Hooit aan je Vïiendinnem. 7. Hebt nooit geheimpjes met kennis sen, vriendinnen of familie. Je m'aml is jo hoste vriend. 8. Heb meer eerbied voor de zenuwen van je man, dan voor de doodei voorwer pen thuis; je man kan imlmleirs niet door een nieuwe vervangen worden. 9. Staat des morgens bijtijds op, zoo dat je 'kant cn klaar bent, Wa,ninieer ik naar mijn werk ga. Niets is [duddijkter vooi- ©en an'an, dan te weten, dat er thuis iets niet in orde is'. 10. Laat je in j-e toornnoo.it verlei den tot hatelijkheden of beleedigende uit drukkingen. Eu wat een vrouw van haar julan wenscht. 1. Ga nooit nit zonder aan mij te zeggen, waar ja iheen gaat. 2. Berisp me nooit dn tegenwoordigheid van anderen. 3. Npjettm alt.ijd mijn partij) opi in tegen woordigheid van anderen, ook don wamncer iik ongelijk' !he(b. 4. Alles wat j'e> tegen me te (Zoggen hebt, zegt dat op vriendelijken toon. 5. Geeft (mij niet van alles, wat iu (kuis gebeurt de schuld. 6. Laat nooit tevergeefs op "je thuis komst wachten, maar stuur oven- ecu boodkcllra-p als je Jat'er thuis komt. 7. Behandel mij met evenveel respect als je ch'efs. ,8. Sta mij too d'at ikl voor Vesraeit enkele dingen, aanschaf cm beKoa-jg mte op tijd' eenige afwisseling, 9. Blijf alldjd bcleclM en vriendelijk tegen ante, ook a.1 zijn we nog z'oo, lang ge trouwd. 10. Besteed een goed deel van jo vrijen tijd voor mij, opdat ik wete, dat ik je ontspanning en genoegen verschaf. - De betooverde schapendief. Er liep eens .fjen gauwdief langs den weg, die zic'h al heel weinig hlelfoanlmterde ,over het 7c dor tien gebbden, overal loer de. hij riond of er niets te gappen viel. Daar zag, hij niet ver van de.n weg een kudde schapen veilig en wel-in e,cn schnaps kooi, cle Söhepar zag hij edhter nergens, die is (misschien wel in het dal inslaapge- vallen, of zit ergens te drootaten. Onzie Daniël luistert nog eens aandach tig, toort niets verdachts, 'hij kijkt nog eens goed rond, geen im'ensichielij'H wezten zal hom' storen in z'ijn 'bezigheid, dus gaat hij recht naar Jbet wolligCi vee, ibbreik'S de schaapskooi en heeft in een-twee-drio den "ljtesten ham'el bij de horens te. paldken en legt dien op zijn schouders, niet zooals de goede Herder, m'aar ,als e0n listige dief, die m!et andermans goed precies doet, als was het zijn eigen bezit. De domme Sehaapskbppen staren hem' wclis waar verwonderd aan, m'aar daar let hij niet eenS op, hij Verlaat weer even dap per de schaapskooi. Maar lieve hemlel achter hdml aan liloont de- üieele' kudde, de eerste schaapskloppen zitten beta1 al op de hielen. Loopen hem) voo-ifliij, sluiten zicih vlalJ voo,r helm! weer aaneen, steeds grooteir wordt de troop, steeds heviger het- gedrang, de verschrokken Daniël kan ge:' woon den eenen v«oet niet meer voor dun anderen z'etten. Hoe hij ze ook' op zij sto.ot en dringt, het dom'mc, vee wijkt niet san z'ijn plaats', -mlaar houdt den dief st®ig opgesloten in den kring. Bij dit zbnderling verschijnsel wordt Daniël ontzbttend bang en hij begint te denken dat de stebopor jnfet duivelse,he( 'kunsten lotalgaat, bet kla.n niet anders of hij 'heeft hie'nil l-letooverd. Daar Valt echter niet mee te spotten, z<» denkt hij Verder, en in vers'chrikkelijkten angst, dat hij 'hier d,oor de sichapen tenslotte nog verpletterd zal wiorden, staat hij sidderend en Wevend als vastgenageld .alan den 'grond en roept tevergeefs alle Oudvaders alan. Die willen CChtcr m'ct den spitsbbof niets te ma'keh hebben cn laten natuurlijk Daniël ia zijn „schapenkuil" zitten. Daar Ktanr'fc de schaialphcrder achter het struikgewas vandajan en ziet laoliend het spelletje aan. Hij wrijft zich in de handen en grinnehfend pakt hij Daniël 'Wij den kraag. „Ha, dc vogel is gevangen'', ztegt do herder k'al'm:, also'f het heel gewoon was, „dat zfel ik je inpeperen, Dahiëltje". Maar Daniël jiatalmert cn Smleekt, dat do sehe'pter hem' tooli van die h'etoovering Zou verlossen en hCm' z'ou Vrijlaten. Hij zbil nooit m'eer iets b'ij hem gappen, en nu zal hij het goed m'akte®, extra goed, ials hij 'hem toch maar Van den duivel zbu Verlos'sen. baron, getroffen. Jawel, jawel, sprak zij Zacht, wel licht te goed. De vader zweeg eu beschouwde z'ijn dochter onderzoekend, toen ze voor, hem! zat, met gebogen hloofd en nedergeslagen oogen, waaruit laugZaialmi een paar gtrooto tranen vielen. Weet n, lieve vader, zeide zja einde lijk, alles is hier heerlijk' en schoon, en de mensehen meencn het oolr goed m|et mij, waar ild moet steeds aan den rijken jonge ling denken,, van wien do II. Schrift ver haalt ik hen slaChts een zeer zwalc riet." Goed, dan rntogt ge mij hij mlijn te rugkeer begeleiden, zei die baron, terwijl hij haar opi het voorhoofd kustte. XIV. Toen baron Guldenpforten zijn voorne men bekend maakte, o|mi bij zijn: vertrek ook' Louisa mee te namen, verhief' zich' een ware storm! van pirioteeiten, niet alleen van de zijde der lieve gast/vrouw, maar ook) va,n die der aanwezige gasten. Prinsi Alexander verklaarde het als een beleiedilgingl maü zhne mtoeder 'te beschouwen, als Louisa zich aan de medewerking ota haan naalm- dag te vieren, zou onttrekken en de voir-i De Scheper bfogrijpt nu zijn angst, gliml- Iaclht eens 'fijntjes en stuurt Daniël taet den hamtel op zijn behouders tenuig iu de schaapskooi. Nu volgt de kiudde weer van zelf en trekt weer naar binnen. 1 Nadat Daniël zijn Schouders yah den last -tCVrijd had, moest hij den herder v'olgfcn, die de sehaapsklooi' afsloot en taet zijn vriendje naar den rechter wandelde. Daar werd Daniël door den sloheper in handen van het gerecht gesteld, doordat hij hem 'Beschuldigde van diefstal uit de gesloten schaapskooi. j r' :'£3 Daniël waagde niet te ontkennen, m!a,ar btekende alles, misschien wel uit vrees, dat de harder, wanneer hij de leujgens' hoor de, den duivel in levende lijve op he'ta zbu loslaten, want dien droeg hij ongetwijfeld in zijn tasch hij zich. ,W|aht m)et die geschiedenis was het niet zuiver in den haak', dat stond bij Dianiël vast, en dat was ooit) het eenige wat de aangcid(ajigde voor zijn rechter ter verontschuldiging van zijn- vergrijp, als een a.ankl(aicht legen den sche per liet gelden. 'De rechter ecliter Behan delde Daniël naar recht en wet, en Zorgde zloo goed voor hom, dat de gezonde appetijt naar scha.penvleesCh voor l'apgen tijd ver ging, Maar.ook den redlitsgploerde kwam de zaak wel wat Zonderling voor, en hij was ervan overtuigd, dat zij eenig in de geschiedenis was, iets ongehoords. Dat de Scheper op' de bfeschuldiging van den veroordeelde, dat hij m'et den duivel omiging, zto heeletaaal niet gteantwoor.di had, ja, openlijk voo.r het VCj-Zaimtelde pu- hliCId er niet eens acht op geslagen had, dat wekte dei nieuwsgierigheid van den ouden heer op',die, zooals vele anderen wat 'Sceptisch tegenover Zulke dingen stond terwijl hij er voortdurend eien verklaring voor zocht. Wie wee;t, dadht hij, of hot niet iets is, wat de oude taonscben viertellen -van oude wijvan cn herdete. Je mto-et a.eh- terd ie 'geschiedenis zien te, tómfen, kost wat klost. I- i En zoo liet hij, na de veroordaeling, den scheper op zekeren dag ont!Wieden en ver- ztoekan even bij beta a,an huis te tomen, ota iets' te btesprelken. Uit respeot voor de overheid durfde de stehaaphterder dit niet weigeren en Zoo Vei'Sehe©n hij dan op den bepaalden tijd bij den mieester in de rech ten. Deze 'ontving beta zeer vertrouwelijk" in .zijn studeerkamer. Daar stond reeds eien 'fleskh wijn mtet een paar glazen en lier der en gastheer proefden als een paar goede kennissen van het kostelijke vocht. „Wat zóu dat te bteteCkenen heWen", dacht de scheper, „die mijnheer voert 'Zekér iets in het schild, waarWij hij mijne hulp noodig heeft. Maar Hansje, wees niet dotal!" Eu waarlijk, als een kjait sloop de- m!ee9- ter in liet btegin mtet allerlei vragen en ge- Zegden otal lj£t hbertje, dat zich daarbij veel doimtaer aanstelde, als het werkelijk was; tenslotte 'móest hij echter het gchpims middel eens vertellen, waarmee 'hij den dief had vastgehouden. Daar had de ondervraagde echter geen ooren naar en hij wilde niets' loslaten. „Oei'!" dacht de rechter, .,Zo,u het er werkelijk' niet Zuiver naar toe gaan in Zul ke zaken?" 'Eu toe ta'eer zich de hber ver- Zette, to,e ijVerig. er ingesehonken werd; en hoe taeer: do nieuws'gierigliiei:d van den ondervrager geprikkeld werd. Maar .of schoon de boer goied doordrinkt, oh zijto ooren reeds bleginnon te1 gloeien, zijn g<e- heita laat hij zich niet ontvallen. De opi,ge- Wonden rechter kroeg het werkelijk be nauwd hij (den geheitazdnnigetn Scheper, tahar hij (moest hot weten van die hek-' Zerij, al Zbu hij den duizel van aangezicht tot aange'zicht taoeten aalnsohouwen. t Du's werd er nog een ftesch oude' zWare wijn Voor den dag gehaald en de hber tot drinken gedwongen. W)a,t 'genoot hij van het kostelijk vocht; Zulkcn goeden drank heeft hij nog nooit gerdkten. Reed's! g-loieit Zijn Bruin gezicht als de Volle 'mlaian, reeds elehiot zijn hoofdhaar vonkfen uit, Zooals een kat, wanneer tafen halair in het donker tegen dc 'haren instrijkt, daarbij knipt hij de lippen te' z'amten en Schitteren zijn oogen als vurige kolenreeds wordt de tong losser en begint hij to praten zbnder eenig'en Samenhang en zónder het minste respect voor 'zijn gastheer. „Nu "zal het klo'mfen?" 'krotat dc re'ohter in zijn baard, ,nu heb, ik hem! ook vaat „Kotaaan, z'e.g me nu een'S openhartig, hoe kbn 'je dat toch 'gtedann krijgen, dat Daniël niet van zijn pla,lalt9 Wou «u .wat hadt ge Met de Söhapen geda|anV'-' „Gij 'zijt een goeie vent", stotterde de kioer, „m'aar u (mengt zich in dat vuila zaakje. II zult alles weten, achteraf zal ik er 'misschien schade door lijden." „Schade Daardoor)?," |a,ntwoordde fle rechter, „ik verzekér u, ik zal (pi niet ver raden, en er bestaat ook heden ten da'ge geen wet die tot heksen Verbiedt. Viertel /Jin. steedis bereid oml aan de wenschen Van haar zoon tegemoet te komen, stenalda daarin met beta in. Trots dit alles is het twijfelachtig of dit alles het besluit van, de jonkvrouw- vau' Guldenpforten zou hebben aan het wanke len gebracht, als niet' de veelvermogende tante Louisa's Mijven als een daajd van gehoorzaamheid jegens haar gezag had voorgesteld. In ieder geval verwekte de zaak opzien. De .oipimerkzaalmbelden, welke de prins voor zijn lieve gast over had, waren nie mand der aanwezigen ontgjaian en man brak er ziek het hoofd over, hoe de jonge datae zich zulke mooie kansen op ,ean Schitterend lot ton laten ontglippen. Zelfs prins Alexander, wiens gewoonte het waarlijk niet was, oiver de handelwijze van anderen na te denken, zeilde tegten zijne moeder: Bij ieder ander Zou) ik' dit zich raar wilifen maken, voor cbquetterie houden, bij de kleine Guldenplforten is dat buitengesloten. Zou -de droom-erige jager haar toch dieper in liet hart zitten dia,n men zou denken? (Wórdt vervolgd.) l

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1928 | | pagina 5